BE1022599B1 - Integral shoe and method for the manufacture thereof - Google Patents

Integral shoe and method for the manufacture thereof Download PDF

Info

Publication number
BE1022599B1
BE1022599B1 BE2014/5012A BE201405012A BE1022599B1 BE 1022599 B1 BE1022599 B1 BE 1022599B1 BE 2014/5012 A BE2014/5012 A BE 2014/5012A BE 201405012 A BE201405012 A BE 201405012A BE 1022599 B1 BE1022599 B1 BE 1022599B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
shoe
stocking portion
stocking
upper shoe
fabric
Prior art date
Application number
BE2014/5012A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1022599A1 (en
Inventor
Elly Benedikta Renata Huysmans
Original Assignee
Lyval Cvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lyval Cvba filed Critical Lyval Cvba
Priority to BE2014/5012A priority Critical patent/BE1022599B1/en
Priority to EP15189748.5A priority patent/EP3009023A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022599A1 publication Critical patent/BE1022599A1/en
Publication of BE1022599B1 publication Critical patent/BE1022599B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43BCHARACTERISTIC FEATURES OF FOOTWEAR; PARTS OF FOOTWEAR
    • A43B23/00Uppers; Boot legs; Stiffeners; Other single parts of footwear
    • A43B23/02Uppers; Boot legs
    • A43B23/0205Uppers; Boot legs characterised by the material
    • A43B23/0235Different layers of different material
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A41WEARING APPAREL
    • A41BSHIRTS; UNDERWEAR; BABY LINEN; HANDKERCHIEFS
    • A41B11/00Hosiery; Panti-hose
    • A41B11/08Stockings without foot parts
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43BCHARACTERISTIC FEATURES OF FOOTWEAR; PARTS OF FOOTWEAR
    • A43B23/00Uppers; Boot legs; Stiffeners; Other single parts of footwear
    • A43B23/02Uppers; Boot legs
    • A43B23/0245Uppers; Boot legs characterised by the constructive form
    • A43B23/025Uppers; Boot legs characterised by the constructive form assembled by stitching
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43BCHARACTERISTIC FEATURES OF FOOTWEAR; PARTS OF FOOTWEAR
    • A43B23/00Uppers; Boot legs; Stiffeners; Other single parts of footwear
    • A43B23/02Uppers; Boot legs
    • A43B23/0245Uppers; Boot legs characterised by the constructive form
    • A43B23/0265Uppers; Boot legs characterised by the constructive form having different properties in different directions
    • A43B23/027Uppers; Boot legs characterised by the constructive form having different properties in different directions with a part of the upper particularly flexible, e.g. permitting articulation or torsion

Abstract

Integraalschoen, omvattende een bovenschoen met een onderzijde en een bovenrand; een eerste kousgedeelte, uit weefsel, breisel of vlechtsel, waarin de bovenschoen is opgenomen en dat zich uitstrekt vanaf de onderzijde van de bovenschoen tot de bovenrand van de bovenschoen; een tweede kousgedeelte, uit weefsel, breisel of vlechtsel, dat zich weg van het eerste kousgedeelte uitstrekt vanaf de bovenrand van de bovenschoen; een loopstuk dat is aangebracht aan de onderzijde van de bovenschoen; een primair bevestigingsmiddel dat is voorzien tussen de bovenschoen en het loopstuk om het eerste kousgedeelte aan de bovenschoen te bevestigen; en een secundair bevestigingsmiddel dat is voorzien ter hoogte van de bovenrand van de bovenschoen om het eerste en het tweede kousgedeelte aan de bovenschoen te verbinden.Integral shoe, comprising an upper shoe with a bottom and a top edge; a first stocking portion, made of fabric, knit or braid, in which the upper shoe is received and which extends from the bottom of the upper shoe to the upper edge of the upper shoe; a second stocking portion, of fabric, knit or braid, extending away from the first stocking portion from the top edge of the upper shoe; a running piece fitted to the bottom of the upper shoe; a primary fastener provided between the upper shoe and the tread for attaching the first stocking portion to the upper shoe; and a secondary fastener provided at the top edge of the upper shoe for connecting the first and second stocking portions to the upper shoe.

Description

Integraalschoen en werkwijze voor het vervaardigen daarvanIntegral shoe and method for the manufacture thereof

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een integraalschoen met een bovenschoen en twee kousgedeeltes, en op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke integraalschoen.The present invention relates to an integral shoe with an upper shoe and two sleeve sections, and to a method for manufacturing such an integral shoe.

Integraalschoenen zijn schoeisel waarbij onderbeenbekleding en bovenschoen zijn geïntegreerd, doordat de kous omheen de bovenschoen doorloopt of althans die indruk wekt. Bij bekende integraalschoenen bestaat de kous uit materiaal dat eerder stug dan soepel is. Door een dergelijke stugheid kan het materiaal op zichzelf voldoende stevig zijn opdat een gebruiker eraan kan trekken om de integraalschoen aan te doen. Het gebruik van een dergelijk stug materiaal belemmert echter het uitzicht van de integraalschoen, doordat bepaalde materiaalkeuzes uitgesloten worden en doordat het stugge materiaal bemoeilijkt dat de kous anders wordt gedragen dan uitgestrekt langs het onderbeen.Integral shoes are footwear in which the lower leg cover and upper shoe are integrated, because the stocking extends around the upper shoe or at least creates that impression. In known integral shoes, the stocking consists of material that is rather stiff than flexible. Due to such a stiffness, the material itself can be sufficiently strong that a user can pull on it to put on the integral shoe. The use of such a stiff material, however, impedes the appearance of the integral shoe, because certain material choices are excluded and because the stiff material makes it difficult for the stocking to be worn other than extended along the lower leg.

Een doel van voorliggende uitvinding is een integraalschoen te voorzien die niet lijdt aan deze nadelen.An object of the present invention is to provide an integral shoe that does not suffer from these disadvantages.

Daartoe zijn in een eerste uitvoeringsvorm van een integraalschoen voorzien: een bovenschoen met een onderzijde en een bovenrand; een eerste kousgedeelte, dat is vervaardigd uit weefsel, breisel of vlechtsel, waarin de bovenschoen is opgenomen en dat zich uitstrekt vanaf de onderzijde van de bovenschoen tot de bovenrand van de bovenschoen; een tweede kousgedeelte, dat is vervaardigd uit weefsel, breisel of vlechtsel, welk tweede kousgedeelte zich weg van het eerste kousgedeelte uitstrekt vanaf de bovenrand van de bovenschoen; een loopstuk dat is aangebracht aan de onderzijde van de bovenschoen; een primair bevestigingsmiddel dat is voorzien tussen de bovenschoen en het loopstuk om het eerste kousgedeelte aan de bovenschoen te bevestigen; en een secundair bevestigingsmiddel dat is voorzien ter hoogte van de bovenrand van de bovenschoen om het eerste en het tweede kousgedeelte aan de bovenschoen te verbinden.To this end, in a first embodiment, an integral shoe is provided: an upper shoe with a lower side and an upper edge; a first stocking portion, which is made of fabric, knit or braid, in which the upper shoe is received and which extends from the underside of the upper shoe to the upper edge of the upper shoe; a second stocking portion made of fabric, knit or braid, the second stocking portion extending away from the first stocking portion from the upper edge of the upper shoe; a running piece mounted on the underside of the upper shoe; a primary fastener provided between the upper shoe and the race to attach the first stocking portion to the upper shoe; and a secondary fastener provided at the top edge of the upper shoe to connect the first and the second stocking portion to the upper shoe.

Op deze wijze kan ook worden gekozen voor weefsels, breisels of vlechtsels om toch een kous (met twee gedeeltes) te voorzien die voldoende stevig met de bovenschoen kan worden geïntegreerd tot een integraalschoen. Dit breidt de materiaalkeuze uit naar eerder soepele materialen, zoals kant, die ook anders kunnen worden gedragen dan eerder stugge materialen, zoals dik katoen. Doordat het weefsel, breisel of vlechtsel soepel is, moet de kous of althans een gedeelte daarvan voldoende stevig zijn vastgemaakt aan de bovenschoen. Hierin is voorzien door het primaire en het secundaire bevestigingsmiddel, waardoor respectievelijk het eerste kousgedeelte stevig is bevestigd tussen de onderzijde van de bovenschoen en het loopstuk, zodat dit eerste kousgedeelte niet loskomt, en het eerste en tweede kousgedeelte stevig zijn verbonden aan de bovenrand van de bovenschoen zodat zij niet loskomen en/of slechts in geringe mate kunnen verschuiven.In this way it is also possible to opt for fabrics, knits or braids to nevertheless provide a stocking (with two parts) that can be integrated sufficiently firmly with the upper shoe into an integral shoe. This extends the choice of materials to rather flexible materials, such as lace, which can also be worn differently than rather stiff materials, such as thick cotton. Because the fabric, knit or braid is flexible, the stocking or at least a portion thereof must be fastened sufficiently firmly to the upper shoe. This is provided by the primary and the secondary fastener, whereby the first stocking portion is securely attached between the bottom of the upper shoe and the running piece, so that this first stocking portion does not come loose, and the first and second stocking portions are firmly connected to the upper edge of the upper shoe so that they do not come loose and / or can only slightly shift.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte uit eenzelfde stuk weefsel, breisel of vlechtsel vervaardigd.According to a preferred embodiment, the first stocking portion and the second stocking portion are made from the same piece of fabric, knit or braid.

