BE1021322B1 - Pers en methode om een absorberend artikel te produceren - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een pers (100) voor de productie van een tampon, bestaand minstens uit drie perskaken (6) die in een ster rond een centrale longitudinale persas worden geschikt (4) die een pers opening (2) vormen, verstrekt met een doordringend segment PSLG (13), en doordringende segmenten PSSG (11). Het heeft verder betrekking op een methode voor vervaardiging van de tampon.

Description

PERS EN METHODE OM EEN ABSORBEREND ARTIKEL TE PRODUCEREN GEBIED VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft een pers en methode om een tampon, in het bijzonder voor vrouwelijke hygiëne te produceren.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Van de stand-der-techniek, zijn cilindrische gevormde tampons voorzien die ribben hebben die door longitudinale groeven worden bepaald, en verder voorzien van zijgroeven die de longitudinale groeven kruisen, zoals die, bijvoorbeeld, in WO 2009/129910 worden gesuggereerd.

De pers en de methodes voor vervaardiging van gekruiste groeven worden gezegd om zich op bestaande technologie te baseren zoals die, bijvoorbeeld, in EP 1 383 453 en DE 101 14 786 wordt beschreven. Dergelijke methodes en persen neigen langzaam te zijn of de tam ponoppervlakte te schaven, aangezien zij een meerderheid van lateraal-geplaatste doordringende segmenten vereisen om de dwarsgroeven in een perskaak te vormen, die tegenovergesteld lopen aan de gladde longitudinale uitwerpingspassage. WO 2009/129910 stelt geen geschikte methode of pers voor de productie van de tampon voor.

Er is een behoefte aan een nieuw ontwerp van pers en een methode voor vervaardiging die de problemen van de stand-der-techniek overwint.

DOELSTELLINGEN VAN DE UITVINDING

Het doel van de uitvinding is een nieuw type van tamponpers en methode om tampons te produceren met zijgroeven te voorzien, met inbegrip van die met lateraal gekruiste groeven gekend in de stand-der-techniek. De tampons worden sneller geproduceerd en hebben weinig of geen machine schaven wat resulteert in een gladdere afwerking.

De voordelen zullen duidelijk worden aan de personen bekwaam in de stand-der-techniek via de beschrijving en de begeleidende figuren onder.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN FIG. 1 toont in schematische vorm een regeling van perskaken volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gezien langs de persas, waar de kaken uit afwisselende doordringende segmenten en persschouders bestaan.

Fign. 2 tot 8 beelden een persende cyclus af, FIG. 2, een tamponvormstuk wordt ingebracht in de pers opening; FIG. 3, de kaken avanceren; FIG. 4 de kaken bereiken de gesloten positie. FIG. 5 de kaken trekken gedeeltelijk in tot een vasthoudstand; FIG. 6 de gedrukte tampon banco wordt verschuifbaar uitgeworpen; FIG. 7 de perskaken trekken in tot de open positie; FIG. 8 een nieuw tamponvormstuk wordt opgenomen in de pers opening. FIG. 9 toont in schematische vorm een regeling van perskaken volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gezien langs de persas, waar de kaken afwisselende doordringende segmenten omvatten voor de longitudinale groef en voor de zijgroeven.

Fign. 10 tot 16 beelden een persende cyclus af, FIG. 10, een tamponvormstuk wordt opgenomen in de pers opening; FIG. 11, de kaken avanceren; FIG. 12 de kaken bereiken de gesloten positie. FIG. 13 de kaken trekken gedeeltelijk in tot een vasthoudstand; FIG. 14 het gedrukte tamponvormstuk wordt verschuifbaar uitgeworpen; FIG. 15 de perskaken trekken in tot de open positie; FIG. 16 een nieuw tamponvormstuk wordt opgenomen in de pers opening. FIG. 17 toont een drie-dimensionele vertegenwoordiging van een mechanisme voor controlebeweging van de perskaken.

Fign. 18A tot 18C beelden een perskaak af met een doordringend segment voor een longitudinale groef in zij- (FIG. 18A), voor- (FIG. 18B) en bovenaanzicht (FIG. 18C).

Fign. 19A tot 19C beelden een perskaak af voorzien met doordringende segmenten voor zijgroeven in zij- (FIG. 19A), voor- (FIG. 19B) en bovenaanzicht (FIG. 19C).

Fign. 20A tot 20C beelden een perskaak af met gecombineerde doordringende segmenten voor een longitudinale groef en een zijgroef in zij- (FIG. 20A), voor-(FIG. 20B) en bovenaanzicht (FIG. 20C). FIG. 2IA toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, verstrekt met een meerderheid van chevron gevormde doordringende segmenten voor zijg roeven.

Fign. 21B tot 21D beelden talrijke aanzichten af van een afgewerkte tampon 220 geperst gebruikmakend een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 21A FIG. 22A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, verstrekt met een meerderheid van chevron gevormde doordringende segmenten voor zijgroeven die een doordringend segment voor een longitudinale groef kruisen, waardoor de apex van elke chevron wijst naar het inbrengingseind.

Fign. 22B tot 22D beelden talrijke aanzichten van een afgewerkte tampon 220 af geperst gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 22A FIG. 23A toont de het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, verstrekt met een meerderheid van kruis gevormde doordringende segmenten voor zijgroeven die een doordringend segment voor een longitudinale groef kruisen.

Fign. 23B tot 23D beelden talrijke aanzichten van een afgewerkte tampon 220 af gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 23A FIG. 24A toont het bovenaanzicht van het pers eind van een perskaak 6, verstrekt met een meerderheid van diamantvormige doordringende segmenten voor zijgroeven die een doordringend segment voor een longitudinale groef kruisen, waar de randen van de diamant concaaf zijn.

Fign. 24B tot 24D beelden talrijke aanzichten af van een afgewerkte tampon 220 gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 24A FIG. 25A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, verstrekt met een meerderheid van diamantvormige doordringende segmenten voor zijgroeven die een doordringend segment voor een longitudinale groef kruisen.

Fign. 25B tot 25D beelden talrijke aanzichten af van een afgewerkte tampon 220 gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 25A FIG. 26A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, verstrekt met een meerderheid van cirkelvormige doordringende segmenten voor zijgroeven die een doordringend segment voor een longitudinale groef kruisen.

Fign. 26B tot 26D beelden talrijke aanzichten van een afgewerkte tampon 220 af gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 26A FIG. 27A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, verstrekt met een meerderheid van recht-gescherpte groef gevormde segmenten voor zijgroeven die een doordringend segment voor een longitudinale groef kruisen.

Fign. 27B tot 27D beelden talrijke aanzichten af van een afgewerkte tampon 220 gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 27A FIG. 28A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, verstrekt met een meerderheid van chevron gevormde doordringende segmenten voor zijgroeven die een doordringend segment voor een longitudinale groef kruisen, waardoor de apex van elke chevron wijst naar het inbrengingseind.

Fign. 28B tot 28D beelden talrijke aanzichten van een afgewerkte tampon 220 af gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 28A FIG. 29 Schematische vorm een regeling van perskaken in de gesloten positie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gezien langs de persas, waar twee aangrenzende perskaken elk uit een doordringend segment voor een zijgroef bestaan die samen een groter ononderbroken doordringend segment voor een zijgroef vormen.

SAMENVATTING VAN SOMMIGE BELICHAMINGEN VAN DE UITVINDING Eén uitvoeringsvorm van de uitvinding is een pers volgens om het even welk van conclusies 1 tot 13.

Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is een proces om een tampon volgens om het even welk van conclusies 14 tot 15 te vervaardigen.

Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is een tampon verkrijgbaar door een proces zoals hierboven beschreven.

GEDETAILLEERDE OMSCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders bepaald, hebben alle technische en wetenschappelijke hierin gebruikte termen de zelfde betekenis zoals algemeen wordt begrepen door iemand vaardig in de stand-der-techniek. Alle hierin van verwijzing voorziene publicaties worden opgenomen door verwijzing. Alle octrooien van de Verenigde Staten en octrooi aanvragen hierin van verwijzingen voorzien worden opgenomen door verwijzing hierin in hun totaliteit met inbegrip van de tekeningen.

De recitatie van numerieke gebieden door eindpunten omvat alle geheelaantallen en, waar aangewezen, fracties binnen dat gebied ondergebracht (b.v. 1 tot 5 kunnen 1, 2, 3, 4 omvatten wanneer wordt verwezen naar, bijvoorbeeld, een aantal artikelen, en kunnen ook 1.5, 2, 2.75 en 3.80 omvatten, wanneer wordt verwezen naar, bijvoorbeeld, metingen). De recitatie van eindpunten omvat ook de eindpuntwaarden zelf (b.v. van 1.0 tot 5.0 omvat zowel 1.0 als 5.0).

