BE1017541A3 - Inrichting voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten. - Google Patents

Inrichting voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten. Download PDF

Info

Publication number
BE1017541A3
BE1017541A3 BE2007/0173A BE200700173A BE1017541A3 BE 1017541 A3 BE1017541 A3 BE 1017541A3 BE 2007/0173 A BE2007/0173 A BE 2007/0173A BE 200700173 A BE200700173 A BE 200700173A BE 1017541 A3 BE1017541 A3 BE 1017541A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
joint
movement
actuator
body part
function
Prior art date
Application number
BE2007/0173A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Beeuwsaert
Original Assignee
Orthophysics Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Orthophysics Bvba filed Critical Orthophysics Bvba
Priority to BE2007/0173A priority Critical patent/BE1017541A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1017541A3 publication Critical patent/BE1017541A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/37Restraining devices for the body or for body parts, e.g. slings; Restraining shirts
    • A61F5/3715Restraining devices for the body or for body parts, e.g. slings; Restraining shirts for attaching the limbs to other parts of the body
    • A61F5/3723Restraining devices for the body or for body parts, e.g. slings; Restraining shirts for attaching the limbs to other parts of the body for the arms
    • A61F5/3753Abduction support

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting voor het gecontroleerd laten functioneren van een gewricht, omvattende een door een actuator (3) beweegbaar bewegingselement (2), voorzien om een met het gewricht geassocieerd lichaamsdeel van een persoon in beweging te brengen, waarbij de actuator een pneumatische of hydraulische actuator (3) is, waarbij in een eerste functie van de inrichting (1), het bewegingselement (2) voorzien is om door een persoon met het genoemde lichaamsdeel in beweging gebracht te worden, terwijl de actuator (3) een deze beweging tegewerkende kracht uitoefent op het bewegingselement (2), en waarbij, in een tweede functie van de inrichting, het bewegingselement (2) voorzien is om het genoemde lichaamsdeel in beweging te brengen, terwijl de actuator (3) een met de beweging meewerkende kracht uitoefent op het bewegingselement (2).

Description

INRICHTING VOOR HET GECONTROLEERD BEWEGEN VAN GEWRICHTEN
De uitvinding betreft een inrichting voor het gecontroleerd laten functioneren van een gewricht, omvattende een door een actuator beweegbaar bewegingselement, voorzien om een met het gewricht geassocieerd lichaamsdeel van een persoon in beweging te brengen.
Meer specifiek, maar niet beperkend betreft deze uitvinding een inrichting voor het gecontroleerd bewegen van een schoudergewricht van een persoon.
Er bestaat reeds een grote variëteit aan inrichtingen voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten.
Zo bestaat bijvoorbeeld reeds een orthese, gekend onder de benaming Chignon, van de firma Ortec, waarbij met behulp van elastieken een tegenwerkende kracht uitgeoefend wordt op de beweging van het enkelgewricht van de persoon, waarmee het tekort aan spierkracht, als gevolg van CVA of andere neuromusculaire aandoeningen van de persoon, wordt opgevangen en de persoon gecontroleerde bewegingen met zijn enkel kan uitvoeren.
Er bestaan ook meerdere vormen van fitnesstoestellen waarmee een belasting wordt aangelegd die de beweging van een lichaamsdeel tegenwerkt.
Bij postoperatieve situaties, zijn vaak als revalidatie gecontroleerde bewegingen van een gewricht gewenst onder toezicht van een kinesist. Hierbij zal de kinesist niet enkel de patiënt actief het gewricht laten bewegen, maar zal de kinesist ook passief het gewricht van de persoon bewegen. Dit is vooral het geval waar de patiënt een dergelijke beweging niet actief meer kan uitvoeren, gezien het gewricht lange tijd geïmmobiliseerd werd na de operatie. Het is hierbij enerzijds kostelijk om vaak bij de kinesist langs te gaan, en anderzijds is het voor een drukbezet kinesist aangewezen dat de patiënt ook thuis oefent. Dit thuis oefenen van de patiënt is niet altijd realiseerbaar, gezien specifieke oefeningen ondersteuning van de kinesist vragen of van een toestel dat bij de kinesist aanwezig is.
Een dergelijk toestel zal een lichaamsdeel van een patiënt bewegen met behulp van een elektromotor om het corresponderende gewricht te laten functioneren.
Er is dan ook behoefte aan een toestel dat de ondersteuning van de kinesist opvangt en waarmee de patiënt tussen consultaties in thuis kan oefenen, onder aanwijzingen van de kinesist.