Op deze wijze gaat de integraalschoen niet geplaagd door een opvallende stiknaad of iets dergelijks ter hoogte van de bovenrand van de bovenschoen, waar het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte anders elk verbonden moeten worden. In sommige uitvoeringsvormen wordt zo tevens vermeden dat het uitzicht van het eerste kousgedeelte bruusk afsteekt tegen het uitzicht van het tweede kousgedeelte.In this way the integral shoe does not pass through a striking stitching or the like at the top edge of the upper shoe, where the first stocking part and the second stocking part must each be connected otherwise. In some embodiments, it is thus also prevented that the view of the first stocking part contrasts abruptly with the view of the second stocking part.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is ten minste één kousgedeelte van het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte vervaardigd uit een opengewerkt weefsel, een opengewerkt breisel of een opengewerkt vlechtsel. Bij voorkeur zijn zowel het eerste kousgedeelte als het tweede kousgedeelte vervaardigd uit een opengewerkt weefsel, een opengewerkt breisel of een opengewerkt vlechtsel. Doordat het weefsel, breisel of vlechtsel opengewerkt is, is het soepel, zodat de bevestiging dan wel verbinding met het respectieve bevestigingsmiddel het respectieve kousgedeelte of de respectieve kousgedeeltes stevigheid biedt.According to another preferred embodiment, at least one stocking portion of the first stocking portion and the second stocking portion is made of a cut-away fabric, a cut-away knit or a cut-out braid. Preferably, both the first stocking portion and the second stocking portion are made from a cut-away fabric, a cut-away knit or a cut-out braid. Because the fabric, knit or braid is cut open, it is flexible, so that the attachment or connection to the respective fastener provides firmness to the respective stocking portion or the respective stocking portions.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is ten minste één kousgedeelte van het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte vervaardigd uit een stof gekozen uit: kant, jersey, ajour, geperforeerd alcantara en geperforeerd rekbaar leder. Bij voorkeur is het ten minste één kousgedeelte vervaardigd uit kant.According to another embodiment, at least one stocking portion of the first stocking portion and the second stocking portion is made of a fabric selected from: lace, jersey, ajour, perforated Alcantara and perforated stretchy leather. Preferably, the at least one stocking portion is made from lace.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is het weefsel, breisel of vlechtsel voorzien van een patroon.According to a further developed embodiment, the fabric, knit or braid is provided with a pattern.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het weefsel, breisel of vlechtsel mazen van een eerste grootte en mazen van een tweede grootte, en verschillen de eerste grootte en de tweede grootte van elkaar.According to a preferred embodiment, the fabric, knit or braid has meshes of a first size and meshes of a second size, and the first size and the second size differ from each other.

Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat de onderzijde van de bovenschoen een zool. De zool kan enkellagig of bij voorkeur meerlagig zijn, en kan bijvoorbeeld een kartonlaag, een kunststoflaag en/of een kurklaag omvatten, kan een lederlaag of meerdere lederlagen omvatten, kan een schokdempende laag omvatten. Wanneer de onderrand van een bovenschoenschoenlapvorm wordt omgeplooid, vormt die zo tenminste een gedeelte van de onderzijde van de bovenschoen. Voor het overige kan die onderzijde onder meer worden gevormd door een onderzool van bv. karton, kunststof of kurk, waarop nog meer lagen (bijvoorbeeld van leder) kunnen rusten. Ook kan desgewenst nog tussen de onderzijde van de bovenschoen en het (eigenlijke) loopstuk nog een enkellagig of meerlagig deel van bijvoorbeeld kunststof worden aangebracht.According to another embodiment, the underside of the upper shoe comprises a sole. The sole may be single-layered or preferably multi-layered, and may, for example, comprise a cardboard layer, a plastic layer and / or a cork layer, may comprise a leather layer or a plurality of leather layers, may comprise a shock-absorbing layer. When the lower edge of an upper shoe shoe shape is folded over, it thus forms at least a portion of the lower side of the upper shoe. For the rest, that underside can be formed by, among other things, a lower sole of, for example, cardboard, plastic or cork, on which more layers (for example, of leather) can rest. If desired, a single-layer or multi-layer part of, for example, plastic can also be provided between the underside of the upper shoe and the (actual) running piece.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm heeft het loopstuk een hak. Deze hak kan een sleehak zijn, of een kleine hak (bv. een ‘kitten heel’), een hoge hak (zodat de bovenschoen met het loopstuk samen het uiterlijk van een pump heeft) of een naaldhak (zoals een stiletto-hak). Volgens andere uitvoeringsvormen is het loopstuk plat, met of zonder een plateau.According to a further developed embodiment, the running piece has a heel. This heel can be a wedge heel, or a small heel (eg a "kitten heel"), a high heel (so that the upper shoe and the treadmill together look like a pump) or a stiletto heel (such as a stiletto heel). According to other embodiments, the running piece is flat, with or without a tray.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is het loopstuk bekleed met een natuurmateriaal, zoals kurk, leder, jute, of stof.According to another embodiment, the running piece is covered with a natural material, such as cork, leather, jute, or fabric.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het primaire bevestigingsmiddel ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen: nietjes, draadnageltjes, verlijming, stiksel, spanklemmen, dan wel een combinatie van twee of meer van die bevestigingsmiddelen.According to a preferred embodiment, the primary fastening means comprises at least one of the following fastening means: staples, threaded nails, gluing, stitching, tension clamps, or a combination of two or more of those fastening means.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het secundaire bevestigingsmiddel ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen: stiksel, verlijming, dan wel een combinatie van die bevestigingsmiddelen.According to another preferred embodiment, the secondary fastening means comprises at least one of the following fastening means: stitching, gluing, or a combination of those fastening means.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is een verstevigingslint voorzien aan het tweede kousgedeelte, welk verstevigingslint zich uitstrekt vanaf tenminste het secundaire bevestigingsmiddel, en welk verstevigingslint dient ter versteviging van het tweede kousgedeelte wanneer aan het tweede kousgedeelte wordt getrokken. Bij voorkeur strekt het verstevigingslint zich uit langs een stiknaad van het tweede kousgedeelte, om een betere versteviging daarvan te bieden en om een mooier uiterlijk te voorzien.According to another embodiment, a reinforcement ribbon is provided on the second sleeve portion, which reinforcement ribbon extends from at least the secondary fastener, and which reinforcement ribbon serves to reinforce the second sleeve portion when the second sleeve portion is pulled. The reinforcement ribbon preferably extends along a stitching seam of the second stocking portion, in order to provide a better reinforcement thereof and to provide a more beautiful appearance.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is het verstevigingslint eveneens voorzien aan het eerste kousgedeelte om dat te verstevigen, en strekt het zich bij voorkeur uit vanaf het primaire bevestigingsmiddel. In dat geval kan het verstevigingslint hetzij binnen de bovenschoen of in de omtrek van de bovenschoen verwerkt zijn, hetzij er buiten op aangebracht zijn, bijvoorbeeld met stiksel, naar gelang het gewenste uiterlijk van de integraalschoen.According to a further developed embodiment, the reinforcement ribbon is also provided on the first stocking portion to reinforce it, and preferably extends from the primary fastener. In that case, the reinforcement ribbon can either be incorporated inside the upper shoe or in the circumference of the upper shoe or be applied to it outside, for example with stitching, depending on the desired appearance of the integral shoe.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is een kousophoudmiddel aan het tweede kousgedeelte voorzien om het tweede kousgedeelte in een gebruikssituatie tenminste gedeeltelijk op te houden aan een been van een drager, en is het kousophoudmiddel bij voorkeur voorzien in de nabijheid of ter plaatse van een bovenrand van het tweede kousgedeelte. Een dergelijk kousophoudmiddel kan zijn vormgegeven als een elastische band met een breedte die voldoende groot is dat de elastische band geen insnijdend gevoel geeft aan een drager, bijvoorbeeld ten minste 0,5 cm, bij voorkeur ten minste 1 cm, meer bij voorkeur ten minste 1,5 cm. Een dergelijk kousophoudmiddel kan bijvoorbeeld ook nog zijn vormgegeven als een kunststof band, bij voorkeur vervaardigd van rubber of siliconen, die is ingericht om door adhesie aan het been van een drager te blijven plakken om zo het tweede kousgedeelte in een gebruikssituatie tenminste gedeeltelijk op te houden en afzakken te voorkomen.According to a further developed embodiment, a stocking retaining means is provided on the second stocking portion in order to at least partially hold the second stocking portion on a leg of a wearer in a situation of use, and the stocking retaining means is preferably provided in the vicinity or at the location of an upper edge of the wearer. second stocking section. Such a stocking restraining means can be designed as an elastic band with a width that is sufficiently large that the elastic band does not give an incision sensation to a wearer, for example at least 0.5 cm, preferably at least 1 cm, more preferably at least 1 , 5 cm. Such a stocking retaining means can for instance also be designed as a plastic band, preferably made from rubber or silicone, which is adapted to stick to the leg of a wearer by adhesion so as to at least partially stop the second stocking part in a situation of use and prevent sagging.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede kousgedeelte vervaardigd uit één stuk weefsel, breisel of vlechtsel dat is gestikt om een kokervormige onderbeenbekleding te vormen.According to a preferred embodiment, the second stocking portion is made from one piece of fabric, knit or braid that is stitched to form a tubular lower leg covering.

Bij voorkeur is ten minste één opening voorzien in een omtrek van de bovenschoen tussen de onderzijde en de bovenrand, bijvoorbeeld voor het vrijgeven van de tenen van een voet of om een betere verluchting te bieden aan de zijkant van de voet of om een minder zwaar ogende bovenschoen te voorzien. Bij voorkeur is dan ten minste één overeenstemmende opening voorzien in het eerste kousgedeelte. Bij voorkeur is dan een tertiair bevestigingsmiddel voorzien ter hoogte van een rand van de ten minste ene opening om de kous aan de bovenschoen te bevestigen. Bij voorkeur omvat het tertiaire bevestigingsmiddel dan ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen: verlijming, stiksel, dan wel een combinatie van die bevestigingsmiddelen.Preferably, at least one opening is provided in a circumference of the upper shoe between the underside and the upper edge, for example for releasing the toes of a foot or for providing better ventilation on the side of the foot or for a less heavy-looking upper shoe provided. Preferably then at least one corresponding opening is provided in the first stocking portion. Preferably, a tertiary fastener is then provided at the height of an edge of the at least one opening for attaching the stocking to the upper shoe. Preferably, the tertiary fastener then comprises at least one of the following fasteners: gluing, stitching, or a combination of those fasteners.

