BE1022207B1 - GRID, GRID FLOOR DEVICE, AND STRAIGHT DEVICE FOR A SOW WITH BIGGEN. - Google Patents

GRID, GRID FLOOR DEVICE, AND STRAIGHT DEVICE FOR A SOW WITH BIGGEN. Download PDF

Info

Publication number
BE1022207B1
BE1022207B1 BE2014/0454A BE201400454A BE1022207B1 BE 1022207 B1 BE1022207 B1 BE 1022207B1 BE 2014/0454 A BE2014/0454 A BE 2014/0454A BE 201400454 A BE201400454 A BE 201400454A BE 1022207 B1 BE1022207 B1 BE 1022207B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
grid
lying
segments
sow
grate
Prior art date
Application number
BE2014/0454A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Bart Hooijer
Original Assignee
Bart Hooijer Beheer B.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bart Hooijer Beheer B.V. filed Critical Bart Hooijer Beheer B.V.
Application granted granted Critical
Publication of BE1022207B1 publication Critical patent/BE1022207B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0218Farrowing or weaning crates

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een rooster voor een zeug met biggen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een roostervloerinrichting voor een zeug met biggen, omvattende een samenstel van dergelijke roosters. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een kraaminrichting voor een zeug met biggen, omvattende ten minste één roostervloerinrichting overeenkomstig de uitvinding.The invention relates to a grid for a sow with piglets. The invention also relates to a slatted floor device for a sow with piglets, comprising an assembly of such slats. The invention furthermore relates to a farrowing device for a sow with piglets, comprising at least one slatted floor device according to the invention.

Description

Rooster, roostervloerinrichting, en kraaminrichting voor een zeug met biggenTimetable, grid floor device, and maternity device for a piglet sow

De uitvinding heeft betrekking op een rooster voor een zeug met biggen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een roostervloerinrichting voor een zeug met biggen, omvattende een samenstel van dergelijke roosters. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een kraaminrichting voor een zeug met biggen, omvattende ten minste één roostervloerinrichting overeenkomstig de uitvinding.The invention relates to a grid for a piglet sow. The invention also relates to a slatted floor device for a sow with piglets, comprising an assembly of such slats. The invention furthermore relates to a maternity device for a piglet sow, comprising at least one lattice floor device according to the invention.

In bekende kraaminrichtingen voor zeugen met biggen wordt een zeug geplaatst op een roostervloer, waarbij door de zeug geworpen biggen zich met name op een naastgelegen rooster kunnen voortbewegen. De bewegingsvrijheid van de zeug in de kraaminrichting wordt daarbij doorgaans beperkt om het risico op het doodliggen van geworpen biggen te beperken. De behoefte bestaat echter om zeugen meer bewegingsvrijheid te verschaffen, hetgeen het welzijn van de zeugen ten goede komt. Daarbij is een groter vloeroppervlak, doorgaans circa 6,5 m2 of groter, dan tot op heden gebruikelijk, circa 4,5 m2, gewenst, waarbij het grotere vloeroppervlak geschikt dient te zijn voor het comfortabel en stabiel kunnen ondersteunen van zowel de zeug alsook de biggen. De bekende roostervloeren zijn hiertoe ongeschikt, doordat de roostervloer die doorgaans de zeug ondersteunt, niet geschikt is voor het comfortabel ondersteunen van biggen, onderwijl de roostervloer die doorgaans wordt toegepast ter ondersteuning van de biggen, te glad is voor het comfortabel kunnen ondersteunen van de zeug.In known pigs for sows with piglets, a sow is placed on a slatted floor, whereby piglets thrown by the sow can in particular move on an adjacent grid. The freedom of movement of the sow in the maternity home is thereby generally limited in order to limit the risk of lying thrown piglets. There is, however, a need to give sows more freedom of movement, which benefits the welfare of the sows. A larger floor area, generally about 6.5 m2 or larger, than usual to date, about 4.5 m2, is desirable, wherein the larger floor area must be suitable for comfortably and stably supporting both the sow and the sow. piglets. The known slatted floors are unsuitable for this purpose in that the slatted floor which generally supports the sow is not suitable for comfortably supporting piglets, while the slatted floor which is generally used to support the piglets is too slippery to be able to comfortably support the sow. .

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterd rooster ingericht voor het op comfortabele en stabiele wijze kunnen ondersteunen voor zowel de zeug alsook haar biggen in een kraaminrichting.An object of the invention is to provide an improved grid adapted to be able to support both the sow and her piglets in a maternity device in a comfortable and stable manner.