In de volgende detaillering van de aangewezen belichamingen, wordt verwijzing gemaakt naar de begeleidende tekeningen die hier deel van uitmaken, en die slechts als illustratie van specifieke belichamingen worden getoond waarin de uitvinding kan worden uitgeoefend. Men moet begrijpen dat andere belichamingen kunnen worden gebruikt en de structurele of logische veranderingen kunnen worden gemaakt zonder te vertrekken van het werkingsgebied van de onderhavige uitvinding. De volgende gedetailleerde omschrijving, daarom, moet niet in een beperkende betekenis worden genomen, en het werkingsgebied van de onderhavige uitvinding wordt bepaald door de toegevoegde conclusies.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een methode en een pers voor de vervaardiging van een tampon in het bijzonder voor vrouwelijke hygiëne die een longitudinaal lichaam in een hoofdzakelijk cilindrische vorm heeft. De te vormen tampon is verdeeld in een aantal longitudinale groeven die longitudinale ribben flankeren, en voorzien van een meerderheid van zijgroeven op een rib die in de longitudinale richting worden geschikt. Bij voorkeur minstens één zij groef, bij voorkeur worden allen geschikt tussen, grenzend aan of kruisend met de longitudinale groeven. Wanneer de zijgroeven tussen twee longitudinale groeven worden geschikt, wordt minstens één zijgroef, bij voorkeur kunnen allen ruimtelijk gescheiden worden van één of beide flankerende longitudinale groeven. De minstens één zijgroef, bij voorkeur iedere en elke zijgroef kan ook ruimtelijk van overkantgroeven worden gescheiden. Wanneer de zijgroeven ruimtelijk worden gescheiden, betekent het dat het buitenprofiel van elke zijgroef aan de oppervlakte van de tampon het buitenprofiel van een naburige zijgroef aan de oppervlakte van de tampon niet raakt. Elke zijgroef kan naar de kern van de tampon worden geprojecteerd, maar kan de kern niet binnetreden.

De tampon wordt minstens gedeeltelijk voorzien van longitudinale ribben die door longitudinale groeven worden bepaald. De longitudinale ribben zijn bij voorkeur recht en bij voorkeur parallel met de longitudinale as van de tampon, echter, zij kunnen, alternatief, recht en geïnclineerd zijn aan de longitudinale as van de tampon. Het aantal longitudinale ribben kan, bijvoorbeeld afhankelijk van de diameter van de tampon en/of het type van absorptiemateriaal variëren. Bij voorkeur, zijn er tussen 4 en 12 ribben, meer bij voorkeur zijn er tussen 6 en 12 ribben en nog meer bij voorkeur, minstens acht. Terwijl de onderhavige uitvinding, zoals vele bekende tampons, een gelijk aantal ribben kan hebben, is het ook binnen het werkingsgebied van de onderhavige uitvinding om tampons met een oneven aantal ribben te produceren. Het aantal zijgroeven kan, bijvoorbeeld, afhankelijk van de lengte van de tampon en/of het type van absorptiemateriaal variëren. Het aantal zijgroeven kan gelijk zijn aan of minstens 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, of 12 zijn voor een longitudinale groef of een rib. Bij voorkeur, zijn er tussen 3 en 10 zijgroeven voor een longitudinale groef of rib, meer bij voorkeur tussen 4 en 7, meest bij voorkeur 4 of 5. Minstens één rib, bij voorkeur wordt elke en iedere rib voorzien van zijgroeven.

De zijgroeven 224 (e.g. FIG. 21B, C, D) in de tampon zijn hoofdzakelijk afzonderlijke inkepingen in de tamponoppervlakte die naar de tamponkern projecteren, en worden geschikt aan de zijkanten van de longitudinale groeven. De term inkepingen en zijgroef worden beschouwd als synoniem. De inkepingen kunnen om het even welke vorm hebben, bijvoorbeeld, een regelmatige of onregelmatige veelhoekige vorm aan de oppervlakte, of kunnen de vorm van zijgroeven aannemen. De zijgroeven 224 zijn geschikt om vloeistof in tampon 220 te kanaliseren. Na de introductie van de tampon in de lichaamsholte, vervoeren deze rechtstreeks de lichaamsvloeistof naar de vezelkern om zijn vezelig materiaal onmiddellijk te gebruiken om de absorptiecapaciteit en uitbreidingscapaciteit van de tampon te verbeteren en het uitwaarts openen van gesloten longitudinale groeven 222 te versnellen. Daarom, de regeling van de zijgroeven 224 en longitudinale groeven 222 bewerkstelligt een uitbreiding van de oppervlakte van tampon 220 die resulteert in dat de absorptiecapaciteit en uitbreidingscapaciteit van de vezelkem aanzienlijk wordt verbeterd. Verder, is er een snellere opname van lichaamsvloeistof. Tezelfdertijd is zo een vermindering van het gewicht van vezelig materiaal gebruikt in de tampon mogelijk, wat een meer economisch productie van de tampon toestaat.

De onderhavige uitvinding betreft een apparaat, specifiek een pers, voor de productie van de hierboven beschreven tampon. In de stand-der-techniek, hebben de persende machines doordringende segmenten, die longitudinale ribben vormen die door longitudinale groeven worden bepaald en die het absorberende materiaal doordringen. Dergelijke machines zijn gekend van bijvoorbeeld EP 0 422 660, EP 0 639 363 en WO 02/078586 die hierin door verwijzing worden opgenomen.

Het apparaat van de huidige uitvinding bestaat uit een pers die perskaken heeft die elk een pers eind en tegengestelde daaraan een rug eind heeft, welke kaken in een ster vorm met betrekking tot de persas en bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, bij de zelfde radiale afstand tot de persas minstens in de open positie worden geschikt. Het pers eind van de kaken wordt geleid naar de persas. De kaken kunnen worden bewogen (d.w.z. geavanceerd en/of ingetrokken) in een gemeenschappelijk vlak, naar de persas tussen een open positie, tegenovergestelde longitudinale kanten. De beweging naar de persas kan radiaal of geïnclineerd zijn met de straal van de persas.

De kaken bewegen zich bij voorkeur synchroon om een verbeterde geometrische uniformiteit van de longitudinale groeven, zijgroeven en ribben te verstrekken. Dienovereenkomstig, wordt de integriteit van het non-woven materiaal dat het tamponvormstuk omringd gehandhaafd. De spanning wordt typisch gevormd over een rib in de non-woven dekking omdat de dekking door zijn vouwen in de longitudinale groeven wordt uitgerekt. Het persen van zijgroeven in de ribben zou normaal de dekking veroorzaken om te scheuren. Nochtans, door de longitudinale groeven en zijgroeven gelijktijdig te persen, worden de spanningen in de dekking gelijk verdeeld. Bij voorkeur, wordt het tamponvormstuk samengeperst dusdanig dat de bovengenoemde longitudinale ribben zich naar buiten met gelijke perifere hoekintervallen uitbreiden.

Een aangewezen pers bestaat uit minstens 3 perskaken, bij voorkeur 8 (4 PSLG + 4 PSSG) perskaken. Het is wenselijk om de pers met een gelijk aantal perskaken (b.v. 2, 4, 6, 8) uit te rusten, maar andere aantallen perskaken kunnen, met inbegrip van oneven aantallen (b.v. of 3, 5, 7, 9) worden gebruikt. Het aantal perskaken kan, bijvoorbeeld afhankelijk van het gewicht en de samenstelling van het materiaal bedoeld voor de tampon variëren en kan ook kleiner of groter zijn dan acht, hoewel het aantal over het algemeen niet onder drie zou moeten zijn. Eén of meerdere doordringende segmenten voor het persen van de groeven worden verstrekt op het pers eind van de kaak. Geschikt op de kaken op het pers eind zijn doordringende segmenten voor het persen van de longitudinale groef (PSLG) en doordringende segmenten voor het persen van de zijgroeven (PSSG) of inkepingen (PSI) waar de termen PSSG en PSI synoniemen zijn.

De perskaken kunnen perifeer in aangrenzende paren worden geschikt, één kaak van het paar bestaand uit op het pers eind een doordringend segment voor het persen van de longitudinale groef (PSLG) en de tweede kaak van het paar bestaand uit op het pers eind doordringende segmenten voor het persen van de zijgroeven (PSSG). Als dusdanig, wisselt de perifere regeling van kaken (zie FIGn. 9 tot 16) af. Het aantal kaken dat in de pers met de PSLG wordt geschikt is gelijk aan het aantal geschikt met de PSSG, die gelijk aan of minstens 2, 3, 4 paren perskaken kan hebben.

Alternatief, kunnen PSLG en PSSG op de zelfde, enige perskaak worden geschikt de PSSG geschikt aan één van beide of beide longitudinale kanten van de PSLG (zie Fign. 1 tot 8). Dit kan tot een tampon leiden waar de longitudinale groeven en de zijgroeven grenzen of kruisen. Wanneer de PSLG en PSSG op de zelfde perskaak worden verstrekt, kan het aantal kaken in de pers gelijk of minstens 3, 4, 5, 6, 7, of 8 zijn. Het is binnen het werkingsgebied van de uitvinding dat de PSSGs op een meerderheid (b.v. minstens 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8) van aangrenzende perskaken wordt geschikt, die combineren om een grotere PSSG te vormen die een grotere perifere boog overspant dan met één enkele perskaak mogelijk zou zijn.

