BE1019849A5 - Waterglijbaan. - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een waterglijbaan, in het bijzonder op een opvouwbare waterglijbaan voor het glijden op water, welke inrichtng onderscheidbare gebruiksmodus en transport modus heeft. De waterglijbaan omvat typerend een glijvolume water, welk glijvolume een glijoppervlak heeft, en een watergeleidingsmiddel voor het verschaffen van een stroom water aan het glijoppervlak. Het water wordt verschaft door een houder met water.

Description

WATERGLIJBAAN GEBIED VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een waterglijbaan optioneel met losneembare watervoortstuwingsinrichting, in het bijzonder op een opvouwbare waterglijbaan voor het glijden op water.

De waterglijbaan omvat typerend een glij volume water, welk glijvolume een glijoppervlak heeft, en een watergeleidingsmiddel voor het verschaffen van een stroom water aan het glijoppervlak. Het water wordt verschaft door een houder met water.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Deze uitvinding heeft in het algemeen betrekking op waterglijbanen, in het bijzonder op een mechanisme en werkwijze die de kinetische energie van een hogesnelheidswaterstroom veilig zullen overdragen aan deelnemers die drijven / glijden (in de regel met een dragermedium) op een oppervlak met lage wrijving; en die de wrijvingscoëffïciënten en baan van deelnemers met verschillende afmeting en gewicht op een waterglijbaan zullen stabiliseren en gelijkmaken.

Waterglijbanen worden als attractie gebruikt. In de regel wordt een inrichting verschaft die een glijbaan omvat, over welke glijbaan een waterstroom wordt voorzien. Het is van belang dat het water stroomt, om zwaartekrachteffecten geheel of gedeeltelijk op te heffen. Aldus kan een gebruiker op een min of meer vaste positie op de waterglijbaan over een wateroppervlak glijden. Daartoe zal een gebruiker in de regel een dragermedium (hulpmiddel), zoals een surfplank, gebruiken.

Het gebruik van een waterglijbaan gaat niet vanzelf. In de regel zal een gebruiker enige oefening behoeven, zoals gebruikelijk in een sport. Onderscheid kan gemaakt worden tussen een beginnende gebruiker en een gevorderde gebruiker, of eventueel zelfs een (semi-) professionele gebruiker. Het zal duidelijk zijn dat op voorhand niet elke waterglijbaan voor een willekeurige gebruiker geschikt zal zijn.

Een waterglijbaan heeft in de regel een breedte die voldoende is voor het gebruik ervan, dat wil zeggen enkele meters of meer breed. Een te smalle waterglijbaan is praktisch gezien voor de meeste gebruikers niet geschikt.

Een waterglijbaan heeft in de regel een zekere lengte om een gebruiker in staat te stellen zich op een water glijoppervlak te begeven en voorts om enigszins heen en weer te bewegen in een lengterichting.

Verschillende documenten noemen waterglij banen.

US 2005047869 (Al) (en evenzo WO 9204087 Al) heeft betrekking op een waterglijattractie die gebruik maakt van een houderloos glijoppervlak om nadelige grenslaageffecten te verwijderen. Een stroom van een waterfolie wordt opwaarts gestuurd om een gesimuleerde golf te veroorzaken. De configuratie en contouren van het glijoppervlak en de verschillende stroomparameters kunnen ruim gevarieerd worden om vele gewenste golfomstandigheden te produceren.

WO 2008132225 (A2) (EP 1988235 Al) heeft betrekking op een waterglijattractie omvattend een glijvolume dat een glijoppervlak verschaft, een frame dat geschikt is voor het houden van een glijvolume, ten minste een watergeleidingsmiddel voor het verschaffen van een stroom water met een waterstroomrichting naar het glijoppervlak. De attractie omvat verder een ophangsysteem voor het roteerbaar koppelen van de watergeleidingsmiddelen op het frame, waarbij het ophangsysteem het voor het watergeleidingsmiddel mogelijk maakt om relatief ten opzichte van het frame rond een eerste as te draaien die in hoofdzaak parallel is met de waterstroomrichting.

WO 0108770 (Al) heeft betrekking op een mobiele en compacte simulatie watergolf glijattractie met een of meer sluis overglijdbare afdekkingen voor et verzekeren van veiligheid van gebruikers in de afwezigheid van een uitstrekkend overgangsoppervlak of gebruikmakend van een verkort overgangsoppervlak.

Een nadeel van dergelijke watergl ij banen is dat ze relatief groot zijn. Als zodanig zijn deze waterglijbanen dan ook niet te transporteren, omdat ze te breed en te hoog zijn.

Een verder nadeel is dat ze relatief moeilijk te monteren en te demonteren zijn, en meestal niet in korte tijd, zoals binnen een dag, of zelfs enkele uren.

Een verder nadeel is dat dergelijke waterglijbanen in het algemeen een vlakke ondergrond vereisen, of een ondergrond die eerst voldoende is geëgaliseerd.

Een mogelijk nadeel is dat dergelijke waterglijbanen niet geheel veilig zijn voor gebruikers, bijvoorbeeld vanwege uitstekende delen of een mogelijkheid dat gebruikers onvrijwillig van de glijbaan afraken. Dat laatste geldt zeker voor ongeoefende en matig geoefende gebruikers.

Een verder nadeel is dat waterglijbanen in de regel een vaardigheidsniveau vereisen dat ofwel voor beginners te moeilijk is ofwel voor (zeer) gevorderde gebruikers te eenvoudig is.

Een mogelijk nadeel is dat stand der techniek waterglijbanen slechts een beperkte toepasbaarheid hebben, bijvoorbeeld alleen voor surfers.

Veel van de geciteerde glijbanen verschaffen bovendien geen gelijkmatige waterstroom, bijvoorbeeld in termen van snelheid, dikte van de stroom, waardoor ze feitelijk niet geschikt zijn voor het beoogde doel en bijvoorbeeld als probleem veelvuldig vallen en disbalans veroorzaken. Het oplossen van dergelijke problemen is in de regel . bijzonder complex, of anders gesteld, het aantal vrijheidsgraden is beperkt. Men kan niet zomaar een waterglijbaan ontwerpen, met de verwachting dat deze ook aan gestelde eisen zal voldoen.

Het is daarom onderwerp van de onderhavige uitvinding om een verbeterde waterglijbaan te verschaffen, die een of meer van de genoemde nadelen opheft, zonder voordelen in gevaar te brengen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een opvouwbare een of meer modules omvattende waterglijbaan, bij voorkeur een module omvattend, optioneel met losneembare watervoortstuwingsinrichting voor het glijden op water, welke waterglijbaan een onderscheidbare gebruiksmodus en transport modus heeft, alsmede op een transporthouder die deze opvouwbare waterglijbaan bevat.

De onderhavige glijbaan kan voorzien zijn van een losneembare watervoortstuwingsinrichting voor het glijden op water.

De onderhavige glijbaan is onder meer bekend onder de merknaam WaveSurfer.