Om een of meer van de gestelde doelen te bereiken zijn in een eerste uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen voorzien: het vervaardigen, op een leest, van een bovenschoen met een onderzijde en een bovenrand; het aanbrengen van een eerste kousgedeelte, dat is vervaardigd uit weefsel, breisel of vlechtsel, aan de bovenschoen, welk eerste kousgedeelte althans in hoofdzaak overeenstemt met een buitenomtrek van de bovenschoen vanaf de onderzijde van de bovenschoen tot de bovenrand van de bovenschoen, zodanig dat de bovenschoen opneembaar is in het eerste kousgedeelte; het bevestigen van het eerste kousgedeelte aan de onderzijde van de bovenschoen, met behulp van een primair bevestigingsmiddel; het verbinden van respectievelijk het eerste kousgedeelte en een tweede kousgedeelte, dat is vervaardigd uit weefsel, breisel of vlechtsel, aan de bovenschoen, ter hoogte van de bovenrand van de bovenschoen, met behulp van een secundair bevestigingsmiddel, en welk tweede kousgedeelte derwijze is vormgegeven om een onderbeen tenminste gedeeltelijk op te nemen; en het aanbrengen van een loopstuk aan de onderzijde van de bovenschoen. Het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte worden verbonden aan de bovenschoen in die zin dat het weefsel, breisel of vlechtsel waaruit ze respectievelijk zijn vervaardigd op zijn plaats wordt gehouden door het secundaire bevestigingsmiddel.In order to achieve one or more of the stated objectives, in a first embodiment a method for manufacturing an integral shoe is provided: the manufacture, on a last, of an upper shoe with a bottom side and an upper edge; applying a first stocking portion, made from fabric, knit or braid, to the upper shoe, which first stocking portion at least substantially corresponds to an outer circumference of the upper shoe from the bottom of the upper shoe to the upper edge of the upper shoe, such that upper shoe can be received in the first stocking portion; attaching the first stocking portion to the underside of the upper shoe, using a primary fastener; connecting, respectively, the first stocking portion and a second stocking portion, which is made of fabric, knit or braid, to the upper shoe, at the height of the upper edge of the upper shoe, with the aid of a secondary fastening means, and which second stocking portion is designed so as to to include at least partially a lower leg; and arranging a race on the underside of the upper shoe. The first stocking portion and the second stocking portion are connected to the upper shoe in the sense that the fabric, knit or braid from which they are made is held in place by the secondary fastener.

Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte uit eenzelfde stuk weefsel, breisel of vlechtsel vervaardigd.According to another embodiment, the first stocking portion and the second stocking portion are made from the same piece of fabric, knit or braid.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is ten minste één kousgedeelte van het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte vervaardigd uit een opengewerkt weefsel, een opengewerkt breisel of een opengewerkt vlechtsel. Bij voorkeur zijn zowel het eerste kousgedeelte als het tweede kousgedeelte vervaardigd uit een opengewerkt weefsel, een opengewerkt breisel of een opengewerkt vlechtsel. Doordat het weefsel, breisel of vlechtsel opengewerkt is, is het soepel, zodat de bevestiging dan wel verbinding met het respectieve bevestigingsmiddel het respectieve kousgedeelte of de respectieve kousgedeeltes stevigheid biedt.According to another preferred embodiment, at least one stocking portion of the first stocking portion and the second stocking portion is made of a cut-away fabric, a cut-away knit or a cut-out braid. Preferably, both the first stocking portion and the second stocking portion are made from a cut-away fabric, a cut-away knit or a cut-out braid. Because the fabric, knit or braid is cut open, it is flexible, so that the attachment or connection to the respective fastener provides firmness to the respective stocking portion or the respective stocking portions.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is ten minste één kousgedeelte van het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte vervaardigd uit een stof gekozen uit: kant, jersey, ajour, geperforeerd alcantara en geperforeerd rekbaar leder. Bij voorkeur is het ten minste één kousgedeelte vervaardigd uit kant.According to a preferred embodiment, at least one stocking portion of the first stocking portion and the second stocking portion is made of a fabric selected from: lace, jersey, ajour, perforated Alcantara and perforated stretchy leather. Preferably, the at least one stocking portion is made from lace.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is het weefsel, breisel of vlechtsel voorzien van een patroon.According to a further developed embodiment, the fabric, knit or braid is provided with a pattern.

Volgens een andere uitvoeringsvorm heeft het weefsel, breisel of vlechtsel mazen van een eerste grootte en mazen van een tweede grootte, en verschillen de eerste grootte en de tweede grootte van elkaar.According to another embodiment, the fabric, knit or braid has meshes of a first size and meshes of a second size, and the first size and the second size differ from each other.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het vervaardigen van de bovenschoen bovendien: het uitsnijden van een bovenschoenlapvorm met een onderrand en een bovenrand, welke bovenschoenlapvorm bij voorkeur is vervaardigd uit leder; optioneel het stikken van de bovenschoenlapvorm aan een hielzijde ervan; het aanbrengen van de bovenschoenlapvorm omheen de leest, waarbij de onderrand van de bovenschoenlapvorm om de leest wordt geplooid, om tenminste een gedeelte van de onderzijde van de bovenschoen te vormen, en waarbij de bovenrand van de bovenschoenlapvorm de bovenrand van de bovenschoen vormt. Daarbij omvat de werkwijze nâ het aanbrengen van het loopstuk verder: het wegnemen van de leest; en daarbij omvat de werkwijze nâ het wegnemen van de leest verder: het aanbrengen van een binnenzool.According to a preferred embodiment, the manufacture of the upper shoe further comprises: cutting out an upper shoe flap shape with a lower edge and an upper edge, which upper shoe flap shape is preferably made of leather; optionally stitching the upper shoe patch shape on a heel side thereof; arranging the upper shoe patch shape around the last, wherein the lower edge of the upper shoe patch shape is folded around the last, to form at least a portion of the lower side of the upper shoe, and wherein the upper edge of the upper shoe patch shape forms the upper edge of the upper shoe. The method after fitting the treadle further comprises: removing the last; and thereby the method after the removal of the lasts further comprises: applying an insole.

Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze bovendien: het op maat snijden van een stuk weefsel, breisel of vlechtsel; en het stikken van het stuk weefsel, breisel of vlechtsel , om het eerste en/of tweede kousgedeelte te vormen.In another embodiment, the method further comprises: cutting a piece of fabric, knit or braid to size; and stitching the piece of fabric, knit or braid, to form the first and / or second stocking portion.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze het aanbrengen van een verstevigingslint aan het tweede kousgedeelte vanaf tenminste het secundaire bevestigingsmiddel, welk verstevigingslint dient ter versteviging van het tweede kousgedeelte wanneer aan het tweede kousgedeelte wordt getrokken. Bij voorkeur strekt het verstevigingslint zich uit langs een stiknaad van het tweede kousgedeelte, om een betere versteviging daarvan te bieden en om een mooier uiterlijk te voorzien. Bij voorkeur wordt het verstevigingslint aan een buitenzijde van het tweede kousgedeelte aangebracht en wordt vervolgens het tweede kousgedeelte van binnen naar buiten omgedraaid zodat het verstevigingslint aan een binnenzijde van het tweede kousgedeelte terecht komt.According to a preferred embodiment, the method comprises applying a reinforcement ribbon to the second stocking portion from at least the secondary fastening means, which reinforcement ribbon serves to reinforce the second stocking portion when the second stocking portion is pulled. The reinforcement ribbon preferably extends along a stitching seam of the second stocking portion, in order to provide a better reinforcement thereof and to provide a more beautiful appearance. The reinforcement ribbon is preferably arranged on an outside of the second sleeve section and the second sleeve section is then turned from inside to outside so that the reinforcement ribbon ends up on an inside of the second sleeve section.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm wordt het verstevigingslint eveneens aangebracht aan het eerste kousgedeelte om dat te verstevigen, en strekt het zich bij voorkeur uit vanaf het primaire bevestigingsmiddel. In dat geval kan het verstevigingslint hetzij binnen de bovenschoen of in de omtrek van de bovenschoen verwerkt zijn, hetzij er buiten op aangebracht zijn, bijvoorbeeld met stiksel, naar gelang het gewenste uiterlijk van de integraalschoen.According to a further developed embodiment, the reinforcement ribbon is also applied to the first stocking portion to reinforce it, and preferably extends from the primary fastener. In that case, the reinforcement ribbon can either be incorporated inside the upper shoe or in the circumference of the upper shoe or be applied to it outside, for example with stitching, depending on the desired appearance of the integral shoe.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze het aanbrengen van een kousophoudmiddel aan het tweede kousgedeelte om het tweede kousgedeelte in een gebruikssituatie tenminste gedeeltelijk op te houden aan een been van een drager, en waarbij het kousophoudmiddel bij voorkeur wordt aangebracht in de nabijheid of ter plaatse van een bovenrand van het tweede kousgedeelte.According to another preferred embodiment, the method comprises applying a stocking holding means to the second stocking portion in order to at least partially hold the second stocking portion on a leg of a wearer in a situation of use, and wherein the stocking holding means is preferably arranged in the vicinity or at the location of an upper edge of the second stocking portion.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm wordt het loopstuk aangebracht aan de onderzijde van de bovenschoen, zodanig dat het primaire bevestigingsmiddel wordt opgenomen tussen het loopstuk en de bovenschoen. Optioneel wordt het loopstuk bekleed met een natuurmateriaal, zoals kurk, leder, jute, of stof.According to a further developed embodiment, the running piece is arranged on the underside of the upper shoe, such that the primary fastening means is received between the running piece and the upper shoe. Optionally, the running piece is covered with a natural material such as cork, leather, jute, or fabric.

Volgens een andere, verder ontwikkelde uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het aanbrengen van een buitenzool aan ten minste één onderzijde van het loopstuk.According to another, further developed embodiment, the method comprises arranging an outer sole on at least one underside of the treadmill.

Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat het primaire bevestigingsmiddel ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen: nietjes, draadnageltjes, verlijming, stiksel, spanklemmen, dan wel een combinatie van twee of meer van die bevestigingsmiddelen.According to another embodiment, the primary fastening means comprises at least one of the following fastening means: staples, threaded nails, gluing, stitching, tension clamps, or a combination of two or more of those fastening means.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm omvat het secundaire bevestigingsmiddel ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen: stiksel, verlijming, dan wel een combinatie van twee of meer van die bevestigingsmiddelen.According to a further developed embodiment, the secondary fastening means comprises at least one of the following fastening means: stitching, gluing, or a combination of two or more of those fastening means.

De uitvinding zal nader beschreven worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van een integraalschoen volgens de onderhavige uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage, waarin:The invention will be further described on the basis of a number of by no means limiting exemplary embodiments of an integral shoe according to the present invention with reference to the attached drawings, in which:

Figuur 1 een gedeeltelijk zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding toont;Figure 1 shows a partial side view of an embodiment of an integral shoe according to the invention;

Figuur 2 een gedeeltelijk zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding toont;Figure 2 shows a partial side view of another embodiment of an integral shoe according to the invention;

Figuur 3 een gedeeltelijk achteraanzicht van een uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding toont;Figure 3 shows a partial rear view of an embodiment of an integral shoe according to the invention;

Figuur 4 een gedeeltelijk achteraanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding toont;Figure 4 shows a partial rear view of another embodiment of an integral shoe according to the invention;

Figuur 5 een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding toont;Figure 5 shows a side view of an embodiment of an integral shoe according to the invention;

Figuren 6A-B voorbeelden van het uitvoeren van een stap van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen volgens de uitvinding tonen;Figures 6A-B show examples of performing a step of an embodiment of a method for manufacturing an integral shoe according to the invention;

Figuren 7A-B voorbeelden van het uitvoeren van een andere stap van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen volgens de uitvinding tonen;Figures 7A-B show examples of performing another step of an embodiment of a method for manufacturing an integral shoe according to the invention;

Figuren 8A-C voorbeelden van het uitvoeren van een andere stap van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen volgens de uitvinding tonen;Figures 8A-C show examples of performing another step of an embodiment of a method for manufacturing an integral shoe according to the invention;

Figuur 9 een voorbeeld van het uitvoeren van een andere stap van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen volgens de uitvinding toont; en Figuur 10 een voorbeeld van het uitvoeren van een andere stap van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen volgens de uitvinding toont.Figure 9 shows an example of performing another step of an embodiment of a method for manufacturing an integral shoe according to the invention; and Figure 10 shows an example of performing another step of an embodiment of a method for manufacturing an integral shoe according to the invention.