De uitvinding verschaft daartoe een rooster voor ondersteuning van een zeug met biggen, omvattende: meerdere lager gelegen roostersegmenten, welke lager gelegen roostersegmenten onderling worden gescheiden door hoger gelegen roostersegmenten, waarbij ieder door ten minste één hoger gelegen vloersegment ten minste gedeeltelijk, bij voorkeur volledig, omkaderd lager gelegen roostersegment is ingericht voor het laten afsteunen van een volledige ondervoet van een zeug, waarbij het ten minste één hoger gelegen roostersegment een laterale begrenzing voor de ondervoet van de zeug vormt. Door het rooster te voorzien van hoger en lager gelegen segmenten, waarbij de lager gelegen segmenten ten minste gedeeltelijk worden omkaderd door de hoger gelegen segmenten, en waarbij de lager gelegen segmenten zijn ingericht voor het laten afsteunen van een volledige ondervoet van de zeug kan de zeug op stabiele en daarmee comfortabele wijze worden ondersteund, waarbij de kans op uitglijden van de zeug wordt geminimaliseerd, hetgeen het dierenwelzijn ten goede komt. De lager gelegen segmenten vormen, mede vanwege de laterale begrenzing door de hoger gelegen segmenten, derhalve de facto afsteunvlakken voor de zeug om haar poten stabiel te kunnen wegzetten op het rooster. Tevens kunnen de biggen op deze vloer zich vrijelijk verplaatsen. Onder de ondervoet van de zeug wordt verstaan het deel van de varkensklauw waarmee de zeug normaliter afsteunt op een onderliggende structuur, zoals het rooster. Doorgaans betreft dit (slechts) de twee hoofdklauwen van de varkensklauw, waarbij de onderzijden van iedere hoofdklauw wordt gevormd door een hiel en een zool. Het welzijn voor zowel de biggen alsook de zeug kan verder worden vergroot door althans een naar de biggen en zeug toegekeerde (boven)zijde van het rooster ten minste gedeeltelijk, en bij voorkeur volledig uit kunststof te vervaardigen. Kunststof heeft namelijk een beperkte thermische geleidbaarheid, waardoor dit materiaal minder koud aanvoelt dan bijvoorbeeld metaal, alhoewel toepassing van een metaal, zoals gietijzer, niet wordt uitgesloten. Een voorbeeld van een toepasbaar kunststof is polypropeen. Optioneel kunnen één of meerdere antisliplagen op een bovenzijde van het rooster worden toegepast om de grip op het rooster tijdens het verplaatsen te kunnen verbeteren. Toepassing van een metalen rooster of betonnen rooster kan vanuit functioneel oogpunt voordelig zijn, waarbij de varkens bijvoorbeeld kan worden geleerd dat het metalen rooster bedoeld is als ontlastingsrooster (varkenstoilet) en/of om bewust (plaatsselectieve) verkoeling te kunnen geven aan de zeug en/of de biggen. Andere materialen zijn uiteraard tevens denkbaar.To this end, the invention provides a grid for supporting a piglet sow, comprising: a plurality of lower-lying grid segments, which lower-lying grid segments are mutually separated by higher-lying grid segments, each of which is at least partially, preferably completely, supported by at least one higher-lying floor segment; framed lower grid segment is arranged for supporting a full lower foot of a sow, the at least one higher grid segment forming a lateral boundary for the lower foot of the sow. By providing the grid with higher and lower-lying segments, wherein the lower-lying segments are at least partially framed by the higher-lying segments, and wherein the lower-lying segments are adapted to support a complete lower foot of the sow, the sow can be supported in a stable and therefore comfortable manner, minimizing the risk of slipping, which benefits animal welfare. The lower-lying segments, partly due to the lateral limitation by the higher-lying segments, therefore form de facto supporting surfaces for the sow in order to be able to place her legs stably on the grid. The piglets on this floor can also move freely. The lower foot of the sow is understood to mean the part of the pig's claw with which the sow normally rests on an underlying structure, such as the grid. Usually this concerns (only) the two main claws of the pig's claw, the undersides of each main claw being formed by a heel and a sole. The well-being for both the piglets and the sow can be further increased by manufacturing at least a (top) side of the grid facing the piglets and the sow at least partially, and preferably completely, from plastic. This is because plastic has a limited thermal conductivity, so that this material feels less cold than metal, for example, although the use of a metal, such as cast iron, is not excluded. An example of an applicable plastic is polypropylene. Optionally, one or more anti-slip layers can be applied to a top side of the grid to improve the grip on the grid during the movement. Use of a metal grid or concrete grid can be advantageous from a functional point of view, whereby the pigs can be taught, for example, that the metal grid is intended as a relief grid (pig toilet) and / or to be able to deliberately (place-selective) cool the sow and / or or the piglets. Other materials are of course also conceivable.

Bij voorkeur is ten minste een aantal van de lager gelegen roostersegmenten rechthoekig, in het bijzonder vierkant, vormgegeven. Een dergelijke vormgeving faciliteert het om de laterale begrenzingen van een lager gelegen segment, gevormd door de omringende hoger gelegen segmenten, in hoofdzaak loodrecht te laten aangrijpen op een in een lager gelegen segment schuivende ondervoet van de zeug, waardoor het schuiven relatief effectief kan worden geblokkeerd. Een langwerpig rechthoekig vormgegeven lager segment sluit doorgaans op de vormgeving van de ondervoet van de zeug die tevens in hoofdzaak rechthoekig, of althans langgerekt, is vormgegeven. Daarbij is het in het bijzonder voordelig ingeval de langwerpig rechthoekig vormgegeven lager gelegen segmenten in de lengterichting van de zeug zijn gepositioneerd.Preferably, at least a number of the lower grid segments are rectangular, in particular square, shaped. Such a design facilitates engaging the lateral boundaries of a lower-lying segment, formed by the surrounding higher-lying segments, substantially perpendicularly to a lower foot of the sow sliding into a lower-lying segment, whereby sliding can be relatively effectively blocked. . An elongated rectangular shaped lower segment generally closes with the shape of the lower foot of the sow, which is also substantially rectangular or at least elongated. It is particularly advantageous here if the elongated rectangular-shaped lower-lying segments are positioned in the longitudinal direction of the sow.

Alhoewel de dimensionering van de ondervoet van een zeug sterk afhangt van het varkensras, doch tevens van de individuele zeug, zal, bij een gemiddelde zeug, de breedte van de ondervoet circa 6 centimeter bedragen, en de lengte van de ondervoet circa 6,5 centimeter bedragen. Doordat enige speling van de ondervoet binnen een lager gelegen segment gewenst is, doordat dit het positioneren van de ondervoet in een lager gelegen segment vergemakkelijkt, is het voordelig ingeval de lengte en de breedte van het lager gelegen roostersegment ten minste 10 centimeter bedragen. Teneinde excessief schuiven van de ondervoet binnen een lager gelegen segment te kunnen tegengaan is het voordelig om de maximale dimensionering van de lager gelegen segmenten te begrenzen. Een voordelig maatvoering hiervoor bedraagt 20 centimeter. Voordeel van dergelijke grote lager gelegen segmenten met een lengte en breedte van tussen 10 en 20 centimeter is tevens dat dit het comfort voor de biggen tevens ten goede komt, doordat de biggen zich over een in beperkte mate geprofileerd rooster hoeven te verplaatsen.Although the size of the lower foot of a sow depends strongly on the pig breed, but also on the individual sow, with an average sow, the width of the lower foot will be approximately 6 centimeters, and the length of the lower foot approximately 6.5 centimeters amounts. Because some play of the lower foot within a lower-lying segment is desired, because this facilitates the positioning of the lower foot in a lower-lying segment, it is advantageous if the length and width of the lower-lying grating segment are at least 10 centimeters. In order to prevent excessive sliding of the lower foot within a lower-lying segment, it is advantageous to limit the maximum dimensioning of the lower-lying segments. A cost-effective dimension for this is 20 centimeters. The advantage of such large lower-lying segments with a length and width of between 10 and 20 centimeters is also that this also improves the comfort for the piglets, because the piglets have to move over a to a limited extent profiled grid.

