BE1019798A4 - Werkwijze en inrichting voor neuropsychologische modellering van de menselijke ervaring en koopgedrag. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor neuropsychologische modellering van de menselijke ervaring en koopgedrag. Download PDF

Info

Publication number
BE1019798A4
BE1019798A4 BE2011/0617A BE201100617A BE1019798A4 BE 1019798 A4 BE1019798 A4 BE 1019798A4 BE 2011/0617 A BE2011/0617 A BE 2011/0617A BE 201100617 A BE201100617 A BE 201100617A BE 1019798 A4 BE1019798 A4 BE 1019798A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
content
content object
program
value
viewer
Prior art date
Application number
BE2011/0617A
Other languages
English (en)
Inventor
Coppenolle Bart Van
Philip Vandormael
Original Assignee
Holybrain Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Holybrain Bvba filed Critical Holybrain Bvba
Application granted granted Critical
Publication of BE1019798A4 publication Critical patent/BE1019798A4/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q30/00Commerce
    • G06Q30/02Marketing; Price estimation or determination; Fundraising

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR NEUROPSYCHOLOGISCHE MODELLERING VAN DE MENSELIJKE ERVARING EN KOOPGEDRAG
De bekendmaking heeft betrekking op menselijk gedrag, en, meer specifiek, op een gebruikersinterface die is geoptimaliseerd voor de hersenen taak afbakening na te bootsen ervaring en koopgedrag. De huidige uitvinding betreft een systeem voor het accuraat modelleren van de psychologie van een koper/aankoper en het rangschikken van inhoudsobjecten in een kanaal voor gebruikersgeïnitieerd browsen en presentatie, bestaande uit een neuropsychologischemodelleringsmotor, een rangschikkingstoepassing, en een gedragsmodelleUr die met elkaar communiceren en een presentatiesysteem voor communicatienetwerken. De neuropsychologische modelleringsmotor gebruikt metabestanden geassocieerd met inhoudsobjecten, een aankoper/kijker model en een kanaalmodel om een waarde Ψ af te leiden die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt en een waarde m die een individu zijn motivationele sterkte voorstelt om een inhoudsobject te selecteren. Indien de waarde Ψ binnen een aanvaardbaar voorafbepaald gebied ligt, wordt de waarde m gebruikt om een rangschikking op te stellen voor het inhoudsobject in relatie tot andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kanaalmodel. Ook beschreven zijn een systeem en techniek voor het gelijktijdig voorstellen van meervoudige gegevensstromen met inhoudsobjecten op de gebruikersinterface op een manier die multidimensionele browsing aanmoedigt, gebruik makende van traditionele navigatiebedieningen.
Achtergrond / x
Volgens de neurofysiologie en de neuropsychologie omvat een het menselijke brein een linker hersenhelft en een rechterhersenhelft, die elk een eigen persoonlijkheid of bewustzijn en een aparte manier van verwerken van informatie. Voor de eenvoud 1 zullen deze worden aangeduid respectievelijk als de linkerhelft en de rechterhelft. De linker hersenhelft staat bekend om analytisch, categorische denken en tekstuele, sequentiële verwerking. De rechter hersenhelft is bekend voor kunststof, intuïtief, holistische denken en visueel-ruimtelijke, parallelle verwerking. Daarom zullen sommige processen of zelfs eenvoudige blootstelling aan bepaalde stimuli in plaats activeert de rechter hersenhelft en enkele andere plaats van de linker hersenhelft.
Zo zal bijvoorbeeld tekstuele informatie de linker hersenhelft activeren en visueél-ruimtelijke informatie de rechterhelft. Evenzo zal de handeling van het zoeken door de menu's eerder de linker hersenhelft activeren, terwijl het navigeren met bijv. een joystick door een landschap of ruimte veeleer rechterhelft zal activeren. Daarom zal het ervaren van interfaces eerder de linker-of de rechterhelft activeren, afhankelijk van het type van de elementen die gebruikt worden voor de interfacen: bv. visueel-ruimtelijke elementen óf de tekst. Dergelijke links rechts activatie zal ook afhangen van het soort acties en denken die nodig zijn voor het gebruik van deze elementen. Zoals uiteengezet in de rest van deze tekst, kan hemisferische hersenactiviteit ook worden gekoppeld aan menselijke emoties en stemmingen. Zo kan een product-interface ondersteunt een bepaalde stemming, afhankelijk van de manier waarop de front-end en back-end worden ontworpen, en afhankelijk vari de processen die nodig zijn om dergelijke-interface bedienen.
Het probleem met de huidige human interfaces is dat zij ons verplichten om informatie te verwerken of acties die niet in lijn zijn met de stemming ervaring waarvoor het product werd ontworpen uit te voeren. Of, met andere woorden, deze interfaces hebben op een bepaald moment tijdens de gebruikerservaring de neiging om een deel van de hersenen, die vervolgens onze emoties en dus ons humeur verandert in een niet-wenselijke manier te activeren. Bijvoorbeeld, mensen kijken televisie om te ontspannen. Het doorlopen van menu’s is een onwelkome onderbreking wanneer men in een ontspannen sfeer: het verandert onze stemming van ontspanning tot frustratie.
Er is behoefte voor een techniek die uitgaat van de gewenste ervaren stemming en de ervaring-interface afleidt inclusief zijn front-end design, back-end design en de werking ervan, rekening houdend met de stemmingswisselingen veroorzaakt door de specifieke hersenactiviteit nodig is voor de interface van proces-en work flow.
Er bestaat ook een behoefte voor een interface die mensen in de juiste stemming brengt voor bepaalde activiteiten of processen die vandaag de dag nog niet optimaal bediend zijn. Dergelijke toepassingen, onderbediend vanuit het oogpunt ervaring worden geïllustreerd en gegroepeerd in zes uitvoeringen.
Er bestaat een behoefte aan een systeem en techniek die producten of inhoud, bijvoorbeeld maakt audio, video, grafisch, reclame, website, brochure, enz. worden vooraf gekozen uit een of meer inhoudsbronnen en worden gepresenteerd met een hogere mate van nauwkeurigheid name een individuele smaak of de gewenste stemming op een bepaald platform en om vragen voor een specifiek type van transactie.
Een behoefte bestaat voor een e-reader zwart-witte tekst representatie-emulator waarmee de gebruiker de cijfers in kleur of 3D kan weergeven door het uitvoeren van een eenvoudige, intuïtieve bediening, dat houdt de gebruiker ontspannen en vereist hem niet om door menu's te gaan , of tekst of trefwoorden of zelfs het veranderen van platform ! Er bestaat een behoefte voor een web-gebaseerd systeem dat meer geautomatiseerd terugkerende aankopen toelaat. Een dergelijk systeem is niet alleen een efficiënter en meer ontspannen alternatief voor state-of-the-art web winkelen, maar ook voor de traditionele supermarkt winkelen.
Er is behoefte aan een automatisch systeem voor de handel van effecten die rekening houdt met kopers en verkopers 'stemmingen en geautomatiseerde trading-activiteiten dienovereenkomstig uitvoert. Er is behoefte aan· een systeem voor de handel, dat de linker hersenhelft's taak van risk management ondersteunt en tegelijk de rechter hersenhelft's winstbejag blokkeert.
Er Is een behoefte aan een model dat een koper typische emoties en stemming, gerelateerd aan een specifiek type van verkoop, op een geschikte verkoopstrategie links.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De openbaarmaking betrekking heeft op een neuropsychologische modellen techniek en de daaruit voortvloeiende wiskundig model voor de menselijke emoties en stemmingen toegepast in koper, verkoper, gebruiker en ervaring psychologie, meer specifiek toegepast in ervaring, interface, platform-, proces-, en back-end ontwerp van producten, processen of diensten. Natuurlijke ervaringen interfaces zijn gebaseerd op specifieke kenmerken van het linker en rechter bewustzijn, toegepast in de linker hersenhelft, rechter hersenhelft of tandem interfaces.
Op basis van de modelleringstechniek of model, wordt een natuurlijke gebruikerservaring stemming gekozen, die dicteert het ontwerp van de gebruikersinterface en de back-end van het product, proces of dienst in kwestie. Het model of modellering techniek vormt dus de basis van het ontwerp van de natuurlijke gebruikerservaring, de gebruikersinterface, het product proces of workflow evenals de back-end.
Dergelijke neuropsychologische modellentechniek of model of de natuurlijke user experience of zijn interface of zijn back-end proces kan worden toegepast in diverse uitvoeringen, inclusief maar niet beperkt tot: 1) Een internet-en / of media-en / of TV-ervaring op het systeem, met behulp van een specifiek /recht hersenen interface en een tandem-interface op verschillende hardware platforms 2) Een tandem-interface voor het lezen en / of onderzoek en / of schrijven, 3) Een tandem user interface voor die automatisch kopen op internet toelaat voor terugkerende consumenten aankopen.
4) Een automatisch systeem voor de handel van effecten, 5) Een automatische internetbank of beleggingsfonds en 6) een model voor de verkoopstrainingen, consultancy en software.
Daarom, en meer in het algemeen, bestaat er een behoefte aan een neuropsychologische modelleringstechniek en model die links basale menselijke emoties, stemmingen en corticale activiteit, interface design strategieën met inbegrip van hun back-end, front-end en operationele proces van menselijke ervaringen. Ervaringen worden opgevat als stemmingen die van nature voorkomen en optimaal in bepaalde processen. Interfaces tussen deze processen en de ervaringen in de menselijke hersenen zijn optimaal ontworpen om de natuurlijke en optimale ervaring in elke fase van het proces te ondersteunen. Dus links, rechts en tandem-interfaces worden gebruikt, met specifieke corticale verzoek te lokken specifieke stemmingen. Naast de modellering techniek en de bijbehorende uitvindingen, zijn zes andere uitvindingen gepresenteerd aan de specifieke, praktische relevantie en technische uitvoering als de belichaming van de modellering techniek in specifieke toepassingen te ondersteunen.