De onderhavige WaveSurfer, is de eerste en enig werkelijk mobiele waterglijbaan, voor bijvoorbeeld surfen en bodyboarden, in de wereld.

De onderhavige glijbaan kan zowel binnen als buiten geplaatst en gebruikt worden. Bijna elke ondergrond is hiertoe geschikt, zoals gras, zand, beton, etc.

Vanwege zijn unieke transporteerbaarheid is het bijzonder geschikt voor gebeurtenissen, thema’s, amusement en water parken; fun fairs; hotels (resorts); gebruik op het strand; vakantiedorpen en meer. Een combinatie van een surfoppervlak en glijden verschaft deze attractie een gewaarwording die niet in enig andere installatie gevonden wordt. Bovendien wordt de installatie verschaft met alle relevante wettelijk vereiste veiligheidscertificaten en inspecties.

Aldus zijn een of meer van de hierboven genoemde nadelen opgeheven.

Belangrijke aspecten van de onderhavige uitvinding, in het bijzonder met betrekking tot eigenschappen en kenmerken van de onderhavige waterglijbaan in gebruiksmodus, zijn geopenbaard in Europese Octrooiaanvrage EP 1988235 Al, van onderhavige uitvinders. De onderhavige uitvinding bevat een of meer van de in dit document geopenbaarde van belang zijnde kenmerkén. De lering en uitvoeringsvormen van deze Europese aanvrage zijn onder referentie in de onderhavige aanvrage opgenomen.

De onderhavige waterglijbaan is geschikt voor het glijden op water. Glijden op water wordt bijvoorbeeld op een hulpmiddel uitgevoerd, zoals een surfplank, een waveboard, een bodyboard, en een wakeboard.

De onderhavige waterglijbaan is opvouwbaar. Doordat de waterglijbaan opvouwbaar is hoeft deze niet uit elkaar genomen te worden. Slechts simpele handelingen, zoals ontgrendelen of vergrendelen, moeten typerend uitgevoerd worden om van een eerste toestand naar een tweede toestand te gaan. Deze simpele handelingen kunnen bovendien ondersteund zijn door mechanische en/of pneumatische hulpmiddelen, en dergelijke.

De waterglijbaan kan zich in opgevouwen toestand bevinden, welke toestand transport mogelijk maakt. Met opgevouwen wordt een geheel of gedeeltelijk opgevouwen toestand bedoeld, met als gevolg dat de waterglijbaan in ten minste een richting een kleinere afmeting krijgt, bijvoorbeeld de breedte. In een voorbeeld wordt de onderhavige waterglijbaan dan ook in de breedte opgevouwen. Andere vormen van opvouwen worden echter ook overwogen, zoals oprollen in lengte- of breedterichting, het omhoogvouwen van een of meer lengte- en/of breedte delen, zoals over een hoek van 30- 180 graden, bij voorkeur over een hoek van 45-135 graden, zoals ongeveer 90 graden, welke hoek zich in een vlak loodrecht op het oppervlak van de waterglijbaan bevindt. Ook wordt overwogen om indien de waterglijbaan uit verscheidene zijdelings aan elkaar verbonden elementen bestaat deze in transport modus onder of boven elkaar te plaatsen. Het opvouwen is niet triviaal, omdat bij voorbeeld afhankelijk van de hoek verdere middelen verschaft moeten worden om opvouwen mogelijk te maken, zoals geleiders, welke geleiders zich over een geschikte hoek en/of geschikte afstand moeten uitstrekken, welke geschikte hoek in de regel groter zal zijn dan de hoek van het opvouwen. Dergelijke geleiders zijn bijvoorbeeld speciaal voor de onderhavige uitvinding ontwikkeld. Eventueel kan de onderhavige waterglijbaan in delen uiteen genomen worden om in transportmodus bijvoorbeeld op gestapelde wijze en eventueel verder gevouwen, vervoerd te worden.

De onderhavige waterglijbaan omvat een of meer modules, welke modules op een matrixachtige wijze (nxm modules, n,m > 1) aan elkaar te koppelen zijn. In transportmodus kunnen de modules losgekoppeld zijn, in gebruiksmodus zijn ze aan elkaar gekoppeld. De modules zijn in een voorbeeld stapelbaar. Bijvoorkeur omvat de waterglijbaan een enkele module, omdat een enkele module eenvoudiger te installeren èn de-installeren is, minder (geen) overgangen tussen modules kent, welke overgangen aanleiding tot problemen kunnen geven, zoals lekkage, ongelijk glijoppervlak en/of waterstroming, etc.

Opvouwbare waterglijbanen zijn tot op heden niet bekend. Wel zijn er demonteerbare waterglijbanen, die geheel of op zijn minst gedeeltelijk uit elkaar genomen worden. Dergelijke demonteerbare glijbanen worden niet beoogd met de onderhavige uitvinding, althans in zoverre deze niet uit ten minste een module bestaan.

De onderhavige waterglijbaan behoeft verder geen constructie meer, hetgeen een belangrijk voordeel, bij voorbeeld qua kosten, qua installatie, qua benodigde tijd, etc.

De onderhavige waterglijbaan heeft een eerste modus, als het ware de uitgevouwen modus, die geschikt is voor gebruik als waterglijbaan, de gebruiksmodus. De onderhavige waterglijbaan heeft een tweede modus, als het ware de opgevouwen modus, die geschikt is voor transport, de transportmodus. Deze twee modi verschillen aanzienlijk van elkaar, en zijn derhalve op het eerste oog onderscheidbaar, met name omdat de gebruiksmodus transport ervan niet toelaat. In een voorbeeld wordt de transportmodus op het eerste oog als een transporthouder gezien. Als gevolg is ten minste een dimensie van de transport modus groter dan die van de gebruiksmodus, zoals de hoogte, en is ten minste een dimensie van de transport modus kleiner dan die van de gebruiksmodus, zoals de breedte. Een derde dimensie, zoals de lengte, kan nagenoeg dezelfde zijn in beide modi. Het zal de vakman duidelijk zijn dat in een voorbeeld de lengte van de waterglijbaan in gebruiksmodus vanwege kromming van het oppervlak kleiner zal zijn dan de lengte van de platgemaakte waterglijbaan in transportmodus. In een voorbeeld blijft de onderhavige waterglijbaan dus in essentie intact, slechts de verschijningsvorm ervan verandert.

Een voordeel van de onderhavige waterglijbaan is dat deze relatief klein is. Als zodanig is deze waterglijbanen zeer goed te transporteren, omdat deze niet te breed (typeren smaller dan ongeveer 2.5 m) en te hoog (typerend lager dan 3 m) is. Typerende dimensies van de glijbaan in gesloten vorm zijn: 9 m x 2.3 m x 1.5 m; typerende dimensies van bijvoorbeeld een module van de glijbaan in open vorm zijn: 9 m x 4 m x 1.5 m. Een dubbele module is bijvoorbeeld 12 m breed, een driedubbele module bijvoorbeeld 16 meter breed. Hiermee is de onderhavige waterglijbaan in totaal (inclusief toebehoren) zonder al te veel problemen op bijvoorbeeld een of meer vrachtwagens te vervoeren.

Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een of meer al aangepaste vrachtwagens, waarvan bijvoorbeeld de bodem is voorzien van elementen die aansluiten en/of aan te sluiten zijn op elementen van de waterglijbaan. Bij voorkeur past de waterglijbaan, of een deel daarvan, nagenoeg naadloos op een bodem van een vrachtwagen. Met behulp van een tilinrichting, zoals een kraan, kan de onderhavige waterglijbaan in transportmodus dan eenvoudig, en veilig, op een bij voorkeur daartoe voorbereide vrachtwagen geplaatst worden. Liever vormt een transporthouder een geheel met de waterglijbaan. De transporthouder kan dan elementen van de glijbaan omvatten. Zijkanten van de transporthouder kunnen zijkanten van de houder voor het volume water, zijkanten van de waterglijbaan, en loopvlak langs de waterglijbaan omvatten. De transporthouder kan in transportmodus dan in een keer op een vrachtwagen geplaatst worden, bij voorbeeld in de vorm van een container. Ook kan de waterglijbaan op een oplegger en dergelijke gemonteerd zijn. De oplegger wordt dan in gebruiksmodus als het ware uitgevouwen, vergelijkbaar met de hierboven beschreven transporthouder. Verdere onderdelen van de waterglijbaan passen in een voorbeeld samen met de waterglijbaan zelf (in transportmodus) in een enkele container of oplegger.

Ook kan de waterglijbaan, of een deel daarvan, in een daarvoor geschikte container geplaatst worden, bij voorkeur een standaard container, vergelijkbaar met een aangepaste vrachtwagen. In dit geval wordt een container, met waterglijbaan, dan op een standaard vrachtwagen geplaatst. Dit biedt het voordeel dat slechts een container voor toepassing geschikt gemaakt moet worden, en niet een vrachtwagen. In een tweede aspect omvat de onderhavige uitvinding een dergelijke container.

Een voordeel van de onderhavige waterglijbaan is dat deze relatief gemakkelijk te monteren en te demonteren is, en gebruikelijk in zeer korte tijd, zoals binnen 2 a 3 uur. De Wavesurfer Mobile is bijvoorbeeld op een trailer gebouwd en kan dus gemakkelijk van één locatie naar de andere verplaatst worden. Aangezien de totale installatie minder dan 12 uur in beslag neemt, is dit de ideale attractie om voor een korte periode te huren. Evenementen, exclusieve feestjes, gemeentelijke initiatieven, themaweken, marketingcampagnes, beurzen of sportevenementen hebben met Wavesurfer Mobile een unieke publiekstrekker in handen. De installatie is uitzonderlijk snel. Hiermee wordt een hoge mate van flexibiliteit in toepassing verkregen. De onderhavige waterglijbaan kan bijvoorbeeld als attractie fungeren, welke attractie bijvoorbeeld binnen een dag opgebouwd kan worden, volledig bruikbaar is gedurende de gehele dag, of althans een relevant deel daarvan, en weer afgebroken kan worden. De attractie kan natuurlijk ook langer staan. Hiermee worden kosten voor een exploitant aanzienlijk gereduceerd en opbrengsten gemaximaliseerd.

Een verder voordeel is dat de onderhavige waterglijbaan geen vlakke ondergrond vereist, of een ondergrond die eerst voldoende is geëgaliseerd, maar op elke vanzelfsprekend enig vlakke ondergrond geplaatst kan worden.

Een verder voordeel is dat de onderhavige waterglijbaan geheel veilig is voor gebruikers, vanwege ontbreken van uitstekende delen of de mogelijkheid dat gebruikers onvrijwillig van de glijbaan afraken.

Een verder voordeel is dat de onderhavige waterglijbaan niet een vaardigheidsniveau vereist dat ofwel voor beginners te moeilijk is ofwel voor (zeer) gevorderde gebruikers te eenvoudig is. Kinderen vanaf zes jaar, soms nog jonger, kunnen de onderhavige glijbaan al met veel plezier gebruiken. Evenzo genieten zeer ervaren surfers en dergelijke van de onderhavige glijbaan.

De onderhavige waterglijbaan verschaft de mogelijkheid om als het ware op een golf op een min of meer statische wijze evenwicht en relatieve snelheid te bewaren, doordat zwaartekracht en kracht van stromend water elkaar min of meer opheffen. Ruimtelijk gezien blijft de deelnemer min of meer op een vaste positie. De kinetische energie, of althans een deel daarvan, van een hogesnelheidswaterstroom wordt veilig overgedragen aan deelnemers die drijven / glijden (in de regel met een dragermedium) op een oppervlak met lage wrijving, in die zin dat er een kracht van stromend water aanwezig is. Wanneer dat evenwicht verstoord wordt zal een deelnemer, vergelijkbaar met bijvoorbeeld het surfen op een golf, het evenwicht moeten herstellen. Gebeurt dit niet of onvoldoende dan zal een deelnemer het evenwicht verliezen en als gevolg vallen. Door de krachtige waterstroom zal de deelnemer dan meegevoerd worden.

Een verder voordeel is dat de onderhavige waterglijbaan een uitgebreide toepasbaarheid heeft, zoals voor deelnemers met hulpmiddel, zoals voor surfers, waveboarders, body boarders en wakeboarders.

De onderhavige waterglijbaan verschaft bovendien een gelijkmatige waterstroom, bijvoorbeeld in termen van snelheid, dikte van de stroom, waardoor deze feitelijk zeer geschikt is voor het boogde doel en bijvoorbeeld als probleem veelvuldig vallen en disbalans niet veroorzaakt.

De aanblik, het geluid en de sensatie van horizontale versnelling die teweeg wordt gebracht door waterstromen met hoge snelheid die een invloed uitoefenen op een deelnemer is een opwindende ervaring voor een deelnemer en een waarnemer, temeer daar deze versnelling door de zwaartekracht gecompenseerd wordt. Het maakt relatieve versnelling mogelijk zonder de vereiste kosten van het bouwen tot een grotere hoogte, met andere woorden de onderhavige waterglijbaan kan van een beperkte hoogte zijn. De inspuiting van een toegevoegde waterstroom over het glijoppervlak werkt stabiliserend voor een deelnemer.

Hieronder volgt een gedetailleerde beschrijving van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Volgens een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een opvouwbare een of meer modules omvattende waterglijbaan, bij voorkeur een module omvattend, optioneel met losneembare watervoortstuwingsinrichting voor het glijden op water, welke waterglijbaan een onderscheidbare gebruiksmodus en transport modus heeft.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, welke een vlak oppervlak geschikt voor glijden heeft, welk vlak oppervlak ten minste in een eerste richting in een of meer delen geheel of gedeeltelijk opvouwbaar is in transport modus, bijvoorkeur in twee of drie delen opvouwbaar, en welk vlak oppervlak in een tweede richting een gebogen oppervlak heeft in een gebruiksmodus, welke eerste en tweede richting bij voorkeur loodrecht op elkaar staan.

