BE1017959A3

BE1017959A3 - Sliding door closure device, has tilt device suspension point which can be slid along straight path when door is being opened or closed

Info

Publication number: BE1017959A3
Application number: BE2008/0034A
Authority: BE
Inventors: Emmanuel Vanoverbeke
Original assignee: Louage En Wisselinck Nv
Priority date: 2008-01-16
Filing date: 2008-01-16
Publication date: 2010-02-02

Abstract

The suspension point for the tilt device can be slid along a straight path when this device is moved from a first position (AB) when the door (1) is closed, into a second position (A'B') when the door is open, or vice versa. The door comprises a wall section (2) which is suspended inside and movable along a guide profile (3). A spring in the guide profile is tensioned when the door is open, so that it helps pull the door into the closed position when the door is being closed. A tilt device inside the guide profile is attached to the spring via a suspension point. A follower (6) travels back and forth with the sliding wall section and is adapted to move the tilt device from its first position into its second position when the door is opened, and to engage with the tilt device when the door is closed and then return it from its second position to its first position.

Description

SLUITINRICHTING VOOR EEN SCHUIFDEURCLOSING DEVICE FOR A SLIDING DOOR

De uitvinding betreft een sluitinrichting voor het gecontroleerd sluiten en openen van een schuifdeur, waarbij deze schuifdeur een wandelement omvat en een geleidingsprofiel omvat waarin het wandelement heen en weer verschuifbaar is opgehangen, omvattende: o een veerelement dat in het geleidingsprofiel is voorzien en in een open stand van de schuifdeur opgespannen is om bij sluiten van de schuifdeur deze in een gesloten stand te trekken; o een aan dit veerelement in een ophangpunt bevestigd kantelelement dat eveneens in het geleidingsprofiel is voorzien, waarbij het kantelelement in de gesloten stand van de schuifdeur in een eerste positie staat en in de open stand van de schuifdeur in een tweede positie staat; o een meeneemelement dat mee met de schuifbeweging van het wandelement heen en weer verschuifbaar is en voorzien is om het kantelelement bij openen van de schuifdeur van zijn eerste positie naar zijn tweede positie te brengen en weg van het kantelelement te bewegen en voorzien is om bij sluiten van de schuifdeur op het kantelelement aan te grijpen en dit van zijn tweede positie naar zijn eerste positie te brengen.The invention relates to a closing device for the controlled closing and opening of a sliding door, wherein said sliding door comprises a wall element and a guide profile in which the wall element is slidably suspended back and forth, comprising: a spring element which is provided in the guide profile and in an open position of the sliding door is tensioned to pull it into a closed position when the sliding door is closed; o a tilting element attached to this spring element in a suspension point and also provided in the guide profile, the tilting element in the closed position of the sliding door being in a first position and in the open position of the sliding door being in a second position; o a carrier element that can be moved back and forth with the sliding movement of the wall element and is provided to bring the tilting element from its first position to its second position upon opening the sliding door and to move it away from the tilting element and is provided for closing of the sliding door on the tilting element and moving it from its second position to its first position.

Schuifdeuren worden meestal gebruikt om deuropeningen in wanden af te sluiten. Ze worden meestal opgebouwd door een wandelement met behulp van looprollen, voorzien op een rollichaam, heen en weer verschuifbaar in een geleidingsprofiel op te hangen en hierdoor de genoemde deuropening vrij te maken of terug af te sluiten.Sliding doors are usually used to close door openings in walls. They are usually constructed by suspending a wall element with the aid of running rollers, provided on a rolling body, slidably back and forth in a guide profile and thereby freeing or closing the said door opening.

Gewone deuren die met behulp van scharnieren voorzien zijn in dergelijke deuropeningen, zijn meestal zodanig met een sluitinrichting voorzien, dat, wanneer men deze deur met een zwaai harder of zachter wil sluiten, deze in het slot zal vallen.Ordinary doors which are provided with hinges in such door openings are usually provided with a closing device such that, if this door is to be closed harder or softer, it will fall into the lock.