Men zal waarderen dat de pers schouders als afzonderlijke perskaken kunnen worden verstrekt, bijvoorbeeld, afwisselend met kaken die doordringende segmenten (zie Fign. 1 tot 8) hebben. Volgens één aspect van de uitvinding, kunnen de perskaken perifeer in aangrenzende paren worden geschikt, één kaak van het paar bestaand bij het pers eind uit de PSLG en PSSG en de tweede kaak van het paar bestaand op het pers eind uit een pers schouder. Wanneer PSLG en PSSG op de zelfde perskaak worden verstrekt, kan het aantal kaken in de pers met inbegrip van kaken die de pers schouder bevatten gelijk of minstens 3, 4, 5, 6, 7, of 8 zijn. In een alternatieve regeling, kan de pers schouder met perskaken worden gecombineerd voorzien van doordringende segmenten. Bijvoorbeeld, een perskaak kan een pers schouder hebben voorzien van doordringende segmenten voor het persen van de zijgroeven (PSSG). In het alternatief, kan een perskaak een combinatie van één PSLG en een persende schouder hebben aan één van beide of beide kanten van PSLG, de persende schouder wordt optioneel voorzien van de PSSG. Men begrijpt in de stand-der-techniek goed dat de pers schouder een vormhulpmiddel voor afwerkingsvormen van de voorvorm is, dat radiale druk op de perifere oppervlakte van de ribben van de voorvorm uitoefent volgend op indruk van de tampon door de doordringende segmenten.

De pers schouders kunnen recht of hoekig zijn, maar hebben bij voorkeur een kromming in de transversale richting om de perifere oppervlakte van het tamponvormstuk in een hoofdzakelijk cilindrische vorm van kleinere diameter te persen. Een pers schouder kan één of meerdere groeven bevatten om PSSGs van een naburige kaak in een gesloten positie (d.w.z. passende bijkomende regeling) te accommoderen.

Het is een aspect van de uitvinding dat de perskaken in open, gesloten en vasthoudstand die tussen de gesloten en open positie is kunnen worden bewogen. In de open positie, is de opening gevormd in de pers van voldoende grootte voor toevoeging van een tamponvormstuk. In de gesloten positie, wordt het tamponvormstuk gedrukt. In de vasthoudstand, wordt de voorvorm opgehangen op de uiteinden van minstens één (bij voorkeur minstens twee) doordringende segmenten (PSLGs), en kan axiaal verwijderd (uitgeworpen) worden, bij voorkeur verschuifbaar, zonder significante schade. Door een verschuifbare uitwerping te schikken terwijl de tampon door de uiteinden van de doordringende segmenten (PSLGs) wordt opgehangen, wordt de integriteit van de tampon gehandhaafd, schade vermijdend aan zijn oppervlakte door anders uitpuilende PSSGs in de uitwerpingspassage. Eveneens, zou de uitwerping van de tampon terwijl de kaken volledig open zijn leiden tot schade aangezien de ruimte tussen twee kaken waarvan de tampon wordt vrijgegeven slechts een obstructieve en onhygiënische passage voor verschuifbare uitwerping verstrekt.

Volgens één aspect van de uitvinding, trekken de PSLG en PSSG differentieel in volgend op het persen van de voorvorm. De PSSG trekt meer in dan de PSLG na het persen en voorafgaand aan uitwerping van de zo gevormde voorvorm. Met andere woorden, de perskaken worden ingetrokken in de vasthoudstand tussen de gesloten positie en de open positie van de kaken, waarin de uiteinden van PSSGs worden verplaatst (ingetrokken) naar een grotere afstand van de persas in vergelijking met de uiteinden van PSLGs, dusdanig dat PSSGs van de voorvorm wordt teruggetrokken, terwijl het contact wezenlijk wordt gehandhaafd tussen de voorvorm longitudinale groeven en minstens één (bij voorkeur minstens twee) PSLGs. De PSSGs kunnen volledig van de voorvorm worden teruggetrokken.

Het differentiële intrekken staat verwijdering (uitwerping) in de lengte van de tampon toe terwijl de kaak nog gedeeltelijk gesloten is. Op het ogenblik van uitwerping, openen de perskaken gedeeltelijk tot een vasthoudstand waarin de PSSGs volledig wordt teruggetrokken en vrij van de voorvorm, terwijl de PSLGs contact met de tampon longitudinale groeven handhaaft. Aldus, wordt de tampon opgehangen in de gedeeltelijk gesloten kaken door de perifere regeling van PSLGs, maar is vrij van contact met PSSGs. Dienovereenkomstig, kan de tampon in de lengte worden aangedreven en worden uitgeworpen terwijl slechts in verschuifbaar contact met de ster vormige regeling van PSLGs. Door een verschuifbare uitwerping langs de PSLGs te schikken, wordt de integriteit van de tampon gehandhaafd, schade vermijdend aan zijn oppervlakte door anders uitpuilende PSSGs in de uitwerpingspassage.

Het differentiële intrekken van de doordringende segmenten kan door differentiële lengten van respectieve PSLG en PSSG worden bereikt d.w.z. PSLG is langer dan PSSG. Dit is geïllustreerd in Fig. 18A tot 20A, waar de maximumhoogte, HL, van PSLG van basis 17 tot uiteinde 15 groter is dan de maximumhoogte, HS, van PSSG van basis 17' tot uiteinde 15 Dienovereenkomstig, kunnen de kaken worden geconfigureerd om synchroon in te trekken bij een gelijke afstand tot de vasthoudstand is gehandhaafd. Alternatief, kan het differentiële intrekken worden bereikt door de verschillende radiale lengten van de perskaak of door de respectieve perskaken door verschillende hoeveelheden in te trekken; dit is van toepassing wanneer PSLG en PSSG op afzonderlijke perskaken worden geschikt. Eén uitvoeringsvorm van de uitvinding is een pers 100 voor de productie van een tampon, bestaand minstens uit drie perskaken 6 geschikt in een ster rond een centrale longitudinale persas 4 die een pers vormt 2 die opent, waardoor er op een enige of afzonderlijke aangrenzende perskaken 6 worden verstrekt: - een doordringend segment, PSLG, 13 gevormd om het absorberende materiaal met een longitudinale groef te doordringen, en - doordringende segmenten 11 gevormd om het absorberende materiaal met een meerderheid van zijgroeven te doordringen die in de longitudinale richting worden geschikt, waarin de pers wordt gevormd, bij voorkeur opeenvolgend: a) laad een cilindrische vormstuk 200 in de pers opening 2 b) verplaats perskaken 6 in een gesloten positie om het cilindrisch vormstuk 200 te persen zo vormend voorvorm 210, c) verplaats perskaken 6 in een vasthoudstand tussen de gesloten positie en open positie, zodat de voorvorm kan worden verwijderd, verwijder de voorvorm terwijl kaken (6) in de vasthoudstand zijn, en e) verplaats perskaken 6 in de open positie voor lading van een verder cilindrisch vormstuk.

Naast in longitudinale richting te worden geschikt, kan minstens één, bij voorkeur iedere en elke zijgroef ook ruimtelijk van andere of aangrenzende zijgroeven worden gescheiden. Zoals elders vermeld, kan minstens één, bij voorkeur iedere en elke zijgroef aan aangrenzende longitudinale groeven grenzen of kruisen. Minstens één, bij voorkeur iedere en elke zijgroef kan ruimtelijk gescheiden zijn van één of beide aangrenzende longitudinale groeven. In stap b) worden de perskaken 6 verplaatst (geavanceerd) in een gesloten positie om het cilindrisch vormstuk 200 te persen, zo een voorvorm 210 vormen. De beweging, naar de persas, is bij voorkeur radiaal of kan geïnclineerd zijn aan de straal van de persas. Het cilindrisch vormstuk wordt, dus, gedrukt radiaal of geïnclineerd aan de straal van de persas.

In stap c), worden perskaken 6 verplaatst (ingetrokken) in een vasthoudstand tussen de gesloten positie en open positie, zodat de voorvorm axiaal kan worden verwijdered, bij voorkeur zonder wezenlijk obstakel. Bij voorkeur, is de vasthoudstand waar uiteinden 15 ' van PSSGs 11 verplaatst (ingetrokken) worden naar een grotere afstand van persas 4 in vergelijking met uiteinden 15 van PSLGs, dusdanig dat PSSGs, bij voorkeur volledig, van de voorvorm wordt teruggetrokken, terwijl het contact tussen voorvorm longitudinale groeven en minstens één (bij voorkeur minstens twee) PSLGs 13 wordt gehandhaafd.

