BE1020109A3 - Mobiele inrichting voor het conditioneren van grond. - Google Patents

Mobiele inrichting voor het conditioneren van grond. Download PDF

Info

Publication number
BE1020109A3
BE1020109A3 BE2011/0025A BE201100025A BE1020109A3 BE 1020109 A3 BE1020109 A3 BE 1020109A3 BE 2011/0025 A BE2011/0025 A BE 2011/0025A BE 201100025 A BE201100025 A BE 201100025A BE 1020109 A3 BE1020109 A3 BE 1020109A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
soil
additives
weight
untreated
measurements
Prior art date
Application number
BE2011/0025A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Commeene Jean Paul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Commeene Jean Paul filed Critical Commeene Jean Paul
Application granted granted Critical
Publication of BE1020109A3 publication Critical patent/BE1020109A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09CRECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09C1/00Reclamation of contaminated soil
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B77/00Machines for lifting and treating soil
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B1/00Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
    • B07B1/005Transportable screening plants
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B1/00Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
    • B07B1/12Apparatus having only parallel elements
    • B07B1/14Roller screens
    • B07B1/15Roller screens using corrugated, grooved or ribbed rollers
    • B07B1/155Roller screens using corrugated, grooved or ribbed rollers the rollers having a star shaped cross section
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09CRECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09C1/00Reclamation of contaminated soil
    • B09C1/08Reclamation of contaminated soil chemically
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09CRECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09C1/00Reclamation of contaminated soil
    • B09C1/10Reclamation of contaminated soil microbiologically, biologically or by using enzymes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B47/00Soil-working with electric potential applied between tools and soil

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het behandelen van grond waarbij de specifieke kenmerken van de grond, zoals het gewicht en het vochtgehalte, gemeten worden. Meer in het bijzonder heeft de huidige uitvinding betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het conditioneren van grond, en meer in het bijzonder niet-gestabilliseerde grond zoals klei of leem.