Een analoge sluitinrichting, waarbij met voldoende betrouwbaarheid verzekerd wordt dat een schuifdeur zowel bij het met een zwaai zacht sluiten als met een zwaai hard sluiten “in het slot valt" werd tot op heden niet ontwikkeld. Wanneer men een bestaande schuifdeur namelijk zacht wil sluiten, dient men de schuifbeweging volledig te volgen tot de schuifdeur tot tegen zijn aanslag komt en de genoemde deuropening volledig afsluit. Met behulp van een zachte zwaaibeweging zal de beweging van de schuifdeur meestal stoppen vooraleer de schuifdeur de aanslag bereikt en zal deze de deuropening dus niet volledig afsluiten. Wanneer men diezelfde bestaande schuifdeur met een harde zwaai wil sluiten zal deze meestal zo hard tegen de aanslag botsen, dat, zelfs wanneer een demping voorzien is die dit botsen gedeeltelijk opvangt, de schuifdeur terugbotst en de deuropening niet volledig afsluit.An analog closing device, whereby with sufficient reliability it is ensured that a sliding door “falls into the lock” with both a swing and a swing, is not developed to date. If one wants to close an existing sliding door, the sliding movement must be fully followed until the sliding door comes to its stop and the said door opening is completely closed.With a gentle swing movement the movement of the sliding door will usually stop before the sliding door reaches the stop and will therefore not fully close the door opening. If one wants to close the same existing sliding door with a hard swing it will usually bump into the stop so hard that, even if a damping is provided that partially absorbs this collision, the sliding door collides back and does not completely close the door opening.

Er werden reeds meerdere sluitinrichtingen voor schuifdeuren ontwikkeld, waarbij men een gedeeltelijke oplossing biedt om deze schuifdeur “in het slof’ te laten vallen bij sluiten van deze schuifdeur.Several closing devices for sliding doors have already been developed, whereby a partial solution is offered to let this sliding door fall into the shoe when closing this sliding door.

De eenvoudigste oplossing hierbij, bestaat in het voorzien van een demper waartegen de schuifdeur kan botsen bij sluiten van deze schuifdeur en die de beweging van de schuifdeur dempt. Bij te zacht dichtzwaaien van de schuifdeur zal deze echter niet sluiten, terwijl deze bij te hard dichtzwaaien na botsen tegen de demper terug zal openen.The simplest solution here is to provide a damper against which the sliding door can collide when this sliding door is closed and which dampens the movement of the sliding door. However, if the sliding door is slammed shut too softly, it will not close, whereas if it is slammed shut too hard it will open again after colliding with the damper.

Om de schuifdeur beter gesloten te houden, werden ook dempingelementen ontwikkeld, waarbij een deel van de schuifdeur bij sluiten ervan tussen deze dempingelementen geklemd wordt. Bij een specifieke uitvoeringsvorm hiervan wordt dit dempingelement in het geleidingsprofiel aangebracht, zodat naast het wandelement alle verdere onderdelen van de schuifdeur zo goed mogelijk in het geleidingsprofiel zijn ingewerkt. Bij deze uitvoeringsvorm is een genoemd rollichaam zo uitgewerkt dat een deel van het rollichaam tussen de dempingelementen kan geklemd worden. Afhankelijk van het gewicht van de schuifdeur zijn ook uitvoeringsvormen hiervan gekend, waarbij de dempingelementen met behulp van een stelschroef dichter bijeen of verder uiteen kunnen gebracht worden. Bij een bepaalde instelling van deze dempingelementen gelden echter analoge nadelen als hierboven meegegeven. Indien iemand de schuifdeur harder dichtzwaait dan bij instelling, dan kan de schuifdeur terug openzwaaien, of dan kan de schuifdeur zodanig vast tussen de dempingelementen vastgeklemd worden dat bij openen een grote kracht op de schuifdeur dient uitgeoefend te worden om deze terug los te krijgen. Analoog zal de schuifdeur bij een minder harde zwaai niet volledig sluiten.In order to keep the sliding door better closed, damping elements have also been developed, whereby a part of the sliding door is clamped between these damping elements when it is closed. In a specific embodiment thereof, this damping element is arranged in the guide profile, so that in addition to the wall element, all further parts of the sliding door are integrated as well as possible into the guide profile. In this embodiment, said roller body is designed such that a part of the roller body can be clamped between the damping elements. Depending on the weight of the sliding door, embodiments thereof are also known, wherein the damping elements can be brought closer together or further apart with the aid of an adjusting screw. With a certain setting of these damping elements, however, analogous disadvantages apply as stated above. If someone swings the sliding door harder than with adjustment, then the sliding door can swing open again, or the sliding door can be clamped firmly between the damping elements in such a way that when opening a large force must be exerted on the sliding door to release it again. Analogously, the sliding door will not close completely if the swing is less severe.

