BE1022318B1 - A MODULAR BIKE Hub - Google Patents

A MODULAR BIKE Hub Download PDF

Info

Publication number
BE1022318B1
BE1022318B1 BE2014/5083A BE201405083A BE1022318B1 BE 1022318 B1 BE1022318 B1 BE 1022318B1 BE 2014/5083 A BE2014/5083 A BE 2014/5083A BE 201405083 A BE201405083 A BE 201405083A BE 1022318 B1 BE1022318 B1 BE 1022318B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
coupling part
axially movable
axial
axially
stationary
Prior art date
Application number
BE2014/5083A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Jan Deckx
Original Assignee
Jan Deckx
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jan Deckx filed Critical Jan Deckx
Priority to BE2014/5083A priority Critical patent/BE1022318B1/en
Priority to PCT/EP2015/077560 priority patent/WO2016083412A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022318B1 publication Critical patent/BE1022318B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60BVEHICLE WHEELS; CASTORS; AXLES FOR WHEELS OR CASTORS; INCREASING WHEEL ADHESION
    • B60B27/00Hubs
    • B60B27/02Hubs adapted to be rotatably arranged on axle
    • B60B27/023Hubs adapted to be rotatably arranged on axle specially adapted for bicycles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60BVEHICLE WHEELS; CASTORS; AXLES FOR WHEELS OR CASTORS; INCREASING WHEEL ADHESION
    • B60B27/00Hubs
    • B60B27/02Hubs adapted to be rotatably arranged on axle
    • B60B27/04Hubs adapted to be rotatably arranged on axle housing driving means, e.g. sprockets
    • B60B27/047Hubs adapted to be rotatably arranged on axle housing driving means, e.g. sprockets comprising a freewheel mechanisms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K25/00Axle suspensions
    • B62K25/02Axle suspensions for mounting axles rigidly on cycle frame or fork, e.g. adjustably
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D41/00Freewheels or freewheel clutches
    • F16D41/24Freewheels or freewheel clutches specially adapted for cycles
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D41/00Freewheels or freewheel clutches
    • F16D41/24Freewheels or freewheel clutches specially adapted for cycles
    • F16D41/30Freewheels or freewheel clutches specially adapted for cycles with hinged pawl co-operating with teeth, cogs, or the like

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Gears, Cams (AREA)

Abstract

Er wordt een modulaire fietsnaaf (100) beschreven met een kettingwiel module (300) en een afzonderlijk verwijderbare wielmodule (200) die zo geconfigureerd is dat tijdens een koppel-en/of ontkoppeloperatie de axiale beweging van het het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) groter is dan de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230).A modular bicycle hub (100) is described with a sprocket module (300) and a separately removable wheel module (200) configured so that during a coupling and / or disconnect operation, the axial movement of the axially movable internal coupling member (212) ) is greater than the axial movement of the axially movable, rotatable coupling member (230).

Description

EEN MODULAIRE FIETSNAAFA MODULAR BIKE Hub

De uitvinding betreft een modulaire fietsnaaf, meer bepaald een modulaire fietsnaaf bevattende een kettingwielmodule en een afzonderlijk verwijderbare wielmodule.The invention relates to a modular bicycle hub, more particularly a modular bicycle hub comprising a sprocket module and a separately removable wheel module.

Een dergelijke modulaire fietsnaaf is bijvoorbeeld gekend uit EP1213158. Deze modulaire fietsnaaf is geconfigureerd om roteerbaar bevestigd te worden tussen een eerste been en een tweede been van een vork van een fiets voor rotatie om een rotatieas. Om een grotere flexibiliteit wat betreft variatie in de combinatie van wielen en kettingwielmodules mogelijk te maken, alsook om het vervangen van een defect wiel te versnellen en vereenvoudigen, bevat de modulaire fietsnaaf uit EP1213158 een kettingwielmodule en een afzonderlijk verwijderbare wielmodule. De kettingwielmodule bevat een stationaire kettingwielas en een daarop gelagerde kettingwielnaaf. In gemonteerde toestand is de stationaire kettingwielas bevestigd aan een eerste been en strekt hij zich axiaal uit volgens de rotatieas in de richting van het tweede been. Verder bevat de modulaire fietsnaaf ook een afzonderlijk verwijderbare wielmodule die een stationaire wielas en een daarop gelagerde wielnaaf bevat. In de gemonteerde toestand is de stationaire wielas verwijderbaar bevestigd aan het tweede been en strekt hij zich axiaal uit volgens de rotatieas in de richting van het eerste been tot op een bepaalde axiale tussenafstand van de stationaire kettingwielas van de kettingwielmodule.Such a modular bicycle hub is known, for example, from EP1213158. This modular bicycle hub is configured to be rotatably mounted between a first leg and a second leg of a fork of a bicycle for rotation about an axis of rotation. To allow greater flexibility in variation in the combination of wheels and sprocket modules, as well as to speed up and simplify the replacement of a defective wheel, the modular bicycle hub from EP1213158 includes a sprocket module and a separately removable wheel module. The sprocket module contains a stationary sprocket axle and a sprocket hub mounted thereon. In the mounted state, the stationary sprocket shaft is attached to a first leg and extends axially along the axis of rotation in the direction of the second leg. Furthermore, the modular bicycle hub also includes a separately removable wheel module that includes a stationary wheel axle and a wheel hub mounted thereon. In the mounted state, the stationary wheel axle is removably attached to the second leg and extends axially along the axis of rotation in the direction of the first leg up to a certain axial spacing of the stationary sprocket axle of the sprocket module.

De stationaire kettingwielas bevat een daarin aangebrachte stationair, intern axiaal koppeldeel, in de vorm van een inwendige schroefdraad 48a zoals zichtbaar in Figuren 5 en 6 van EP1213158. De stationaire wielas bevat een daarin aangebracht, axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 30 in de vorm van een as 30 met aan zijn uiteinde nabij de kettingwielmodule een uitwendige schroefdraad 37a zoals bijvoorbeeld zichtbaar in Figuren 5 tot 7 van EP1213158. Zoals duidelijk zichtbaar in Figuren 5 en 6 van EP1213158 laat dit door middel van een schroefverbinding toe om het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel van de wielmodule selectief te koppelen aan het axiaal stationair, intern koppeldeel van de kettingwielmodule.The stationary sprocket shaft comprises a stationary, internal axial coupling part disposed therein, in the form of an internal screw thread 48a as visible in Figures 5 and 6 of EP1213158. The stationary wheel axle comprises an axially movable internal coupling part 30 arranged therein in the form of a shaft 30 with an external screw thread 37a at its end near the sprocket module, as for example visible in Figures 5 to 7 of EP1213158. As clearly visible in Figures 5 and 6 of EP1213158, this allows, by means of a screw connection, to selectively couple the axially movable, internal coupling part of the wheel module to the axially stationary, internal coupling part of the sprocket module.

De kettingwielnaaf bevat een daaraan aangebracht axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel. Dit axiaal stationair koppeldeel bevat zoals zichtbaar in Figuur 4 van EP1213158 een inwendige interne axiale vertanding of splines 95. De wielnaaf bevat een daaraan aangebracht axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 26. Dit axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 26 bevat aan de zijde tegenover het axiaal stationair koppeldeel een uitwendige vertanding of splines 60 die door middel van een axiale beweging in de overeenkomstige interne axiale vertanding of splines 95 van het axiaal stationair roteerbaar koppeldeel selectief kan worden ingebracht, om op deze wijze het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel selectief te koppelen aan het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel. Het is duidelijk dat het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel axiaal kan bewogen worden ten opzichte van wielnaaf aangezien deze axiale beweging toegelaten wordt door een uitwendige axiale vertanding of splines 62 die samenwerken met overeenkomstige inwendige axiale vertanding of splines 59 van de wielnaaf. Het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 26 is bevestigd aan het axiaal beweegbaar intern koppeldeel 30, zoals zichtbaar in Figuur 7 van EP1213158, ter hoogte van een zone A tussen een eerste axiale stop gevormd door een radiaal steunvlak 39 aan de zijde weg van het kettingwieldeel en een radiale ring 45 aan de zijde tegenover het kettingwieldeel. Dit laat toe om de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel over te brengen op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel. Dit wil zeggen dat in de gemonteerde toestand, zoals weergegeven in Figuren 5 of 21 van EP1213158 het radiaal steunvlak 39 het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel in de richting van de kettingwielmodule duwt om het zo in een gekoppelde toestand, ingebracht in het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel te houden. Het is duidelijk dat in deze gekoppelde positie in de gemonteerde toestand van de modulaire fietsnaaf een aandrijfkoppel van de tandwielnaaf kan worden overgebracht op de wielnaaf door via het axiaal stationair roteerbaar koppeldeel en het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel. Zoals algemeen gekend wordt het axiaal stationair roteerbaar koppeldeel bij voorkeur door middel van een vrijloopkoppeling met de kettingwielnaaf verbonden. In de ontkoppelde positie, zoals weergegeven in Figuren 6 of 22 van EP1213158, duwt de radiale ring 45 het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel in de richting weg van de kettingwielmodule om het zo in een ontkoppelde toestand, verwijderd uit het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel te houden. De axiale tussenafstand tussen de stationaire wielas en de stationaire kettingwielas is hierbij noodzakelijk om de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel door middel van het axiaal beweegbaar intern koppeldeel mogelijk te maken.The sprocket hub comprises an axially stationary, rotatable coupling part mounted thereon. This axial stationary coupling part comprises, as is visible in Figure 4 of EP1213158, an internal internal axial toothing or splines 95. The wheel hub comprises an axially movable, rotatable coupling part 26 mounted thereon. This axially movable, rotatable coupling part 26 comprises on the side opposite the axially stationary coupling part. an external toothing or splines 60 which can be selectively inserted by means of an axial movement in the corresponding internal axial toothing or splines 95 of the axially stationary rotatable coupling part, in this way to selectively connect the axially movable, rotatable coupling part to the axially stationary , rotatable coupling part. It is clear that the axially movable, rotatable coupling part can be moved axially with respect to wheel hub since this axial movement is permitted by an external axial toothing or splines 62 which cooperate with corresponding internal axial toothing or splines 59 of the wheel hub. The axially movable, rotatable coupling part 26 is attached to the axially movable internal coupling part 30, as visible in Figure 7 of EP1213158, at a zone A between a first axial stop formed by a radial support surface 39 on the side away from the sprocket part and a radial ring 45 on the side opposite the sprocket part. This makes it possible to transfer the axial movement of the axially movable, internal coupling part to the axially movable, rotatable coupling part. That is, in the mounted state, as shown in Figures 5 or 21 of EP1213158, the radial support surface 39 pushes the axially movable, rotatable coupling member in the direction of the sprocket module so as to be in a coupled state, inserted into the axially stationary, rotatable to keep the coupling part. It is clear that in this coupled position in the mounted state of the modular bicycle hub, a driving torque of the gear hub can be transmitted to the wheel hub through the axially stationary rotatable coupling part and the axially movable rotatable coupling part. As is generally known, the axially stationary rotatable coupling part is preferably connected to the sprocket hub by means of a freewheel coupling. In the disengaged position, as shown in Figures 6 or 22 of EP1213158, the radial ring 45 pushes the axially movable, rotatable coupling member away in the direction of the sprocket module so as to remove it in an uncoupled state, removed from the axially stationary, rotatable coupling part to hold. The axial spacing between the stationary wheel shaft and the stationary sprocket wheel shaft is hereby necessary to enable the axial movement of the axially movable, rotatable coupling part by means of the axially movable internal coupling part.

De modulaire fietsnaaf uit EP1213158 bevat echter verschillende nadelen. De axiale tussenafstand tussen de stationaire wielas en de stationaire kettingwielas veroorzaakt een reductie van de axiale buigstijfheid van de naaf. Verder is duidelijk dat in de gemonteerde toestand, om het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel in een gekoppelde toestand te houden met het axiaal stationair roteerbaar koppeldeel een axiale kracht moet worden uitgeoefend door het stationair radiaal steunvlak 39 op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 26, wat aanleiding geeft tot wrijving en een toename van de weerstand. Dit laatste impliceert ook dat een axiale krachtcomponent op de verschillende lagers, in het bijzonder op de lagers van de kettingwielmodule inwerkt, wat eveneens aanleiding geeft tot een toename van de weerstand.However, the modular bicycle hub from EP1213158 has several disadvantages. The axial distance between the stationary wheel axle and the stationary sprocket axle causes a reduction in the axial bending stiffness of the hub. Furthermore, it is clear that in the mounted state, in order to keep the axially movable rotatable coupling part in a coupled state with the axially stationary rotatable coupling part, an axial force must be exerted by the stationary radial support surface 39 on the axially movable, rotatable coupling part 26, which gives rise to gives friction and an increase in resistance. The latter also implies that an axial force component acts on the different bearings, in particular on the bearings of the sprocket module, which also gives rise to an increase in resistance.

Verder is ook een modulaire fietsnaaf gekend uit US2011/0133543, die eveneens een kettingwielmodule en een afzonderlijk verwijderbare wielmodule bevat. Deze modulaire fietsnaaf bevat een wielmodule met een axiale koppeling in de vorm van een pin 240 die zich uitstrekt doorheen de stationaire wielas en geconfigureerd is om de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel over te brengen op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel. Hier is de stationaire wielas verwijderbaar bevestigd aan het tweede been en zich axiaal uitstrekt volgens de rotatieas in de richting van het eerste been tot aan de stationaire kettingwielas van de kettingwielmodule en dit laat toe om een modulaire fietsnaaf met een hogere axiale buigstijfheid te realiseren. Echter, door de directe axiale koppeling met de pin 240 het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel en het axiaal beweegbaar intern koppeldeel, wordt in de gekoppelde toestand, zoals weergegeven in Figuur 3A van US2011/0133543, via dit axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel een axiale belasting op de wielnaaf uitgeoefend, die bijgevolg resulteert in een axiale belasting van de lagers van de modulaire fietsnaaf, in het bijzonder het lager van de wielnaaf aan de zijde van het tweede been, alsook de lagers van de tandwielnaaf.Furthermore, a modular bicycle hub is also known from US2011 / 0133543, which also comprises a sprocket module and a separately removable wheel module. This modular bicycle hub includes a wheel module with an axial coupling in the form of a pin 240 that extends through the stationary wheel axle and is configured to transfer the axial movement of the axially movable, internal coupling part to the axially movable, rotatable coupling part. Here the stationary wheel axle is removably attached to the second leg and extends axially along the axis of rotation in the direction of the first leg up to the stationary sprocket axle of the sprocket module and this makes it possible to realize a modular bicycle hub with a higher axial bending stiffness. However, due to the direct axial coupling to the pin 240, the axially movable rotatable coupling part and the axially movable internal coupling part, in the coupled state, as shown in Figure 3A of US2011 / 0133543, an axial load on the wheel hub, which consequently results in axial loading of the bearings of the modular bicycle hub, in particular the bearing of the wheel hub on the second leg side, as well as the bearings of the gear hub.

Nog een verdere modulaire fietsnaaf is gekend uit EP1213217, echter door het ontbreken van een axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel in de wielmodule kan de wielmodule moeilijker in gemonteerde toestand in de vork van een fiets verwijderd worden van de kettingwielmodule. Hoewel ook hier de aansluitende wielas en kettingwielas een hogere axiale buigsterkte mogelijk maken, zal het axiaal stationair roteerbaar koppeldeel van de wielnaaf in gekoppelde toestand een axiale krachtcomponent veroorzaken die zal inwerken op de lagers van de wielnaaf en de kettingwielnaaf waardoor de weerstand zal verhogen.A still further modular bicycle hub is known from EP1213217, but due to the absence of an axially movable rotatable coupling part in the wheel module, the wheel module is more difficult to remove from the sprocket module in the fork of a bicycle when mounted. Although here too the connecting wheel axle and sprocket axle enable a higher axial flexural strength, the axially stationary rotatable coupling part of the wheel hub in the coupled state will cause an axial force component which will act on the bearings of the wheel hub and the sprocket hub, which will increase the resistance.

Zodoende bestaat er nog steeds een nood aan een modulaire fietsnaaf waarvan de wielmodule eenvoudig kan ontkoppeld worden van de kettingwielmodule, zelfs in gemonteerde toestand tussen een vork van een fiets, die een hoge axiale buigstijfheid kan realiseren en terzelfdertijd een lage weerstand kan garanderen.Thus, there is still a need for a modular bicycle hub whose wheel module can be easily disconnected from the sprocket module, even when mounted between a fork of a bicycle, which can achieve high axial bending stiffness and at the same time guarantee a low resistance.

