BE1020673A3 - Apparaat en opleidings- en evaluatiemethode voor endoscopische chirurgie. - Google Patents

Description

Apparaat en opleidings- en evaluatiemethode voor endoscopische chirurgie.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een apparaat voor medische opleiding voor het verwerven van psychomotorische vaardigheden vereist om endoscopische chirurgische ingrepen uit te kunnen voeren.

Endoscopische operaties, ook wel kijkbuisoperaties of sleutelgatchirurgie genoemd, is een chirurgische techniek waarbij de chirurg gebruik maakt van laparoscopische instrumenten die doorheen een kleine incisie of een beperkte lichaamsopening worden gestoken als verlengstukken van de opererende handen voor het uitvoeren van chirurgische ingrepen.

De endoscopische benadering is minimaal invasief en bedoeld om de post-operatieve herstelling sneller en met minder pijn te laten verlopen, en wordt toegepast in meerdere specialiteiten zoals gastro-intestinale chirurgie, gynaecologische chirurgie en urologie.

Het beperkte gezichtsveld, de moeilijkheidsgraad voor het bedienen van de instrumenten (nieuwe hand-oog coördinatie is vereist), het gebrek aan tactiele waarneming en het beperkte werkveld maken deze endoscopische benadering technisch complex.

Onder endoscopische ingrepen verstaan we enerzijds de laparoscopische benadering en anderzijds de hysteroscopische benadering.

Daartoe zijn naast de algemene chirurgische vaardigheden voor open chirurgie nog andere specifieke vaardigheden vereist zoals de vaardigheid om een dieptezicht op een 2D-scherm te kunnen zien, om met de camera te bewegen, om lange instrumenten vanuit een vaste positie te kunnen bedienen met de nodige hand-oog coördinatie en de kennis van een endoscopisch operatiekwartier.

Meer bepaald in de hystéroscopie zijn er speciale camera-vaardigheden nodig omdat hier met een 30° optiek in een zeer kleine ruimte gewerkt wordt en verder is de manipulatie van een grijp- of ander instrument langs de hysteroscoop met specifieke vaardigheden verbonden.

Eén van de vereiste vaardigheden is om hechtingen op endoscopische wijze uit te voeren waarvoor het naaien en leggen van knopen inwendig in het lichaam door middel van endoscopische instrumenten beheerst moet worden.

Dit alles maakt dat de leercurve voor het verwerven van de nodige vaardigheden om endoscopische operaties uit te voeren erg lang wordt indien men deze stoelt op het klassieke leerling-leermeester model waarbij de leerling eerst observeert, dan assisteert en tenslotte zelf opereert onder leiding van een leermeester. De beschikbaarheid van leermeesters en operaties waarop een leerling kan assisteren, is echter te beperkt.

Het werd daarom noodzakelijk om de opleiding van leerlingen aan te vullen met een gestructureerd pre-operatiekwartier opleidingsprogramma gericht op het verwerven van de vereiste endoscopische vaardigheden.

Daartoe werden opleidingsdozen ontwikkeld met niet-levende modellen die langere opleidingstrajecten toelaten, waarop de leerling kan oefenen op relatief goedkoop en toegankelijk materiaal. Een probleem blijft hoe de leerling kan weten of hij de vereiste vaardigheid heeft verworven om in een operatiekwartier te kunnen functioneren m.a.w. hoe kan zijn opleiding gevalideerd en gecertifieerd worden?

Om hieraan te verhelpen, werden voor laparoscopische chirurgie voor gynaecologie een aantal voorstellen voor opleiding en validatie uitgewerkt.

Molinas et al. beschreven (Gynaecol. Surg. (2008) 5 : 281-290) een nieuw model voor het trainen en testen van laparoscopische vaardigheden, waarin het gebruik van een opleidingsdoos wordt beschreven. Deze opleidingsdoos oefent camera-navigatie, en het gebruik van grijpers en bimanuele coördinatie door middel van laparoscopische instrumenten in een vastgelegd programma, waarbij voorwerpen moeten worden gegrepen en naar een specifieke plaats moeten worden gebracht.

Aan het model is een evaluatiemethode gekoppeld die het opleidingspeil meet op basis van de bereikte prestaties bij het oefenen.