Het bestaande toestel dat nu bij de kinesist aanwezig is, is hiervoor niet geschikt, gezien dergelijke toestellen niet mobiel zijn uitgevoerd. Bovendien dienen deze toestellen door een bekwaam persoon, zoals de kinesist, bediend te worden, en is deze bediening vaak te complex om door een patiënt die de nodige achtergrond mist, bediend te worden.
Bovendien zou het aangewezen zijn om met een dergelijk mobiel toestel zowel het passief laten bewegen van het gewricht met behulp van dit toestel als het actief bewegen van het gewricht door de patiënt zelf onder een bepaalde aangelegde belasting, zoals bij fitnesstoestellen te combineren, zodat dit toestel niet enkel gebruikt kan worden om het gewricht te laten bewegen wanneer de patiënt hiertoe zelf niet meer in staat is, maar eveneens in een later stadium, wanneer de patiënt opnieuw zelf het gewricht kan bewegen, de spieren rond het gewricht opnieuw te versterken, door deze met een aangelegd gewicht als tegenwerkende kracht te bewegen.
Het doel van deze uitvinding is dan ook te voorzien in een inrichting voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten, omvattende een actuator, voorzien om een kracht uit te oefenen op een bewegingselement, waarmee een lichaamsdeel van een persoon in beweging wordt gebracht, waarbij deze inrichting eenvoudig mobiel kan uitgevoerd worden, eenvoudig door een patiënt bediend kan worden en waarbij het bewegingselement zowel het lichaamsdeel van de persoon in beweging kan brengen, als door dit lichaamsdeel in beweging kan gebracht worden onder een bepaalde belasting.
Dit doel van deze uitvinding wordt bereikt met een inrichting voor het gecontroleerd laten functioneren van een gewricht, omvattende een door een actuator beweegbaar bewegingselement, voorzien om een met het gewricht geassocieerd lichaamsdeel van een persoon in beweging te brengen, waarbij de actuator een pneumatische of hydraulische actuator is, waarbij in een eerste functie van de inrichting, het bewegingselement voorzien is om door een persoon met het genoemde lichaamsdeel in beweging gebracht te worden, terwijl de actuator een deze beweging tegenwerkende kracht uitoefent op het bewegingselement, en waarbij, in een tweede functie van de inrichting, het bewegingselement voorzien is om het genoemde lichaamsdeel in beweging te brengen, terwijl de actuator een met de beweging meewerkende kracht uitoefent op het bewegingselement.
Door de actuator pneumatisch of hydraulisch uit te oefenen, is men niet langer afhankelijk van elektrische energievoorzieningen, en kan de inrichting eenvoudig mobiel verplaatsbaar uitgevoerd worden.
Door de actuator te voorzien om zowel een tegen de beweging in werkende kracht uit te oefenen op het bewegingselement wanneer de persoon met een lichaamsdeel dit bewegingselement in beweging brengt, als een met de beweging meewerkende kracht uit te oefenen op het bewegingselement wanneer het lichaamsdeel van een persoon in beweging wordt gebracht, kan het toestel zowel ingezet worden om onmiddellijk na immobilisatie van het lichaamsonderdeel na een operatie dit fichaamsonderdeel passief te laten bewegen, als om de spieren rond een gewricht te laten trainen om deze te versterken wanneer een patiënt zijn gewricht opnieuw actief kan bewegen.
Een bijzondere uitvoering van een inrichting volgens deze uitvinding, omvat regelmiddelen, om de kracht van de pneumatische of hydraulische actuator in te stellen.
Zo kan de kracht van de actuator ingesteld worden volgens de belasting die het gewricht van de persoon op dat moment aankan, zodat de patiënt op elk moment aan zijn noden aangepaste oefeningen kan uitvoeren.
De actuator is, bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding, instelbaar om een zodanige tegenwerkende kracht uit te oefenen op het lichaamsdeel, dat het gewicht van het lichaamsdeel geneutraliseerd wordt door deze tegenwerkende kracht.
Om fijnregeling mogelijk te maken, waarbij het toestel zowel inzetbaar is voor personen die lichter zijn, als voor personen die zwaarder zijn, kan bijkomend een weerstand, zoals bijvoorbeeld één of meerdere gasveren voorzien worden. Deze weerstand kan zodanig gekozen en/of geregeld worden om ongeveer het verschil in gewicht van de betreffende lichaamsonderdelen op te vangen.