Een verdere sluitinrichting voor het gecontroleerd sluiten en openen van een schuifdeur omvat een dempingsinrichting om de schok van het sluiten van de schuifdeur op te vangen, naast een veerelement dat in het geleidingsprofiel is voorzien en in een open stand van de schuifdeur opgespannen is om bij sluiten van de schuifdeur deze in een gesloten stand te trekken. Aan het dempingselement en aan dit veerelement is een kantelelement bevestigd, waarbij het kantelelement in de gesloten stand van de schuifdeur in een eerste positie staat en in de open stand van de schuifdeur in een tweede positie staat. Het rollichaam dat naar het dempinselement gericht is, is aan de zijde van dit dempingselement voorzien van een meeneemelement dat voorzien is om het kantelelement bij openen van de schuifdeur van zijn eerste positie naar zijn tweede positie te brengen en weg van het kantelelement te bewegen en is voorzien om bij sluiten van de schuifdeur op het kantelelement aan te grijpen en dit van zijn tweede positie naar zijn eerste positie te brengen. Dit systeem biedt reeds een vrij goede oplossing om een schuifdeur die met een voldoende harde zwaai gesloten wordt volledig te sluiten en gesloten te houden tot deze opnieuw geopend wordt. Het nadeel van dit systeem is echter dat de schuifdeur tot op enkele centimeter van de gesloten stand gesloten dient te worden, vooraleer de schuifdeur onder de veerkracht automatisch verder sluit.A further closing device for the controlled closing and opening of a sliding door comprises a damping device for absorbing the shock of closing the sliding door, in addition to a spring element which is provided in the guide profile and is clamped in an open position of the sliding door for closing pull the sliding door into a closed position. A tilting element is attached to the damping element and to this spring element, the tilting element in the closed position of the sliding door being in a first position and in the open position of the sliding door being in a second position. The roller body that faces the damping element is provided on the side of this damping element with a carrier element which is provided for moving the tilting element from its first position to its second position upon opening the sliding door and moving away from the tilting element and is provided for engaging the tilting element when closing the sliding door and bringing it from its second position to its first position. This system already offers a fairly good solution to completely close a sliding door that is closed with a sufficiently strong swing and keep it closed until it is opened again. The disadvantage of this system, however, is that the sliding door must be closed up to a few centimeters from the closed position, before the sliding door closes further under the spring force.

Bestaande systemen die een schuifdeur op een analoge manier verder kunnen sluiten indien ze op een zachte manier gesloten worden tot op een zekere afstand van de gesloten stand dienen allemaal buiten het geleidingsprofiel voorzien te worden. Deze nemen namelijk een zodanige lengte ten opzichte van het geleidingsprofiel in dat wanneer deze toch in het geleidingsprofiel ingebouwd zouden worden, het rollichaam van het wandelement dat naar de aanslag van deze schuifdeur toe gericht is, deze ofwel niet voldoende dicht kan benaderen om de schuifdeur te sluiten, ofwel op een zodanige plaats op het wandelement dient voorzien te worden, dat deze het wandelement onvoldoende kan ondersteunen.Existing systems that can further close a sliding door in an analogous way if they are closed in a soft way up to a certain distance from the closed position, all have to be provided outside the guide profile. This is because they take such a length with respect to the guide profile that if they were nevertheless incorporated in the guide profile, the roller body of the wall element which is directed towards the stop of this sliding door cannot come close enough to close the sliding door. must be provided at such a place on the wall element that it cannot sufficiently support the wall element.

Het is echter niet steeds mogelijk of gewenst om een dergelijke sluitinrichting naast het geleidingsprofiel te voorzien.However, it is not always possible or desirable to provide such a closing device in addition to the guide profile.

