BE1020115A5 - Satellietcommunicatiesysteem met redundantie. - Google Patents

Satellietcommunicatiesysteem met redundantie. Download PDF

Info

Publication number
BE1020115A5
BE1020115A5 BE2011/0117A BE201100117A BE1020115A5 BE 1020115 A5 BE1020115 A5 BE 1020115A5 BE 2011/0117 A BE2011/0117 A BE 2011/0117A BE 201100117 A BE201100117 A BE 201100117A BE 1020115 A5 BE1020115 A5 BE 1020115A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
satellite
frequency spectrum
polarization
satellites
retransmission
Prior art date
Application number
BE2011/0117A
Other languages
English (en)
Inventor
Dirk Breynaert
Frederik Simoens
Original Assignee
Newtec Cy N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Newtec Cy N V filed Critical Newtec Cy N V
Application granted granted Critical
Publication of BE1020115A5 publication Critical patent/BE1020115A5/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B7/00Radio transmission systems, i.e. using radiation field
    • H04B7/14Relay systems
    • H04B7/15Active relay systems
    • H04B7/185Space-based or airborne stations; Stations for satellite systems
    • H04B7/1851Systems using a satellite or space-based relay
    • H04B7/18519Operations control, administration or maintenance

Abstract

Satellietcommunicatiesysteem dat ten minste een eerste grondstation 20 en een eerste satelliet 30 en een tweede satelliet 40 omvat. De eerste satelliet 30 is daarbij werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie. De tweede satelliet 40 is daarbij werkzaam in een tweede deel van het frequentiespectrum bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie. Wanneer één van de satellieten 30, 40 niet in staat is om te werken, is de resterende satelliet werkzaam over zowel het eerste als over het tweede deel van het frequentiespectrum.