Bij voorkeur omvat een inrichting volgens deze uitvinding instelmiddelen, om de grenzen van het bewegingstraject van het bewegingselement te bepalen. Een patiënt is namelijk niet steeds zelf in staat om grenzen aan het bewegingstraject van zijn lichaamsdeel op te leggen, zodat op deze manier mogelijke nieuwe letsels aan het lichaamsdeel door het overschrijden van een gewenst bewegingstraject worden vermeden.
Bij een basisuitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding, die voorzien is van detectiemiddelen, zijn deze detectiemiddelen voorzien voor het detecteren van minstens één positie van het bewegingselement waarbij de inrichting voorzien is om als gevolg van een detectie door de detectiemiddelen om te schakelen van de eerste functie naar de tweede functie of omgekeerd. Bij een meer bijzondere uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting volgens deze uitvinding, die voorzien is van detectiemiddelen, zijn deze detectiemiddelen voorzien om twee verschillende posities van het bewegingselement te detecteren, waarbij de inrichting voorzien is om telkens bij het detecteren van de eerste positie om te schakelen van de eerste functie naar de tweede functie en bij het detecteren van de tweede positie om te schakelen van de tweede naar de eerste functie.
Bij een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding, maakt de hydraulische of pneumatische actuator deel uit van de inrichting. Hierdoor is het eenvoudiger om deze inrichting mobiel uit te voeren. Het is verder voorkeurdragend dat een inrichting volgens deze uitvinding als een mobiele eenheid is uitgevoerd, zodat deze inrichting eenvoudig mee naar huis kan genomen worden door patiënten om thuis verder te oefenen op aanwijzen van een kinesist.
Bij voorkeur omvat een inrichting volgens deze uitvinding verder vasthoudelementen, om het lichaamsdeel te immobiliseren ten opzichte van het bewegingselement. Een patiënt is namelijk niet steeds zelf in staat om zijn lichaamsdeel vast ten opzichte van het bewegingselement te positioneren.
Een bewegingselement van een voor bepaalde lichaamsdelen comfortabele uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding omvat minstens twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare deelelementen, voorzien om tijdens het gecontroleerd bewegen van een gewricht mee te bewegen met minstens twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare lichaamsdelen. Zo kunnen de minstens twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare lichaamsdelen in een gewenste positie ten opzichte van elkaar geplaatst worden om het te oefenen gewricht gecontroleerd te bewegen. Dit is vooral gewenst bij bijvoorbeeld revalidatie van een schoudergewricht. Bepaalde kinesisten geven er hierbij de voorkeur aan dat de onderarm en de bovenarm van de patiënt in eikaars verlengde liggen, terwijl andere kinesisten verkiezen dat de onderarm en de bovenarm van de patiënt een hoek ten opzichte van elkaar maken. Beide posities van de onderarm en de bovenarm geven een andere uitwerking op het oefenen van het gewricht. Met verplaatsbare deelelementen van het bewegingselement, kunnen deze deelelementen een hoek ten opzichte van elkaar aannemen, die men aan de ten opzichte van elkaar verplaatsbare lichaamsdelen wenst op te leggen bij het oefenen van het gewricht.
Bij voorkeur zijn de genoemde verplaatsbare deelelementen van een dergelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding met behulp van één of meerdere scharnierelement(en) met elkaar verbonden.
Om reproduceerbaarheid van de uit te voeren oefeningen te bevorderen, omvat een bijzonder voorkeurdragende inrichting volgens deze uitvinding minstens één meetinstrument, om minstens één instelparameter van de hydraulische of pneumatische actuator op te meten. Indien nodig, kan de actuator dan eenvoudig opnieuw ingesteld worden met dezelfde instelparameter.
Een verdere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding, die geschikt is om bij meerdere personen te gebruiken en dus meermaals in te kunnen zetten, omvat positioneermiddelen, om de inrichting aan te passen aan de antropometrische grootheden van het genoemde lichaamsdeel. Bij voorkeur is een dergelijke inrichting met behulp van deze positioneermiddelen bovendien zo aanpasbaar, dat de inrichting zowel in een eerste aanpassing voorzien is voor het gecontroleerd bewegen van een gewricht aan de ene zijde van het lichaam van een persoon als in een tweede aanpassing voorzien is voor het gecontroleerd bewegen van een corresponderend gewricht aan de andere zijde van het lichaam van een persoon.
Een specifieke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding is voorzien voor het gecontroleerd bewegen van een schoudergewricht of een kniegewricht.
