BE1019677A3

BE1019677A3 - NETWORK INTERFACE UNIT INCLUDING AN INTEGRATED LIFELINE SWITCH.

Info

Publication number: BE1019677A3
Application number: BE2011/0263A
Authority: BE
Inventors: Mark Kerstens; Weerdt Stijn De
Original assignee: Telenet N V
Priority date: 2011-05-02
Filing date: 2011-05-02
Publication date: 2012-09-04
Also published as: DE202012004399U1; NL2008740A; NL2008740C2

Abstract

Om de functionaliteit van een lifeline-poort te doen toenemen, is een netwerkinterface-eenheid ingericht voor interfacing tussen een kabeltelevisienetwerk en een caoxkabel-thuisnetwerk. Een stroomafwaartse versterker is in een actief stroomafwaartse stromingspad gekoppeld aan een data-uitgangspoort. Een schakelbare verbinding is aan de stroomvoorziening gekoppeld om in de niet gevoede toestand een passief stromingspad tussen de ingangspoort en ten minste een data-uitgangspoort te verschaffen. Op deze wijze zal deze naar een niet-versterkte lifeline-poort schakelen, onder niet gevoede condities, waardoor het lifeline-gebruik ervan wordt gewaarborgd.To increase the functionality of a lifeline port, a network interface unit is arranged for interfacing between a cable television network and a caox cable home network. A downstream amplifier is coupled to a data output port in an active downstream flow path. A switchable connection is coupled to the power supply to provide a passive flow path between the input port and at least one data output port in the non-powered state. In this way it will switch to a non-reinforced lifeline port, under unsupported conditions, thereby ensuring its lifeline use.

Description

Netwerkinterface-eenheid omvattende een geïntegreerde lifeline-schakelaar GEBIED EN ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGNetwork interface unit comprising an integrated lifeline switch FIELD AND BACKGROUND OF THE INVENTION

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op kabeltelevisienetwerken, meer in het bijzonder op vermogensverdelernetwerken en signaalversterkers voor kabeltelevisienetwerken.The present invention relates to cable television networks, more in particular to power distribution networks and signal amplifiers for cable television networks.

Kabeltelevisienetwerken betreffen in het algemeen communicatienetwer- t ken die worden gebruikt om kabeltelevisiesignalen en/of andere informatie tussen één of meer serviceproviders en een groot aantal abonnees via coaxiale kabels en/of vezeloptische kabels over te brengen. Voor de transmissie naar de huizen worden netwerkinterfacing schakelingen gebruikt, die een interface tussen de kabeltelevisienetwerken en het thuisnetwerk vormen. Voorbeelden daarvan worden beschreven in Amerikaanse octrooiaanvrage US2010/01622340 op naam van Riggsby, US2010/0146564 op naam van Halik en US2010/0100918 op naam van Egan, waarbij elk hier door verwijzing in haar geheel wordt op genomen.Cable television networks are generally communication networks that are used to transfer cable television signals and / or other information between one or more service providers and a large number of subscribers via coaxial cables and / or fiber optic cables. Network interface circuits are used for transmission to the houses, which form an interface between the cable television networks and the home network. Examples thereof are described in U.S. Patent Application US2010 / 01622340 in the name of Riggsby, US2010 / 0146564 in the name of Halik and US2010 / 0100918 in the name of Egan, each of which is hereby incorporated by reference in its entirety.

Bijvoorbeeld wordt in een vermogensverdelernetwerk een signaalversterker gebruikt voor het overbrengen van stroomafwaartse signalen van een provider naar afzonderlijke huizen in de sub lGHz'band. Stroomopwaartse signalen worden typisch overgebracht in een band met de frequentie van 5-65 MHz. Deze signalen zijn bijvoorbeeld voor digitale telefoon- en/of internetservice en bestelopdrachten. In de huizen kan een conventionele coaxkabeHnfrastructuur als netwerk voor verdeling van digitale signalen, in het bijzonder digitale video en multimedia, bekend als Multimedia over Cable (MoCa), worden gebruikt.For example, in a power distribution network, a signal amplifier is used to transfer downstream signals from a provider to individual houses in the sub-1 GHz band. Upstream signals are typically transmitted in a band with the frequency of 5-65 MHz. These signals are for example for digital telephone and / or internet service and order orders. In the houses, a conventional coax cable infrastructure can be used as a network for distribution of digital signals, in particular digital video and multimedia, known as Multimedia over Cable (MoCa).