Het doel van deze uitvinding is dan ook het voorzien van een sluitinrichting voor een schuifdeur die in het geleidingsprofiel voorzien kan worden en waarmee met voldoende betrouwbaarheid verzekerd wordt dat deze schuifdeur zowel bij het met een zwaai zacht sluiten als met een zwaai hard sluiten ervan “in het slot valt”, d.i. de deuropening volledig afsluit en afgesloten houdt tot de schuifdeur weer geopend wordt.The object of the present invention is therefore to provide a closing device for a sliding door which can be provided in the guide profile and with which it is ensured with sufficient reliability that this sliding door is closed both when it is closed gently with a swing and with a swing hard closing. the lock falls ”, ie the doorway closes completely and keeps it closed until the sliding door is opened again.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een sluitinrichting voor een schuifdeur, waarbij deze schuifdeur een wandelement omvat en een geleidingsprofiel omvat waarin het wandelement heen en weer verschuifbaar is opgehangen, omvattende: o een veerelement dat in het geleidingsprofiel is voorzien en in een open stand van de schuifdeur opgespannen is om bij sluiten van de schuifdeur deze in een gesloten stand te trekken; o een aan dit veerelement in een ophangpunt bevestigd kantelelement dat eveneens in het geleidingsprofiel is voorzien, waarbij het kantelelement in de gesloten stand van de schuifdeur in een eerste positie staat en in de open stand van de schuifdeur in een tweede positie staat; o een meeneemelement dat mee met de schuifbeweging van het wandelement heen en weer verschuifbaar is en voorzien is om het kantelelement bij openen van de schuifdeur van zijn eerste positie naar zijn tweede positie te brengen en weg van het kantelelement te bewegen en voorzien is om bij sluiten van de schuifdeur op het kantelelement aan te grijpen en dit van zijn tweede positie naar zijn eerste positie te brengen; waarbij het ophangpunt van het kantelelement verschuifbaar is en bij verplaatsen van het kantelelement van zijn eerste positie naar zijn tweede positie en omgekeerd, een loopweg volgt.This object of the invention is achieved by providing a closing device for a sliding door, said sliding door comprising a wall element and a guide profile in which the wall element is slidably suspended back and forth, comprising: a spring element which is provided in the guide profile and an open position of the sliding door is clamped to pull it into a closed position when the sliding door is closed; o a tilting element attached to this spring element in a suspension point and also provided in the guide profile, the tilting element in the closed position of the sliding door being in a first position and in the open position of the sliding door being in a second position; o a carrier element that can be moved back and forth with the sliding movement of the wall element and is provided to bring the tilting element from its first position to its second position upon opening the sliding door and to move it away from the tilting element and is provided for closing to engage the sliding door on the tilting element and bring it from its second position to its first position; the suspension point of the tilting element being slidable and following a path when moving the tilting element from its first position to its second position and vice versa.

Door het kantelelement verschuifbaar te voorzien en een loopweg te laten volgen, kan, wanneer de schuifdeur op een zachte manier gesloten wordt en handmatig niet tot op enkele centimeter van de aanslag wordt gebracht, de schuifdeur toch verder gesloten worden.By providing the tilting element with slideability and allowing a path to follow, if the sliding door is closed in a soft manner and is not brought manually up to a few centimeters from the stop, the sliding door can still be closed further.

Bij voorkeur is dit meeneemelement vast verbonden aan het wandelement en niet aan het rollichaam zoals in de stand van de techniek het geval is. Op deze manier kan namelijk opnieuw plaats gewonnen worden, waarmee de schuifdeur vanuit een verdere positie automatisch verder gesloten kan worden indien bij sluiten van de schuifdeur deze handmatig slechts op een zachte manier gedeeltelijk gesloten wordt.This carrier element is preferably fixedly connected to the wall element and not to the roller body as is the case in the prior art. Namely, space can again be gained in this way, with which the sliding door can be automatically closed further from a further position if, when the sliding door is closed, it is only partially closed manually in a soft manner.

Bij een specifieke uitvoeringsvorm van een sluitinrichting volgens deze uitvinding is het meeneemelement voorzien van een inbreng holte en het kantelelement voorzien van een inbrengdeel dat voorzien is om bij sluiten van de schuifdeur in deze inbrengholte ingebracht te worden, zodat het kantelelement in zijn eerste positie komt en bij openen van de schuifdeur uit deze inbrengholte vrij te komen, zodat het kantelelement in zijn tweede positie komt.In a specific embodiment of a closing device according to the present invention, the carrier element is provided with an insertion cavity and the tilting element is provided with an insertion part which is provided for insertion into this insertion cavity when closing the sliding door, so that the tilting element comes into its first position and to be released from this insertion cavity upon opening the sliding door, so that the tilting element comes into its second position.