Met de term “deel” wordt een onderscheidbaar stuk van de waterglijbaan bedoeld, welk stuk in een voorbeeld een geheel met andere delen vormt.

In een voorbeeld is de waterglijbaan in twee of drie delen opvouwbaar in een breedte richting. Daartoe dient te waterglijbaan in een voorbeeld van een kromme, gebogen toestand, eerst nagenoeg vlak gemaakt te worden. De aldus verkregen vlakke waterglijbaan zal voor zover nodig vergrendeld worden of zijn, bijvoorbeeld om elementen in een lengterichting ten opzichte van elkaar in positie te houden. Daarna kan de vlakke waterglijbaan geheel of gedeeltelijk opgevouwen te worden, bijvoorbeeld door ten minste een zijdeel omhoog of omlaag te bewegen, bij voorkeur omhoog, totdat de breedte voldoende verkleind is. Het opgevouwen zijdeel kan dan aan een niet opgevouwen vlak deel bevestigd worden, om deze ten opzichte van elkaar in positie te houden.

Het gebogen oppervlak is in gebruiksmodus geschikt als waterglijbaan. Daartoe zijn in een voorbeeld middelen voorzien om het gebogen oppervlak een geschikte kromming te geven, bijvoorbeeld in termen van radius, lengte, kromte, etc., en deze kromming in hoofdzaak te zekeren.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, welke verder in gebruik omvat een glijvolume water, welk glijvolume een glijoppervlak heeft, en een watergeleidingsmiddel voor het verschaffen van een stroom water aan het glijoppervlak, welk glijoppervlak geschikt is voor het laten glijden van een deelnemer eventueel voorzien van een hulpmiddel en voor het in lijn brengen van het glijoppervlak met de waterglijbaan.

Voor een of meer voorbeelden van glijvolume water, glijoppervlak water, watergeleidingsmiddel, en stroom water, en bijvoorbeeld evenzo in deze aanvraag en in de conclusies verder genoemde elementen, ter verkrijging van geschikte eigenschappen van de onderhavige waterglijbaan wordt naar document EP 1988235 Al verwezen. Dergelijke voorbeelden, instellingen, keuzes, etc. zijn in principe en zonder al te veel aanpassing toepasbaar in de onderhavige uitvinding. In een voorbeeld wordt een (krachtige) waterverschaffer voorzien, zoals een pomp, van 50-250 kW, zoals 100 kW, met een capaciteit van 0.5-5 m3/s, zoals 1-2.5 m3/s, bijvoorbeeld 1.2 m3/s. De snelheid van een verkregen waterstroom is in de orde van 20-60 km/u, zoals 30-50 km/u, zoals ongeveer 40 km/u. De waterverschaffer is in staat tot het verschaffen van een geschikte druk, voldoende debiet, voldoende glijoppervlak, etc. In een voorbeeld is het glijoppervlak in hoofdzaak vlak, zoals zonder welving, en/of is het glijoppervlak in hoofdzaak glad, zonder ruwheid. In document EP 1988235 Al wordt bijvoorbeeld in detail (relatieve) positie, functie, dimensie en vereisten van verscheidene elementen besproken. Elementen zijn bijvoorbeeld pomp, watergeleidingsmiddel, ophanging, sluiting, sproeistuk, materiaal, versnelling/snelheid, buiging(shoek), glijvolume, glijoppervlak, eventuele zijdelingse begrenzing van glijoppervlak, wateroppervlak, watervolume, waterstroom, druk, kleppen, verbindingen, regeleenheid, orientatieaanpassingeenheid, configuratie en waterbak. Het moge voor de vakman duidelijk zijn dat elementen zich tot elkaar verhouden, in die zin dat ze samen een (sub)geheel vormen, welk (sub)geheel functioneel van aard is.

Voor het opvouwen is het in een voorbeeld van belang geschikte materialen voor een vlies te kiezen, zodanig dat het vlies zonder al te veel problemen opvouwbaar is en in uitgevouwen toestand geen of nagenoeg geen plooien en degelijke vormt. Ook is het in een voorbeeld van belang dat vorm, stevigheid, betrouwbaarheid en functionaliteit van de waterglijbaan in gebruiksmodus voldoende gewaarborgd zijn. Hiertoe kunnen verdere maatregelen genomen worden, zoals die hieronder beschreven staan.

In principe zou elk voldoende liquide medium voor gebruik volstaan, maar water verdient de voorkeur, gezien de goede beschikbaarheid daarvan. Het water kan eventueel aangepast worden, bijvoorbeeld door toevoeging van verdere bestanddelen, om de fysische eigenschappen daarvan te verbeteren, zoals viscositeit, dichtheid, glij eigenschappen, etc. Derhalve kunnen een of meer verdikkingsmiddelen, verdunningsmiddelen, deeltjes, zoals nanodeeltjes, emulgatoren, kleurstoffen, pigmenten, etc., toegevoegd worden.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder omvattend een houder met een volume water, en een of meer van een waterverschaffer, zoals een pomp, een ophanging eventueel voor het roteerbaar koppelen van het watergeleidingsmiddel op een frame, waarbij de ophanging het mogelijk maakt om het watergeleidingsmiddel relatief te draaien ten opzichte van het frame rond een eerste as die in hoofdzaak parallel is met de waterstroomrichting, een sluiting ingericht om te veranderen tussen gesloten en niet gesloten hoedanigheid, een bij voorkeur instelbaar sproeistuk, een zijdelingse begrenzing van glijoppervlak, in gebruik een waterstroom, een klep, een verbinding, een regeleenheid, een waterbron, een uitlaat, een overstroomeenheid, in gebruik een glijvolume met een bovenzijde dat een glijoppervlak verschaft en een onderzijde tegenover de bovenzijde waarbij ten minste een glij ding aanwezig is bij de onderzijde van het glijvolume, een buffervolume water, een machinekamer, een vlies aan een zijde van de waterglijbaan, zoals een gespannen vlies, een los vlies, en een met de waterglijbaan verkleefd vlies, een activator, en een orientatieaanpassingeenheid voor het veranderen van de oriëntatie van het glijvolume relatief ten opzichte van een frame om het glijvolume uit te lijnen.

Het watervolume dient van een geschikte omvang te zijn om een glijvolume water in stand te houden, rekening houdend met waterverliezen, die overigens marginaal zijn. In een voorbeeld is het watervolume 2-60 m3, liever 5-40 m3, nog liever 10-25 m3. Het watervolume kan in gebruik voortdurend op peil gebracht worden, bijvoorbeeld door aansluiting op het waterleidingnet.

De houder kan een geheel vormen en/of onderdeel zijn van de transporthouder.