Description

MOBIELE INRICHTING VOOR HET CONDITIONEREN VAN GROND
Technisch gebied
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het behandelen van grond waarbij specifieke kenmerken van de grond, zoals het gewicht en het vochtgehalte gemeten worden. Meer in het bijzonder heeft de huidige uitvinding betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het conditioneren van grond, en meer in het bijzonder van een niet-gestabiliseerde grond zoals klei of leem.
Achtergrond
Conditionering van grond verwijst naar het proces waarbij grond zodanig behandeld wordt dat de eigenschappen van de grond aangepast en verbeterd worden. Een voorbeeld van grondconditionering is het proces waar de grond gesaneerd wordt en de grondverontreiniging verwijderd of geneutraliseerd wordt. Voor de behandeling van de grond zijn er verschillende werkwijzen en technieken beschikbaar, afhankelijk onder meer van de plaats en de eigenschappen van de grond.
Bij het behandelen van gronden worden er vaak additieven toegevoegd en gemengd met de grond om de eigenschappen te verbeteren. Additieven zoals as, kalk en/of cement kunnen toegevoegd worden om de stabiliteit van de grond te verbeteren. Andere mogelijkheden zijn de toevoeging van substraten zoals pesticiden en meststoffen om de grond te composteren, waardoor de eigenschappen van de compost verbeterd worden. Bij het toevoegen van additieven aan grond is de dosering van deze additieven zeer belangrijk. Afhankelijk van de hoeveelheid grond moet de juiste hoeveelheid additieven toegevoegd en met de grond gemengd worden. Daarom worden er gewichtsmetingen uitgevoerd op de grond om de juiste dosering van de additieven te verschaffen. Echter, wanneer de grond behandeld wordt, kunnen de samenstelling en de kenmerken van de grond veranderen tijdens het behandelingsproces, afhankelijk van het type grond dat in het proces geïntroduceerd wordt. Dit veroorzaakt een groot probleem aangezien de dosering van additieven in het proces vastgelegd wordt bij het begin van het proces en niet varieert wanneer bepaalde kenmerken van de grond veranderen.
De plaats van de behandeling is ook een belangrijke factor. Wanneer een in situ werkwijze de voorkeur heeft, vereist de behandeling niet dat de grond uitgegraven wordt, een werkwijze ter plaatse vereist dat de onbehandelde grond uitgegraven wordt en dat de grond ter plaatse behandeld wordt, terwijl een ex situ werkwijze een werkwijze is waarbij de onbehandelde grond getransporteerd wordt naar een verwerkingsfaciliteit waar de behandeling van de grond plaatsvindt.
Een werkwijze ter plaatse voor het conditioneren vereist dat alle verrichtingen op de plaats zelf gebeuren en daarvoor is efficiënt en mobiel materiaal vereist. Het ter plaatse conditioneren van vooral niet-gestabiliseerde grond zoals klei- en/of leemgrond is zeer moeilijk, wat toe te schrijven is aan de kenmerken van de grond die afhangen van milieu-invloeden (bv. vochtigheid) waarbij zelfs de grondkenmer-ken kunnen veranderen tijdens het grondbehandelingsproces. Het wordt zelfs moeilijker wanneer de grond nog andere materialen zoals stenen en/of brokken beton bevat. Conventionele systemen en werkwijzen voor grondconditionering, en vooral voor de behandeling ter plaatse van de grond, zijn niet afgestemd op de efficiënte behandeling van niet-gestabiliseerde grond. Het ontbreken van een efficiënte manier voor de grondconditionering ter plaatse, en in het bijzonder niet-gestabiliseerde grond, veroorzaakt verscheidene problemen voor de bouwnijverheid en de wegenbouw waar het werk, bijvoorbeeld, grondwerken en funderingen impliceert. Vaak moet de ruwe grond verwijderd worden en vervangen worden door grond van een betere kwaliteit en met betere eigenschappen, wat een duur en inefficiënt proces is.
De huidige uitvinding overwint één of meer van de genoemde problemen. De huidige uitvinding heeft daarom betrekking op een inrichting en een werkwijze voor de behandeling van grond, en in het bijzonder voor de behandeling van niet-gestabiliseerde grond zoals leem of klei. De behandeling is zodanig aangepast dat de toevoeging van additieven aan de grond op een nauwkeurige en flexibele manier gecontroleerd wordt. Verder staat de huidige uitvinding de behandeling van gronden toe die moeilijk te behandelen zijn terwijl er toch een systeem verschaft wordt dat mobiel is en dat gebruikt kan worden in een werkwijze ter plaatse. De inrichting overeenkomstig de huidige uitvinding combineert een grote behande-lingscapaciteit met een compact systeem, wat het transport toelaat van het systeem naar de plaats waar de grond behandeling vereist.
Samenvatting
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de behandeling van grond. De behandeling is zodanig aangepast dat de toevoeging en de dosering van additieven aan de grond gecontroleerd en op een nauwkeurige en flexibele manier geregeld wordt. De huidige uitvinding staat daarom de behandeling van gronden toe die moeilijk te behandelen zijn terwijl er toch een systeem verschaft wordt dat mobiel is en dat gebruikt kan worden in een proces ter plaatse. De inrichting overeenkomstig de huidige uitvinding combineert een grote behandelings-capaciteit met een compact systeem wat het transport toelaat van het systeem naar de plaats waar de grond behandeling vereist. Verder heeft de huidige uitvinding betrekking op werkwijzen voor het behandelen van gronden.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van grond, en meer in het bijzonder voor het behandelen van niet-gestabiliseerde grond, omvattende middelen voor het transporteren van grond, middelen voor het uitvoeren van gewichtsmetingen op onbehandelde grond, middelen voor het uitvoeren van vochtigheidsmetingen op de onbehandelde grond en een mengsysteem voor het mengen van additieven, zoals bij voorkeur as, kalk en/of cement met de genoemde grond, waarbij de genoemde middelen voor het uitvoeren van gewichts-en vochtigheidsmetingen op genoemde onbehandelde grond ten minste één ge-wichtssensor en ten minste één vochtsensor omvatten. Meer in het bijzonder omvat de genoemde inrichting voor het behandelen van grond verder een opslagcon-tainer voor grond voor het verzamelen van onbehandelde grond.
De huidige uitvinding heeft in een bepaalde uitvoeringsvorm betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij de genoemde inrichting middelen omvat voor het ontvangen van gegevensinformatie van genoemde gewichts-en/of vochtigheidsmetingen en voor het regelen van de dosering van additieven aan genoemd mengsysteem. De inrichting volgens de huidige uitvinding is daarom voorzien van elk type middelen om dit type regeling uit te voeren en bijvoorbeeld kan er gebruik gemaakt worden van een computer voor het ontvangen van de informatie van de sensoren en het dienovereenkomstig regelen van de additiefdose-ring. Als niet-beperkend voorbeeld wordt er een Programmeerbare Logische Controller (PLC) of een programmeerbaar controller gebruikt voor het uitvoeren van de regeling. Een PLC verwijst naar een digitale computer die gebruikt wordt voor automatisering van elektromechanische werkwijzen, zoals de controle van machines. PLC's worden gebruikt in vele industrietakken en machines. In tegenstelling tot computers voor algemeen gebruik, is de PLC ontworpen voor meervoudige input- en output-regelingen, brede temperatuurbereiken, immuniteit voor elektrische ruis en weerstand tegen trilling en slagen. Programma's om machinewerking te controleren, worden typisch opgeslagen in een batterij-ondergesteund of niet-vluchtig geheugen. Een PLC is typisch een realtime systeem aangezien de Outputresultaten geproduceerd moeten worden als antwoord op inputvoorwaarden binnen een begrensde tijd, anders zal er een onbedoelde werking optreden.
De huidige uitvinding zorgt er voor dat de gewichts- en/of vochtsensoren in de inrichting volgens de huidige uitvinding zodanig geplaatst zijn dat gewichts-en/of vochtigheidsmetingen uitgevoerd worden op de grond bv. na het laden van de grond in de inrichting en voorafgaand aan het invoeren van de grond in het mengsysteem. De gewichts- en/of vochtigheidsmetingen verschaffen daarom online informatie aangaande het debiet, het gewicht en de vochtigheid van de grond net voorafgaand aan de injectie van de grond in het mengsysteem, wat de online controle van de grondeigenschappen en de online en directe aanpassing van de additiefdosering aan het mengsysteem toelaat. Derhalve staat de inrichting volgens de huidige uitvinding de aanpassing van de additiefdosering toe, afhankelijk van de gewichts- en/of vochtigheidsmetingen van de grond die in de conditione-ringsinrichting behandeld wordt. Aangezien het zeer vaak voorkomt dat de kenmerken van de grond tijdens de werking van de inrichting veranderen, bijvoorbeeld wegens het feit dat er tijdens de werking van de inrichting nieuwe grond in de inrichting geladen wordt, waarbij de nieuwe grond andere eigenschappen vertoont, verschaft de inrichting volgens de huidige uitvinding een hoge flexibiliteit en staat ze de aanpassing toe van de additiefdosering, afhankelijk van de te behandelen grond en variaties van de grondkenmerken.
Bijvoorbeeld, wanneer er tijdens de werking van de inrichting volgens de huidige uitvinding nieuwe grond aan de inrichting toegevoegd wordt, waarbij de nieuwe grond een hoger vochtgehalte heeft, zullen de vochtigheids- en/of gewichtssen-soren dit hogere vochtgehalte van de grond automatisch controleren en dienovereenkomstig aanpassingen aan de additiefdosering verschaffen.
Ook laten de online gewichts- en/of vochtigheidsmetingen in de inrichting volgens de huidige uitvinding het voorkomen van verspilling van additief toe. Aangezien de additieven hoogst waardevolle materialen zijn, zorgen de online gewicht-smetingen er voor dat, wanneer de aanvoer van grond stopt, de gewichtsmetingen een vermindering van het debiet van de grond of zelfs een beëindiging van het debiet van de grond zullen vertonen, waarbij er informatie verschaft wordt aan het additiefdoseringssysteem om de aanvoer van additieven aan het mengsysteem te verminderen of te stoppen, waardoor verspilling van hoogst waardevolle materialen vermeden wordt.
De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij de genoemde inrichting middelen omvat om genoemde onbehandelde grond te zeven en te verfijnen voorafgaand aan het mengen van genoemde grond met genoemde additieven.