Conventioneel verschaft de techniek passieve niet-versterkte communicatiepaden naast de versterkte schakelingen. Bijvoorbeeld openbaart US2010/0146 564 een passief CATV-signaalcommunicatiepad voor de passieve signalen in een CATV'ingangsadapter. Het passieve signaalcommunicatiepad bevat geen energieverbruikende actieve elektronische componenten die het zouden kunnen laten afweten of defect zouden kunnen zijn, waardoor de betrouwbaarheid van de passieve CATV-communicaties wordt verhoogd. Deze subsidiaire niet'versterkte communicatiepaden kunnen uit een hoofdcommunicatiepad via een directionele koppeling worden afgesplitst en wordt gewoonlijk als een passieve lifeline-poort aangeduid. Op deze wijze wordt beoogd dat een passief CATV-communicatiepad zo betrouwbaar mogelijk is, daar het voor noodtoestanden en kritische omstandigheden kan worden gebruikt. Om de passieve-padfunctie te verbeteren, openbaart US2010/0162340 een schakelaar die een passieve terminatieweerstand omvat wanneer stroom wordt onderbroken.Conventionally, the technique provides passive non-amplified communication paths in addition to the amplified circuits. For example, US2010 / 0146 564 discloses a passive CATV signal communication path for the passive signals in a CATV input adapter. The passive signal communication path contains no energy-consuming active electronic components that could fail or malfunction, thereby increasing the reliability of passive CATV communications. These subsidiary non-amplified communication paths can be split from a main communication path via a directional link and is usually referred to as a passive lifeline port. In this way, it is intended that a passive CATV communication path is as reliable as possible, since it can be used for emergency situations and critical conditions. To improve the passive path function, US2010 / 0162340 discloses a switch that includes a passive termination resistance when power is interrupted.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Er bestaat een wens om de functionaliteit van de lifeline-poort verder te verbeteren. Volgens een aspect van de uitvinding wordt een netwerkinterface-eenheid, ingericht voor interfacing tussen een kabeltelevisienetwerk en een coaxkabel-thuisnetwerk, verschaft, omvattende een ingangspoort, die met het kabeltelevisienetwerk kan worden verbonden, en ten minste één data-uitgangspoort, ingericht voor relayering van datasignalen uit het televisienetwerk naar het coaxkabel-thuisnetwerk; een stroomafwaartse versterker gekoppeld, in een actief stroomafwaarts stromingspad, aan een stroomafwaartse versterkeringang gekoppeld aan de ingangspoort. De stroomafwaartse versterker heeft een vermogensvoorziening en een stroomafwaartse versterkeruitgang die in het stroomafwaartse pad gekoppeld is aan de data- uitgangspoort. Een gevoede schakelbare verbinding is gekoppeld aan de vermogensvoorziening, die is ingericht om een passief stromingspad tussen de ingangspoort en ten minste één data-uitgangspoort teThere is a desire to further improve the functionality of the lifeline port. According to an aspect of the invention, a network interface unit adapted for interfacing between a cable television network and a coaxial cable home network is provided, comprising an input port that can be connected to the cable television network, and at least one data output port adapted for relaying of data signals from the television network to the coaxial cable home network; a downstream amplifier coupled, in an active downstream flow path, to a downstream amplifier input coupled to the input port. The downstream amplifier has a power supply and a downstream amplifier output which is coupled to the data output port in the downstream path. A powered switchable connection is coupled to the power supply, which is arranged to connect a passive flow path between the input port and at least one data output port

Verschaffen wanneer zij niet wordt gevoed. Wanneer zij wordt gevoed, is de schakelbare verbinding ingericht om de stroomafwaartse versterker tussen de ingangspoort en de uitgangspoort te koppelen om daardoor het actieve stroomafwaartse stromingspad te vormen. Op deze wijze wordt een uitgangspoort volledig operationeel gemaakt tijdens condities van normale stroomvoorziening, en zal deze zonder voeding naar een niet'versterkte lifeline-poort schakelen, waardoor het lifeline-gebruik ervan wordt gewaarborgd.Provide when it is not fed. When it is powered, the switchable connection is arranged to couple the downstream amplifier between the input port and the output port to thereby form the active downstream flow path. In this way, an output port is made fully operational under conditions of normal power supply, and will switch to a non-reinforced lifeline port without power supply, thereby ensuring its lifeline use.

Bijkomende gebieden van toepasbaarheid van de onderhavige systemen en werkwijzen zullen duidelijk worden uit de gedetailleerde beschrijving, die hierna wordt verschaft. Begrepen moet worden dat de gedetailleerde beschrijving en specifieke voorbeelden, hoewel zij als voorbeeld dienende uitvoeringsvormen van de displays en werkwijzen aangeven, slechts voor doeleinden van toelichting zijn bedoeld en niet zijn bedoeld om de omvang van de uitvinding te beperken.Additional areas of applicability of the present systems and methods will become apparent from the detailed description provided below. It is to be understood that the detailed description and specific examples, although exemplary embodiments of the displays and methods, are intended for illustrative purposes only and are not intended to limit the scope of the invention.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

Deze en andere kenmerken, aspecten en voordelen van de apparatuur, systemen en werkwijzen volgens de uitvinding zullen beter begrepen worden uit de volgende beschrijving, bijgevoegde conclusies en begeleidende tekeningen, waarin·"These and other features, aspects and advantages of the apparatus, systems, and methods of the invention will be better understood from the following description, appended claims, and accompanying drawings, in which: "

Figuur 1 een schematisch diagram toont, dat een lifeline-poort volgens een aspect van de uitvinding omvat;Figure 1 shows a schematic diagram that includes a lifeline port according to an aspect of the invention;

Figuur 2 een alternatief voor de actieve lifeline-poort van figuur 1 toont." enFigure 2 shows an alternative to the active lifeline port of Figure 1. "and