Voor de eenduidigheid worden enkele termen die hierna zullen worden gebruikt hier nader verklaard. Het woord ‘kous’ wil zeggen ‘een kledingstuk voor voet en/of onderbeen’. Het woord ‘weefsel’ wil zeggen ‘een stuk stof (textiel) dat is vervaardigd door het dooreenwerken van draden’. Voorbeelden van weefsels zijn kant, haakwerk (met lussen vervaardigd weefsel), etc. Het woord ‘breisel’ is synoniem met ‘breiwerk’ en wil zeggen ‘een stuk stof dat is vervaardigd door draden met lange naalden zodanig te strikken dat zij een samenhangend geheel vormen’. Het woord ‘vlechtsel’ wil zeggen ‘een stuk stof dat is vervaardigd door lange buigzame voorwerpen (zoals draden) kruiselings over en door elkaar te slaan, zodat zij een samenhangend geheel vormen’. Vlechtsels kunnen ook van lederstroken zijn vervaardigd. Het woord ‘kant’ wil zeggen ‘een fijn, licht weefsel dat typisch is vervaardigd van katoengaren, linnen of zijde, of van kunststofvezels zoals polyamide, elastan, nylon of viscose (maar bijvoorbeeld ook van siermetaaldraden), met opengewerkte patronen’. ‘Nietjes’ (of ‘nieten’) zijn ‘(typisch beugelvormige) metalen pennetjes’. Andere bruikbare metalen pennetjes zijn bijvoorbeeld klinknageltjes, of ‘brads’ en ‘tacks’, die met behulp van een ‘tacker’ kunnen worden aangebracht. Het woord ‘stiksel’ wil zeggen ‘een bevestigingsmiddel, aangebracht door te stikken’. ‘Stikken’ wil zeggen ‘naaien waarbij wordt teruggekeerd door dezelfde openingen’. Andere manieren van naaien dan stikken kunnen eventueel ook bruikbaar zijn om voldoende stevig te bevestigen of te verbinden.For the sake of clarity, a few terms that will be used below are explained in more detail here. The word "stocking" means "an item of clothing for the foot and / or lower leg". The word "fabric" means "a piece of fabric (textile) made by intertwining threads." Examples of fabrics are lace, crocheted fabric (looped fabric), etc. The word 'knitwear' is synonymous with 'knitwear' and means' a piece of fabric made by tying threads with long needles in such a way that they form a coherent whole to shape'. The word "braid" means "a piece of fabric made by crossing long and flexible objects (such as threads) crosswise and through each other, so that they form a coherent whole." Braids can also be made from leather strips. The word "lace" means "a fine, light fabric that is typically made from cotton yarn, linen or silk, or from plastic fibers such as polyamide, elastan, nylon or viscose (but also from decorative metal threads, for example, with openwork patterns". "Staples" (or "staples") are "(typically bow-shaped) metal pins". Other useful metal pins are, for example, rivets, or "brads" and "tacks", which can be applied with the help of a "tacker". The word "stitching" means "a fastener applied by stitching." "Stitching" means "sewing that returns through the same openings." Other ways of sewing than stitching may also be useful to attach or connect sufficiently firmly.

Figuur 1 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding. De getoonde integraalschoen omvat een bovenschoen 3, een eerste kousgedeelte 1 en een tweede kousgedeelte 2, en een loopstuk 4. De bovenschoen 3 heeft een onderzijde 3A en een bovenrand 3B. Het eerste kousgedeelte 1 is vervaardigd uit opengewerkt weefsel. In deze uitvoeringsvorm is gekozen voor een kantweefsel met een opengewerkt patroon, maar deze keuze is niet-beperkend; andere al dan niet opengewerkte textielsoorten, zoals breisel of vlechtsel, zijn ook mogelijke keuzes, en er kan ook gekozen worden voor een materiaal zonder patroon. In deze voorkeursuitvoeringsvorm is gekozen voor de optionele maatregel dat het kantweefsel mazen heeft van een eerste grootte en mazen van een tweede grootte, waarbij de eerste grootte en de tweede grootte van elkaar verschillen. De bovenschoen 3 is opgenomen in het eerste kousgedeelte 1, wat wil zeggen dat het eerste kousgedeelte 1 de bovenschoen 3 althans aan diens omtrek tussen de onderzijde 3A en de bovenrand 3B bedekt. Het eerste kousgedeelte strekt zich met andere woorden uit vanaf de onderzijde 3A van de bovenschoen tot de bovenrand 3B van de bovenschoen. Het tweede kousgedeelte 2 is vervaardigd uit opengewerkt weefsel. In deze uitvoeringsvorm is eveneens gekozen voor een kantweefsel met een opengewerkt patroon, maar deze keuze is niet-beperkend; andere al dan niet opengewerkte textielsoorten, zoals breisel of vlechtsel, zijn ook mogelijke keuzes, en er kan ook gekozen worden voor een materiaal zonder patroon. Het tweede kousgedeelte 2 strekt zich weg van het eerste kousgedeelte 1 uit vanaf de bovenrand 3B van de bovenschoen, om zo de contouren van een onderbeen (niet getoond) van een drager te kunnen volgen. Afhankelijk van de wensen van de drager kan het tweede kousgedeelte 2 tevens anders, bijvoorbeeld deels omgeplooid worden gedragen, om zo een ander uitzicht aan de integraalschoen te geven, bijvoorbeeld door het tweede kousgedeelte 2 het uitzicht van een enkelsjaal te geven. Het loopstuk 4 is aangebracht aan de onderzijde 3A van de bovenschoen. In deze uitvoeringsvorm is gekozen voor een loopstuk 4 met een hak, maar ook platte loopstukken (zonder hak) zijn mogelijk in andere uitvoeringsvormen. In deze uitvoeringsvorm is tevens een optionele buitenzool 5 aangebracht onder het loopstuk 4, en is er tevens voor gekozen dat een optionele bekleding van jute (een natuurmateriaal, zoals ook nog kurk, leder en stof) is voorzien aan althans een bovenste buitenomtrek van het loopstuk 4.Figure 1 shows a partial side view of an embodiment of an integral shoe according to the invention. The integral shoe shown comprises an upper shoe 3, a first stocking part 1 and a second stocking part 2, and a running piece 4. The upper shoe 3 has a bottom side 3A and an upper edge 3B. The first stocking portion 1 is made of cut-away fabric. In this embodiment, a lace fabric with a cut-away pattern has been chosen, but this choice is non-limiting; other types of textile, whether or not worked away, such as knitted or woven, are also possible choices, and a material without a pattern can also be chosen. In this preferred embodiment, the optional measure is chosen that the lace fabric has meshes of a first size and meshes of a second size, wherein the first size and the second size differ from each other. The upper shoe 3 is received in the first stocking portion 1, which means that the first stocking portion 1 covers the upper shoe 3 at least on its circumference between the bottom 3A and the upper edge 3B. In other words, the first stocking portion extends from the bottom 3A of the upper shoe to the upper edge 3B of the upper shoe. The second stocking portion 2 is made of cut-away fabric. In this embodiment, a lace fabric with a cut-away pattern has also been chosen, but this choice is non-limiting; other types of textile, whether or not worked away, such as knitted or woven, are also possible choices, and a material without a pattern can also be chosen. The second stocking portion 2 extends away from the first stocking portion 1 from the upper edge 3B of the upper shoe, so as to be able to follow the contours of a lower leg (not shown) of a wearer. Depending on the wishes of the wearer, the second stocking portion 2 can also be worn differently, for example partially folded, to give a different appearance to the integral shoe, for example by giving the second stocking portion 2 the appearance of a single scarf. The running piece 4 is arranged on the underside 3A of the upper shoe. In this embodiment, a running piece 4 with a heel has been chosen, but also flat running pieces (without a heel) are possible in other embodiments. In this embodiment, an optional outer sole 5 is also provided under the tread 4, and it is also chosen that an optional covering of jute (a natural material, such as cork, leather and fabric) is also provided on at least an upper outer circumference of the tread 4.

Een primair bevestigingsmiddel (niet zichtbaar in deze figuur) is voorzien tussen de bovenschoen 3 en het loopstuk 4 om het eerste kousgedeelte 1 aan de bovenschoen 3 te bevestigen. Voor een dergelijk primair bevestigingsmiddel kan worden gekozen uit zulke bevestigingsmiddelen als nietjes, draadnageltjes, verlijming, stiksel, spanklemmen, dan wel een combinatie van twee of meer van die bevestigingsmiddelen.A primary fastener (not visible in this figure) is provided between the upper shoe 3 and the running piece 4 to attach the first stocking portion 1 to the upper shoe 3. For such a primary fastener it is possible to choose from such fasteners as staples, threaded nails, gluing, stitching, clamping clips, or a combination of two or more of these fasteners.

Een secundair bevestigingsmiddel (wel zichtbaar in deze figuur) is voorzien ter hoogte van de bovenrand 3B van de bovenschoen en dient ertoe om het eerste kousgedeelte 1 en het tweede kousgedeelte 2 aan de bovenschoen 3 te verbinden. Voor een dergelijk secundair bevestigingsmiddel kan worden gekozen uit zulke bevestigingsmiddelen als stiksel en verlijming, dan wel een combinatie van die bevestigingsmiddelen. In deze uitvoeringsvorm is gekozen voor fijn stiksel langs de bovenrand 3B van de bovenschoen. Dit fijne stiksel verbindt op deze wijze respectievelijk het eerste kousgedeelte 1 en het tweede kousgedeelte 2 elk met de bovenschoen 3, op een zodanige wijze dat de verbinding voldoende stevig is dat overdadig verschuiven of zelfs uitrekken van tenminste het eerste kousgedeelte 1 kan worden voorkomen, terwijl het tweede kousgedeelte 2 toch voldoende stevig verbonden is met de bovenschoen 3 opdat deze niet van elkaar loskomen bij gebruik.A secondary fastening means (however visible in this figure) is provided at the top edge 3B of the upper shoe and serves to connect the first stocking part 1 and the second stocking part 2 to the upper shoe 3. Such a secondary fastener can be selected from such fasteners as stitching and gluing, or a combination of those fasteners. In this embodiment, fine stitching has been chosen along the top edge 3B of the upper shoe. In this way this fine stitching connects the first stocking portion 1 and the second stocking portion 2 respectively with the upper shoe 3 in such a way that the connection is sufficiently strong that excessive sliding or even stretching of at least the first stocking portion 1 can be prevented, while the second stocking portion 2 is nevertheless sufficiently firmly connected to the upper shoe 3 so that they do not come apart when used.