Het is voordelig ingeval het rooster een patroon toont van lager gelegen segmenten en tussengelegen hoger gelegen segmenten. Bij voorkeur is dit patroon een regelmatig patroon, waarbij de lager gelegen segmenten en hoger gelegen segmenten elkaar alternerend afwisselen, bij voorkeur zowel in lengterichting alsook in breedterichting. Daarbij is het voordelig ingeval de lager gelegen roostersegmenten onderling een in hoofdzaak gelijke vormgeving en dimensionering hebben. Daarbij is het verder voordelig ingeval (tevens) de hoger gelegen roostersegmenten onderling een in hoofdzaak gelijke vormgeving en dimensionering hebben. Op deze wijze wordt een regelmatig (uniform) patroon van segmenten gegenereerd, waaraan de biggen en de zeug zich relatief snel vertrouwd zullen geraken, hetgeen het dierenwelzijn tevens ten goede komt.It is advantageous if the grid shows a pattern of lower-lying segments and intermediate higher-lying segments. This pattern is preferably a regular pattern, wherein the lower-lying segments and higher-lying segments alternate with each other, preferably both in the longitudinal direction and in the width direction. It is advantageous in this case if the lower grid segments have a substantially identical shape and dimension to each other. In addition, it is furthermore advantageous if (also) the higher-lying grid segments have a substantially identical shape and dimensioning. In this way a regular (uniform) pattern of segments is generated, to which the piglets and the sow will become familiar relatively quickly, which also benefits animal welfare.

Bij voorkeur vormt ieder hoger gelegen roostersegment een continue - id est een ononderbroken - begrenzing van ten minste één zijde van een lager gelegen roostersegment. Deze ononderbroken begrenzing heeft bij nadere voorkeur een in hoofdzaak constante (uniforme) hoogte, hetgeen de kans op uitglijden van een zeug verdergaand reduceert.Preferably, each higher-lying grate segment forms a continuous-id est-uninterrupted-boundary of at least one side of a lower grating segment. This uninterrupted limitation preferably has a substantially constant (uniform) height, which further reduces the chance of a sow slipping.

Het is tevens voordelig ingeval de hoger gelegen roostersegmenten onderling zijn verbonden. Dit voorkomt dat de kieren of andere ruimtes tussen nabij elkaar gelegen hoger gelegen segmenten ontstaan, waaraan de biggen en/of de zeug zich zouden kunnen bezeren en/of waardoor een in een lager gelegen segment schuivende ondervoet van een zeug abusievelijk, via de ruimte tussen twee nabij elkaar gelegen hoger gelegen segmenten die het betreffende lager gelegen segment begrenzen, kan doorschuiven richting een naastgelegen lager gelegen segment. Daarbij is het een optie dat de hoger gelegen roostersegmenten onderling een roostermatrix vormen. Deze roostermatrix kan als separate roostermatrix worden aangebracht en worden verbonden met een onderliggend basisrooster waar de lager gelegen roostersegmenten deel van uitmaken. Doorgaans zal de verbinding tussen de roostermatrix en het onderliggende basisrooster mechanisch van aard zijn, en kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd middels een klikverbinding, middels klemmen, middels schroeven, et cetera. Het is denkbaar dat deze verbinding ongedaan kan worden gemaakt, waardoor de roostermatrix losneembaar is of kan worden verbonden met het onderliggende basisrooster. Echter, bij het installeren van een nieuwe roostervloer voor een kraaminrichting geniet het doorgaans vanuit economisch, technisch, en praktisch oogpunt de voorkeur ingeval de lager gelegen roostersegmenten integraal zijn verbonden met de hoger gelegen roostersegmenten. Het rooster inclusief de hoger en lager gelegen segmenten vormt derhalve één integraal geheel dat relatief eenvoudig kan worden geproduceerd en kan worden geïnstalleerd.It is also advantageous if the higher-lying grid segments are interconnected. This prevents the cracks or other spaces from arising between higher situated segments, to which the piglets and / or the sow could be hurt and / or causing a lower foot of a sow sliding into a lower segment, via the space between two neighboring higher-lying segments that define the lower-lying segment in question, can move towards an adjacent lower-lying segment. In addition, it is an option that the higher-lying grid segments mutually form a grid matrix. This grid matrix can be arranged as a separate grid matrix and connected to an underlying base grid, which includes the lower grid segments. Usually the connection between the grid matrix and the underlying basic grid will be mechanical in nature, and can for instance be realized by means of a snap connection, by means of clamps, by means of screws, et cetera. It is conceivable that this connection can be undone, whereby the grid matrix can be detachable or can be connected to the underlying basic grid. However, when installing a new grid floor for a maternity device, it is generally preferred from an economic, technical and practical point of view if the lower-lying grid segments are integrally connected to the higher-lying grid segments. The grid including the higher and lower segments therefore forms one integral whole that can be produced and installed relatively easily.

Alhoewel de hoger gelegen roostersegmenten de primaire functie hebben voor het lateraal begrenzen van de lager gelegen roostersegmenten, waardoor de hoger gelegen segmenten spijlvormig (dun langgerekt) kunnen zijn vormgegeven is het vanuit het oogpunt van dierenwelzijn doorgaans tevens voordelig ingeval ten minste een aantal van de hoger gelegen roostersegmenten is ingericht voor ondersteuning van de biggen en de zeug. Een rechthoekige, in het bijzonder vierkante, vormgeving van de hoger gelegen segmenten geniet daarbij de voorkeur. Ook bij de hoger gelegen segmenten is het in dit kader voordelig ingeval de lengte en de breedte van het hoger gelegen roostersegment ten minste 10 centimeter bedragen, en bij nadere voorkeur de lengte en de breedte van het hoger gelegen roostersegment maximaal 20 centimeter bedragen. Op deze wijze kunnen de biggen op relatief comfortabele wijze worden ondersteund en lopen over de lager gelegen segmenten alsook de hoger gelegen segmenten. Een dergelijk oppervlak geeft bovendien meer comfort aan de zeug in een liggende toestand. Het comfort voor de zeug kan verder worden verhoogd ingeval een bovenzijde van de hoger gelegen roostersegmenten in hoofdzaak vlak is uitgevoerd. Eventueel kunnen deze vlakke, hoger gelegen segmenten verruwd zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld middels zandstralen, teneinde de grip van zowel de zeug alsook de biggen op deze verhoogde segmenten te kunnen vergroten.Although the higher-lying grid segments have the primary function of laterally limiting the lower-lying grid segments, whereby the higher-lying segments can be shaped like bars (thinly elongated), it is generally also advantageous from an animal welfare point of view if at least some of the higher located grid segments is arranged to support the piglets and the sow. A rectangular, in particular square, shape of the higher-lying segments is thereby preferred. Also in the higher-lying segments it is advantageous in this context if the length and the width of the higher-lying grid segment are at least 10 centimeters, and more preferably the length and the width of the higher-lying grid segment are at most 20 centimeters. In this way the piglets can be supported in a relatively comfortable manner and run over the lower-lying segments as well as the higher-lying segments. Moreover, such a surface gives more comfort to the sow in a lying position. The comfort for the sow can be further increased if an upper side of the higher-lying grid segments is of substantially flat design. These flat, higher-lying segments can optionally be roughened, for example by means of sandblasting, in order to be able to increase the grip of both the sow and the piglets on these raised segments.