Tot dit doel wordt er volgens een eerste aspect van de uitvinding voorzien in een modulaire fietsnaaf geconfigureerd om roteerbaar bevestigd te worden tussen een eerste been en een tweede been van een vork van een fiets voor rotatie om een rotatieas, de modulaire fietsnaaf bevattende: - een kettingwielmodule die een stationaire kettingwielas en een daarop gelagerde kettingwielnaaf bevat, waarbij in gemonteerde toestand de stationaire kettingwielas bevestigd is aan het eerste been en zich axiaal uitstrekt volgens de rotatieas in de richting van het tweede been, de stationaire kettingwielas een daarin aangebrachte axiaal stationair, intern koppeldeel bevattende, en de kettingwielnaaf een daaraan aangebracht axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel bevattende; en - een afzonderlijk verwijderbare wielmodule die een stationaire wielas en een daarop gelagerde wielnaaf bevat, waarbij in gemonteerde toestand de stationaire wielas verwijderbaar bevestigd is aan het tweede been en zich axiaal uitstrekt volgens de rotatieas in de richting van het eerste been tot aan de stationaire kettingwielas van de kettingwielmodule, de stationaire wielas een daarin aangebracht, axiaal beweegbaar, intern koppeldeel bevattende voor het selectief koppelen aan het stationair, intern koppeldeel, en de wielnaaf een daaraan aangebracht axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel bevattende voor het selectief koppelen aan het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel,For this purpose, according to a first aspect of the invention, there is provided a modular bicycle hub configured to be rotatably mounted between a first leg and a second leg of a fork of a bicycle for rotation about a rotation axis, the modular bicycle hub comprising: - a sprocket module comprising a stationary sprocket shaft and a sprocket hub mounted thereon, the mounted sprocket wheel shaft being mounted on the first leg and extending axially along the axis of rotation in the direction of the second leg, the sprocket sprocket and an axially stationary, internally mounted therein coupling part comprising, and the sprocket hub an axially stationary, rotatable coupling part arranged thereon; and - a separately removable wheel module comprising a stationary wheel axle and a wheel hub mounted thereon, wherein in the mounted state the stationary wheel axle is removably attached to the second leg and extends axially along the axis of rotation in the direction of the first leg up to the stationary sprocket axle of the sprocket module, the stationary wheel axle has an axially movable, internal coupling part arranged therein for selectively coupling to the stationary, internal coupling part, and the wheel hub comprising an axially movable, rotatable coupling part arranged thereon for selectively coupling to the axially stationary, rotatable coupling part,

DAARDOOR GEKENMERKT DAT de wielmodule zo geconfigureerd is dat tijdens een koppel- en/of ontkoppeloperatie de axiale beweging van het het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel groter is dan de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel.Hence, the wheel module is configured such that during a coupling and / or uncoupling operation the axial movement of the axially movable, internal coupling part is greater than the axial movement of the axially movable, rotatable coupling part.

Hierdoor wordt een hoge axiale buigstijfheid gerealiseerd zonder dat dit resulteert in een verhoging van de weerstand ten gevolge van resulterende axiale krachten die inwerken op de lagers. Verder laat dit een eenvoudig constructie toe, die toelaat om het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel axiaal te bewegen om zo de wielmodule, zelfs in gemonteerde toestand, op eenvoudige wijze afzonderlijk te verwijderen.A high axial bending stiffness is hereby achieved without this resulting in an increase in the resistance as a result of resulting axial forces acting on the bearings. Furthermore, this allows a simple construction that allows the axially movable, rotatable coupling part to be moved axially so as to easily remove the wheel module separately, even in the mounted state.

Volgens een uitvoeringsvorm bevat de wielmodule verder een axiale koppeling die zich uitstrekt doorheen de stationaire wielas en geconfigureerd is om de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel selectief over te brengen op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel.According to an embodiment, the wheel module further comprises an axial coupling that extends through the stationary wheel axle and is configured to selectively transfer the axial movement of the axially movable, internal coupling part to the axially movable, rotatable coupling part.

Het selectief overbrengen van de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel door de axiale koppeling, maakt het mogelijk om met het axiaal beweegbaar intern koppeldeel een grote axiale houdkracht te genereren in de gekoppelde toestand, zodat de wielas en de kettingwielas axiaal gekoppeld worden en zo een hoge axiale buigstijfheid bewerkstelligen, zonder dat het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel een gelijkaardige axiale kracht overbrengt op de wielnaaf en/of de kettingwielnaaf en de respectievelijke lagers. Hierdoor wordt een hoge axiale buigstijfheid gerealiseerd zonder dat dit resulteert in een verhoging van de weerstand ten gevolge van resulterende axiale krachten die inwerken op de lagers. Omdat het koppeldeel zich uitstrekt doorheen de stationaire wielas laat dit een eenvoudig constructie toe, die toelaat om het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel axiaal te bewegen om zo de wielmodule, zelfs in gemonteerde toestand, op eenvoudige wijze afzonderlijk te verwijderen.Selectively transmitting the axial movement of the axially movable, internal coupling part to the axially movable, rotatable coupling part through the axial coupling makes it possible to generate a large axial holding force in the coupled condition with the axially movable internal coupling part, so that the wheel axle and the sprocket shaft are axially coupled and thus achieve a high axial bending stiffness, without the axially movable rotatable coupling member transmitting a similar axial force to the wheel hub and / or the sprocket hub and the respective bearings. A high axial bending stiffness is hereby achieved without this resulting in an increase in the resistance as a result of resulting axial forces acting on the bearings. Because the coupling part extends through the stationary wheel axle, this allows a simple construction that allows the axially movable, rotatable coupling part to be moved axially so as to easily remove the wheel module separately even in the mounted state.

Volgens een uitvoeringsvorm is de axiale koppeling zo geconfigureerd dat het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel vanaf een ontkoppelde positie in de richting van het eerste been naar een gekoppelde positie, waarbij het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel volledig gekoppeld is met het stationair, intern koppeldeel, niet volledig wordt overgebracht op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel.According to an embodiment, the axial coupling is configured such that the axial path of movement of the axially movable, internal coupling part from a decoupled position in the direction of the first leg to a coupled position, wherein the axially movable, internal coupling part is fully coupled to the stationary, internal coupling part, is not fully transferred to the axially movable, rotatable coupling part.

Hierdoor kan het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel voldoende axiaal bewegen in de richting van de gekoppelde positie, om een voldoende hoge axiale houdkracht te genereren, zonder dat dit resulteert in een gelijkaardige axiale beweging van het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel en het daarbij horende risico op resulterende axiale krachten op de lagers en een bijhorende verhoging van de weerstand van de modulaire fietsnaaf.This allows the axially movable, internal coupling part to move sufficiently axially in the direction of the coupled position to generate a sufficiently high axial holding force, without this resulting in a similar axial movement of the axially movable rotatable coupling part and the associated risk of resulting axial forces on the bearings and a corresponding increase in the resistance of the modular bicycle hub.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn, in de gekoppelde positie: - het axiaal beweegbaar intern koppeldeel en het stationair, intern koppeldeel geconfigureerd zijn zodat ze een resulterende axiale kracht uitoefenen op de stationaire wielas en de stationaire kettingwielas die een houdkracht-drempelwaarde overschrijdt, en - het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel en het roteerbaar koppeldeel geconfigureerd zijn zodat ze geen axiale kracht uitoefenen op de wielnaaf en de kettingwielnaaf die een koppelkracht-drempelwaarde overschrijdt, waarbij de koppelkracht-drempelwaarde lager is dan de houdkracht-drempelwaarde.According to an embodiment, in the coupled position: - the axially movable internal coupling part and the stationary, internal coupling part are configured so that they exert a resulting axial force on the stationary wheel axle and the stationary sprocket axle that exceeds a holding force threshold value, and - the axially The movable rotatable coupling part and the rotatable coupling part are configured to exert no axial force on the wheel hub and the sprocket hub that exceeds a torque force threshold value, the torque force threshold value being lower than the holding force threshold value.

Op deze wijze kan een een hoge axiale buigstijfheid gerealiseerd worden zonder dat dit resulteert in een verhoging van de weerstand.In this way a high axial bending stiffness can be realized without this resulting in an increase in the resistance.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de axiale koppeling zo geconfigureerd dat het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel vanaf de gekoppelde positie in de richting van het tweede been naar een ontkoppelde positie, waarbij het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel volledig ontkoppeld is van het stationair, intern koppeldeel, minstens gedeeltelijk wordt overgebracht op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel zodat het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel eveneens bewogen wordt naar een ontkoppelde positie waarbij het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel ontkoppeld is van het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel.According to a further embodiment the axial coupling is configured such that the axial movement path of the axially movable, internal coupling part from the coupled position in the direction of the second leg to a decoupled position, wherein the axially movable, internal coupling part is completely decoupled from the stationary , internal coupling part, is at least partially transferred to the axially movable, rotatable coupling part so that the axially movable, rotatable coupling part is also moved to a disengaged position wherein the axially movable, rotatable coupling part is uncoupled from the axially stationary, rotatable coupling part.

Op deze wijze kan de wielmodule, zelfs in de gemonteerde toestand in een vork van een fiets, afzonderlijk van de kettingwielmodule verwijderd worden.In this way, even in the mounted state in a fork of a bicycle, the wheel module can be separately removed from the sprocket module.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm bevat: - de stationaire wielas minstens één axiale sleuven; en - de axiale koppeling, minstens één overeenkomstige kogels die zich doorheen de respectievelijke axiale sleuf radiaal uitstrekken tussen het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel en het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel, en geconfigureerd zijn om het axiaal beweegbare, roteerbaar koppeldeel selectief axiaal te koppelen aan het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel gedurende een gedeelte van zijn axiaal bewegingstraject tussen de gekoppelde en de ontkoppelde positie.According to a further embodiment: the stationary wheel axle comprises at least one axial slots; and - the axial coupling, at least one corresponding balls which radially extend through the respective axial slot between the axially movable, internally coupling part and the axially movable, rotatable coupling part, and are configured to selectively axially connect the axially movable, rotatable coupling part to the axially movable, internal coupling part during a part of its axial movement path between the coupled and the uncoupled position.

Op deze wijze wordt de axiale koppeling op een bijzonder eenvoudige en robuuste manier gerealiseerd, waarbij door middel van de kogels een optimaal contactoppervlak kan worden gerealiseerd zodat wrijving tussen het axiaal beweegbaar intern koppeldeel en het rond de rotatieas roterende axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel kan worden gereduceerd.In this way the axial coupling is realized in a particularly simple and robust manner, whereby an optimum contact surface can be realized by means of the balls so that friction between the axially movable internal coupling part and the axially movable, rotatable coupling part rotating around the axis of rotation can be reduced. .

Volgens een verdere uitvoeringsvorm, strekt de minstens één axiale sleuf zich axiaal uit tot een eindpunt nabij de interne as van de kettingwielmodule, en bevat de wielmodule verder een axiale voorspanner die geconfigureerd is om via het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel de minstens één kogel axiaal voor te spannen naar dit eindpunt, waarbij het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel zich in de gekoppelde positie met het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel bevindt.According to a further embodiment, the at least one axial slot extends axially to an end point near the internal axis of the sprocket module, and the wheel module further comprises an axial pre-tensioner configured to axially advance the at least one ball via the axially movable, rotatable coupling part to be clamped to this end point, wherein the axially movable, rotatable coupling part is in the coupled position with the axially stationary, rotatable coupling part.

Op deze wijze kan het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel door de axiale voorspanner en het eindpunt van de sleuf in de gekoppelde positie gehouden worden terwijl het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbare, intern koppeldeel naar zijn gekoppelde positie kan worden verdergezet. Hierbij wordt de axiale koppelkracht bepaald door de axiale kracht gegenereerd door de axiale voorspanner opgevangen door het eindpunt van de sleuf en niet overgedragen op de kettingwielnaaf en/of de wielnaaf en hun lagers.In this way the axially movable, rotatable coupling part can be held in the coupled position by the axial pre-tensioner and the end point of the slot, while the axial movement path of the axially movable, internally coupling part can be continued to its coupled position. The axial coupling force is hereby determined by the axial force generated by the axial pre-tensioner received by the end point of the slot and not transmitted to the sprocket hub and / or the wheel hub and their bearings.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm bevat het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel een radiale aanslag, die zich in de gekoppelde toestand axiaal tussen het eindpunt en het eerste been bevindt, en die zo geconfigureerd is dat hij, bij het afleggen van het axiale bewegingstraject van het koppeldeel van de gekoppelde positie naar de ontkoppelde positie in de richting van het tweede been, zich axiaal voorbij dit eindpunt beweegt, waarbij: - het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel, tijdens het deel van het axiale bewegingstraject tussen de gekoppelde positie en dit eindpunt, via de minstens één kogel vrij kan bewegen ten opzichte van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel, en dus niet axiaal gekoppeld is; en - het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel, tijdens het deel van het axiale bewegingstraject vanaf dit eindpunt tot aan de ontkoppelde positie, met de aanslag, via de minstens één kogel het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel meeneemt in de richting van zijn ontkoppelde positie, en dus axiaal gekoppeld is.According to a further embodiment, the axially movable, internal coupling part comprises a radial stop, which in the coupled state is located axially between the end point and the first leg, and which is configured such that, when it travels the axial movement path of the coupling part of the coupled position to the decoupled position in the direction of the second leg, moves axially beyond this end point, wherein: - the axially movable, internal coupling part, during the part of the axial path of movement between the coupled position and this end point, via the at least one ball can move freely relative to the axially movable, rotatable coupling part, and is therefore not axially coupled; and - the axially movable, internal coupling part, during the part of the axial movement path from this end point to the decoupled position, with the stop, via the at least one ball, taking the axially movable rotatable coupling part in the direction of its uncoupled position, and thus is axially coupled.

Op deze wijze kan de selectieve axiale koppeling op een eenvoudige wijze gerealiseerd worden.In this way the selective axial coupling can be realized in a simple manner.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm bevatten de wielmodule of de kettingwielmodule minstens gedeeltelijke een vrijloopkoppeling, waarbij de vrijloopkoppeling geconfigureerd is om het axiaal beweegbaar roteerbaar, koppeldeel of het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel respectievelijk radiaal te koppelen aan de wielnaaf of de kettingwielnaaf.According to a further embodiment, the wheel module or the sprocket module at least partially comprise a freewheel coupling, the freewheel coupling being configured to connect the axially movable rotatable coupling part or the axially stationary, rotatable coupling part or radially to the wheel hub or the sprocket hub.

Op deze wijze kan op eenvoudige wijze een vrijloopfunctie in de modulaire fietsnaaf geïmplementeerd worden.In this way, a freewheel function can be implemented in the modular bicycle hub in a simple manner.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm bevatten het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel en het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel aan de tegenoverliggende zijde respectievelijk een overeenkomstige vertanding met minstens een axiale component, geconfigureerd om in de gekoppelde positie in elkaar in te grijpen.According to a further embodiment, the axially movable, rotatable coupling part and the axially stationary, rotatable coupling part on the opposite side comprise respectively a corresponding toothing with at least one axial component configured to engage in the coupled position.

Op deze wijze kan een radiale koppeling gerealiseerd worden die toelaat om in de gekoppelde positie het aandrijfkoppel van kettingwielmodule over te brengen naar de wielmodule.In this way a radial coupling can be realized which allows the driving torque of the sprocket module to be transferred to the wheel module in the coupled position.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de overeenkomstige vertanding bijkomend onder een bepaalde hoek ten opzichte van de axiale richting aangebracht, bijvoorbeeld in het bereik van 3° tot 30°, zodat, bij het overbrengen van een aandrijfkoppel van de kettingwielmodule naar de wielmodule in de gekoppelde positie, er een axiale krachtcomponent ontstaat die het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel in de richting van het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel dwingt.According to a further embodiment, the corresponding toothing is additionally arranged at a certain angle with respect to the axial direction, for example in the range of 3 ° to 30 °, so that, when a driving torque is transmitted from the sprocket module to the wheel module in the coupled position an axial force component is created which forces the axially movable, rotatable coupling part in the direction of the axially stationary, rotatable coupling part.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een fiets bevattende een modulaire fietsnaaf volgens het eerste aspect van de uitvinding.According to a second aspect of the invention, there is provided a bicycle comprising a modular bicycle hub according to the first aspect of the invention.

Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een wielmodule voor gebruik in een modulaire fietsnaaf volgens het eerste aspect van de uitvinding.According to a third aspect of the invention there is provided a wheel module for use in a modular bicycle hub according to the first aspect of the invention.

Volgens een vierde aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een methode voor het verwijderbaar koppelen van een wielmodule aan een kettingwielmodule van een modulaire fietsnaaf volgens het eerste aspect van de uitvinding, daardoor gekenmerkt dat de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel selectief wordt overgebracht op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel.According to a fourth aspect of the invention there is provided a method for removably coupling a wheel module to a sprocket module of a modular bicycle hub according to the first aspect of the invention, characterized in that the axial movement of the axially movable, internal coupling part is selectively transferred to the axially movable, rotatable coupling part.

Op deze wijze kan de wielmodule eenvoudig verwijderd en ontkoppeld worden van de kettingwielmodule, zelfs in gemonteerde toestand tussen een vork van een fiets. Daarbij kan een hoge axiale buigstijfheid gerealiseerd worden en een lage weerstand gegarandeerd worden.In this way the wheel module can easily be removed and disconnected from the sprocket module, even in the mounted state between a fork of a bicycle. A high axial bending stiffness can be realized and a low resistance guaranteed.