In de getoonde uitvoeringsvorm is gekozen voor de optionele maatregel om het eerste kousgedeelte 1 en het tweede kousgedeelte 2 uit eenzelfde stuk weefsel te vervaardigen. Dat wil zeggen dat hier is gekozen om een kous te gebruiken die beide kousgedeeltes 1,2 in één stuk omvat. Op deze wijze is het mogelijk om ervoor te zorgen dat een patroon (althans visueel) doorloopt overheen de begrenzing tussen het eerste kousgedeelte 1 en het tweede kousgedeelte 2, langs de bovenrand 3B van de bovenschoen. De keuze voor het fijne stiksel maakt dit doorlopen van eenzelfde stuk weefsel nog duidelijker.In the embodiment shown, the optional measure has been chosen to manufacture the first stocking portion 1 and the second stocking portion 2 from the same piece of fabric. That is, it has been chosen here to use a stocking that comprises both stocking portions 1,2 in one piece. In this way it is possible to ensure that a pattern continues (at least visually) over the boundary between the first stocking portion 1 and the second stocking portion 2, along the upper edge 3B of the upper shoe. The choice for the fine stitching makes this passage through the same piece of fabric even clearer.

Figuur 2 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding. Deze andere uitvoeringsvorm stemt deels overeen met de uitvoeringsvorm die is getoond in figuur 1, met dien verstande dat er hiervoor is gekozen dat het eerste kousgedeelte 1 en het tweede kousgedeelte 2 niet uit eenzelfde stuk weefsel zijn vervaardigd. Bovendien is in de hier getoonde uitvoeringsvorm gekozen voor een ander type hak (een sleehak) dan de hak van figuur 1, en is het loopstuk 4 van bekleding (van jute) voorzien langs de gehele buitenomtrek van het loopstuk 4. Een en ander leidt ertoe dat in deze uitvoeringsvorm het secundaire bevestigingsmiddel het eerste kousgedeelte 1 en het tweede kousgedeelte 2 beide aan de bovenschoen 3 verbindt ter hoogte van diens bovenrand 3B. Het secundaire bevestigingsmiddel kan beide kousgedeeltes 1,2 tezamen dan wel afzonderlijk verbinden aan de bovenschoen 3, bijvoorbeeld door respectievelijk één stiksel te voorzien voor beide kousgedeeltes 1,2 dan wel een afzonderlijk stiksel voor elk van beide kousgedeeltes, dan wel bijvoorbeeld verlijming voor het ene kousgedeelte (bv. het eerste kousgedeelte 1, of andersom) en stiksel voor het andere kousgedeelte (bv. het tweede kousgedeelte 2, of andersom).Figure 2 shows a partial side view of another embodiment of an integral shoe according to the invention. This other embodiment partially corresponds to the embodiment shown in Figure 1, provided that it has been chosen that the first stocking portion 1 and the second stocking portion 2 are not made of the same piece of fabric. In addition, in the embodiment shown here, a different type of heel (a wedge heel) is chosen than the heel of figure 1, and the running piece 4 is provided with a covering (of jute) along the entire outer circumference of the running piece 4. All this leads to that in this embodiment the secondary fastening means connects the first stocking portion 1 and the second stocking portion 2 to the upper shoe 3 at the height of its upper edge 3B. The secondary fastening means can connect both sleeve sections 1,2 together or separately to the upper shoe 3, for example by providing one stitching for both sleeve sections 1,2 or a separate stitching for each of the two sleeve sections, or for example gluing for the one stocking portion (e.g., the first stocking portion 1, or vice versa) and stitching for the other stocking portion (e.g., the second stocking portion 2, or vice versa).

Figuur 3 toont een gedeeltelijk achteraanzicht van een uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding. Deze uitvoeringsvorm stemt overeen met de uitvoeringsvorm die is getoond in figuur 1. In deze figuur is de hielzijde van de integraalschoen beter waarneembaar. In deze uitvoeringsvorm is tevens een verstevigingslint 6 voorzien aan het tweede kousgedeelte 2. Het verstevigingslint 6 strekt zich uit vanaf tenminste het secundaire bevestigingsmiddel, met andere woorden vanaf de bovenrand 3B van de bovenschoen. In de getoonde uitvoeringsvorm strekt het verstevigingslint 6 zich uit aan de achterzijde (de hielzijde) van het tweede kousgedeelte 2, maar in andere uitvoeringsvormen kan het verstevigingslint 6 zich ook elders uitstrekken, bijvoorbeeld aan de zijde van het tweede kousgedeelte 2 die in gebruik gewend is naar het andere been van een drager. Het verstevigingslint 6 dient ter versteviging van het tweede kousgedeelte 2 wanneer daaraan wordt getrokken. Bij voorkeur strekt het verstevigingslint 6 zich uit langs een stiknaad van het tweede kousgedeelte 2, om een betere versteviging daarvan te bieden en om een mooier uiterlijk te voorzien. In andere uitvoeringsvormen kan het verstevigingslint 6 zich echter ook anders uitstrekken, bijvoorbeeld spiraalvormig. Bij voorkeur is het verstevigingslint 6 zoals hier uit leder vervaardigd, maar er kan ook worden gekozen voor een visgraatlint, of een lint uit satijn, canvas of katoen. Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm zoals die hier is getoond is het verstevigingslint 6 optioneel eveneens voorzien aan het eerste kousgedeelte 1 om dat te verstevigen, en strekt het zich bij voorkeur uit vanaf het primaire bevestigingsmiddel. In dat geval kan het verstevigingslint hetzij binnen de bovenschoen 3 of in de omtrek van de bovenschoen 3 verwerkt zijn, hetzij er buiten op aangebracht zijn (zoals hier waarneembaar is), bijvoorbeeld met stiksel, naar gelang het gewenste uiterlijk van de integraalschoen. Bij voorkeur wordt het verstevigingslint 6 aan een buitenzijde van het tweede kousgedeelte 2 aangebracht en wordt vervolgens het tweede kousgedeelte 2 van binnen naar buiten omgedraaid zodat het verstevigingslint 6 aan een binnenzijde van het tweede kousgedeelte 2 terecht komt. Indien het tweede kousgedeelte 2 en het eerste kousgedeelte 1 uit eenzelfde stuk weefsel, breisel of vlechtsel zijn vervaardigd, geldt dat het eerste kousgedeelte 1 dan eveneens van binnen naar buiten wordt omgedraaid.Figure 3 shows a partial rear view of an embodiment of an integral shoe according to the invention. This embodiment corresponds to the embodiment shown in Figure 1. In this figure, the heel side of the integral shoe is more perceptible. In this embodiment, a reinforcement ribbon 6 is also provided on the second stocking portion 2. The reinforcement ribbon 6 extends from at least the secondary fastener, in other words from the upper edge 3B of the upper shoe. In the embodiment shown, the reinforcement ribbon 6 extends at the rear (the heel side) of the second stocking portion 2, but in other embodiments, the reinforcement ribbon 6 can also extend elsewhere, for example on the side of the second stocking portion 2 that is used in use to the other leg of a wearer. The reinforcement ribbon 6 serves to reinforce the second stocking portion 2 when it is pulled. The reinforcement ribbon 6 preferably extends along a stitching seam of the second stocking portion 2, in order to provide a better reinforcement thereof and to provide a more beautiful appearance. In other embodiments, however, the reinforcement ribbon 6 can also extend differently, for example in the form of a spiral. Preferably, the reinforcement ribbon 6 is here made of leather, but a herringbone ribbon or a ribbon made of satin, canvas or cotton can also be chosen. According to a further developed embodiment as shown here, the reinforcement ribbon 6 is optionally also provided on the first stocking portion 1 to reinforce it, and it preferably extends from the primary fastener. In that case, the reinforcement ribbon can either be incorporated inside the upper shoe 3 or in the circumference of the upper shoe 3, or be provided on it outside (as can be seen here), for example with stitching, depending on the desired appearance of the integral shoe. Preferably, the reinforcement ribbon 6 is provided on an outside of the second sleeve section 2 and the second sleeve section 2 is then turned from inside to outside so that the reinforcement ribbon 6 ends up on an inside of the second sleeve section 2. If the second stocking part 2 and the first stocking part 1 are made of the same piece of fabric, knit or braid, it holds that the first stocking part 1 is then also turned from the inside to the outside.