In een andere uitvoeringsvorm heeft de huidige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het behandelen van grond, en meer in het bijzonder niet-gestabiliseerde grond, die volgende stappen omvat: (a) het laden van onbehandelde grond in een inrichting volgens de huidige uitvinding; (b) het optioneel zeven en/of verfijnen van genoemde onbehandelde grond; (c) het meten van het gewicht en het vochtgehalte van genoemde onbehandelde grond van stap (a) en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond van stap (b); en (d) het mengen van genoemde onbehandelde grond van stap (a) en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond van stap (b) met additieven in een mengsysteem.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting of een werkwijze volgens de huidige uitvinding, waarbij genoemde grondbehandeling het conditioneren, verfijnen of verbeteren van grond omvat, zoals, bijvoorbeeld, reiniging, zuivering, stabilisatie, bemesting, sanering of de totstandbrenging van een geschikt chemisch evenwicht van genoemde grond.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het behandelen van grond, die middelen omvat voor het, bij voorkeur draadloos, exporteren of overbrengen van informatie, met betrekking tot het functioneren van genoemde inrichting en/of de gewichts- en/of vochtigheidsmetingen van genoemde inrichting, van genoemde inrichting naar een informatiedrager of computerinrich-ting, die zich bij voorkeur buiten genoemde inrichting bevinden.
Deze en verdere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding worden hieronder verder verklaard in de volgende secties en in de conclusies, en worden ook geïllustreerd met niet-beperkende figuren.
Korte beschrijving van de figuren
Figuur 1 illustreert schematisch een aanzicht van de inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 2 illustreert schematisch een gedetailleerd zijaanzicht van de inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 3 illustreert schematisch de zeeftafel van de inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 4 illustreert specifieke vormen van de zeefschijven volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 5 illustreert een grafische weergave van de grondproductiegegevens volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 6 illustreert schematisch een stroomdiagram van de acties die uitgevoerd worden door de inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Uitvoerige beschrijving van de uitvinding
Alvorens de huidige werkwijze en de inrichtingen te beschrijven die in de uitvinding gebruikt worden, moet men begrijpen dat deze uitvinding niet beperkt is tot bepaalde beschreven werkwijzen, componenten of inrichtingen, aangezien dergelijke werkwijzen, componenten en inrichtingen natuurlijk kunnen variëren. Men moet ook begrijpen dat de hierin gebruikte terminologie niet beperkend bedoeld is, aangezien het werkingsgebied van de huidige uitvinding enkel door de afhankelijke conclusies beperkt zal worden.
Tenzij anders bepaald, hebben alle hierin gebruikte technische en wetenschappelijke termen dezelfde betekenis als die algemeen begrepen wordt door een vakman in het vak waartoe deze uitvinding behoort. Hoewel alle werkwijzen en materialen die gelijkaardig of gelijkwaardig zijn aan diegene die hierin beschreven worden, in de praktijk of bij het testen van de huidige uitvinding gebruikt kunnen worden, worden de werkwijzen en materialen die de voorkeur krijgen, nu beschreven.
Zoals hierin gebruikt, omvat het enkelvoud „een", „het", en „de" zowel enkelvoud als meervoudsreferenten tenzij de context duidelijk anders dicteert. De termen, „omvattende " en „omvat" en „omvattende" zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met „met inbegrip van" „bevat" of „bevattend", „bevat", en zijn inclusief of met een open einde en sluiten geen bijkomende, niet-gereciteerde leden, elementen of werkwijzestappen uit. De termen, „omvattende " en „omvat" en „omvattend" omvatten ook de term „bestaand uit". Het uitdrukken van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en fracties die binnen de respectievelijke bereiken ondergebracht zijn, evenals de opgenoemde eindpunten. De term „ongeveer" zoals hierin gebruikt bij het verwijzen naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdelijke duur en dergelijke, moet variaties van +/-10 % of minder omvatten, bij voorkeur +/-5 % of minder, met meer voorkeur +/-1 % of minder, en met nog meer voorkeur +/-0,1 % of minder van de gespecificeerde waarde, in zoverre dergelijke variaties geschikt zijn om te werken in de onthulde uitvinding. Men moet begrijpen dat de waarde waarnaar de bepaling „ongeveer" verwijst, zelf ook specifiek is en bij voorkeur onthuld wordt. Alle documenten die in de huidige beschrijving aangehaald worden, zijn hierbij opgenomen door referentie in hun totaliteit.
Referentie in deze beschrijving naar „één uitvoeringsvorm" of „ een uitvoeringsvorm" betekent dat een bepaald eigenschap, structuur of kenmerk dat met betrekking tot de uitvoeringsvorm beschreven wordt, in ten minste één uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding inbegrepen is. Aldus verwijzen de uitdrukkingen „in één uitvoeringsvorm" of „in een uitvoeringsvorm" op diverse plaatsen in deze beschrijving niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar het kan wel. Verder kunnen de bijzondere eigenschappen, de structuren of de kenmerken in één of meerdere uitvoeringsvormen op elke geschikte manier gecombineerd worden, zoals voor een vakman duidelijk mag zijn uit deze onthulling. Terwijl verder sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen bepaalde, maar niet andere eigenschappen inbegrepen in andere uitvoeringsvormen, omvatten, zijn combinaties van eigenschappen van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om binnen het werkingsgebied van de uitvinding, en qua vorm verschillende uitvoeringsvormen te vallen, zoals de vakman zal begrijpen. Bijvoorbeeld kunnen in de volgende conclusies alle geclaimde uitvoeringsvormen in elke combinatie gebruikt worden.
Tenzij anders bepaald, hebben alle termen die gebruikt worden in de onthulling van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals die algemeen begrepen worden door een vakman in het vak waartoe deze uitvinding behoort. Als verdere leidraad zijn de definities van de termen die in de beschrijving gebruikt worden, inbegrepen om de uiteenzetting van de huidige uitvinding beter te waarderen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de behandeling van grond. De behandeling is zodanig aangepast dat de toevoeging en de dosering van additieven aan de grond gecontroleerd wordt en op een nauwkeurige en flexibele manier geregeld wordt. De huidige uitvinding staat daarom de behandeling toe van gronden die moeilijk te behandelen zijn terwijl ze toch een systeem verschaft dat mobiel is en dat in een werkwijze ter plaatse gebruikt kan worden. De inrichting overeenkomstig de huidige uitvinding combineert een grote behande-lingscapaciteit met een compact systeem, wat het transport toestaat van het systeem naar de plaats waar de grond behandeling vereist. Verder heeft de huidige uitvinding betrekking op werkwijzen voor het behandelen van gronden.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term „grond" in het algemeen naar alle bekende types aarde omvattende typisch gesteente, minerale deeltjes en/of organisch materiaal. Grond is een natuurlijk lichaam omvattende vaste stoffen zoals mineralen en organisch materiaal, vloeistof en gassen wordt. De vaste stoffen in de grond zijn diverse componenten zoals zand, slib en klei, en afhankelijk van de samenstelling kunnen de kenmerken van de grond en het grondgedrag veranderen, met inbegrip van het vermogen om voedingsmiddelen en water vast te houden. Zand en slib zijn producten van fysieke verwering, terwijl klei het product is van chemische verwering. Het kleigehalte heeft het vermogen voedingsmiddelen en water vast te houden. Kleigronden zijn daarom beter bestand tegen wind- en wate-rerosie dan slib- en zandgronden, omdat de deeltjes nauwer tegen elkaar aan liggen.
Verschillende types grond verwijzen naar de verschillende grootten van minerale deeltjes in een bepaald grondmonster. Grond bestaat voor een deel uit fijngemalen gesteentedeeltjes, die volgens grootte ingedeeld worden in zand, slib en klei. Elke grootte speelt een beduidend verschillende rol. Bijvoorbeeld bepalen de grootste deeltjes, zand, de verluchtings- en drainagekenmerken, terwijl de kleinste, submicroscopische kleideeltjes, chemisch actief zijn en zich binden met wateren plantenvoedingsmiddelen. De verhouding van deze grootten bepaalt het grondtype: klei, leem, klei-leem, slib-leem, enz. Naast de minerale samenstelling van grond, speelt ook humus een essentiële rol voor de grondkenmerken.en vruchtbaarheid voor het plantenleven. Grond kan gemengd worden met een groter aggregaat, zoals kiezelstenen of grint. In het licht van de huidige uitvinding kan ook compost als grond beschouwd worden.
De behandeling van grond waarnaar hierin verwezen wordt, heeft in het algemeen betrekking op alle bekende soorten grondbehandeling die bekend zijn in het vak en meer in het bijzonder op behandelingen waarbij de eigenschappen van de grond veranderd worden. De behandelingen van de grond kunnen bijvoorbeeld conditionering, verfijning of grondverbetering omvatten, zoals reiniging, zuivering, stabilisatie, bemesting, sanering of het tot stand brengen van een veranderd chemisch evenwicht van genoemde grond.
Verontreinigde grond, veroorzaakt door de aanwezigheid van door de mens gemaakte chemische producten zoals aardoliekoolwaterstoffen, oplosmiddelen, pesticiden, lood en andere zware metalen in de grond, kan reiniging, ontsmetting en/of zuivering vereisen. Een reiniging of een sanering van verontreinigde grond hangt af van het type verontreiniging en kan, bijvoorbeeld, het insluiten van de grondverontreinigende stoffen vereisen door de grond te mengen met additieven.
Ook voor het plaatsen van funderingen en het uitvoeren van grondwerken kunnen sommige grondtypes problemen veroorzaken. Naar klei- en leemgronden worden gerefereerd als niet-gestabiliseerde gronden die tot problemen kunnen leiden voor de bouw en de wegenbouwnijverheid. Het is goed bekend dat niet-gestabiliseerde gronden grondconditionering vereisen door de grond bijvoorbeeld te mengen met as, kalk, gips en/of cement om de stabilisatie uit te voeren.