Bij voorkeur is het kantelelement van een dergelijke uitvoeringsvorm kantelbaar ten opzichte van een kantelpunt en omvat deze ten opzichte van dit kantelpunt twee uiteinden, waarbij het genoemde inbrengdeel een eerste uiteinde vormt en waarbij het tweede uiteinde geleid wordt in een sleuf van de sluitinrichting, die de loopweg van het kantelelement bepaalt.The tilting element of such an embodiment is preferably tiltable with respect to a tilting point and comprises two ends with respect to this tilting point, said insertion part forming a first end and wherein the second end is guided in a slot of the closing device, which determines the path of the tilting element.

Om het kantelelement tijdens zijn kantelbeweging vloeiend te kunnen geleiden is elk van beide uiteinden van het kantelelement verder bij voorkeur voorzien van een geleidingswieltje.In order to be able to smoothly guide the tilting element during its tilting movement, each of the two ends of the tilting element is furthermore preferably provided with a guide wheel.

Het meeneemelement van een bijzonder praktische uitvoeringsvorm van een dergelijke sluitinrichting volgens deze uitvinding is voorzien van een stootrand en een inbrengrand die samen de genoemde inbrengholte vormen, waarbij voorzien is dat het kantelelement bij sluiten van de schuifdeur tegen deze stootrand aanstoot om van zijn tweede positie naar zijn eerste positie gebracht te worden en bij openen van de schuifdeur door de inbrengrand meegenomen wordt van zijn eerste positie naar zijn tweede positie, waarbij het kantelelement uit het meeneemelement vrij komt en het meeneemelement met de schuifbeweging van het wandelement mee weg van het kantelelement beweegt.The carrier element of a particularly practical embodiment of such a closing device according to the present invention is provided with a bumper and an insertion edge which together form the said insertion cavity, wherein it is provided that the tilting element, when closing the sliding door, abuts against this bumper to move from its second position to be brought to its first position and when the sliding door is opened, the insertion edge takes it from its first position to its second position, wherein the tilting element is released from the carrier element and the carrier element moves away from the tilting element with the sliding movement of the wall element.

Om het geluid van een dichtslaande schuifdeur te dempen, is de stootrand verder bij voorkeur voorzien van dempingmateriaal om het aanstoten van het kantelelement tegen deze stootrand te dempen.In order to damp the sound of a slamming sliding door, the bumper is preferably further provided with damping material to damp the impact of the tilting element against this bumper.

Bij een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een sluitinrichting volgens deze uitvinding is het genoemde veerelement een gasveer is. Doordat het kantelelement een loopweg aflegt, wordt de slag van een dichtslaande schuifdeur reeds gedeeltelijk opgevangen. Om de onderdelen niet al te veel te belasten, is het echter voordelig om deze slag bijkomend te dempen. Een dergelijke gasveer zal de slag van een dichtslaande schuifdeur dan ook bijkomend dempen. Andere veerelementen zullen ook reeds bijkomend dempen, maar een gasveer kan nog meer demping aan.In a particularly preferred embodiment of a closing device according to the present invention, said spring element is a gas spring. Because the tilting element travels a walkway, the stroke of a slamming sliding door is already partially absorbed. However, in order not to overload the components, it is advantageous to additionally damp this stroke. Such a gas spring will therefore also damp the stroke of a slamming sliding door. Other spring elements will also already damp, but a gas spring can handle even more damping.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een sluitinrichting voor een schuifdeur volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvoeringsvorm van een sluitinrichting voor een schuifdeur aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.This invention will now be further elucidated with reference to the following detailed description of a preferred embodiment of a closing device for a sliding door according to the present invention. The purpose of this description is to give only illustrative examples and to indicate further advantages and details of this embodiment of a sliding door closing device, and thus can in no way be interpreted as limiting the scope of the invention or the claims claimed.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een langsdoorsnede van een detail van de schuifdeur met deze uitvoeringsvorm van een sluitinrichting is weergegeven; figuur 2 een dwarsdoorsnede van een detail van de schuifdeur met deze uitvoeringsvorm van een sluitinrichting is weergegeven; figuur 3 een aanzicht van het kantelelement van deze uitvoeringsvorm van een sluitinrichting is weergegeven.In this detailed description reference is made to the accompanying drawings by reference numerals, in which Figure 1 shows a longitudinal section of a detail of the sliding door with this embodiment of a closing device; Figure 2 shows a cross-section of a detail of the sliding door with this embodiment of a closing device; Figure 3 shows a view of the tilting element of this embodiment of a closing device.