In stap d) wordt de voorvorm axiaal verwijderd (uitgeworpen), bij voorkeur verschuifbaar, terwijl kaken (6) in de vasthoudstand zijn,

In stap e) worden perskaken 6 verplaatst (ingetrokken) in de open positie voor lading van het volgende cilindrisch vormstuk. De opeenvolging a) tot e) kan voor een verdere cilindrisch vormstuk worden herhaald.

Het doordringende segment voor het persen van de longitudinale groef (PSLG) wordt gevormd om wezenlijk longitudinale groeven in het tamponvormstuk te persen. Het wordt verstrekt op het pers eind van de perskaak. De longitudinale groeven breiden zich minstens gedeeltelijk, bij voorkeur volledig, uit van het inbrengingseind tot het terugtrekkingseind, en zijn bij voorkeur parallel met de persas. PSLG, is een recht, bot blad dat een uiteinde heeft dat naar de pers opening wordt georiënteerd. Het is longitudinaal en bij voorkeur wordt de longitudinale lengte gealigneerd met de persas, maar kan eveneens aan de persas worden geïnclineerd. Bij voorkeur, wanneer de perskaak wordt gesloten, is elke PSLG georiënteerd radiaal of geïnclineerd aan de straal van de persas, daardoor leidend tot radiale of radiaal-geïnclineerde groeven in de tampon. De hoogte, HS, van de PSLG van zijn basis tot het uiteinde (FIG. 20A) kan 10%, 20%, 30% 40%, 50%, 60%, 70%, 80%, of 90% groter dan de hoogte van de PSSG, of groter door waarde in het gebied tussen om het even welke twee van de voornoemde waarden zijn. Bij voorkeur, is de hoogte van PSLG wezenlijk constant langs de longitudinale lengte van de perskaak.

Met betrekking tot Fign. 18A tot C die een perskaak 6 in zij- (18A), voor- (18B) en bovenaanzicht (18C) afbeelden, wordt de PSLG 13 verstrekt op het pers eind van perskaak 6 en is een hoofdzakelijk vlak langwerpige structuur die van de basis van het pers eind uitpuilt. Volgens één aspect van de uitvinding, kan het transversale profiel van de PSLG langs zijn lengte (van basis 17 tot uiteinde 15) symmetrisch zijn zoals wordt getoond, bijvoorbeeld, in Fign. 18A, verwijzingsteken 13. Alternatief, kan het doordringende segment langs zijn lengte asymmetrisch zijn, waarin één rand van het doordringende segment recht is en de andere gebogen.

De doordringende segmenten voor het persen van de zijgroef (PSSG) worden geschikt aan minstens één zijkant van een PSLG wanneer de perskaken zijn gesloten. De PSSGs worden gevormd om een meerderheid van zijgroeven in het vormstuk te persen, welke zijgroeven in de longitudinale richting van de perskaak worden geschikt. Minstens één, bij voorkeur iedere en elke PSSG is ruimtelijk gescheiden (d.w.z. geïsoleerd) van andere PSSGs in de longitudinale richting. De zijgroeven kunnen uitsluitend op een rib aan een longitudinale groef, of allebei, grenzen. De zijgroeven kunnen of kunnen niet door een longitudinale groef worden gekruist. Elke zijgroef kan het zelfde profiel (b.v. chevron, ster, dwars) hebben, of minstens twee groeven kunnen verschillende profielen (b.v. chevron, ster) hebben.

Bij voorkeur worden zijgroeven geschikt tussen minstens één paar, bij voorkeur ieder en elk paar longitudinale groeven, of zijn geschikt grenzend aan of kruisend met minstens één, bij voorkeur ieder en elke longitudinale groef. In de huidige beschrijving, worden overwegingen van de zijgroeven zoals profiel, ruimtescheiding en perifere breedte gemaakt ongeacht de longitudinale groef wanneer de zijgroef grenst of aan een longitudinale groef kruist.

De PSSG bestaat uit een meerderheid van botte bladen die elk een uiteinde 15' hebben dat naar de pers wordt georiënteerd, en in de richting van de persas wordt geschikt. Bij voorkeur, is minstens één PSSG, bij voorkeur elke PSSG ruimtelijk gescheiden (d.w.z. geïsoleerd) van een andere PSSGs in de longitudinale richting. Ruimtelijk gescheiden, betekent dat minstens het uiteinde 15', bij voorkeur het lichaam van elke PSSG niet in contact komt met uiteinde 15', bij voorkeur het lichaam, van elke naburige PSSG in de longitudinale richting op de perskaak. Bij voorkeur, wanneer de perskaak wordt gesloten, is de snijrichting van elke PSSG radiaal georiënteerd of geïnclineerd aan de straal van de persas, daardoor leidend tot radiale of radiaal-geïnclineerde groeven in de tampon. De hoogte, HS, van de PSSG van zijn basis tot het uiteinde (FIG. 20A) kan een percentage van de hoogte van de PSLG zijn, die het percentage 10%, 20%, 30%, 40%, 50%, 60%, 70%, 80%, of 90% of een waarde in het gebied tussen om het even welke twee van de voornoemde waarden is. Met betrekking tot Fign. 19A tot C die een perskaak 6 in zij- (19A), voor- (19B) en bovenaanzicht (19C) afbeeldt, wordt de PSSGs 11 verstrekt op het pers eind van perskaak 6 en bestaat uit in een meerderheid van vooruitstekende chevrons (FIG. 19C) die ruimtelijk gescheiden zijn in de longitudinale richting van de kaak. Bij voorkeur heeft elke PSSG de zelfde vorm (b.v. chevron, ster, dwars). Bij voorkeur wordt de PSSGs geschikt tussen, grenzend aan of kruisend met elke PSLG.

De perifere breedte in graden, CW, van een PSSG is de hoek aangenomen door de boog gecentreerd op de persas, en verbonden door de laterale einden van de gecombineerde PSSGs wanneer de perskaken worden gesloten, en die in een vlak divergerend aan de persas wordt gemeten. Het zal worden gewaardeerd, dat het doordringende segment voor een zijgroef kan worden gevormd door één of de combinatie van verscheidene aangrenzende perskaken (b.v. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8). Als dusdanig, kan de CW om het even welke hoek aannemen en kan de volledige (360 gr.) tampon indien nodig omvaren. Volgens één aspect van de uitvinding, is de CW van een PSSG 2, 4, 5, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80, 85, 90, 95, 100, 110, 120, 130, 140, 150, 160, 170, 180, 190, 200, 210, 220, 230, 240, 250, 260, 270, 280, 290, 300, 310, 320, 330, 340, 350, 360 graden, of een waarde in de waaier tussen om het even welke twee van de voornoemde waarden. FIG. 29 beeld de CW dimensie van een PSSG af in een pers ÏOO die kaken 6, 6 6" in een gesloten positie heeft, waarin twee PSSGs 11 ', 11" van aangrenzende perskaken 6', 6" combineren om een enige, verlengde PSSG te vormen. De boog, 44, gecentreerd op persas 4, wordt bepaald tegen zijeinden 40, 42 van de gecombineerde PSSG 11', 11", welke boog leidt tot de CW meting die een hoek van de boog is.

Fign. 20A tot 20C beelden een perskaak 6 in zij- (20A), voor- (20B) en bovenaanzicht (20C) af, de PSLG 13 is voorzien op het pers eind van perskaak 6 door chevron-vormige PSSGs 11 in kruisende alignering met de PSLG 13, die PSSGs 11 worden ruimtelijk geschieden in de longitudinale richting van de kaak. Het algemene patroon is een visgraat (FIG. 20C). Volgens één aspect van de uitvinding, kan het transversale profiel van de PSSG langs zijn lengte (van de basis tot uiteinde) symmetrisch zijn. Alternatief kan PSSG langs zijn lengte asymmetrisch zijn, waarin één rand van het doordringende segment recht is en het andere gebogen.