Een ander voorbeeld voor de behandeling van gronden is de bemesting van gronden door de toevoeging van humus of compost, of de toevoeging van meststoffen, pesticiden en andere chemische substanties om de kwaliteit van compost of andere gronden te verbeteren.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term „additieven" naar substraten die de fysische en/of chemische eigenschappen van de grond veranderen. Typische additieven voor de sanering van verontreinigde gronden zijn bindmiddelcomponenten die de verontreinigende stoffen inkapselen en verhinderen dat de verontreinigende componenten uit de grond uitlogen. Voor het conditioneren van gronden kan er gebruik gemaakt worden van additieven, zoals houtas, vliegas, papieras, andere types van as, kalk, gips en/of cement. Voor de bemesting van gronden kan er gebruik gemaakt worden van additieven zoals humus of compost, meststoffen, pesticiden en andere chemische substanties om de kwaliteit van compost of andere gronden te verbeteren.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van grond en meer in het bijzonder voor het behandelen van niet-gestabiliseerde grond, omvattende middelen voor het transporteren van grond, middelen voor het uitvoeren van gewichtsmetingen op onbehandelde grond, middelen voor het uitvoeren van vochtigheidsmetingen op onbehandelde grond en een mengsysteem voor het mengen van additieven, zoals as, kalk en/of cement, met genoemde grond, waarbij de genoemde middelen voor het uitvoeren van gewichts- en voch-tigheidsmetingen op genoemde onbehandelde grond ten minste één gewichtssen-sor en ten minste één vochtsensor omvatten.
Meer in het bijzonder omvat de genoemde inrichting voor het behandelen van grond verder een opslagcontainer voor grond voor de inzameling van onbehandelde grond.
De opslagcontainer voor grond die verschaft wordt op de inrichting volgens de huidige uitvinding laat de inzameling van onbehandelde grond toe. De genoemde opslagcontainer voor grond is bij voorkeur een afzonderlijke opslagcontainer voor grond. De onbehandelde grond wordt in de inrichting gevoerd met behulp van werkwijzen en inrichtingen die goed bekend zijn in het vak, zoals bijvoorbeeld een lader of een schop.
Na het laden van de onbehandelde grond in de inrichting en bij voorkeur in de opslagcontainer voor grond, worden er gewichts- en/of vochtigheidsmetingen op de grond uitgevoerd met behulp van middelen voor het meten van het gewicht en/of de vochtigheid of het vochtgehalte. De gewichts- en/of vochtigheidsmetingen van de grond verschaffen een aanwijzing over de hoeveelheid additieven die vereist is om gemengd te worden met de grond in het mengsysteem.
Het gewicht van de grond verschaft een aanwijzing aangaande, bijvoorbeeld, de hoeveelheid grond die behandeld wordt en/of het debiet van de grond. Bijvoorbeeld vereist een verhoogd debiet dat er een grotere hoeveelheid additieven toegevoegd wordt aan de grond, terwijl een verlaagd debiet vereist dat er een kleinere hoeveelheid additieven toegevoegd wordt aan de grond in het mengsysteem.
Een meting van het vochtgehalte of de vochtigheid van de grond verschaft een belangrijke aanwijzing over de kenmerken van de grond. Terwijl een grond met een verhoogd vochtgehalte vaak vereist dat er een grotere hoeveelheid additieven toegevoegd wordt aan de grond, vereist een verlaagd vochtgehalte in het algemeen dat er een kleinere hoeveelheid additieven toegevoegd wordt aan de grond in het mengsysteem.
Het mengsysteem dat in de inrichting volgens de huidige uitvinding voorzien is, refereert naar een mengkamer die ten minste één mengrotor heeft die zo geplaatst is om de inkomende grond met inkomende additieven te mengen.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij genoemde inrichting verder middelen omvat voor het doseren van additieven aan genoemd mengsysteem. Bij voorkeur omvat de genoemde inrichting één of meerdere additiefopslagcontainers voor de opslag van additieven. Genoemde additiefopslagcontainers laten de opslag toe van verschillende soorten additieven die gebruikt worden in de inrichting volgens de huidige uitvinding. Verder kunnen de additiefopslagcontainers voorzien zijn van middelen die de dosering van additieven aan het mengsysteem toelaten. De additieven kunnen vanuit de opslagcontainers voor additieven toegevoegd worden aan het mengsysteem met behulp van elke werkwijze die bekend is in het vak zoals het gebruik van doseerkleppen, bijvoorbeeld het gebruik van zwaartekracht als aandrijfkracht, of het gebruik van propellers of pompen zoals de schroef van Archimedes of andere schroefpropellers, om de additieven in het mengsysteem op een efficiënte en controleerbare manier aan te voeren, wat de nauwkeurige introductie van de additieven in de mengkamer toestaat.
Een vakman zal waarderen dat de regeling van de dosering van de additieven geregeld kan worden, hetzij door het verminderen of verhogen van de hoeveelheid additieven die aan de mixer toegevoegd wordt, hetzij door het verhogen of verminderen van de hoeveelheid onbehandelde grond die in de mixer geïntroduceerd wordt.
In een bepaalde uitvoeringsvorm heeft de huidige uitvinding betrekking op een inrichting voor het behandelen van grond, en meer in het bijzonder voor het behandelen van niet-gestabiliseerde grond, waarbij de genoemde inrichting middelen omvat voor het exporteren of overbrengen van informatie aangaande het functioneren van genoemde inrichting, van genoemde inrichting naar een informatiedrager of computerinrichting. Meer in het bijzonder omvatten de genoemde middelen voor het exporteren of overbrengen van informatie middelen die in het vak algemeen gekend zijn voor het exporteren van informatie van genoemde inrichting naar een externe gegevensdrager. Bijvoorbeeld kan er gebruik gemaakt worden van draadloze communicatie voor het exporteren of het overbrengen van genoemde informatie. Ook kan de genoemde informatie in de inrichting volgens de huidige uitvinding opgeslagen worden en kan de informatie geëxporteerd of overgebracht worden met behulp van algemeen bekende gegevensdragers, zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot flashkaarten, multimediakaarten, smartmediakaarten, geheugensticks en op USB-sticks.
Genoemde informatie aangaande het functioneren van genoemde inrichting volgens deze bepaalde uitvoeringsvorm heeft betrekking op nuttige informatie aangaande de grondbehandeling. Ze omvat informatie aangaande het functioneren van de inrichting en kan informatie omvatten, zoals, maar niet beperkt tot, gegevens betreffende de inrichting die gebruikt wordt voor het behandelden van de grond, het datum en het tijdskader van het functioneren van de machine, de hoeveelheid grond, de hoeveelheid additieven die tijdens de behandeling gebruikt worden, de gewichts- en/of vochtigheidsmetingen van de grond, de resterende hoeveelheid additieven, alle fouten of mankementen die eventueel zouden opgetreden zijn en/of de plaats van de inrichting. De informatie kan verschaft worden in een continu tijdskader, per uur, per dag of per week of een ander tijdskader. De informatie zou een derde partij, zoals een supervisor van de bouwwerf, kunnen toelaten waardevolle informatie te verkrijgen aangaande het functioneren van de inrichting evenals een elektronisch logboek te verschaffen dat alle relevante informatie aangaande het functioneren van de inrichting en/of de behandelde grond zou bevatten. Meer in het bijzonder is het elektronische logboek een gecomputeriseerd dossier dat de staten, gebeurtenissen of eenvoudigweg de voorwaarden gebruikt voor de inrichting volgens de huidige uitvinding registreerde. In het geval van discussies en problemen met betrekking tot de constructie die gebruik maakt van behandelde grond, zou het elektronische logboek waardevolle informatie aangaande het functioneren van de gebruikte inrichting en/of de behandelde grond kunnen verschaffen.
Bovendien, terwijl er bij het werken met een gekende inrichting voor het behandelen van grond op een frequente basis grondmonsters genomen moeten worden, betekent het gebruik van middelen voor het exporteren of overbrengen van informatie aangaande het functioneren van de inrichting een aanzienlijke vermindering van de hoeveelheid monsters die genomen moeten worden. Aangezien er gedetailleerde productierapporten verkregen worden die informatie bevatten aangaande het functioneren van de inrichting voor grondbehandeling, is het niet langer noodzakelijk om monsters te nemen op uurbasis of na de behandeling van een kleine hoeveelheid grond. Men schat dat de hoeveelheid grondmonsters die genomen en geanalyseerd moeten worden, verminderd kan worden, wat leidt tot een goedkoper proces en inrichting.
Verder kan de informatie aangaande het functioneren van genoemde inrichting ook informatie bevatten aangaande de hoeveelheid additieven die gebruikt werd en de hoeveelheid additieven die in de inrichting achterblijft. Dit zou een persoon die toezicht heeft op de werf in staat moeten stellen op tijd nieuwe additieven te bestellen, zonder dat de inrichting zonder additieven komt te zitten. Volgens een bepaalde uitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de huidige uitvinding addi- tiefopslagcontainers die voorzien zijn van algemeen bekende middelen om de hoeveelheid additieven in de additiefopslagcontainers te meten en middelen om genoemde informatie over te brengen.
In een bepaalde uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan de inrichting volgens de huidige uitvinding verder middelen omvatten voor het overbrengen van GPS-signalen naar een Computerserver, waardoor er informatie verschaft wordt aangaande de plaats van genoemde inrichting. Genoemde middel voor het overbrengen van GPS-signalen kan bijvoorbeeld een GPS-trackingsysteem zijn dat een continu signaal uitzendt of een GPS-signaal overbrengt nadat de inrichting aangeschakeld werd of nadat de inrichting uitgeschakeld werd. De middelen voor het overbrengen van GPS-signalen zouden informatie kunnen verschaffen aan een supervisor aangaande de plaats van de inrichting. Dit is vooral nuttig voor zeer dure en mobiele inrichtingen zoals de inrichtingen volgens de huidige uitvinding aangezien deze inrichtingen gevoeliger zijn voor diefstal. De aanwezigheid van een GPS-locator zal de eigenaar in staat stellen om op elk ogenblik de plaats van de inrichting te bepalen, waardoor de inrichting minder aantrekkelijk gemaakt wordt voor dieven.
In een bepaalde uitvoeringsvorm heeft de huidige uitvinding betrekking op het gebruik van middelen voor het exporteren of overbrengen van informatie aangaande het functioneren en gewichts- en/of vochtigheidsmetingen van een inrichting voor grondbehandeling, van de genoemde inrichting voor grondbehandeling naar een informatiedrager of computerinrichting, waarbij de genoemde inrichting voor grondbehandeling middelen omvat voor het exporteren van gewichts- en/of vochtigheidsmetingen op onbehandelde grond, waarbij de genoemde middelen voor het exporteren van gewichts- en/of vochtigheidsmetingen op genoemde onbehandelde grond ten minste één gewichts- en/of vochtsensor omvatten.