De huidige uitvinding betreft, maar is niet beperkt tot: 1. Een aanbevelingssysteem functioneel gekoppeld aan een netwerk-toegankelijke bron van de indexeerde inhoudsobjecten en een kijkersysteem, het aanbevelingssysteem in staat om de psychologie van koper/aankoper te modelleren, het aanbevelingssysteem omvattende: a. een neuropsychologische modelleringsmotor, functioneel gekoppeld aan de netwerk-toegankelijke bron van geïndexeerde inhoudsobjecten; b. een gedragsmodelleur, functioneel gekoppeld aan het kijkersysteem; c. een rangschikkingstoepassing, functioneel gekoppeld aan de neuropsychologische modelleringsmotor; d. een eerste geheugen, functioneel gekoppeld aan de rangschikkingstoepassing, de neuropsychologische modelleringsmotor, en de gedragsmodelleur voor het opslaan van een veelvoud aan kijkermodellen; e, een tweede geheugen, functioneel gekoppeld aan de rangschikkingstoepassing, de neuropsychologische modelleringsmotor, en de gedragsmodelleur voor het opslaan van kanaalmodellen en rangschikkingen van inhoudsobjecten in relatie tot een kanaalmodel; waarbij de neuropsychologisch modelleringsmotor geconfigureerd is om: i) meta-data te vergelijken die geassocieerd is met een inhoudsobject, ontvangen van de bron van geïndexeerde inhoudsobjecten, met meta-data die geassocieerd is met een kijkermodel en ten minste één kijkerkanaal geassocieerd met de kijker, en ii) te bepalen of het ontvangen inhoudsobject verkiesbaar is om gerangschikt te worden tussen andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kijkerkanaal in overeenstemming met de kijker's emotionele motivatie om het inhoudsobject te selecteren.
2. Het systeem volgens punt 1 waarbij het aanbevelingssysteem verder bestaat uit: f. een wiskundig model voor menselijke emoties, opgeslagen in geheugen en toegankelijk voor de neuropsychologische modelleringsmotor.
3. Het systeem volgens punt 1 of 2 waarbij de neuropsychologische modelleringsmotor verder geconfigureerd is om: iii) een angstvectorwaarde te genereren, die een individu zijn angst voorstelt om het inhoudsobject te selecteren of aan te kpen; iv) een verlangensvectorwaarde te genereren, die een individu zijn verlangen voorstelt om het aangeboden item te selecteren of aan te kopen; v) eèn waarde Ψ af te leiden uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde, die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt; vi) een waarde m af te leiden uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde, die een individu zijn motivationele sterkte voorstelt om het inhoudsobject te selecteren; en vii) indien de waarde Ψ die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt binnen een aanvaardbaar voorafbepaald bereik ligt, de waarde m te verschaffen aan de rangschikkingstoepassing.
4. Het systeem volgens punten 1 tot 3 waarbij de rangschikkingstoepassing geconfigureerd is om, gebruikmakend van de waarde m die ontvangen wordt van de neuropsychologische modelieringsmotor, een rangschikking te bepalen voor het inhoudsobject in relatie tot andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kanaalmodel.
5. Een systeem bestaande uit een aanbevelingssysteem volgens een van de punten 1 tot 4 en één of meerdere inhoudsobjecten gerangschikt en/of aangeboden door het aanbevelingssysteem.
6. Een werkwijze voor het modelleren van de psychologie van een kopen/aankoper, bestaande uit: a. het vergelijken van meta-data geassocieerd met een inhoudsobject met meta-data geassocieerd met een kanaalmodel; b. het genereren van een angstvectorwaarde die een individu zijn angst voorstelt om het inhoudsobject te selecteren of aan te kopen; c. het genereren van een verlangensvectorwaarde die een individu zijn verlangen voorstelt om het aangeboden item te selecteren of aan te kopen; d. het afleiden, uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde, van een waarde Ψ die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt; e. het afleiden, uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde, van een waarde m die een individu zijn motivationele sterkte voorstelt om het inhoudsobject te selecteren of aan te kopen; en f. indien de waarde Ψ die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt binnen een aanvaardbaar voorafbepaald bereik ligt, het gebruik maken van de waarde m om een rangschikking te bepalen voor het inhoudsobject in relatie tot andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kanaalmodel; en g. het bewaren van het kanaalmodel en een kijkmodel geassocieerd met het individu in een netwerk-toegankelijk geheugen.
7. Een systeem voor het modelleren van de psychologie van een kopen/aankoper, bestaande uit: a. een eerste netwerk-toegankelijk geheugen om ten minste één kanaalmodel op te slaan; b. een modelleringsmotor, functioneel gekoppeld aan het netwerk-toegankelijk geheugen en geconfigureerd om meta-data geassocieerd met een inhoudsobject te vergelijken met meta-data (geassocieerd met het kanaalmodel en om het volgende te genereren: i) een angstvectorwaarde die een individu zijn angst (weerzin) voorstelt om het inhoudsobject te selecteren of aan te kopen; ii) een verlangensvectorwaarde die een individu zijn verlangen voorstelt om het aangeboden item te selecteren of aan te kopen; iii) een waarde Ψ die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt, de waarde Ψ afgeleid uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde; iv) een waarde m die een individu zijn motivationele sterkte voorstelt om het inhoudsobject te selecteren, de waarde m afgeleid uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde; en c. een rangschikkingsmodule die responsief is aan de modelleringsmotor om een rangschikking af te leidén voor het inhoudsobject in relatie tot andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kanaalmodel, uit de waarde m gegenereerd door de modelleringsmotor, indien de waarde Ψ gegenereerd door de modelleringsmotor binnen een aanvaardbaar voorafbepaald gebied ligt; en d. een tweede netwerk-toegankelijk geheugen om ten minste een deel van het inhoudsobject en de andere inhoudsobjecten op te slaan.
8. Een systeem bestaande uit een systeem volgens punt 7 en één of meerdere inhoudsobjecten gerangschikt door het systeem volgens punt 7.
9. Een werkwijze om multidimensionaél surfen mogelijk te maken, bestaande uit: a. het evalueren van een eerste inhoudsobject overeenkomstig met gedragsmeta-data geassocieerd met een consument om verkiesbaarheid voor rangschikking te bepalen; b. toewijzen van een emotionele motivatiewaarde aan het eerste inhoudsobject, indien verkiesbaar voor rangschikking; en c. het rangschikken van een referentie naar het eerste inhoudsobject tussen een eerste veelvoud.aan referenties naar inhoudsobjecten in volgorde van stijgende of dalende emotionele motivatie geassocieerd met de respectievelijke inhoudsobjecten.
10. De werkwijze volgens punt 9, verder bestaande uit: d. het toewijzen van een chronologische rangschikkingswaarde aan het eerste inhoudsobject tussen een tweede veelvoud aan inhoudsobjecten met ten minste één parameterwaarde gemeenschappelijk met het eerste inhoudsobject.
11. De werkwijze volgens punten 9 of 10, verder bestaande uit: e. het rangschikken van het eerste inhoudsobject tussen een tweede veelvoud aan inhoudsobjecten met ten minste één parameterwaarde gemeenschappelijk met het eerste inhoudsobject in volgorde van stijgende of dalende chronologische rangschikkingswaarde.
12. Een werkwijze voor gebruik met een video-weergavesysteem bestaande uit een videoscherm en een veelvoud aan cursornavigatiebedieningen óm een door een gebruiker selecteerbaar deelgebied van het videoschermoppervlak sequentieel in één of meerdere richtingen te bewegen, de werkwijze bestaande uit: a. het ontvangen van een eerste cursornavigatiebedieningsopdracht; en b. het doorleiden van de eerste cursornavigatiebedieningsopdracht om een presentatie te starten van een eerste inhoudsobject uit een eerste veelvoud aan inhoudsobjecten die eerder gerangschikt werden volgens chronologisch volgorde or progressief stijgende of dalende emotionele motivatie.
13. In een videoweergave-systeem bestaande uit: - een videoscherm; - een veelvoud van directionele navigatiebedieningen om sequentieel een door een gebruiker te selecteren deelgebied van het videoscherm in één of meer richtingen over het videoschermoppervlak te bewegen; - besturingslogica voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met een van de navigatiebedieningen en voor het doorleiden van het opdrachtsignaal om een presentatie te starten van een eerste inhoudsobject uit een eerste veelvoud aan inhoudsobjecten die gerangschikt werden in volgorde van progressieve emotionale motivatie; - waarin selectie van een navigatiebediening geassocieerd rhet een eerste richting een presentatie start van het eerste inhoudsobject met ten minste dezelfde of een verhoogde emotionele waarde dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject; en - waarin de selectie van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegenover de eerste richting, een presentatie start van het eerste inhoudsobject met ten minste dezelfde of een verlaagde emotionele motivatie dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject; en - een veelvoud van geheugenbuffers voör het opslaan van ten minste een deel van het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten en het eerste inhoudsobject.
14. Het systeem volgens punt 13, verder bestaande uit: - controlelogica voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met één van de navigatiebedieningen en voor het doorleiden van opdrachtsignalen om een presentatie te starten van het eerste inhoudsobject uit een tweede veelvoud aan inhoudsobjecten eerder gerangschikt in chronologische volgorde.
15. In een video-weergavesysteem, .bestaande uit: - een videoscherm; - een 'veelvoud aan directionele navigatiebedieningen om sequentieel een door een gebruiker te selecteren deelgebied van het videoscherm in één of meerdere richtingen over het videoschermoppervlak te bewegen; - controleiogica voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met één van de navigatiebedieningen en voor het selecteren van een eerste inhoudsobject uit een eerste veelvoud aan inhoudsobjecten gerangschikt in volgorde van stijgende of dalende emotionele motivatie en om een presentatie te statten van het eerste inhoudsobject uit een tweede veelvoud aan inhoudsobjecten eerder gerangschikt in chronologische volgorde.
16. In een video-weergavesysteem, bestaande uit: - een videoscherm; - een veelvoud aan directionele navigatiebedieningen om sequentieel een door een gebruiker te selecteren deelgebied van het videoscherm in één of meerdere richtingen over het videoschermoppervlak te bewegen; - controlelogica voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met één van de navigatiebedieningen en voor het doorleiden van het opdrachtsignaal om een presentatie te starten van het eerste inhoudsobject uit een eerste veelvoud aan inhoudsobjecten eerder gerangschikt in chronologische volgorde.
- waarin het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het eerste inhoudsobject met een vroegere chronologische waarde dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject; en - waarin het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, een presentatie start van het eerste inhoudsobject met een latere chronologische waarde dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject; en - een veelvoud aan geheugenbuffers om ten minste een deel van het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten en het eerste inhoudsobject op te slaan.
17. Een systeem volgens een van de punten 13 to 16 waarbij ten minste een van de navigatiebedieningen geselecteerd is uit navigatiebedieningen voor omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. .
18. Een systeem volgens een van de punten 13 tot 17 waarbij ten minste een deel van het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten terzelfdertijd weergegeven wordt met het eerst inhoudsobject.
19. Een systeem volgens een van de punten 13 tot 18 waarbij ten minste een deel van het tweede veelvoud aan inhoudsobjecten terzelfdertijd weergegeven wordt met het eerst inhoudsobject.
20. Een systeem volgens een van de punten 13 tot 19 waarbij een deel van het eerste of tweede veelvoud aan inhoudsobjecten weergegeven worden met grafische indicia die aanduiden welke navigatiebedieningen daarmee beschikbaar zijn.