De schuifdeur (1) in de figuren 1 en 2 omvat een wandelement (2) en een geleidingsprofiel (3). Dit wandelement (2) is met behulp van looprollen, voorzien op rollichamen heen en weer verschuifbaar in het geleidingsprofiel (3) opgehangen. Deze gekende ophanging van het wandelement (2) in het geleidingsprofief werd niet afgebeeld.The sliding door (1) in figures 1 and 2 comprises a wall element (2) and a guide profile (3). This wall element (2) is suspended back and forth slidably in the guide profile (3) by means of running rollers provided on rolling bodies. This known suspension of the wall element (2) in the guide profile was not shown.

In de figuren 1 en 2 is het werkingsprincipe van een sluitinrichting volgens deze uitvinding weergegeven. Het veerelement van deze sluitingsinrichting werd hierbij niet afgebeeld. Dit veerelement is aan de linkerzijde in figuur 1 gezien van het geleidingsprofiel (3) ingebouwd. Het kantelelement (4) dat wel werd afgebeeld is met dit veerelement verbonden. Dit kantelelement (4) werd in volle lijn afgebeeld in zijn eerste positie (AB) in de gesloten stand (C) van de schuifdeur. Hierbij bevindt het inbrengdeel (8) van dit kantelelement (4) zich volledig in de inbrengholte (7) van het meeneemelement (6) van de sluitinrichting dat vast verbonden is aan het wandelement (2). Dit meeneemelement (6) is eveneens in volle lijn afgebeeld in de gesloten stand (C) van de schuifdeur. In stippellijn werden zowel het kantelelement (4) als het meeneemelement (6) nog in enkele andere posities afgebeeld die het principe van openen of sluiten van de schuifdeur schematisch weergeven.Figures 1 and 2 show the operating principle of a closing device according to the present invention. The spring element of this closing device was not shown here. This spring element is built in on the left-hand side in Figure 1 of the guide profile (3). The tilting element (4) that was shown is connected to this spring element. This tilting element (4) was shown in full line in its first position (AB) in the closed position (C) of the sliding door. The insertion part (8) of this tilting element (4) is herein completely in the insertion cavity (7) of the carrier element (6) of the closing device which is fixedly connected to the wall element (2). This carrier element (6) is also shown in full line in the closed position (C) of the sliding door. Both the tilting element (4) and the carrier element (6) are shown in dotted lines in a few other positions which schematically show the principle of opening or closing the sliding door.

Het kantelelement (4), dat eveneens in figuur 3 werd afgebeeld, is kantelbaar ten opzichte van een kantelpunt (5) en omvat ten opzichte van dit kantelpunt (5) twee uiteinden, waarbij het genoemde inbrengdeel (8) het eerste uiteinde vormt en waarbij het tweede uiteinde (9) geleid wordt in een sleuf van de sluitinrichting, die de loopweg van het kantelelement (4) bepaalt. Aan elk van beide uiteinden (8, 9) is het kantelelement (4) voorzien van een geleidingswieltje (10) om de kantelbeweging van het kantelelement (4) vloeiend te geleiden.The tilting element (4), which is also shown in Figure 3, is tiltable with respect to a tilting point (5) and comprises two ends with respect to this tilting point (5), said insertion part (8) forming the first end and wherein the second end (9) is guided in a slot of the closing device, which determines the path of the tilting element (4). At each of both ends (8, 9) the tilting element (4) is provided with a guide wheel (10) for smoothly guiding the tilting movement of the tilting element (4).