Figuur 5 toont een grafische weergave van de grondproductie van een machine gedurende één enkele dag. Figuur 5A toont de hoeveelheid grond die tijdens de volledige dag behandeld wordt, met inbegrip van het feit dat de machine op 2 tijdstippen tijdens de dag ophield met werken (omcirkelde gebieden). Figuur 5B toont de hoeveelheid bindmiddel die tijdens dezelfde tijdspanne gebruikt wordt. Uit deze informatie kan men vaststellen dat de grafiek de grafiek in Figuur 5A volgt, met uitzondering van het omcirkelde gebied. Tijdens het functioneren van de inrichting toonden de grondmetingen dat de grondkwaliteit per partij verschilde, waardoor diverse partijen grond vereisten dat er een grotere hoeveelheid bindmid del toegevoegd werd aan de grond dan andere partijen. De inrichting verhoogde in bedrijf automatisch de hoeveelheid bindmiddel die aan de grond toegevoegd werd.
Figuur 6 toont een stroomdiagram van de acties die uitgevoerd worden door de inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding waarbij er grond geladen wordt in de inrichting, er vochtigheids- en gewichtsmetingen uitgevoerd worden die gebruikt worden om het mengen van de onbehandelde grond met additieven te optimaliseren, wat resulteert in de behandelde grond. De informatie aangaande de grondverwerking wordt geëxporteerd en verschaft waardevol-le informatie aangaande het functioneren van de inrichting.
De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij de genoemde middelen voor het exporteren van gewichts-/of vochtigheidsmetingen op de grond ten minste één gewichtssensor en ten minste één vochtsensor omvatten.
Voor gebruik in de inrichting volgens de huidige uitvinding, kan elk type van gewichtssensoren gebruikt worden dat gekend is in het vak, bij voorkeur gewichts-sensoren die gewicht kunnen meten op een continue manier waardoor een online gewichtsmeting van de grond verschaft wordt. Met meer voorkeur worden er één of meer lastcellen gebruikt als gewichtssensoren. Een lastcel is een omvormer die kracht in een meetbare elektrische output omzet. Hoewel er vele varianten van lastcellen zijn, zijn rekstrook-gebaseerde lastcellen het meest algemeen gebruikte type.
Voor gebruik in de inrichting volgens de huidige uitvinding kan elk type vochtsensoren gebruikt worden dat in het vak gekend is, bij voorkeur een vochtsensor die de meting van het watergehalte toestaat een continue manier waardoor een online meting van het vochtgehalte van de grond verschaft wordt. Bij voorkeur wordt er gebruik gemaakt van vochtdetecterende inrichtingen op afstand of van inrichtingen die gebruik maken van optische vochtigheidsmetingen. De vochtdetecterende inrichtingen omvatten satelliet, radar (microgolven) en andere niet-contacttechnieken. Het op afstand detecteren van de grondvochtigheid hangt af van de meting van elektromagnetische energie die gereflecteerd of uitgezonden wordt van het grondoppervlak. De intensiteit van deze straling met grondvochtigheid kan variëren afhankelijk van diëlektrische eigenschappen, grondtemperatuur of één of andere combinatie van beide. Voor een actieve radar kan de attenuatie van microgolfenergie gebruikt worden om het vochtgehalte van poreuze media aan te geven omwille van het effect van het vochtgehalte op de diëlektrische constante. Thermische infrarood golflengten worden algemeen gebruikt voor deze meting.
De inrichtingen die gebruik maken van optische vochtigheidsmetingen refereren naar werkwijzen die veranderingen meten in de kenmerken van licht, toe te schrijven aan grondkenmerken. Deze werkwijzen houden het gebruik in van gepolariseerd licht, vezel-optische sensoren, en nabij-infrarood sensoren. Gepolariseerde licht is gebaseerd op het principe dat de aanwezigheid van vocht op een reflectie-oppervlak de neiging heeft polarisatie te veroorzaken in de gereflecteerde straal. Vezel-optische sensoren zijn gebaseerd op een sectie vaneen vezel ingebed in de grond. Lichtattenuatie in de vezel varieert met de hoeveelheid grondwater in contact met de vezel wegens zijn effect op de refractie-index en aldus op de kritische hoek van de interne reflectie. Nabij-infrarood werkwijzen hangen af van moleculaire absorptie bij verschillende golflengten door water in de oppervlaktelagen. Typische vochtsensoren voor gebruik in de inrichtingen volgens de huidige uitvinding zijn bijvoorbeeld nabij-infrarood vochtsensoren, capacitieve vochtsensoren, microgolf vochtsensoren, neutronen vochtsensoren en dergelijke.
De huidige uitvinding heeft in een bepaalde uitvoeringsvorm betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij de genoemde inrichting verder middelen omvat voor het ontvangen van gegevensinformatie van genoemde ge-wichts- en vochtigheidsmetingen en voor het regelen van de dosering van additieven aan het genoemde mengsysteem. De inrichting volgens de huidige uitvinding is bijgevolg voorzien van middelen voor het uitvoeren van dit type van regeling, wat elk type kan zijn voor het ontvangen van de informatie van de sensoren en dienovereenkomstig het regelen van de additiefdosering zoals bijvoorbeeld het gebruik van een computer. Als niet-beperkend voorbeeld wordt er een Programmeerbare Logisch Controller (PLC) of een programmeerbare controller gebruikt voor het uitvoeren van de regeling. PLC verwijst naar een digitale computer die gebruikt wordt voor automatisering van elektromechanische processen, zoals controle van machines. PLC's worden gebruikt in vele industrietakken en machines. In tegenstelling tot computers voor algemeen gebruik, is de PLC ontworpen voor meervoudige input- en output-regelingen, brede temperatuurbereiken, immuniteit voor elektrische ruis en weerstand tegen trilling en slagen. Programma's om machine-werking te controleren, worden typisch opgeslagen in een batterij-ondersteund of niet-vluchtig geheugen. Een PLC is typisch een realtime systeem aangezien de out-putresultaten geproduceerd moeten worden als antwoord op inputvoorwaarden binnen een begrensde tijd, anders zal er een onbedoelde werking optreden.
De huidige uitvinding zorgt er voor dat de gewichts- en/of vochtsensoren in de inrichting volgens de huidige uitvinding zodanig geplaatst zijn dat gewichts- en/of vochtigheidsmetingen uitgevoerd worden op de grond na het laden ervan in de inrichting en voorafgaand aan het invoeren van de grond in het mengsysteem. De gewichts- en/of vochtigheidsmetingen verschaffen daarom online informatie aangaande het debiet en de vochtigheid van de grond net voorafgaand aan de injectie van de grond in het mengsysteem, wat de online controle van de grondeigenschappen en de online en directe aanpassing van de additiefdosering aan het mengsysteem mogelijk maakt. Derhalve staat de inrichting volgens de huidige uitvinding de aanpassing van de additiefdosering toe, afhankelijk van de gewichts-en/of vochtigheidsmetingen van de grond die in de conditioneringsinrichting behandeld wordt. Aangezien het zeer vaak voorkomt dat de kenmerken van de grond tijdens de werking van de conditioneringsinrichting veranderen, bijvoorbeeld wegens het feit dat er tijdens de werking van de inrichting nieuwe grond in de inrichting geladen wordt, waarbij de nieuwe grond andere eigenschappen vertoont, verschaft de inrichting volgens de huidige uitvinding een hoge flexibiliteit en staat ze de aanpassing toe van de additiefdosering afhankelijk van de te behandelen grond en variaties van de grondkenmerken.
Bijvoorbeeld, wanneer tijdens de werking van de inrichting volgens de huidige uitvinding nieuwe grond aan de inrichting toegevoegd wordt, waarbij de nieuwe grond een hoger vochtgehalte heeft, zullen de vochtsensoren automatisch dit hogere vochtgehalte van de grond controleren en dienovereenkomstig aanpassingen aan de additiefdosering verschaffen.
Ook laten de online gewichts- en/of vochtigheidsmetingen in de inrichting volgens de huidige uitvinding het voorkomen van verspilling van additief toe. Aangezien de additieven hoogst waardevolle materialen zijn, zorgen de online gewicht-smetingen er voor dat, wanneer de aanvoer van grond stopt, de gewichtsmetingen een vermindering van het debiet van de grond of zelfs een beëindiging van het debiet van de grond zullen vertonen, waarbij er informatie verschaft wordt aan het additiefdoseringssysteem om de aanvoer van additieven aan het mengsysteem te verminderen of te stoppen, waardoor verspilling van hoogst waardevolle materialen vermeden wordt.
De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding waarbij de genoemde inrichting verder middelen omvat voor het zeven en verfijnen van genoemde onbehandelde grond voorafgaand aan het mengen van genoemde grond met genoemde additieven.
Afhankelijk van de textuur van de onbehandelde grond, kan het nodig zijn om de onbehandelde grond door zeef- en/of verfijningsmiddelen te laten gaan, voorafgaand aan het mengen van de grond met additieven. Wanneer de onbehandelde grond reeds een fijne textuur heeft met kleine korrels en de afwezigheid van gesteenten en stenen, is zeven niet nodig. Echter, zoals in het algemeen het geval is, kan de onbehandelde grond grote brokken grond en ook stenen en rotsen bevatten. Daarom kan het nodig zijn om de grond te zeven, vooral bij gebruik van niet-gestabiliseerde gronden. Terwijl elk type zeefmechanisme met deze bedoeling gebruikt kan worden, hebben de uitvinders vastgesteld dat een zeeftafel die roterende zeefschijven bevat bijzonder nuttig is in de inrichting volgens de huidige uitvinding.
De zeeftafel zoals die in de inrichting volgens de huidige uitvinding gebruikt wordt, omvat een reeks assen waarop zeefschijven aangebracht zijn. De assen kunnen een roterende beweging verschaffen, waardoor de zeefschijven roteren. Bij voorkeur worden er ten minste 2 achter elkaar geplaatste assen aangebracht. Met meer voorkeur worden er tussen 2 en 100 assen aangebracht. Het maximum aantal assen dat in de zeeftafel aangebracht wordt, is onbeperkt. De vakman zal weten dat een grotere hoeveelheid assen die voorzien zijn van zeefschijven de zeef-capaciteit van de zeeftafel zal verbeteren. In een specifieke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt de zeeftafel voorzien van 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 of 30 assen. Optioneel kan de zeeftafel gekanteld worden om de zeefcapaciteit te verbeteren. De schuine stand van de zeeftafel kan variëren tussen 0° en 45°, bij voorkeur tussen 0° en 40° en met meer voorkeur tussen 0° en 35°. Wanneer de schuine stand van de zeeftafel 0° is, is de zeeftafel horizontaal geplaatst.