Volgens een uitvoeringsvorm brengt de axiale koppeling het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel vanaf de ontkoppelde positie in de richting van het eerste been naar de gekoppelde positie, niet volledig over op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel.According to an embodiment, the axial coupling does not transfer the axial movement path of the axially movable, internal coupling part from the uncoupled position in the direction of the first leg to the coupled position, not completely to the axially movable, rotatable coupling part.

Hierdoor kan het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel voldoende axiaal bewegen in de richting van de gekoppelde positie, om een voldoende hoge axiale houdkracht te genereren, zonder dat dit resulteert in een gelijkaardige axiale beweging van het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel en het daarbij horende risico op resulterende axiale krachten op de lagers en een bijhorende verhoging van de weerstand van de modulaire fietsnaaf.This allows the axially movable, internal coupling part to move sufficiently axially in the direction of the coupled position to generate a sufficiently high axial holding force, without this resulting in a similar axial movement of the axially movable rotatable coupling part and the associated risk of resulting axial forces on the bearings and a corresponding increase in the resistance of the modular bicycle hub.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm brengt de axiale koppeling het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel vanaf de gekoppelde positie in de richting van het tweede been naar een ontkoppelde positie, minstens gedeeltelijk over op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel, zodat het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel eveneens bewogen wordt naar de ontkoppelde positie.According to a further embodiment, the axial coupling transfers the axial movement path of the axially movable, internal coupling part from the coupled position in the direction of the second leg to an uncoupled position, at least partially on the axially movable, rotatable coupling part, so that the axially movable, rotatable coupling part is also moved to the uncoupled position.

Op deze wijze kan de wielmodule, zelfs in de gemonteerde toestand in een vork van een fiets, afzonderlijk van de kettingwielmodule verwijderd worden.In this way, even in the mounted state in a fork of a bicycle, the wheel module can be separately removed from the sprocket module.

Bij wijze van voorbeeld zal de uitvinding verder beschreven worden aan de hand van in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, waarbij: - Figuur 1 een gedeeltelijke doorsnede toont van een uitvoeringsvorm van een modulaire fietsnaaf volgens de uitvinding in de gekoppelde toestand, gemonteerd in een vork van een fiets; - Figuur 2 de uitvoeringsvorm toont volgens Figuur 1 in een ontkoppelde toestand; - Figuur 3 de uitvoeringsvorm volgens Figuur 3 toont tijdens het afzonderlijk verwijderen van de fietsmodule; - Figuur 4 schematisch een perspectief zicht toont van een modulaire fietsnaaf gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm uit Figure 1 tot 3; - Figuur 5 schematisch de situering van de modulaire fietsnaaf weergeeft in een fiets; - Figuur 6 een uitvoeringsvorm van de stationaire wielas weergeeft; - Figuren 8 tot 11 respectievelijk een zijaanzicht, een doorsnede en twee perspectief aanzichten tonen van een uitvoeringsvorm van het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel; - Figuren 12 en 13 een alternatieve uitvoeringsvorm tonen van de modulaire fietsnaaf; - Figuur 14 een alternatieve uitvoeringsvorm toont van de roteerbare koppeldelen; - Figuur 15 een uitvoeringsvorm van een achtervork van een fiets weergeeft die gebruik maakt van uitvalpads geschikt voor het bevestigen van de modulaire fietsnaaf; - Figuren 16A, 16B, en 16C tonen verschillende zichten een variante uitvoeringsvorm van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel; - Figuren 17A en 17B tonen een variante uitvoeringsvorm van een wielmodule; - Figuur 18 toont een variante uitvoeringsvorm van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel; - Figuur 19 toont een aanzicht van de uitvoeringsvorm van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel uit Figuur 18, in een gekoppelde positie met het overeenkomstige roteerbaar koppeldeel; - Figuur 20 toont een perspectief zicht van een variante uitvoeringsvorm van de roteerbare koppeldelen; - Figuren 21 tot 23 tonen gelijkaardige aanzichten als Figuren 1 tot 3 van een variante uitvoeringsvorm van een modulaire fietsnaaf die gebruik maakt van de uitvoeringsvorm van de roteerbare koppeldelen uit Figuur 20; en - Figuur 24 toont een explosietekening van een aantal onderdelen van een modulaire fietsnaaf gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm uit Figuren 21 tot 23.By way of example, the invention will be further described with reference to exemplary embodiments shown in the figures, in which: - Figure 1 shows a partial section of an embodiment of a modular bicycle hub according to the invention in the coupled state mounted in a fork of a bike; Figure 2 shows the embodiment according to Figure 1 in a disconnected state; Figure 3 shows the embodiment according to Figure 3 during the separate removal of the bicycle module; Figure 4 schematically shows a perspective view of a modular bicycle hub similar to the embodiment of Figures 1 to 3; Figure 5 schematically shows the location of the modular bicycle hub in a bicycle; Figure 6 represents an embodiment of the stationary wheel axle; Figures 8 to 11 show a side view, a cross-section and two perspective views, respectively, of an embodiment of the axially movable rotatable coupling part; - Figures 12 and 13 show an alternative embodiment of the modular bicycle hub; Figure 14 shows an alternative embodiment of the rotatable coupling parts; Figure 15 shows an embodiment of a rear fork of a bicycle that makes use of dropouts suitable for attaching the modular bicycle hub; Figures 16A, 16B and 16C show different views and a variant embodiment of the axially movable, rotatable coupling part; Figures 17A and 17B show a variant embodiment of a wheel module; Figure 18 shows a variant embodiment of the axially movable, rotatable coupling part; Figure 19 shows a view of the embodiment of the axially movable, rotatable coupling part of Figure 18, in a coupled position with the corresponding rotatable coupling part; Figure 20 shows a perspective view of a variant embodiment of the rotatable coupling parts; Figures 21 to 23 show views similar to Figures 1 to 3 of a variant embodiment of a modular bicycle hub that uses the embodiment of the rotatable coupling parts of Figure 20; and - Figure 24 shows an exploded drawing of a number of parts of a modular bicycle hub similar to the embodiment of Figures 21 to 23.

Figuur 1 toont schematisch een gedeeltelijke doorsnede volgens de lijn I-I in Figuur 4 van een uitvoeringsvorm van een modulaire fietsnaaf 100. De fietsnaaf 100 is in gemonteerde toestand bevestigd tussen een eerste been 14 en een tweede been 12 van een vork 10 van een fiets 1, zoals eveneens zichtbaar in Figuur 4. Zoals algemeen gekend is de modulaire fietsnaaf 100 in deze vork 10 bevestigd voor rotatie om een rotatieas 20. Zoals zichtbaar in Figuren 1 tot 4 bevat de modulaire fietsnaaf 100 twee axiaal volgens de rotatieas 20 naast elkaar aangebrachte modules, namelijk een wielmodule 200 en een kettingwielmodule 300. In Figuur 5 wordt schematisch een fiets 1 weergegeven met een fietskader 2 waaraan vooraan een stuur is bevestigd voor het sturen van een voorvork 4 waarin een voorwiel 5 roteerbaar is aangebracht door middel van een fietsnaaf 6. Verder bevat deze fiets 1 eveneens een achterwiel 7 dat wordt aangedreven door middel van kettingwielen 8 van een kettingaandrijfsysteem met een ketting, een aandrijfkettingwiel en trappers. Zoals weergegeven in Figuur 5, is het achterwiel 7 in de vork 10 bevestigd door middel van de modulaire naaf 100 voor rotatie ronde de rotatieas 20. Zoals gekend voor een vakman worden op gebruikelijke wijze aan de buitenomtrek van de wielmodule 200 de spaken van het wiel aangebracht, en worden op de buitenomtrek van de kettingwielmodule 300 één of meer kettingwielen aangebracht om het achterwiel aan te drijven. Zoals zichtbaar in Figuur 4, strekt de kettingwielmodule 300 zich in gemonteerde toestand axiaal volgens de rotatieas 20 uit vanaf het eerste been 14 in de richting van het tweede been 12. Vervolgens bevat de modulaire fietsnaaf 100 een wielmodule 200 die zich eveneens axiaal uitstrekt volgens de rotatieas vanaf de kettingwielmodule 300 in de richting van het tweede been 12. Zoals zichtbaar strekt de modulaire fietsnaaf 100 zich axiaal uit tussen het eerste been 14 en het tweede been van de vork 10 volgens de rotatieas 20, door middel van de axiaal uitgelijnde en axiaal opeenvolgende wielmodule 200 en kettingwielmodule 300 die samen de modulaire fietsnaaf 100 vormen. Zoals zichtbaar in Figuur 4 wordt de modulaire fietsnaaf 100 aan de zijde van het eerste been 14 bevestigd door middel van een schroefverbinding op basis van een bout of moer 31 en aan de andere zijde door middel van een gekend snelspansysteem 210. Een dergelijk snelspansysteem 210 laat toe om een schroefbeweging uit te voeren rondom de rotatieas, maar bevat eveneens een nok die geconfigureerd is om een axiale beweging volgens de rotatieas te veroorzaken zodat een bepaalde houdkracht voor het bevestigen van de modulaire fietsnaaf kan worden gerealiseerd.Figure 1 schematically shows a partial section along the line II in Figure 4 of an embodiment of a modular bicycle hub 100. The bicycle hub 100 is mounted in mounted condition between a first leg 14 and a second leg 12 of a fork 10 of a bicycle 1, as is also visible in Figure 4. As is generally known, the modular bicycle hub 100 is mounted in this fork 10 for rotation about an axis of rotation 20. As visible in Figures 1 to 4, the modular bicycle hub 100 comprises two modules arranged next to each other axially along the axis of rotation 20, namely a wheel module 200 and a sprocket module 300. Figure 5 schematically shows a bicycle 1 with a bicycle frame 2 to which a handlebar is attached in front for steering a front fork 4 in which a front wheel 5 is rotatably mounted by means of a bicycle hub 6. Further this bicycle 1 also comprises a rear wheel 7 which is driven by means of chain wheels 8 of a chain drive system with a chain, a drive sprocket and trappers. As shown in Figure 5, the rear wheel 7 is mounted in the fork 10 by means of the modular hub 100 for rotation about the axis of rotation 20. As is known to a person skilled in the art, the spokes of the wheel are conventionally attached to the outer circumference of the wheel module 200. and one or more sprockets are provided on the outer circumference of the sprocket module 300 to drive the rear wheel. As can be seen in Figure 4, in the mounted state the sprocket module 300 extends axially along the axis of rotation 20 from the first leg 14 in the direction of the second leg 12. Next, the modular bicycle hub 100 comprises a wheel module 200 which also extends axially along the axis of rotation from the sprocket module 300 in the direction of the second leg 12. As can be seen, the modular bicycle hub 100 extends axially between the first leg 14 and the second leg of the fork 10 along the axis of rotation 20, by means of the axially aligned and axially consecutive wheel module 200 and sprocket module 300 which together form the modular bicycle hub 100. As can be seen in Figure 4, the modular bicycle hub 100 is fixed on the side of the first leg 14 by means of a screw connection on the basis of a bolt or nut 31 and on the other side by means of a known quick-release system 210. Such a quick-release system 210 allows to perform a screw movement about the axis of rotation, but also includes a cam configured to cause axial movement along the axis of rotation so that a certain holding force for attaching the modular bicycle hub can be realized.

Zoals zichtbaar in Figuur 1 bevat de kettingwielmodule 300 een stationaire kettingwielas 304 en een daarop gelagerde kettingwielnaaf 302. Het uitvoeringsvoorbeeld toont twee kogellagers 306 die coaxiaal met de roteerbare kettingwielnaaf 302 en de stationaire kettingwielas 304, op verschillende axiale posities in de kettingwielmodule 300 zijn aangebracht en zo de kettingwielnaaf 302 roteerbaar aanbrengen op de stationaire kettingwielas 304. Het spreekt voor zich dat een alternatieve uitvoering van de lagering mogelijk is zolang de roteerbare kettingwielnaaf 302 coaxiaal roteerbaar aan de kettingwielas 304 wordt bevestigd, zodat ze in de gemonteerde toestand roteert om de rotatieas 312 van de modulaire fietsnaaf 100. In de weergegeven gemonteerde toestand is deze stationaire kettingwielas 304 bevestigd aan het eerste been 14. Volgens dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de kettingwielas 304 die gevormd is als een holle as bevestigd door middel van een bout 310 aan de buitenzijde van het eerste been 14 van de vork 10 die samenwerkt met een in de holte van de holle kettingwielas 304 bevestigd schroefdraadelement 320. De bout 310 strekt zich met zijn van externe van schroefdraad voorziene mannelijke as 311 axiaal uit volgens de rotatieas 20 doorheen een opening of holte 15 in het eerste been 14 van de vork 10 tot in de axiale holte van de holle stationaire kettingwielas 304. Daar wordt het mannelijke deel 311 van de bout 310 dat voorzien is van externe schroefdraad in een overeenkomstig vrouwelijk deel 320 voorzien van overeenkomstige interne schroefdraad geschroefd. Dit vrouwelijk deel 320 is op geschikte wijze vastgemaakt in de holte van stationaire kettingwielas 304, maar kan bijvoorbeeld ook gerealiseerd worden door in de holte van de kettingwielas 304 een geschikte interne schroefdraad aan te brengen. Op deze wijze kan de kettingwielas 304 door het opspannen van de schroefverbinding gevormd door de bout 310 met zijn boutkop en de mannelijk as 311 en het vrouwelijke deel 320 in de stationaire kettingwielas 304, respectievelijk aan weerszijden van de holte 15 van het eerste been 14, de stationaire kettingwielas 304 aan het eerste been 14 bevestigd worden. Het is duidelijk dat alternatieve verbindingselementen mogelijk zijn om de kettingwielas 304 op deze wijze aan het eerste been 14 te bevestigen, er kan bijvoorbeeld in plaats van een bout 310 op geschikte wijze een mannelijk schroefelement aan de stationaire kettingwielas 304 bevestigd worden dat zich dan uitstrekt door de holte 15 van het eerste been waar dan aan de tegenoverliggende zijde een moer of een ander vrouwelijk schroefelement bevestigd wordt. De stationair kettingwielas strekt zich, zoals weergegeven axiaal uit volgens de rotatieas 20 vanaf dit eerste been 14 in de richting van het tweede been 12.As seen in Figure 1, the sprocket module 300 includes a stationary sprocket shaft 304 and a sprocket hub 302 mounted thereon. The exemplary embodiment shows two ball bearings 306 which are arranged coaxially with the rotatable sprocket hub 302 and the stationary sprocket shaft 304 at different axial positions in the sprocket module 300 and thus rotatably mounting the sprocket hub 302 on the stationary sprocket shaft 304. It goes without saying that an alternative embodiment of the bearing is possible as long as the rotatable sprocket hub 302 is rotatably mounted on the sprocket shaft 304 so that it rotates about the axis of rotation 312 in the mounted state. of the modular bicycle hub 100. In the mounted state shown, this stationary sprocket axle 304 is attached to the first leg 14. According to this exemplary embodiment, the sprocket axle 304 which is formed as a hollow shaft is secured by means of a bolt 310 on the outside of the first leg 14 of fork 10 cooperating with a threaded element 320 fixed in the cavity of the hollow sprocket shaft 304. The bolt 310 extends with its external threaded male shaft 311 axially along the axis of rotation 20 through an opening or cavity 15 in the first leg 14 of the fork 10 into the axial cavity of the hollow stationary sprocket shaft 304. There, the male part 311 of the bolt 310 provided with external screw thread is screwed into a corresponding female part 320 provided with corresponding internal screw thread. This female part 320 is suitably fixed in the cavity of the stationary sprocket shaft 304, but can also be realized, for example, by fitting a suitable internal thread in the cavity of the sprocket shaft 304. In this way the sprocket shaft 304 can be clamped by the screw connection formed by the bolt 310 with its bolt head and the male shaft 311 and the female part 320 in the stationary sprocket shaft 304, respectively on either side of the cavity 15 of the first leg 14, the stationary sprocket shaft 304 be attached to the first leg 14. It is clear that alternative connecting elements are possible to attach the sprocket shaft 304 to the first leg 14 in this way, for example, instead of a bolt 310, a male screw element can be suitably attached to the stationary sprocket shaft 304 which then extends through the cavity 15 of the first leg where a nut or other female screw element is then attached to the opposite side. The stationary sprocket shaft, as shown, axially extends along the axis of rotation 20 from this first leg 14 in the direction of the second leg 12.