Figuur 4 toont een gedeeltelijk achteraanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding. Deze uitvoeringsvorm stemt overeen met de uitvoeringsvorm van figuren 1 en 3, zodat dezelfde bemerkingen ook hier gelden, en toont een deel van het tweede kousgedeelte 2 in uitgestrekte vorm, waarin een onderbeen (niet getoond) van een drager tenminste gedeeltelijk kan worden opgenomen. In de hier getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede kousgedeelte 2 vervaardigd uit één stuk weefsel dat met een stiknaad is gestikt om een kokervormige onderbeenbekleding te vormen. In deze figuur is het patroon van het tweede kousgedeelte 2 duidelijk waarneembaar. Tevens zijn in de hier getoonde uitvoeringsvorm de optionele maatregelen voorzien van een verstevigingslint 6 en een kousophoudmiddel 7. Het verstevigingslint 6 stemt overeen met het verstevigingslint 6 dat werd besproken in verband met figuur 3. Het kousophoudmiddel 7 is voorzien aan het tweede kousgedeelte 2 om dat in een gebruikssituatie tenminste gedeeltelijk op te houden aan een been van een drager (niet getoond). Bij voorkeur, zoals in deze uitvoeringsvorm, is het kousophoudmiddel 7 voorzien in de nabijheid of ter plaatse van een bovenrand van het tweede kousgedeelte 2. Een dergelijk kousophoudmiddel 7 kan, zoals hier, zijn vormgegeven als een elastische band met een breedte die voldoende groot is dat de elastische band geen insnijdend gevoel geeft aan een drager. De vakman kan hiervoor een elastische band gebruiken met een breedte van bijvoorbeeld ten minste 0,5 cm, bij voorkeur ten minste 1 cm, en meer bij voorkeur ten minste 1,5 cm.Figure 4 shows a partial rear view of another embodiment of an integral shoe according to the invention. This embodiment corresponds to the embodiment of figures 1 and 3, so that the same remarks also apply here, and shows a part of the second stocking part 2 in extended form, in which a lower leg (not shown) of a wearer can be received at least partially. In the preferred embodiment shown here, the second stocking portion 2 is made from one piece of fabric that is stitched with a stitching seam to form a tubular lower leg covering. In this figure the pattern of the second stocking portion 2 is clearly visible. In the embodiment shown here, the optional measures are also provided with a reinforcement ribbon 6 and a stocking retaining means 7. The reinforcing ribbon 6 corresponds to the reinforcing ribbon 6 that was discussed in connection with Figure 3. The stocking retaining means 7 is provided on the second stocking portion 2 because of that in a use situation to at least partially stop at a leg of a wearer (not shown). Preferably, as in this embodiment, the stocking retaining means 7 is provided in the vicinity or at the location of an upper edge of the second stocking portion 2. Such a stocking retaining means 7 can, as here, be designed as an elastic band with a width that is sufficiently large that the elastic band does not give a wearer feeling to a wearer. The person skilled in the art can use an elastic band for this with a width of, for example, at least 0.5 cm, preferably at least 1 cm, and more preferably at least 1.5 cm.

Figuur 5 toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een integraalschoen volgens de uitvinding. Deze uitvoeringsvorm stemt overeen met de uitvoeringsvorm van figuren 1, 3 en 4, zodat dezelfde bemerkingen ook hier gelden. In deze figuur is duidelijk waarneembaar hoe het tweede kousgedeelte 2 zich uitstrekt vanaf de bovenrand 3B van de bovenschoen en in staat is om het bovenbeen van een drager vanaf de wreef tot aan het dijbeen (dus boven de knie) van de drager op te nemen. In sommige uitvoeringsvormen kan het tweede kousgedeelte 2 ook korter zijn uitgevoerd, dat wil zeggen dat het tweede kousgedeelte 2 zich over een minder grote lengte uitstrekt en zich bijvoorbeeld vanaf de enkel van een drager uitstrekt en/of bijvoorbeeld tot onder de knie van een drager of slechts tot een hoogte tussen de enkel en de knie van de drager reikt.Figure 5 shows a side view of an embodiment of an integral shoe according to the invention. This embodiment corresponds to the embodiment of figures 1, 3 and 4, so that the same remarks also apply here. In this figure it is clearly visible how the second stocking portion 2 extends from the upper edge 3B of the upper shoe and is capable of receiving the upper leg of a wearer from the instep to the thighbone (i.e. above the knee) of the wearer. In some embodiments, the second stocking portion 2 can also be of a shorter design, that is, the second stocking portion 2 extends over a shorter length and extends, for example, from the ankle of a wearer and / or, for example, below the knee of a wearer or only extends to a height between the ankle and the knee of the wearer.

Figuur 6A tot en met figuur 10 tonen voorbeelden van het uitvoeren van enkele stappen van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen volgens de uitvinding. De gehele werkwijze omvat: het vervaardigen, op een leest (uit hout, kunststof of metaal zoals aluminium), van een bovenschoen 3 met een onderzijde 3A en een bovenrand 3B; het aanbrengen van een eerste kousgedeelte 1, dat is vervaardigd uit opengewerkt weefsel, breisel of vlechtsel, aan de bovenschoen 3, welk eerste kousgedeelte 1 althans in hoofdzaak overeenstemt met een buitenomtrek van de bovenschoen 3 vanaf de onderzijde 3A van de bovenschoen tot de bovenrand 3B van de bovenschoen, zodanig dat de bovenschoen 3 opneembaar is in het eerste kousgedeelte 1; het bevestigen van het eerste kousgedeelte 1 aan de onderzijde 3A van de bovenschoen, met behulp van een primair bevestigingsmiddel; het verbinden van respectievelijk het eerste kousgedeelte 1 en een tweede kousgedeelte 2, dat is vervaardigd uit opengewerkt weefsel, breisel of vlechtsel, aan de bovenschoen 3, ter hoogte van de bovenrand 3B van de bovenschoen, met behulp van een secundair bevestigingsmiddel, en welk tweede kousgedeelte 2 derwijze is vormgegeven om een onderbeen (niet getoond) tenminste gedeeltelijk op te nemen; en het aanbrengen van een loopstuk 4 aan de onderzijde 3A van de bovenschoen.Figs. 6A to Fig. 10 show examples of performing a few steps of an embodiment of a method for manufacturing an integral shoe according to the invention. The entire method comprises: manufacturing, on a last (from wood, plastic or metal such as aluminum), an upper shoe 3 with an underside 3A and an upper edge 3B; applying a first stocking portion 1, which is made of cut-away fabric, knit or braid, to the upper shoe 3, which first stocking portion 1 corresponds at least substantially to an outer circumference of the upper shoe 3 from the bottom 3A of the upper shoe to the upper edge 3B of the upper shoe, such that the upper shoe 3 can be received in the first stocking portion 1; attaching the first stocking portion 1 to the underside 3A of the upper shoe, using a primary fastener; connecting, respectively, the first stocking portion 1 and a second stocking portion 2, which is made of cut-away fabric, knit or braid, to the upper shoe 3, at the height of the upper edge 3B of the upper shoe, using a secondary fastening means, and which second fastening means stocking portion 2 is configured to at least partially receive a lower leg (not shown); and arranging a running piece 4 on the underside 3A of the upper shoe.

De vakman zal inzien dat de stappen van sommige uitvoeringsvormen van een werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen volgens de uitvinding die hier niet expliciet zijn geïllustreerd, zoals bijvoorbeeld het vervaardigen van de bovenschoen 3 op een leest, het uitsnijden van een bovenschoenlapvorm (bijvoorbeeld uit leder) met een onderrand en een bovenrand; het stikken van de bovenschoenlapvorm aan een hielzijde ervan; het aanbrengen van de bovenschoenlapvorm omheen de leest, waarbij de onderrand van de bovenschoenlapvorm om de leest wordt geplooid (bijvoorbeeld door de onderrand van de bovenschoenlapvorm te verwarmen), om tenminste een gedeelte van de onderzijde van de bovenschoen te vormen, en waarbij de bovenrand van de bovenschoenlapvorm de bovenrand van de bovenschoen vormt; en nâ het aanbrengen van het loopstuk, het wegnemen van de leest.The person skilled in the art will recognize that the steps of some embodiments of a method for manufacturing an integral shoe according to the invention which are not explicitly illustrated here, such as, for example, the manufacture of the upper shoe 3 on a last, the cutting of an upper shoe flap form (e.g. from leather) ) with a lower edge and an upper edge; stitching the upper shoe patch shape on a heel side thereof; arranging the upper shoe flap shape around the last, the lower edge of the upper shoe flap shape being folded around the last (e.g., by heating the lower edge of the upper shoe flap shape), to form at least a portion of the lower side of the upper shoe, and wherein the upper edge of the upper shoe patch shape forms the upper edge of the upper shoe; and after applying the running piece, removing the last.

Figuren 6A-B tonen voorbeelden van het aanbrengen van het eerste kousgedeelte 1 over de buitenomtrek van de bovenschoen 3. In figuur 6A wordt een afzonderlijk eerste kousgedeelte 1 getoond; in figuur 6B wordt een eerste kousgedeelte 1 getoond dat uit eenzelfde stuk weefsel, breisel of vlechtsel is vervaardigd als het tweede kousgedeelte 2. In beide gevallen bevat het eerste kousgedeelte 1 een afhangende kousrand 10, omdat het eerste kousgedeelte 1 aan zijn onderzijde open is. In andere uitvoeringsvormen kan het eerste kousgedeelte 1 aan zijn onderzijde gesloten zijn, zodat geen kousrand 10 gevormd wordt.Figures 6A-B show examples of applying the first stocking portion 1 over the outer circumference of the upper shoe 3. In Figure 6A, a separate first stocking portion 1 is shown; Figure 6B shows a first stocking portion 1 that is made from the same piece of fabric, knit or braid as the second stocking portion 2. In both cases, the first stocking portion 1 includes a hanging stocking edge 10 because the first stocking portion 1 is open at its bottom. In other embodiments, the first stocking portion 1 can be closed at its bottom, so that no stocking edge 10 is formed.

Figuren 7A-B tonen voorbeelden van het bevestigen 11 van het eerste kousgedeelte 1 aan de onderzijde 3A van de bovenschoen, met behulp van een primair bevestigingsmiddel. Hiervoor wordt de kousrand 10 van het eerste kousgedeelte 1 geplooid om en bevestigd aan de onderzijde 3A van de bovenschoen. In figuur 7A is het geval getoond voor een afzonderlijk vervaardigd eerste kousgedeelte 1 ; in figuur 7B is het geval getoond voor een eerste kousgedeelte 1 dat uit eenzelfde stuk weefsel, breisel of vlechtsel is vervaardigd als het tweede kousgedeelte 2.Figures 7A-B show examples of attaching 11 of the first stocking portion 1 to the underside 3A of the upper shoe, using a primary fastener. For this purpose, the stocking edge 10 of the first stocking portion 1 is folded over and attached to the underside 3A of the upper shoe. Figure 7A shows the case for a separately manufactured first stocking portion 1; Figure 7B shows the case for a first stocking portion 1 that is made from the same piece of fabric, knit or braid as the second stocking portion 2.

Figuren 8A-C tonen voorbeelden van het verbinden van respectievelijk het eerste kousgedeelte 1 in figuur 8A, het tweede kousgedeelte 2 in figuur 8B, en zowel het eerste kousgedeelte 1 als het tweede kousgedeelte in figuur 8C, telkens aan de bovenschoen 3, en wel ter hoogte van de bovenrand 3B van de bovenschoen. Voor het verbinden wordt gebruik gemaakt van een secundair bevestigingsmiddel 12, dat in de getoonde uitvoeringsvormen stiksel omvat langs de bovenrand 3B van de bovenschoen.Figures 8A-C show examples of connecting, respectively, the first stocking portion 1 in Figure 8A, the second stocking portion 2 in Figure 8B, and both the first stocking portion 1 and the second stocking portion in Figure 8C, in each case to the upper shoe 3, namely for height of the top edge 3B of the upper shoe. For connecting, use is made of a secondary fastener 12, which in the embodiments shown comprises stitching along the upper edge 3B of the upper shoe.