De zeefschijven zijn voorzien van een centraal gat waarin de assen bevestigd zijn en dat de rotatie aan de zeefschijven verschaft. De zeefschijven kunnen elke soort vorm hebben, zoals bijvoorbeeld rond, stervormig, driehoekige, vierhoekige, vijfhoekig, zeshoekig, achthoekig of tienhoekig. Figuur 4 toont zeefschijven die (a) een stervorm en (b) een hexagonale vorm hebben. Optioneel gaan de zeefschijven door een kammechanisme om grond te verwijderen die vast geklonterd zit aan de zeefschijven. Het kammechanisme voorkomt dat de zeefschijven geblokkeerd geraken door rotsen of stenen die vastzitten tussen de zeefschijven.
Om de flexibiliteit van de inrichting volgens de huidige uitvinding te behouden, zijn de roterende assen met zeefschijven verwijderbaar, waardoor ze een hoogst flexibel en adaptief systeem verschaffen afhankelijk van de kenmerken van de grond die behandeling vereist. Ook is de afstand tussen de zeefschijven op de roterende as aanpasbaar en kan gevarieerd worden al naar gelang de kenmerken van de grond die behandeling vereist.
Daarom heeft de huidige uitvinding verder betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij de genoemde zeef- en/of verfijningsmiddelen bestaan uit een zeeftafel die ten minste 3 roterende assen omvat waarop zeef-schijven bevestigd zijn.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij de genoemde inrichting verder een opslagcontainer voor grond omvat voor de inzameling van onbehandelde grond en transportmiddelen om genoemde onbehandelde grond van de genoemde opslagcontainer voor grond te transporteren naar genoemde zeef- en/of verfijningsmiddelen en om genoemde gezeefde en/of verfijnde grond te transporteren van genoemde zeef- en/of verfijningsmiddelen naar het genoemde mengsysteem.
Genoemde transportmiddelen volgens de huidige uitvinding refereren naar alle transportmiddelen geschikt voor gebruik in de inrichting volgens de huidige uitvinding, zoals bijvoorbeeld transportbanden.
De huidige uitvinding heeft in een specifieke uitvoeringsvorm betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij de genoemde middelen voor het exporteren van gewichts- en vochtigheidsmetingen het gewicht en de vochtigheid van genoemde gezeefde en/of verfijnde grond meten.
Wanneer de onbehandelde grond zeven vereist voorafgaand aan het mengen van de grond met de additieven, hebben de uitvinders vastgesteld dat de gewichts-en/of vochtigheidsmetingen het gewicht- en/of de vochtigheid van genoemde gezeefde en/of verfijnde grond zouden moeten meten. Meer in het bijzonder gebeuren de gewichts- en/of vochtigheidsmetingen tijdens het transport van de gezeefde en/of verfijnde grond van het zeefmechanisme naar het mengsysteem, en bij voorkeur gebeuren genoemde metingen op het transportmiddel dat de gezeefde en/of verfijnde grond van de zeeftafel naar het mengsysteem transporteert. Dit verschaft nauwkeurige en bijgewerkte informatie van de grond die het mengsysteem ingaat, waardoor een nauwkeurige controle van de dosering van de additieven aan het mengsysteem mogelijk gemaakt wordt.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting volgens de huidige uitvinding waarbij de genoemde inrichting een kader omvat die alle delen van genoemde inrichting draagt en bovendien een motor, een brandstoftank, een hydraulisch systeem, een computer of PLC en/of een printplaat omvat.
Door de inrichting volgens de huidige uitvinding te voorzien van een kader voor het ondersteunen van alle elementen van de conditioneringsinrichting, en door er ook een motor, brandstoftank, hydraulisch systeem, een computer of PLC en/of een printplaat in te voorzien, is de inrichting volgens de huidige uitvinding een volledig geïntegreerd systeem dat het efficiënte transport en de efficiëntie van de conditioneringsinrichting mogelijk maakt.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een mobiele inrichting wat het transport toelaat van de inrichting naar de plaats waar de grond behandeling vereist. Daarom zijn alle componenten van de inrichting volgens de huidige uitvinding compact terwijl er toch een verhoogde efficiëntie behouden blijft en de capaciteit om moeilijke gronden zoals niet-gestabiliseerde gronden te verwerken die bijvoorbeeld rotsen, stenen en/of brokken beton bevatten. Terwijl de inrichting zelf voorzien kan worden van transportmiddelen zoals wielen of rupsbanden, maakt de compactheid van de inrichting het mogelijk de inrichting te laden op een transportmiddel of ze te monteren op een aanhangwagenchassis dat een trekhaak en een wiellorrie heeft waardoor de inrichting gemakkelijk van plaats tot plaats getransporteerd kan worden. Om de mobiliteit van de inrichting volgens de huidige uitvinding te verhogen, kunnen de specifieke delen van de inrichting gevouwen worden. Bijvoorbeeld kan de transportband voor het verwijderen van behandelde grond, de opslagcontainer voor grond en/of het werkplatform gevouwen worden om de afmeting van de inrichting te verminderen, waardoor de mobiliteit verhoogd wordt.
Figuren 1 en 2 illustreren schematisch de inrichting (1) volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding waarbij de inrichting (1) omvat een opslagcontainer voor grond (2) voor de inzameling van onbehandelde grond, een additiefop-slagcontainer (3) voor het opslaan van additieven, een zeeftafel (4) waarop de onbehandelde grond gezeefd wordt, de gezeefde grond valt door de zeeftafel (4) op een transportband (5) die de gezeefde grond transporteert naar het mengsys-teem (7). Tijdens het transport van de gezeefde grond naar het mengsysteem (7) worden het gewicht en/of de vochtigheid van de gezeefde grond gemeten met behulp van gewichtscellen en/of een vochtsensor (6). In het mengsysteem (7) wordt de gezeefde grond gemengd met additieven uit een opslagcontainer voor additieven (3) met behulp van een schroefpropeller (8). De behandelde grond die het mengsysteem (7) verlaat, wordt verwijderd uit de inrichting door een transportband voor de behandelde grond.
Figuur 3 illustreert schematisch de zeeftafel (4) van de inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. De zeeftafel is voorzien van een reeks roterende assen (11) waarop zeefschijven (12) worden verschaft.
In een andere uitvoeringsvorm heeft de huidige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het behandelen van grond, en meer in het bijzonder niet-gestabiliseerde grond, omvattende de volgende stappen : (a) het laden van onbehandelde grond in een inrichting volgens de huidige uitvinding, waarbij genoemde inrichting bij voorkeur een opslagcontainer voor grond omvat; (b) het optioneel zeven en/of verfijnen van genoemde onbehandelde grond; (c) het meten van het gewicht en het vochtgehalte van genoemde onbehandelde grond van stap (a) en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond van stap (b); en (d) het mengen van genoemde onbehandelde grond van stap (a) en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond van stap (b) met additieven in een mengsysteem waarbij de metingen volgens stap (c) de hoeveelheid additieven regelen die gemengd wordt met genoemde onbehandelde grond en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond.
Alternatief in plaats van het regelen van de hoeveelheid additieven die met genoemde onbehandelde grond gemengd wordt, kan de werkwijze er ook voor zorgen dat de metingen volgens stap (c) de snelheid van het transportsysteem regelen, waarbij deze de hoeveelheid onbehandelde grond die de mixer ingaat, verlagen of verhogen terwijl de hoeveelheid additieven die aan de mixer toegevoegd wordt, constant blijft.
De werkwijze volgens de huidige uitvinding zorgt er voor dat in het geval dat de onbehandelde grond voldoende fijn is, de grond geladen wordt en de gewichts-en/of vochtigheidskenmerken van de grond gemeten worden, gevolgd door het mengen van de grond met additieven. In het geval dat de onbehandelde grond grote brokken geklonterde grond omvat wat verfijnen en zeven vereist, wordt de grond geladen, gezeefd en de gewichts- en/of vochtigheidskenmerken van de gezeefde grond worden gemeten, gevolgd door het mengen van de gezeefde grond met additieven. De meting van de grondkenmerken na het zeven op de voldoende fijne grond is belangrijk aangezien de uitvinders vastgesteld hebben dat die ken merken de hoeveelheid additieven kunnen bepalen die aan het mengsysteem toegevoegd moeten worden.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze volgens de huidige uitvinding, waarbij stap (d) de stappen (dl) omvat van het doseren van additieven aan het genoemde mengsysteem en (d2) van het mengen van genoemde onbehandelde grond van stap (a) en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond van stap (b) met additieven.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze volgens de huidige uitvinding, waarbij de gegevensinformatie van genoemde gewichts- en vochtgehaltemetingen in stap (c) de dosering van additieven in stap (dl) actief beïnvloedt. De informatie van de metingen in stap (c) is belangrijk en bepaalt of een aanpassing van de dosering van additieven in stap (dl) vereist is. Een hoger debiet en/of een hogere vochtigheid vereisen een verhoogde dosering van additieven terwijl een verlaagd debiet en/of lagere vochtigheid een verminderde dosering van additieven vereist.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze volgens de huidige uitvinding, waarbij stap (b) het transporteren van genoemde onbehandelde grond over een zeefsysteem omvat, dat voorzien is van één of meer zeefschijven.
De huidige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting of een werkwijze volgens de huidige uitvinding, waarbij de genoemde grondbehandeling het conditioneren, verfijnen of verbeteren van grond omvat, zoals, bijvoorbeeld, reiniging, zuivering, stabilisatie, bemesting, sanering of de totstandbrenging van een geschikt chemisch evenwicht van genoemde grond. De huidige uitvinding heeft verder betrekking op grond die volgens de werkwijze van de huidige uitvinding verkregen wordt.
In een bepaalde uitvoeringsvorm omvat de werkwijze volgens de huidige uitvinding verder een stap waarbij de informatie aangaande de werkwijze van de grondbehandeling en de gewichts- en/of vochtigheidsmetingen van de grond geëxporteerd of overgebracht worden naar een informatiedrager of computerinrichting.