21. Een systeem bestaande uit een systeem volgens een van de punten 13 tot 20 en één of meerdere inhoudsobjecten gerangschikt en/of geselecteerd met een systeem volgens een van de punten 13 tot 20.
22. Een systeem voor de weergave en navigatie van meervoudige gegevensstromen, bestaande uit: - een videoscherm dat een videoschermoppervlak definieert; - een controle-interface, functioneel gekoppeld aan het videoscherm en geconfigureerd om een veelvoud aan directionele navigatiebedieningen te verschaffen om sequentieel éen door een gebruiker te selecteren deelgebied binnen het videoschermoppervlak in één of meerdere richtingen te bewegen; en - een graphics-motor voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met één van de navigatiebedieningen om een presentatie te starten van een primaire inhoudsobject uit een eerste veelvoud van inhoudsobjecten gerangschikt volgens voorafbepaalde criteria.
23. Het systeem volgens punt 22 waarbij het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten gerangschikt zijn in een voorafbepaalde volgorde van stijgende of dalende emotionele motivatie van een kijker om de inhoudsobjecten te selecteren.
24. Het systeem volgens punt 23 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het primaire inhoudsobject met ten minste dezelfde of een verhoogde emotionele motivatie dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject.
25. Het systeem volgens punt 24 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, een presentatie opstart van het primaire inhoudsobject met ten minste dezelfde of een verlaagde emotionele motivatie dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject.
26. Het systeem volgens punt 22 waarbij het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten eerder gerangschikt werden in chronologische volgorde.
27. Het systeem volgens punt 26 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het primaire inhoudsobject met een vroegere chronologische waarde dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject.
28. Het systeem volgens punt 27 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, een presentatie start van het primaire inhoudsobject met een latere chronologische waarde ermee geassocieerd dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject.
29. Het systeem volgens een van de punten 22 tot 28 waarbij de graphics-motor geconfigureerd is om ten minste een deel weer te geven van het eerste veelvoud aan gegevensstromen met inhoudsobjecten op hetzelfde ogenblik als ! het weergeven van de primaire gegevensstroom met inhoudsobjecten.
30. Het systeem volgens punt 29 waarbij het deel van het eerste veelvoud aan gegevensstromen met inhoudsobjecten weergegeven wordt met grafische indicia die aanduiden welke directionele navigatiebedieningen daarbij selecteerbaar zijn.
31. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 30 waarbij het deel van het eerste veelvoud aan gegevensstromen met inhoudsobjecten weergegeven wordt met grafische indicia die aanduiden welke prijs geassocieerd is met de selectie ervan.
32. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 31 waarbij de primaire gegevensstroom'met inhoudsobjecten weergegeven wordt met grafische indicia die een autorisatiestatus aanduiden die geassocieerd is met de selectie ervan.
33. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 32 waarbij de primaire gegevensstroom met inhoudsobjecten weergegeven wordt met beschrijvende informatie hierover.' 34. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 33 waarbij het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten gerangschikt zijn in een voorafbepaalde volgorde volgens de prijs geassocieerd met de selectie ervan.
35. Het systeem volgens punt 34 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het primaire inhoudsobject zonder kost geassocieerd met de selectie ervan. . - 36. Het systeem volgens punt 35 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegengesteeld aan de eerste richting, een . presentatie start van het primaire inhoudsobject met een prijs geassocieerd met de selectie ervan.
37. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 36 waarbij een controle-interface verder geconfigureerd is om een veelvoud aan bedieningen te verschaffen om expliciete feedback te verschaffen in de vorm van negatieve of positieve emotie ten opzichte van het primaire inhoudsobject of de meta-data die hiermee geassocieerd is.
38. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 37 waarbij een controle-interface verder bestaat uit een veelvoud aan kleurgecodeerde bedieningen die • gebruikt kunnen worden om de link naar het primaire inhoudsobject sociaal te . delen met het toepasselijk sociaal netwerk of om een gift te verschaffen aan de auteur(s) van het primaire inhoudsobject of de aanbevelen ervan.
39. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 38 waarbij de controle-i.nterface verder bestaat uit versnellingsmeters om horizontale, vertikale en andere bewegingspatronen tè detecteren om deze te gebruiken als navigatie- en selectieopdrachten.
40. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 39 waarbij de graphics-motor verder geconfigureerd is om op het videoscherm beelden van derden weer te geven die inhoud hebben aanbevolen, de beelden gepresenteerd in een in een rij opgestelde relatie tot een aanbeveler van het primaire inhoudsobject.
41. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 40 waarbij het systeem verder bestaat uit één of meerdere virtuele kanalen in dewelke inhoudsobjecten komen van enkelvoudige of meervoudige bronnen, extern van het aanbevelingssysteem, en gerangschikt kunnen worden in gelijkwelke van de volgende categorieën: aanbevolen inhoud, geleide inhoud, inhoud van derden, inhoud van de persoonlijke bibliotheek, gebruikersgegenereerde inhoud en beelden, mail, geposte inhoud en het offline bekijken van gelijkwelke van voorgaande of reguliere kanalen.
42. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 41 waarbij de controle-interface verder geconfigureerd is om te navigeren tussen inhoudsobjecten die gerangschikt zijn in dimensies en waarbij de dimensies logisch genesteld zijn op meervoudige niveaus.
43. Het systeem volgens punt 42 waarbij de controle-interface verder geconfigureerd is om te navigeren tussen ofwel een chronologisch rangschikking van chronologisch geordende inhoudsobjecten, ofwel een vertikale angst/verlangen dimensie.
44. Het systeem volgens een van de punten 29 tot 43, waarbij de controle-interface verder geconfigureerd is om een opdracht, een kanaalaanwijzer of een weergave-icoon te verschaffen om onmiddellijk, als primair inhoudsobject, toegang te krijgen tot en het presenteren van instructionele materialen betreffende verscheidene functies en procedures geassocieerd met het systeem.
45. Een systeem bestaande uit een systeem volgens een van de punten 22 tot 44 en een inhoudsobject gepresenteerd en/of geselecteerd met behulp van een systeem volgens een van de punten 22 tot 44.
46. Een werkwijze voor verdeeld vertraagde streaming van inhoud bestaande uit: a. het verschaffen van een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van inhoud die een eerste programma voorstelt; b. het ontvangen in het netwerk-toegankelijk geheugen van gedeelten van het eerste programma van een veelvoud van kijkers die toegang hebben tot het eerste programma vanuit een andere bron; ^ c. het monteren van de delen ontvangen van het veelvoud van kijkers in het eerste programma; en d. bij ontvangst van een verzoek van een van het veelvoud van kijkers, het doorsturen van het eerste programma naar de verzoekende kijker.
waarin de gedeeltes van het eerste programma asynchroon worden ontvangen van het veelvoud van kijkers; waarin het eerste programma toegankelijk is voor het veelvoud van kijkers van de andere bron tijdens een eerste periode en waarin het eerste programma wordt doorgestuurd naar de verzoekende kijker tijdens een tweede periode niet identiek aan de eerste periode.
47. Een systeem voor verdeeld vertraagde streaming van inhoud bestaande uit: a. een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van inhoud die een het eerste programma voorstelt; b. een netwerk-interface voor het ontvangen in het netwerk-toegankelijk geheugen van op zijn minst gedeelten van het eerste programma uit een veelvoud van kijkers die toegang hebben tot het eerste programma vanuit een andere bron; c. een samenvoegingsmotor voor de montage van de delen ontvangen van het veelvoud van kijkers in het eerste programma; en d. een streaming-interface voor het verzenden van het e'erste programma naar een van het veelvoud van kijkers op aanvraag.
48. Een systeem bestaande uit een systeem volgens punt 47 en één of meerdere programma's geschikt voor een systeem volgens punt 47.
49. Een werkwijze voorverdeeld uploaden van inhoud bestaande uit: a. het bepalen welke van een veelvoud van inhoudsprogramma's toegankelijk zijn vanaf een eerste bron voor het downloaden naar een viewer systeem; b. het verzoeken om tenminste een deel van toegankelijke programma's van de eerste bron naar het kijkersysteem op een eerste tijdstip te downloaden; c. het uploaden van ten minste een deel van het toegankelijke programma ontvangen door het kijkersysteem naar een tweede bron op afstand samen met toestemmirigsindicia ter identificatie van het kijkersysteem; en d. het verzoeken om het toegankelijke programma van de tweede bron te downloaden naar het kijkersysteem op een tweede tijdstip verschillend van het eerste tijdstip.
50. Een systeem voor verdeeld uploaden van inhoud bestaande uit: a. een kijkersysteem functioneel gekoppeld via een netwerk aan een eerste bron van inhoudsprogramma's; b. programmalogica om te bepalen welke van een veelvoud , van inhoudsprogramma's toegankelijk zijn vanaf de eerste bron en 'voor het aanvragen van het downloaden van ten tenminste een deel van toegankelijke programma's van de eerste bron naar het kijkersysteem op een eerste tijdtip; en c. programmalogica voor het uploaden van ten minste een deel van het toegankelijke programma ontvangen door het kijkersysteem naar een tweede bron op afstand samen met de toestemmingsindicia voor het identificeren van het kijkersysteem; en d. programmalogica voor het aanvragen van het downloaden van het toegankelijke programma van de tweede bron naar het kijkersysteem op een tweede tijdstip verschillend van het eerste tijdstip.
51. Het systeem van punt 49 verder bestaande uit: e. programmalogica voor het ontvangen van gestreamde download van een deel van het toegankelijke programma van de tweede bron, waarin het gestreamde download gedeelte van het toegankelijke programma ontvangen van de tweede bron op afstand groter is dan het geüploade deel van het toegankelijke programma overgebracht naar de tweede bron op afstand van het kijkersysteem.
52. Een systeem bestaande uit een systeem volgens een van de punten 50 of 51 en één of meerdere inhoudsprogramma's geschikt voor een systeem volgens een van de punten 50 of 51.
53. Een werkwijze voor gedistribueerde vertraagde streaming van inhoud, bestaande uit: a. het verschaffen van een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van inhoud die een eerste programma voorstelt dat ontvangen werd van een bron; b. het ontvangen in het netwerk-toegankelijk geheugen van toestemmingsindicia die een veelvoud van kijkers identificeren die toegang hebben tot het eerste programma van de bron; en c. bij ontvangst van een verzoek van een van het veelvoud van kijkers, het verifiëren van de toestemmingsindicia om te bepalen of verrzoekende kijker geautoriseerde toegang heeft tot het Ie programma; en d. het doorsturen van het eerste programma naar de verzoekende kijker na verificatie van de toestemming, waarin het eerste programma toegankelijk is voor het veelvoud van kijkers van de bron tijdens een eerste periode en waarin het eerste programma wordt doorgezonden naar de verzoekende kijker tijdens een tweede periode niet identiek aan de eerste periode.