Figuur 3 de lifeline-poort van figuur 2 gedetailleerder toont, waarbij zij een MoCa-brug omvat.Figure 3 shows the lifeline port of Figure 2 in more detail, including a MoCa bridge.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVINGDETAILED DESCRIPTION

De volgende beschrijving van bepaalde als voorbeeld dienende uitvoeringsvormen is louter toelichtend van aard en is op geen enkele manier bedoeld om de uitvinding, de toepassing ervan of gebruik ervan te beperken. In de volgende gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen van de onderhavige systemen, inrichtingen en werkwijzen, wordt verwezen naar de begeleidende tekeningen, die een deel daarvan vormen en waarin bij wijze van toelichting specifieke uitvoeringsvormen worden getoond, waarbij de beschreven inrichtingen en werkwijzen in praktijk kunnen worden gebracht. Deze uitvoeringsvormen worden in een toereikend detail beschreven om het voor de vakmensen mogelijk te maken om de thans geopenbaarde systemen en werkwijzen in praktijk te kunnen brengen, en begrepen moet worden dat de andere uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt en dat structurele en logische veranderingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de geest en omvang van het onderhavige systeem te treden.The following description of certain exemplary embodiments is merely illustrative in nature and is in no way intended to limit the invention, its application or use. In the following detailed description of embodiments of the present systems, devices and methods, reference is made to the accompanying drawings, which form a part thereof and in which specific embodiments are shown by way of explanation, wherein the described devices and methods can be put into practice . These embodiments are described in sufficient detail to enable those skilled in the art to practice the currently disclosed systems and methods, and it is to be understood that the other embodiments can be used and that structural and logical changes can be made without to go beyond the spirit and scope of the present system.

De volgende gedetailleerde beschrijving moet derhalve niet in een beperkende zin worden beschouwd, en de omvang van het onderhavige systeem wordt slechts door de bijgevoegde conclusies gedefinieerd. Het/de voornaamste cijfer(s) van de verwijzingsnummers in de figuren komt / komen typisch overeen met het figuurnummer, met de uitzondering dat identieke componenten, die in multipele figuren verschijnen, door dezelfde verwijzingsnummers worden geïdentificeerd. Bovendien worden, voor het doeleinde van duidelijkheid, gedetailleerde beschrijvingen van welbekende inrichtingen, schakelingen en werkwijzen weggelaten teneinde de beschrijving van het onderhavige systeem niet onduidelijk te maken.The following detailed description is therefore not to be considered in a limiting sense, and the scope of the present system is only defined by the appended claims. The main digit (s) of the reference numbers in the figures typically corresponds to the figure number, with the exception that identical components appearing in multiple figures are identified by the same reference numbers. In addition, for the purpose of clarity, detailed descriptions of well-known devices, circuits, and methods are omitted so as not to obscure the description of the present system.

Figuur 1 toont een 'Network Interface Unit” of ‘NIU’ (netwerkinterface* eenheid) functionerend als een actief RF-stroomverdelernetwerk 100. Specifiek wordt RF-ingang 101 verdeeld over één of meer interactieve poorten 114 (bijvoorbeeld voor het verbinden van kabelmodems) en een of meer distributieve poorten 109'112 (bijvoorbeeld voor het verbinden van TV’ en STB-toestellen). De uitgangspoorten 109Ί14 kunnen verschillende versterkingswaarden hebben.Figure 1 shows a "Network Interface Unit" or "NIU" (network interface * unit) functioning as an active RF power distributor network 100. Specifically, RF input 101 is distributed among one or more interactive ports 114 (e.g. for connecting cable modems) and one or more distributive ports 109'112 (e.g. for connecting TV 'and STB devices). The output ports 109Ί14 can have different gain values.

Bijgevolg wordt een netwerkinterface-eenheid 100 getoond die is ingericht voor interfacing tussen een kabeltelevisienetwerk 200 en een coaxkabel· thuisnetwerk 300, in het bijzonder interfaces netwerkinterface-eenheid 100 tussen een ingangspoort 101 en uitgangspoorten 114, 109-112. De interface-eenheid 100 omdat omvat een ingangspoort 101, die kan worden verbonden met het kabeltelevisienetwerk 200, en ten minste één data-uitgangspoort 109-112, die is ingericht voor het doorgeven van datasignalen uit het televisienetwerk 200 aan het coaxkabehthuisnetwerk 300.Accordingly, a network interface unit 100 is shown which is arranged for interfacing between a cable television network 200 and a coaxial cable home network 300, in particular interfaces network interface unit 100 between an input port 101 and output ports 114, 109-112. The interface unit 100 because comprises an input port 101, which can be connected to the cable television network 200, and at least one data output port 109-112, which is adapted to transmit data signals from the television network 200 to the coax cable home network 300.