Zoals verder zichtbaar in Figuur 1 strekt het mannelijk deel 311 van de bout 310 zich, in de gemonteerde toestand, axiaal uit langs de rotatieas 20, doorheen en voorbij het vrouwelijk deel 320, tot aan een einde dat gericht is naar de wielmodule 200 en dat zoals verder meer in detail zal worden beschreven functioneert als een axiaal stationair, intern koppeldeel 312. Het is dus duidelijk dat op deze wijze intern, dit wil zeggen in de axiale holte, in de stationaire kettingwielas 304 een axiaal stationair, intern koppeldeel 312 is aangebracht. Er zijn variante uitvoeringsvormen mogelijk van het axiaal stationair, intern koppeldeel 312, zolang, tijdens een koppelingsoperatie of ontkoppelingsoperatie van de modulaire fietsnaaf 100, het axiaal stationair intern koppeldeel 312, zich niet verplaatst volgens de axiale richting, dit wil zeggen volgens de richting van de rotatieas 20 wanneer de kettingwielmodule gemonteerd is op het eerste been 14 van de vork 10. Het is verder ook duidelijk dat volgens deze uitvoeringsvorm de buitendiameter van het axiaal stationair, intern koppeldeel 312 kleiner is dan de binnendiameter van de axiale holte van de stationaire kettingwielas 304. Verder is ook duidelijk dat de binnendiameter van de axiale holte van de roteerbare kettingwielnaaf 302 op zich groter is dan de buitendiameter van de stationaire kettingwielas 304, zodat er voldoende radiale tussenruimte is om lagers 306 aan te brengen.As further seen in Figure 1, the male part 311 of the bolt 310, in the mounted state, extends axially along the axis of rotation 20, through and beyond the female part 320, up to an end that faces the wheel module 200 and that as will be described in more detail below, functions as an axially stationary, internal coupling part 312. Thus, it is clear that in this way, internally, i.e. in the axial cavity, an axial stationary, internal coupling part 312 is arranged in the stationary sprocket shaft 304. . Variant embodiments of the axially stationary, internal coupling part 312 are possible, as long as, during a coupling operation or decoupling operation of the modular bicycle hub 100, the axial stationary internal coupling part 312 does not move in the axial direction, i.e. in the direction of the axis of rotation 20 when the sprocket module is mounted on the first leg 14 of the fork 10. It is further also clear that according to this embodiment the outer diameter of the axially stationary, internal coupling part 312 is smaller than the inner diameter of the axial cavity of the stationary sprocket shaft 304 Furthermore, it is also clear that the inner diameter of the axial cavity of the rotatable sprocket hub 302 is per se larger than the outer diameter of the stationary sprocket shaft 304, so that there is sufficient radial spacing to accommodate bearings 306.

Zoals verder zichtbaar in Figuur 1 bevat de roteerbare kettingwielnaaf 302 een daaraan aangebracht axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330. Zoals weergegeven is het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330 coaxiaal aan de kettingwielnaaf 302 aangebracht aan de zijde nabij de wielmodule 200. Het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330 is aangebracht aan de kettingwielnaaf 302 zodat het samen met de kettingwielnaaf 302 kan roteren rond de rotatieas 20. Daarbij blijft het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330, op een vaste axiale positie gepositioneerd ten opzichte van de roteerbare kettingwielnaaf 302. Zoals weergegeven is het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330 gevormd als een cilindrische ring die aan de binnenwind van de holte van de kettingwielnaaf 302 is aangebracht, deze cilindrische ring bevat aan zijn binnenzijde een axiale vertanding of splines. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm, kan deze axiale vertanding of splines, gelijkaardig als gekend van de kettingwielmodule uit US2011/0133543 rechtstreeks in het binnenoppervlak van het lichaam van de kettingwielnaaf, aan de zijde die in de gemonteerde toestand zich nabij de wielmodule 200 bevindt, worden aangebracht. Volgens nog alternatieve uitvoeringsvormen kan het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330 in plaats van vast verbonden met de roteerbare kettingwielnaaf 302, bijvoorbeeld door middel van een vrijloopkoppeling aan de roteerbare kettingwielnaaf 302 verbonden worden, gelijkaardig zoals bijvoorbeeld gekend van de kettingwielmodule uit EP1213217. In dit laatste geval is het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330 volgens één rotatieve bewegingsrichting relatief ten opzichte van de kettingwielnaaf 302 gekoppeld aan de kettingwielnaaf 302 voor het overbrengen van een aandrijfkoppel en volgens de tegenovergestelde rotatieve bewegingsrichting relatief ten opzichte van de roteerbare kettingwielnaaf 302 afzonderlijk roteerbaar rond de kettingwielas 304.As further visible in Figure 1, the rotatable sprocket hub 302 includes an axially stationary, rotatable coupling member 330 mounted thereon. As shown, the axially stationary, rotatable coupling member 330 is disposed coaxially to the sprocket hub 302 on the side adjacent the wheel module 200. The axially stationary, rotatable coupling part 330 is mounted on the sprocket hub 302 so that it can rotate together with the sprocket hub 302 about the axis of rotation 20. Thereby, the axially stationary, rotatable coupling part 330 remains positioned at a fixed axial position with respect to the rotatable sprocket hub 302. As shown, axially stationary, rotatable coupling part 330 formed as a cylindrical ring which is arranged on the inner wind of the cavity of the sprocket hub 302, this cylindrical ring has axial teeth or splines on its inner side. According to an alternative embodiment, this axial toothing or splines, similar to that known from the sprocket module from US2011 / 0133543, can be arranged directly in the inner surface of the sprocket hub body, on the side that is mounted near the wheel module 200 in the mounted state. . According to still alternative embodiments, the axially stationary, rotatable coupling part 330 can be connected to the rotatable sprocket hub 302, for example by means of a freewheel coupling, to the rotatable sprocket hub 302, similar as is known, for example, from the sprocket module from EP1213217. In the latter case, the axially stationary, rotatable coupling part 330 is coupled in one rotational direction of movement relative to the sprocket hub 302 to the sprocket hub 302 for transmitting a driving torque and is rotatable separately relative to the rotatable sprocket hub 302 relative to the opposite rotational movement direction around the chain wheel axle 304.

Verder toont Figuur 1 ook dat de afzonderlijk verwijderbare wielmodule 200 een stationaire wielas 204 bevat. In de weergegeven gemonteerde toestand, is de stationaire wielas 204 verwijderbaar bevestigd aan het tweede been 12. Daarbij strekt de stationaire wielas 204 zich axiaal uit volgens de rotatieas 20 vanaf het tweede been 12 in de richting van het eerste been 14 tot aan de stationaire kettingwielas 304 van de kettingwielmodule 304. Volgens de weergegeven uitvoeringsvorm is de stationaire wielas 204 eveneens een holle cilindrische as met nagenoeg een gelijkaardige doorsnede als de stationaire kettingwielas 304. In de weergegeven gemonteerde toestand van Figuur 1, vormt zoals weergegeven de stationaire wielas 204 en de axiaal daarop aansluitende stationaire kettingwielas 304 een aaneengesloten stationaire holle buisvormige as die zich axiaal uitstrekt volgens de rotatieas 20 tussen het eerste been 14 en het tweede been van de vork 10 van de fiets 1. De respectievelijke zijde waar de stationaire kettingwielas 304 en de stationaire wielas 204 respectievelijk contact maken wordt in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een nagenoeg radiaal contactvlak. Echter volgens alternatieve uitvoeringsvoorbeelden kunnen deze respectievelijke contactvlakken voorzien zijn van bijvoorbeeld middelen om de coaxiale uitlijning en of koppeling van de wielas 204 en de kettingwielas 304 te verbeteren zoals bijvoorbeeld axiaal complementaire conische, bolle, holle, etc elementen op de respectievelijke contactvlakken. De respectievelijke contactvlakken van de stationaire wielas 204 en de stationaire kettingwielas 304 moeten toelaten om in de gemonteerde toestand goed axiaal aan te sluiten om een goede buigstijfheid te kunnen garanderen, maar daarbij moet gewaarborgd blijven dat de stationaire wielas 204 afzonderlijk radiaal moet kunnen verwijderd worden van de kettingwielas 304 terwijl deze laatste aan het eerste been 14 van de vork 10 bevestigd blijft, zoals verder zal verduidelijkt worden aan de hand van Figuur 2.Furthermore, Figure 1 also shows that the separately removable wheel module 200 includes a stationary wheel axle 204. In the shown mounted condition, the stationary wheel axle 204 is removably attached to the second leg 12. In this case, the stationary wheel axle 204 extends axially along the axis of rotation 20 from the second leg 12 in the direction of the first leg 14 to the stationary sprocket axle 304 of the sprocket module 304. According to the illustrated embodiment, the stationary wheel axle 204 is also a hollow cylindrical shaft with substantially a similar cross-section to the stationary sprocket axle 304. In the shown mounted state of Figure 1, as shown, the stationary wheel axle 204 and the axial adjoining stationary sprocket axle 304 a contiguous stationary hollow tubular axle extending axially along the axis of rotation 20 between the first leg 14 and the second leg of the fork 10 of the bicycle 1. The respective side where the stationary sprocket axle 304 and the stationary wheel axle 204 respectively making contact is shown give an exemplary embodiment formed by a substantially radial contact surface. However, according to alternative exemplary embodiments, these respective contact surfaces may be provided with, for example, means for improving the coaxial alignment and or coupling of the wheel shaft 204 and the sprocket shaft 304 such as, for example, axially complementary conical, convex, hollow, etc. elements on the respective contact surfaces. The respective contact surfaces of the stationary wheel axle 204 and the stationary sprocket axle 304 must allow to be properly axially connected in the mounted state in order to guarantee good bending stiffness, but it must be ensured that the stationary wheel axle 204 must be separately radially removable from the sprocket shaft 304 while the latter remains attached to the first leg 14 of the fork 10, as will be further explained with reference to Figure 2.

Zoals zichtbaar in Figuur 1 is in de axiale holte van de stationaire wielas 204 een axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 aangebracht. In de weergegeven gemonteerde en gekoppelde toestand strekt dit axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 zich axiaal uit volgens de rotatieas 20 vanaf het snelspansysteem 210 doorheen een opening of holte 13 in het tweede been 12 van de vork 10, doorheen de axiale holte van de stationaire wielas 204 tot in de axiale holte van de stationaire kettingwielas 304 waar hij gekoppeld is aan het axiaal stationair, intern koppeldeel 312 van de kettingwielmodule 300. Het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 bevat een as 211 met aan zijn einde nabij het axiaal stationair, intern koppeldeel 312 een vrouwelijk deel voorzien van interne schroefdraad dat op het einde van mannelijk deel 311 van de bout 310 dat het axiaal stationair intern koppeldeel 312 vormt kan geschroefd worden. Het snelspansysteem 210 is op gekende wijze aan het tegenoverliggende einde van deze as 211 van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 aangebracht om zo de schroefbeweging om het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 op het axiaal stationair, intern koppeldeel 312 te schroeven tijdens een koppeloperatie mogelijk te maken. Daarbij kan het koppelen van aan het axiaal stationair, intern koppeldeel 312 geschroefde axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 afgerond worden door middel van een axiaal opspannen van de aaneen geschroefde interne koppeldelen 212, 312 door middel van de klemwerking van de nok van het snelspansysteem 210. Op deze manier worden de wielas 204 en de kettingwielas 304 in de gemonteerde toestand zoals weergegeven in Figuur 1 onderworpen aan een axiale houdkracht en opgespannen tussen de beide benen 12, 14 van de vork 10. De koppeling van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 is selectief, aangezien na het losmaken van het klemelement van het snelspansysteem 210 en het losschroeven van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 van het axiaal stationair, intern koppeldeel 312 door middel van het snelspansysteem 210, beide interne koppeldelen 212, 312 terug kunnen losgekoppeld worden, zoals verder verduidelijkt zal worden aan de hand van Figuur 2. Het is verder duidelijk dat, zoals weergeven het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 een axiale boring bevat die de axiale binnenwand 231 van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 vormt en die groot genoeg is om omheen de wielnaaf 204 en/of de kettingwielnaaf 304 axiaal te kunnen bewegen.As visible in Figure 1, an axially movable, internal coupling part 212 is provided in the axial cavity of the stationary wheel axle 204. In the shown mounted and coupled condition, this axially movable, internal coupling part 212 extends axially along the axis of rotation 20 from the quick-release system 210 through an opening or cavity 13 in the second leg 12 of the fork 10, through the axial cavity of the stationary wheel axle 204 into the axial cavity of the stationary sprocket shaft 304 where it is coupled to the axially stationary, internal coupling part 312 of the sprocket module 300. The axially movable, internal coupling part 212 comprises a shaft 211 with at its end near the axially stationary, internal coupling part 312 a female part provided with internal thread which can be screwed onto the end of male part 311 of the bolt 310 which forms the axially stationary internal coupling part 312. The quick-release system 210 is arranged in a known manner at the opposite end of this axis 211 of the axially movable, internal coupling part 212 so as to screw the screw movement about the axially movable, internal coupling part 212 onto the axially stationary, internal coupling part 312 during a coupling operation. to make. The coupling of axially movable, internal coupling part 212 screwed to the axially stationary, internal coupling part 312 can be rounded off by means of an axial clamping of the screwed together internal coupling parts 212, 312 by means of the clamping action of the cam of the quick-release system 210. In this way the wheel axle 204 and the sprocket axle 304 in the mounted condition as shown in Figure 1 are subjected to an axial holding force and tensioned between the two legs 12, 14 of the fork 10. The coupling of the axially movable, internal coupling part 212 is selective, since after loosening the clamping element from the quick clamping system 210 and unscrewing the axially movable, internal coupling part 212 from the axially stationary, internal coupling part 312 by means of the quick clamping system 210, both internal coupling parts 212, 312 can be disconnected, as will be further clarified with reference to Figure 2. It is furthermore clear that, like The axially movable rotatable coupling part 230 comprises an axial bore which forms the axial inner wall 231 of the axially movable rotatable coupling part 230 and which is large enough to be able to move axially around the wheel hub 204 and / or the sprocket hub 304.