Campo et al. onderzochten (Gynecol. Surg. (2010) 7:133-141) de validiteit van een model voor het opleiden in en testen van laparoscopische vaardigheden, ontwikkeld door de Europese Academie van Gynaecologische Chirurgie (EAGS). Het model wordt LASTT genoemd (Laparoscopie Skills Testing and Training model) en meet de laparoscopische psychomotorische vaardigheden van laparoscopische chirurgen in opleiding. Het LASTT model maakt gebruik van opleidingsdozen, waarmee een leerling de nodige vaardigheden van cameranavigatie, hand-oog coördinatie en bimanuele coördinatie kan oefenen door middel van opdrachten zoals het grijpen van voorwerpen en het verplaatsen ervan naar een doellocatie op het levenloze model.

Een nadeel van het LASTT-model is dat het niet de specifieke vaardigheden traint om hechtingen op laparoscopische wijze uit te voeren voor het hechten of naaien en leggen van knopen inwendig in het lichaam van de patiënt door middel van laparoscopische instrumenten en de specifieke hysteroscopische vaardigheden niet mee in rekening brengt.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een opleidingsdoos met een levenloos model, waarmee een leerling de nodige vaardigheden voor het hechten en het leggen van knopen met behulp van laparoscopische instrumenten kan aanleren en oefenen.

De huidige uitvinding betreft tevens een opleidingsmethode voor endoscopische chirurgen, die gebruik maakt van voornoemde opleidingsdoos voor hechten en naaien, en die gebruikt maakt van een bijkomend model voor het opleiden in en testen van laparoscopische vaardigheden, dat SUTT (Suturing and knot tying training and testing model) wordt genoemd. Voor de hysteroscopische vaardigheden werd een specifiek model ontwikkeld, dat HYSTT (Hystéroscopie Skills Testing and Training model) wordt genoemd.

De opleidingsmethode volgens deze uitvinding omvat niet alleen het LASTT-model voor het aanleren en testen van hogervermelde endoscopische psychomotorische vaardigheden, maar ook het SUTT-model voor het aanleren en testen van de laparoscopische vaardigheden, nodig om hechtingen en het leggen van knopen in het lichaam van de patiënt te kunnen uitvoeren, en het HYSTT model voor het aanleren en testen van de specifiek hysteroscopische vaardigheden.. De nodige theoretische kennis van de endoscopische chirurgie wordt eveneens geëvalueerd door een gevalideerde en gestandaardiseerde test, die TESTT wordt genoemd.

De resultaten van de LASTT, SUTT, HYSTT en TESTT oefeningen geven aanleiding tot een globaal certificaat, dat naargelang het behaalde vaardigheidsniveau, volgende types omvat : - Een bronzen kaart : geeft toegang tot operatiekwartier alleen als observator.

Een zilveren kaart : geeft beperkte toegang tot het operatiekwartier voor het uitvoeren van bepaalde ingrepen en impliceert een uitstekende theoretische kennis en een basis in endoscopische vaardigheden.

- Een gouden kaart : geeft toegang tot het operatiekwartier voor het uivoeren van een breder gamma ingrepen en impliceert naast een uitstekende theoretische kennis ook een hoog niveau in endoscopische vaardigheden.

Voor het aanleren van de laparoscopische vaardigheden betreft de uitvinding een opleidingsdoos, bestemd voor het aanleren en testen van vaardigheden voor het hechten en het leggen van knopen met behulp van laparoscopische instrumenten, waarbij de doos voorzien is van een levenloos model uit een weke kunststof, voorzien van insnijdingen, die opgesteld is in de doos, die bovenaan is begrensd door een deksel met één of meer openingen, waar doorheen één of meer laparoscopische instrumenten waaronder een camera geschoven worden tot bij het model uit een weke kunststof, en waarmee een leerling de chirurgische handelingen voor het hechten, naaien en leggen van knopen op een levenloos model uitvoert, geleid door het beeld dat door de camera wordt opgenomen en dat voor de leerling op een scherm wordt geprojecteerd.

Het voordeel verbonden aan deze opleidingsdoos is dat ze toelaat de specifieke laparoscopische vaardigheden aan te leren en te testen, die vereist zijn om hechtingen en het leggen van knopen in chirurgisch naaigaren uit te voeren in het inwendige van een patiënt door middel van laparoscopische instrumenten, en dit zonder daarbij tijdens de opleiding te moeten ingrijpen op levende patiënten.