De laterale begrenzing van de lager gelegen segmenten dient enerzijds voldoende hoog te zijn om laterale verschuiving van een zich op een lager gelegen segment afsteunende ondervoet te kunnen begrenzen, doch dient bij voorkeur anderzijds zodanig beperkt te zijn dat biggen zich relatief eenvoudig kunnen verplaatsen van de lager gelegen segmenten naar de hoger gelegen segmenten en vice versa. Uit onderzoek is gebleken dat een stabiele laterale begrenzing van de lager gelegen segmenten kan worden gerealiseerd ingeval het hoogteverschil tussen de lager gelegen roostersegmenten en de hoger gelegen roostersegmenten ten minste 6 millimeter bedraagt. Tevens is uit onderzoek gebleken dat biggen zich relatief eenvoudig tussen en over de verschillende segmenten kunnen verplaatsen ingeval het hoogteverschil tussen de lager gelegen roostersegmenten en de hoger gelegen roostersegmenten maximaal 10 millimeter, in het bijzonder 8 millimeter, bedraagt.The lateral boundary of the lower-lying segments should, on the one hand, be sufficiently high to be able to limit lateral displacement of a lower foot supported by a lower-lying segment, but on the other hand should preferably be limited in such a way that piglets can move relatively easily from the lower located segments to the higher segments and vice versa. Research has shown that a stable lateral boundary of the lower-lying segments can be realized if the difference in height between the lower-lying grid segments and the higher-lying grid segments is at least 6 millimeters. Research has also shown that piglets can move relatively easily between and over the different segments if the height difference between the lower-lying grid segments and the higher-lying grid segments amounts to a maximum of 10 millimeters, in particular 8 millimeters.

In een voorkeursuitvoering is een bovenzijde van de lager gelegen roostersegmenten geprofileerd uitgevoerd, waardoor de grip van wel de zeug alsook de biggen op deze lager gelegen roostersegmenten kan worden verbeterd, hetgeen uitglijden van de varkens tegengaat. Doorgaans zullen de lager gelegen roostersegmenten en/of de hoger gelegen roostersegmenten zijn voorzien van doorvoeropeningen voor doorvoer ontlasting van de zeug en de biggen. Deze doorvoeropeningen kunnen tevens worden gebruikt voor het ventileren van een kraamrichting waarvan het rooster deel uitmaakt, hetgeen het comfort voor de dieren verdergaand kan doen toenemen. Daarbij bedraagt bij voorkeur ten minste één dimensie van iedere doorvoeropening maximaal 10 millimeter bedraagt, waardoor de veiligheid voor de biggen wordt gewaarborgd. Bij voorkeur zijn de boven gelegen segmenten dichter uitgevoerd dan de lager gelegen segmenten, hetgeen het ligvlak voor de zeug doorgaans verbetert. Bovendien kan een ammoniaklucht uit een onderliggende gierput minder eenvoudig bij de neus van de zeug komen, hetgeen het dierenwelzijn verder vergroot. Het is denkbaar dat het aantal doorvoeropeningen per oppervlaktemaat en/of de grootte van de doorvoeropeningen per oppervlaktemaat varieert vanaf één zijde van het rooster naar een overliggende zijde van het rooster. Het is tevens denkbaar dat het aantal hoger gelegen segmenten per oppervlaktemaat en het aantal lager gelegen segmenten per oppervlaktemaat varieert vanaf één zijde van het rooster naar een overliggende zijde van het rooster, en/of vanaf één zijde van een samenstel van roosters - tezamen een roostervloerinrichting - richting een overliggende zijde van dit samenstel van roosters. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de voorzijde van de roostervloerinrichting te voorzien van relatief veel hoger gelegen segmenten die relatief dicht zijn uitgevoerd vanuit oogpunt van comfort en welzijn, onderwijl een achterzijde van de roostervloerinrichting juist kan worden voorzien van relatief veel lager gelegen segmenten die relatief open zijn uitgevoerd, teneinde ontlasting relatief snel en effectief kan worden afgevoerd.In a preferred embodiment, a top side of the lower-lying grid segments is profiled, so that the grip of the sow as well as the piglets on these lower-lying grid segments can be improved, which prevents slipping of the pigs. Typically, the lower-lying grid segments and / or the higher-lying grid segments will be provided with feed-through openings for feed relief of the sow and the piglets. These feed-through openings can also be used for ventilating a maternity direction of which the grate forms part, which can further increase the comfort for the animals. Preferably, at least one dimension of each passage opening is 10 millimeters at most, whereby the safety for the piglets is guaranteed. The segments situated above are preferably designed closer than the lower segments, which generally improves the lying surface for the sow. Moreover, an ammonia smell from an underlying slurry pit can reach the nose of the sow less easily, which further increases animal welfare. It is conceivable that the number of feed-through openings per surface size and / or the size of the feed-through openings per surface size varies from one side of the grid to an opposite side of the grid. It is also conceivable that the number of higher-lying segments per surface size and the number of lower-lying segments per surface size varies from one side of the grid to an opposite side of the grid, and / or from one side of an assembly of gratings - together a grid floor device - towards an opposite side of this assembly of gratings. This makes it possible, for example, to provide the front of the slatted floor device with relatively much higher-lying segments that are relatively dense for reasons of comfort and well-being, while a rear side of the slatted floor device can be provided with relatively much lower-lying segments that are relatively open. in order to relieve stools relatively quickly and effectively.

Op deze wijze wordt het mogelijk de rooster tevens een functioneel karakter te verschaffen, waarbij bijvoorbeeld een nabij of in een biggenverblijf gepositioneerd rooster, doorgaans aan een voorzijde van een kraaminrichting, relatief dicht is uitgevoerd, onderwijl een onder of nabij een achterzijde van de zeug gepositioneerd rooster opener (“poreuzer”) van aard.In this way it becomes possible to also provide the grid with a functional character, wherein, for example, a grid positioned close to or in a piglet housing, generally on a front side of a maternity device, is relatively dense, while a lower or lower rear side of the sow is positioned. grid opener (“more porous”) in nature.

Het is voordelig ingeval het rooster een handzaam formaat heeft, zodat het rooster relatief eenvoudig kan worden getransporteerd, en worden geïnstalleerd. Een handzame dimensionering voor het rooster wordt gevormd door een paneel met bij voorkeur een breedte van tussen 30 en 70 centimeter en een lengte van tussen 40 en 80 centimeter.It is advantageous if the grid has a handy format, so that the grid can be transported and installed relatively easily. A handy dimensioning for the grid is formed by a panel preferably having a width of between 30 and 70 centimeters and a length of between 40 and 80 centimeters.