Stroomafwaartse versterker 104 is in een actief stroomafwaarts stromingspad (A) aan een stroomafwaartse versterkeringang 104a gekoppeld aan de ingangspoort 101 en met een stroomvoorziening 202 en een stroomafwaartse versterkeruitgang 104b die in het stroomafwaartse stromingspad (A) is gekoppeld aan de data-uitgangspoort 114. De gevoede schakelbare verbinding 102 is gekoppeld aan de stroomvoorziening 202 en is ingericht om een passief stromingspad (B) tussen de ingangspoort 101 en ten minste één data-uitgangspoort 114 te verschaffen wanneer zij niet wordt gevoed, en is ingericht, wanneer zij wordt gevoed, om de stroomafwaartse versterker 104 tussen de ingangspoort 101 en de uitgangspoort 114 te koppelen om daardoor het actieve stroomafwaartse stromingspad (A) te vormen.Downstream amplifier 104 is coupled in an active downstream flow path (A) to a downstream amplifier input 104a to the input port 101 and to a power supply 202 and a downstream amplifier output 104b coupled to the data output port 114 in the downstream flow path (A). fed switchable connection 102 is coupled to the power supply 202 and is arranged to provide a passive flow path (B) between the input port 101 and at least one data output port 114 when it is not fed, and is arranged when it is fed, to coupling the downstream amplifier 104 between the input port 101 and the output port 114 to thereby form the active downstream flow path (A).

Het doel van 'lifeline-schakelaar' 102 is het passief door een doorverbinding koppelen van het RF-signaal aan de interactieve uitgangspoort 114 tijdens een vermindering van AC-stroom van stroomvoorziening 202. Een kabelmodem 330, dat is verbonden, kan dus operationeel blijven via een bundel batterijen.The purpose of "lifeline switch" 102 is to passively link the RF signal to the interactive output port 114 during a reduction of AC power from power supply 202. A cable modem 330, which is connected, can thus remain operational via a bundle of batteries.

De netwerkinterface-eenheid 100 kan uniek zijn voorzien van actieve datapoorten, waarvan ten minste één kan zijn voorzien van de lifeline-ondersteuningsfunctie zoals hierboven geopenbaard. Als alternatief, zoals in de uitvoeringsvorm geopenbaard, omvat de netwerkinterface distributieve poorten 109-112, die slechts een stroomafwaarts signaleringspad via versterker 104 verschaffen en niet kunnen zijn gekoppeld aan het stroomopwaartse laagdoorlaatsignaleringspad 1070, zoals verschaft voor de interactieve poort 114.The network interface unit 100 may be uniquely provided with active data ports, at least one of which may be provided with the lifeline support function as disclosed above. Alternatively, as disclosed in the embodiment, the network interface includes distributive ports 109-112, which only provide a downstream signaling path through amplifier 104 and cannot be coupled to upstream low pass signaling path 1070 as provided for the interactive port 114.

De distributieve poorten 109-112 worden uit het actieve stromingspad (A) gesplitst door een directionele koppeling 105 verbonden met de stroomafwaartse versterkeruitgang 104b. In dit voorbeeld is de directionele koppeling 105 verschaft tussen de stroomafwaartse versterkeruitgang 104b met zijn data-uitgangsvertakking 105b gekoppeld, in het stroomafwaartse stromingspad, aan een multiplexfilter 103'. Directionele koppeling 105 omvat een TV-uitgangsvertakking 105a. De TV-uitgangsvertakking is verbonden met distributieve TV-uitgangspoorten 109’112 in een cascadeordening voor het stroomafwaarts relayeren van versterkte kabeltelevisiesignalen in een RF frequentiegebied aan het coaxkabel'thuisnetwerk. De data-uitgangsvertakking 105b is in het stroomafwaartse stromingspad gekoppeld aan de data-uitgangspoort 114. De data-uitgangsvertakking 114 verschaft een stroomafwaartse datarelayering van kabeltelevisiesignalen typisch in een gebied boven 85 MHz en data in een frequentiegebied aanzienlijk boven een RF-kabelsignaalfrequentiegebied, typisch boven 1 GHz. Daarvoor hebben multiplexerfilters 103,103' een stroomafwaarts hoogdoorlaatfilter 103H voor relayering van signalen typisch boven 85 MHz en een stroomopwaarts laagdoorlaatfilter 103L voor de signalen typisch beneden 65 MHz.The distributive ports 109-112 are split from the active flow path (A) by a directional link 105 connected to the downstream amplifier output 104b. In this example, the directional coupling 105 provided between the downstream amplifier output 104b is coupled to its data output branch 105b, in the downstream flow path, to a multiplex filter 103 '. Directional link 105 includes a TV output branch 105a. The TV output branch is connected to distributive TV output ports 109'112 in a cascade arrangement for downstream relaying of amplified cable television signals in an RF frequency range to the coaxial cable home network. The data output branch 105b is coupled to the data output port 114 in the downstream flow path. The data output branch 114 provides a downstream data layering of cable television signals typically in an area above 85 MHz and data in a frequency range substantially above an RF cable signal frequency range, typically above 1 GHz. For this purpose, multiplexer filters 103, 103 'have a downstream high-pass filter 103H for relaying signals typically above 85 MHz and an upstream low-pass filter 103L for the signals typically below 65 MHz.