Bij voorkeur heeft het levensloos model uit een weke kunststof de vorm van een schijf, voorzien van insnijdingen onder verschillende hoeken.

Een voordeel van een dergelijk levenloos model is dat het toelaat aan de leerling om het hechten van insnijdingen aan te leren en dit onder verschillende oriëntaties van de insnijding en door middel van laparoscopische instrumenten, en dit op een levenloos model dat gemakkelijk vervangen kan worden.

Bij voorkeur is het levenloos model verschuifbaar opgesteld in de doos en kan het op verschillende posities in de doos worden vastgezet.

Bij voorkeur kan het levenloos model in een variabele schuine hoek ten opzichte van het grondvlak van de opleidingsdoos kan worden opgesteld. Deze opstelling laat toe verschillende posities van de hechtingen te oefenen of de positie van het levenloos model aan te passen aan de positie en lichaamslengte van de leerling.

Bij voorkeur zijn één of meer openingen in het deksel afgedekt met een huid uit kunststof die voorzien is van sleuven, waar doorheen laparoscopische instrumenten gestoken kunnen worden.

Deze afdekking biedt het voordeel dat de leerling daardoor leert te vertrouwen op het camerabeeld dat in het inwendige van de opleidingsdoos wordt opgenomen, hetgeen in de praktijk ook vereist is.

Bij voorkeur omvatten de laparoscopische instrumenten aan één zijde die grijpers of andere instrumenten zoals cauterisatieinstrumenten, laserinstrumenten, of camera's kunnen omvatten en zijn ze aan de andere zijde uitgerust met een manipulator, waarmee deze instrumenten in het inwendige van de patiënt van op afstand bediend kunnen worden.

Deze laparoscopische instrumenten zijn identiek aan deze, die in de praktijk in het operatiekwartier gebruikt worden, en laten de leerling toe de nodige ervaring op te doen buiten het operatiekwartier.

Verder kunnen de laparoscopische instrumenten beweegbaar aan daartoe voorziene steunen bevestigd zijn die buiten de opleidingsdoos vast zijn opgesteld, om hiermee de opstelling in het operatiekwartier na te bootsen.

Voor het aanleren van de hysteroscopische vaardigheden betreft de uitvinding een opleidingsdoos, bestemd voor het aanleren en testen van vaardigheden voor het uitvoeren van ingrepen door middel van hysteroscopische instrumenten, waarbij de doos voorzien is van een levenloos model uit een kunststof, dat een uterus nabootst en opgesteld is in de doos, die vooraan is begrensd door een membraan met één opening, waar doorheen één of meer hysteroscopische instrumenten waaronder een camera geschoven worden tot bij de binnenkant van het model in kunststof, en waarmee een leerling de chirurgische handelingen voor hysteroscopische ingrepen uitvoert, geleid door het beeld dat door de camera wordt opgenomen en dat voor de leerling op een scherm wordt geprojecteerd.

Bij voorkeur stelt het levenloos model de ruimtelijke distributie en oriëntatie van de verschillende vlakken en hoeken van een uterus voor, en wordt het in de opleidingsdoos geplaatst.

Een voordeel van een dergelijk model is dat het gemakkelijk aan te brengen is, flexibel is en kosten-efficiënt.

Bij voorkeur wordt de opleidingsdoos voorzien is van instrumenten waaronder een 30° optische kijker en grijpers, geschikt voor hysteroscopische ingrepen, waarmee de leerling chirurgen dieptezicht op een tweedimensionaal videoscherm kunnen aanleren en oefenen, en het hanteren van afstandsbediende instrumenten zonder tactiele terugkoppeling.

Nog een voordeel van een dergelijke opleidingsdoos is dat ze toelaat hand-oog coördinatie en fijne motorische vaardigheden aan te leren en te ontwikkelen.

De uitvinding betreft ook een opleidings- en evaluatiemethode voor laparoscopische chirurgen, die gebruik maakt van een SUTT-opleidingsdoos voor chirurgisch hechten en naaien beschreven in conclusie 1, om specifieke laparoscopisehe vaardigheden aan te leren en te evalueren. Voor deze evaluatie zijn er gestandaardiseerde opdrachten die gebruik maken van de SUTT opleidingsdoos en het levenloze kunststofmodel.