Description

SATELLIETCOMMUNICATIESYSTEEM MET REDUNDANTIE
TECHNISCH VAKGEBIED VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op satellietcommunicatiesystemen en op werkwijzen voor het gebruik van deze laatste, alsook op elementen van dergelijke systemen, zoals basisstations en satellieten.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Satellietcommunicatiesystemen met multi-spot dekking worden gebruikt om diensten aan te beiden zoals mobiele telefonie en breedbanddiensten. In dergelijke diensten worden de bundels omschreven als meerkleurse bundels. De term "meerkleurs" verwijst bijvoorbeeld naar het gebruik van verschillende frequentiebanden en/of van verschillende polarisaties om de interferentie te minimaliseren tussen nabijgelegen spots. Alle spots krijgen dezelfde frequentie toegewezen, terwijl dezelfde polarisaties worden geacht dezelfde kleur te hebben.
Figuur 1 geeft een weergave van een voorbeeld van een spotbundel-configuratie met 4 verschillende kleuren, spots die geografisch over een dekkingsgebied verspreid zijn. Elke kleur wordt hergebruikt in geografisch verschillende spots. Elke kleur is een combinatie van een frequentiebereik en van een polarisatie. Figuur 2 geeft een weergave van een mogelijk transponderfrequentievlak voor het 4-kleurse schema volgens Figuur 1. Er is sprake van vier verschillende frequentie-/polarisatiecombinaties: LI, Rl, L2, R2, LI, en R1 zijn toegekend aan twee bundels met dezelfde frequentie, doch met verschillende polarisaties. L2 heeft dezelfde polarisatie als LI, maar heeft een verschillend frequentiebereik. R2 heeft hetzelfde frequentiebereik als L2, en dezelfde polarisatie als Rl.
Om een nagenoeg ononderbroken dienstverlening te kunnen waarborgen, zelfs in gevallen waarin een satelliet het laat afweten, kan het satellietcommunicatiesysteem geïmplementeerd worden als een redundant systeem dat gebruik maakt van twee satellieten. Elke satelliet is in staat om onafhankelijk de verbinding op te zetten (voorwaarts en terugkerend).
Een presentatie "Digital Divide: the Satellite Offer (DDSO)", European Space Research and Technology Centre (ESTEC), 22 mei 2006, beschrijft een satellietcommunicatiesysteem met twee co-gecoloceerde satellieten. De twee satellieten bezitten verschillende aantalen bundels (72 en 100). Beide satellieten werken over dezelfde frequentieband, doch werken met verschillende polarisaties. Eén van de satellieten gebruikt een linksdraaiende cirkelvormige polarisatie (left hand circular polarisation - LHCP), terwijl de andere gebruik maakt van een rechtsdraaiende cirkelvormige polarisatie (right hand circular polarisation - RHCP). Wanneer één van de satellieten het laat afweten, wordt de andere polarisatie geactiveerd in de resterende actieve satelliet, en wel op een zodanige wijze dat de resterende satelliet uitzendt door gebruik te maken van beide polarisaties.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding heeft tot doel om te voorzien in een alternatieve oplossing om te voorzien in een redundantie in een satellietcommunicatiesysteem.
Een eerste aspect van de uitvinding voorziet in een werkwijze voor het gebruik van een satellietcommunicatiesysteem dat ten minste een eerste grondstation en een eerste satelliet en een tweede satelliet omvat die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied, waarbij de werkwijze omvat: het er voor zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; het er voor zorgen dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van het frequentiespectrum bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie; en wanneer één van de satellieten niet in staat is om te werken, het er voor zorgen dat de resterende satelliet werkzaam is over zowel het eerste als over het tweede deel van het frequentiespectrum.
In het geval van een normale werking functioneren beide satellieten tot één van beide het laat afweten. Een deel (bijvoorbeeld de helft) van de beschikbare bandbreedte wordt voorzien door de eerste satelliet, terwijl de rest van de beschikbare bandbreedte wordt voorzien door de tweede satelliet. Dit staat in contrast met een situatie waarin een satelliet de werking overneemt van de andere, in het geval dat de andere het laat afweten (bijvoorbeeld één satelliet functioneel en de andere in stand-by). Dit biedt het voordeel dat één satelliet voortgaat met het instaan voor de dienstverlening voor terminals, en dit zelfs nadat de andere satelliet het heeft laten afweten. Een bijkomend voordeel is dat het systeem gebruik kan maken van efficiëntere modulâtieschema's met een hogere spectrale efficiëntie in vergelijking met conventionele stand-by oplossingen waarin één satelliet operationeel is, terwijl de stand-by satelliet geen bijdrage levert tot het totale vermogen.
Alle stappen van de werkwijze kunnen uitgevoerd worden door een controle-eenheid in een grondstation, dan wel door een andere controle-entiteit van het systeem.
De eerste satelliet en de tweede satelliet verzekeren ten minste gedeeltelijk de dekking van hetzelfde dekkingsgebied, en kunnen hetzelfde dekkingsgebied verzekeren.
Bij voorkeur zijn de satellieten multi-bundel satellieten, waarbij de eerste satelliet is voorzien van meerdere eerste bundels, en de tweede satelliet is voorzien van meerdere tweede bundels. Elke bundel bedient een spot op de grond die overeenkomt met een geografische zone. De satellieten bedienen een spot met een eerste bundel van de eerste satelliet, en met een tweede bundel van de tweede satelliet, dat wil zeggen dat een spot twee bundels van verschillende satellieten "ziet". De eerste satelliet bedient zich van de eerste bundel door gebruik te maken van het eerste deel van het frequentiespectrum en van één van beide eerste en tweede polarisaties. De tweede satelliet bedient zich van de tweede bundel door gebruik te maken van het tweede deel van het frequentiespectrum en van dezelfde polarisatie als die waarvan de eerste bundel gebruik maakt.
Bij voorkeur worden verschillende gegevens verzonden door de bundel van de eerste satelliet en door de bundel van de tweede satelliet die beide een welbepaalde spot bedienen.
Bij voorkeur voorziet het satellietcommunicatiesysteem in punt-tot-multipunt communicaties, dan wel in punt-tot-punt communicaties.
Bij voorkeur is het eerste deel van het frequentiespectrum vlak naast het tweede deel van het frequentiespectrum gelegen. Dit is met name efficiënt voor wat betreft het frequentiegebruik in het geval dat één van de satellieten het laat afweten, waarbij de resterende satelliet dan functioneert over een continu frequentiebereik.
Bij voorkeur zijn de eerste en tweede polarisaties cirkelvormige polarisaties (linksdraaiende cirkelvormige polarisaties, rechtsdraaiende cirkelvormige polarisaties), alhoewel andere types polarisaties kunnen gebruikt worden, zoals horizontale/verticale polarisaties.
Bijkomende aspecten van de uitvinding voorzien in een apparaat voor het uitvoeren van de werkwijze, terwijl een welbepaald aspect van de uitvinding voorziet in een apparaat voor het controleren van de werking van satellietcommunicatiesystemen die een eerste satelliet en een tweede satelliet omvatten die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied, waarbij het apparaat een verwerkend apparaat omvat dat voorzien is om de werkwijze uit te voeren volgens de beschreven of geclaimde werkwijze.
Een ander aspect van de uitvinding voorziet in een grondstation voor gebruik in een satellietcommunicatiesysteem dat ten minste een eerste satelliet en een tweede satelliet omvat die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied, omvattende: een interface voor het ondersteunen van een eerste voorwaartse communicatieverbinding met de eerste satelliet voor de hertransmissie door de eerste satelliet, en voor het ondersteunen van een tweede voorwaartse communicatieverbinding met de tweede satelliet voor de hertransmissie door de tweede satelliet; een controle-eenheid die is voorzien om: er voor te zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum, door het genereren van de eerste voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, een eerste deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; en er voor te zorgen dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van een frequentiespectrum, door het genereren van de tweede voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de tweedee satelliet, een tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie, en, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, het genereren van de voorwaartse communicatieverbinding voor de resterende satelliet, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de resterende satelliet, zowel het eerste deel als het tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen.