Figuur 2 toont een modificatie van de schakelingsinrichting van figuur 1, waarbij actieve en passieve stromingspad elektrisch zijn losgekoppeld door elektrische verbinding Q (zie figuur l) te verwijderen. Aldus worden twee afzonderlijke elektrisch losgekoppelde stromingspaden A, B via een tweede schakelbare verbinding 102, 102' verschaft. Op deze wijze wordt de terminatieweerstand niet gehinderd door de niet gevoede schakeling die gewoonlijk met de poorten 101, 114 is verbonden. Dit voorkomt dat ongewenste signalen uit A niet getermineerd zijn, wat signalen op uitgang 114 negatief zou kunnen beïnvloeden. Een typische terminatieweerstand is 75 Ohm. De netwerkinterface-eenheid 100-1 omvat RF-ingang 101, interactieve en distributieve uitgangspoorten 109· 114 en geïntegreerde lifeline-schakelaars 102, 102' op interactieve uitgangspoort 114.Figure 2 shows a modification of the circuit arrangement of Figure 1, wherein active and passive flow path are electrically disconnected by removing electrical connection Q (see Figure 1). Thus, two separate electrically disconnected flow paths A, B are provided via a second switchable connection 102, 102 '. In this way, the termination resistance is not hampered by the non-powered circuitry which is usually connected to the gates 101, 114. This prevents unwanted signals from A not being terminated, which could negatively influence signals on output 114. A typical termination resistance is 75 ohms. The network interface unit 100-1 includes RF input 101, interactive and distributive output ports 109 · 114 and integrated lifeline switches 102, 102 'on interactive output port 114.

Specifiek wordt een schakelbare verbinding gevormd door een eerste gevoed niet vergrendelend relais 102 dat, in de gevoede toestand, ingangspoort 101 koppelt aan de stroomafwaartse versterkeringang 104a en een tweede gevoed niet vergrendelend relais 102', dat, in de gevoede toestand, een data· uitgangspoort 114 koppelt aan de stroomafwaartse versterkeruitgang 104b. In niet gevoede toestand worden de eerste en tweede niet vergrendelende relais 102, 102' via verbindingspad 301 geschakeld om hetpassieve stromingspad B te vormen, waarbij de versterkeringang en/of -uitgang 104a, b losgekoppeld zijn van de ingangspoort 101 respectievelijk uitgangspoort 114.Specifically, a switchable connection is formed by a first fed non-latching relay 102 which, in the fed state, couples input port 101 to the downstream amplifier input 104a and a second fed non-latching relay 102 'which, in the fed state, a data output port 114 connects to the downstream amplifier output 104b. In the non-powered state, the first and second non-latching relays 102, 102 'are connected via connection path 301 to form the passive flow path B, the amplifier input and / or output 104a, b being disconnected from the input port 101 and output port 114, respectively.

Voor het verschaffen van stroomopwaartse en stroomafwaartse filtering van de signaalpaden wordt multiplexerfilterinrichting 103, 103' verschaft. Eerste multiplexerfilter 103 is tussen de ingangspoort 101 en de stroomafwaartse versterkeringang 104a gekoppeld. Tweede multiplexerfilter 103' is tussen de stroomafwaartse versterkeruitgang 104b en de data-uitgangspoort 114 gekoppeld. Het reverse signaalpad 1070 is parallel aan de stroomafwaartse versterker 104 tussen eerste en tweede multiplexerfilters 103, 103' gekoppeld, die zijn ingericht voor laagdoorlaat-gefilterde stroomopwaartse datarelayering, bijvoorbeeld in een frequentieband van 5'65 MHz of 5-42 MHz, afhankelijk van lokale standaarden.To provide upstream and downstream filtering of the signal paths, multiplexer filtering device 103, 103 'is provided. First multiplexer filter 103 is coupled between the input port 101 and the downstream amplifier input 104a. Second multiplexer filter 103 'is coupled between the downstream amplifier output 104b and the data output port 114. The reverse signal path 1070 is coupled in parallel to the downstream amplifier 104 between first and second multiplexer filters 103, 103 ', which are arranged for low-pass filtered upstream data layering, for example in a frequency band of 5'65 MHz or 5-42 MHz, depending on local standards.

Een stroomopwaartse versterker 107 is in het reverse signaalpad 1070 verschaft, zodat voor de distributieve poorten 113-114, B de 'netwerkinterface-eenheid’ of 'NIU' 100-1 werkt als een actieve verdeler / combinator voor stroomafwaartse en stroomopwaartse RF-signalen.An upstream amplifier 107 is provided in the reverse signal path 1070 so that for the distributive ports 113-114, B, the "network interface unit" or "NIU" 100-1 acts as an active distributor / combiner for downstream and upstream RF signals.

In meer detail licht figuur 3 toont hoe een RF-signaal uit ingangspoort 101 actief wordt gesplitst door gebruik van stroomafwaartse versterker 104 en stroomopwaartse versterker 107. Bovendien worden geïntegreerde diplexfilters 108 op uitgangspoorten 109-114 verschaft om, via directionele koppelingen 115, RF-signalen boven 1 GHz voor MoCA-doeleinden aan brugvorming te onderwerpen/te combineren. Dit voorkomt typische excessieve insertieverliezen, die zouden voorkomen wanneer de multimediasignalen typisch boven 1GHz via de directionele koppelingen 105 en 106 voor het coaxtelevisiesignaal beneden 1GHz worden gerout. Directionele koppelingen 115 en 106 zouden dezelfde koppelingen kunnen zijn indien het insertieverlies tot ongeveer 1550 MHz vooraf gedefinieerd en gegarandeerd is.Figure 3 shows in more detail how an RF signal from input port 101 is actively split using downstream amplifier 104 and upstream amplifier 107. In addition, integrated diplex filters 108 on output ports 109-114 are provided to, via directional couplings 115, RF signals subjecting / combining bridging above 1 GHz for MoCA purposes. This prevents typical excessive insertion losses that would occur if the multimedia signals were typically routed above 1GHz via the directional couplers 105 and 106 for the coaxial television signal below 1GHz. Directional couplings 115 and 106 could be the same couplings if the insertion loss up to about 1550 MHz is predefined and guaranteed.