In deze opleidings- en evaluatiemethode doorloopt de leerling volgende stappen: - het doorlopen van een opleidings- en evaluatietrajeet op een opleidingsdoos van het type LASTT (Laparoscopie Skills Testing and Training Model) zoals beschreven door de European Academy of Gynaecological Surgery (Leuven, Belgium); - het doorlopen van een opleidings- en evaluatietrajeet op een opleidingsdoos van het type SUTT (Suturing and knot tying Training and Testing model) zoals beschreven in deze octrooiaanvraag; - het afleggen van een test die de theoretische kennis over laparoscopische ingrepen in de chirurgie meet, TESTT genoemd, ontworpen door de European Academy of Gynaecological Surgery (Leuven, Belgium) en in deze uitvinding beschreven is; -het afleveren van een certificaat voor de leerling die voorgaande stappen heeft doorlopen dat getuigt van het door de leerling behaalde vaardigheidsniveau, dat onderverdeeld is in drie niveaus : bronzen, zilveren of gouden kaart naarmate het niveau van de leerling stijgt en hem hoger kwalificeert om in een operatiekwartier endooscopische operaties uit te voeren.

Een voordeel van deze opleidings- en evaluatiemethode is dat de leerling de nodige endosscopische vaardigheden kan opbouwen buiten het operatiekwartier, en zijn vaardigheidsniveau objectief kan toetsen, zodat hij weet wanneer hij goed genoeg is om in het operatiekwartier echte patiënten te opereren of te helpen opereren.

Nog een voordeel is dat het niveau van de endoscopische vaardigheden met een objectieve meetmethode bepaald kan worden en dat het certificaat dat dientengevolge wordt afgeleverd ook een kwaliteitswaarborg biedt aan instellingen die toegang verlenen aan endoscopische chirurgen tot hun operatiekwartier.

Ten laatste maar niet in het minste biedt deze opleidings-en evaluatiemethode een waarborg aan de patiënt, die hiermee verzekerd is van het vereiste opleidingsniveau van de endoscopische chirurg op het ogenblik dat hij een dergelijke operatie moet ondergaan.

Bij voorkeur test de LASTT opleidingsdoos de volgende endoscopische vaardigheden: camera navigatie, hand-oog coördinatie en bimanuele coördinatie.

Een voordeel van deze opleidingsdoos is dat de leerling specifieke endoscopische vaardigheden kan verwerven zoals het afleiden van dieptezicht uit een tweedimensionaal scherm, het aanleren van een nieuwe hand-oog coördinatie en een nieuwe coördinatie tussen beide handen bij het hanteren van laparoscopische instrumenten.

Bij voorkeur test de SUTT opleidingsdoos de volgende endoscopische vaardigheden: laparoscopisch hechten en het leggen van knopen in het inwendige van het model, door middel van vier hechtingsoefeningen waarin de naald correct gepositioneerd moet worden door een welbepaalde locatie, en waarin een correcte platte knoop met twee sluitsequenties uitgevoerd moet worden in het inwendige van het levenloos model.

Een voordeel van deze opleidingsdoos is dat de leerling de vereiste endoscopische vaardigheden kan verwerven voor het hechten van incisies of wonden, en het leggen van knopen in de chirurgische draad in het inwendige van de patiënt uitsluitend gebruik makend van laparoscopische instrumenten.

Bij voorkeur bestaat de TESTT-test uit 50 multiple choice vragen, die de theoretische kennis van de leerling peilen over endoscopische anatomie, basisprincipes van de chirurgie, laparoscopische instrumenten, organisatie en functioneren van het operatiekwartier, en herkenning en behandeling van complicaties.

Een voordeel van deze TESTT-test is dat de leerling zijn theoretische kennis over endoscopische ingrepen op een objectieve manier kan toetsen, en zijn behaald kennisniveau kan bewijzen aan de hand van het behaalde certificaat.

Bij voorkeur zijn de vaardigheidsniveaus gebaseerd op de statistische verwerking van de scores behaald door een groot aantal leerlingen en meer ervaren chirurgen die de testen van de evaluatiemethode hebben afgelegd.