Een bijkomend aspect van de uitvinding voorziet in een eerste grondstation voor gebruik in een satellietcommunicatiesysteem dat ten minste een eerste satelliet en een tweede satelliet omvat, alsook een tweede grondstation dat kan gebruikt worden, omvattende: een interface voor het ondersteunen van een eerste voorwaartse communicatieverbinding met de eerste satelliet voor de hertransmissie door de eerste satelliet; een controle-eenheid die is voorzien om: er voor te zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum, door het genereren van de eerste voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, een eerste deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; waarbij het satellietcommunicatiesysteem eveneens een tweede grondstation omvat voor het ondersteunen van een tweede voorwaartse communicatieverbinding met de tweede satelliet voor de hertransmissie door de tweede satelliet, die, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de tweede satelliet, een tweede deel van het frequentiespectrum inneemt bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie; en, wanneer de tweede satelliet niet in staat is om te functioneren, de voorwaartse communicatieverbinding genereert, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, zowel het eerste deel als het tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen.
Een bijkomend aspect van de uitvinding voorziet in een satellietcommunicatiesysteem, ten minste een grondstation omvattende dat gebruikt kan worden met een eerste satelliet en met een tweede satelliet die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied, waarbij het systeem is voorzien van: eerste middelen die er voor zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; tweede middelen die er voor zorgen dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van het frequentiespectrum bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie, en waarbij de eerste en tweede middelen zodanig zijn aangepast dat, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, de resterende satelliet werkzaam is over zowel het eerst deel als over het tweede deel van het frequentiespectrum.
De satellieten kunnen multi-bundel satellieten zijn, waarbij de eerste satelliet meerdere eerste bundels bezit en waarbij de tweede satelliet meerdere tweede bundels bezit, waarbij elke bundel een bepaalde spot bedient, en waarbij de satellieten een spot bedienen met een eerste bundel van de eerste satelliet en met een tweede bundel van de tweede satelliet, waarbij, voor elke spot: de eerste middelen er voor zorgen dat de eerste satelliet de eerste bundel gebruikt in het eerste deel van het f requentiespectrum, en één van de eerste en tweede polarisaties, de tweede middelen er voor zorgen dat de tweede satelliet de tweede bundel gebruikt in het tweede deel van het frequentiespectrum, en daarbij gebruikmaakt van dezelfde polarisatie als de eerste bundel.
Vermits de satellieten multi-bundel satellieten kunnen zijn, kan de eerste satelliet meerdere eerste bundels bezitten en kan de tweede satelliet meerdere tweede bundels bezitten, waarbij elke bundel een bepaalde spot bedient, en waarbij de satellieten een spot bedienen met een eerste bundel van de eerste satelliet en met een tweede bundel van de tweede satelliet, waarbij, voor elke spot: de eerste middelen er voor zorgen dat de eerste satelliet de eerste bundel gebruikt in het eerste deel van het frequentiespectrum, en beide eerste en tweede polarisaties, de tweede middelen er voor zorgen dat de tweede satelliet de tweede bundel gebruikt in het tweede deel van het frequentiespectrum, en daarbij gebruikmaakt van beide eerste en tweede polarisaties.
Het tweede deel van het frequentiespectrum kan naast het eerste deel van het frequentiespectrum gelegen zijn.
Eventueel zijn de satellieten werkzaam in de eerste en tweede delen door te functioneren rond een centrale frequentie, en, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, kunnen er middelen voorzien zijn die er voor zorgen dat de resterende satelliet werkzaam is over zowel het eerste als over het tweede deel van het frequentiespectrum, waarbij de centrale frequentie wordt gewijzigd rond dewelke de resterende satelliet werkzaam is.
Bovendien kunnen er middelen voorzien zijn die er voor zorgen dat de resterende satelliet een symboolsnelheid opdrijft voor een signaal dat verzonden wordt door de resterende satelliet over het eerste en het tweede deel van het frequentiespectrum. De symboolsnelheid voor het signaal dat wordt verzonden door de resterende satelliet over het eerste en het tweede deel van het frequentiespectrum, kan nagenoeg gelijk zijn aan de gecombineerde gegevenssnelheid van signalen die afzonderlijk worden verzonden door de eerste satelliet en de tweede satelliet.
Eventueel bezitten het eerste deel van het frequentiespectrum en het tweede deel van het frequentiespectrum eenzelfde bandbreedte.
Als alternatief kunnen het eerste deel van het frequentiespectrum en het tweede deel van het frequentiespectrum een verschillende bandbreedte bezitten. Er kan sprake zijn van meerdere eerste delen van het frequentiespectrum en van meerdere tweede delen van het frequentiespectrum. De meerdere eerste delen van het frequentiespectrum en de meerdere tweede delen van het frequentiespectrum kunnen verweven zijn.
Het systeem kan een eerste grondstation omvatten, waarbij het eerste grondstationisvoorzien van eeneerste voorwaartse communicatieverbinding met de eerste satelliet voor hertransmissie door de eerste satelliet, alsook van een tweede. voorwaartse communicatieverbinding met de tweede satelliet voor hertransmissie door de tweede satelliet, waarbij de eerste middelen die er voor zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van het frequentiespectrum, middelen kunnen omvatten voor het genereren van de eerste voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, er een eerste deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; en waarbij de tweede middelen die er voor zorgen dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van het frequentiespectrum, middelen kunnen omvatten voor het genereren van de tweede voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de tweede satelliet, er een tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie. Wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, zijn er middelen voorzien voor het genereren van de voorwaartse communicatieverbinding voor de resterende satelliet, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de resterende satelliet, zowel het eerste deel als het tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen.
Als alternatief kan voorzien zijn dat een systeem een eerste grondstation en een tweede grondstation omvat, waarbij het eerste grondstation is voorzien van een eerste voorwaartse communicatieverbinding met de eerste satelliet voor hertransmissie door de eerste satelliet, en het tweede grondstation is voorzien van een tweede voorwaartse communicatieverbinding met de tweede satelliet voor hertransmissie door de tweede satelliet, waarbij : de eerste middelen die er voor zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van het frequentiespectrum, middelen kunnen omvatten voor het genereren van de eerste voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, er een eerste deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; de tweede middelen die er voor zorgen dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van het frequentiespectrum, middelen kunnen omvatten voor het genereren van de tweede voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de tweede satelliet, er een tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; en waarbij, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, middelen voorzien zijn voor het genereren van de voorwaartse communicatieverbinding voor de resterende satelliet, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de resterende satelliet, zowel het eerste deel als het tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen.