54. Een systeem voor gedistribueerde vertraagde streaming van inhoud, bestaande uit: a. een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van inhoud die een eerste programma voorstelt dat ontvangen werd van een bron; b. een netwerk-interface voor de ontvangst in het netwerk-toegankelijk geheugen van toestemmingsindicia voor het identificeren van een veelvoud van kijkers die toegang hebben tot het eerste programma uit de bron; c. een controlemotor voor de bepaling, bij ontvangst van een verzoek van een van het veelvoud van kijkers, of de verzoekende kijker geautoriseerde toegang heeft tot het eerste programma; en d. een streaming-interface voor het verzenden van het eerste programma naar de verzoekende kijker na verificatie van de toelating.
55. Een systeem bestaande uit een systeem volgens punt 54 en één of meerdere programma's geschikt voor een systeem volgens punt 54.
56. Een systeem voor het selecteren en het bekijken van programma-inhoud, bestaande uit: a. een eerste gebruikersinterface functioneel gekoppeld is aan de samenstelling van selecteerbare en bekijkbare inhoudsobjecten voor het presenteren van substantieel visuele, niet-tekstuele Informatie; b. een tweede gebruikersinterface functioneel gekoppeld aan de gegevens geassocieerd met de inhoudsobjecten voor het presenteren van substantieel tekstuele informatie; c. een derde gebruikersinterface functioneel gekoppeld aan de samenstelling van selecteerbare en bekijkbare inhoudsobjecten en de meta-data behorende bij de inhoudsobjecten voor het presenteren van visuele inhoud of tekstuele informatie; en d. een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van ten minste een deel van de meta-data geassocieerd met de inhoud objecten.
57. Een systeem bestaande uit een systeem volgens punt 56 en één of meerdere inhoudsobjecten geschikt voor een systeem volgens punt 56.
58. Een werkwijze voor het selecteren en het bekijken van programma-inhoud, bestaande uit: a. het verschaffen van een eerste gebruikersinterface die functioneel gekoppeld is aan de samenstelling van selecteerbare en bekijkbare inhoudsobjecten voor het presenteren van substantieel visuele, niet-tekstuele informatie; b. het verschaffen van een tweede gebruikersinterface die functioneel gekoppeld is aan meta-data geassocieerd met de inhoudsobjecten voor het presenteren van substantieel tekstuele informatie, en c. het verschaffen van een derde gebruikersinterface die functioneel gekoppeld is aan de samenstelling van selecteerbare en bèkijkbare inhoudsobjecten en de meta-data behorende bij de inhoudsobjecten voor het presenteren van visuele inhoud en tekstuele informatie; en d. het opslaan in een netwerk-toegankelijk het geheugen van ten minste een deel van de meta-data geassocieerd met de inhoudsobjecten.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
met betrekking tot de figuur IA staat respectievelijk in de linkerbovenhoek linker actieve rechter passieve 300; links en rechts actief 301; rechts actief en links passief 302; rechts en links passief 303. Op de i as op 12h staat boos 304, passioneel 305, dominant 306, ontspannend 307, verveeld 308, apathisch 309, de zorg 310, paniekerig 311.
Figuur 1B heeft dezelfde aanduiding in een vierkant profiel, waarbij de assen de positieve emoties 314 weergeven in de liggende as, en de negatieve emoties 315 in de staande as gaande van laag 313 tot hoog 312.
Figuur IC toont op de y-as de Angstvector 316 en op de X-as staat de Begeertevector 317 aangeduid.
Figuur 1D toont transformatie van het positieve kwadrant in het complexe vlak naar de logaritmische gemoedstoestandsruimte in overeenstemming met het huidige document.
Figuur IE toont de Angst 316 en Begeerteverhouding 317 in een cirkeldiagram. Figuur 1H toont het hetzelfde in een vierkantdiagram.
Figuur 1G toont de lichtinval 318 in de oogbol 319 via de pupil 320 en het netvlies 321.
Figuur II verduidelijkt de actieve linker cortex 322, de actieve rechter cortex 323 en het para limbisch actieve systeem 324.
Figuur IJ illustreert de stabiele emoties die vloeien uit de angst- 316 en begeerte 317. Het gaat om de hogere 312 emoties zoals paniek 311, boos 304, passioneel 305, dominant 306, en ontspannend 307. De lagere 313 emoties zijn dan weer apathisch 309, bezorgdheid 310 en verveling 308.
Figuur IK toont op een cirkeldiagram waar de bovenvermelde emoties liggen in de hersenen. In het linker actieve rechter passie 300, links en rechts actief 301, rechts actief en links passief 302, rechts en links passief 303.
Figuur 1L toont dezelfde emoties in het Mood Square. Het duidt aan welke positieve 314 en welke negatieve 315 emoties zijn en of ze hoog 312 of laag 313 gelegen zijn.
Figuur 1M duidt een aantal variaties aan op de Mood Disk. Het gaat om de volgende emoties: zelfvoldaan 1, geamuseerd 2, boos en geërgerd 3, beschaamd 4, verveeld en geërgerd 5, kalm/zen 6,1 vrolijk 7, verward 8, nieuwsgierig 9, depressief 10, opgewonden 11, gefrustreerd 12, schuldig 13, onverschillig 14, jaloers 15, herkend 16, rusteloos 17.
Figuur IN duidt op de y-as de uitdaging 325 aan. Op de x-as vindt u het vaardigheidsniveau 326. De emoties bestaan uit angst 327, opwinding 328, flow volgen 329, controle 330, ontspanning 331, verveling 332, apathie 333, bezorgdheid 334.
Figuur 2 toont dezelfde emoties op een cirkeldiagram waarbij u op de y-as de angstvector 316 vindt en op de x-as de Begeerte-vector 317.
Figuur 5 illustreert theoretisch effect van een gewenst tv-user interfacing, waaronder voorbeeld waarden voor de Angst'coördineren f, de Begeerte coördineren d, de stemming Ψ en de motiverende kracht m in de Mood schijf. U ziet ook respectievelijk linker actieve rechter passieve 300; links en rechts actief 301; rechts actief en links passief 302; rechts en links passief 303.
Figuur 6A toont ongeveer hetzelfde als figuur 6.
Figuur 6B illustreert theoretisch de verkoop wegen van begeerte op basis B2B-verkoop, .angst gebaseerde B2B verkoop-en B2C-verkoop op de Mood Disk.Het gaat om de emoties paniek 311, boos 304, passioneel 305 dominant 306, ontspannen 307, verveeld 308, apathisch 309, bezorgd 310 en paniek 311.
Figuur 6C toont hetzelfde als figuur 6C maar met de genummerde fases.
Figuur 6D toont terug hetzelfde maar de emoties passioneel 305, dominant 306 en ontspanning 307 gemarkeerd.
Figuur 7 illustreert een deze Flow Chart met de volgende elementen terug: 30. Publiek WAN; 31. Privaat netwerk; 32. Kijkersysteem; 33. Kijkersysteem34. Inhoudsprovider; 35. Modeleringsysteem; 36. Inhoudsprovider; 37. Inhoudsprovider.
Figuur 8 toont opnieuw een Flow Chart met als elementen: 40. Gedragsnrcodelleur; 41. Modelleermotor;42.Rangschikkingsapplicatie, 43. Netwerk interface; 44. Poort; 45. Poort; 46. Kijker systeem; 47. Inhoudsobjecten; 48. Kanalen/rangschikking.
Figuur 9A toont een Flow Chart met de volgende elementen: 32. Kijkersysteem 41. Neuropsychologisch modelleringsmotor 42. Rangschikkingsapplicatie; 46. Kijkersmodel 47. Inhoudsobject 48. Kanaal/groepsrangschikking 49. Gedragsmodel 60. Geïndexeerd inhoudsmateriaal.
Figuur 9D toont u op de FIow chart de volgende elementen: 32. Kijkersysteem 41. Neuropsychologisch modelleringsmotor 42. Rangschikkingsapplicatie; 46. Kijkersmodel 47. Inhoudsobject 48. Kanaal/groepsrangschikking 49. Gedragsmodel 60. Geïndexeerd inhoudsmateriaal.
Figuur 9B Op de flow chart vindt u van boven naar benenen: 61. Gedragsevent 62. Te wijzigen kanaal Model 63. Het te gebruiken kanaal. Data om een query te creeëren van geïndexeerde inhoud 64. Genereer Ψ en m warden voor het locale inhoudsobject. 65. Ψ is te kiezen voor kanaal? 66.Meer kanalen 67. Het volgende kanaal.
Figuur 9E Op de flow chart staat van boven naar onder: 61. Gedragsevent 62. Wijzig het kijkersmodel 63. Wijzig het kanaalmodel.
Figuur 9F Op de flow chart staat van boven naar onder: 63. query's geïndexeerde inhoud op basis van kijker en kanaal-model 64. Genereer F en D coördinaten voor elke gevonden inhoudsobject 65. Wijs kiesbare inhoudsobjecten toe aan geselecteerde kanalen. 66. Meer kanalen? 328. Post -proces stap voor inhoudsobjecten zonder kanalen of het ontdekken van nieuwe clusters 67. Volgende kanaal 68. Rangschik en sorteer objecten in geselecteerd kanaal.
Figuur 9C Op deze flow chart vindt u: - Verkrijg het volgende inhoudsobject 73 - Meer inhoudsobjecten 71.