Eveneens zichtbaar in Figuur 1 is dat de wielmodule 200 een op de wielas 204 gelagerde wielnaaf 202 bevat. Deze roteerbare wielnaaf 202 wordt op gekende wijze door middel van kogellagers 206, of een andere geschikte lagersysteem, op de wielnaaf 202 roteerbaar gelagerd, en is gevormd als een holle naaf die coaxiaal aan de wielas 204 verloopt voor rotatie rondom de rotatieas 20 in de gemonteerde toestand. Zoals zicht baar is aan de zijde nabij de kettingwielmodule 300 aan de wielnaaf 202 een axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 aangebracht. Dit axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel 230 is in Figuur 1 getoond in een gekoppelde positie waarbij het gekoppeld is aan het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330. Zoals verduidelijkt aan de hand van bijvoorbeeld Figuren 8 - 11, bevat dit axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 aan de tegenoverliggende zijde van het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330 en vice versa een overeenkomstige axiale vertanding of splines 234; 334 geconfigureerd om in deze gekoppelde positie in elkaar in te grijpen zodat een aandrijfkoppel kan worden overgebracht. Volgens de weergegeven uitvoeringsvorm is het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 via een vrijloopkoppeling 232 aan de wielnaaf 202 aangebracht. Het is duidelijk dat volgens alternatieve uitvoeringsvormen, bijvoorbeeld wanneer het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330 door middel van een vrijloopkoppeling aan de kettingwielnaaf 302 is bevestigd, het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 ook via andere middelen aan de wielnaaf 202 kan worden aangebracht, bijvoorbeeld via een geschikte axiale vertanding of splines die ingrijpen in overeenkomstige axiale vertandingen of splines aangebracht aan de binnenwand van de axiale holte van de wielnaaf 202 nabij de zijde van de kettingwielmodule 300 gelijkaardig als gekend uit bijvoorbeeld EP1213158. Zoals verder zal verduidelijkt worden aan de hand van Figuur 2 kan het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 axiaal bewogen worden van de gekoppelde positie weergegeven in Figuur 1 naar de ontkoppelde positie weergegeven in Figuur 2 om op deze wijze selectief gekoppeld te worden aan het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330. Het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 en het roteerbaar koppeldeel 330 kunnen door middel van deze relatieve axiale beweging aan de tegenoverliggende zijde respectievelijk selectief gekoppeld en ontkoppeld worden voor het overbrengen van een aandrijfkoppel door middel van de overeenkomstige axiale vertanding 234, 334 die in de gekoppelde positie in elkaar in te grijpen. Om deze axiale beweging mogelijk te maken bevat de wielmodule 200 verder een axiale koppeling 240 die zich uitstrekt doorheen de stationaire wielas 204 en die geconfigureerd is om de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 selectief over te brengen op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230. Volgens de weergegeven uitvoeringsvorm wordt deze axiale koppeling 240 gevormd door een aantal kogels 242 die in een overeenkomstig axiale sleuven 208 in de stationaire wielas 204 zijn aangebracht. In Figuur 1 zijn twee kogels en een overeenkomstig aantal sleuven zichtbaar. In Figuren 6 en 7 is een variante uitvoeringsvorm van de stationaire wielas 204 weergegeven met drie sleuven voor een overeenkomstig aantal kogels 242. Zoals weergegeven worden de sleuven 208 bij voorkeur uniform verdeeld over de radiale omtrek van de stationaire wielas 204 om een stabiele axiale koppeling 240 te realiseren. Er zijn echter variante uitvoeringsvormen mogelijk waarbij minstens één van dergelijke axiale sleuven in de stationaire wielas 204 zijn aangebracht en de axiale koppeling gevormd wordt door minstens één overeenkomstige kogels 242 die in deze sleuven 208 worden aangebracht. Zoals zichtbaar strekken de kogels 242 volgens dit uitvoeringsvoorbeeld zich radiaal uit; doorheen de respectievelijke axiale sleuf 208, tussen de axiale buitenwand van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 en de axiale binnenwand 231 van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230. Zoals zichtbaar in Figuur 1 en meer in detail weergegeven in Figuren 9 tot 11 bevat de het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 een baan 236 rondom het axiaal binnenoppervlak 231 met een uitsparing met een kromming die geschikt is voor het lageren van de kogel 242, zodat bij een axiale beweging van de kogel 242 deze beweging wordt overgebracht op het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel 230 en vice versa. De kogels 242 die de axiale koppeling 240 vormen maken het mogelijk om het axiaal beweegbare, roteerbaar koppeldeel 230 selectief axiaal te koppelen aan het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 gedurende een gedeelte van zijn axiaal bewegingstraject tussen de gekoppelde positie zoals weergegeven in Figuur 1 en de ontkoppelde positie zoals weergegeven in Figuur 2. Dit is mogelijk aangezien de axiale koppeling 240 zo geconfigureerd is dat het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 vanaf een ontkoppelde positie zoals weergegeven in Figuur 2 in de richting van het eerste been 14 naar een gekoppelde positie, waarbij zoals weergegeven in Figuur 1 het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 volledig gekoppeld is met het axiaal stationair, intern koppeldeel 312, en vice versa, niet volledig wordt overgebracht op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230. Zoals weergegeven strekken de axiale sleuven 208 in de stationaire wielas zich axiaal uit vanaf een eindpunt 208B het dichtst bij het tweede been 12 tot een eindpunt 208A nabij de stationaire kettingwielas 304 van de kettingwielmodule 300. Bijkomend bevat, zoals weergegeven de wielmodule 200 verder een axiale voorspanner 250, volgens deze uitvoeringsvorm in de vorm van een drukveer 250, die het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 en daarmee ook de kogels 242 axiaal voorspant naar een aanslag die de beweging van de axiale koppeling 240 begrenst in de richting van het eerste been 14. Deze aanslag wordt volgens dit uitvoeringsvoorbeeld gevormd door dit eindpunt 208A van de sleuven 208, die de beweging van de kogels 242, in de richting van het eerste been 14 begrenst. Zoals weergegeven in Figuur 1, bevindt het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 zich dan in de gekoppelde positie met het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330. In deze gekoppelde positie wordt door de drukveer 250 op het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel 230 een axiale koppelkracht uitgeoefend die niet wordt overgedragen naar de wielnaaf 202 en de kettingwielnaaf 302 en dus hun de lagers 206, 306 niet axiaal belast waardoor het risico op een verhoogde weerstand wordt vermeden. Dit betekent dat de roteerbare koppeldelen 230 en 330 geen axiale kracht uitoefenen op de wielnaaf 202 en de kettingwielnaaf 302 die een bepaalde koppelkracht-drempelwaarde overschrijdt. In de gekoppelde positie en gemonteerde toestand zoals weergegeven in Figuur 1 wordt op de stationaire wielas 204 en de stationaire kettingwielas 304 door het axiaal beweegbaar intern koppeldeel 212 en het stationair, intern koppeldeel 312 een resulterende axiale houdkracht uitgeoefend die een houdkracht-drempelwaarde overschrijdt zodat een hoge buigstijfheid van de modulaire fietsnaaf 100 kan gegarandeerd worden. Het is duidelijk dat daarbij de koppelkracht-drempelwaarde lager is dan de houdkracht-drempelwaarde en bij voorkeur een factor 10 tot 100 lager. Dit wordt volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld gerealiseerd doordat in deze gekoppelde positie de axiale koppeling 240 het axiaal beweegbaar intern koppeldeel 212 volledig axiaal ontkoppeld is van het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel 230. Zoals zichtbaar bevinden de kogels 242 zich in deze toestand op een loopvlak 214 tussen twee radiale eindvlakken 214A en 214B van een axiaal bereik van de as 211 van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212, waarbij het duidelijk is dat dit axiaal beweegbaar intern koppeldeel 212 op deze wijze geen axiale krachten uitoefent op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 door middel van de axiale koppeling 240. In deze toestand is het axiaal beweegbaar intern koppeldeel 212 dus door de axiale koppeling 240 axiaal ontkoppeld van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230. De axiale koppeling 240 maakt het op deze manier mogelijk om vanaf de gekoppelde positie in Figuur 1, het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 los te schroeven van het axiaal stationair intern koppeldeel 312 na het verwijderen van de klemverbinding van de snelspankoppeling 210 en een eerste deel van zijn axiaal bewegingstraject naar de volledig ontkoppelde positie weergegeven in Figuur 2 af te leggen afzonderlijk van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230. Het radiaal vlak 214A dat het deel het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 begrenst, vormt een radiale aanslag 214A, die zich in de gekoppelde toestand axiaal tussen het eindpunt 208A en het eerste been 14 bevindt. Zodra bij het afleggen van het axiale bewegingstraject van het koppeldeel 212 van de gekoppelde positie naar de ontkoppelde positie in de richting van het tweede been 12, deze radiale aanslag 214A zich axiaal voorbij dit eindpunt 208A beweegt, zullen de kogels 242 door deze radiale aanslag 214A worden meegenomen in de richting van het tweede been 12 zodat tijdens dit deel van het bewegingstraject de axiale koppeling 240 beide axiaal beweegbare koppeldelen 212 en 230 dus axiaal koppelt, terwijl in het voorgaande deel van het bewegingstraject de axiale koppeling 240 beide axiaal beweegbare koppeldelen 212 en 230 niet axiaal koppelt en daarmee dus een selectieve axiale koppeling realiseert. Zodra dit axiaal bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 van de gekoppelde positie weergegeven in Figuur 1 naar de volledig ontkoppelde positie weergegeven in Figuur 2, dit wil zeggen volgens de richting B, zullen alle axiaal beweegbare koppeldelen 212, 230 van de wielmodule 200 axiaal verwijderd zijn uit de kettingwielmodule 300 en kan zoals weergegeven in Figuur 3 de wielmodule 200 afzonderlijk verwijderd worden via de opening 13 in het been 12 volgens de radiale richting D dwars op de rotatieas 200, terwijl de kettingwielmodule 300 op het eerste been 14 van de vork 10 kan bevestigd blijven. Het is duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen van de axiale koppeling mogelijk zijn die werkzaam zijn om het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 vanaf de gekoppelde positie in de richting van het tweede been 12 naar een ontkoppelde positie, maar gedeeltelijk over te brengen op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 zodat tijdens dit gedeelte van het bewegingstraject het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 eveneens bewogen wordt naar een ontkoppelde positie waarbij het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 ontkoppeld is van het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330.Also visible in Figure 1 is that the wheel module 200 comprises a wheel hub 202 mounted on the wheel axle 204. This rotatable wheel hub 202 is rotatably mounted on the wheel hub 202 in a known manner by means of ball bearings 206, or another suitable bearing system, and is formed as a hollow hub which coaxially extends to the wheel shaft 204 for rotation around the axis of rotation 20 in the mounted status. As can be seen, an axially movable, rotatable coupling part 230 is arranged on the side near the sprocket module 300 on the wheel hub 202. This axially movable rotatable coupling part 230 is shown in Figure 1 in a coupled position where it is coupled to the axially stationary, rotatable coupling part 330. As clarified with reference to, for example, Figs. 8-11, it comprises axially movable, rotatable coupling part 230 on the opposite side of the axially stationary, rotatable coupling part 330 and vice versa a corresponding axial toothing or splines 234; 334 configured to interfere in this coupled position so that a driving torque can be transmitted. According to the embodiment shown, the axially movable, rotatable coupling part 230 is arranged on the wheel hub 202 via a freewheel coupling 232. It is clear that according to alternative embodiments, for example when the axially stationary, rotatable coupling part 330 is attached to the sprocket hub 302 by means of a freewheel coupling, the axially movable, rotatable coupling part 230 can also be arranged on the wheel hub 202 via other means, e.g. a suitable axial toothing or splines that engage in corresponding axial teeth or splines arranged on the inner wall of the axial cavity of the wheel hub 202 near the side of the sprocket module 300 similar as known from, for example, EP1213158. As will be further explained with reference to Figure 2, the axially movable, rotatable coupling part 230 can be moved axially from the coupled position shown in Figure 1 to the uncoupled position shown in Figure 2 to be selectively coupled to the axially stationary in this way , rotatable coupling part 330. The axially movable, rotatable coupling part 230 and the rotatable coupling part 330 can be selectively coupled and uncoupled by means of this relative axial movement on the opposite side for transmitting a driving torque by means of the corresponding axial toothing 234, 334 to intervene in the coupled position. To make this axial movement possible, the wheel module 200 further includes an axial coupling 240 which extends through the stationary wheel axle 204 and which is configured to selectively transfer the axial movement of the axially movable, internal coupling part 212 to the axially movable, rotatable coupling part 230. According to the embodiment shown, this axial coupling 240 is formed by a number of balls 242 which are arranged in a corresponding axial slots 208 in the stationary wheel axle 204. Figure 1 shows two balls and a corresponding number of slots. In Figures 6 and 7, a variant embodiment of the stationary wheel axle 204 is shown with three slots for a corresponding number of balls 242. As shown, the slots 208 are preferably uniformly distributed over the radial circumference of the stationary wheel axle 204 about a stable axial coupling 240 to realise. However, variant embodiments are possible in which at least one of such axial slots is provided in the stationary wheel axle 204 and the axial coupling is formed by at least one corresponding balls 242 arranged in these slots 208. As can be seen, the balls 242 according to this exemplary embodiment extend radially; through the respective axial slot 208, between the axial outer wall of the axially movable, internal coupling part 212 and the axial inner wall 231 of the axially movable, rotatable coupling part 230. As visible in Figure 1 and shown in more detail in Figures 9 to 11, the the axially movable, rotatable coupling part 230 has a path 236 around the axially inner surface 231 with a recess with a curvature suitable for bearing the ball 242, so that during an axial movement of the ball 242 this movement is transferred to the axially movable rotatable coupling part 230 and vice versa. The balls 242 forming the axial coupling 240 make it possible to selectively connect the axially movable, rotatable coupling part 230 to the axially movable, internal coupling part 212 during a portion of its axial movement path between the coupled position as shown in Figure 1 and the disengaged position as shown in Figure 2. This is possible since the axial coupling 240 is configured such that the axial travel path of the axially movable, internal coupling part 212 from a disengaged position as shown in Figure 2 in the direction of the first leg 14 to a coupled position, wherein as shown in Figure 1, the axially movable, internal coupling part 212 is fully coupled to the axially stationary, internal coupling part 312, and vice versa, is not fully transferred to the axially movable, rotatable coupling part 230. As shown, the axial slots 208 in the stationary wheel axle extend axially from an end point 208B closest to the second leg 12 to an end point 208A near the stationary sprocket shaft 304 of the sprocket module 300. Additionally, as shown, the wheel module 200 further includes an axial pre-tensioner 250, according to this embodiment in the form of a compression spring 250, which the axially movable, rotatable coupling part 230 and thus also the balls 242 are axially biased towards a stop that limits the movement of the axial coupling 240 in the direction of the first leg 14. According to this exemplary embodiment, this stop is formed by this end point 208A of the slots 208, which limits the movement of the balls 242, in the direction of the first leg 14. As shown in Figure 1, the axially movable, rotatable coupling part 230 is then in the coupled position with the axially stationary, rotatable coupling part 330. In this coupled position, the compression spring 250 exerts an axial coupling force on the axially movable rotatable coupling part 230. is not transferred to the wheel hub 202 and the sprocket hub 302 and thus does not axially load the bearings 206, 306 thereby avoiding the risk of increased resistance. This means that the rotatable coupling parts 230 and 330 do not exert any axial force on the wheel hub 202 and the sprocket hub 302 that exceeds a certain torque force threshold value. In the coupled position and mounted condition as shown in Figure 1, a resultant axial holding force is exerted on the stationary wheel shaft 204 and the stationary sprocket shaft 304 by the axially movable internal coupling part 212 and the stationary internal coupling part 312 so that a holding force threshold value exceeds a holding force threshold value. high bending stiffness of the modular bicycle hub 100 can be guaranteed. It is clear that the torque force threshold value is lower than the holding force threshold value and preferably a factor 10 to 100 lower. This is achieved according to the exemplary embodiment shown in that in this coupled position the axial coupling 240, the axially movable internal coupling part 212, is completely axially decoupled from the axially movable rotatable coupling part 230. As can be seen, the balls 242 are located on a running surface 214 between two radial end faces 214A and 214B of an axial region of the axis 211 of the axially movable internal coupling part 212, it being understood that this axially movable internal coupling part 212 exerts no axial forces on the axially movable, rotatable coupling part 230 by means of of the axial coupling 240. In this condition, the axially movable internal coupling part 212 is thus axially decoupled by the axial coupling 240 from the axially movable, rotatable coupling part 230. The axial coupling 240 makes it possible in this way to move from the coupled position in Figure 1, the axially movable, internal coupling part 212 screws of the axially stationary internal coupling part 312 after removal of the clamp connection from the quick-release coupling 210 and a first part of its axial travel path to be completely disconnected from the position shown in Figure 2 separately from the axially movable, rotatable coupling part 230. The radial plane 214A that defines the axially movable, internal coupling part 212, forms a radial stop 214A, which in the coupled state is axially located between the end point 208A and the first leg 14. As soon as the axial movement path of the coupling part 212 is covered from the coupled position to the uncoupled position in the direction of the second leg 12, as soon as this radial stop 214A moves axially beyond this end point 208A, the balls 242 will pass through this radial stop 214A are carried along in the direction of the second leg 12 so that during this part of the movement path the axial coupling 240 thus couples both axially movable coupling parts 212 and 230, while in the preceding part of the movement path the axial coupling 240 both axially movable coupling parts 212 and 230 does not axially couple and thus realizes selective axial coupling. As soon as this axially moving path of the axially movable, internal coupling part 212 from the coupled position shown in Figure 1 to the fully decoupled position shown in Figure 2, i.e. in the direction B, all the axially movable coupling parts 212, 230 of the wheel module 200 are axially removed from the sprocket module 300 and, as shown in Figure 3, the wheel module 200 can be separately removed via the opening 13 in the leg 12 in the radial direction D transversely of the axis of rotation 200, while the sprocket module 300 on the first leg 14 of the fork 10 can remain attached. It is clear that alternative embodiments of the axial coupling are possible which are operative to transfer the axial movement path of the axially movable, internal coupling part 212 from the coupled position in the direction of the second leg 12 to a disengaged position, but in part to the axially movable, rotatable coupling part 230 so that during this part of the movement path the axially movable, rotatable coupling part 230 is also moved to a disengaged position wherein the axially movable, rotatable coupling part 230 is disengaged from the axially stationary, rotatable coupling part 330.

Figuren 12 en 13 tonen een detail nabij de axiale koppeling 240 van een alternatieve uitvoeringsvorm van de modulaire fietsnaaf 100 gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm weergegeven in Figuren 1 tot 3. Gelijkaardige elementen worden met dezelfde referenties aangeduid en functioneren gelijkaardig zoals hierboven beschreven. Het grootste onderscheid met de uitvoeringsvorm uit Figuur 1 betreft de radiale aanslag 214A die in dit geval gevormd wordt door een radiaal vlak dat uitsteekt vanaf de binnenwand van de roteerbare wielnaaf naar binnen in zijn axiale holte en daarmee het eerste deel van het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 van de ontkoppelde positie weergegeven in Figuur 12 naar de gekoppelde positie weergegeven in Figuur 13 begrenst. De radiale aanslag 214A zorgt er namelijk voor dat zodra het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel 230 zijn gekoppelde positie bereikt de axiale koppeling met het radiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 wordt opgeheven door de axiale koppeling 240, en tijdens het daaropvolgend deel van het bewegingstraject het radiaal beweegbaar intern koppeldeel 212 afzonderlijk verder kan bewegen naar zijn gekoppelde positie weergegeven in Figuur 13.Figures 12 and 13 show a detail near the axial coupling 240 of an alternative embodiment of the modular bicycle hub 100 similar to the embodiment shown in Figures 1 to 3. Similar elements are designated with the same references and function similarly as described above. The biggest difference with the embodiment from Figure 1 relates to the radial stop 214A which in this case is formed by a radial plane that protrudes from the inner wall of the rotatable wheel hub inwards into its axial cavity and thus the first part of the axial travel path of the limits axially movable, internal coupling part 212 from the uncoupled position shown in Figure 12 to the coupled position shown in Figure 13. Namely, the radial stop 214A ensures that as soon as the axially movable rotatable coupling part 230 reaches its coupled position, the axial coupling with the radially movable, internal coupling part 212 is canceled by the axial coupling 240, and the radially movable during the subsequent part of the movement path internal coupling part 212 can separately move further to its coupled position shown in Figure 13.