De afgelegde tests worden opgeslagen in een database, waardoor het mogelijk is de indeling in vaardigheidsniveaus af te stemmen op reële scores die door chirurgen met bekend vaardigheidsniveau behaald worden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een opleidingsdoos voor endoscopische chirurgie volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

Figuur 1 schematisch en in perspectief een opleidingsdoos van het type SUTT voor endoscopische chirurgie volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een variant van figuur 1 voor thuisgebruik weergeeft; figuur 3 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 door F3 is aangeduid; figuur 4 een levenloos kunststofmodel van een uterus weergeeft voor gebruik in een HYSTT opleidingsdoos; figuur 5 een voorbeeld van een gestandaardiseerde opdracht weergeeft voor uitvoering op een HYSTT opleidingsdoos.

In figuur 1 is een opleidingsdoos 1 van het type SUTT (Suturing and knot tying Training and Testing model) weergegeven, bestaande uit een bodem 2 waarop een levenloos model 3 uit een weke kunststof is opgesteld in een schuine stand ten opzichte van de bodem 2, en uit een deksel 4, voorzien van één of meer openingen 5, 5', 5", waar doorheen één of meer laparoscopische instrumenten 6, 6' , 6" waaronder een camera 7 geschoven worden tot bij de schijf 7 voorzien van insnijdingen 8 volgens de uitvinding.

De camera 7 die zich in de binnenruimte 8 van de opleidingsdoos 1 kan bewegen, is gekoppeld aan een scherm 9 waarop een weergave van het opgenomen beeld wordt geprojecteerd, voor de ogen van de leerling of de chirurg die de laparoscopische instrumenten 6, 6',... bedient door middel van de manipulatoren 10, 11.

In figuur 2 is een variante 12 afgebeeld van figuur 1, waarbij in dit geval een opleidingsdoos van het type SUTT is weergegeven, die geschikt is voor thuisgebruik en EKNOT wordt genoemd, en waarbij de opleidingsdoos 12 kleiner is en gekoppeld is aan een draagbare computer 13, die dienst doet als scherm 9 voor het weergeven van het camerabeeld.

In figuur 3 is een onderdeel van de opleidingsdoos, namelijk het levenloos model 3 in de vorm van een schijf 7 uit een weke kunststof weergegeven op grotere schaal, waarbij de insnijdingen 8 in het model onder verschillende hoeken aangebracht, zijn weergegeven, alsook de uiteinden van de laparoscopische instrumenten 6, 6' ,... die nodig zijn om de gewenste hechtingen en knopen aan het model 3 aan te brengen.

Figuur 4 geeft het levenloos kunststofmodel 14 weer van een uterus zoals het in een HYSTT opleidingsdoos gebruikt wordt. Op diverse locaties op de binnenwand 15 van het model 14 zijn zwarte pinnen 16 aangebracht, die volgens één der gestandaardiseerde opdrachten verwijderd dienen te worden door de leerling chirurg door middel van grijpers, en gedeponeerd moeten worden in een recipiënt buiten het kunststofmodel 14.

In figuur 5 is een voorbeeld weergegeven van een andere gestandaardiseerde opdracht die op een HYSTT opleidingsdoos moet uitgevoerd worden. De opdracht omvat in dit geval het vinden van een aantal anatomische posities 17 in het uterus kunststofmodel 14, door middel van het aflezen van merktekens 18 op de posities aangebracht, meestal in de vorm van letters of cijfers.

De werking van een SUTT opleidingsdoos 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

Bij de aanvang van een opleidingssessie wordt een nieuwe schijf 7 uit een weke kunststof aangebracht die voorzien is van insnijdingen 8.

De leerling chirurg ontvangt een aantal uit te voeren instructies waarbij hij een viertal hechtingen moet uitvoeren op daartoe aangegeven plaatsen gevolgd door het leggen van een correcte platte knoop in het chirurgisch garen met twee sluitsequenties, in aanwezigheid van een ervaren leermeester, die de evaluatie van het uitgevoerde werk en de daartoe benodigde tijd zal invoeren in een dataverwerkingssysteem.