De hier beschreven functionaliteit kan geïmplementeerd worden in hardware of door middel van een combinatie van hardware en software die wordt uitgevoerd door een verwerkend apparaat. Het verwerkende apparaat kan een computer zijn, dan wel een processor, een toestandsmachine, een logische schakeling, of eender welk ander geschikt verwerkend apparaat. Het verwerkende apparaat kan een algemene processor zijn die software uitvoert die er voor zorgt dat de algemene processor de vereiste taken uitvoert, of het verwerkende apparaat kan specifiek bedoeld zijn .om de vereiste functies uit te voeren. Een bijkomend aspect van de uitvinding voorziet in door een machine leesbare instructies (software) die, wanneer ze worden uitgevoerd door een processor, eender welke van de beschreven werkwijzen uitvoeren. De door een machine leesbare instructies kunnen opgeslagen worden in een elektronische geheugeninrichting, op een harde schijf, op een optische schijf, of in eender welk ander door een machine leesbaar opslagmedium. De door een machine leesbare instructies kunnen gedownload worden naar het opslagmedium via een netwerkverbinding.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zullen bij wij ze van voorbeeld beschreven worden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen waarin:
Figuur 1 een weergave is van een vierkleurse bundelconfiguratie in een satellietcommunicatiesysteem;
Figuur 2 een weergave is van een transpondertoekenningschema voor Figuur 1;
Figuren 3A-3C een weergave geven van de spectrumtoekenning voor twee satellieten, in overeenstemming met een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 4 een weergave geeft van de spectrumtoekenning, naar aanleiding van het laten afweten van één van de satellieten, of voor het inzetten van een tweede satelliet;
Figuren 5A-5D een weergave geeft van een eerste configuratie van de spectrumtoekenning;
Figuren 6A en 6B een weergave geven van een tweede configuratie van de spectrumtoekenning;
Figuren 7A en 7B een weergave geven van een derde configuratie van de spectrumtoekenning;
Figuren 8A en 8B een weergave geven van een vierde configuratie van de spectrumtoekenning;
Figuur 9 een weergave geeft van een uitvoeringsvorm van een apparaat in het satellietcommunicatiesysteem;
Figuur 10 een weergave geeft van de frequentietranslatie van voorwaartse communicatieverbindingen;
Figuur 11 een weergave geeft van een werkwijze voor het controleren van de werking van het satellietcommunicatiesysteem;
Figuur 12 een weergave geeft van een bijkomende uitvoeringsvorm van het apparaat in het satellietcommunicatiesysteem.
BESCHRIJVING VAN DE TE VERKIEZEN UITVOERINGSVORMEN
De onderhavige uitvinding zal beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar de tekeningen, zonder dat de uitvinding daar echter toe beperkt is. De uitvinding wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en hebben geen enkel beperkend karakter. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde elementen overdreven zijn en kunnen deze elementen niet op schaal getekend zijn met het oog op illustratieve doeleinden. In gevallen waarin de term "omvattend" gebruikt wordt in de onderhavige beschrijving, betekent dit niet dat andere elementen of stappen uitgesloten worden. Bovendien worden termen zoals "de eerste", "tweede", "derde", en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze voor het geven van een beschrijving van een sequentiële of een chronologische volgorde. Het dient duidelijk te zijn dat de aldus gebruikte termen uitwisselbaar zijn in de gepaste omstandigheden, en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding die hier beschreven worden, gebruikt kunnen worden in andere volgorden dan deze die hier beschreven of geïllustreerd worden.
Figuren 3A - 3B geven weergaven van mogelijke spectrumtoekenningen, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de uitvinding, In elke van deze tekeningen vertegenwoordigt een trapeziumvorm ofwel een enkele gemoduleerde drager, of een combinatie van twee of meerdere gemoduleerde dragers met verschillende frequenties die samen de bandbreedte die wordt aangeduid door de trapeziumvorm, innemen.
Figuur 3A geeft een weergave van een eerste voorbeeld van een spectrumtoekenning voor een communicatiesysteem met twee satellieten A en B. Satelliet A krijgt Lia, Ria, L2a, R2a toegekend. Lia en Rla nemen hetzelfde deel fl - > f2 van de frequent ieband in en zijn in het bezit van verschillende polarisaties, waarbij Lia in het bezit is van een linksdraaiende cirkelvormige polarisatie (Left-Hand Circular Polarisation - LHCP) en Ria in het bezit is van een rechtsdraaiende cirkelvormige polarisatie (RHCP). L2a en R2a nemen hetzelfde deel f3 -> f4 van de frequentieband in en zijn in het bezit van verschillende polarisaties, waarbij L2a in het bezit is van een linksdraaiende cirkelvormige polarisatie (LHCP) en R2a in het bezit is van een rechtsdraaiende cirkelvormige polarisatie (RHCP). Lia, Ria vertonen ten opzichte van L2a, R2a een offset f2 -> f3.
Satelliet B krijgt Llb, Rib, L2b, R2b toegekend. Lia en Rla nemen hetzelfde deel f3 - > f4 van de frequentieband in en zijn in het bezit van verschillende polarisaties, waarbij Llb in het bezit is van een linksdraaiende cirkelvormige polarisatie (LHCP) en Rib in het bezit is van een rechtsdraaiende cirkelvormige polarisatie (RHCP). L2b en R2b nemen hetzelfde deel f4 -> f5 van de frequentieband in en zijn in het bezit van verschillende polarisaties, waarbij L2b in het bezit is van een linksdraaiende cirkelvormige polarisatie (LHCP) en R2b in het bezit is van een rechtsdraaiende cirkelvormige polarisatie (RHCP). In figuur 3 hebben de delen allemaal dezelfde bandbreedte, dat wil zeggen (fl - > f2) = (f3 - > f4) = (f4 - > f5). Dit is een symmetrische toekenning. Het is eveneens mogelijk om een asymmetrische toekenning te configureren, waarbij de delen die zijn toegekend aan satelliet A, een bandbreedte hebben die verschillend is van de delen die toegekend zijn aan satelliet B, dat wil zeggen (fl - > f2) > (f3 - > f4) en (f3 - > f4) < (f4 - > f5) . De bandbreedte van 125 MHz wordt gegeven bij wijze van voorbeeld en heeft geen beperkend karakter. Figuur 3B geeft een weergave van de spectrumtoekenning voor satelliet A. Figuur 3C geeft een weergave van de spectrumtoekenning voor satelliet B. Deze spectrumtoekenning wordt gebruikt op de voorwaartse verbinding.
De twee satellieten A, B bedienen vier geografische spots in een dekkingsgebied. Elke spot wordt bediend door twee bundels: een eerste bundel van satelliet A en een tweede bundel van satelliet B. Spectrumbreedte wordt op een zodanige wijze toegekend dat elke spot wordt bediend door twee bundels die gebruikmaken van naast elkaar gelegen delen van de frequentieband en van dezelfde polarisatie. Spot LI wordt bediend door Lia van satelliet A en door Llb van satelliet B, spot Rl wordt bediend door Rla van satelliet A en door Rib van satelliet B, enzovoort. Bij een normale werking zal een terminal signalen ontvangen van beide satellieten. Het hergebruikingspatroon dat terug te vinden is in figuur 1, kan gebruikt worden.
Laten we nu veronderstellen dat de werking van satelliet A het laat afweten. Dit betekent dat terminals binnen een bepaalde spot enkel één bundel zullen ontvangen en de helft van het beschikbare spectrum niet langer gebruikt zal worden. Indien bijvoorbeeld satelliet B het laat afweten, wordt enkel het spectrum gebruikt dat is terug te vinden in figuur 3A. Het signaal dat wordt verstuurd door de resterende functionerende satelliet, wordt op een zodanige wijze gewijzigd dat het het spectrum inneemt dat is toegekend aan satelliet A alsook het spectrum dat is toegekend aan satelliet B. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door de centrale frequentie te wijzigen van de dragers van satelliet A, en door bovendien de symboolsnelheid op te drijven. Zo zal bijvoorbeeld een verdubbeling van de symboolsnelheid de totale symboolsnelheid terug op de waarde brengen van de situatie waarin zowel satelliet A als satelliet B in werking was.