De PSSG kan om het even welk geschikt profiel, bijvoorbeeld, hoofdzakelijk een chevron (v-vormige), recht-gescherpte groef, kronkelend, ster, kruis, diamant, cirkelvormig, ovaal, driehoek, rechthoek, vijfhoek, zeshoek, zevenhoek, achthoek, negenhoek, tienhoek, andere veelhoek, of dergelijke hebben. Minstens, bij voorkeur iedere en elke PSSG kan ruimtelijk gescheiden zijn van één of beide flankerende PSLGs; waar er ruimtelijke scheiding van beide flankerende PSLGs is, zal de zijgroef in het longitudinale geribbelde deel van de tampon aanwezig zijn. Alternatief, kan minstens één, bij voorkeur kan elke en PSSG in verbinding zijn met een flankerende PSLG, waarbij de zijgroef de aangrenzende longitudinale groef van de tampon zal raken of kruisen. Voorbeelden van verschillende configuraties van de PSSG worden gegeven in FIGN. 21A tot 28D. FIG. 21A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, voorzien van een meerderheid van chevron gevormde PSSGs 11 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van kaak 6. Fign. 21B tot 21D beelden talrijke aanzichten af van een afgewerkte tampon 220 die een rond gemaakt inbrengingseind 230 en een terugtrekkingseind 232 heeft, gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak die in FIG. 21A wordt afgebeeld. Het heeft vier longitudinale groeven 222, gevormd door de PSLGs (niet getoond), en een meerderheid van chevron gevormde zijgroeven 224 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van tampon 220. FIG. 22A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, voorzien van een meerderheid van chevron gevormde PSSGs 11 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van kaak 6, die een PSLG 13 langs de chevron apex kruisen. Fign. 22B tot 22D beelden talrijke afbeeldingen van een afgewerkte tampon 220 af die een rond gemaakt inbrengingseind 230 en een terugtrekkingseind 232 heeft, gebruikmakend een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld FIG. 22A. Het heeft vier longitudinale groeven 222, gevormd door de PSLGs 13, en een meerderheid van chevron gevormde zijgroeven 224 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van tampon 220 die elk de longitudinale groeven bij zijn top kruisen. Het resultaat is een patroon van het visgraat patroon op tampon 220. FIG. 23A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, voorzien van een meerderheid van kruisvormige PSSGs 11 die ruimtelijk gescheiden zijn in de longitudinale richting van kaak 6, die de PSLG 13 kruisen langs het centrum van het kruis en door twee tegenovergestelde hoeken van het kruis. Fign. 23B tot 23D beelden talrijke aanzichten van een afgewerkte tampon 220 af die een rond gemaakt inbrengingseind 230 en een terugtrekkingseind 232 heeft, geperst gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 23A. Het heeft vier longitudinale groeven 222, die door de PSLGs 13 worden gevormd, en een meerderheid van kruisvormige zijgroeven 224 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van tampon 220 die elk de longitudinale groeven kruisen door het centrum van het kruis en door twee tegenovergestelde takken van het kruis. FIG. 24A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, voorzien van een meerderheid van diamantvormige PSSGs 11 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van kaak 6, welke de PSLG 13 kruisen langs het centrum van het kruis; de diamant heeft concave randen. Fign. 24B tot 24D beelden talrijke aanzichten af van een afgewerkte tampon 220 die een rond gemaakt inbrengingseind 230 en een terugtrekkingseind 232 heeft, geperst gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 24A. Het heeft vier longitudinale groeven 222, gevormd door de PSLGs 13, en een meerderheid van diamantvormige zijgroeven 224 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van tampon 220 die elk de longitudinale groeven kruisen door het centrum van de diamant en door twee tegenovergestelde hoeken van de diamant. FIG. 25A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, voorzien van een meerderheid van diamantvormige PSSGs 11 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van kaak 6, welke de PSLG 13 kruisen langs het centrum van de diamant en door twee tegenovergestelde hoeken van de diamant; de diamant heeft rechte randen. Fign. 25B tot 25D beelden talrijke aanzichten van een afgewerkte tampon 220 af die een afgerond inbrengingseind 230 en een terugtrekkingseind 232 heeft, gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 25A. Het heeft vier longitudinale groeven 222, gevormd door de PSLG 13, en een meerderheid van diamant zijgroeven 224 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van tampon 220 waarvan elk de longitudinale groeven kruisen op het centrum van de diamant en door twee tegenovergestelde hoeken van de diamant. FIG. 26A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, voorzien van een meerderheid van cirkelvormige PSSGs 11 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van kaak 6, welke de PSLG 13 langs het centrum van de cirkel kruisen. Fign. 26B tot 26D beelden talrijke aanzichten af van een afgewerkte tampon 220 die een afgerond inbrengingseind 230 en een teoigtrekkingseind 232 heeft, geperst gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 26A. Het heeft vier longitudinale groeven 222, gevormd door PSLG 13, en een meerderheid van cirkelvormige zijgroeven 224 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van tampon 220 waarvan elk de longitudinale groeven op het centrum van de cirkel kruisen. FIG. 27A toont het bovenaanzicht van het pers eind een perskaak 6, voorzien van een meerderheid van recht-gescherpte groef gevormde PSSGs 11 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van kaak 6, welke de PSLG 13 langs het centrum van de lange lengte van de groef kruisen. Fign. 27B tot 27D beelden talrijke aanzichten af van een afgewerkte tampon 220 die afgerond inbrengingseind 230 en een terugtrekkingseind 232 heeft, geperst gebruikmakend van een pers bestaand uit de perskaak afgebeeld in FIG. 27A. Het heeft vier longitudinale groeven 222, gevormd door PSLG 13, en een meerderheid van groef-vormige zijgroeven 224 ruimtelijk gescheiden in de longitudinale richting van tampon 220 welke elk de longitudinale groeven op het centrum van de lange lengte van de groef kruisen.

Fign. 28A tot 28D zijn gelijkaardig aan Fign. 22A tot 22D behalve dat de richting van de chevron wordt omgekeerd, d.w.z. de top van elke chevron wordt gericht naar het inbrengingseind 230 van de tampon in Fign. 28A tot 28D, in vergelijking met Fign. 22A tot 22D waar de top van elke chevron naar het terugtrekkingseind 232 wordt gericht.

Een uitvoeringsvorm van een persapparaat 100 van de huidige uitvinding en de methode wordt beschreven in meer detail hieronder en door Fign. 1 tot 8 toegelicht. FIG. 1 toont de perskaken van een uitvoeringsvorm van pers 100 volgens de uitvinding in open positie. Er zijn twee groepen kaken 6, eerste groep 8, 8', 8", 8'" voorzien met doordringende segmenten 10, 10', 10", 10'", de tweede groep 12, 12', 12", 12"' voorzien met pers schouders 14, 14', 14", 14"' gekeerd naar de pers opening 2. De eerste 8, 8', 8", 8'" en tweede groep 12, 12', 12", 12"' van kaken wisselen perifeer af. De doordringende segmenten van eerste groep 8, 8’, 8", 8"· bestaan elk uit een PSLG 13, door een meerderheid van PSSGs 11 gekruist.

Terwijl de uitvoeringsvorm in Fign. 1 tot 8 doordringende segmenten toont beperkt tot elke andere perskaak, is het ook binnen het werkingsgebied van de uitvinding dat elke kaak met een doordringend segment wordt voorzien zoals elders verklaard en zoals getoond in Fign. 9 tot 16. Perskaken 6 worden geschikt in een ster vorm rond persas 4. De PSLG worden in profiel getoond om een grotere maxi mum hoogte te hebben in vergelijking met de maximumhoogte van de PSSGs.

De persende cyclus afgebeeld in Fign. 2 tot 8 wordt als volgt meer in detail beschreven. FIG. 2 toont pers 100 met een tamponvormstuk 200 die in de pers opening 2 wordt opgenomen. Perskaken 6 gaan radiaal synchroon avanceren 16 naar persas 4 (FIG. 3), het tamponvormstuk 200 penetreren en drukken zoals afgebeeld in FIG. 4. Terwijl FIG. 4 niet de kaken toont op elkaar gesteund op hun wederzijds tegenovergestelde longitudinale kanten in de gesloten positie, is dit aspect verkieslijk en binnen het werkingsgebied van de uitvinding. In FIG. 5 worden de perskaken ingetrokken 18 in een vasthoudstand, zodanig dat de PSSG 11 volledig van de zo geproduceerde voorvorm 210 teruggetrokken wordt, in het bijzonder van de zijgroeven 214, terwijl de PSLG 13 in contact met longitudinale groeven 212 blijft. In die vasthoudstand, wordt de voorvorm 210 uitgeworpen (FIG. 6) door middel van een ram (niet getoond) die verschuifbaar de voorvorm langs de uiteinden van de PSLG 13 aandrijft, parallel met de persas 4 en uitwaarts naar de overkant van pers 100. De perskaken trekken volledig in 20 (FIG. 7), voldoende om toevoeging van een nieuw tamponvormstuk 200 (FIG. 8) toe te staan. Groeven 212, 214 in de voorvorm 210 zijn vergroot voor duidelijkheid in de tekeningen; in de praktijk, zijn de groeven gesloten na het persen.