Figuur 14 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de roteerbare koppeldelen 230 en 330. In tegenstelling tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen is de overeenkomstige vertanding 234, 334 niet volledig uitgelijnd met de axiale richting volgens de rotatieas 20, ze bevat echter wel een axiale component die voldoende is om toe te laten dat bij een relatieve axiale beweging van de roteerbare koppeldelen 230 en 330 de overeenkomstige vertanding 234 in of uit elkaar kan schuiven. Zoals weergegeven is de overeenkomstige vertanding 234, 334 daarvoor bijkomend onder een bepaalde hoek ten opzichte van de axiale richting aangebracht, bijvoorbeeld in het bereik van 3° tot 30°. Daarbij wordt ervoor zorg gedragen dat, bij het overbrengen van een aandrijfkoppel van de kettingwielmodule 300 naar de wielmodule 200 in de gekoppelde positie van de roteerbare koppeldelen 230, 330 er een axiale krachtcomponent ontstaat die het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 in de richting van het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel 330 dwingt om zo een robuuste aandrijfkoppeling tussen de kettingwielmodule 300 en de wielmodule 200 te garanderen. Bijkomend kan zoals weergegeven eveneens overeenkomstig conische omtreksoppervlakken 233, 333 worden aangebracht zodat de axiale uitlijning en de robuustheid van de aandrijfkoppeling door middel van de roteerbare koppeldelen 230, 330 verder wordt verbeterd. Bovendien kunnen deze conische vlakken verder bijdragen aan het tot stand brengen van een voldoende groot contactvlak, dat op basis van wrijving de conische omtreksoppervlakken 233, 333 aan elkaar koppelt zodat ze assisteren bij het overbrengen van het aandrijfkoppel. Deze koppeling op basis van onderlinge wrijving van de conische omtreksoppervlakken 233, 333 kan nog verder verhoogd worden door middel van wrijvingsverhogende elementen die worden aangebracht op de conische omtreksoppervlakken 233, 333, zoals bijvoorbeeld een verhoogde oppervlakteruwheid, een coating of bekleding met een anti-sliplaag, etc. Tot slot kunnen ook zoals weergegeven overeenkomstige rateltanden 235, 335 aangebracht worden op de radiale contactvlakken van de roteerbare koppeldelen 230, 330, zodat dit kan assisteren bij een losmaken van de conische vlakken door middel van een relatieve rotatie volgens een rotatierichting tegenovergesteld aan de rotatierichting waarbij het aandrijfkoppel wordt overgebracht.Fig. 14 shows an alternative embodiment of the rotatable coupling parts 230 and 330. In contrast to the embodiments described above, the corresponding toothing 234, 334 is not fully aligned with the axial direction along the axis of rotation 20, but it does contain an axial component that is sufficient to permit relative axial movement of the rotatable coupling members 230 and 330 to slide the corresponding toothing 234 in or out. As shown, the corresponding toothing 234, 334 for that purpose is additionally arranged at a certain angle with respect to the axial direction, for example in the range of 3 ° to 30 °. Care is thereby taken that when transferring a driving torque from the sprocket module 300 to the wheel module 200 in the coupled position of the rotatable coupling parts 230, 330, an axial force component is formed which causes the axially movable, rotatable coupling part 230 in the direction of the axially stationary, rotatable coupling part 330 urges to ensure a robust drive coupling between the sprocket module 300 and the wheel module 200. Additionally, as shown, conical circumferential surfaces 233, 333 can also be provided so that the axial alignment and robustness of the drive coupling is further improved by means of the rotatable coupling parts 230, 330. In addition, these conical surfaces can further contribute to the creation of a sufficiently large contact surface which, on the basis of friction, couples the conical peripheral surfaces 233, 333 together so that they assist in transmitting the driving torque. This coupling based on mutual friction of the conical circumferential surfaces 233, 333 can be further increased by means of friction-increasing elements which are applied to the conical circumferential surfaces 233, 333, such as, for example, an increased surface roughness, a coating or coating with an anti-slip layer. Finally, corresponding ratchet teeth 235, 335 can also be arranged on the radial contact surfaces of the rotatable coupling parts 230, 330, so that this can assist in releasing the conical surfaces by means of a relative rotation in a direction of rotation opposite to the direction of rotation at which the driving torque is transmitted.

Figuur 15 toont een uitvoeringsvorm van een vork 10 van een fiets die geschikt is voor het monteren van de modulaire fietsnaaf 100, gelijkaardig aan de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, tussen een eerste been 14 en tweede been 12. Deze vork 10 maakt, zoals weergegeven gebruik van verwijderbare of verwisselbare uitvalpads 112, 114 om de modulaire fietsnaaf 100 te bevestigen aan de vork 10. Het uitvalpad 112 van het tweede been 12 maakt, zoals zichtbaar gebruik van een gebruikelijke uitvalsleuf 113, die toelaat om de wielmodule 200 van de fietsnaaf 100 afzonderlijk te verwijderen gelijkaardig zoals weergegeven in Figuren 2 en 3. Zoals eveneens weergegeven in Figuren 2 en 3 kan de kettingwielmodule 300 bevestigd blijven aan het eerste been 14 van de vork. Volgens de weergegeven uitvoeringsvorm in Figuur 15, kan dit gerealiseerd worden door middel van een uitvalpad 114, dat zoals weergeven in plaats van een uitvalsleuf een geschikte boring 115 bevat, waarin bijvoorbeeld interne schroefdraad is voorzien voor het inschroeven van bijvoorbeeld een overeenkomstig mannelijk schroefelement dat aan de stationaire kettingwielas bevestigd is. Dergelijke combinatie van verwijderbare uitvalpads 112, 114 laat toe om de modulaire fietsnaaf 100 makkelijk aan te brengen op bestaande fietskaders.Figure 15 shows an embodiment of a fork 10 of a bicycle suitable for mounting the modular bicycle hub 100, similar to the embodiments described above, between a first leg 14 and second leg 12. This fork 10 uses, as shown, removable or interchangeable dropouts 112, 114 for attaching the modular bicycle hub 100 to the fork 10. The dropout 112 of the second leg 12 makes use, as visibly, of a conventional dropout slot 113, which allows to separate the wheel module 200 of the bike hub 100 remove similarly as shown in Figures 2 and 3. As also shown in Figures 2 and 3, the sprocket module 300 can remain attached to the first leg 14 of the fork. According to the embodiment shown in Figure 15, this can be realized by means of a drop-out path 114 which, as shown, comprises a suitable bore 115 instead of a drop-out slot, in which for instance internal screw thread is provided for screwing in, for example, a corresponding male screw element the stationary sprocket axle is attached. Such a combination of removable drop-down pads 112, 114 allows easy mounting of the modular bicycle hub 100 on existing bicycle frames.

Figuur 16B toont een aanzicht gelijkaardig aan Figuur 8 van een variante uitvoeringsvorm van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 en gelijke onderdelen werden met gelijkaardige referenties aangeduid. Zoals weergegeven bevat volgens deze uitvoeringsvorm het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 een vrijloopmodule 230A die de vrijloopkoppeling 232 bevat en een vertandingsmodule 230C die axiale vertanding 234 bevat. De vertandingsmodule 230C kan zoals weergegeven axiaal op de vrijloopmodule 230A worden aangebracht zodat dit in hun samengestelde toestand een gelijkaardig geheel oplevert zoals weergegeven in Figuren 8 tot 11. Hiervoor kunnen beide modules aan de tegenoverliggende zijde voorzien zijn van geschikte complementaire verbindingsmiddelen zoals bijvoorbeeld complementaire schroefdraad 238A, 238Cvoor een geschikte schroefverbinding. Bij voorkeur wordt in een dergelijk geval de verbindingsmiddelen zo aangebracht dat ze bij het overbrengen van een aandrijfkoppel beide modules 230A en 230C axiaal naar elkaar toe dwingen. Het is verder duidelijk, zoals weergegeven, dat beide modules 230A, 230C een in de samengestelde toestand aaneensluitende axiale holte 231A, 231C bevatten, die zoals weergegeven in Figuren 1 tot 3 toelaat om de wielnaaf 204 in te brengen. Verder is ook de baan 236 rondom het axiaal binnenoppervlak 231A voor het lageren van de kogels 242 zichtbaar. Figuur 16A toont verder een linker zijaanzicht van de vrijloopmodule 230A en Figuur 16C toont verder een linker zijaanzicht van de vertandingsmodule 230C. De afzonderlijke modules 230A en 230C kunnen op eenvoudigere wijze worden gefabriceerd dan het samengestelde geheel. - Figuren 17A en 17B tonen een variante uitvoeringsvorm van een wielmodule 200 voor gebruik in een modulaire fietsnaaf 100 gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm weergegeven in Figuren 1 tot 3 en gelijkaardige elementen werden aangeduid met dezelfde referenties. Het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 bevat hier eveneens as 211 die kan bediend worden met een niet weergegeven snelspansysteem, gelijkaardig als hierboven beschreven. Echter aan het einde van de as 211 van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 dat in gemonteerde toestand zich nabij het axiaal stationair, intern koppeldeel 312 van de kettingwielmodule bevindt, is in plaats van een vrouwelijk deel voorzien van interne schroefdraad alternatief een vrouwelijk deel van een bajonetkoppeling 212 voorzien. Zoals zichtbaar bevat dit vrouwelijk deel van de bajonetkoppeling 212 een L vormige sleuf, die op gekende wijze kan samenwerken met een overeenkomstig mannelijk deel 311 van een bajonetkoppeling dat aan het axiaal stationair intern koppeldeel 312 is aangebracht, en radiale pinnen bevat die op gekende wijze in de L vormige sleuf van het vrouwelijk deel 212 van de bajonetkoppeling 212 kunnen worden ingebracht voor het tot stand brengen van een koppeling tussen de interne koppeldelen 212, 312. Het snelspansysteem 210 zal dan op gelijkaardige wijze als bij de schroefverbinding tussen de interne koppeldelen 212, 312 in staat zijn om een houdkracht te genereren waardoor de interne koppeldelen 212, 312 de wielas 204 en de kettingwielas 304 aan hun tegenoverliggende contactvlak axiaal aan elkaar koppelen. Zoals weergegeven bevat het binnenvlak van de wielas 204 verder een radiaal naar binnen projecterende stop 207, die bijvoorbeeld kan uitgevoerd worden als een axiale boring met een geringere diameter dan de nabij liggende delen van de axiale holte van de wielas 204. Deze stop 207 begrenst het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 tussen de gekoppelde positie, zoals weergegeven in Figuur 17A en de ontkoppelde positie, zoals weergegeven in Figuur 17B. Bijkomend bevat de wielnaaf 200 een voorspanelement 213 in de vorm van een drukveer 213 die samen werkt met de wielas 204 om het axiaal beweegbare, intern koppeldeel 212 voor te spannen in de richting van de ontkoppelde toestand zoals weergegeven in Figuur 17. Zoals weergegeven wordt dit gerealiseerd doordat deze drukveer 213 aangebracht is tussen de stop 207 en een radiaal vlak van de as 211 van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel aan de zijde van het spansysteem, en dus aan de zijde tegenover de wiel module 300. Hierdoor wordt bij een ontkoppelingsoperatie, na het wegnemen van de houdkracht van het snelspansysteem, en het daaropvolgend loskoppelen van de bajonetkoppeling, automatisch, door middel van de drukveer 213 het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212, van de gekoppelde positie uit Figuur 17A naar de ontkoppelde positie weergegeven in Figuur 17 bewogen, totdat het radiaal vlak van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 nabij het loopvlak 214 voor de kogels 242 aanleunt tegen de stop 207 van de wielas 204. Tijdens een koppelingsoperatie kan een gebruiker dan, door middel van het niet weergegeven snelspansysteem, de kracht van de drukveer 213 overwinnen en het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 terug naar de positie weergegeven in Figuur 17 bewegen waarbij het vrouwelijk deel van de bajonetkoppeling van het axiaal beweegbaar intern koppeldeel 212 zal aanleunen tegen mannelijk deel van de bajonetkoppeling van het axiaal stationair intern koppeldeel 312, Na het tot stand brengen van de koppeling van de interne koppeldelen 212, 312, door middel van de bajonetkoppeling kan dan door middel van het klemsysteem van het snelspansysteem de houdkracht op de wielas 204 en de kettingwielas 304 worden aangebracht. Het voorspannen van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 naar de ontkoppelde positie is voordelig, aangezien, dit zoals weergegeven er voor zorgt dat tijdens een ontkoppelingsoperatie, automatisch, snel en moet grote betrouwbaarheid, niet alleen de axiaal beweegbare interne as 212, maar ook, door middel van de axiale koppeling, via de kogels 242, het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 naar de ontkoppelde positie worden bewogen. Dit laat een snel en betrouwbaar afzonderlijk verwijderen van de wielmodule 200 in gemonteerde toestand in de vork 10 van een fiets 1 toe.Fig. 16B shows a view similar to Fig. 8 of a variant embodiment of the axially movable, rotatable coupling part 230 and similar parts were designated with similar references. As shown, according to this embodiment, the axially movable, rotatable coupling member 230 includes a freewheel module 230A that includes the freewheel clutch 232 and a toothing module 230C that includes axial teeth 234. The toothing module 230C can be arranged axially on the freewheel module 230A as shown, so that in their assembled state it produces a similar whole as shown in Figures 8 to 11. For this purpose, both modules can be provided on the opposite side with suitable complementary connecting means such as, for example, complementary screw thread 238A. 238C for a suitable screw connection. In such a case, the connecting means are preferably arranged such that, when transmitting a driving torque, they force both modules 230A and 230C axially towards each other. It is further apparent, as shown, that both modules 230A, 230C have an axial cavity 231A, 231C contiguous in the assembled state, which as shown in Figures 1 to 3 allows the wheel hub 204 to be inserted. Furthermore, the web 236 is also visible around the axial inner surface 231A for bearing the balls 242. Figure 16A further shows a left side view of the freewheel module 230A and Figure 16C further shows a left side view of the toothing module 230C. The individual modules 230A and 230C can be manufactured in a simpler way than the assembled whole. Figures 17A and 17B show a variant embodiment of a wheel module 200 for use in a modular bicycle hub 100 similar to the embodiment shown in Figures 1 to 3 and similar elements are designated with the same references. The axially movable, internal coupling part 212 here also comprises shaft 211 which can be operated with a quick-release system (not shown), similar to that described above. However, at the end of the shaft 211 of the axially movable, internal coupling part 212 which, in the mounted state, is located near the axially stationary, internal coupling part 312 of the sprocket module, instead of a female part provided with internal screw thread, a female part of a bayonet coupling 212. As can be seen, this female part of the bayonet coupling 212 comprises an L-shaped slot, which can cooperate in a known manner with a corresponding male part 311 of a bayonet coupling which is arranged on the axially stationary internal coupling part 312, and contains radial pins which in known manner. the L-shaped slot of the female part 212 of the bayonet coupling 212 can be inserted to establish a coupling between the internal coupling parts 212, 312. The quick-clamping system 210 will then be similar to the screw connection between the internal coupling parts 212, 312 are capable of generating a holding force whereby the internal coupling parts 212, 312 axially couple the wheel shaft 204 and the sprocket shaft 304 at their opposite contact surface. As shown, the inner surface of the wheel axle 204 further comprises a radially inward projecting stopper 207, which can be designed, for example, as an axial bore with a smaller diameter than the adjacent parts of the axial cavity of the wheel axle 204. This stopper 207 limits the axial movement path of the axially movable, internal coupling part 212 between the coupled position, as shown in Figure 17A and the uncoupled position, as shown in Figure 17B. Additionally, the wheel hub 200 includes a biasing member 213 in the form of a compression spring 213 that cooperates with the wheel axle 204 to bias the axially movable, internal coupling member 212 toward the uncoupled state as shown in Figure 17. As shown, this is realized in that this compression spring 213 is arranged between the stop 207 and a radial surface of the axis 211 of the axially movable, internal coupling part on the side of the tensioning system, and thus on the side opposite the wheel, module 300. As a result, in a disconnection operation, after releasing the holding force of the quick-release system, and subsequently disconnecting the bayonet coupling, the axially movable, internal coupling part 212 is automatically moved by means of the compression spring 213 from the coupled position of Figure 17A to the uncoupled position shown in Figure 17 until the radial surface of the axially movable internal coupling part 212 adjacent the tread 214 for the balls 242 leans against the stop 207 of the wheel axle 204. During a coupling operation, a user can then, by means of the quick-tensioning system (not shown), overcome the force of the compression spring 213 and move the axially movable, internal coupling part 212 back to the position shown in Figure 17. wherein the female part of the bayonet coupling of the axially movable internal coupling part 212 will rest against male part of the bayonet coupling of the axially stationary internal coupling part 312, After establishing the coupling of the internal coupling parts 212, 312, by means of the Bayonet coupling can then be applied to the wheel axle 204 and the sprocket axle 304 by means of the clamping system of the quick-release system. Pre-tensioning the axially movable internal coupling part 212 to the decoupled position is advantageous, since, as shown, this ensures that during a decoupling operation, automatic, fast and must have great reliability, not only the axially movable internal axis 212, but also, by means of the axial coupling, via the balls 242, the axially movable, rotatable coupling part 230 can be moved to the uncoupled position. This allows a quick and reliable individual removal of the wheel module 200 in the mounted state in the fork 10 of a bicycle 1.