Figuur 10 A bevat de volgende elementen van boven naar onder: - Kijkers ID/ netwerk adres - onderschrift type/niveau - Geslacht/leeftijd/ burgerlijke staat - Genre voorkeur 1 -voorkeurwaarde - Genre voorkeur 2 -voorkeurwaarde
- Voorkeur N, voorkeurtype INI, voorkeurwaarde IM
- Laatste specifieke verzoek/ datum - Gemiddelde gekeken tijd - Event/ datum/ actie/ verlopen tijd - Event/ datum/ actie/ verlopen tijd
Figuur 10 Al bevat de volgende tabel:
Angst coëfficiënt ontologie component 1 Angstcoëfficiënt waarde
Angst coëfficiënt ontologie component 2 Angstcoëfficiënt waarde
Angst coëfficiënt ontologie component... Angstcoëfficiënt waarde
Angst coëfficiënt ontologie component N Angstcoëfficiënt waarde
Begeertecoëfficiënt ontologie component 1 Begeertecoëfficiënt waarde
Begeertecoëfficiënt ontologie component 2 Begeertecoëfficiënt waarde
Begeertecoëfficiënt ontologie component... Begeertecoëfficiënt waarde
Begeertecoëfficiënt ontologie component N Begeertecoëfficiënt waarde
Inhoudsindentificeerder 1 Identificeer waarde
Uitzondering Mood Schijf gebied 1 Ontspannen/passioneel waarde
Inhoudsindentificeerder 2 Identificeer waarde
Uitzondering Mood Schijf gebied 2 Ontspannen/passioneel waarde
Inhoudsindentificeerder... Identificeer waarde
Uitzondering Mood Schijf gebied... Ontspannen/passioneel waarde
Inhoudsindentificeerder INI Identificeer waarde
Uitzondering Mood Schijf gebied N Ontspannen/passioneel waarde
Figuur ÏOB toont een flow chart met als onderdelen: o kanaal ID- netwerkadres o Kijkers ID netwerkadresGroep I01,Groep IOZ,..., Groep IDM o laatst gewijzigd/ tellen van object o Dominante voorkeur 1 - voorkeurwaarde o Dominante voorkeur 2 - voorkeurwaarde o Dominante voorkeur N - voorkeurwaarde o Subdominante voorkeur 1 - voorkeurwaarde o Subdominante voorkeur 2 - voorkeurwaarde o Subdominante voorkeur N - voorkeurwaarde
o Voorkeuremmer 1ID
o Voorkeuremmer 2
o Voorkeuremmer N
Figuur IOC 1 bevat de volgende begrippen: o Inhoudsobject ID - Data type o Inhoudsobject ID geheugen referentie o duur/series/episode o Genre/ Acteur lead 1 o Producer / Acteur lead 2 o Datum/ uitgever
Figuur 10C1 bevat de volgende begrippen:
Inhoudsobject ID
Inhoudsobject ID Geheugenreferentie
Datum van uitzending
Tijd van uitzending
Begintijd van uitzending
Eindtijd van uitzending
Titel
Jaar van productie ' Land van productie
Hoofdgenre Subgenre Afleveringstitel afleveringsnummer Afleveringsjaar Regisseur . De cast Beschrijving
Kwalificatie voor de ouder
Producer
Uitgever
Pre-gecatalogiseerd Mood schijf gebied
Figuur 11B toont een flow chart met als tekst: Verzend volgende inhoudsobject ld naar de server.
Figuur 11C illustreert een flow chart met als tekst van boven naar onder:
Start 330
Nieuwe referentie 331 Referentie oplossen 332 Terugvinden van Meta Data 333 Terugvinden van inhoudsobject 334 De timer zetten 335 St'ream inhoud 336 Streaming is gedaan 337
Bezorg Meta Data en de verlopen tijd in de gedragsmodule 338
Figuur 11D vindt u een flow chart met de volgende elementen van onder naar boven o Toon het elementaire inhoudsobject 339 o Is de opdracht toegestaan voor het elementaire inhoudsobject? 340 o Drukken op het kanaalnummer? 341 o Kanaal boven/onder? 342 o Pijltje? 343 o Toon het kanaal geassocieerd met het ingedrukte kanaalnummer 344 o Toon het kanaal geassocieerd met het huidige kanaalnummer -1/+1 345 o Dubbel drukken? 346 o Een enkele keer indrukken? 349 o Dubbel drukken links/rechts 347 o Pijltje op/neer 351 o Pijltje links/rechts 350 o weergave geneste dimensie van de primaire inhoud object i, j 348 o Kanaal met één aanbevelingsbron? 352 o Weergave van het inhoudsobject met de horizontale dimensie i-l/+l en de verticale dimensie j als elementaire inhoudsobject 355 o Weergave van het inhoudsobject met de horizontale dimensie Î-1/+1 en en de verticale dimensie j-l/+l als elementaire inhoudsobject 353 o Weergave van de demensie van het inhoudsobject van de aanbevelingsbron -1/+1 354
Figuur 12C toont een volgende informatie:
Inhoudsobject ld - kanaal/groep ID Inhoudsobject geheugen referentie Rangschikkingswaarde/ Positie waarde Inhoudsobject Meta Data site referenties link 1/link 2/.../Link N
Figuur 10B1 toont een volgende tabel Kanaal ID
Filter 1 Filterwaarde
Filterwaarde Filter N Filterwaarde
Angstcoördinaat Angstwaarde
Begeertecoördinaat Begeertewaarde Cut-offtype Typewaarde
Cut-off Cut-off waarde
Sorteerveld Sorteerveldwaarde
Sorteeropdracht Sorteeropdrachtwaarde
Op figuur 13A vindt u een Flow Chart, met de volgende informatie van links naar rechts: Inhoudsbestand bron 36, download inhoudsbestand/meta data 356, kijkersysteem 32a, 32b, 32c, 32n, uploaden van een fractioneel bestand met meta data 417, modelleer systeem 35, download van de hele inhoud in een geselecteerde format 357.
Figuur 13B vindt u nog een Flow chart met de volgende informatie van links naar rechts: Inhoudsbron 36, kijkersyteem 32a, 32b, 32c, 32n, modelleer systeem 35, meta data/ autorisatie indicia download 358, upload van meta data structuren 359, download van de volle inhoud 360.
Figuur 13C toont een fiow chart met als informatie van boven naar onder:
Voor ieder inhoudsobject van een vastgelegd verzoek 361 Bekrachtig tegen een inhoudsbron provider 362
Zijn de toegangsrechten ok? 363 Stem af op kanaal stream 364 Leg de inhoudsobject breuk vast 365 Verander naar het gevraagde verzoek 366 Creëer een data structuur met meta data 367
Upload meta data en (indien nodig) deel in het modelleer systeem 368
Figuur 13D toont een flow chart met als informatie van boven naar onder: Inhoudsaanvraag van het kijkersysteem 370 is de inhoud beschikbaar? 371
Is het kijkersysteem geautoriseerd om de inhoud te zien? 372 Stream de inhoud naar het kijkersysteem 373
Figuur 13E toont een flow chart met als informatie van boven naar onder: Inhoudsobject meta data en onderdeel van het kijkersysteem 374 Update de volmacht van het kijkersysteem 375 Kijk de inhoud na. Is het sonderdeel nuttig is? 376 Upde de inhoud gezamenlijk 377
Figuur 15 is een lijstje met de volgende inhoud:
122A: Inhoudsobject ID
124A: tijdelijke/sequentiële markers 126A: Authorisatie indicia
128A: Kanaal ID
127A: Kijkers ID
129A: Descriptie sleutels
Figuur 17 toont een tabel met als informatie:
Inhoudsobject ID/ link Link/ Link
Beginadres/ grootte Licentiestatus/ duur Aanbeveler/ afbeelding Samengesteld systeem Grafische parameters Links
Figuur 23 toont een schema met de woorden: 34. Inhoudsbron, 35.Aanbevelingssysteem, 32A & B. kijkersysteem, 36. Inhoudsbron, 31. Inhoudsbron
Figuur 24A toont een schema met als inhoud: inhoudsbron 162a, 162b, 162n, aanbevelingssysteem 35, lokale opslag 193, grafische motor 115, scherm 120, virtueel aanbevelingskanaal 500, kijkersysteem 32.
Figuur 24B bestaat uit een Flow Chart:
Voor elke sociale media website waarop de kijker is ingeschreven 380
Controleer de aanbevelingen met de kijker 381 voor elke sociale account die gelinkt is aan de kijkersinschrijving 382
Verzamel aanbevelingen van de sociale accounts 383
Is de aanbevolen inhoud beschikbaar? 384
Sla de aanbevelings meta data op en refereer naar de aanbevolen inhoud in het goede kanaal 385
Figuur 25 is ook uit een Flow chart. Van onder naar boven staan de volgende begrippen: Inhoudsbronnen 172a, 172b, 172n, aanbevelingssysteem 35, linkerhersenhelft scherm, lokale opslag 193, grafische motor 115, scherm 120, virtueel regisseur kanaal 170, rechterhersenhelft scherm, kijkersysteem 32.
Figuur 26A is een flow chart met de volgende begrippen: 182a. Remote applicatie, 182b. Remote applicatie, 182n. Remote applicatie 183. Inhoudsbron, 35. Aanbevelingssysteem, 115. Grafische motor, 180. Virtuele derde partij kanaal, 32. Kijkersysteem, 120. Scherm
Figuur 26B is een flow chart met als informatie:
Ontvang/ vergaar inhoud van een derde partij applicatie 386.
Komt de inhoud in aanmerking voor de rechter hersenhelft? 387
Sla de inhouds meta data op en (refereer) de inhoud naar het gepaste kanaal 388.
Figuur 27 is een flow chart met de volgende begrippen: 197. Externe opslag; 35. Aanbevelingssyteem, 115. Grafische motor; 193. Lokale opslag; 120. Scherm; 32. Kijkersysteem; 190.Virtuele bibliotheek kanaal
Figuur 28A is bevat de volgende elementen: 204. Externe bron; 35. Aanbevelingssyteem; 115. Grafische motor; 204. Lokale opslag; 32. Kijkersysteem; 120. Scherm; 200 virtueel off-line kanaal
Figuur 28B bestaat uit de volgende begrippen:
Verzamel de geselecteerde inhoud voor de off-line modus 389.
Komt de inhoud in aanmerking voor de off-line modus? 390 Zet de inhoud om om te gebruiken in de off-line modus 391.
Sla de inhoud op voor de off-line toegang 392.
Figuur 29A toont een flow chart met de brippen: 212a/b/n. Inhoudsopslag; 213. Externe bron; 35. Aanbevelingssyteem; 115. Grafische motor; 120. Scherm; 32. Kijkersysteem; 216. Lokale opslag; 210. Virtuele foto/UGC kanaal
Figuur 29 B bestaat uit een Flow Chart met als informatie:
Voor elke sociale media website waar de kijker informatie bezorgt 393 Verzamel de bezorgde informatie 394.
Is de inhoud geschikt voor de rechterhersenhelft? 395
Sla de inhouds meta data op eri (refereer) de inhoud naar het gepaste kanaal 396.
Figuur 30A bestaat uit een flow chart zoals 29A maar met deze begrippen: 222a/b/n. Inhoudsopslag, 223. Externe bron, 35. Aa'pbevelingssyteem; 115. Grafische motor; 120. Scherm; 32. Kijkersysteem; 220. Virtuele post kanaal
Op figuur 30B staat een Flow Chart met de volgende begrippen:
Voor iedere sociale media website waarop de kijker in ingeschreven 397 Bekijk wat de kijker gepost heeft 400.
Voor elke sociale media account die gelinkt is aan de kijkersinschrijving 398 Verzamel berichten van de sociale account 399 is de post geschikt voor de rechterhersenhelf? 401
Sla de post meta data op en (refereer) naar de inhoud in het gepaste kanaal 402.