Het meenemeemelement (6) dat enkel in de figuren 1 en 2 werd afgebeeld, is voorzien van een stootrand (11) en van een inbrengrand (12) die samen de genoemde inbrengholte (7) vormen. De stootrand (11) is hierbij voorzien van dempingsmateriaal (13) om het geluid van het aanstoten van het kantelelement (4) tegen deze stootrand (11) te dempen.The carrier element (6), which is only shown in Figures 1 and 2, is provided with a bumper (11) and with an insertion edge (12) which together form the said insertion cavity (7). The bumper (11) is here provided with damping material (13) to damp the sound of the impact of the tilting element (4) against this bumper (11).

In figuur 1 is afgebeeld hoe bij openen van de schuifdeur, d.i. het verschuiven van het wandelement (2) van de gesloten stand (C) naar de open stand (D) het meeneemelement (6) mee met het wandelement (2) verschoven wordt. Hierbij neemt het meeneemelement (6) het kantelelement (4) dat zich in de eerste positie (A6) bevindt, waarbij het inbrengdeel (8) zich volledig in de inbrengholte (7) bevindt, mee met behulp van de inbrengrand (12) tot dit kantelelement (4) zich in een tweede positie (A’B') bevindt, waarbij dit kantelelement (4) uit de inbrengholte (7) vrij komt wanneer het wandelement (2) zich in de stand (E’) bevindt en het meeneemelement (6) samen met het wandelement (2) weg van het kantelelement (4) weg kan bewegen tot het wandelement (2) zich in de volledig open stand (D) van de schuifdeur bevindt. Bij deze schuifbeweging wordt het kantelement (4) met het meeneemelement (6) meegenomen en rekt ook het veerelement uit dat met dit kantelelement (4) verbonden is. In de open stand van de schuifdeur blijft het kantelelement (4) in zijn tweede positie (A’B’) staan en is het veerelement opgespannen.Figure 1 shows how when the sliding door is opened, i.e. the movement of the wall element (2) from the closed position (C) to the open position (D), the carrier element (6) is moved along with the wall element (2). The carrier element (6) herein takes the tilting element (4) which is in the first position (A6), the insertion part (8) being completely in the insertion cavity (7), with the aid of the insertion edge (12). tilting element (4) is in a second position (A'B '), this tilting element (4) being released from the insertion cavity (7) when the wall element (2) is in the position (E') and the carrier element ( 6) together with the wall element (2) can move away from the tilting element (4) until the wall element (2) is in the fully open position (D) of the sliding door. During this sliding movement the edge element (4) is taken along with the carrier element (6) and the spring element that is connected to this tilt element (4) also stretches. In the open position of the sliding door, the tilting element (4) remains in its second position (A'B ') and the spring element is tensioned.

Bij sluiten van de schuifdeur wordt het meeneemelement (6) samen met het wandelement (2) naar het kantelelement (4) toe geschoven dat zich in zijn tweede positie (A’B’) bevindt. Het meeneemelement (6) grijpt tijdens deze schuifbeweging op het kantelelement (4) aan doordat het inbrengdeel (8) van dit kantelelement (4) tegen de stootrand (11) van het meenemeemelement (6) stoot. Het kantelement (4) wordt daarop door het meeneemelement (6) in de sluitbeweging van de schuifdeur meegenomen, waarbij het kantelement (4) van zijn tweede positie (A’B’) naar zijn eerste positie (AB) gebracht wordt doordag het inbrengdeel (8) van dit kantelelement (4) in de inbrengholte (7) van het meeneemelement (4) ingebracht wordt. Wanneer het wandelement (2) zich in positie (E) bevindt, bevindt het kantelelement (4) zich reeds in zijn eerste positie (AB), terwijl de schuifdeur nog niet volledig gesloten is. Onder invloed van de veerkracht van het veerelement wordt het wandelement (2) daarna echter nog verder geschoven tot de schuifdeur zich in zijn volledig gesloten stand (C) bevindt, waarbij het kantelelement (4) zich nog steeds in zijn eerste positie (AB) bevindt.When the sliding door is closed, the carrier element (6) together with the wall element (2) is pushed towards the tilting element (4) which is in its second position (A’B ’). During this sliding movement, the carrier element (6) engages the tilting element (4) in that the insertion part (8) of this tilting element (4) abuts against the bumper (11) of the carrier element (6). The edge element (4) is then carried along by the carrier element (6) in the closing movement of the sliding door, the edge element (4) being moved from its second position (A'B ') to its first position (AB) through the insertion part ( 8) from this tilting element (4) is introduced into the introducing cavity (7) of the carrier element (4). When the wall element (2) is in position (E), the tilting element (4) is already in its first position (AB), while the sliding door is not yet fully closed. However, under the influence of the spring force of the spring element, the wall element (2) is then pushed still further until the sliding door is in its fully closed position (C), the tilting element (4) still being in its first position (AB) .