Naast de opleiding op een SUTT-opleidingsdoos omvat de opleidings- en evaluatiemethode voor laparoscopische chirurgen volgens deze uitvinding ook nog een opleiding op een LASTT opleidingsdoos, waarvan de werking elders uitvoerig is beschreven (Molinos C.R. et al. Gynecol.Surg. (2008) 5:281-290 en Campo R. et al. Gynecol.Surg. (2010) 7:133-141) en waarbij psychomotorische vaardigheden worden aangeleerd en getest.

Naast de opleiding op een LASTT opleidingsdoos omvat de opleidings- en evaluatiemethode ook nog een opleiding op een HYSTT opleidingsdoos voor hysteroscopische chirurgen zoals deze beschreven door de European Academy of Gynaecological Surgery (Leuven, Belgium).

Tenslotte omvat de opleidings- en evaluatiemethode voor endoscopische chirurgie van deze uitvinding nog een vierde test TESTT die door de leerling moet worden afgelegd en die bestaat uit het beantwoorden van vijftig vragen in multiple choice formaat die peilen naar de theoretische kennis van de leerling of chirurg die het évaluâtreprogramma afwerkt.

Een centraal dataverwerkingssysteem berekent op basis van de testresultaten voor de vier modules (LASTT, SUTT, HYSTT, TESTT) het opleidingsniveau voor endoscopische chirurgie waaraan de aflegger van de test beantwoordt, en levert een dienovereenkomstig certificaat af onder toezicht van een leermeester.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een opleidingsdoos voor het chirurgisch hechten en het leggen van knopen met behulp van endoscopische instrumenten volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

De opleidings- en evaluatiemethode voor endoscopische chirurgen volgens de huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een dergelijke methode voor opleiding en evaluatie van laparoscopische chirurgen kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (18)

1. Opieidingsdoos (1), voor het aanleren en testen van vaardigheden met behulp van endoscopische instrumenten, daardoor gekenmerkt dat de doos voorzien is van een levenloos model waarop een leerling chirurg de vereiste vaardigheden door middel van endoscopische instrumenten (6, 6')kan oefenen, en waarop een leerling chirurg ook zijn vaardigheidsniveau kan bepalen door het uitvoeren van gestandaardiseerde testopdrachten die op het levenloos model (3) dienen uitgevoerd te worden met endoscopische instrumenten.

2. Opleidingsdoos (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van een levenloos model (3) uit een weke kunststof, voorzien van insnijdingen (8), dat opgesteld is in de doos, die bovenaan is begrensd door een deksel(4) met één of meer openingen (5,5',5") waardoorheen één of meer endoscopische instrumenten (6,6') waaronder een camera geschoven worden tot bij het model (3) uit een weke kunststof, en waarmee een leerling de chirurgische handelingen voor het hechten, naaien en leggen van knopen op een levenloos model (3) uitvoert, geleid door het beeld dat door de camera wordt opgenomen en dat voor de leerling op een scherm (9) wordt geprojecteerd, en door gestandaardiseerde testopdrachten voorzien in het SUTT model (Suturing and knot tying Training and Testing model).

3. Opleidingsdoos (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het levenloos model (3) uit een weke kunststof de vorm heeft van een schijf, voorzien van insnijdingen (8) onder verschillende hoeken.

4. Opleidingsdoos volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het levenloos model (3) verschuifbaar is opgesteld in de doos (1) en op verschillende posities in de doos kan worden vastgezet.

5. Opleidingsdoos volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het levenloos model (3) in een variabele schuine hoek ten opzichte van het grondvlak (2) van de opleidingsdoos kan worden opgesteld.

6. Opleidingsdoos volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat één of meer openingen (5, 5', 5") in het deksel (4) afgedekt zijn met een huid uit kunststof die voorzien is van sleuven, waar doorheen endoscopische instrumenten (6, 6') gestoken kunnen worden.

7. Opleidingsdoos volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de endoscopische instrumenten (6,6') aan één zijde grijpers, en andere instrumenten zoals cauterisatieinstrumenten, laserinstrumenten, of camera's omvatten en aan de andere zijde uitgerust zijn met een manipulator (10,11), waarmee deze instrumenten in het inwendige van de patiënt van op afstand bediend worden.

8. Opleidingsdoos volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de endoscopische instrumenten (6, 6') beweegbaar aan daartoe voorziene steunen bevestigd zijn die buiten de opleidingsdoos (1) vast zijn opgesteld.