Figuur 9 toont een voorbeeld van het aanbrengen van een loopstuk 4 aan de onderzijde 3A van de bovenschoen, zodanig dat het primaire bevestigingsmiddel (niet expliciet getoond) wordt opgenomen tussen het loopstuk 4 en de bovenschoen 3. Het loopstuk 4 kan worden aangebracht terwijl de bovenschoen 3 nog om een leest (niet getoond) zit. Voor het aanbrengen kan worden gebruikgemaakt van bevestigingsmiddelen als verlijming, nietjes, draadnagels en/of stiksel 12. In sommige uitvoeringsvormen wordt het loopstuk 4 vooraf en/of achteraf bekleed met een natuurmateriaal, zoals kurk, leder, jute, of stof. In verdere uitvoeringsvormen kan vooraf of achteraf een buitenzool aan ten minste één onderzijde van het loopstuk 4 worden aangebracht.Figure 9 shows an example of mounting a race 4 on the underside 3A of the upper shoe, such that the primary fastener (not explicitly shown) is included between the race 4 and the upper shoe 3. The race 4 can be fitted while the upper shoe 3 is still around a last (not shown). Fasteners such as gluing, staples, threaded nails and / or stitching 12 can be used for fitting. In some embodiments, the running piece 4 is coated before and / or afterwards with a natural material such as cork, leather, jute or fabric. In further embodiments, an outer sole can be provided in advance or afterwards on at least one underside of the running piece 4.

Figuur 10 toont een voorbeeld van het aanbrengen van een binnenzool 13 in de bovenschoen 3, nadat een loopstuk 4 (met een hoge hak) is aangebracht aan de onderzijde van de bovenschoen 3 en een leest (niet getoond) is weggenomen uit de bovenschoen 3. De binnenzool 13 dient om de voet (niet getoond) van een drager te ondersteunen, en kan daarvoor van dempingsmateriaal zijn voorzien. De binnenzool 13 kan worden aangebracht met nietjes, draadnageltjes of dergelijke, stiksel en/of verlijming.Figure 10 shows an example of fitting an insole 13 in the upper shoe 3, after a running piece 4 (with a high heel) has been fitted on the underside of the upper shoe 3 and a last (not shown) has been removed from the upper shoe 3. The insole 13 serves to support the foot (not shown) of a wearer, and may therefore be provided with damping material. The insole 13 can be applied with staples, threaded nails or the like, stitching and / or gluing.

De vakman zal begrijpen dat onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en dat de beschermingsomvang enkel bepaald wordt door de hierna volgende conclusies.Those skilled in the art will understand that the present invention is not limited to the embodiments described above and that the scope of protection is only determined by the following claims.

Claims (27)

ConclusiesConclusions 1. Integraalschoen, omvattende: - een bovenschoen met een onderzijde en een bovenrand; - een eerste kousgedeelte, uit weefsel, breisel of vlechtsel, waarin de bovenschoen is opgenomen en dat zich uitstrekt vanaf de onderzijde van de bovenschoen tot de bovenrand van de bovenschoen; - een tweede kousgedeelte, uit weefsel, breisel of vlechtsel, dat zich weg van het eerste kousgedeelte uitstrekt vanaf de bovenrand van de bovenschoen; - een loopstuk dat is aangebracht aan de onderzijde van de bovenschoen; - een primair bevestigingsmiddel dat is voorzien tussen de bovenschoen en het loopstuk om het eerste kousgedeelte aan de bovenschoen te bevestigen; en - een secundair bevestigingsmiddel dat is voorzien ter hoogte van de bovenrand van de bovenschoen om het eerste en het tweede kousgedeelte aan de bovenschoen te verbinden.An integral shoe, comprising: - an upper shoe with a bottom and a top edge; - a first stocking portion, made of fabric, knit or braid, in which the upper shoe is received and which extends from the bottom of the upper shoe to the upper edge of the upper shoe; - a second stocking portion, made of fabric, knit or braid, which extends away from the first stocking portion from the upper edge of the upper shoe; - a running piece arranged on the underside of the upper shoe; - a primary fastening means provided between the upper shoe and the race to attach the first stocking portion to the upper shoe; and - a secondary fastening means provided at the top edge of the upper shoe to connect the first and the second stocking portion to the upper shoe. 2. De integraalschoen volgens conclusie 1, waarbij het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte uit eenzelfde stuk weefsel, breisel of vlechtsel zijn vervaardigd.The integral shoe according to claim 1, wherein the first stocking portion and the second stocking portion are made from the same piece of fabric, knit or braid. 3. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-2, waarbij ten minste één kousgedeelte van het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte is vervaardigd uit een opengewerkt weefsel, een opengewerkt breisel of een opengewerkt vlechtsel.The integral shoe according to any of claims 1-2, wherein at least one stocking portion of the first stocking portion and the second stocking portion is made of a cut-away fabric, a cut-away knit or a cut-out braid. 4. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-3, waarbij het weefsel, breisel of vlechtsel is voorzien van een patroon.The integral shoe of any one of claims 1-3, wherein the fabric, knit or braid is patterned. 5. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-4, waarbij een verstevigingslint is voorzien aan het tweede kousgedeelte, welk verstevigingslint zich uitstrekt vanaf tenminste het secundaire bevestigingsmiddel, welk verstevigingslint dient ter versteviging van het tweede kousgedeelte wanneer aan het tweede kousgedeelte wordt getrokken.The integral shoe according to any one of claims 1-4, wherein a reinforcement ribbon is provided on the second stocking portion, which reinforcement ribbon extends from at least the secondary fastener, which reinforcement ribbon serves to reinforce the second stocking portion when the second stocking portion is pulled. 6. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-5, waarbij ten minste één kousgedeelte van het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte is vervaardigd uit een stof gekozen uit: kant, jersey, ajour, geperforeerd alcantara en geperforeerd rekbaar leder.The integral shoe of any one of claims 1-5, wherein at least one stocking portion of the first stocking portion and the second stocking portion is made of a fabric selected from: lace, jersey, ajour, perforated Alcantara and perforated stretchy leather. 7. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-6, waarbij het weefsel, breisel of vlechtsel mazen van een eerste grootte heeft en mazen van een tweede grootte heeft, en waarbij de eerste grootte en de tweede grootte van elkaar verschillen.The integral shoe of any one of claims 1-6, wherein the fabric, knit or braid has meshes of a first size and meshes of a second size, and wherein the first size and the second size differ from each other. 8. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-7, waarbij de onderzijde van de bovenschoen een zool omvat.The integral shoe according to any of claims 1-7, wherein the underside of the upper shoe comprises a sole. 9. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-8, waarbij het loopstuk een hak heeft.The integral shoe of any one of claims 1-8, wherein the running piece has a heel. 10. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-9, waarbij het primaire bevestigingsmiddel ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen omvat: nietjes, draadnageltjes, verlijming, stiksel, spanklemmen, dan wel een combinatie van twee of meer van die bevestigingsmiddelen.The integral shoe of any one of claims 1-9, wherein the primary fastener comprises at least one of the following fasteners: staples, threaded nails, gluing, stitching, clamping clips, or a combination of two or more of those fasteners. 11. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-10, waarbij het secundaire bevestigingsmiddel ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen omvat: stiksel, verlijming, dan wel een combinatie van twee of meer van die bevestigingsmiddelen.The integral shoe of any one of claims 1-10, wherein the secondary fastener comprises at least one of the following fasteners: stitching, gluing, or a combination of two or more of those fasteners. 12. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-11, waarbij een kousophoudmiddel aan het tweede kousgedeelte is voorzien om het tweede kousgedeelte in een gebruikssituatie tenminste gedeeltelijk op te houden aan een been van een drager, en waarbij het kousophoudmiddel bij voorkeur is voorzien in de nabijheid of ter plaatse van een bovenrand van het tweede kousgedeelte.The integral shoe of any one of claims 1-11, wherein a stocking holding means is provided on the second stocking portion to at least partially hold the second stocking portion on a leg of a wearer in a situation of use, and wherein the stocking holding means is preferably provided in the proximity or location of an upper edge of the second stocking portion. 13. De integraalschoen volgens één der conclusies 1-12, waarbij het tweede kousgedeelte is vervaardigd uit één stuk weefsel, breisel of vlechtsel dat is gestikt om een kokervormige onderbeenbekleding te vormen.The integral shoe of any one of claims 1-12, wherein the second stocking portion is made from one piece of fabric, knit or braid stitched to form a tubular lower leg covering. 14. Werkwijze voor het vervaardigen van een integraalschoen, omvattende: - het vervaardigen, op een leest, van een bovenschoen met een onderzijde en een bovenrand; - het aanbrengen van een eerste kousgedeelte, uit opengewerkt weefsel, breisel of vlechtsel, aan de bovenschoen, welk eerste kousgedeelte althans in hoofdzaak overeenstemt met een buitenomtrek van de bovenschoen vanaf de onderzijde van de bovenschoen tot de bovenrand van de bovenschoen, zodanig dat de bovenschoen opneembaar is in het eerste kousgedeelte; - het bevestigen van het eerste kousgedeelte aan de onderzijde van de bovenschoen, met behulp van een primair bevestigingsmiddel; - het verbinden van een tweede kousgedeelte, uit opengewerkt weefsel, breisel of vlechtsel, aan de bovenschoen, ter hoogte van de bovenrand van de bovenschoen, met behulp van een secundair bevestigingsmiddel, welk tweede kousgedeelte derwijze is vormgegeven om een onderbeen tenminste gedeeltelijk op te nemen; en - het aanbrengen van een loopstuk aan de onderzijde van de bovenschoen.A method for manufacturing an integral shoe, comprising: - manufacturing, on a last, an upper shoe with a bottom and an upper edge; - applying a first stocking portion, made of cut-away fabric, knit or braid, to the upper shoe, which first stocking portion at least substantially corresponds to an outer circumference of the upper shoe from the bottom of the upper shoe to the upper edge of the upper shoe, such that the upper shoe can be received in the first stocking portion; - fixing the first stocking portion on the underside of the upper shoe, with the aid of a primary fastening means; - connecting a second stocking portion, made of cut-away fabric, knit or braid, to the upper shoe, at the height of the upper edge of the upper shoe, with the aid of a secondary fastening means, which second stocking portion is designed to at least partially receive a lower leg ; and - arranging a running piece on the underside of the upper shoe. 15. De werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het vervaardigen van de bovenschoen omvat: - het uitsnijden van een bovenschoenlapvorm met een onderrand en een bovenrand; en - het aanbrengen van de bovenschoenlapvorm omheen de leest, waarbij de onderrand van de bovenschoenlapvorm om de leest wordt geplooid, om tenminste een gedeelte van de onderzijde van de bovenschoen te vormen, en waarbij de bovenrand van de bovenschoenlapvorm de bovenrand van de bovenschoen vormt; waarbij de werkwijze nâ het aanbrengen van het loopstuk verder omvat: - het wegnemen van de leest; en waarbij de werkwijze nâ het wegnemen van de leest verder omvat: - het aanbrengen van een binnenzool.The method according to claim 14, wherein the manufacturing of the upper shoe comprises: - cutting out an upper shoe patch shape with a lower edge and an upper edge; and - arranging the upper shoe patch form around the last, wherein the lower edge of the upper shoe patch form is folded around the last, to form at least a portion of the lower side of the upper shoe, and wherein the upper edge of the upper shoe patch shape forms the upper edge of the upper shoe; wherein the method after arranging the running piece further comprises: - removing the last; and wherein the method after removing the last further comprises: - applying an insole. 16. De werkwijze volgens één der conclusies 14-15, waarbij het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte uit eenzelfde stuk weefsel, breisel of vlechtsel zijn vervaardigd.The method according to any of claims 14-15, wherein the first stocking portion and the second stocking portion are made from the same piece of fabric, knit or braid. 17. De werkwijze volgens één der conclusies 14-16, waarbij ten minste één kousgedeelte van het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte is vervaardigd uit een opengewerkt weefsel, een opengewerkt breisel of een opengewerkt vlechtsel.The method of any one of claims 14-16, wherein at least one stocking portion of the first stocking portion and the second stocking portion is made from a cut-away fabric, a cut-away knit or a cut-out braid. 18. De werkwijze volgens één der conclusies 14-17, waarbij het weefsel, breisel of vlechtsel is voorzien van een patroon.The method of any one of claims 14-17, wherein the fabric, knit or braid is patterned. 19. De werkwijze volgens één der conclusies 14-18, omvattende: - het aanbrengen van een verstevigingslint aan het tweede kousgedeelte vanaf tenminste het secundaire bevestigingsmiddel, welk verstevigingslint dient ter versteviging van het tweede kousgedeelte wanneer aan het tweede kousgedeelte wordt getrokken.The method according to any of claims 14-18, comprising: - applying a reinforcement ribbon to the second stocking portion from at least the secondary fastener, which reinforcement ribbon serves to reinforce the second stocking portion when the second stocking portion is pulled. 20. De werkwijze volgens één der conclusies 14-19, waarbij ten minste één kousgedeelte van het eerste kousgedeelte en het tweede kousgedeelte is vervaardigd uit een stof gekozen uit: kant, jersey, ajour, geperforeerd alcantara en geperforeerd rekbaar leder.The method of any one of claims 14-19, wherein at least one stocking portion of the first stocking portion and the second stocking portion is made of a fabric selected from: lace, jersey, ajour, perforated Alcantara and perforated stretchy leather. 21. De werkwijze volgens één der conclusies 14-20, waarbij het weefsel, breisel of vlechtsel mazen van een eerste grootte heeft en mazen van een tweede grootte heeft, en waarbij de eerste grootte en de tweede grootte van elkaar verschillen.The method of any one of claims 14-20, wherein the fabric, knit or braid has meshes of a first size and meshes of a second size, and wherein the first size and the second size differ from each other. 22. De werkwijze volgens één der conclusies 14-21, omvattende: - het op maat snijden van een stuk weefsel, breisel of vlechtsel; en - het stikken van het stuk weefsel, breisel of vlechtsel, om een eerste en/of tweede kousgedeelte te vormen.The method according to any of claims 14-21, comprising: - cutting a piece of fabric, knit or braid to size; and - stitching the piece of fabric, knit or braid, to form a first and / or second stocking portion. 23. De werkwijze volgens één der conclusies 14-22, omvattende: - het aanbrengen van een kousophoudmiddel aan het tweede kousgedeelte om het tweede kousgedeelte in een gebruikssituatie tenminste gedeeltelijk op te houden aan een been van een drager, en waarbij het kousophoudmiddel bij voorkeur wordt aangebracht in de nabijheid of ter plaatse van een bovenrand van het tweede kousgedeelte.The method according to any of claims 14-22, comprising: - applying a stocking holding means to the second stocking portion to at least partially hold the second stocking portion on a leg of a wearer in a situation of use, and wherein the stocking holding means is preferably arranged in the vicinity or at the location of an upper edge of the second stocking portion. 24. De werkwijze volgens één der conclusies 14-23, waarbij: - het loopstuk wordt aangebracht aan de onderzijde van de bovenschoen, zodanig dat het primaire bevestigingsmiddel wordt opgenomen tussen het loopstuk en de bovenschoen.The method according to any of claims 14-23, wherein: - the running piece is mounted on the underside of the top shoe, such that the primary fastener is received between the running piece and the top shoe. 25. De werkwijze volgens één der conclusies 14-24, welke werkwijze bovendien omvat: - het aanbrengen van een buitenzool aan ten minste één onderzijde van het loopstuk.The method of any one of claims 14-24, which method further comprises: - applying an outer sole to at least one underside of the treadpiece. 26. De werkwijze volgens één der conclusies 14-25, waarbij het primaire bevestigingsmiddel ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen omvat: nietjes, draadnageltjes, verlijming, stiksel, spanklemmen, dan wel een combinatie van twee of meer van die bevestigingsmiddelen.The method of any one of claims 14-25, wherein the primary fastener comprises at least one of the following fasteners: staples, threaded nails, gluing, stitching, tension clamps, or a combination of two or more of those fasteners. 27. De werkwijze volgens één der conclusies 14-26, waarbij het secundaire bevestigingsmiddel ten minste één van volgende bevestigingsmiddelen omvat: stiksel, verlijming, dan wel een combinatie van twee of meer van die bevestigingsmiddelen.The method of any one of claims 14-26, wherein the secondary fastener comprises at least one of the following fasteners: stitching, gluing, or a combination of two or more of those fasteners.
BE2014/5012A 2014-10-16 2014-10-16 Integral shoe and method for the manufacture thereof BE1022599B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/5012A BE1022599B1 (en) 2014-10-16 2014-10-16 Integral shoe and method for the manufacture thereof
EP15189748.5A EP3009023A1 (en) 2014-10-16 2015-10-14 Integral shoe and method for the production thereof