De waterverschaffer dient voldoende druk en debiet te verschaffen, zoals een turbopomp, zoals een centrifugaal pomp, dompelpomp, schroefpomp en zijkanaalpomp, een volumetrische pomp, zoals een zuigerpomp, een cellenpomp, een lobbenpomp, een membraanpomp, een slangenpomp, een plunjerpomp, een rollerpomp, een scheprad, een schottenpomp, etc, een doseerpomp, een hevel, een compressor, en een waterstraalpomp.

De ophanging dient van voldoende stevigheid te zijn en kan met de houder geïntegreerd zijn. Bij voorkeur vormen ophanging en houder een geheel, eventueel voorzien van verdere elementen, zoals in het geval van een transporthouder.

Ter vergroting van de stevigheid is de waterglijbaan in een voorbeeld voorzien van een frame. Het frame heeft in een voorbeeld een dikte van 3-15 cm, zoals van 5-10 cm. In een voorbeeld is het frame van een licht en/of stijf materiaal.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder omvattend sluitmiddelen. Sluitmiddelen worden gebruikt om onderscheidbare delen van de waterglijbaan die eventueel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, bijvoorbeeld buigen onder een hoek, ten opzicht van elkaar vast te positioneren. Aldus kan enerzijds een flexibele waterglijbaan verkregen worden, die vlak gemaakt kan worden, aldus klaar voor transport, en anderzijds een gebogen glijbaan, aldus klaar voor gebruik. Sluitmiddelen zijn bijvoorbeeld pinnen, zoals borgpinnen, die bijvoorbeeld middels pennen geborgd kunnen worden.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder omvattend een of meer geleiders voor het tijdens opvouwen of ontvouwen ten opzichte van elkaar geleiden van delen. De onderhavige uitvinding verschaft bijvoorbeeld boogsegmenten, met een open binnenzijde, welke boogsegmenten zich in een houder bevinden, binnen welke houder een boogsegment om een denkbeeldige as kan bewegen. Boogsegmenten zijn zo uitgevoerd dat een buiging verkregen wordt die gewenst is, bijvoorbeeld met betrekking tot kromtestraal, buigingshoek, kromte profiel, en zo verder. Een houder is bijvoorbeeld op een eerste deel van de waterglijbaan bevestigd, en een boogsegment op een tweede deel, of combinaties daarvan. Aldus wordt een scharnierende werking van twee delen ten opzichte van elkaar verkregen, welke scharnierende werking bovendien geleid wordt.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder omvattend een frame voor het op zijn plaats houden van het glijvolume en glijoppervlak. Het frame is in een voorbeeld een open frame, bestaande uit verstevigingselementen en/of verstijvingselementen. Deze elementen van de waterglijbaan fungeren onder meer als een groot aantal structuurdragers. In een voorbeeld wordt het frame van een zo licht mogelijk materiaal uitgevoerd, bijvoorbeeld van aluminium, of van met koolstof versterkte vezels voorziene elementen.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestigen op een transportondergrond. In een voorbeeld hebben de bevestigingsmiddelen betrekking op haken en ogen, of op schroeven en moeren, of op klemelementen, etc. Een belangrijk voordeel is dat een precies afgestemde ondergrond gemaakt kan worden, waarop de waterglijbaan eenvoudig en snel, maar ook zeker, bevestigd kan worden, en losgemaakt kan worden, zodat installeren en afbreken van de waterglijbaan snel verloopt. De ondergrond kan zich bijvoorbeeld op een apart paneel, in een container, of op een vrachtwagen bevinden. In een voorbeeld vormen waterglijbaan en transportondergrond een eventueel losneembaar geheel.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder voorzien van ten opzichte van elkaar onderling onafhankelijk in de tweede richting en mogelijk in de eerste richting buigbare elementen, bijvoorkeur 5 of meer buigbare elementen, liever 8 of meer, nog liever 12 of meer, het liefst 20 of meer, zoals 30, welke buigbare elementen een of meer ten opzichte van elkaar onderling onafhankelijk in de richting buigbare sub-elementen kunnen omvatten, zoals twee of meer sub-elementen, liever 3 of meer subelementen, zoals 5-10 sub-elementen. Met in een richting buigbare elementen wordt hier bedoeld dat elementen die in een richting ten opzichte van elkaar geplaatst zijn en verder een vlak vormen in die richting meer of minder uit het vlak gebogen worden, als het ware loodrecht op die richting, waardoor een niet vlakke glijbaan ontstaat. Doordat elementen met elkaar verbonden zijn en blijven wordt een zekere kromming verkregen. Typerend worden elementen onder een kleine hoek gebogen, zoals tussen 0 en 20 graden, liever tussen 2 en 10 graden, zoals 5 graden. Doordat verder typerend een vlies aanwezig, zal dit vlies een meer of minder continu gebogen oppervlak verschaffen, waarbij buiging over een hoek als het ware over een zekere lengte en/of breedte uitgesmeerd wordt.

Typerend is een buigbaar element verbonden met ten minste een ander buigbaar element, bij voorkeur met ten minste twee andere buibare elementen. In een voorbeeld zijn de elementen stijf en kunnen ten opzichte van elkaar bewegen door het ten opzichte van elkaar onder een hoek plaatsen van de elementen, of buigen daarvan, en kan een gebogen oppervlak verkregen worden. In een voorbeeld zijn de elementen van een stijf maar buigbaar materiaal, zodanig dat in gebruik slechts een beperkte vervorming toegestaan wordt onder toepassing van een kracht en/of een rotatiekracht, zoals een vervorming van minder dan 3 cm per meter materiaal, liever minder dan 1 cm per meter materiaal, zoals minder dan 0.25 cm. Het oppervlak is in een voorbeeld over een zekere lengte gebogen, zodat een geschikt glij oppervlak verkregen wordt. Om voldoende buiging te verkrijgen worden ten minste 5 elementen voorzien. Hoe meer elementen, hoe beter een continue kromme zoals cirkelsegment of vergelijkbaar boogelement verkregen kan worden. Bij te veel elementen verzwakt de constructie in de regel te veel. In een voorbeeld zijn de buigelementen in hoofdzaak gelijk aan elkaar. Een buigelement kan in een voorbeeld sub-elementen omvatten, die op vergelijkbare wijze als de buigelementen ten opzichte van elkaar kunnen buigen. Door een geschikte combinatie van aantal elementen en sub-elementen te kiezen, zoals 5-10 elementen en 2-5 sub-elementen, wordt voldoende flexibiliteit en buiging met behoud van stevigheid verkregen. Door het op geschikte wijze buigen kan aldus een gebogen oppervlak verkregen worden, bijvoorbeeld (zijdelings gezien) in de vorm van een (continue) kromme, of zelfs in de vorm van een ruimtekromme. Aldus kan in principe elk willekeurig twee- of driedimensionaal gekromd oppervlak verkregen worden, zoals een boogsegment of vergelijkbare kromme, s-curve of vergelijkbare kromme, etc., en combinaties daarvan. Het oppervlak kan eenvoudig ingesteld worden en eventueel aangepast worden, bijvoorbeeld aan wensen van een gebruiker.