Een samenstel van dergelijke panelen, doorgaans gekoppeld, zal de uiteindelijk roostervloer voor een kraaminrichting voor een zeug met biggen vormen.An assembly of such panels, usually coupled, will form the final grid floor for a maternity device for a piglet sow.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een roostervloerinrichting voor het ondersteunen van een zeug met biggen, omvattende een samenstel van, bij voorkeur onderling gekoppelde, roosters overeenkomstig de uitvinding. Het is daarbij volledig ingeval de roosters onderling zijn uitgelijnd, zodat door het samenstel van roosters een patroon wordt gevormd van lager gelegen roostersegmenten en hoger gelegen roostersegmenten, hetgeen het comfort voor de varkens en daarmee het dierenwelzijn doorgaans ten goede komt. Bij voorkeur wordt ieder, aan een rand van een rooster gelegen lager gelegen segment, daarbij tevens in hoofdzaak volledig omkaderd door omliggende hoger gelegen roostersegmenten. Derhalve een zeug ook een goede en veilige grip behouden in de overgangsgebieden tussen twee of meerdere roosters. Bij voorkeur de roosters worden gedragen door ten minste één draagstructuur. De draagstructuur creëert doorgaans een vrije ruimte onder de roosters, waardoor effectief afvoer van ontlasting via de roosters alsook eventuele ventilatie via de roosters mogelijk wordt gemaakt. Zoals reeds in het voorgaande opgemerkt is het voordelig ingeval de openheid van de roostervloerinrichting, vanuit de zeug gezien, aan de voorzijde kleiner is dan aan de achterzijde van de roostervloerinrichting, waardoor een functionele vloerindeling binnen de kraaminrichting wordt verkregen. Deze openheid van de roosters kan variëren, en bij voorkeur gradueel verlopen, van praktisch 0% openheid aan een voorzijde van de kraaminrichting tot een openheid van circa 60% aan een achterzijde van de kraaminrichting.The invention also relates to a grid floor device for supporting a sow with piglets, comprising an assembly of, preferably mutually coupled, gratings according to the invention. It is complete in this case if the gratings are mutually aligned, so that the assembly of gratings forms a pattern of lower-lying grid segments and higher-lying grid segments, which generally benefits the comfort for the pigs and thus the animal welfare. Preferably, each lower-lying segment located on an edge of a grating is thereby also substantially completely surrounded by surrounding higher-lying grating segments. Therefore, a sow also maintains a good and safe grip in the transition areas between two or more gratings. Preferably the gratings are supported by at least one support structure. The support structure generally creates a free space under the gratings, allowing effective discharge of stools through the gratings as well as any ventilation through the gratings. As already noted in the foregoing, it is advantageous if the openness of the grid floor device, viewed from the sow, is smaller at the front than at the rear of the grid floor device, as a result of which a functional floor layout within the maternity device is obtained. This openness of the gratings can vary, and preferably runs smoothly, from practically 0% openness on a front side of the maternity device to an openness of approximately 60% on a rear side of the maternity device.

De uitvinding heeft verder betrekking op een kraaminrichting voor een zeug met biggen, omvattende ten minste één roostervloerinrichting overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op ten minste één kraaminrichting overeenkomstig de uitvinding.The invention further relates to a maternity device for a piglet sow, comprising at least one lattice floor device according to the invention. The invention further relates to at least one maternity device according to the invention.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur la een bovenaanzicht op een rooster overeenkomstig de uitvinding, figuur lb een zijaanzicht op het rooster volgens figuur la, figuur lc een perspectivisch aanzicht op een deel van het rooster volgens figuren la en lb, en figuur 2 een bovenaanzicht op een kraaminrichting omvattende meerdere roosters volgens figuren la-lc.The invention will be elucidated on the basis of non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein: figure 1a shows a top view of a grid according to the invention, figure 1b shows a side view of the grid according to figure 1a, figure 1c shows a perspective view of a part of the grid according to figures 1a and 1b, and figure 2 a top view of a maternity device comprising a plurality of gratings according to figures la-1c.