Claims (15)

1. Inrichting voor het behandelen van grond, omvattende middelen voor het transporteren van grond, middelen voor het uitvoeren van gewichtsmetingen op onbehandelde grond, middelen voor het uitvoeren van vochtigheidsmetin-gen op de onbehandelde grond en een mengsysteem voor het mengen van additieven met genoemde grond, waarbij de genoemde middelen voor het uitvoeren van gewichts- en vochtigheidsmetingen op genoemde onbehandelde grond ten minste één gewichtssensor en ten minste één vochtsensor omvatten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de genoemde inrichting verder één of meerdere additiefopslagcontainers omvat voor de opslag van additieven en/of middelen voor het doseren van additieven aan het genoemde mengsysteem.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de genoemde inrichting verder middelen omvat voor het exporteren of overbrengen van informatie aangaande het functioneren van genoemde inrichting en/of de gewichts- en/of vochtigheidsmetingen van genoemde inrichting, van genoemde inrichting naar een informatiedrager of computerinrichting.
4. Inrichting volgens elk van de conclusies 1 tot 3, waarbij de genoemde inrichting verder middelen omvat voor het ontvangen van gegevensinformatie van genoemde gewichts- en vochtigheidsmetingen en voor het regelen van de dosering van additieven aan het genoemde mengsysteem.
5. Inrichting volgens elk van de conclusies 1 tot 4, waarbij de genoemde inrichting verder middelen omvat voor het zeven en verfijnen van genoemde onbehandelde grond voorafgaand aan het mengen van genoemde grond met genoemde additieven.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de genoemde inrichting verder een opslagcontainer voor grond omvat voor de inzameling van onbehandelde grond en transportmiddelen om genoemde onbehandelde grond van de genoemde opslagcontainer voor grond te transporteren naar genoemde zeef-en/of verfijningsmiddelen en om genoemde gezeefde en/of verfijnde grond te transporteren van genoemde zeef- en/of verfijningsmiddelen naar het genoemde mengsysteem.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij de genoemde middelen voor het uitvoeren van gewichts- en vochtigheidsmetingen het gewicht en de vochtigheid van genoemde gezeefde en/of verfijnde grond meten.
8. Inrichting volgens elk van de conclusies 5 tot 7, waarbij de genoemde zeef-en/of verfijningsmiddelen bestaan uit een zeeftafel die ten minste 3 roterende assen omvat waarop zeefschijven bevestigd zijn.
9. Gebruik van middelen voor het exporteren of overbrengen van informatie aangaande het functioneren van een inrichting voor grondbehandeling en/of de gewichts- en/of vochtigheidsmetingen uitgevoerd door de genoemde inrichting voor grondbehandeling, van de genoemde inrichting voor grondbehandeling naar een informatiedrager of computerinrichting, waarbij de genoemde inrichting voor grondbehandeling bij voorkeur middelen omvat voor het uitvoeren van gewichts- en/of vochtigheidsmetingen op onbehandelde grond, waarbij de genoemde middelen voor het uitvoeren van gewichts-en/of vochtigheidsmetingen op genoemde onbehandelde grond ten minste één gewichts- en/of vochtsensor omvatten.
10. Werkwijze voor het behandelen van grond, en meer in het bijzonder niet-gestabiliseerde grond, omvattende de volgende stappen : (a) het laden van onbehandelde grond in een inrichting volgens conclusie 1 tot 8; (b) het optioneel zeven en/of verfijnen van genoemde onbehandelde grond; (c) het meten van het gewicht en het vochtgehalte van genoemde onbehandelde grond van stap (a) en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond van stap (b); en (d) het mengen van genoemde onbehandelde grond van stap (a) en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond van stap (b) met additieven in een mengsysteem. waarbij de metingen volgens stap (c) de hoeveelheid additieven regelen die gemengd wordt met genoemde onbehandelde grond en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij stap (d) de stappen (dl) omvat van het doseren van additieven aan het genoemde mengsysteem en (d2) van het mengen van genoemde onbehandelde grond van stap (a) en/of genoemde gezeefde en/of verfijnde grond van stap (b) met additieven.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de gegevensinformatie van genoemde gewichts- en vochtgehaltemetingen in stap (c) de dosering van additieven in stap (dl) actief beïnvloedt.
13. Werkwijze volgens elk van de conclusies 10 tot 12, waarbij stap (b) omvat het transporteren van genoemde onbehandelde grond over een zeefsysteem dat voorzien is van één of meer zeefschijven.
14. Werkwijze volgens elk van de conclusies 10 tot 13, waarbij de genoemde grondbehandeling het conditioneren, verfijnen of verbeteren van grond omvat, zoals, bijvoorbeeld, reiniging, zuivering, stabilisatie, bemesting, sanering of de totstandbrenging van een geschikt chemisch evenwicht van genoemde grond.
15. Grond verkregen volgens de werkwijze van elk van de conclusies 10 tot 14.
BE2011/0025A 2010-01-27 2011-01-19 Mobiele inrichting voor het conditioneren van grond. BE1020109A3 (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP10151834A EP2353740A1 (en) 2010-01-27 2010-01-27 Mobile device for soil conditioning
EP10151834 2010-01-27
EP10196845A EP2311582A1 (en) 2010-01-27 2010-12-23 Mobile device for soil conditioning
EP10196845 2010-12-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020109A3 true BE1020109A3 (nl) 2013-05-07