Een andere uitvoeringsvorm van een persapparaat 100 van de huidige uitvinding wordt in meer detail beschreven onder en door Fign. 9 tot 16 toegelicht. FIG. 9 toont de perskaken van een uitvoeringsvorm van pers 100 volgens de uitvinding in open positie. Er zijn twee groepen kaken 6, eerste groep 30, 30', 30", 30'" voorzien van PSLGs 32, 32', 32", 32'", de tweede groep 34, 34', 34", 34"' voorzien van PSSGs 36, 36', 36", 36’" gekeerd naar de pers opening 2. De eerste 30, 30', 30", 30'" en tweede groep 34, 34', 34", 34'" van kaken wisselen af. Perskaken 6 worden geschikt in een ster vorm rond persas 4. De PSLGs worden in profiel getoond om een grotere maximumhoogte te hebben in vergelijking met die van PSSG (HS). FIG. 10 toont pers 100 met een tamponvormstuk 200 die in de pers opening 2 wordt opgenomen. In FIG. 11 avanceren de perskaken 6 radiaal synchroon 16 naar persas 4 die het tamponvormstuk 200 penetreert en perst zoals afgebeeld in FIG. 12. Terwijl FIG. 12 niet de kaken toont die op elkaar steunen op hun wederzijds tegenovergestelde longitudinale kanten in de gesloten positie, is dit aspect verkieslijk en binnen het werkingsgebied van de uitvinding. In FIG. 13 worden de perskaken ingetrokken 18 in een vasthoudstand, zodanig dat de PSSG volledig van de zo geproduceerde voorvorm wordt teruggetrokken, terwijl de PSLG in contact met de longitudinale groeven blijft. In die vasthoudstand, wordt voorvorm 210 uitgeworpen (FIG. 14) door middel van een ram (niet getoond) die de voorvorm verschuifbaar langs de uiteinden van de PSLG aandrijft, parallel met persas 4 en uit naar de overkant van pers 100. Men merkt op dat de groeven in de tekeningen voor duidelijkheid zijn vergroot; het wordt in de praktijk begrepen, dat zij gesloten zijn na het persen. De perskaken trekken volledig terug 20 (FIG. 15) tot een voldoende afstand om toevoeging van een nieuw tamponvormstuk 200 (FIG. 16) toe te staan.

Door een differentiële terugtrekking van de PSLG te gebruiken in vergelijking met de PSSG in de vasthoudstand, voordelig, wordt de tampon perifeer opgehangen met minimumcontact met de pers en wordt op een verschuifbare manier uitgeworpen, geleid door de longitudinale groeven. Dit resulteert in de ribben en de zijgroeven die onaangeroerd zijn door de pers tijdens uitwerping, zo handhavend hun integriteit en blootstelling aan verontreinigende stoffen limiterende. De tampon kan bij grote snelheid worden uitgeworpen. Dit is met de stand-der-techniek vergelijkbaar die de tampon moet toestaan om op de vloer te vallen van pers opening. De laatstgenoemde stelt potentieel de voorvormribben bloot aan verontreiniging door het contact met de longitudinale kanten van de geopende kaak, en aan schade door aandrijving over een meerderheid van de doordringende segmenten.

Volgens één aspect van de uitvinding, zoals aangetoond in FIG. 17, wordt elke perskaak 6 verbonden met een longitudinale transmissiestaaf 50, hoofdzakelijk radiaal aan de persas 4 gericht, of geïnclineerd aan de straal van de persas. De transmissiestaaf heeft, aan één longitudinale kant, een proximaal eind 56 dichter aan de persas 4 en, aan de tegenovergestelde longitudinale kant, een distaai eind 54 weg van de persas 4 geleid. De pers bestaat uit acht kaken 6, elk in stijve verbinding met staaf 50. De staven worden gevormd voor verschuifbare lineaire verplaatsing langs een as van beweging 52 die hoofdzakelijk radiaal aan persas 4 is, of geïnclineerd aan de straal. De lineaire kracht toegepast op het distaai eind 54 van staaf 50 wordt overgebracht naar perskaak 6 die dienovereenkomstig lineair wordt verplaatst. Een draaibare ringvormige plaat 64 die hoofdzakelijk een ringvorm heeft, wordt geschikt met een centraal deel (opening) 62 en hebbende een centrale as in coaxiale groepering met persas 4 is voorzien van een meerderheid van afzonderlijke groeven 66 op plaat 64, één groef voor elke staaf, welke groef met een rol 68 engageert in een rolbare verbinding aan distaai eind 54 van elke staaf 50. De rol 68 is in verschuifbare aansluiting met groef 66. De openingen 62 accommoderen de perskaken 6. De as van omwenteling van rol 68 is loodrecht aan de longitudinale as van staaf 52 en is parallel met persas 4. De omwenteling van ringvormige plaat 64 beïnvloedt beweging van rol 68 langs de as van beweging 52, en verplaatsing van staaf 50 naar of weg van de persas 4. De groef 66 wordt gevormd om perskaak 6 in de richting van persas 4 volgens de hoek van omwenteling van de ringvormige plaat 64 rond zijn centrale as in te trekken of te avanceren. De perifere weg van groef 66 is, bij één uiterste (bij voorkeur eind) radiaal dichter aan persas 4 om een gesloten perskaak 6 te verkrijgen, en bij het andere uiterste (bij voorkeur eind) radiaal verder van persas 4 verwijdert om een open perskaak 6 te krijgen, de radiale afstand van groef 66 weg van de centrale as geleidelijk aan tussen de uitersten laten overgaan. De vasthoudstand is gehandhaafd door de omwenteling te pauzeren van ringvormige plaat 64 in het overgangsdeel van groef 66. De omwenteling van ringvormige plaat 64 rond zijn centrale as controleert daardoor gelijktijdig het avanceren of intrekken van perskaken 6. Een productiecyclus zal over het algemeen opeenvolgende wijzerzin en tegenwijzerzin omwentelingen van de ringvormige plaat 64 impliceren, en het pauzeren bij de vasthoudstand tijdens uitwerping.

De pers kaken kunnen bij voorkeur worden verwarmd en bij voorkeur heeft elke pers kaak zijn eigen temperatuursensor. Door de pers kaken te verwarmen, is het mogelijk om het geheugeneffect te verminderen van hedendaagse, hoogst absorberende, zeer expanderende vezelige materialen, die voorkomen nadat de tampon is afgewerkt. Door middel van de verwarmde pers kaken, en vooral de verwarmde pers schouders, wordt de oppervlakte van de tampon gelijktijdig gladgemaakt tijdens het persen en het uitduwen, en een kwalitatief verbeterde oppervlakte wordt veroorzaakt in de voorgevormde tampon, zelfs in tampon voorvormen van laag gewicht, waarbij de stabiliteit van de tampon voorvorm wordt bewaard. Het geheugeneffect van het vezelige materiaal wordt opnieuw werkzaam wanneer het vezelige materiaal van de tampon met lichaamsvloeistoffen nat wordt gemaakt.

Volgens één aspect van de uitvinding, raken uiteinden 15, 15' van de doordringende segmenten 11, 13 een fictieve cilinder (PSFC) gecentreerd op de pers as wanneer de kaken 6 in de gesloten positie zijn, en de diameter van de PSFC constant is langs de longitudinale as van de pers. Volgens een ander aspect van de uitvinding, heeft PSFC een veranderlijke diameter langs de longitudinale as van de pers.

Volgens één aspect van de uitvinding, raken de schouders van de pers kaken een fictieve cirkel (SFC) gecentreerd op de pers as wanneer de kaken 6 in de gesloten positie zijn, en de diameter van SFC constant is langs de longitudinale as van de pers. Volgens een ander aspect van de uitvinding, heeft SFC een veranderlijke diameter langs de longitudinale as van de pers. De variatie in SFC in de lengte kan tampons verstrekken die verschillende profielen hebben, bijvoorbeeld, een paddenstoel vorm, een gekoepeld hoofd, vernauwd, bij voorkeur een kegelvormig terugtrekkingseind, een vat vorm, een kogelvorm enz.

De uitvinding betreft verder een methode om de tampon in het bijzonder voor vrouwelijke hygiëne te vervaardigen die een longitudinaal lichaam in een hoofdzakelijk cilindrische vorm heeft. De tampon is verdeeld in een aantal longitudinale groeven die de longitudinale ribben flankeren, en is voorzien van een veelvoud van insprongen die ruimtelijk geschikt zijn in de longitudinale richting. De insprongen zijn bij voorkeur ruimtelijk gescheiden (geïsoleerd) van elkaar en/of van de longitudinale groeven. Een strook van absorberend materiaal dat een aanvaardbaar absorptievermogen heeft en modulus van elasticiteit eigenschappen die capabel zijn om vloeistof te absorberen en/of te behouden, wordt opgerold op zichzelf om een hoofdzakelijk cilindrisch tamponvormstuk te vormen die later wordt geperst.

Absorberend vezelig materiaal bruikbaar in de tampon volgens de uitvinding geproduceerd, kan uit om het even welk absorberend materiaal bestaan dat een aanvaardbaar absorptievermogen en modulus van elasticiteit eigenschappen heeft die capabel is om vloeistof te absorberen en/of te behouden. De absorberende structuur kan in een grote verscheidenheid van maten en vormen en van een grote verscheidenheid vloeistof-absorberende materialen worden vervaardigd. Het is, natuurlijk, wenselijk om absorberende materialen te gebruiken die een minimuminhoud van vreemde oplosbare materialen hebben aangezien het product in het lichaam kan worden behouden voor een aanzienlijke tijdsperiode. De vastgehouden oplosbare vreemde materialen kunnen een veiligheidsgevaar veroorzaken als ze giftig, irriterend, of gevoelig zijn. Een representatieve, niet-beperkte lijst van nuttige materialen omvat cellulosematerialen, zoals kunstzijde, katoen, houtpulp, gekrepte cellulosewatten, weefselomslagen en laminaten, turf mos, en chemisch verstijfde, gewijzigde, of verknoopte cellulosevezels; synthetische materialen, zoals polyestervezels, polyolefine vezels, absorberend schuim, b.v. een flexibel veerkrachtig polyurethaanschuim, absorberende sponsen, super-absorberende polymeren, absorberende gelatine materialen; gevormde vezels, zoals capillaire kanaalvezels en multi-lid vezels; synthetische vezels, of om het even welk gelijkwaardig materiaal of combinaties van materialen, of mengsels hiervan.