Op figuur 31A is een Flow Chart met de volgende onderdelen: 232a/232b/232n.E-mail processen; 233. Externe bron, 35. Aanbevelingssyteem; 115. Grafische motor; ; 120. Scherm; 32. Kijkersysteem; 230. Virtuele post kanaal
Figuur 31B bevat de volgende onderdelen:
Voor elk van de kijkers' elektronische mail service 403 Haal de berichten van de elektronische mail service 404 Voor elke boodschap 405
Bijlage met inhoud van het type dat geschikt is voor de rechterhersenhelft 406 Haal de berichten meta data op en sla de meta data, de inhoud en het belangrijkste punt op 407
Figuur 33. Toont een Flow Chart met de volgende informatie van onder naar beneden: Gekleurde knop? 408
Rode knop?409 DUpdate het kijkersmodel gebaseerd op dit inhoudsobject en/of z'n meta data 410
Blauwe knop 411 - □ Update het kijkersmodel gebaseerd op dit inhoudsobject en/of z'n meta data 412
Gele knop 413 - □ Post een link op het inhoudsobject om het toe te passen in het sociale netwerk 414
Groene knop 415 - □ Registreer de kijker zijn dankbaarheid voor toepasbare auteur/aanbeveling van dit inhoudsobject 416
Figuur 34. Toont een Flow Chart met de informatie: 1. Begin emotie 2. De wil om te veranderen 3. Private angst ingedekt 4. Sociale angst ingedekt
Op de pijltjes staat met de klok rond: o Begeerte wordt gevoed o De private angst wordt ingedekt o De sociale angst wordt ingedekt o De begeerte geeft bevrediging
Figuur 34. Toont een Flow Chart met de informatie: 1. Begin emotie 2. De nood om herkend te worden 3. Private angst ingedekt 4. Sociale angst ingedekt
Op de pijltjes staat met de klok rond: o Angst wordt gecreëerd o De private angst wordt ingedekt o De sociale angst wordt ingedekt o De begeerte geeft bevrediging
Figuur 34. Toont een Flow Chart met de informatie: 1. Begin emotie 2. Private angst ingedekt 3. Sociale angst ingedekt
Op de pijltjes staat met de klok rond: o De begeerte wordt gevoed/ De private angst wordt ingedekt o De sociale angst wordt ingedekt o Bevrediging
Figuur 37. Toont een Flow Chart met de volgende onderdelen: 60A. Koop aanbod; 41A. Neuropsychofogische modelleermotor; 46A. Koopmodellen 42A. Rangschikkingsappiicatie; 49A Gedragsmodelleur; 48A. Rangschikking/ verkoopkanalen; 47A. Verkoopsobjecten
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
"Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.
Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder,, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
i

Claims (58)

1. Een aanbevelingssysteem functioneel gekoppeld aàn een netwerk-toegankelijke 1 bron van de indexeerde inhoudsobjecten en een kijkersysteem, het aanbevelingssysteem in staat om de psychologie van koper/aankoper te modelleren, het aanbevelingssysteem omvattende: a. een neuropsychologische modelleringsmotor, functioneel gekoppeld aan de netwerk-toegankelijke bron van geïndexeerde inhoudsobjecten; b. een gedragsmodelleur, functioneel gekoppeld aan het kijkersysteem; c. een rangschikkingstoepassing, functioneel gekoppeld aan de neuropsychologische modelleringsmotor; d. een eerste geheugen, functioneel gekoppeld aan de rangschikkingstoepassing, de neuropsychologische modelleringsmotor, en de gedragsmodelieur voor het opslaan van een veelvoud aan kijkermodellen; e. een tweede geheugen, functioneel gekoppeld aan de rangschikkingstoepassing, de neuropsychologische modelleringsmotor, en de gedragsmodelleur voor het opslaan van kanaalmodellen en rangschikkingen van inhoudsobjecten in relatie tot een kanaalmodel; waarbij de neuropsychologisch modelleringsmotor geconfigureerd is om: i) meta-data te vergelijken die geassocieerd is met een inhoudsobject, ontvangen van de bron van geïndexeerde inhoudsobjecten, met meta-data die geassocieerd is met een kijkermodel en ten minste één kijkerkanaal geassocieerd met de kijker, en ii) te bepalen of het ontvangen inhoudsobject verkiesbaar is om gerangschikt te worden tussen andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kijkerkanaal in overeenstemming'met de kijker's emotionele motivatie om het inhoudsobject te selecteren.
2. Het systeem volgens conclusie 1 waarbij het aanbevelingssysteem verder bestaat uit: f. een wiskundig model voor menselijke emoties, opgeslagen in geheugen en toegankelijk voor de neuropsychologische modelleringsmotor.
3. Het systeem volgens conclusie 1 of 2 waarbij de neuropsychologische modelleringsmotor verder geconfigureerd is om: iii) een angstvectorwaarde te genereren, die een individu zijn angst voorstelt om het inhoudsobject te selecteren of aan te kpen; iv) een verlangensvectorwaarde te genereren, die een individu zijn verlangen voorstelt om het aangeboden item te selecteren of aan te kopen; v) een waarde Ψ af te leiden uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde, die een individu zijn.gemoedstoestand voorstelt; vi) een waarde m af te leiden uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde, die een individu zijn motivationele sterkte voorstelt om het inhoudsobject te selecteren; en • vil) indien de waarde Ψ die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt binnen een aanvaardbaar voorafbepaald bereik ligt, de waarde m te verschaffen aan de rangschikkingstoepassing.
4. Het systeem volgens conclusies 1 tot 3 waarbij de rangschikkingstoepassing geconfigureerd is om, gebruikmakénd van de waarde m die ontvangen wordt van de neuropsychologische modelleringsmotor, een rangschikking te bepalen voor het inhoudsobject in relatie tot andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kanaalmodel.
5. Een systeem bestaande uit een aanbevelingssysteem volgens een van de conclusies 1 tot 4 en één of meerdere inhoudsobjecten gerangschikt en/of aangeboden door het aanbevelingssysteem.
6. Een werkwijze voor het modelleren van de psychologie van een kopen/aankoper, bestaande uit: a. het vergelijken van meta-data geassocieerd met een inhoudsobject met meta-data geassocieerd met een kanaalmodel; b. het genereren van een angstvectorwaarde die een individu zijn angst voorstelt om het inhoudsobject te selecteren of aan te kopen; c. het genereren van een verlangensvectorwaarde die een individu zijn verlangen voorstelt om het aangeboden item te selecteren of aan te kopen; d. het afleiden, uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde, van een waarde Ψ die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt; e. het afleiden, uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde, van een waarde m die een individu zijn motivationele sterkte voorstelt om het inhoudsobject te selecteren of aan te kopen; en f. indien de waarde W die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt binnen een aanvaardbaar voorafbepaald bereik ligt, het gebruik maken van de waarde m om een rangschikking te bepalen voor het inhoudsobject in relatie tot andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kanaalmodel; en g. het bewaren van het kanaalmodel en een kijkmodel geassocieerd met het individu in een netwerk-toegankelijk geheugen.
7. Een systeem voor het modelleren van de psychologie van een kopen/aankoper, bestaande uit: a. een eerste netwerk-toegankelijk geheugen om ten minste één kanaalmodel op te slaan; b. een modelleringsmotor, functioneel gekoppeld aan het netwerk-toegankelijk geheugen en geconfigureerd om meta-data geassocieerd met een inhoudsobject te vergelijken met meta-data geassocieerd met het kanaalmodel en om het volgende te genereren: i) een angstvectorwaarde die een individu zijn angst (weerzin) voorstelt om het inhoudsobject te selecteren of aan té kopen; ii) een verlangensvectorwaarde die een individu zijn verlangen voorstelt om het aangeboden item te selecteren of aan te kopen; iii) een waarde Ψ die een individu zijn gemoedstoestand voorstelt, de waarde Ψ afgeleid uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde; iv) een waarde m die een individu zijn motivationele sterkte voorstelt om het inhoudsobject te selecteren, de waarde m afgeleid uit de verlangensvectorwaarde en de angstvectorwaarde; en c. een rangschikkingsmodule die responsief is aan de modelleringsmotor om een rangschikking af te leiden voor het inhoudsobject in relatie tot andere inhoudsobjecten geassocieerd met het kanaalmodel, uit de waarde m gegenereerd door de modelleringsmotor, indien de waarde Ψ gegenereerd door de modelleringsmotor binnen een aanvaardbaar voorafbepaald gebied ligt; en d. een tweede netwerk-toegankelijk geheugen om ten minste een deel van het inhoudsobject en de andere inhoudsobjecten op te slaan.
8. Een systeem bestaande uit een systeem volgens conclusie 7 en één of meerdere inhoudsobjecten gerangschikt door het systeem volgens conclusie 7.
9. Een werkwijze om multidimensionaal surfen mogelijk te maken, bestaande uit: a. het evalueren van een eerste inhoudsobject overeenkomstig met gedragsmeta-data geassocieerd met een consument om verkiesbaarheid voor rangschikking te bepalen; b. toewijzen van een emotionele motivatiewaarde aan het eerste inhoudsobject, indien verkiesbaar voor rangschikking; en c. het rangschikken van een referentie naar het eerste inhoudsobject tussen een eerste veelvoud aan referenties naar inhoudsobjecten in volgorde van stijgende of dalende emotionele motivatie geassocieerd met dé respectievelijke inhoudsobjecten.
10. De werkwijze volgens conclusie 9, verder bestaande uit: d. het toewijzen van een chronologische rangschikkingswaarde aan het eerste inhoudsobject tussen een tweede veelvoud aan inhoudsobjecten met ten minste één parameterwaarde gemeenschappelijk met het eerste inhoudsobject.
11. De werkwijze volgens conclusies 9 of 10, verder bestaande uit: e. het rangschikken van het eerste inhoudsobject tussen een tweede veelvoud aan inhoudsobjecten met ten minste één parameterwaarde gemeenschappelijk met het eerste inhoudsobject in volgorde van stijgende of dalende chronologische rangschikkingswaarde.
12. Een werkwijze voor gebruik met een video-weergavesysteem bestaande uit een videoscherm en een veelvoud aan cursornavigatiebedieningen om.een door een gebruiker selecteerbaar deelgebied van het videoschermoppervlak sequentieel in één of meerdere richtingen te bewegen, de werkwijze bestaande uit: a. het ontvangen van een eerste cursornavigatiebedieningsopdracht; en b. het doorleiden van de eerste cursornavigatiebedieningsopdracht om een presentatie tè starten van een eerste inhoudsobject uit een eerste veelvoud aan inhoudsobjecten die eerder gerangschikt werden volgens chronologisch volgorde or progressief stijgende of dalende emotionele motivatie.