Figuur 18 toont een variante uitvoeringsvorm van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel met een aantal kenmerken gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm weergegeven in Figuur 14. Figuur 18 toont een axiaal aanzicht gezien vanaf de zijde van de kettingwielmodule 300. Gelijkaardig als bij Figuur 14 bevat, zoals weergegeven, het roteerbaar koppeldeel 230 eveneens een conisch omtreksoppervlak 233. Zoals duidelijker zichtbaar in het radiale aanzicht van Figuur 19, bevat volgens dit uitvoeringsvoorbeeld, dit conische omtreksoppervlak 233 een axiale vertanding 234. Eveneens zijn zoals weergegeven overeenkomstige rateltanden 235, 335 aangebracht worden op de radiale contactvlakken van de roteerbare koppeldelen 230, 330. Echter hier zorgen, zoals weergegeven de rateltanden 235, 335 voor de koppeling tussen de roteerbare koppeldelen 230, 330, zodat een aandrijfkoppel kan worden overgebracht van de kettingwielnaaf 302 naar de wielnaaf 204 volgens één draairichting en een vrijloopkoppelingsfunctie kan worden gerealiseerd in de andere draairichting die een relatieve rotatie van beide roteerbare koppeldelen toelaat. De axiale vertanding 234, kan assisteren tijdens een koppelingsoperatie, zoals verder in detail zal worden beschreven aan de hand van Figuren 21 tot 23, om de roteerbare koppeldelen 230, 330 en hun respectievelijke rateltanden makkelijk tijdens de radiale beweging tijdens een koppeloperatie langs elkaar te laten bewegen. Het is duidelijk dat Figuur 19 een aanzicht toont waarbij het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 en het overeenkomstig roteerbaar koppeldeel 330 zich in een gekoppelde positie bevinden.Figure 18 shows a variant embodiment of the axially movable, rotatable coupling member with a number of features similar to the embodiment shown in Figure 14. Figure 18 shows an axial view seen from the side of the sprocket module 300. Similar to Figure 14, as shown , the rotatable coupling part 230 also has a conical circumferential surface 233. As is more clearly visible in the radial view of Figure 19, according to this exemplary embodiment, this conical circumferential surface 233 has an axial toothing 234. Similarly, corresponding ratchet teeth 235, 335 are arranged on the radial. contact surfaces of the rotatable coupling parts 230, 330. However, as shown, the ratchet teeth 235, 335 provide the coupling between the rotatable coupling parts 230, 330, so that a driving torque can be transmitted from the sprocket hub 302 to the wheel hub 204 according to one direction of rotation and a freewheel clutch fun ction can be realized in the other direction of rotation that allows a relative rotation of both rotatable coupling parts. The axial toothing 234 can assist during a coupling operation, as will be described in further detail with reference to Figures 21 to 23, to allow the rotatable coupling parts 230, 330 and their respective ratchet teeth to pass each other easily during radial movement during a coupling operation. to move. It is clear that Figure 19 shows a view in which the axially movable, rotatable coupling part 230 and the corresponding rotatable coupling part 330 are in a coupled position.

Figuur 20 toont een perspectief zicht van een variante uitvoeringsvorm van de roteerbare koppeldelen 230, 330, zoals gebruikt in de uitvoeringsvorm van de fietsnaaf 100 weergegeven in Figuren 21 tot 23. Gelijkaardig zoals beschreven met betrekking tot Figuur 19 wordt hier de koppeling tussen de roteerbare koppeldelen 230 en 330 gerealiseerd door overeenkomstige rateltanden 235, 335 op de respectievelijke radiale contactvlakken van de roteerbare koppeldelen 230, 330, om zo een vrijloopkoppeling te realiseren geschikt om een aandrijfkoppel van de kettingwielnaaf 302 over te brengen naar de wielnaaf 202. De axiale vertanding of splines 237, 337 op de buitenomtrek van deze roteerbare koppeldelen 230, 330 dient enkel om in te grijpen in een overeenkomstige axiale vertanding van respectievelijk de wielnaaf 202 en de kettingwielnaaf 302 zoals verder in detail zal worden beschreven aan de hand van Figuren 21 tot 23, om zo een beperkte axiale beweging van de roteerbare koppeldelen mogelijk te maken. De bevestiging van de roteerbare koppeldelen 230, 330 aan de respectievelijke naven 202, 302 kan gelijkaardig zijn als bijvoorbeeld gekend uit EP1121255. Bij voorkeur is de axiale diepte van de axiale vertanding 235, 335 beperkt, bijvoorbeeld tot een maximum van 1mm of 2mm.Figure 20 shows a perspective view of a variant embodiment of the rotatable coupling parts 230, 330, as used in the embodiment of the bicycle hub 100 shown in Figures 21 to 23. Similar as described with respect to Figure 19, the coupling between the rotatable coupling parts is here 230 and 330 realized by corresponding ratchet teeth 235, 335 on the respective radial contact surfaces of the rotatable coupling parts 230, 330, so as to realize a freewheel coupling suitable for transmitting a driving torque from the sprocket hub 302 to the wheel hub 202. The axial teeth or splines 237, 337 on the outer circumference of these rotatable coupling parts 230, 330 only serve to engage a corresponding axial toothing of the wheel hub 202 and the sprocket hub 302 respectively as will be described in further detail with reference to Figures 21 to 23, in order to to allow as little axial movement of the rotatable coupling parts as possible barges. The attachment of the rotatable coupling parts 230, 330 to the respective hubs 202, 302 can be similar to, for example, known from EP1121255. The axial depth of the axial toothing 235, 335 is preferably limited, for example to a maximum of 1 mm or 2 mm.

Figuren 21 tot 23 tonen gelijkaardige aanzichten als Figuren 1 tot 3 van een variante uitvoeringsvorm van een modulaire fietsnaaf 100 die gebruik maakt van de uitvoeringsvorm van de roteerbare koppeldelen uit Figuur 20. Gelijkaardige elementen hebben die een gelijkaardige functie hebben als hierboven beschreven met betrekking tot Figuren 1 tot 3, werden aangeduid met dezelfde referenties. Het axiaal roteerbaar, koppeldeel 230 wordt gelijkaardig als beschreven in Figuren 1 tot 3, voorgespannen door middel van een voorspanelement 250, volgens de weergegeven uitvoeringsvorm in de vorm van een drukveer 250 die samenwerkt met een aanslag 252 aan de wielnaaf 202, in de richting van het overeenkomstig roteerbaar koppeldeel 330 van de wielmodule 300. In tegenstelling tot de uitvoeringsvorm weergegeven in Figuren 1 tot 3, is er geen axiale koppeling 240 die zich uitstrekt doorheen de stationaire wielas 204 om het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 selectief axiaal te koppelen aan het axiaal beweegbare, intern koppeldeel 212. Dit is mogelijk aangezien bij de uitvoeringsvorm van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230 uit Figuur 20, de rateltanden 235 automatisch en slechts een geringe axiale verplaatsing veroorzaken tijdens de radiale beweging van een ontkoppelingsoperatie zoals weergegeven in Figuren 21 tot 23 volgens richting D. Het volstaat daardoor om tijdens een ontkoppelingsoperatie enkel het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 voldoende axiaal te bewegen volgens richting B totdat het verwijderd is uit de kettingwielas 304. Bij voorkeur, is ook het overeenkomstig roteerbaar koppeldeel 330 van de wielnaaf 302 axiaal beweegbaar opgesteld en voorgespannen door middel van een geschikt voorspanelement 350, zoals bijvoorbeeld een geschikte drukveer 350 die aanleunt tegen een gelijkaardige aanslag 352 van de kettingwielnaaf 304, om het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 330 voor te spannen in de richting van het overeenkomstig axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel van de wielnaaf 204. Bij voorkeur zijn beide veren 250, 350 gelijkaardig, zodat de relatieve axiale beweging van de roteerbare koppeldelen 230, 330 tijdens een koppelingsoperatie ongeveer gelijk verdeeld wordt over beide koppeldelen 230, 330. Aangezien ook bij deze uitvoeringsvorm de wielmodule 200 zo geconfigureerd is dat tijdens een koppel- en/of ontkoppeloperatie de axiale beweging van het het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel 212 groter is dan de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel 230, laat dit toe om de wielas 202, en de kettingwielas 302 door middel van de interne koppeldelen 212, 312 en het snelspansysteem axiaal te koppelen met een houdkracht die niet wordt overgebracht op de lagers 206, 306 van de wielmodule 200 en de kettingwielmodule 300 in de gekoppelde toestand zoals weergegeven in Figuur 21. Het laat eveneens toe om de wielmodule 200 eenvoudig te afzonderlijk te verwijderen, zelfs in de gemonteerde toestand tussen vork van een fiets, zoals weergegeven in Figuren 22 en 23. Tot slot bevat de wielas 204 en de kettingwielas 304 ter hoogte van hun nabijgelegen einde elk een respectievelijke stop 205, 305 die het axiale bewegingstraject van de respectievelijke roteerbare koppeldelen 230, 330 in de ontkoppelde positie, zoals weergeven in Figuur 23, begrenst, zodat, naderhand tijdens een koppeloperatie een radiale beweging volgens een richting tegenovergesteld aan richting D om de wielmodule 200 naar de positie weergegeven in Figuur 22 mogelijk blijft waarbij de roteerbare koppeldelen 230, 330 door de werking van hun overeenkomstige rateltanden 235, 335 automatisch langsheen elkaar kunnen bewegen.Figures 21 to 23 show views similar to Figures 1 to 3 of a variant embodiment of a modular bicycle hub 100 using the embodiment of the rotatable coupling members of Figure 20. Have similar elements that have a similar function as described above with regard to Figures 1 to 3, were indicated with the same references. The axially rotatable coupling member 230 becomes similar to that described in Figures 1 to 3, biased by a biasing element 250, according to the illustrated embodiment in the form of a compression spring 250 cooperating with a stop 252 on the wheel hub 202, in the direction of the corresponding rotatable coupling part 330 of the wheel module 300. In contrast to the embodiment shown in Figures 1 to 3, there is no axial coupling 240 which extends through the stationary wheel axle 204 to selectively axially connect the axially movable, rotatable coupling part 230 to the axially movable, internal coupling part 212. This is possible since in the embodiment of the axially movable, rotatable coupling part 230 of Figure 20, the ratchet teeth 235 automatically and only cause a slight axial displacement during the radial movement of a decoupling operation as shown in Figures 21 to 23 according to direction D. It is therefore sufficient at all times In a decoupling operation, only the axially movable, internal coupling part 212 can be moved sufficiently axially according to direction B until it is removed from the sprocket shaft 304. Preferably, the corresponding rotatable coupling part 330 of the wheel hub 302 is also arranged axially movably and prestressed by means of a suitable biasing element 350, such as, for example, a suitable compression spring 350 which rests against a similar stop 352 of the sprocket hub 304, to bias the axially movable, rotatable coupling part 330 in the direction of the corresponding axially movable, rotatable coupling part of the wheel hub 204. At preferably both springs 250, 350 are similar, so that during a coupling operation the relative axial movement of the rotatable coupling parts 230, 330 is distributed approximately equally over both coupling parts 230, 330. Since also in this embodiment the wheel module 200 is configured such that during a coupling - and / or disconnection operation axial movement of the axially movable, internal coupling part 212 is greater than the axial movement of the axially movable, rotatable coupling part 230, allows this about the wheel shaft 202, and the sprocket shaft 302 by means of the internal coupling parts 212, 312 and the quick-release system can be axially coupled with a holding force that is not transmitted to the bearings 206, 306 of the wheel module 200 and the sprocket module 300 in the coupled condition as shown in Figure 21. It also allows easy removal of the wheel module 200 even in the mounted state between the fork of a bicycle, as shown in Figures 22 and 23. Finally, the wheel axle 204 and the sprocket axle 304 each have a respective stop 205, 305 at the height of their adjacent end, which stop the axial movement path of the respective rotatable coupling parts 230 330 in the decoupled position, as shown in Figure 23, so that, afterwards during a coupling operation, a radi All movement in a direction opposite to direction D around the wheel module 200 to the position shown in Figure 22 remains possible, whereby the rotatable coupling parts 230, 330 can move automatically past one another by the action of their corresponding ratchet teeth 235, 335.

Figuur 24 toont een explosietekening van een aantal onderdelen van een uitvoeringsvorm van een modulaire fietsnaaf gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm uit Figuren 21 tot 23, met interne koppeldelen 212 met een bajonetkoppeling gelijkaardig zoals weergegeven in de uitvoeringsvorm van Figuren 17A en 17B. Gelijkaardige elementen worden aangeduid met gelijke referenties en functioneren gelijkaardig zoals hierboven beschreven. Zoals duidelijk zichtbaar worden de roteerbare koppeldelen 230, 330 op hun respectievelijke nabij liggende einde van de wielas 204, en kettingwielas 304 aangebracht en worden daarna de einden van de respectievelijke wielas 204 en kettingwielas 304 vervolledigd door middel van een opschroefbaar stopelement 260, 360, dat de respectievelijke stops 205, 305 bevat. Dit laat een efficiënte samenstelling de respectievelijke modules 200, 300 mogelijk. Zoals verder weergegeven bevatten de respectievelijke radiale contactvlakken van de wielas 204 en de kettingwielas 304 die respectievelijk gevormd worden door de radiale contactvlakken van de respectievelijke opschroefbare stopelementen 260, 360 respectievelijk een complementaire conisch element 262, 362 om de de axiale uitlijning van de wielas 204 en de kettingwielas 304 in de gekoppelde toestand te verfijnen, zoals hierboven reeds vermeld.Figure 24 shows an exploded view of a number of parts of an embodiment of a modular bicycle hub similar to the embodiment of Figures 21 to 23, with internal coupling parts 212 with a bayonet coupling similar as shown in the embodiment of Figures 17A and 17B. Similar elements are indicated with equal references and function similarly as described above. As is clearly visible, the rotatable coupling members 230, 330 are mounted on their respective proximal end of the wheel axle 204, and sprocket axle 304, and then the ends of the respective wheel axle 204 and sprocket axle 304 are completed by means of a screw-on stop element 260, 360, which the respective stops 205, 305. This allows an efficient assembly of the respective modules 200, 300. As further shown, the respective radial contact surfaces of the wheel axle 204 and the sprocket axle 304 which are respectively formed by the radial contact surfaces of the respective screw-on stop elements 260, 360 respectively contain a complementary conical element 262, 362 for the axial alignment of the wheel axle 204 and refine the sprocket shaft 304 in the coupled state, as already mentioned above.

Het spreekt voor zich dat naast de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden tal van alternatieve uitvoeringsvormen en combinaties mogelijk zijn, die onder de beschermingsomvang vallen zoals bepaald door de conclusies.It goes without saying that in addition to the exemplary embodiments described above, numerous alternative embodiments and combinations are possible which fall within the scope of protection as defined by the claims.