In één uitvoeringsvorm, wordt het hoofdzakelijk cilindrisch vormstuk niet omringd door een bedekking, in het bijzonder wanneer het vormstuk tampon van katoen wordt gemaakt. In een aangewezen uitvoeringsvorm, wordt het hoofdzakelijk cilindrisch vormstuk minstens gedeeltelijk omringd door de bedekking. De bedekking wordt bij voorkeur niet voorzien bij het gedeelte dat het inbrengingseind van de tampon zal vormen. Om de absorberende capaciteit en expansiecapaciteit van de tampon te verbeteren, is bovengenoemde bedekking bij voorkeur een rekbare of elastische vloeistof-doorlaatbare bedekking.

Het tamponvormstuk wordt geperst met het hierboven beschreven pers apparaat. Om de ribben en de insprongen van de tampon te vormen, bestaat de methode uit het samenpersen van het tamponvormstuk op zijn buitenste perifere oppervlakte, die longitudinale groeven, insprongen en een vezelkern vormen. Bij voorkeur, heeft de vezelkern een hogere graad van compressie waarvan minder samengeperste longitudinale ribben zich naar buiten uitbreiden.

In detail, wordt een bij voorkeur cilindrisch tamponvormstuk geïntroduceerd in de hierboven beschreven pers apparaten, het tamponvormstuk wordt radiaal samengeperst of samengeperst in een richting geïnclineerd aan de straal door pers kaken, zoals hierboven beschreven. Als de doordringende segmenten en de pers schouders aan afzonderlijke pers kaken worden bevestigd, kan het tamponvormstuk eerst met de doordringende segmenten en later met de pers schouders worden geperst. Alternatief, kunnen de doordringende segmenten en de pers schouders het tamponvormstuk gelijktijdig persen. Laatstgenoemde zal duidelijk het geval zijn wanneer de doordringende segmenten en de pers schouders aan de zelfde pers kaken worden bevestigd. In de pers, wordt het tamponvormstuk bij voorkeur gelijktijdig samengeperst in één enkele persende verrichting door de doordringende segmenten en de pers schouders.

De doordringende segmenten gevormd om longitudinale groeven (PSLG) te verstrekken zullen bij voorkeur het tamponvormstuk op stroken van de perifere oppervlakte persen die smaller zijn dan de stroken van de perifere oppervlakte die door de pers schouders worden geperst. Bij voorkeur ook, de stroken geperst door de doordringende segmenten hebben een gelijke lengte en breedte en de stroken geperst door de pers schouders hebben ook een gelijke lengte en breedte. Op deze wijze, worden de ribben gevormd, bepaald door longitudinale groeven op een stevige vezelkern. De doordringende segmenten gevormd om insprongen (PSSG) te verstrekken persen het tamponvormstuk op de ribben, tussen de groeven. De pers schouders zullen op de omtrek van de zo gevormde ribben en insprongen persen om een hóofdzakelijk een cilindrische vorm met een kleinere diameter te verkrijgen. Het geheugeneffect van het tamponvormstuk handhaaft de vorm van de samengeperste tamponvorm.

Het tamponvormstuk die, door de doordringende segmenten en de pers schouders is geperst, vormt een voorvorm die uit de pers wordt uitgeworpen. Voorafgaand aan uitwerping, trekken de pers kaken gelijktijdig samen zodanig dat de PSSGs volledig van de voorvorm worden teruggetrokken, terwijl het contact tussen de voorvorm en de PSLGs wordt gehandhaafd. Aldus, wordt de voorvorm in de gedeeltelijk gesloten kaken opgehangen door de perifere regeling van PSLGs, maar is vrij van contact met PSSG. Dienovereenkomstig, wordt de voorvorm longitudinaal aangedreven in de lengte terwijl in verschuifbaar contact enkel met PSLGs. Door een verschuifbare uitwerping langs de PSLGs in te roepen, wordt de integriteit van de voorvorm gehandhaafd, schade vermijdend aan zijn oppervlakte door anders uitpuilende PSSGs in de uitwerpingsdoorgang. Eveneens, zou de uitwerping van de voorvorm terwijl de kaken volledig open zijn leiden tot schade aangezien de ruimte tussen twee kaken waarin de tampon wordt vrijgegeven slechts een obstructieve en onhygiënische doorgang voor verschuifbare uitwerping voorziet. Een voorbeeld van een voorvorm gevormd door de pers van de uitvinding wordt schematisch afgebeeld in FIG. 6 en 14. Eén uitvoeringsvorm van de uitvinding betreft een proces om een tampon te vervaardigen die een longitudinale as heeft, bestaande uit de stappen: invoegen van een cilindrisch vormstuk 200 van absorberend materiaal in een pers voor de productie van een tampon die absorberend materiaal radiaal of geïnclineerd aan de straal perst, welke pers minstens uit drie pers kaken 6 bestaat geschikt in een ster vorm, waarbij er op een enige of afzonderlijke aangrenzende pers kaken worden verstrekt: - een doordringend segment, PSLG, gevormd om het absorberende materiaal met een longitudinale groef te doordringen, - een doordringend segment, PSSG, gevormd om het absorberende materiaal met een meerderheid van zijgroeven te doordringen die in de longitudinale richting worden geschikt, persen van het tamponvormstuk in de pers kaken, dusdanig dat: - de PSLG het cilindrisch vormstuk doordringt om longitudinale ribben 12 te vormen die door longitudinale groeven worden bepaald, - PSSG doordringen het cilindrisch vormstuk om een meerderheid van zijgroeven te vormen die in de longitudinale richting worden geschikt, tussen, grenzend aan of gekruist aan de longitudinale groeven, zo vormt een voorvormen, en het geperste cilindrisch vormstuk uit de pers verwijderen terwijl de pers kaken in de vasthoudstand worden gehandhaafd.

Naast te worden geschikt in longitudinale richting, kan minstens één zijgroef, bij voorkeur elke en iedere zijgroef ook ruimtelijk van andere of aangrenzende zijgroeven worden gescheiden. Zoals elders vermeld, kan minstens één zijgroef, bij voorkeur kan elke en iedere zijgroef aangrenzende longitudinale groeven grenzen of kruisen. Minstens één, bij voorkeur elke zijgroef kan ruimtelijk gescheiden van één of beide aangrenzende longitudinale groeven zijn. In stap b) worden de pers kaken 6 verplaatst (geavanceerd) naar een gesloten positie om het cilindrisch vormstuk 200 te persen zo een voorvorm 210 (geperste cilindrisch vormstuk) vormend. De beweging, naar de pers as, is bij voorkeur radiaal of kan aan de straal van de pers as geïnclineerd worden, het cilindrisch vormstuk is, dus, radiaal geperst of kan worden geperst geïnclineerd aan de straal van de pers as.

In stap c), worden pers kaken 6 verplaatst (ingetrokken) naar een vasthoudstand tussen de gesloten positie en open positie, zodat de voorvorm axiaal zonder wezenlijk obstakel kan worden verwijderd. Bij voorkeur, is de vasthoudstand waar uiteinden 15' van de PSSGs 11 worden verplaatst (ingetrokken) naar een grotere afstand van pers as 4 in vergelijking met uiteinden 15 van de PSLGs, zodat de PSSGs worden teruggetrokken, bij voorkeur volledig, van de voorvorm, terwijl het contact tussen de voorvorm longitudinale groeven en de PSLGs 13 wordt gehandhaafd.

In stap d) wordt de voorvorm verwijderd (uitgeworpen), bij voorkeur verschuifbaar, terwijl de kaken (6) in de vasthoudstand zijn. In een verdere stap, worden pers kaken 6 verplaatst (ingetrokken) naar de open positie voor het laden van een ander cilindrisch vormstuk. De opeenvolging van stappen kan worden herhaald voor een verdere cilindrisch vormstuk.

De pers in het gebruikt in het proces kan diegene zijn zoals elders hierin bepaald.

Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is een tampon verkrijgbaar door een proces van de uitvinding.

Deze voorvorm kan gelijktijdig onderworpen worden aan definitief vormen stroomafwaarts om zo een tampon te vormen. Dit definitief vormen omvat een radiale druk die op de totale omtrek van de voorvormen worden uitgeoefend. Deze radiale druk heeft het effect dat de aangrenzende longitudinale ribben tegen elkaar worden geperst, zodat de longitudinale groeven wezenlijk gesloten zijn en de perifere oppervlakte van de tampon wezenlijk glad en zacht is.