Figuur 4 geeft een weergave van de speetrumtoekenning nadat een van de satellieten het heeft laten afweten, waarbij de resterende satelliet gewijzigd is om gebruik te maken van het volledige spectrum. Een scenario waarin satelliet B het laat afweten, kan gemakkelijk bekomen worden door in deze procedure satelliet A te vervangen door satelliet B.
De spectrumtoekenning die terug te vinden is in figuur 4, kan eveneens gebruikt worden tijdens het begin van het in werking stellen, dat wil zeggen wanneer satelliet A reeds gelanceerd en operationeel is terwijl satelliet B nog niet operationeel is.
De figuren 3A-3C en figuur 4 geven een weergave van een schema voor de spectrumtoekenning waarbij spectrum wordt toegekend aan satelliet A dat onmiddellijk naast het spectrum is gelegen dat wordt toegekend aan satelliet B. Dit is met name efficiënt op het vlak van het gebruik van de frequenties omdat, in het geval dat één van beide satellieten het laat afweten, de resterende satelliet functioneert over een continu bereik van frequenties. In andere uitvoeringsvormen van de uitvinding is het spectrum dat wordt toegekend aan satelliet A, echter niet onmiddellijk naast het spectrum gelegen dat wordt toegekend aan satelliet B.
Tijdens de normale werking (beide satellieten operationeel) biedt de oplossing volgens de onderhavige uitvinding het voordeel dat men de beschikking heeft over twee maal het beschikbare vermogen om de beschikbare bandbreedte af te dekken, met als resultaat een C/N-waarde aan de ingang van de zich op afstand bevindende ontvanger van de terminal die ongeveer 3dB hoger is. Dit is omdat alle Travelling Wave Amplifier Tubes (TWTA) van een operationele satelliet steeds actief zijn. Dit staat in contrast met de conventionele oplossing waarbij de helft van de beschikbare middelen inactief zijn en zich in de wachttoestand bevinden om het over te nemen van de andere satelliet op het moment dat deze het zou laten afweten. Vermits de voorwaartse verbinding gewoonlijk beperkt is op het vlak van het downlink-vermogen, zal dit het mogelijk maken dat het systeem gebruikmaakt van efficiëntere modulatieschema's (hogere spectrale efficiëntie) in vergelijking met een conventionele stand-by oplossing waarbij slechts één satelliet operationeel is, terwijl de stand-by satelliet geen bijdrage levert aan het totale vermogen.
De beschreven uitvoeringsvorm is in het bezit van vier spots (één voor elke kleur). Het spreekt voor zich dat het vierkleurenpatroon hergebruikt kan worden over een dekkingsgebied, teneinde een groter aantal geografische spots te bedienen. De spectrumtoekenning kan een groter aantal kleuren hebben dan deze die is weergegeven. In elke van deze figuren geven de invoeren aan de linkerzijde van de figuur de spectrumtoekenning weer van de voorwaartse verbinding naar de satelliet (of naar het paar satellieten), terwijl de uitvoer aan de rechterzijde van de figuur de spectrumtoekenning weergeeft om bundels te scheiden op de voorwaartse verbinding van de satelliet (of van het paar satellieten).
Figuren 5A-5B geven een aantal mogelijke configuraties van frequenties, polarisaties, en Travelling Wave Tube Amplifiers (TWTA) weer voor een enkele satelliet en voor twee satellieten.
Figuren 5A-5D geven een weergave van een eerste configuratie. In figuur 5A wordt een werking met een enkele satelliet weergegeven. Dit kan de toekenning weergeven nadat een tweede satelliet het heeft laten afweten, dan wel de werking voordat een tweede satelliet operationeel is. Frequentiebanden kunnen al of niet naast elkaar gelegen zijn, en dit tot de beschikbare bandbreedtes van de TWTA's. In een typisch transponderschema kunnen de lage band (LL1 en LL2) die wordt toegepast op TWTA-low, en de hoge band (LH1 en LH2) die wordt toegepast op TWTA-high, gescheiden zijn qua frequentie, zoals weergegeven in figuur 5A, of kunnen zij qua frequentie naast elkaar gelegen zijn. De uitvoeren naar elke bundel worden weergegeven aan de rechterzijde van figuur. De frequentiedelen LL1, RL1 kunnen onmiddellijk naast de frequentiedelen LL2, RL2 gelegen zijn, zoals weergegeven in figuur 5A, of ze kunnen ten opzichte van elkaar een offset vertonen, zoals weergegeven in figuur 5B. De configuratie die is terug te vinden in figuur 5A, is efficiënter op het vlak van het frequentiegebruik.
Figuur 5C geeft een weergave van een andere configuratie met een enkele satelliet. LL en LH zijn in het bezit van verschillende bandbreedtes, terwijl RL en RH eveneens in het bezit van verschillende bandbreedtes, dat wil zeggen een asymmetrische configuratie. Enkele dragers kunnen eveneens gebruikt worden in elke TWTA. Een werking die dichter bij de saturatie is gelegen dan met dubbele of meervoudige dragers, behoort dan tot de mogelijkheden. Wanneer er sprake is van slechts een enkele gemoduleerde drager per transponder, is er geen sprake van intermodulatie-effecten naar aanleiding van de niet-lineariteit. Met twee of meerdere gemoduleerde dragers per transponder wordt het werkingspunt van de transponder verder weg van de saturatie gekozen (higher Input BackOff) teneinde de intermodulatie-effecten te beperken.
Figuur 5D geeft een weergave van een werking met twee satellieten. De spectrumtoekenning volgens figuur 5A is verdeeld over twee satellieten: satelliet A en satelliet B. Dit laat, ten opzichte van figuur 5A, hogere vermogensdichtheden toe in de gebruikersterminals omdat elke TWTA een enkele frequentieband versterkt in plaats van twee frequentiebanden zoals in figuur 5A. Wanneer één van de satellieten het laat afweten, functioneert de resterende satelliet zoals weergegeven in figuur 5A. Er zijn geen spots die werkzaam zijn met beide polarisaties. Het gevolg daarvan is een goede isolatie tegen kruispolarisatie. Een relatief beperkt aantal terminals aan de randen van de bundels zullen het risico lopen op interferentie.
Figuren 6A en 6B geven een weergave van een tweede configuratie met de helft van het aantal TWTA's. Figuur 6B geeft een weergave van de werking met twee satellieten. Wanneer één van de satellieten het laat afweten, functioneert de resterende satelliet zoals weergegeven in figuur 6A.
Figuur 7A en figuur 7B geven een weergave van een derde configuratie. Een welbepaalde spot (bijvoorbeeld spot 1) ontvangt signalen van twee satellieten in naast elkaar gelegen frequentiebanden. Elke satelliet zendt met beide polarisaties uit in elke spot. Dit verhoogt de kruispolaraisatie-interferentie bij gebruikers in dezelfde spot.
Figuren 8A en 8B geven een weergave van een vierde configuratie. Deze is gelijkaardig aan die volgens figuren 7A en 7B, doch biedt het voordeel van minder TWTA's per transponder, en het nadeel van een beperktere vermogensspectrale dichtheid omdat het nominale vermogen van een TWTA normaal gesproken gelijk kan beschouwd worden voor alle implementaties.
Alhoewel de configuraties die worden weergegeven in de figuren 7A-7B, het nadeel hebben dat zij beide polarisaties bezitten in elke spot, met als gevolg een hoge kruispolaire interferentie, hebben ze wel het voordeel dat elke terminal in elke spot kan functioneren, een feit dat bijvoorbeeld nuttig kan zijn voor terminals die gebruikt worden op een trein, of in gevallen waarin een terminal van de ene spot naar de andere wordt bewogen. Dit voordeel bekomt men omdat elk spot steeds "belicht" wordt door beide polarisaties, zowel bij de normale werking als wanneer er zich een fout voordoet.