Figuur la toont een bovenaanzicht op een rooster 1 overeenkomstig de uitvinding. Het rooster 1 is ingericht voor het comfortabel en stabiel ondersteunen van een zeug met biggen. Daartoe is het rooster uit kunststof, in het bijzonder polypropeen, vervaardigd. Eventueel kan het rooster daarbij zijn voorzien van een metalen kern om de stevigheid van het rooster 1 te vergroten. Het rooster 1 in dit uitvoeringsvoorbeeld heeft een lengte van 60 cm en een breedte van 50 cm en is voorzien van een regelmatig patroon van doorvoeropeningen 2, waarbij elke doorvoeropening 2 langwerpig is uitgevoerd. De breedte van iedere doorvoeropening 2 bedraagt maximaal 10 millimeter. De lengte van iedere doorvoeropening bedraagt 15-20 millimeter. De langsranden la, lb van het rooster 1 zijn voorzien van tanden 3 die kunnen aangrijpen in een complementair getand profiel van een naastgelegen rooster, waardoor een roostervloerinrichting voor een kraaminrichting kan worden gecreëerd (zie figuur 3). Bijzonder aan het rooster 1 is dat is voorzien van een alternerend patroon, in het bijzonder een dambordpatroon, van hoger gelegen segmenten 4 (zie schematisch ingetekende kaders) en lager gelegen segmenten 5. De hoger gelegen segmenten 4 omkaderen daarbij de lager gelegen segmenten 5. De lager gelegen segmenten 5 zijn zodanig ruim gedimensioneerd dat een volledige ondervoet van een zeug hier op kan afsteunen. Het wegglijden van de zeug wordt tegengegaan doordat de hoger gelegen segmenten 4 het lager gelegen segment 5 lateraal begrenst. De segmenten 4,5 zijn langwerpig rechthoekig en hebben een lengte van circa 16 centimeter en een breedte van circa 12,5 centimeter. De hoger gelegen segmenten 4 sluiten onderling op elkaar aan, zodat mogelijk gevaarlijke kiervorming tussen deze segmenten 4 kan worden voorkomen (zie figuur lc). In figuur lb wordt verder getoond dat de bovenzijde 4a van de hoger gelegen segmenten bij voorkeur in hoofdzaak vlak wordt uitgevoerd, teneinde het ligcomfort voor de zeug te kunnen vergroten, alsmede dat de bovenzijde van de lager gelegen segmenten 5 in juist enigszins geprofileerd zijn uitgevoerd, teneinde grip te creëren voor zowel de zeug alsook de biggen. De tanden 3 zijn ieder voorzien van een gleuf 6 voor het kunnen bevestigen van het rooster lop een onderliggende draagstructuur (niet-getoond). Tevens is het rooster 1 voorzien van één of meerdere geleidingswanden voor het geleiden door de doorvoeropeningen 2 van het rooster 1 vallende ontlasting tot in een daartoe bestemd opvangcompartiment, doorgaans een put. Op deze wijze kan worden voorkomen, of althans worden tegengegaan, dat de ontlasting in contact komt met de draagstructuur van het rooster 1. Verder toont figuur lb dat de tanden 3 tevens deel uitmaken van een hoger gelegen segment 4 of een lager gelegen segment 5, afhankelijk van positionering van de betreffende tand. Op deze wijze kan een continu segmentenpatroon met een samenstel van tegen elkaar gepositioneerd, en bij voorkeur onderling gekoppelde, roosters 1 worden gerealiseerd. De draagstructuur betreft daarbij doorgaans een collectieve draagstructuur die is ingericht voor het simultaan dragen en daarmee koppelen van meerdere roosters 1.Figure la shows a top view of a grid 1 according to the invention. The grid 1 is adapted to comfortably and stably support a sow with piglets. To that end, the grid is made of plastic, in particular polypropylene. The grid can optionally be provided with a metal core to increase the strength of the grid 1. The grid 1 in this exemplary embodiment has a length of 60 cm and a width of 50 cm and is provided with a regular pattern of passage openings 2, wherein each passage opening 2 is elongated. The width of each passage opening 2 is a maximum of 10 millimeters. The length of each passage opening is 15-20 millimeters. The longitudinal edges 1a, 1b of the grid 1 are provided with teeth 3 which can engage in a complementary toothed profile of an adjacent grid, whereby a grid floor device for a maternity device can be created (see figure 3). What is special about the grid 1 is that it is provided with an alternating pattern, in particular a checkerboard pattern, of higher-lying segments 4 (see diagrammatically drawn frames) and lower-lying segments 5. The higher-lying segments 4 thereby frame the lower-lying segments 5. The lower-lying segments 5 are of such a wide dimension that a full lower foot of a sow can support this. The sliding of the sow is prevented because the higher-lying segments 4 bound the lower-lying segment 5 laterally. The segments 4,5 are elongated rectangular and have a length of approximately 16 centimeters and a width of approximately 12.5 centimeters. The segments 4 located higher up connect to each other, so that potentially dangerous cracking between these segments 4 can be prevented (see figure 1c). Figure 1b furthermore shows that the upper side 4a of the higher-lying segments is preferably of substantially flat design, in order to be able to increase the lying comfort for the sow, and that the upper side of the lower-lying segments 5 are of slightly slightly profiled design, in order to create a grip for both the sow and the piglets. The teeth 3 are each provided with a slot 6 for being able to fix the grid on an underlying support structure (not shown). The grid 1 is also provided with one or more guide walls for guiding relief falling through the passage openings 2 of the grid 1 into a receiving compartment intended for this purpose, usually a well. In this way it can be prevented, or at least prevented, that the relief comes into contact with the support structure of the grid 1. Furthermore, Figure 1b shows that the teeth 3 also form part of a higher-lying segment 4 or a lower-lying segment 5, depending on the positioning of the relevant tooth. In this way a continuous segment pattern with an assembly of grilles 1 positioned against each other and preferably mutually coupled, can be realized. The support structure in this case generally concerns a collective support structure that is designed for simultaneous support and thereby linking several gratings 1.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht op een stalinrichting 10 voorzien van meerdere kraaminrichtingen 11, waarbij iedere kraaminrichting 11 een roostervloer 12 omvat welke is opgebouwd uit meerdere roosters 1 volgens figuren la-lc. Tussen de kraaminrichtingen 11 is een looppad 13 is gepositioneerd, en waarbij een van iedere kraaminrichting 11 deel uitmakend biggenverblijf 14, in het bijzonder biggenafvang, naar het looppad 13 is toegekeerd. De stalinrichting 10 is voorzien van een compressor 15 voor het opwekken van een luchtstroom die via een buizenstelsel 16 naar de individuele kraaminrichtingen 11 kan worden geleid, teneinde een zeug 17 en eventueel haar biggen 18 te kunnen koelen dan wel te kunnen verwarmen. Zoals ter verduidelijking (slechts) getoond in de kraaminrichting 11 die linksboven staat afgebeeld vormt het samenstel van roosters 1 een regelmatig patroon, in het bijzonder een dambordpatroon (schematisch ingetekend), van elkaar afwisselende lager gelegen segmenten 5 en hoger gelegen segmenten 4. In de daaronder getoonde kraaminrichting 1 is ingetekend dat de effectieve openheid van de roosters 1 afhangt van de locatie van de roosters 1 binnen de kraaminrichting 1 en gradueel verloopt van een voorzijde V van de kraaminrichting 11, waar de roosters 1 praktisch gesloten (0-20% open) kunnen zijn tot aan de achterzijde A waar de roosters 1 relatief open (50-70% open) kunnen zijn, waardoor een functionele vloerindeling instaat, waarbij de voorzijde meer verblijfcomfort verschaft voor zowel de zeug 17 alsook de biggen 18, en de achterzijde meer is ingericht voor afvoer van ontlasting van met name de zeug 17.Figure 2 shows a top view of a stable device 10 provided with a plurality of maternity devices 11, wherein each maternity device 11 comprises a grid floor 12 which is composed of a plurality of gratings 1 according to figures 1a-1c. A walkway 13 is positioned between the maternity devices 11, and a piglet enclosure 14 forming part of each maternity device 11, in particular piglet collection, is facing the walkway 13. The stable device 10 is provided with a compressor 15 for generating an air flow which can be led via a pipe system 16 to the individual maternity devices 11, in order to be able to cool or to heat a sow 17 and possibly her piglets 18. As shown for clarification (only) in the maternity device 11 which is shown at the top left, the assembly of gratings 1 forms a regular pattern, in particular a checkerboard pattern (schematically drawn), alternating lower-lying segments 5 and higher-lying segments 4. In the maternity device 1 shown below has been drawn in that the effective openness of the gratings 1 depends on the location of the gratings 1 within the maternity device 1 and runs gradually from a front side V of the maternity device 11, where the gratings 1 are practically closed (0-20% open ) can be up to the rear A where the gratings 1 can be relatively open (50-70% open), whereby a functional floor layout is provided, wherein the front provides more accommodation comfort for both the sow 17 and the piglets 18, and the rear more is arranged for discharge of faeces, in particular from the sow 17.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here, but that within the scope of the appended claims, countless variants are possible which will be obvious to those skilled in the art.