Family

ID=42225022

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0025A BE1020109A3 (nl) 2010-01-27 2011-01-19 Mobiele inrichting voor het conditioneren van grond.

Country Status (2)

Country Link
EP (2) EP2353740A1 (nl)
BE (1) BE1020109A3 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019079205A1 (en) * 2017-10-17 2019-04-25 Precision Planting Llc SOIL DETECTION SYSTEMS AND INSTRUMENTS FOR DETECTING DIFFERENT SOIL PARAMETERS
FI129310B (fi) 2019-07-12 2021-11-30 Tana Oy Seula
CN110692303B (zh) * 2019-11-15 2022-02-11 淄博清大粉体材料工程有限公司 一种沙漠种植结构构建装置
CN110918637B (zh) * 2019-12-20 2023-05-09 煜环环境科技有限公司 一种修复土壤用搅拌混合系统及工艺

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5837325A (en) * 1995-07-14 1998-11-17 Heacock; Gary E. Method and apparatus for regulating neutralization of contaminated soil
WO2001053012A1 (en) * 2000-01-21 2001-07-26 Brewer Johathan H Method and apparatus for treatment and remediation of contaminated soils
EP1387009A2 (en) * 2002-07-30 2004-02-04 Komatsu Ltd Soil modifying apparatus
GB2450341A (en) * 2007-06-20 2008-12-24 Aqs Holdings Ltd Treatment of contaminated soil

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5837325A (en) * 1995-07-14 1998-11-17 Heacock; Gary E. Method and apparatus for regulating neutralization of contaminated soil
WO2001053012A1 (en) * 2000-01-21 2001-07-26 Brewer Johathan H Method and apparatus for treatment and remediation of contaminated soils
EP1387009A2 (en) * 2002-07-30 2004-02-04 Komatsu Ltd Soil modifying apparatus
GB2450341A (en) * 2007-06-20 2008-12-24 Aqs Holdings Ltd Treatment of contaminated soil

Also Published As

Publication number Publication date
EP2311582A1 (en) 2011-04-20
EP2353740A1 (en) 2011-08-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100403753B1 (ko) 주행수단을 가지는 토양처리기
BE1020109A3 (nl) Mobiele inrichting voor het conditioneren van grond.
Paus et al. Effects of bioretention media compost volume fraction on toxic metals removal, hydraulic conductivity, and phosphorous release
Karius et al. pH and grain-size variation in leaching tests with bricks made of harbour sediments compared to commercial bricks
Coyte et al. Factors controlling the risks of co-occurrence of the redox-sensitive elements of arsenic, chromium, vanadium, and uranium in groundwater from the Eastern United States
Sulaymon et al. Cement kiln dust (CKD)-filter sand permeable reactive barrier for the removal of Cu (II) and Zn (II) from simulated acidic groundwater
Mijic et al. Hydraulic and environmental impacts of using recycled asphalt pavement on highway shoulders
US7695215B2 (en) Method and system for broadcast sediment capping
Gardner et al. Influence of biosolids and fertilizer amendments on element concentrations and revegetation of copper mine tailings
Bueno et al. Concentration and spatial variability of mercury and other heavy metals in surface soil samples of periurban waste mine tailing along a transect in the Almadén mining district (Spain)
WO2019016859A1 (ja) 回転式破砕混合装置を用いた改良土の製造管理システム
Ekwere et al. Temporal variations of heavy metals in sediment, soil and dust particulates across the rock quarrying districts of the Oban Massif, Southeastern Nigeria
Appiah-Adjei et al. Potential heavy metal pollution of soils from artisanal automobile workshops: the case of Suame Magazine, Ghana
Nwachukwu et al. Comparative effectiveness of selected adsorbant materials as potential amendments for the remediation of lead‐, copper‐and zinc‐contaminated soil
Belaid et al. Impacts of irrigation systems on vertical and lateral metals distribution in soils irrigated with treated wastewater: Case study of Elhajeb-Sfax
Mulyani et al. A case study in Cianjur West Java, Indonesia: A correlation humic and fulvic acids with mineralogical composition and physico-chemical analysis using partial least square
DeSutter et al. Smooth brome (Bromus inermis Leyss) and soil chemical response to concrete grinding residue application
Tsamo et al. Evaluation of the transport and mobility of Co (II) in soils from agricultural, waste dump and an automobile repair shop sites in Bambili-Cameroon
CA2941482C (en) Batch mode soil improvement
Shpakov et al. Technogenic activity of man and local sources of environmental pollution
Waara et al. Ecological risk assessment of trace elements accumulated in stormwater ponds within industrial areas
Zhang et al. Distribution and speciation of heavy metals in surface sediments from Guanting Reservoir, Beijing
Nordmark et al. Long-term evaluation of geotechnical and environmental properties of ash-stabilised road
Gilley et al. Runoff, erosion, and size distribution of sediment from beef cattle feedlots
Miller et al. Variability in the mobilization of sediment and phosphorus across 13 European soils