Figuur 9 geeft een weergave in meer detail van een uitvoeringsvorm van het satellietsysteem. Het systeem omvat een grondstation 20 en satellieten 30, 40. Het grondstation 20 is voorzien van een netwerkinterface 22 om verkeer te ontvangen dat bestemd is voor terminals binnen het satellietsysteem, alsook om verkeer te versturen dat werd ontvangen vanuit de terminals binnen het satellietsysteem. Een schakelfunctie 23 verdeelt het verkeer naar uitgangspoorten die overeenstemmen met de twee satellieten 30, 40. Een zend-/ontvangsteenheid 25 ondersteunt een RF-interface met elke satelliet via antennes 27. Elke RF-interface omvat een voorwaartse communicatieverbinding 28A en een terugkerende communicatieverbinding 29A. De zend-/ontvangsteenheid 25 voert een codering en een modulatie uit op het verkeer. De zend-/ontvangsteenheid 25 kan een selectie maken tussen een reeks van mogelijke codeer- en modulatieschema's. Een controle-eenheid 24 controleert de werking van de satellieten 30, 40 en ontvangt statusgegevens betreffende het aantal operationele satellieten. Deze statusgegevens kunnen ontvangen worden vanuit een controle-eenheid 35 in elke van de satellieten 30, 40.
Elke satelliet 30, 40 is voorzien van een RF-interface 32 die voorwaartse verbindingen 28A en terugkerende verbindingen 29A van en naar het grondstation 20 ondersteunt. Een schakelfunctie 33 en een controle-eenheid 35 zijn voorzien. Een zend-/ontvangsteenheid 37 voorziet in een dekking in de vorm van meervoudige spotbundelzones. De zend-/ontvangsteenheid 37 ondersteunt een voorwaartse verbinding 39 en een terugkerende verbinding naar en vanuit elke spotbundelzone.
De controle-eenheid 24 in het grondstation 20 kan geïmplementeerd worden in de vorm van een verwerkend apparaat dat een computer, een processor, een toestandsmachine, een logische schakeling, dan wel eender ander geschikt verwerkend apparaat omvat. Het verwerkende apparaat kan een algemene processor zijn die software uitvoert die er voor zorgt dat de algemene processor de vereiste taken uitvoert, of het verwerkende apparaat kan een apparaat zijn dat specifiek gericht is op het uitvoeren van de vereiste functies.
In een te verkiezen uitvoeringsvorm is elke satelliet 30, 40 voorzien om een respectievelijk voorwaarts communicatieverbindingsignaal 28A, 28B te ontvangen, de frequentie van het voorwaartse verbindingsignaal te verschuiven, het signaal te versterken, en het versterkte en verschoven signaal opnieuw te verzenden in de vorm van een respectievelijk downlink-signaal (zo wordt bijvoorbeeld een downlink-signaal 39 weergegeven voor satelliet A) in een dekkingsgebied, zoals een spot. De verschuiving, de versterking, en het opnieuw versturen worden uitgevoerd door de eenheden 32, 33, 37. Het grondstation 20 genereert een voorwaarts verbindingsignaal 28A voor satelliet 30, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer de frequentie verschoven wordt (door middel van de gekende frequentieverschuiving zoals die gebruikt wordt door satelliet 30) en er opnieuw een verzending plaatsvindt door satelliet 30, er delen zullen ingenomen worden van het frequentiespectrum zoals die voorgeschreven zijn door het toekenningschema. Op gelijkaardige wijze zal het grondstation 20 een voorwaarts verbindingsignaal 28B voor satelliet 40 genereren, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer de frequentie verschoven wordt (door middel van de gekende frequentieverschuiving zoals die gebruikt wordt door satelliet 30) en er opnieuw een verzending plaatsvindt door satelliet 40, er delen zullen ingenomen worden van het frequentiespectrum zoals die voorgeschreven zijn door het toekenningschema. Figuur 10 geeft een weergave van de frequentieverschuiving voor twee satellieten. Een voorwaarts verbindingsignaal 28A dat signalen bevat in toegekende delen van het frequentiespectrum (bijvoorbeeld Lia, Ria, L2a, R2a) wordt ontvangen in satelliet A en verschoven op een wijze die de onderlinge frequentieverhouding van de signalen behoudt. Op gelijkaardige wijze zal een voorwaarts verbindingsignaal 28B dat die signalen bevat in toegekende delen van het frequentiespectrum (bijvoorbeeld Llb, Rib, L2b, R2b) , ontvangen worden in satelliet B en verschoven worden op een wijze die de onderlinge frequentieverhouding van de signalen behoudt. De polarisatie kan omgekeerd worden tussen de up- en downlink. Het voorwaartse uplinksignaal omvat verschillende dragers die elk door één van de satelliettransponders passeren (één of meerdere dragers per transponder); waarbij elke transponder is voorzien van zijn eigen invoerfrequentiebereik (invoerfilter) en van zijn eigen uitvoerf requentiebereik. Dit betekent dat er gewoonlijk meer dan één invoerfilter per satelliet aanwezig is.
De signalen die verzonden worden door. de satelliet, vertonen een verband zoals wordt weergegeven in een van de toekenningschema' s uit figuren 3A tot 8. In het geval dat een van de satellieten 30, 40 het laat afweten, wordt het voorwaartse verbindingsignaal 28A, 28B naar de resterende operationele satelliet gewijzigd, en wel op een zodanige wijze dat het signalen omvat die de frequentiedelen innemen die worden gebruikt door de satellieten 30 en 40. Wanneer de frequentie verschoven wordt (door de gekende frequentieverschuiving zoals die gebruikt wordt door de resterende operationele satelliet) en er opnieuw een verzending plaatsvindt door de satelliet, zal het signaal alle delen innemen die gebruikt werden door de satellieten 30 en 40.
Figuur 11 geeft een weergave van een werkwijze voor het gebruik van een satellietsysteem, die is geïmplementeerd door de controle-eenheid 24 in het grondstation 20 uit de figuur 9. De werkwijze begint in stap 100 door er voor te zorgen dat twee satellieten (A en B) werkzaam zijn in naast elkaar gelegen delen van het frequentiespectrum. In een welbepaalde uitvoeringsvorm zorgt de controle-eenheid 24 er voor dat de zend-/ontvangsteenheid 25 een voorwaarts verbindingsignaal 28 genereert voor verzending naar elke satelliet 30, 40. De voorwaartse verbindingsignalen zijn op een zodanige wijze geconfigureerd dat, na herverzending door de satellieten 30, 40, de verzendingen van elke satelliet naast elkaar gelegen delen van het frequentiespectrum zullen innemen. Stap 102 detecteert een fout in één van de satellieten. Wanneer er een fout werd gedetecteerd, zal er voor gezorgd worden dat de resterende satelliet werkzaam wordt over beide delen van het frequentiespectrum. Het is interessant dat dit geen wijziging in de satellieten vereist. Het voorwaartse verbindingsignaal 28 voor de resterende operationele satelliet wordt gewijzigd, en wel op een zodanige wijze dat het delen van het frequentiespectrum inneemt die voordien gebruikt werden door de twee afzonderlijke satellieten. De resterende operationele satelliet ontvangt het gewijzigde voorwaartse verbindingsignaal, verschuift de frequentie ervan, versterkt het, en verstuurt het opnieuw. In een welbepaalde uitvoeringsvorm wordt de gegevenssnelheid van het gewijzigde voorwaartse verbindingsignaal veranderd (bijvoorbeeld verdubbeld) om zodoende dezelfde totale gegevenssnelheid te behouden als die van de afzonderlijke signalen. Stap 106 detecteert wanneer de satelliet die het heeft laten afweten, hersteld is. Wanneer de satelliet hersteld is, keert de werkwijze terug naar stap 100 en wordt er voor gezorgd dat de twee satellieten werkzaam zijn in naast elkaar gelegen delen van het frequentiespectrum. Zoals hiervoor beschreven, kan de werkwijze toegepast worden over een aantal bundels van de satellieten, waarbij elke bundel van satelliet A is toegekend aan een eerste deel van het frequentiespectrum, en elke bundel van satelliet B is toegekend aan een tweede deel van het frequentiespectrum.
Figuur 12 geeft een weergave van een bijkomende uitvoeringsvorm van het satellietsysteem met twee grondstations 20A, 2 OB. In een normale werkingsmodus verzendt het grondstation 20A een voorwaartse verbinding 28A naar satelliet 30, en verzendt grondstation 20B een voorwaartse verbinding 28B naar satelliet 40. In een foutmodus verzendt het. grondstation dat geassocieerd is met de resterende satelliet, een voorwaartse verbinding naar de resterende satelliet, wat er voor zal zorgen dat de satelliet uitzendt over naast elkaar gelegen delen van het frequentiespectrum. Een communicatieverbinding 50 tussen de grondstations 20A, 20B maakt het delen mogelijk van inkomstsignalen (in foutmodus) alsook het signaleren van de werkingsmodus.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvormen, uitvoeringsvormen die gemodificeerd of gewijzigd kunnen worden zonder buiten de reikwijdte van de uitvinding te treden.