13. In een videoweergave-systeem bestaande uit: - een videoscherm; - een veelvoud van directionele navigatiebedieningen om sequentieel een door een gebruiker te selecteren deelgebied van het videoscherm in één of meer richtingen over het videoschermoppervlak te bewegen; - besturingslogica voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met een van de navigatiebedieningen en voor het doorleiden van het opdrachtsignaal om een presentatie te starten van een eerste inhoudsobject uit een. eerste veelvoud aan inhoudsobjecten die gerangschikt werden in volgorde van progressieve emotionale motivatie; - waarin selectie van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het eerste inhoudsobject met ten minste dezelfde of een verhoogde emotionele waarde dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject; en - waarin de selectie van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegenover de eerste richting, een presentatie start van het eerste inhoudsobject met ten minste dezelfde of een verlaagde emotionele motivatie dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject; en - een veelvoud van geheugenbuffers voor het opslaan van ten minste een deel van het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten en het eerste inhoudsobject.
14. Het systeem volgens conclusie 13, verder bestaande uit: - controlelogica voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met één van de navigatiebedieningen en voor het doorleiden . van opdrachtsignalen om een presentatie te starten van het eerste inhoudsobject uit een tweede veelvoud aan inhoudsobjecten eerder gerangschikt in chronologische volgorde.
15.In een video-weergavesysteem, bestaande uit: - een videoscherm; - een veelvoud aan directionele navigatiebedieningen om sequentieel een door een gebruiker te selecteren deelgebied van het videoscherm in één of meerdere richtingen over het videoschermoppervlak te bewegen; - controlelogica voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met één van de navigatiebedieningen en voor het selecteren van een eerste inhoudsobject uit een eerste veelvoud aan inhoudsobjecten gerangschikt in volgorde van stijgende of dalende emotionele motivatie en om een presentatie te starten van het eerste inhoudsobject uit een tweede veelvoud aan inhoudsobjecten eerder gerangschikt in chronologische volgorde.
16. In een video-weergavesysteem, bestaande uit: - een videoscherm; - een veelvoud aan directionele navigatiebedieningen om sequentieel een door een gebruiker te selecteren deelgebied van het videoscherm in één of meerdere richtingen over het videoschermoppervlak te bewegen; - controlelogica voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met één van de navigatiebedieningen en voor het doorleiden van het . opdrachtsignaal om een presentatie te starten van het eerste inhoudsobject uit een eerste veelvoud aan inhoudsobjecten eerder gerangschikt in chronologische volgorde. - waarin het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het eerste inhoudsobject met een vroegere chronologische waarde dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject; en - waarin het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, een presentatie start van het eerste inhoudsóbject met een latere chronologische waarde dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject; en - een veelvoud aan geheugenbuffers om ten minste een deel van het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten en het eerste inhoudsobject op te slaan.
17. Een systeem volgens een van de conclusies 13 to 16 waarbij ten minste een van de navigatiebedieningen geselecteerd is uit navigatiebedieningen voor omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
18. Een systeem volgens een van de conclusies 13 tot 17 waarbij ten minste een deel van het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten terzelfdertijd weergegeven wordt met het eerst inhoudsobject.
19. Een systeem volgens een van de conclusies 13 tot 18 waarbij ten minste een deel van het tweede veelvoud aan inhoudsobjecten terzelfdertijd weergegeven wordt met het eerst inhoudsobject.
20. Een systeem volgens een van de conclusies 13 tot 19 waarbij een deel van het eerste of tweede veelvoud aan inhoudsobjecten weergegeven worden met grafische indicia die aanduiden welke navigatiebedieningen daarmee beschikbaar zijn.
21. Een systeem bestaande uit een systeem volgens een van de conclusies 13 tot 20 en één of meerdere inhoudsobjecten gerangschikt en/of geselecteerd met een systeem volgens een van de conclusies 13 tot 20.
22. Een systeem voor de weergave en navigatie van meervoudige gegevensstromen, bestaande uit: - een videoscherm dat een videoschermoppervlak definieert; - een controle-interface·, functioneel gekoppeld aan het videoscherm en geconfigureerd om een veelvoud aan directionele navigatiebedieningen te verschaffen om sequentieel een door een gebruiker te selecteren deelgebied binnen het videoschermoppervlak in één of meerdere richtingen te bewegen; en - een graphics-motor voor het ontvangen van opdrachtsignalen geassocieerd met één van de navigatiebedieningen om een presentatie te starten van een primaire inhoudsobject uit een eerste veelvoud van inhoudsobjecten gerangschikt volgens voorafbepaalde criteria.
23. Het systeem volgens conclusie 22 waarbij het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten gerangschikt zijn in een voorafbepaalde volgorde- van stijgende of dalende emotionele motivatie van een kijker om de inhoudsobjecten te selecteren.
24. Het systeem volgens conclusie 23 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het primaire inhoudsobject met ten minste dezelfde of een verhoogde emotionele motivatie dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject.
25. Het systeem volgens conclusie 24 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, een presentatie opstart van het primaire inhoudsobject met ten minste dezelfde of een verlaagde emotionele motivatie dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject.
26. Het systeem volgens conclusie 22 waarbij het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten eerder gerangschikt werden in chronologische volgorde.
27. Het systeem volgens conclusie 26 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het primaire inhoudsobject met een vroegere chronologische waarde dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject.
28. Het systeem volgens conclusie 27 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, een presentatie start van het primaire inhoudsobject met een latere chronologische waarde ermee geassocieerd dan een eerder gepresenteerd inhoudsobject.
29. Het systeem volgens een van de conclusies 22 tot 28 waarbij de graphics-mótor geconfigureerd is om ten minste een deel weer te geven van het eerste veelvoud aan gegevensstromen met inhoudsobjecten op hetzelfde ogenblik als het weergeven van de primaire gegevensstroom met inhoudsobjecten.
30. Het systeem volgens conclusie 29 waarbij het deel van het eerste veelvoud aan gegevensstromen met inhoudsobjecten weergegeven wordt met grafische indicia die aanduiden welke directionele navigatiebedieningen daarbij selecteerbaar zijn.
31. Het systeem volgens een van de conclusies 29 tot 30 waarbij het deel van het eerste veelvoud aan gegevensstromen met inhoudsobjecten weergegeven wordt met grafische indicia die aanduiden welke prijs geassocieerd is met de selectie ervan.
32. Het systeem volgens een van de conclusies 29 tot 31 waarbij de primaire gegevensstroom met inhoudsobjecten weergegeven wordt met grafische indicia die een autorisatiestatus aanduiden die geassocieerd is met de selectie ervan.
33. Het systeem volgens een van de conclusies 19 tot 32 waarbij de primaire gegevensstroom met inhoudsobjecten weergegeven wordt met beschrijvende informatie hierover.
34. Het systeem volgens conclusie 22 waarbij het eerste veelvoud aan inhoudsobjecten gerangschikt zijn in een voorafbepaalde volgorde volgens de prijs geassocieerd met de selectie ervan.
35. Het systeem volgens conclusie 34 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een eerste richting een presentatie start van het primaire inhoudsobject zonder kost geassocieerd met de selectie ervan.
36. Het systeem volgens conclusie 35 waarbij het selecteren van een navigatiebediening geassocieerd met een tweede richting, tegengesteeld aan de eerste richting, een presentatie start van het primaire inhoudsobject met een prijs geassocieerd met de selectie ervan.
37. Het systeem volgens een van de conclusies 22 tot 36 waarbij een controle-interface verder geconfigureerd is om een veelvoud aan bedieningen te vérsçhaffen om expliciete feedback te verschaffen in de vorm van negatieve of positieve emotie ten opzichte van het primaire inhoudsobject of de meta-data die hiermee geassocieerd is.
38. Het systeem volgens een van de conclusies 22 tot 37 waarbij een controle-interface verder bestaat uit een veelvoud aan kleurgecodeerde bedieningen die gebruikt kunnen worden om de link naar het primaire inhoudsobject sociaal te delen met het toepasselijk sociaal netwerk of om een gift te verschaffen aan de auteur(s) van het primaire inhoudsobject of de aanbeveler ervan.
39. Het systeem volgens een van de conclusies 22 tot 38 waarbij de controle-interface verder bestaat uit versnellingsmeters om horizontale, vertikale en andere bewegingspatronen te detecteren om deze te gebruiken als navigatie-en selectleopdrachten.
40. Het systeem volgens een van de conclusies 22 tot 39 waarbij de graphics-motor verder geconfigureerd is om op het videoscherm beelden van derden weer te geven die inhoud hebben aanbevolen, de beelden gepresenteerd in een in een rij opgestelde relatie tot een aanbeveler van het primaire inhoudsobject.
41. Het systeem volgens een van de conclusies 22 tot 40 waarbij het systeem verder bestaat uit één of meerdere virtuele kanalen in dewelke inhoudsóbjecten komen van enkelvoudige of meervoudige bronnen, extern van het aanbevelingssysteem, en gerangschikt kunnen worden in gelijkwelke van de volgende categorieën: aanbevolen inhoud, geleide inhoud, inhoud van derden, inhoud van de persoonlijke bibliotheek, gebruikersgegenereerde inhoud en beelden, mail, geposte inhoud en het offline bekijken van gelijkwelke van voorgaande of reguliere kanalen.
42. Het systeem volgens een van de conclusies 22 tot 41 waarbij de controle-interface verder geconfigureerd is om te navigeren tussen inhoudsobjecten die gerangschikt zijn in dimensies en waarbij de dimensies logisch genesteld zijn op meervoudige niveaus.
43. Het systeem volgens conclusie 42 waarbij de controle-interface verder geconfigureerd is om te navigeren tussen ofwel een chronologisch rangschikking van chronologisch geordende inhoudsobjecten, ofwel een vertikale angst/verlangen dimensie.
44. Het systeem volgens een van de conclusies 22 tot 43, waarbij de controle-interface verder geconfigureerd is om een opdracht, een kanaalaanwijzer of een weergave-icoon te verschaffen om onmiddellijk, als primair inhoudsobject, toegang te krijgen tot en het presenteren van instructionele materialen betreffende verscheidene functies en procedures geassocieerd met het systeem.
45. Een systeem bestaande uit een systeem volgens een van de conclusies 22 tot 44 en een inhoudsobject gepresenteerd en/of geselecteerd met behulp van een systeem volgens een van de conclusies 22 tot 44.