Stroomafwaartse en stroomopwaartse signalen worden door multiplexfilters 103 gescheiden. De multiplexfilters 103 kunnen van het gefixeerde type of plug-in-type zijn. In het bijzonder kan eerste multiplexfilter 103 een diplexer met een gemeenschappelijke terminal 103a gekoppeld aan ingangspoort 101, een stroomafwaarts hoogdoorlaatfilter 103H gekoppeld aan de stroomafwaartse versterkeringang en een stroomopwaarts laagdoorlaatfilter 103L gekoppeld aan het reverse signaalpad 1070 zijn. Tweede multiplexfilter is een diplexer 103' met een gemeenschappelijke terminal 103a' gekoppeld aan de data-uitgangspoort 114 via een directionele koppeling 106 en een schakelaar 102. Het stroomafwaartse filter 103H' is gekoppeld aan de stroomafwaartse versterkeruitgang 104b; stroomopwaarts laagdoorlaatfilter 103L' is gekoppeld aan het reverse signaalpad 1070.Downstream and upstream signals are separated by multiplex filters 103. The multiplex filters 103 can be of the fixed type or plug-in type. In particular, first multiplex filter 103 may be a diplexer with a common terminal 103a coupled to input port 101, a downstream high-pass filter 103H coupled to the downstream amplifier input and an upstream low-pass filter 103L coupled to the reverse signal path 1070. Second multiplex filter is a diplexer 103 'with a common terminal 103a' coupled to the data output port 114 via a directional link 106 and a switch 102. The downstream filter 103H 'is coupled to the downstream amplifier output 104b; upstream low-pass filter 103L 'is coupled to the reverse signal path 1070.

Een cascade-inrichting 1060 is verschaft van directionele signaalkoppelingen 106, waarbij elk een ingang 106a en multipele uitgangsvertakkingen 106b, b' heeft. De directionele signaalkoppelingen 106 hebben als functie het splitsen van een signaal dat is ontvangen bij de ingang 106a in de uitgangsvertakkingen 106b, b'. Via cascade-inrichting 1060 wordt RF-signaal 101 gesplitst naar vier distributieve uitgangspoorten 109, 110, 111 en 112 (slechts stroomafwaartse signalering). Een directionele koppeling is in de datavertakking 1061 aangebracht om twee interactieve uitgangspoorten 113 en 114 (geschikt voor stroomafwaartse en stroomopwaartse signalering) te verschaffen.A cascade device 1060 is provided with directional signal couplers 106, each having an input 106a and multiple output branches 106b, b '. The directional signal couplers 106 have the function of splitting a signal received at the input 106a into the output branches 106b, b '. Via cascade device 1060, RF signal 101 is split into four distributive output ports 109, 110, 111 and 112 (only downstream signaling). A directional link is provided in the data branch 1061 to provide two interactive output ports 113 and 114 (suitable for downstream and upstream signaling).

Uitgangspoorten 113, 114, 109, 110, 111 en 112 kunnen verschillende stroomafwaartse versterkingswaarden hebben door symmetrische of asymmetrische Splitters / combiners 106 te kiezen.Output ports 113, 114, 109, 110, 111 and 112 can have different downstream gain values by choosing symmetrical or asymmetrical splitters / combiners 106.

Relais 102 vormen een lifeline-schakelaar met als doel het RF-signaal 101, passief te overbruggen naar de interactieve uitgangspoort 114, tijdens een AOstroomonderbreking of -verlies. Wanneer AOstroom 201 wordt gebruikt, wordt het RF-signaal 101 actief gesplitst naar twee interactieve poorten 113 en 114 en vier distributieve poorten 109, 110, 111 en 112. Beide interactieve poorten 113 en 114 zijn operationeel. Wanneer een AOonderbreking plaatsvindt, wordt het RF-signaal 101 door middel van twee relais 102 afgeleid naar een passieve lifeline-pad 301 met gering verlies (vanwege het niet gebruiken van RF-dividers). Het kabelmodem of eMTA met de bundel batterijen op interactieve poort 114 blijft operationeel, de andere uitgangspoorten 113, 109, 110, 111 en 112 worden losgekoppeld (niet bij elkaar passend).Relay 102 forms a lifeline switch for the purpose of passively bridging the RF signal 101 to the interactive output port 114 during an AO current interruption or loss. When AO current 201 is used, the RF signal 101 is actively split to two interactive ports 113 and 114 and four distributive ports 109, 110, 111 and 112. Both interactive ports 113 and 114 are operational. When an AO interruption occurs, the RF signal 101 is derived by means of two relays 102 to a passive lifeline path 301 with low loss (due to the non-use of RF dividers). The cable modem or eMTA with the bundle of batteries on interactive port 114 remains operational, the other output ports 113, 109, 110, 111 and 112 are disconnected (not matching).