Claims (18)

1. Werkwijze voor het gebruik van een satellietcommunicatiesysteem dat ten minste een eerste grondstation en een eerste satelliet en een tweede satelliet omvat die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied en elke satelliet is verantwoordelijk voor een welbepaalde spot, waarbij de werkwijze omvat: het er voor zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; het er voor zorgen dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van het frequentiespectrum bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie; waarbij elke satelliet met beide of met verschillende polarisaties uitzendt in elke spot, en, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te werken, het er voor zorgen dat de resterende satelliet werkzaam is over zowel het eerste als over het tweede deel van het frequentiespectrum.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de satellieten multi-bundel satellieten zijn, waarbij de eerste satelliet is voorzien van meerdere eerste bundels, en de tweede satelliet is voorzien van meerdere tweede bundels, waarbij elke bundel verantwoordelijk is voor een welbepaalde spot, waarbij de satellieten verantwoordelijk zijn voor een spot met behulp van een eerste bundel van de eerste satelliet en met een tweede bundel van de tweede satelliet, waarbij de werkwijze bovendien, voor elke spot, omvat: het er voor zorgen dat de eerste satelliet de eerste bundel gebruikt in het eerste deel van het frequentiespectrum, en één van de eerste en tweede polarisaties, het er voor zorgen dat de tweede satelliet de tweede bundel gebruikt in het tweede deel van het frequentiespectrum, en daarbij gebruikmaakt van dezelfde polarisatie als de eerste bundel.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de satellieten multi-bundel satellieten zijn, waarbij de eerste satelliet is voorzien van meerdere eerste bundels, en de tweede satelliet is voorzien van meerdere tweede bundels, waarbij elke bundel verantwoordelijk is voor een welbepaalde spot, waarbij de satellieten verantwoordelijk zijn voor een spot met behulp van een eerste bundel van de eerste satelliet, en met behulp van een tweede bundel van de tweede satelliet, waarbij de werkwijze bovendien, voor elke spot, omvat: het er voor zorgen dat de eerste satelliet de eerste bundel gebruikt in het eerste deel van het frequentiespectrum, en met beide eerste en tweede polarisaties, het er voor zorgen dat de tweede satelliet de tweede bundel gebruikt in het tweede deel van het frequentiespectrum, en daarbij gebruikmaakt van beide eerste en tweede polarisaties.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het tweede deel van het frequentiespectrum qua frequentie naast het eerste deel van het frequentiespectrum gelegen is.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de satellieten werkzaam zijn in de eerste en tweede delen door te functioneren rond een centrale frequentie, en waarbij de stap wordt gebruikt waarin, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, er voor wordt gezorgd dat de resterende satelliet werkzaam is over zowel het eerste als over het tweede deel van het frequentiespectrum, waarbij de centrale frequentie wordt gewijzigd rond dewelke de resterende satelliet werkzaam is.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder het er voor zorgen omvattende dat de resterende satelliet een symboolsnelheid opdrijft voor een signaal dat verzonden wordt door de resterende satelliet over het eerste en het tweede deel van het frequentiespectrum.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de symboolsnelheid voor het signaal dat wordt verzonden door de resterende satelliet over het eerste en het tweede deel van het frequentiespectrum, nagenoeg gelijk is aan de gecombineerde gegevenssnelheid van signalen die afzonderlijk worden verzonden door de eerste satelliet en de tweede satelliet.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel van het frequentiespectrum en het tweede deel van het frequentiespectrum eenzelfde bandbreedte bezitten.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel van het frequentiespectrum en het tweede deel van het frequentiespectrum een verschillende bandbreedte bezitten.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij sprake is van meerdere eerste delen van het frequentiespectrum en van meerdere tweede delen van het frequentiespectrum.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de meerdere eerste delen van het frequentiespectrum en de meerdere tweede delen van het frequentiespectrum verweven zijn.
12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, uitgevoerd in hét eerste grondstation, waarbij het eerste grondstation is voorzien van een eerste voorwaartse communicatieverbinding met de eerste satelliet voor hertransmissie door de eerste satelliet, alsook van een tweede voorwaartse communicatieverbinding met de tweede satelliet voor hertransmissie door de tweede satelliet, waarbij : de stap die er voor zorgt dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van het frequentiespectrum, het genereren omvat van de eerste voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, er een eerste deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; de stap die er voor zorgt dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van het frequentiespectrum, het genereren omvat van de tweede voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de tweede satelliet, er een tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; en waarbij wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, de werkwijze het genereren omvat van een voorwaartse communicatieverbinding voor de resterende satelliet, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de resterende satelliet, zowel het eerste deel als het tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen.
13. Werkwijze volgens één der conclusies 1-11, uitgevoerd in een eerste grondstation en in een tweede grondstation, waarbij het eerste grondstation is voorzien van een eerste voorwaartse communicatieverbinding met de eerste satelliet voor hertransmissie door de eerste satelliet, en het tweede grondstation is voorzien van een tweede voorwaartse communicatieverbinding met de tweede satelliet voor hertransmissie door de tweede satelliet, waarbij: de stap die er voor zorgt dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van het frequentiespectrum, het genereren omvat van de eerste voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, er een eerste deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; de stap die er voor zorgt dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van het frequentiespectrum, het genereren omvat van de tweede voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de tweede satelliet, er een tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; en waarbij, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, de werkwijze het genereren omvat van de voorwaartse communicatieverbinding voor de resterende satelliet, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de resterende satelliet, zowel het eerste deel als het tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen.
14. Apparaat voor het controleren van de werking van een satellietcommunicatiesysteem dat ten minste een eerste satelliet en een tweede satelliet omvat die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied, waarbij het apparaat een verwerkend apparaat omvat dat is voorzien om de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies uit te voeren.
15. Grondstation voor gebruik in een satellietcommunicatiesysteem dat ten minste een eerste satelliet en een tweede satelliet omvat die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied en elke satelliet is verantwoordelijk voor een welbepaalde spot, omvattende: een interface voor het ondersteunen van een eerste voorwaartse communicatieverbinding met de eerste satelliet voor de hertransmissie door de eerste satelliet, en voor het ondersteunen van een tweede voorwaartse communicatieverbinding met de tweede satelliet voor de hertransmissie door de tweede satelliet; een controle-eenheid die is voorzien om: er voor te zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum, door het genereren van de eerste voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, een eerste deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; er voor te zorgen dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van een frequentiespectrum, door het genereren van de tweede voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de tweede satelliet, een tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie, er voor te zorgen dat de eerste satelliet en de tweede satelliet met beide of met verschillende polarisaties uitzenden in elke spot, en, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, het genereren van de voorwaartse communicatieverbinding voor de resterende satelliet, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de resterende satelliet, zowel het eerste deel als het tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen.
16. Eerste grondstation voor gebruik in een satellietcommunicatiesysteem dat ten minste een eerste satelliet en een tweede satelliet omvat die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied en elke satelliet is verantwoordelijk voor een welbepaalde spot, waarbij het eerste grondstation omvat: een interface voor het ondersteunen van een eerste voorwaartse communicatieverbinding met de eerste satelliet voor de hertransmissie door de eerste satelliet ; een controle-eenheid die is voorzien om: er voor te zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum, door het genereren van de eerste voorwaartse communicatieverbinding, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, een eerste deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; waarbij het satellietcommunicatiesysteem eveneens een tweede grondstation omvat voor het ondersteunen van een tweede voorwaartse communicatieverbinding met de tweede satelliet voor de hertransmissie door de tweede satelliet, die, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de tweede satelliet, een tweede deel van het frequentiespectrum inneemt bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie; er voor te zorgen dat de eerste satelliet en de tweede satelliet met beide of met verschillende polarisaties uitzenden in elke spot, en, wanneer de tweede satelliet niet in staat is om te functioneren, de voorwaartse communicatieverbinding genereert, en wel op een zodanige wijze dat, wanneer er een hertransmissie plaatsvindt door de eerste satelliet, zowel het eerste deel als het tweede deel van het frequentiespectrum wordt ingenomen.
17. Door een machine leesbaar medium waarin door een machine leesbare instructies worden opgeslagen die, wanneer ze worden uitgevoerd door een processor, er voor zorgen dat de processor de werkwijze volgens één der conclusies 1-13 uitvoert.
18. Satellietcommunicatiesysteem, ten minste een grondstation omvattende dat gebruikt kan worden met een eerste satelliet en met een tweede satelliet die ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor hetzelfde dekkingsgebied en elke satelliet is verantwoordelijk voor een welbepaalde spot, waarbij het systeem is voorzien van: eerste middelen die er voor zorgen dat de eerste satelliet werkzaam is in een eerste deel van een frequentiespectrum bij een eerste polarisatie en bij een tweede polarisatie; tweede middelen die er voor zorgen dat de tweede satelliet werkzaam is in een tweede deel van het frequentiespectrum bij de eerste polarisatie en bij de tweede polarisatie, waarbij de eerste satelliet en de tweede satelliet met beide of met verschillende polarisaties uitzenden in elke spot, en waarbij de eerste en tweede middelen zodanig zijn aangepast dat, wanneer één van de satellieten niet in staat is om te functioneren, de resterende satelliet werkzaam is over zowel het eerst deel als over het tweede deel van het frequentiespectrum.
BE2011/0117A 2010-02-19 2011-02-21 Satellietcommunicatiesysteem met redundantie. BE1020115A5 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB201002864A GB201002864D0 (en) 2010-02-19 2010-02-19 Satellite communication system with redundancy
GB201002864 2010-02-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020115A5 true BE1020115A5 (nl) 2013-05-07