9. Opleidingsdoos volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de doos voorzien is van een levenloos model (14) uit een kunststof, dat een uterus nabootst en opgesteld is in de doos, die vooraan is begrensd door een membraan met één opening, waar doorheen één of meer hysteroscopische instrumenten (6,6') waaronder een camera geschoven worden tot bij de binnenkant van het model (14) in kunststof, en waarmee een leerling de chirurgische handelingen voor hysteroscopische ingrepen uitvoert, geleid door het beeld dat door de camera wordt opgenomen en dat voor de leerling op een scherm (9) wordt geprojecteerd, en door gestandaardiseerde testopdrachten voorzien in het HYSTT model (Hystéroscopie Skills Training and Testing model).

10. Opleidingsdoos volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het levenloos model (14) de ruimtelijke distributie en oriëntatie van de verschillende vlakken en hoeken van een uterus voorstelt, en in de opleidingsdoos (1) wordt geplaatst.

11. Opleidingsdoos volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat ze voorzien is van instrumenten waaronder een 30° optische kijker en grijpers, geschikt voor hysteroscopische ingrepen.

12. Opleidings- en evaluatiemethode voor laparoscopische chirurgen, daardoor gekenmerkt dat ze gebruik maakt van een SUTT-opleidingsdoos voor chirurgisch hechten en naaien beschreven in conclusie 1, om specifieke laparoscopische vaardigheden aan te leren en te evalueren.

13. Opleidings en evaluatiemethode volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de leerling volgende stappen doorloopt : - het doorlopen van een opleidings- en évaluâtietrajeet op een opleidingsdoos van het type LASTT (Laparoscopie Skills Testing and Training Model) en/of van het type HYSTT (Hystéroscopie Skills Testing and Training model) zoals beschreven door de European Academy of Gynaecological Surgery (Leuven, Belgium); het doorlopen van een opleidings- en evaluatietrajeet op een opleidingsdoos van het type SUTT (Suturing and knot tying Training and Testing model) zoals beschreven in deze octrooiaanvraag; het afleggen van een test die de theoretische kennis over endoscopische ingrepen in de gynaecologie meet, TESTT genoemd, ontworpen door de European Academy of Gynaecological Surgery (Leuven, Belgium); -het afleveren van een certificaat voor de leerling die voorgaande stappen heeft doorlopen dat getuigt van het door de leerling behaalde vaardigheidsniveau, dat onderverdeeld is in drie niveaus : bronzen, zilveren of gouden kaart naarmate het niveau van de leerling stijgt en hem kwalificeert om in een operatiekwartier endoscopische operaties uit te voeren.

14. Opleidings- en evaluatiemethode volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de LASTT opleidingsdoos de volgende laparoscopische vaardigheden test : cameranavigatie, hand-oog coördinatie en bimanuele coördinatie.

15. Opleidings- en evaluatiemethode volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de HYSTT opleidingsdoos de volgende laparoscopische vaardigheden test : dieptezicht op een tweedimensionaal videoscherm en het hanteren van afstandsbediende instrumenten zonder tactiele terugkoppeling, hand-oog coördinatie en fijne motorische vaardigheden.

16. Opleidings- en evaluatiemethode volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de SUTT-opleidingsdoos de volgende laparoscopische vaardigheden test : laparoscopisch hechten en het leggen van knopen in het inwendige van het model, door middel van vier hechtingsoefeningen waarin de naald correct gepositioneerd moet worden door een welbepaalde locatie, en waarin een correcte platte knoop met twee sluitsequenties uitgevoerd moet worden in het inwendige van het levenloos model (3).

17. Opleidings- en evaluatiemethode volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de TESTT-test bestaat uit 50 multiple choice vragen, die de theoretische kennis van de leerling chirurg peilen over endoscopische anatomie, basisprincipes van de chirurgie, endoscopische instrumenten, organisatie en functioneren van het operatiekwartier, en herkenning en behandeling van complicaties.

18. Opleidings- en evaluatiemethode volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de vaardigheidsniveaus gebaseerd zijn op de statistische verwerking van de scores behaald door een groot aantal leerlingen en meer ervaren chirurgen die de testen van de evaluatiemethode hebben afgelegd.