Zowel bij openen als bij sluiten van de schuifdeur verschuift het ophangpunt van het kantelelement (4) en volgt dit ophangpunt een loopweg (BB’).Both when opening and when closing the sliding door, the suspension point of the tilting element (4) shifts and this suspension point follows a path (BB ').

Met een dergelijke sluitinrichting wordt de schuifdeur die manueel tot op ongeveer 7 à 8 centimeter van de gesloten stand dichtgeschoven wordt verder automatisch gesloten. De afstand die met deze sluitinrichting volgens deze uitvinding bij sluiten van de schuifdeur op deze manier overbrugd kan worden bedraagt dus 7 tot 8 centimeter en zou tot een 10-tal centimeter opgedreven kunnen worden, terwijl bij de stand van de techniek maximaal slechts een 2-tal centimeters overbrugd konden worden.With such a closing device, the sliding door that is manually closed to approximately 7 to 8 centimeters from the closed position is further closed automatically. The distance which can be bridged in this way with this closing device according to the present invention when closing the sliding door is therefore 7 to 8 centimeters and could be increased to 10 centimeters, while in the state of the art only a maximum of 2 could be bridged by several centimeters.

Claims

Closing device for a sliding door (1), wherein said sliding door comprises a wall element (2) and a guide profile (3) in which the wall element (2) is slidably suspended back and forth, comprising: o a spring element which is in the guide profile (3) is provided and is clamped in an open position (D) of the sliding door to pull it into a closed position (C) when the sliding door is closed; o a tilting element (4) attached to this spring element in a suspension point and also provided in the guide profile (3), the tilting element (4) in the closed position (C) of the sliding door being in a first position (AB) and in the open position (D) of the sliding door is in a second position (A'B '); o a carrier element (6) that can be moved back and forth with the sliding movement of the wall element (2) and is provided around the tilting element (4) when opening the sliding door from its first position (AB) to its second position (A ' B ') and move away from the tilting element (4) and is provided for engaging the tilting element (4) when closing the sliding door and this from its second position (A'B') to its first position ( AB); characterized in that the suspension point of the tilting element (4) is slidable and follows a path when moving the tilting element (4) from its first position (AB) to its second position (A'B ') and vice versa.

Closing device according to claim 1, characterized in that the carrier element (6) is fixedly connected to the wall element (2).

Locking device according to claim 1 or 2, characterized in that the carrier element (6) is provided with an insertion cavity (7) and the tilting element (4) is provided with an insertion part (8) which is provided for closing the sliding door. this insertion cavity (7) must be introduced, so that the tilting element (4) comes into its first position (AB) and, upon opening the sliding door, to be released from this insertion cavity (7), so that the tilting element (4) in its second position ( A'B ').

Closing device according to claim 3, characterized in that the tilting element (4) is tiltable with respect to a tilting point (5) and has two ends (8, 9) with respect to this tilting point (5), said insertion part (8) ) forms a first end and wherein the second end (9) is guided in a slot of the closing device, which determines the path of the tilting element (4).

Closing device according to claim 4, characterized in that each of the two ends of the tilting element (4) is provided with a guide wheel (10).

Locking device according to one of claims 3 to 5, characterized in that the carrier element (6) is provided with a stop edge (11) and an insertion edge (12) which together form said insertion cavity (7), wherein that when the sliding door is closed the tilting element (4) abuts against this bumper (11) to be moved from its second position (A'B ') to its first position (AB) and when the sliding door is opened through the insertion edge (12) ) is taken from its first position (AB) to its second position (A'B '), wherein the tilting element (4) is released from the carrier element (6) and the carrier element (6) with the sliding movement of the wall element (2) moves away from the tilting element (4).

Closing device according to claim 6, characterized in that the bumper (11) is provided with damping material (13) to damp the impact of the tilting element (4) against this bumper (11).

Closing device according to one of the preceding claims, characterized in that the spring element is a gas spring.