Family

ID=42114093

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0117A BE1020115A5 (nl) 2010-02-19 2011-02-21 Satellietcommunicatiesysteem met redundantie.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1020115A5 (nl)
GB (1) GB201002864D0 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5813634A (en) * 1995-10-23 1998-09-29 Motorola, Inc. Method for replacing failing satellites in a satellite communication system
WO2004010609A1 (en) * 2002-07-23 2004-01-29 Qualcomm, Incorporated A satellite communication system with primary and back-up multi-beam satellites
US20040192376A1 (en) * 2002-03-11 2004-09-30 Grybos David P. Multi-beam satellite collocation and channel power allocation
WO2009012377A2 (en) * 2007-07-17 2009-01-22 Viasat, Inc. Modular satellite transceiver and multi-beam antenna system

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5813634A (en) * 1995-10-23 1998-09-29 Motorola, Inc. Method for replacing failing satellites in a satellite communication system
US20040192376A1 (en) * 2002-03-11 2004-09-30 Grybos David P. Multi-beam satellite collocation and channel power allocation
WO2004010609A1 (en) * 2002-07-23 2004-01-29 Qualcomm, Incorporated A satellite communication system with primary and back-up multi-beam satellites
WO2009012377A2 (en) * 2007-07-17 2009-01-22 Viasat, Inc. Modular satellite transceiver and multi-beam antenna system

Also Published As

Publication number Publication date
GB201002864D0 (en) 2010-04-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2789109B1 (en) Interference management in a hub-spoke spot beam satellite communication system
EP2789110B1 (en) Beam switching in a bent pipe satellite for replacing a failing gateway by a virtual utility gateway.
US8340015B1 (en) Incremental gateway deployment in a hub-spoke satellite communication system using static spot beams
DE69839238T2 (de) Verfahren und Anordnung zur Übertragung mit hoher Datenrate in einem Satelliten Kommunikationsnetz
US8855552B2 (en) Placement of gateways away from service beams
ES2684443T3 (es) Uso sin interferencias de banda de frecuencia de satélite no geoestacionario para la comunicación vía satélite geoestacionario
US20080233865A1 (en) Multi-beam communication system and method
US8538323B2 (en) Satellite architecture
US8238816B2 (en) Satellites and signal distribution methods and off-set pattern for sending signals
CN112290989B (zh) 一种星地通信的方法及装置
CN108432156B (zh) 具有增加的通信容量的卫星系统和增加卫星系统容量的方法
US11463160B2 (en) Flexible intra-satellite signal pathways
US20090298423A1 (en) Piggy-Back Satellite Payload
JP2001016154A (ja) 軌道上ペイロード構造および再構造を使用して衛星通信を行う方法およびシステム
BE1020115A5 (nl) Satellietcommunicatiesysteem met redundantie.
Bousquet et al. Broadband access terabit/s satellite concepts
US11979221B2 (en) Flexible intra-satellite signal pathways
Kyrgiazos et al. A feasibility study for a terabit/s satellite for European broadband access
NZ792434A (en) Flexible intra-satellite signal pathways
Betaharon et al. Roles and service utilization of the INTELSAT IX and K-TV satellites

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220228