Bij voorkeur is een activator voorzien, zoals een hydraulisch of pneumatisch systeem, om het oppervlak te buigen en weer vlak te trekken. Bovendien verschaft de activator het voordeel dat de waterglijbaan stijver is.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder omvattend een of meer fixeerders voor het in transport modus in een in hoofdzaak vaste positie houden van de een of meer opvouwbare delen, bij voorkeur fixeerders die in transportmodus of gebruiksmodus tevens als bevestigingsmiddel fungeren.

Deze fixeerders zijn bijvoorbeeld enkel of dubbel uitgevoerde schroefverbindingen waarvan een lengte vergroot en verkleind kan worden. Ook haakverbindingen volstaan. In een voorbeeld hebben de fixeerders ook enige stijfheid, zodat delen niet alleen niet van elkaar kunnen bewegen, maar ook niet naar elkaar.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder omvattend een of meer hendels voor het in transportmodus en voor het in gebruiksmodus in een in hoofdzaak vaste positie houden van de buigbare elementen en voor het overgaan van gebruiksmodus naar transportmodus of vice versa, welke een of meer hendels bij voorkeur om een scharnierpunt roteren, welk scharnierpunt zich bij voorkeur niet onder een buigbaar element bevindt en/of liefst in nabijheid van een buigbaar element grenzend aan een niet buigbaar element, welke hendels bij voorkeur zijn voorzien van een activator voor het aandrijven van de hendels.

Deze hendels zijn in een voorbeeld aan een onderzijde van de waterglijbaan voorzien. Een voorbeeld is een of meer stangen, welke stangen vast verbonden kunnen worden met elementen of sub-elementen van de glijbaan, bijvoorbeeld door middel van klemmen, schroeven, hendels, en dergelijke.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, verder voorzien van een of meer buiggeleiders per buigbaar element voor het van gebogen tot rechte toestand in relatieve positie houden van een buigelement, bij voorkeur 0.25-10 buiggeleiders per meter buigbaar element, liever 0.5-5 buiggeleiders per meter buigbaar element, nog liever 1-2 buiggeleiders per meter buigbaar element, bijvoorkeur van een bus-koker type, met bij voorkeur twee of meer bussen per koker en/of twee of meer kokers.

Aldus wordt als hét ware een wervelkolomachtige structuur verkregen, waarmee delen ten opzichte van elkaar kunnen roteren, maar waarbij tevens de rotatie beperkt is door de buiggeleiders, en waarbij de rotatie tevens langs een vooraf bepaalde kromme geleid wordt, welke kromme bepaald wordt door bijvoorbeeld de kokervorm van de geleider.

In een voorbeeld heeft de uitvinding betrekking op een waterglijbaan volgens de uitvinding, ingericht om in gebruik een gespoten waterstroom te verschaffen met een glijvolume en een glijoppervlak dat een snelheid en/of volume en/of debiet en/of druk heeft die voldoende is om een deelnemer al dan niet voorzien van hulpmiddel ruimtelijk gezien in hoofdzaak op een vaste positie te houden door een impulsoverdracht zodat een deelnemer relatief langs het bewegende glijoppervlak beweegt.

In een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een transporthouder, zoals een container, oplegger, en aanhanger, omvattend een of meer delen van de waterglijbaan volgens de uitvinding, welke transporthouder bij voorkeur de houder van conclusie 4 omvat, waarbij wanden en/of elementen van de transporthouder bij voorkeur in gebruiksmodus respectievelijk een of meer wanden van de waterglijbaan, een of meer wanden van de houder, en loopvlak langs de waterglijbaan, vormen. Aldus kan bij uivouwen van de transporthouder, van transportmodus naar gebruiksmodus, eenvoudig de waterglijbaan volgens de uitvinding opgebouwd worden, en omgekeerd, afgebroken worden.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen verder toegelicht worden in de figuren, waarin

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

FIG. 1 is een onderaanzicht van de onderhavige waterglijbaan.

FIG. 2 is een onderaanzicht van de onderhavige waterglijbaan.

FIG. 3 is een bovenaanzicht van de onderhavige waterglijbaan.

FIG. 4 is een zijaanzicht van de onderhavige waterglijbaan.

FIG. 5 is een zijaanzicht van de onderhavige waterglijbaan.

FIG. 6 is een perspectivisch aanzicht van de onderhavige waterglijbaan.

FIG. 7 is een bovenaanzicht van de onderhavige transporthouder in uitgevouwen toestand.

FIG. 8 is een bovenaanzicht van de onderhavige transporthouder in opgevouwen toestand.

FIG. 9a,b zijn dwarsdoorsneden van de transporthouder in respectievelijk open en gesloten toestand.

FIG. 10 is een detailaanzicht van scharnieren.

FIG. 11 is een detailaanzicht van een buiggeleider.

BESCHRIJVING VAN ILLUSTRATIEVE VOORBEELDEN

De onderhavige uitvinding wordt nu verder uitgelegd aan de hand van de figuren. In het volgende worden voorbeelden gegeven. De reikwijdte van de uitvinding wordt gegeven door de conclusies.

FIG. 1 is een onderaanzicht van de onderhavige waterglijbaan in gebruiksmodus. Daarin zijn aan de linker en rechterzijde twee rechte stukken waterglijbaan te zien, en in het midden een gebogen stuk. In horizontale richting zijn van boven naar beneden drie elementen (111, 112, 113) te zien, een eerste wat smaller element, een tweede wat breder element, en een derde wat smaller element. Tussen deze elementen zijn geleiders (scharnieren) (131, 132) voorzien. In horizontale richting zijn verder twee hendels (121, 122) voorzien. Op drie plaatsen zijn vergrendelaars (128, 129) voorzien, voor het onderling vergrendelen van boven-, midden- en onderdeel. Om het gebogen stuk in gebogen stand te houden zijn buiggeleiders (141, 142, ...) te zien. De buiggeleiders zijn om en om geplaatst, dat wil zeggen van links naar rechts gezien, steeds twee aan een onderzijde van een koker, dan twee aan een onderzijde van een koker, en zo verder. Aldus wordt het risico op onverwacht en onbedoeld losraken voorkomen, alsook het ten opzichte van elkaar onderling bewegen van elementen. Aan de linker en rechter zijn is een frame (151, 152) voorzien, bestaande uit een RVS profiel met een dikte van ongeveer 20 mm. Aan de randen zijn voorts bevestigingsmiddelen (161, 162) voorzien voor het bevestigen van een vlies.