Bij deze uitvoeringsvorm bestaat elke uitgangspoort 109-112 uit een multiplexfïlter 108 met een hoogdoorlaatvertakking 108H gekoppeld aan een tweede cascade-inrichting 1150 van directionele MoCa-signaalkoppelingen 115,die MoCa-signalen passief aan brugvorming te onderwerpen om een MoCa-bruginrichting te vormen,' en met een laagdoorlaatvertakking 108L gekoppeld aan een respectieve uitgangsvertakking 106b, b' van een eerste directionele koppeling 106. Op deze wijze overbruggen diplexfilters 108 en combiners 115 MoCA-RF-signalen boven 1 GHz (afkomstig van MoCA-interface-inrichtingen verbonden op uitgangspoorten 113, 114, 109, 110, 111 en 112) passief om excessief insertieverlies tussen uitgangspoorten 113, 114, 109, 110, 111 en 112 door RF-isolatie te vermijden. MoCA-RF-signalen boven 1 GHz uit interactieve poorten 113 en 114 worden gecombineerd en gesplitst naar de distributieve poorten 109, 110, 111 en 112, met een voorbepaald insertieverlies dat afhangt van koppelingen 115.In this embodiment, each output port 109-112 consists of a multiplex filter 108 with a high-pass branch 108H coupled to a second cascade device 1150 of directional MoCa signal couplings 115, which passively bridge MoCa signals to form a MoCa bridge device. and with a low-pass branch 108L coupled to a respective output branch 106b, b 'of a first directional coupler 106. In this way, diplex filters 108 and combiners 115 bridge MoCA RF signals above 1 GHz (from MoCA interface devices connected to output ports 113 , 114, 109, 110, 111 and 112) passively to avoid excessive insertion loss between output ports 113, 114, 109, 110, 111 and 112 due to RF isolation. MoCA RF signals above 1 GHz from interactive ports 113 and 114 are combined and split to the distributive ports 109, 110, 111 and 112, with a predetermined insertion loss that depends on couplings 115.

Natuurlijk wordt deze beschrijving geacht één van de bovengenoemde uitvoeringsvormen of werkwijzen in combinatie met één of meer andere uitvoeringsvormen of werkwijzen te openbaren om nog verdere verbeteringen bij het vinden van gebruikers met bijzondere persoonlijkheden en het in overeenstemming daarvan brengen te verschaffen en relevante aanbevelingen te verschaffen.Of course, this description is understood to disclose one of the aforementioned embodiments or methods in combination with one or more other embodiments or methods to provide further improvements in finding users with particular personalities and bringing them into compliance and making relevant recommendations.

Tenslotte is de bovenstaande beschrijving bedoeld om het onderhavige systeem louter toe te lichten en moet zij niet worden geïnterpreteerd in de zin dat zij de bij gevoegde conclusies tot een bijzondere uitvoeringsvorm of groep van uitvoeringsvormen beperkt. Aldus moet ook worden begrepen dat, hoewel het onderhavige systeem in bijzonder detail met verwijzing naar specifieke, als voorbeeld dienende uitvoeringsvormen daarvan is beschreven, talrijke modificaties en alternatieve uitvoeringsvormen door de vakmensen kunnen worden bedacht zonder buiten de ruimere en beoogde geest en omvang van het onderhavige systeem, zoals in de conclusies, die volgen, uiteengezet, te treden. De specificatie en tekeningen moeten bijgevolg op een toelichtende wijze worden beschouwd en zijn niet bedoeld om de omvang van de bijgevoegde conclusies te beperken.Finally, the above description is intended to merely illustrate the present system and should not be interpreted in the sense that it limits the appended claims to a particular embodiment or group of embodiments. Thus, it should also be understood that although the present system has been described in particular detail with reference to specific exemplary embodiments thereof, numerous modifications and alternative embodiments can be devised by those skilled in the art without departing from the broader and intended spirit and scope of the present system as set out in the claims that follow. The specification and drawings are therefore to be considered in an explanatory manner and are not intended to limit the scope of the appended claims.