Claims (34)

ConclusiesConclusions 1. Rooster voor ondersteuning van een zeug met biggen, omvattende: meerdere lager gelegen roostersegmenten, welke lager gelegen roostersegmenten onderling worden gescheiden door hoger gelegen roostersegmenten, waarbij ieder door ten minste één hoger gelegen vloersegment ten minste gedeeltelijk omkaderd lager gelegen roostersegment is ingericht voor het laten afsteunen van een volledige ondervoet van een zeug, waarbij het ten minste één hoger gelegen roostersegment een laterale begrenzing voor de ondervoet van de zeug vormt.A grid for supporting a sow with piglets, comprising: a plurality of lower-lying grid segments, which lower-lying grid segments are mutually separated by higher-lying grid segments, each lower-lying grid segment being arranged at least partially framed by at least one higher-lying floor segment supporting a full lower foot of a sow, the at least one higher grid segment forming a lateral boundary for the lower foot of the sow. 2. Rooster volgens conclusie 1, waarbij ten minste een aantal van de lager gelegen roostersegmenten rechthoekig, in het bijzonder vierkant, is vormgegeven.Grid according to claim 1, wherein at least a number of the lower grid segments are rectangular, in particular square. 3. Rooster volgens conclusie 2, waarbij de lengte en de breedte van het lager gelegen roostersegment ten minste 10 centimeter bedragen.Grid according to claim 2, wherein the length and width of the lower grid segment is at least 10 centimeters. 4. Rooster volgens conclusie 2 of 3, waarbij de lengte en de breedte van het lager gelegen roostersegment maximaal 20 centimeter bedragen.Grid according to claim 2 or 3, wherein the length and width of the lower grid segment amounts to a maximum of 20 centimeters. 5. Rooster volgens een der conclusies 2-4, waarbij de lengte groter is dan de breedte van het lager gelegen roostersegment.Grid according to any of claims 2-4, wherein the length is greater than the width of the lower grid segment. 6. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lager gelegen roostersegmenten onderling een in hoofdzaak gelijke vormgeving en dimensionering hebben.Grid according to any one of the preceding claims, wherein the lower grid segments have mutually a substantially identical shape and dimensioning. 7. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoger gelegen roostersegmenten onderling zijn verbonden.Grid according to any one of the preceding claims, wherein the higher-lying grid segments are interconnected. 8. Rooster volgens conclusies 7, waarbij de hoger gelegen roostersegmenten onderling een roostermatrix vormen.Grate according to claim 7, wherein the higher-lying grid segments mutually form a grid matrix. 9. Rooster volgens conclusies 8, waarbij de roostermatrix als separate roostermatrix is verbonden met een onderliggend basisrooster waar de lager gelegen roostersegmenten deel van uitmaken.9. Grid according to claim 8, wherein the grid matrix is connected as a separate grid matrix to an underlying base grid of which the lower grid segments form part. 10. Rooster volgens conclusie 9, waarbij de roostermatrix losneembaar is verbonden met het onderliggende basisrooster.The grid of claim 9, wherein the grid matrix is releasably connected to the underlying base grid. 11. Rooster volgens een der conclusies 1 -8, waarbij de lager gelegen roostersegmenten integraal zijn verbonden met de hoger gelegen roostersegmenten.11. Grate according to any one of claims 1-8, wherein the lower-lying grid segments are integrally connected to the higher-lying grid segments. 12. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een aantal van de hoger gelegen roostersegmenten rechthoekig, in het bijzonder vierkant, is vormgegeven.12. Grate according to one of the preceding claims, wherein at least a number of the higher-lying grate segments are rectangular, in particular square. 13. Rooster volgens conclusie 12, waarbij de lengte en de breedte van het hoger gelegen roostersegment ten minste 10 centimeter bedragen.Grid according to claim 12, wherein the length and width of the higher-lying grid segment is at least 10 centimeters. 14. Rooster volgens conclusie 12 of 13, waarbij de lengte en de breedte van het hoger gelegen roostersegment maximaal 20 centimeter bedragen.14. Grate according to claim 12 or 13, wherein the length and width of the higher-lying grate segment amounts to a maximum of 20 centimeters. 15. Rooster volgens een der conclusies 12-14, waarbij de lengte groter is dan de breedte van het hoger gelegen roostersegment.Grid according to any of claims 12-14, wherein the length is greater than the width of the higher-lying grid segment. 16. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoger gelegen roostersegmenten onderling een in hoofdzaak gelijke vormgeving en dimensionering hebben.16. Grate according to any one of the preceding claims, wherein the higher-lying grate segments have a substantially identical shape and dimensioning. 17. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lager gelegen roostersegmenten en de hoger gelegen roostersegmenten onderling een in hoofdzaak gelijke vormgeving en dimensionering hebben.17. Grid according to any one of the preceding claims, wherein the lower-lying grid segments and the higher-lying grid segments have a substantially identical shape and dimensioning to each other. 18. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hoogteverschil tussen de lager gelegen roostersegmenten en de hoger gelegen roostersegmenten ten minste 6 millimeter bedraagt.Grate according to any one of the preceding claims, wherein the difference in height between the lower-lying grid segments and the higher-lying grid segments is at least 6 millimeters. 19. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hoogteverschil tussen de lager gelegen roostersegmenten en de hoger gelegen roostersegmenten maximaal 10 millimeter, in het bijzonder 8 millimeter, bedraagt.Grid according to any one of the preceding claims, wherein the difference in height between the lower-lying grid segments and the higher-lying grid segments is at most 10 millimeters, in particular 8 millimeters. 20. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij althans een naar de zeug en de biggen toegekeerde zijde van de rooster is vervaardigd uit kunststofi20. Grate as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least one side of the grate facing the sow and the piglets is made of plastic. 21. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een bovenzijde van de hoger gelegen roostersegmenten in hoofdzaak vlak is uitgevoerd.Grate according to any one of the preceding claims, wherein an upper side of the higher-lying grate segments is of substantially flat design. 22. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een bovenzijde van de hoger gelegen vloersegmenten verruwd is uitgevoerd.Grille according to any one of the preceding claims, wherein a top side of the higher-lying floor segments is roughened. 23. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een bovenzijde van de lager gelegen roostersegmenten geprofileerd is uitgevoerd.Grille according to any one of the preceding claims, wherein a top side of the lower-lying grille segments is profiled. 24. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lager gelegen roostersegmenten zijn voorzien van doorvoeropeningen voor doorvoer ontlasting van de zeug en de biggen.24. Grate according to one of the preceding claims, wherein the lower grid segments are provided with passage openings for passage relief of the sow and the piglets. 25. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoger gelegen roostersegmenten zijn voorzien van doorvoeropeningen voor doorvoer ontlasting van de zeug en de biggen.25. Grate as claimed in any of the foregoing claims, wherein the higher-lying grate segments are provided with passage openings for passage relief of the sow and the piglets. 26. Rooster volgens conclusies 24 of 25, waarbij ten minste één dimensie van iedere doorvoeropening maximaal 10 millimeter bedraagt.Grille according to claims 24 or 25, wherein at least one dimension of each passage opening is a maximum of 10 millimeters. 27. Rooster volgens een der conclusies 24-26, waarbij de openheid van de rooster vanaf een zijde naar een overliggende zijde verloopt.Grille according to any of claims 24-26, wherein the openness of the grille extends from one side to an opposite side. 28. Rooster volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de rooster wordt gevormd door een paneel, in het bijzonder een paneel met een breedte van tussen 30 en 70 centimeter en een lengte van tussen 40 en 80 centimeter.Grid according to one of the preceding claims, wherein the grid is formed by a panel, in particular a panel with a width of between 30 and 70 centimeters and a length of between 40 and 80 centimeters. 29. Roostervloerinrichting voor het ondersteunen van een zeug met biggen, omvattende een samenstel van, bij voorkeur onderling gekoppelde, roosters volgens een der conclusies 1-28.29. Grate floor device for supporting a sow with piglets, comprising an assembly of, preferably mutually coupled, gratings according to one of claims 1-28. 30. Roostervloerinrichting volgens conclusie 29, waarbij de roosters onderling zijn uitgelijnd, zodat door het samenstel van roosters een patroon wordt gevormd van lager gelegen roostersegment en hoger gelegen roostersegmenten.30. Grate floor device as claimed in claim 29, wherein the gratings are mutually aligned, so that a pattern of lower-lying grid segment and higher-lying grid segments is formed by the assembly of gratings. 31. Roostervloerinrichting volgens conclusie 29 of 30, waarbij de roosters worden gedragen door ten minste één draagstructuur.The slatted floor device according to claim 29 or 30, wherein the slats are supported by at least one support structure. 32. Roostervloerinrichting volgens een der conclusies 29-31, waarbij de openheid van de roostervloerinrichting, vanuit de zeug gezien, aan de voorzijde kleiner is dan aan de achterzijde van de roostervloerinrichting.The slatted floor device according to any of claims 29-31, wherein the openness of the slatted floor device, viewed from the sow, is smaller at the front than at the rear of the slatted floor device. 33. Kraaminrichting voor een zeug met biggen, omvattende ten minste één roostervloerinrichting volgens een der conclusies 29-32.A maternity device for a piglet sow, comprising at least one lattice floor device according to any one of claims 29-32. 34. Stalinrichting, omvattende ten minste één kraaminrichting volgens een der conclusies 29-33.A stable device comprising at least one maternity device according to any one of claims 29-33.
BE2014/0454A 2013-06-14 2014-06-16 GRID, GRID FLOOR DEVICE, AND STRAIGHT DEVICE FOR A SOW WITH BIGGEN. BE1022207B1 (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010973A NL2010973C2 (en) 2013-06-14 2013-06-14 GRID, GRID FLOOR DEVICE, AND STRAIGHT DEVICE FOR A SOW WITH BIGGEN.
NL2010973 2013-06-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022207B1 true BE1022207B1 (en) 2016-03-01