Het frame is uitgevoerd in RVS. De buigelementen zijn uitgevoerd in RVS, De buigbevestigers zijn RVS buizen met een doorsnede van 20 mm en een lengte van 100 mm. De fixeerders zijn uitgevoerd als een RVS balk van 20 mm breed, 50 mm hoog. Verticale (draag?) balken (171, 172) zijn uitgevoerd in RVS met een breedte van 30 mm, een hoogte van 70 mm en een lengte van 2-3 m. Het oppervlak van de waterglijbaan is uitgevoerd als 8 mm dik PE ??.

FIG. 2 is een onderaanzicht van de onderhavige waterglijbaan. Tevens zijn hier opstaande randen (291, 292) voor het op het glijoppervlak houden van het water. Te zien is verder dat draagbalken (272) in drie delen uitgevoerd zijn, om buigen mogelijk te maken. Overige elementen zijn reeds onder figuur 1 benoemd.

FIG. 3 is een bovenaanzicht van de onderhavige waterglijbaan in gebruiksmodus. Hierin is het bovenoppervlak (375) van de waterglijbaan te zien. Dit bovenoppervlak is in dit voorbeeld vervaardigd uit aan weerszij den 1,5 mm dik gewapend PE vlies, met een stevige tussenlaag, bijvoorbeeld van een PU-schuim, met een dikte van 18 mm. Een gebogen middenstuk met aan weerszijde een recht stuk is te zien. Overige elementen zijn reeds onder figuren 1-2 benoemd.

FIG. 4 is een zijaanzicht van de onderhavige waterglijbaan in gebruiksmodus. Hierin is duidelijk te zien dat hendel (421) gebruiksmodus alleen in functioneel is in het rechter deel van de waterglijbaan. Overige elementen zijn reeds onder figuren 1-3 benoemd.

FIG. 5 is een zijaanzicht van de onderhavige waterglijbaan in transportmodus. De glijbaan is nu in vlakke, gebogen toestand. Een zijelement bevindt zich in verticale toestand. Een middenelement (niet zichtbaar) strekt zich loodrecht op het vlak van de tekening uit. Hendels (521) zijn nu bevestigd aan een rechter- en middendeel. Omdat de figuur enigszins perspectivisch is kan nog net een klein deel van een tweede zijelement aan de bovenzijde van de tekening waargenomen worden. Overige elementen zijn reeds onder figuren 1 -4 benoemd.

FIG. 6 is een perspectivisch aanzicht van de onderhavige waterglijbaan in transportmodus. Daarin zijn verder vergrendelaars (626, 627) te zien, zowel in niet vergrendelde toestand (626) als in vergrendelde toestand (627). Duidelijk zijn ook geleiders (675, 676) te zien, voorzien van boogsegmenten (676a), met een open binnenzijde, welke boogsegmenten zich in een houder bevinden (676b). 1

Boogsegmenten zijn uitgevoerd in RVS, met een lengte, in gebogen richting, van 500 mm, een open binnenzijde van 15 mm, een buitenzijde van 15 mm, een dikte van 25 mm. Houders zijn uitgevoerd in RVS met een breedte van 75 mm, een wanddikte van 25 mm, en een lengte van 370 mm.

Vergrendelaars zijn uitgevoerd in RVS, met een diameter van 10 mm. Vergrendelaars zijn losneembaar te bevestigen.

FIG. 7 is een bovenaanzicht van de onderhavige transporthouder in uitgevouwen en opengewerkte toestand. De glijbaan zelf is nog niet geheel in gebruiksmodus. Duidelijk is te zien dat wanden (781, 782,..) van de transporthouder fungeren als wanden van de glijbaan. Verder fungeren wanden (783, 784, ..)van de transporthouder bijvoorbeeld als loopvlak van de glijbaan. Verder kan element ... (791) opgevouwen worden in de glijbaan in transportmodus. Voor de veiligheid van gebruikers zijn verder wanden (785, 786,..) voorzien. De wanden kan om denkbeeldige assen (791, ..) scharnieren, om van open naar gesloten toestand en vice versa te gaan.

FIG. 8 is een bovenaanzicht van de onderhavige glijbaan in opgevouwen toestand. De glijbaan zelf is nog niet geheel in gebruiksmodus. Duidelijk is te zien dat wanden (881, 882, ..)van de transporthouder nu de glijbaan omsluiten. Verder zijn wanden (783, 784, ..) van de transporthouder bijvoorbeeld als loopvlak van de glijbaan. Verder is element ... (791) (niet zichtbaar) opgevouwen in de glijbaan in transportmodus. Voor de veiligheid van gebruikers zijn verder wanden (785, 786,..) aanwezig. De wanden is om denkbeeldige assen (791,..) gescharnierd, om van open naar gesloten toestand te gaan.

FIG. 9a,b zijn dwarsdoorsneden van de transporthouder in respectievelijk open en gesloten toestand. In figuur 9a is de transporthouder op een ondergrond (901) geplaatst, welke ondergrond niet geheel vlak hoeft te zijn. In figuur 9b is de transporthouder in opgevouwen toestand, klaar voor transport. Te zien is dat een enkele eenheid is gevormd, die met een enkele vrachtwagen of oplegger vervoerd kan worden. Ook is te zien dat de nu loze ruimte (906) als watervolume kan fungeren. Deze ruimte is in opengevouwen gebruikstoestand evident relatief nog groter.

FIG. 10 is een detailaanzicht van scharnieren. Deze scharnieren fungeren als geleiders bij het opvouwen en ontvouwen van de glijbaan. De scharnieren omvatten een of meer boogsegmenten (1076a) die een dusdanige kromming hebben dat ze buiging van elementen bij opvouwen en ontvouwen van de glijbaan ten opzichte van elkaar ondersteunen en geleiden. Verder zijn delen van het frame te zien, voorzien van verticale en horizontale verstevigingselementen (1071, 1072). In dit voorbeeld zijn de delen gevormd uit holle en rechthoekige RVS profielen.

FIG. 11 is een detailaanzicht van een buiggeleider. In figuur 11 is een deel van een buigbaar element (1109) getoond, voorzien van een scharnier (1175), in “gesloten” toestand. Elk buigbaar element bevat over het getoonde stuk twee buiggeleiders (1103, 1104,..), in de regel aan elke zijde (links en rechts). Vlakke delen van de glijbaan kunnen tevens voorzien zijn van buiggeleiders, typerend aan een zijde daarvan. Elke buiggeleider bevat twee kokers of nokken (1108), waardoor in een gegeven denkbeeldig vlak de positie van de nokken, die zich in een al dan niet gemeenschappelijk bus bevinden, in hoofdzaak vast ligt, met andere woorden, hierdoor kunnen aangrenzende buigbare elementen ten opzichte van elkaar over een vooraf bepaald traject, vastgelegd door de vorm van de bus(sen), bewegen en in positie gehouden worden. De kokers zijn middels een plaat of iets dergelijks (1107) bevestigd aan een eerste buigbaar element, terwijl de bussen (1106, niet zichtbaar) zich in een aangrenzend tweede buigbaar element bevinden. Voor verbeterde bevestiging en geleiding zijn kokers in een voorbeeld, genomen langs een zijde van een buigbaar element, om en om geplaatst (zoals noord-zuid), dat wil zeggen een eerste paar in een eerste richting, een tweede paar 180 graden gedraaid, en zo verder.