46. Een werkwijze voor verdeeld vertraagde streaming van inhoud bestaande uit: a. het verschaffen van een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van inhoud die een eerste programma voorstelt; b. het ontvangen in het netwerk-toegankelijk geheugen van gedeelten van het eerste programma van een veelvoud van kijkers die toegang hebben tot het eerste programma vanuit een andere bron; c. het monteren van de delen ontvangen van het veelvoud van kijkers in het eerste programma; en d. bij ontvangst van een verzoek van een van het veelvoud van kijkers, het doorsturen van het eerste programma naar de verzoekende kijker. waarin de gedeeltes van het eerste programma asynchroon worden ontvangen van het veelvoud van kijkers; / waarin het eerste programma toegankelijk is voor het veelvoud van kijkers van de andere bron tijdens een eerste periode en waarin het eerste programma wordt doorgestuurd naar de verzoekende kijker tijdens een tweede periode niet identiek aan de eerste periode.
47. Een systeem voor verdeeld vertraagde streaming van inhoud bestaande uit: a. een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van inhoud die een het eerste programma voorstelt; b. een netwerk-interface voor het ontvangen in het netwerk-toegankelijk geheugen van op zijn minst gedeelten van het eerste programma uit een veelvoud van kijkers die toegang hebben tot het eerste programma vanuit een andere bron; c. een samenvoegingsmotor voor de montage van de delen ontvangen van het veelvoud van kijkers in het eerste programma; en d. een streaming-interface voor het verzenden van het eerste programma naar een van het veelvoud van kijkers op aanvraag.
48. Een systeem bestaande uit een systeem volgens conclusie 47 en één of meerdere programma's geschikt voor een systeem volgens conclusie 47.
49. Een werkwijze voor verdeeld uploaden van inhoud bestaande uit: a. het bepalen welke van een veelvoud van inhoudsprogramma’s toegankelijk zijn vanaf een eerste bron voor het downloaden naar een viewer systeem; b. het verzoeken om tenminste een deel van toegankelijke programma's van de eerste bron naar het kijkersysteem op een eerste tijdstip te downloaden; c. het uploaden van ten minste een deel van het toegankelijke programma ontvangen door het kijkersysteem naar een tweede bron op afstand samen met toestemmingsindicia ter identificatie van het kijkersysteem; en d. het verzoeken om het toegankelijke programma van de tweede bron te downloaden naar het kijkersysteem op een tweede tijdstip verschillend van het eerste tijdstip.
50. Een systeem voor verdeeld uploaden van inhoud bestaande uit: a. een kijkersysteem functioneel gekoppeld via een netwerk aan een eerste bron van inhoudsprogramma's; b. programmalogica om te bepalen welke van een veelvoud van inhbudsprogramma's toegankelijk zijn vanaf de eerste bron en voor het aanvragen van het downloaden van ten tenminste een deel van toegankelijke programma's van de eerste bron naar het kijkersysteem op een eerste tijdtip; en c. programmalogica voor het uploaden van ten minste een deel van het toegankelijke programma ontvangen door het kijkersysteem naar een tweede bron op afstand samen met de toestemmingsindicia voor het identificeren van het kijkersysteem; en d. programmalogica voor het aanvragen van het downloaden van het toegankelijke programma van de tweede bron naar het kijkersysteem op een tweede tijdstip verschillend van het eerste tijdstip.
51. Het systeem van conclusie 50 verder'bestaande uit: e. programmalogica voor het ontvangen van gestreamde download van een deel van het toegankelijke programma van de tweede bron, waarin het gestreamde download gedeelte van het toegankelijke programma ontvangen van de tweede bron op afstand groter is dan het geüploade deel van het toegankelijke programma overgebracht naar de tweede bron op afstand van het kijkersysteem.
52. Een systeem bestaande uit een systeem volgens een van de conclusies 50 of 51 en één of meerdere inhoudsprogramma's geschikt voor een systeem volgens een van de conclusies 50 of 51.
53. Een werkwijze voor gedistribueerde vertraagde streaming van inhoud, bestaande uit: a. het verschaffen van een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van inhoud die een eerste programma voorstelt dat ontvangen werd van een bron; b. het ontvangen in het netwerk-toegankelijk 'geheugen van toestemmingsindicia die een veelvoud van kijkers identificeren die toegang hebben tot het eerste programma van de bron; en c. bij ontvangst van een verzoek van een van het veelvoud van kijkers, het verifiëren van de toestemmingsindicia om te bepalen of verrzoekende kijker geautoriseerde toegang heeft tot het Ie programma; en d. het doorsturen van het eerste programma naar de verzoekende kijker na verificatie van de toestemming, waarin het eerste programma toegankelijk is voor het veelvoud van kijkers van de bron tijdens een eerste periode en waarin het eerste programma wordt doorgezonden naar de verzoekende kijker tijdens een tweede periode niet identiek aan de eerste periode.
54. Een systeem voor gedistribueerde vertraagde streaming van inhoud, bestaande uit: a. een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van inhoüd die een eerste programma voorstelt dat ontvangen werd van een bron; b. een netwerk-interface voor de ontvangst in het netwerk-toegankelijk geheugen van toestemmingsindicia voor het identificeren van een veelvoud van kijkers die toegang hebben tot het eerste programma uit de bron; c. een controlemotor voor de bepaling, bij ontvangst van een verzoek van een van het veelvoud van kijkers, of de verzoekende kijker geautoriseerde toegang heeft tot het eerste programma; en d. een streaming-interface voor het verzenden van het eerste programma naar de verzoekende kijker na verificatie van de toelating.
55. Een systeem bestaande uit een systeem volgens conclusie 54 en één of meerdere programma's geschikt voor een systeem volgens conclusie 54.
56. Een systeem voor het selecteren en het bekijken van programma-inhoud, bestaande uit: a. een eerste gebruikersinterface functioneel gekoppeld is aan de samenstelling van selecteerbare en bekijkbare inhoudsobjecten voor het presenteren van substantieel visuele, niet-tekstuele informatie; b. een tweede gebruikersinterface functioneel gekoppeld aan de gegevens geassocieerd met de inhoudsobjecten voor het presenteren van substantieel tekstuele informatie; c. een derde gebruikersinterface functioneel gekoppeld aan de samenstelling van selecteerbare en bekijkbare inhoudsobjecten en de meta-data behorende bij de inhoudsobjecten voor het presenteren van visuele inhoud of tekstuele informatie; en d. een netwerk-toegankelijk geheugen voor het opslaan van ten minste een deel van de meta-data geassocieerd met de inhoud objecten.
57. Een systeem bestaande uit een systeem volgens conclusie 56 en één of meerdere inhoudsobjecten geschikt voor een systeem volgens conclusie 56.
58. Een werkwijze voor het selecteren en het bekijken van programma-inhoud, bestaande uit: a. het verschaffen van een eerste gebruikersinterface die functioneel gekoppeld is aan de samenstelling van selecteerbare en bekijkbare inhoudsobjecten voor het presenteren van substantieel visuele, niet-tekstuele informatie; b. het verschaffen van een tweede gebruikersinterface die functioneel gekoppeld is aan meta-data geassocieerd met de inhoudsobjecten voor het presenteren van substantieel tekstuele informatie, en c. het verschaffen van een derde gebruikersinterface die functioneel gekoppeld is aan de samenstelling van selecteerbare en bekijkbare inhoudsobjecten en de meta-data behorende bij de inhoudsobjecten voor het presenteren van visuele inhoud en tekstuele informatie; en d. het opslaan in een netwerk-toegankelijk het geheugen van ten minste een deel van de meta-data geassocieerd met de inhoudsobjecten.
BE2011/0617A 2010-10-21 2011-10-21 Werkwijze en inrichting voor neuropsychologische modellering van de menselijke ervaring en koopgedrag. BE1019798A4 (nl)

Applications Claiming Priority (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US40546610P 2010-10-21 2010-10-21
US40546010P 2010-10-21 2010-10-21
US40546610 2010-10-21
US40546010 2010-10-21
US41220610P 2010-11-10 2010-11-10
US41220610 2010-11-10
US201161479648P 2011-04-27 2011-04-27
US201161479648 2011-04-27
US201161540812P 2011-09-29 2011-09-29
US201161540812 2011-09-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019798A4 true BE1019798A4 (nl) 2012-12-04

Family

ID=45531688

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0617A BE1019798A4 (nl) 2010-10-21 2011-10-21 Werkwijze en inrichting voor neuropsychologische modellering van de menselijke ervaring en koopgedrag.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019798A4 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20060282304A1 (en) * 2005-05-02 2006-12-14 Cnet Networks, Inc. System and method for an electronic product advisor
US20090248494A1 (en) * 2008-04-01 2009-10-01 Certona Corporation System and method for collecting and targeting visitor behavior

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20060282304A1 (en) * 2005-05-02 2006-12-14 Cnet Networks, Inc. System and method for an electronic product advisor
US20090248494A1 (en) * 2008-04-01 2009-10-01 Certona Corporation System and method for collecting and targeting visitor behavior

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Iansiti et al. Competing in the age of AI: Strategy and leadership when algorithms and networks run the world
Marr Data strategy: How to profit from a world of big data, analytics and the internet of things
Prahalad et al. The future of competition: Co-creating unique value with customers
US8799483B2 (en) Method and apparatus for distributed upload of content
Liang Reading to make a decision or to reduce cognitive dissonance? The effect of selecting and reading online reviews from a post-decision context
Baines et al. MARKETING 3E P
Antéblian et al. Consumption experience in retail environments: A literature review
US8433815B2 (en) Method and apparatus for collaborative upload of content
US9141982B2 (en) Method and apparatus for collaborative upload of content
CN105378777A (zh) 可定制数据管理系统
Susser et al. Measuring automated influence: between empirical evidence and ethical values
Albanese et al. Revive: how to transform traditional businesses into digital leaders
JP2014516503A (ja) コンテンツの協調型アップロードの方法および装置
BE1019798A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor neuropsychologische modellering van de menselijke ervaring en koopgedrag.
BE1020637A3 (nl) Een werkwijze voor verdeeld uploaden van inhoud.
Borgianni et al. Assessing creativity of design projects: Criteria for the service engineering field
BE1020635A3 (nl) Een werkwijze voor gebruik met een video-weergavesysteem bestaande uit een videoscherm en een veelvoud aan cursornavigatiebedieningen.
BE1020639A3 (nl) Een systeem voor het selecteren en het bekijken van programma-inhoud met behulp van gebruikersinterfaces.
BE1020636A3 (nl) Een werkwijze voor verdeeld vertraagde streaming van inhoud.
Heinemann The new online trade: Business models, business systems and benchmarks in e-commerce
BE1020638A3 (nl) Een werkwijze voor gedistribueerde vertraagde streaming van inhoud.
Breves Persuasive communication and spatial presence: a systematic literature review and conceptual model
US20130173362A1 (en) Methods and systems for displaying and advertising products and services using interactive mixed media
Grüter et al. Understanding virtual experience and telepresence-a review and synthesis of literature
Alexandridou Customer satisfaction in Hospitality throught the lens of CEM, CRM and technological innovations

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20181031