Family

ID=49170811

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0454A BE1022207B1 (en) 2013-06-14 2014-06-16 GRID, GRID FLOOR DEVICE, AND STRAIGHT DEVICE FOR A SOW WITH BIGGEN.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1022207B1 (en)
DE (1) DE202014102776U1 (en)
NL (1) NL2010973C2 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105494121A (en) * 2016-01-19 2016-04-20 马鞍山纽泽科技服务有限公司 Novel dropping leaking plate

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4796563A (en) * 1987-04-20 1989-01-10 Eastern Iowa Pork Wire mesh flooring
EP0412032A1 (en) * 1989-08-02 1991-02-06 Galvelpor Sa Slatted floor for piggery
WO1998031214A1 (en) * 1997-01-20 1998-07-23 Bjarne Kongsgaard Grid for animal houses

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4796563A (en) * 1987-04-20 1989-01-10 Eastern Iowa Pork Wire mesh flooring
EP0412032A1 (en) * 1989-08-02 1991-02-06 Galvelpor Sa Slatted floor for piggery
WO1998031214A1 (en) * 1997-01-20 1998-07-23 Bjarne Kongsgaard Grid for animal houses

Also Published As

Publication number Publication date
NL2010973C2 (en) 2014-12-17
DE202014102776U1 (en) 2014-09-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018081A3 (en) STABLE FLOOR ELEMENT.
BE1022207B1 (en) GRID, GRID FLOOR DEVICE, AND STRAIGHT DEVICE FOR A SOW WITH BIGGEN.
US20180288975A1 (en) Poultry housing apparatus and method for egg laying ducks
US20060124074A1 (en) Livestock flooring cover
NL7906922A (en) SLOT GRILL FOR FORMING BOTTOMS IN BOXES FOR LUCKY SOWS AND PIGS.
WO2011102367A1 (en) Cat toilet with upper cover
KR101695637B1 (en) Pet waste guidance apparatus
US5749322A (en) Animal stall
EP2236023B1 (en) Stable with floor element
US5855188A (en) Flooring for a farrowing pen
KR20120013786A (en) Toilet for pet
KR100969714B1 (en) Device for blocking gas produced from feces and urine of cattle shed
CH670032A5 (en) Hen house with walkways - has spaced superposed resting faces above droppings gulleys
US8601982B2 (en) Pet environment
DK166000B (en) GRID FOR USE AS A FLOOR ELEMENT IN A STABLE
RU2431250C1 (en) Barn for pigs keeping
JP3124699U (en) Partition
EP1847173A2 (en) Farrowing device
GB2439266A (en) Nest box system and egg collection apparatus
GB2248076A (en) Slatted floor panel
WO2010080162A1 (en) Piglet separation system and method
JP3156667U (en) Pet aisle cover
EP3011830B1 (en) Prefabricated module for the flooring of a stable for cattle
RU2029465C1 (en) Gate for manure disposal channel
BE1028596B1 (en) LOW EMISSION STABLE FLOOR PANEL