Claims (14)

1. Opvouwbare een of meer modules omvattende waterglijbaan, bij voorkeur een module omvattend, optioneel met losneembare watervoortstuwingsinrichting voor het glijden op water, welke waterglijbaan een onderscheidbare gebruiksmodus en transport modus heeft en welke waterglijbaan verder sluitmiddelen omvat die worden gebruikt om onderscheidbare delen van de waterglijbaan die eventueel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen ten opzichte van elkaar vast te positioneren.

2. Waterglijbaan volgens conclusie 1, welke een vlak oppervlak geschikt voor glijden heeft, welk vlak oppervlak ten minste in een eerste richting in een of meer delen geheel of gedeeltelijk opvouwbaar is in transport modus, bijvoorkeur in twee of drie delen opvouwbaar, en welk vlak oppervlak in een tweede richting een gebogen oppervlak heeft in een gebruiksmodus, welke eerste en tweede richting bij voorkeur loodrecht op elkaar staan.

3. Waterglijbaan volgens conclusie 1 of 2, welke verder in gebruik omvat een glijvolume water, welk glijvolume een glijoppervlak heeft, en een watergeleidingsmiddel voor het verschaffen van een stroom water aan het glijoppervlak, welk glijoppervlak geschikt is voor het laten glijden van een deelnemer eventueel voorzien van een hulpmiddel en voor het in lijn brengen van het glijoppervlak met de waterglijbaan.

4. Waterglijbaan volgens een van conclusies 1-3, verder omvattend een houder met een volume water, en een of meer van een waterverschaffer, zoals een pomp, een ophanging eventueel voor het roteerbaar koppelen van het watergeleidingsmiddel op een frame, waarbij de ophanging het mogelijk maakt om het watergeleidingsmiddel relatief te draaien ten opzichte van het frame rond een eerste as die in hoofdzaak parallel is met de waterstroomrichting, een sluiting ingericht om te veranderen tussen gesloten en niet gesloten hoedanigheid, een bij voorkeur instelbaar sproeistuk, een zijdelingse begrenzing van glijoppervlak, in gebruik een waterstroom, een klep, een verbinding, een regeleenheid, een waterbron, een uitlaat, een overstroomeenheid, in gebruik een glijvolume met een bovenzijde dat een glijoppervlak verschaft en een onderzijde tegenover de bovenzijde waarbij ten minste een glijding aanwezig is bij de onderzijde van het glijvolume, een buffervolume water, een machinekamer, een vlies aan een zijde van de waterglijbaan, zoals een gespannen vlies, een los vlies, en een met de waterglijbaan verkleefd vlies, een activator, en een orientatieaanpassingeenheid voor het veranderen van de oriëntatie van het glijvolume relatief ten opzichte van een frame om het glijvolume uit te lijnen.

5. Waterglijbaan volgens een van conclusies 2-4, verder omvattend een of meer geleiders voor het tijdens opvouwen of ontvouwen ten opzichte van elkaar geleiden van delen.

6. Waterglijbaan volgens een van conclusies 1-5, verder omvattend een frame voor het op zijn plaats houden van het glijvolume en glijoppervlak.

7. Waterglijbaan volgens een van conclusies 1-6, verder voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestigen op een transportondergrond.

8. Waterglijbaan volgens een van conclusies 2-7, verder voorzien van ten opzichte van elkaar onderling onafhankelijk in de tweede richting en mogelijk in de eerste richting buigbare elementen, bij voorkeur 5 of meer buigbare elementen, liever 8 of meer, nog liever 12 of meer, het liefst 20 of meer, zoals 30, welke buigbare elementen een of meer ten opzichte van elkaar onderling onafhankelijk in de richting buigbare sub-elementen kunnen omvatten, zoals twee of meer sub-elementen, liever 3 of meer subelementen, zoals 5-10 sub-elementen.

9. Waterglijbaan volgens een van conclusies 2-8, verder omvattend een of meer fixeerders voor het in transport modus in een in hoofdzaak vaste positie houden van de een of meer opvouwbare delen, bij voorkeur fixeerders die in transportmodus of gebruiksmodus tevens als bevestigingsmiddel fungeren.

10. Waterglijbaan volgens een van conclusies 8-9, verder omvattend een of meer hendels voor het in transportmodus en voor het in gebruiksmodus in een in hoofdzaak vaste positie houden van de buigbare elementen en voor het overgaan van gebruiksmodus naar transportmodus of vice versa, welke een of meer hendels bij voorkeur om een scharnierpunt roteren, welk scharnierpunt zich bij voorkeur niet onder een buigbaar element bevindt en/of liefst in nabijheid van een buigbaar element grenzend aan een niet buigbaar element, welke hendels bij voorkeur zijn voorzien van een activator voor het aandrijven van de hendels.

11. Waterglijbaan volgens een van conclusies 8-10, verder voorzien van een of meer buiggeleiders per buigbaar element voor het van gebogen tot rechte toestand in relatieve positie houden van een buigelement, bij voorkeur 0.25-10 buiggeleiders per meter buigbaar element, liever 0.5-5 buiggeleiders per meter buigbaar element, nog liever 1-2 .buiggeleiders per meter buigbaar element, bijvoorkeur van een bus-koker type, met bij voorkeur twee of meer bussen per koker en/of twee of meer kokers.

12. Waterglijbaan volgens een van conclusies 2-11, waarbij de waterglijbaan oprolbaar is in lengte- of breedterichting, of een of meer lengte- en/of breedte delen omhoogvouwbaar zijn, bij voorkeur over een hoek van 30 - 180 graden, liever over een hoek van 45-135 graden, zoals ongeveer 90 graden, welke hoek zich in een vlak loodrecht op het oppervlak van de waterglijbaan bevindt.

13. Waterglijbaan volgens een van conclusies 2-12, ingericht om in gebruik een gespoten waterstroom te verschaffen met een glijvolume en een glijoppervlak dat een snelheid en/of volume en/of debiet en/of druk heeft die voldoende is om een deelnemer al dan niet voorzien van hulpmiddel ruimtelijk gezien in hoofdzaak op een vaste positie te houden door een impulsoverdracht zodat een deelnemer relatief langs het bewegende glijoppervlak beweegt.

14. Transporthouder, zoals een container, oplegger, en aanhanger, omvattend een of meer delen van de waterglijbaan volgens een van conclusies 1-13, welke transporthouder bij voorkeur de houder van conclusie 4 omvat, waarbij wanden en/of elementen van de transporthouder bijvoorkeur in gebruiksmodus respectievelijk een of meer wanden van de waterglijbaan, een of meer wanden van de houder, en loopvlak langs de waterglijbaan, vormen.