Bij het interpreteren van de bijgevoegde conclusies moet worden begrepen dat: a) het woord "omvattende" niet de aanwezigheid van andere elementen of handelingen uitsluit dan die welke in een gegeven conclusie zijn vermeld! b) het woord "een" dat aan een element voorafgaat, niet de aanwezigheid van verscheidene van dergelijke elementen uitsluit; c) enigerlei verwijzingstekens in de conclusies hun omvang niet beperken; d) verscheidene "middelen" kunnen worden vertegenwoordigd door hetzelfde of verschillende item(s) of hardware· of software-geïmplementeerde structuur of functie! e) enigerlei van de geopenbaarde elementen uit hardwaredelen (kunnen bestaan (waaronder bijvoorbeeld afzonderlijke en geïntegreerde elektronische schakelingen), softwaredelen (bijvoorbeeld computerprogrammering), en enigerlei combinatie daarvan; f) hardwaredelen uit analoge of digitale delen of beide kunnen bestaan; g) enigerlei van de geopenbaarde inrichtingen of delen daarvan samen kunnen worden gecombineerd of gescheiden kunnen worden in bijkomende delen, tenzij specifiek anders vermeld; en h) het niet de bedoeling is dat een specifieke opeenvolging van handelingen of stappen is vereist, tenzij specifiek aangegeven.When interpreting the appended claims, it is to be understood that: a) the word "comprising" does not exclude the presence of elements or actions other than those stated in a given claim! b) the word "one" preceding an element does not exclude the presence of several such elements; c) any reference characters in the claims do not limit their scope; d) several "resources" can be represented by the same or different item (s) or hardware or software-implemented structure or function! e) any of the elements disclosed may be hardware parts (may include (for example, separate and integrated electronic circuits), software parts (e.g., computer programming), and any combination thereof; f) hardware parts may consist of analog or digital parts, or both; g) any of the disclosed devices or parts thereof can be combined together or separated into additional parts, unless specifically stated otherwise; and h) it is not intended that a specific sequence of actions or steps is required unless specifically indicated.

Claims

A network interface unit adapted for interfacing between a cable television network and a coax cable home network; comprising an input port (101) that can be connected to the cable television network, and at least one data output port (109-114) adapted to relay data signals from the television network to the coax cable home network; a downstream amplifier (104) coupled in an active downstream flow path to an input of a downstream amplifier that is coupled to the input port (101) and which has a power supply (202) and a downstream amplifier output that is connected to the downstream flow path the data output port (114) is coupled; and a powered switchable connection (102, 102 ') coupled to the power supply (202), the switchable connection being arranged to pass a passive flow path (301) between the input port (101) and at least one data output port (114) the non-powered state, and, in the fed state, is arranged to couple the downstream amplifier (104) between the input port (101) and the output port (114) to thereby form the active downstream flow path.

The network interface unit of claim 1, wherein the switchable connection is formed by a first non-latching relay (102) which, in the fed state, couples the input port (101) to the downstream amplifier input (104a), and a second powered, non-latching relay (102 ') that, in the powered state, couples a data output port (114) to the downstream amplifier output (I04b) and where, in the non-powered state, the first and second non-latching relays are connected to form the passive flow path (301) and the amplifier input and / or output (104a, b) are disconnected from the input port (101) and output port (114), respectively.

The network interface unit of claim 1, further comprising a directional link (105) connected to the downstream amplifier output (104b) wherein the directional link (105) comprises a TV output branch (105a) connected to various distributive TV output ports ( 109'112) arranged for downstream relaying of amplified cable television signals to the coaxial cable · home network via the TV output ports (109-112); and a data output branch (105b) coupled, in the downstream flow path, with data output port (113, 114) and arranged for downstream relaying of amplified data signals in a frequency range substantially above an RF cable signal frequency range.

The network interface unit of claim 1, further comprising a multiplex filter device comprising a first multiplex filter (103) coupled between the input port (101) and the downstream amplifier input (104A) and a second multiplex filter (103 ') coupled between the downstream amplifier output (104b) and the data output port (114) and a reverse signal path (1070) coupled in parallel to the downstream amplifier (104) between first and second multiplex filters (103, 103 '), which are adapted for low-pass filtered upstream data lamination.

The network interface unit of claim 4, further comprising an upstream amplifier (107) provided in the reverse signal path (1070).

The network interface unit of claim 4, wherein the first multiplex filter (103) includes a diplexer with a common terminal (103a) coupled to the input port (101), a downstream high-pass filter (103H) coupled to the downstream amplifier input and an upstream low-pass filter (103L ) coupled to the reverse signal path (1070) and wherein the second multiplex filter is a diplex filter (103 ') with a common terminal (103a') coupled to the data output port (114)! the downstream filter (103H ') is coupled to the downstream amplifier output (104b), the upstream low pass filter (103L') is coupled to the reverse signal path (1070).

The network interface unit of claim 6, wherein the first and second multiplex filters (103, 103 ') have a downstream high pass filter (103b) for signals above 85 MHz and an upstream low pass filter (103C) for signals below 65 MHz.

The network interface unit of claim 4, wherein the data output branch (105b) of the directional link (105) is coupled between the downstream amplifier output (104b) and the second multiplex filter (103 ').

The network interface unit of claim 3, wherein the TV output branch (105a) is coupled to various distributive TV output ports (109-112) via a first cascade device (1060) of directional signal couplings (106), each having an input (106a) and has multiple output branches (106b, b '), wherein the directional signal couplings (106) are coupled to split a signal received at the input (106a) in the output branch (106b, b').

The network interface unit of claim 9, wherein each output port comprises a multiplex filter (108) with a high pass branch (108H) coupled to a second cascade device 1150 of directional MoCa signal couplers 115, passively bridging MoCa signals around a MoCa bridge device to shape; and having a low-pass branch (108L) coupled to a respective output branch (106b, b ') of a first directional link (106).

The network interface unit of claim 10, wherein the low pass branch comprises a low pass filter for signals lower than 1 GHz; and wherein the high pass branch comprises a high pass filter for signals above 1 GHz.