Het tamponvormstuk is, afhankelijk van de eigenschappen van het vezelige materiaal, in het bijzonder in het geval dat er gebruik wordt gemaakt van hoogst expansieve vezels van onregelmatige dwarsdoorsnede met een sterk geheugeneffect, geperst bij een temperatuur van de pers kaken tot de definitieve vorm van de tampon, teneinde de gewenste dimensionale stabiliteit van het vezelige materiaal te bereiken door het geheugeneffect van de vezels te elimineren, dat onmiddellijk opnieuw werkzaam wordt bij contact met lichamelijke vloeistof en zo de uitbreiding en absorptiesnelheid van de tampon verhoogd met het minst mogelijk gebruik van vezelig materiaal.

Het is duidelijk dat er overeenkomstig de uitvinding, een tampon is verstrekt die volledig de doelen, doelstellingen, mikpunten en hierboven uiteengezette voordelen bevredigd. Terwijl de uitvinding beschreven is geworden samen met specifieke uitvoeringsvormen daarvan, is het duidelijk dat vele alternatieven, wijzigingen, en variaties aan de deskundigen in de stand-der-techniek duidelijk zullen zijn gezien de voorafgaande beschrijving. Dienovereenkomstig, is het bedoeld om al dergelijke alternatieven, wijzigingen, en variaties die volgen in de geest en brede werkingsgebied van de toegevoegde conclusies te omvatten.

Claims (13)

1. CONCLUSIES

   1. Een pers (100) voor de productie van een tampon, die minstens drie perskaken (6) omvat geschikt in een ster rond een centrale longitudinale persas (4) die een pers opening (2) vormen, waardoor er op een enkele of afzonderlijke aangrenzende perskaken (6) is voorzien: - een doordringend segment, PSLG, (13) geconfigureerd om het absorberende materiaal met een longitudinale groef te doordringen, en doordringende segmenten, PSSG, (11) geconfigureerd om het absorberende materiaal met een meerderheid van zijgroeven te doordringen die in de longitudinale richting zijn geschikt, waarin de pers geconfigureerd is voor: a) het laden van een cilindrisch vormstuk (200) in de pers opening (2), b) het verplaatsen van de perskaken (6) naar een gesloten positie om het cilindrisch vormstuk (200) te persen, daarbij een voorvorm (210) vormend, c) het verplaatsen van de perskaken (6) naar een vasthoudstand tussen de gesloten positie en open positie, zodat de voorvorm kan worden verwijderd, d) het verwijderen van de voorvorm terwijl de kaken (6) in de vasthoudstand zijn, en e) het verplaatsen van de perskaken (6) naar de open positie voor de lading van een volgend cilindrisch vormstuk, waarin de perskaken zijn geconfigureerd om synchroon te bewegen, waarin minstens één PSSG ruimtelijk gescheiden is van de PSLG wanneer de perskaken zijn gesloten of waarin minstens één PSSG in verbinding is met de PSLG wanneer de pers wordt gesloten.
2. 2. Pers volgens conclusie 1, waarin elk PSSG hoofdzakelijk in de vorm is van een chevron (v-vormige), recht-gescherpte groef, kronkelend, ster, kruis, diamant, cirkelvormig, ovaal, driehoek, rechthoek, vijfhoek, zeshoek, zevenhoek, achthoek, negenhoek, tienhoek of gelijkaardig.
3. 3. De pers volgens om het even welk van conclusies 1 tot 2, waarin het aantal PSSG's geschikt op een perskaak tussen 3 en 7 is.
4. 4. Pers volgens om het even welk van conclusies 1 tot 3, waarin de maximumhoogte, HL, van de PLSG van de basis (17) tot het uiteinde (15) groter is dan de maximumhoogte, HS, van de PSSG van de basis (17) tot het uiteinde (15).
5. 5. Pers volgens om het even welk van conclusies 1 tot 4, waarin de perskaken verder één of meerdere persschouders voor het afwerkingsvormen van de voorvorm omvatten.
6. 6. De pers volgens om het even welk van conclusie 1 tot 5, waarin tijdens het persen, de persschouders geconfigureerd zijn om een voorvorm te produceren die een paddenstoel-vorm, koepelvormig hoofd, vernauwd terugtrekkingseind, kegelvormig terugtrekkingseind, vat vorm, of een kogelvorm heeft.
7. 7. Pers volgens conclusie 1, waarin: - elke perskaak (6) verbonden is met een longitudinale transmissiestaaf (50), die hoofdzakelijk radiaal aan persas (4) opgelijnd is, of die schuin op de straal die gecentreerd is op de persas staat, waarbij de bovengenoemde staaf een proximaal eind (56) heeft dichter bij de persas (4) en, aan de tegenovergestelde longitudinale kant, een distaai eind (54) dat weg van de persas (4) is gericht, en is geconfigureerd voor verschuifbare lineaire verplaatsing langs een as van beweging (52) die hoofdzakelijk radiaal op de persas (4) staat, of schuin op bovengenoemde straal, - de pers verder voorzien is van een draaibare ringvormige plaat (64) die een centrale as in coaxiale alignering met persas (4) heeft en voorzien is van een meerderheid van afzonderlijke sleuven (66) op de plaat (64), één sleuf voor elke staaf, welke sleuf met een rol (68) engageert in rolbare verbinding aan het distale eind (54) van elke staaf (50), waarbij de rol (68) in verschuifbare aansluiting is met de sleuf (66), waarbij de as van omwenteling van de rol (68) loodrecht is op de longitudinale as van de staaf (52) en parallel is met persas (4), - de ring (60) geconfigureerd is om te roteren en daardoor beweging van de rol (68) en verschuiving van de staaf (50) naar of weg van de persas (4) langs de as van beweging (52) teweeg te brengen, en - de groef (66) gevormd is om elke perskaak (6) in de richting van de persas (4) volgens de hoek van omwenteling van de ringvormige plaat (64) rond zijn centrale as in te trekken of te avanceren.
8. 8. Pers volgens om het even welk van conclusies 1 tot 7, waarin de perskaken (6) in stap b) verplaatst zijn naar een gesloten positie in een richting die hoofdzakelijk radiaal of schuin op de straal van de persas (4).
9. 9. De pers volgens om het even welk van conclusies 1 tot 8, waarin de perskaken (6) in stap c) verplaatst worden naar een vasthoudstand tussen de gesloten positie en open positie, waarin de uiteinden (15 ') van de PSSG's (11) naar een grotere afstand van de persas (4) worden ingetrokken in vergelijking met de uiteinden (15) van de PSLG's, dusdanig dat de PSSG's volledig van de voorvorm zijn teruggetrokken, terwijl het contact tussen de longitudinale groeven van de voorvorm en minstens één PSLG (13) wordt gehandhaafd.
10. 10. Pers volgens om het even welk van conclusies 1 tot 9, waarin minstens één zijgroef ruimtelijk gescheiden is van aangrenzende zijgroeven.
11. 11. Proces om een tampon te vervaardigen die een longitudinale as heeft, dat de stappen omvat: - het invoegen van een cilindrisch vormstuk (200) van absorberend materiaal in een pers voor de productie van een tampon die absorberend materiaal radiaal perst, welke pers minstens drie perskaken (6) omvat geschikt in een ster formatie, waardoor er op een enkele of afzonderlijke aangrenzende perskaken is voorzien: - een doordringend segment, PSLG, geconfigureerd om het absorberend materiaal met een longitudinale groef te doordringen, en - doordringende segmenten, PSSG, geconfigureerd om het absorberende materiaal met een meerderheid van zijgroeven te doordringen die in de longitudinale richting worden geschikt, waarbij minstens één zijgroef van naburige zijgroeven ruimtelijk is gescheiden, - het persen van het tamponvormstuk in de perskaken, dusdanig dat: - de PSLG het cilindrisch vormstuk doordringt om longitudinale ribben (12) te vormen bepaald door longitudinale groeven, - de PSSG's het cilindrisch vormstuk doordringen om een meerderheid van zijgroeven te vormen die ruimtelijk in de longitudinale richting zijn geschikt en gescheiden, tussen, grenzend aan of kruisend met de longitudinale groeven, daarbij een voorvorm vormend, - het bewegen van de perskaken tot een vasthoudstand tussen de gesloten positie en open positie, zodat de voorvorm kan worden verwijderd, - het verwijderen van de voorvorm uit de pers terwijl de perskaken in de vasthoudstand worden gehandhaafd, waarin de perskaken synchroon bewegen, en waarin minstens één PSSG ruimtelijk gescheiden is van de PSLG wanneer de perskaken zijn gesloten of waarin minstens één PSSG in verbinding is met de PSLG wanneer de pers wordt gesloten.
12. 12. Proces volgens conclusie 11, waarin de pers is zoals die in om het even welk van conclusies 1 tot 10 wordt bepaald.
13. 13. Tampon verkrijgbaar door een proces volgens conclusie 11 of 12.