Claims (15)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Een modulaire fietsnaaf (100) geconfigureerd om roteerbaar bevestigd te worden tussen een eerste been (14) en een tweede been (12) van een vork (10) van een fiets (1) voor rotatie om een rotatieas (20), de modulaire fietsnaaf (100) bevattende: - een kettingwielmodule (300) die een stationaire kettingwielas (304) en een daarop gelagerde kettingwielnaaf (302) bevat, waarbij in gemonteerde toestand de stationaire kettingwielas (304) bevestigd is aan het eerste been (14) en zich axiaal uitstrekt volgens de rotatieas (20) in de richting van het tweede been (12), de stationaire kettingwielas (304) een daarin aangebrachte axiaal stationair, intern koppeldeel (312) bevattende, en de kettingwielnaaf (302) een daaraan aangebracht roteerbaar koppeldeel (330) bevattende; en - een afzonderlijk verwijderbare wielmodule (200) die een stationaire wielas (204) en een daarop gelagerde wielnaaf (202) bevat, waarbij in gemonteerde toestand de stationaire wielas (204) verwijderbaar bevestigd is aan het tweede been (12) en zich axiaal uitstrekt volgens de rotatieas (20) in de richting van het eerste been (14) tot aan de stationaire kettingwielas (304) van de kettingwielmodule (304), de stationaire wielas (204) een daarin aangebracht, axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) bevattende voor het selectief koppelen aan het axiaal stationair, intern koppeldeel (312), en de wielnaaf (202) een daaraan aangebracht axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230) bevattende voor het selectief koppelen aan het roteerbaar koppeldeel (330), DAARDOOR GEKENMERKT DAT de wielmodule (200) zo geconfigureerd is dat tijdens een koppel- en/of ontkoppeloperatie de axiale beweging van het het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) groter is dan de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230).A modular bicycle hub (100) configured to be rotatably mounted between a first leg (14) and a second leg (12) of a fork (10) of a bicycle (1) for rotation about an axis of rotation (20), the modular bicycle hub (100) comprising: - a sprocket module (300) comprising a stationary sprocket axle (304) and a sprocket hub (302) mounted thereon, the stationary sprocket axle (304) being mounted on the first leg (14) and extending axially along the axis of rotation (20) in the direction of the second leg (12), the stationary sprocket shaft (304) including an axially stationary, internal coupling part (312) disposed therein, and the sprocket hub (302) a rotatable coupling part arranged thereon (330) containing; and - a separately removable wheel module (200) comprising a stationary wheel axle (204) and a wheel hub (202) mounted thereon, the stationary wheel axle (204) being mounted removably on the second leg (12) and extending axially in mounted condition according to the axis of rotation (20) in the direction of the first leg (14) up to the stationary sprocket shaft (304) of the sprocket module (304), the stationary wheel shaft (204) comprising an internally movable internal coupling part (212) arranged therein for selectively coupling to the axially stationary, internal coupling part (312), and the wheel hub (202) comprising an axially movable, rotatable coupling part (230) arranged thereon for selectively coupling to the rotatable coupling part (330), THAT CHARACTERIZED THAT the wheel module (200) is configured such that during a coupling and / or uncoupling operation the axial movement of the internally movable, internal coupling part (212) is greater than the axial movement of the axial b movable, rotatable coupling part (230). 2. Een modulaire fietsnaaf volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de wielmodule (200) verder een axiale koppeling (240) bevat die zich uitstrekt doorheen de stationaire wielas (204) en geconfigureerd is om de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) selectief over te brengen op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230).A modular bicycle hub according to claim 1, characterized in that the wheel module (200) further comprises an axial coupling (240) extending through the stationary wheel axle (204) and configured to control the axial movement of the axially movable, internal coupling part ( 212) selectively transferable to the axially movable, rotatable coupling member (230). 3. Een modulaire fietsnaaf volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de een axiale koppeling (240) zo geconfigureerd is dat het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) vanaf een ontkoppelde positie in de richting van het eerste been (14) naar een gekoppelde positie, waarbij het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) volledig gekoppeld is met het stationair, intern koppeldeel (312), niet volledig wordt overgebracht op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230).A modular bicycle hub according to claim 2, characterized in that the axial coupling (240) is configured such that the axial path of movement of the axially movable, internal coupling part (212) from a decoupled position in the direction of the first leg (14) to a coupled position, wherein the axially movable, internal coupling part (212) is fully coupled to the stationary, internal coupling part (312), is not fully transferred to the axially movable, rotatable coupling part (230). 4. Een modulaire fietsnaaf volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat in de gekoppelde positie: - het axiaal beweegbaar intern koppeldeel (212) en het stationair, intern koppeldeel (312) geconfigureerd zijn zodat ze een resulterende axiale kracht uitoefenen op de stationaire wielas (204) en de stationaire kettingwielas (304) die een houdkracht-drempelwaarde overschrijdt, en - het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel (230) en het roteerbaar koppeldeel (330) geconfigureerd zijn zodat ze geen axiale kracht uitoefenen op de wielnaaf (202) en de kettingwielnaaf (302) die een koppelkracht-drempelwaarde overschrijdt, waarbij de koppelkracht-drempelwaarde lager is dan de houdkracht-drempelwaarde.A modular bicycle hub according to claim 3, characterized in that in the coupled position: - the axially movable internal coupling part (212) and the stationary, internal coupling part (312) are configured to exert a resulting axial force on the stationary wheel axle (204) ) and the stationary sprocket shaft (304) that exceeds a holding force threshold value, and - the axially movable rotatable coupling member (230) and the rotatable coupling member (330) are configured to exert no axial force on the wheel hub (202) and the sprocket hub ( 302) which exceeds a torque force threshold value, the torque force threshold value being lower than the holding force threshold value. 5. Een modulaire fietsnaaf, volgens één of meer van de conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de axiale koppeling zo geconfigureerd is dat het axiale bewegingstraject van het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) vanaf de gekoppelde positie in de richting van het tweede been (12) naar een ontkoppelde positie, waarbij het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) volledig ontkoppeld is van het stationair, intern koppeldeel (312), maar gedeeltelijk wordt overgebracht op het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230) zodat het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230) eveneens bewogen wordt naar een ontkoppelde positie waarbij het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230) ontkoppeld is van het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel (330).A modular bicycle hub, according to one or more of claims 2 to 4, characterized in that the axial coupling is configured such that the axial movement path of the axially movable, internal coupling part (212) from the coupled position in the direction of the second leg (12) to a disengaged position, wherein the axially movable, internal coupling part (212) is fully disengaged from the stationary, internal coupling part (312), but is partially transferred to the axially movable, rotatable coupling part (230) so that the axially movable , rotatable coupling part (230) is also moved to a disengaged position wherein the axially movable, rotatable coupling part (230) is disengaged from the axially stationary, rotatable coupling part (330). 6. Een modulaire fietsnaaf volgens één of meer van de conclusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat: - de stationaire wielas (204) minstens één axiale sleuven (208) bevat; en dat - de axiale koppeling (240), minstens één overeenkomstige kogels (240) bevat, die zich doorheen de respectievelijke axiale sleuf radiaal uitstrekken tussen het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) en het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230), en geconfigureerd zijn om het axiaal beweegbare, roteerbaar koppeldeel (230) selectief axiaal te koppelen aan het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) gedurende een gedeelte van zijn axiaal bewegingstraject tussen de gekoppelde en de ontkoppelde positie.A modular bicycle hub according to one or more of claims 2 to 5, characterized in that: - the stationary wheel axle (204) has at least one axial slots (208); and - the axial coupling (240) including at least one corresponding balls (240) extending radially through the respective axial slot between the axially movable, internal coupling part (212) and the axially movable, rotatable coupling part (230), and be configured to selectively axially couple the axially movable, rotatable coupling member (230) to the axially movable, internal coupling member (212) during a portion of its axial travel path between the coupled and the uncoupled position. 7. Een modulaire fietsnaaf volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de minstens één axiale sleuf (208) zich axiaal uitstrekt tot een eindpunt (208A) nabij de stationaire kettingwielas (304) van de kettingwielmodule (300), en dat de wielmodule (200) verder een axiale voorspanner (250) bevat die geconfigureerd is om via het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230) de minstens één kogel (242) axiaal voor te spannen naar dit eindpunt (208A), waarbij het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230) zich in de gekoppelde positie met het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel (330) bevindt.A modular bicycle hub according to claim 6, characterized in that the at least one axial slot (208) extends axially to an end point (208A) near the stationary sprocket axle (304) of the sprocket module (300), and in that the wheel module (200) further includes an axial pre-tensioner (250) configured to axially bias the at least one ball (242) to this end point (208A) via the axially movable, rotatable coupling member (230), the axially movable, rotatable coupling member (230) is in the coupled position with the axially stationary, rotatable coupling part (330). 8. Een modulaire fietsnaaf volgen conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) een radiale aanslag (214A) bevat, die zich in de gekoppelde toestand axiaal tussen het eindpunt (208A) en het eerste been (14) bevindt, en die zo geconfigureerd is dat hij, bij het afleggen van het axiale bewegingstraject van het koppeldeel (212) van de gekoppelde positie naar de ontkoppelde positie in de richting van het tweede been (12), zich axiaal voorbij dit eindpunt (208A) beweegt, waarbij: - het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212), tijdens het deel van het axiale bewegingstraject tussen de gekoppelde positie en dit eindpunt (208A), via de minstens één kogel (242) vrij kan bewegen ten opzichte van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel, en dus niet axiaal gekoppeld is; en - het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212), tijdens het deel van het axiale bewegingstraject vanaf dit eindpunt (208A) tot aan de ontkoppelde positie, met de radiale aanslag (214A), via de minstens één kogel (242) het axiaal beweegbaar roteerbaar koppeldeel (230) meeneemt in de richting van zijn ontkoppelde positie, en dus axiaal gekoppeld is.A modular bicycle hub according to claim 7, characterized in that the axially movable, internal coupling part (212) comprises a radial stop (214A), which is located axially between the end point (208A) and the first leg (14) in the coupled state. and configured so as to travel the axial path of movement of the coupling member (212) from the coupled position to the uncoupled position in the direction of the second leg (12), moving axially beyond this end point (208A) wherein: - the axially movable, internal coupling part (212) can move freely with respect to the axially movable via the at least one ball (242) during the part of the axial movement path between the coupled position and this end point (208A), rotatable coupling part, and therefore not axially coupled; and - the axially movable, internal coupling part (212), during the part of the axial movement path from this end point (208A) to the decoupled position, with the radial stop (214A), the axially movable via the at least one ball (242) rotatable coupling part (230) in the direction of its uncoupled position, and is thus axially coupled. 9. Een modulaire fietsnaaf volgens één of meer van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de wielmodule (200) en/of de kettingwielmodule (300) minstens gedeeltelijke een vrijloopkoppeling bevatten, waarbij de vrijloopkoppeling geconfigureerd is door het axiaal beweegbaar roteerbaar, koppeldeel (230) en roteerbaar koppeldeel (330) respectievelijk de wielnaaf (202) en de kettingwielnaaf (302) te koppelen zodat een aandrijfkoppel kan worden overgebracht van de kettingwielnaaf (302) naar de wielnaaf (202).A modular bicycle hub according to one or more of the preceding claims, characterized in that the wheel module (200) and / or the sprocket module (300) at least partially comprise a freewheel coupling, the freewheel coupling being configured by the axially movable rotatable coupling part (230) ) and rotatable coupling part (330) for coupling the wheel hub (202) and the sprocket hub (302), respectively, so that a driving torque can be transferred from the sprocket hub (302) to the wheel hub (202). 10. Een modulaire fietsnaaf volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de overeenkomstige rateltanden (235, 335) aangebracht worden op de radiale contactvlakken van de roteerbare koppeldelen (230, 330) zodat ze een vrijloopkoppeling vormen.A modular bicycle hub according to claim 9, characterized in that the corresponding ratchet teeth (235, 335) are arranged on the radial contact surfaces of the rotatable coupling parts (230, 330) so that they form a freewheel coupling. 11. Een modulaire fietsnaaf volgens één of meer van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230) en het roteerbaar koppeldeel (330) aan de tegenoverliggende zijde respectievelijk een overeenkomstige vertanding met minstens een axiale component bevatten, geconfigureerd om in de gekoppelde positie in elkaar in te grijpen.A modular bicycle hub according to one or more of the preceding claims, characterized in that the axially movable, rotatable coupling part (230) and the rotatable coupling part (330) on the opposite side contain a corresponding toothing with at least one axial component, configured to to interfere in the coupled position. 12. Een modulaire fietsnaaf volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de overeenkomstige vertanding bijkomend onder een bepaalde hoek ten opzichte van de axiale richting is aangebracht, bijvoorbeeld in het bereik van 3° tot 30°, zodat, bij het overbrengen van een aandrijfkoppel van de kettingwielmodule (300) naar de wielmodule (200) in de gekoppelde positie, er een axiale krachtcomponent ontstaat die het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230) in de richting van het axiaal stationair, roteerbaar koppeldeel (330) dwingt.A modular bicycle hub according to claim 11, characterized in that the corresponding toothing is additionally arranged at a certain angle with respect to the axial direction, for example in the range of 3 ° to 30 °, so that, when transmitting a driving torque of the sprocket module (300) to the wheel module (200) in the coupled position, an axial force component is created which forces the axially movable, rotatable coupling member (230) in the direction of the axially stationary, rotatable coupling member (330). 13. Een fiets bevattende een modulaire fietsnaaf volgens één of meer van de voorgaande conclusies.A bicycle comprising a modular bicycle hub according to one or more of the preceding claims. 14. Een wielmodule (200) voor gebruik in een modulaire fietsnaaf volgens één of meer van de conclusies 1 tot 12.A wheel module (200) for use in a modular bicycle hub according to one or more of claims 1 to 12. 15. Een methode voor het verwijderbaar koppelen van een wielmodule (200) aan een kettingwielmodule (300) van een modulaire fietsnaaf (100) volgens één of meer van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat tijdens een koppel- en/of ontkoppeloperatie de axiale beweging van het het axiaal beweegbaar, intern koppeldeel (212) groter is dan de axiale beweging van het axiaal beweegbaar, roteerbaar koppeldeel (230)..A method for removably coupling a wheel module (200) to a chain wheel module (300) of a modular bicycle hub (100) according to one or more of claims 1 to 10, characterized in that during a coupling and / or decoupling operation the axial movement of the axially movable, internal coupling part (212) is greater than the axial movement of the axially movable, rotatable coupling part (230).
BE2014/5083A 2014-11-24 2014-11-24 A MODULAR BIKE Hub BE1022318B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/5083A BE1022318B1 (en) 2014-11-24 2014-11-24 A MODULAR BIKE Hub
PCT/EP2015/077560 WO2016083412A1 (en) 2014-11-24 2015-11-24 A modular bicycle hub

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/5083A BE1022318B1 (en) 2014-11-24 2014-11-24 A MODULAR BIKE Hub

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022318B1 true BE1022318B1 (en) 2016-03-15

Family

ID=52813846

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/5083A BE1022318B1 (en) 2014-11-24 2014-11-24 A MODULAR BIKE Hub

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1022318B1 (en)
WO (1) WO2016083412A1 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2018041871A1 (en) 2016-08-30 2018-03-08 Race Productions Bicycle wheel axle
US12059923B1 (en) 2023-09-05 2024-08-13 Red Star Holdings, Llc Bicycle hub system, method and device including a rear hub locking mechanism
US12059922B1 (en) 2023-09-05 2024-08-13 Red Star Holdings, Llc Bicycle hub system, method and device including an interchangeable hub locking mechanism
US11975802B1 (en) 2023-09-05 2024-05-07 Red Star Holdings, Llc Bicycle hub system, method and device including an interchangeable rear hub with a direct mount derailleur
US12059924B1 (en) 2023-09-05 2024-08-13 Red Star Holdings, Llc Bicycle hub system, method and device including a front hub locking mechanism

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2776612A1 (en) * 1998-03-30 1999-10-01 Franck Savard Wheel hub assembly for two=wheeled vehicle
EP1213217A2 (en) * 2000-12-11 2002-06-12 Shimano Inc. Bicycle hub
EP1213158A2 (en) * 2000-12-07 2002-06-12 Shimano Inc. Bicycle hub
US20110133543A1 (en) * 2009-11-18 2011-06-09 Ashman J Leonard Solid forming quick release bicycle axel

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2776612A1 (en) * 1998-03-30 1999-10-01 Franck Savard Wheel hub assembly for two=wheeled vehicle
EP1213158A2 (en) * 2000-12-07 2002-06-12 Shimano Inc. Bicycle hub
EP1213217A2 (en) * 2000-12-11 2002-06-12 Shimano Inc. Bicycle hub
US20110133543A1 (en) * 2009-11-18 2011-06-09 Ashman J Leonard Solid forming quick release bicycle axel

Also Published As

Publication number Publication date
WO2016083412A1 (en) 2016-06-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022318B1 (en) A MODULAR BIKE Hub
DK2588365T3 (en) Wheel hub FOR A WHEEL DRIVE OF A RANDOM SYMMETRICAL DRIVE SYSTEM USE END A FLEXIBLE DRIVE ELEMENT FOR USE IN VEHICLES IN PARTICULAR BICYCLES
US8573879B2 (en) Quick-release device
TWI739870B (en) Hub, in particular for bicycles
TWI630145B (en) Multi-sprocket device for bicycle speed change mechanism
US6523659B2 (en) Bicycle hub with tight connection ratchet and detachable freewheel
TWI546225B (en) Multi-sprocket device for bicycles
US9944119B2 (en) Hub assembly for a bicycle
US20020067069A1 (en) Bicycle hub with threaded spacer and detachable freewheel
US8573878B2 (en) Quick-release device
US20060158022A1 (en) Rear wheel and rear wheel hub for bicycles
TW201922557A (en) Body for bicycle rear wheel hub and cassette adapted to be mounted on the hub by means of such a body
CN109665056B (en) Flywheel and body for mounting it on hub of rear wheel of bicycle
US5332294A (en) Bicycle hub freewheel assembly
EP0835188A1 (en) Freewheel drive device, particularly for a bicycle
US5301778A (en) Bicycle hub and freewheel assembly
US20200255082A1 (en) Selectable Motor Clutch, System, and Method
FR3005028A1 (en) REMOVABLE WHEEL AXLE FOR VEHICLE TRAIN
TW201910149A (en) Particularly suitable for bicycle wheels
US20110120262A1 (en) Crankarm and crankset comprising same
US6290304B1 (en) Quick connect/release wheel and hub assembly
FR3039458A1 (en) HUB FOR CYCLE WHEEL
JP2017528193A (en) Removable linkage system and device
GB1565827A (en) Hub unit for a bicycle
FR2891330A1 (en) Safety module for road or rail vehicle transmission has two flanges connected by hub with rupture line to separate them under excessive torque

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160315

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171130