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/5012A BE1022599B1 (en) 2014-10-16 2014-10-16 Integral shoe and method for the manufacture thereof

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022599A1 BE1022599A1 (en) 2016-06-14
BE1022599B1 true BE1022599B1 (en) 2016-06-14

Family

ID=52814746

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/5012A BE1022599B1 (en) 2014-10-16 2014-10-16 Integral shoe and method for the manufacture thereof

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3009023A1 (en)
BE (1) BE1022599B1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3082103B1 (en) 2018-06-08 2020-08-28 Decathlon Sa METHOD OF MANUFACTURING A SHOE, AND SHOE LIKELY TO BE OBTAINED BY LEDIT PROCEDE

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1946666A1 (en) * 2005-10-31 2008-07-23 Keika Yamamoto Boots
FR2940018A1 (en) * 2008-12-19 2010-06-25 Karim Bonnet Heeled shoe, has half hose with protective sole comprising hole allowing passage of heel of stripped or non-stripped sole to position heel on stripped or non-stripped sole, where protective sole is provided with stiffeners
DE202013104552U1 (en) * 2013-10-09 2013-10-16 Abeba Spezialschuh-Ausstatter Gmbh Shoe combination
FR2999882A1 (en) * 2012-12-21 2014-06-27 Salomon Sas SHOE REALIZED FROM A SOCK AND A REINFORCING STRUCTURE

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1946666A1 (en) * 2005-10-31 2008-07-23 Keika Yamamoto Boots
FR2940018A1 (en) * 2008-12-19 2010-06-25 Karim Bonnet Heeled shoe, has half hose with protective sole comprising hole allowing passage of heel of stripped or non-stripped sole to position heel on stripped or non-stripped sole, where protective sole is provided with stiffeners
FR2999882A1 (en) * 2012-12-21 2014-06-27 Salomon Sas SHOE REALIZED FROM A SOCK AND A REINFORCING STRUCTURE
DE202013104552U1 (en) * 2013-10-09 2013-10-16 Abeba Spezialschuh-Ausstatter Gmbh Shoe combination

Also Published As

Publication number Publication date
BE1022599A1 (en) 2016-06-14
EP3009023A1 (en) 2016-04-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN207118646U (en) Article of footwear and the article for including part of weaving
JP6504171B2 (en) Footwear and fabrics incorporating a knit upper
JP6660865B2 (en) Laceless shoes
TWI637700B (en) An upper comprising a knitted component and a knitted component
CN106136418B (en) Include the article of footwear of the braiding tie elements of bending
US10070693B2 (en) Footwear incorporating looped tensile strand elements
TWI601487B (en) An article of footwear including a monofilament knit element with peripheral knit portions and manufacturing thereof
KR101751660B1 (en) Method of making an article of footwear including knitting a knitted component of warp knit construction forming a seamless with wrap-around portion
TWI630881B (en) An article of footwear including a monofilament knit element with a fusible strand and a method of manufacturing an article of footwear having an upper and a sole structure secured to the upper
US10327498B2 (en) Method of making knit footwear having an integral footbed
CN110958843A (en) Knitted article and method of making
BRPI0621692B1 (en) FOOTWEAR ARTICLE PRESENTED WITH STRUCTURAL ELEMENTS OF FILETES
TW201444488A (en) Knitted footwear component with an inlaid ankle strand
US11439206B2 (en) Method of making an article of footwear with braided upper
TWM518006U (en) An article of footwear
CN112512367B (en) Article having thermally bonded belt structure and method of making same
US20220074097A1 (en) Method of Making Article with Ribbon Structure and Embroidered Edges
BE1022599B1 (en) Integral shoe and method for the manufacture thereof
US11297902B2 (en) Laceless shoe
US11758979B2 (en) Shoe
TWM572667U (en) Article of footwear with multiple layers and retention system for an article of footwear
US20210177095A1 (en) Article of Footwear with Braided Upper
NL2019463B1 (en) Stocking foot as well as method for manufacturing such a stocking foot
JP2023510999A (en) Article of footwear including circular knit construction

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191031