Gezien de specifieke vereisten voor het oefenen van verschillende gewrichten, is het namelijk aangewezen om een dergelijke inrichting specifiek aangepast naar deze gewrichten toe uit te voeren.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het gecontroleerd laten functioneren van een gewricht volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvoeringsvorm van een inrichting voor het gecontroleerd laten functioneren van een gewricht volgens deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een perspectief zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het gecontroleerd laten functioneren van een schoudergewricht volgens deze uitvinding is weergegeven.
figuur 2 een perspectief zijaanzicht is weergegeven van de uitvoeringsvorm van de inrichting uit figuur 1 voor het gecontroleerd laten functioneren van een schoudergewricht, waarbij, ter verduidelijking van de opbouw en het werkingsprincipe van deze inrichting, verschillende onderdelen uit figuur 1 werden weggelaten.
De inrichting (1) voor het gecontroleerd laten functioneren van een schoudergewricht, zoals afgebeeld in figuur 1, omvat een door een pneumatische actuator (3) beweegbaar bewegingselement (2), voorzien om de met het schoudergewricht geassocieerde arm van een persoon in beweging te brengen. De actuator (3) maakt bij deze inrichting (1) deel uit van de inrichting (1) zelf, waarbij deze inrichting (1) als een mobiele eenheid is uitgevoerd.
Het bewegingselement (2) is voorzien om in een eerste functie van de inrichting (1), door de persoon met zijn arm in beweging gebracht te worden, terwijl de actuator (3) een deze beweging tegenwerkende kracht uitoefent op het bewegingselement (2), en is in een tweede functie van de inrichting voorzien om de arm in beweging te brengen, terwijl de actuator (3) een met de beweging meewerkende kracht uitoefent op het bewegingselement (2).
Om het schoudergewricht gecontroleerd te laten functioneren, wordt de inrichting eerst losmaakbaar met behulp van de vasthoudelementen (6c) aan de romp van de persoon bevestigd, terwijl de arm van de persoon losmaakbaar op het bewegingselement (2) wordt bevestigd met behulp van de vasthoudelementen (6a) en (6b).
De arm kan ten opzichte van de romp van de persoon in retroversie of in anteversie geplaatst worden, door het bewegingselement (2) ten opzichte van de romp te verplaatsen met behulp van de positioneermiddelen (15). Deze positioneermiddelen (15) bestaan uit klemstukken die enerzijds vast aan de vasthoudelementen (6c) rond de romp zijn bevestigd, en anders verschuifbaar en scharnierbaar rond de staafvormige elementen (17) van de inrichting zijn geklemd.
Het bewegingselement omvat verder twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare deelelementen (2a-b), waarbij de onderarm van de persoon losmaakbaar aan deelelement (2a) wordt bevestigd met behulp van de vasthoudelementen (6a), terwijl de bovenarm van de persoon losmaakbaar aan deelelement (2b) wordt bevestigd met behulp van vasthoudelementen (6b). Op deze manier zal bij het bewegen van het bewegingselement (2) de arm gecontroleerd mee bewegen en kan men het schoudergewricht gecontroleerd laten functioneren.
De deelelementen (2a) en (2b) van het bewegingselement (2) zijn scharnierbaar met elkaar verbonden met behulp van het scharnierelement (7). Met behulp van instelschroeven kan dit scharnierelement (7) in een vaste positie ingesteld worden en kan hiermee de positie van de deelelementen (2a) en (2b) ingesteld worden. Zo kan de arm bijvoorbeeld met de onderarm in het verlengde van de bovenarm geïmmobiliseerd worden, of kan de onderarm bijvoorbeeld geplooid onder een hoek (φ) ten opzichte van de bovenarm (met centrale as M) geïmmobiliseerd worden.
De deelelementen (2a) en (2b) kunnen verder met behulp van de positioneermiddelen (12) ten opzichte van elkaar verschoven worden, zodat de positie van de deelelementen (2a) en (2b) op basis van de antropometrische grootheden van de arm kan ingesteld worden. De positioneermiddelen (12) bestaan hiertoe uit klemstukken die enerzijds vast aan het scharnierelement (7) zijn verbonden en anderzijds verschuifbaar en scharnierbaar rond de staafvormige elementen (16) van het deelelement (2a) zijn geklemd.
Dankzij de positioneermiddelen (11a-b) is de hoek (ß) die de staafvormige elementen (16) van deelelement (2a) ten opzichte van elkaar maken instelbaar en zijn de vasthoudelementen (6a) verplaatsbaar ten opzichte van de staafvormige elementen (16). Instelmiddel (11b) is hiertoe als een scharnierelement uitgevoerd, terwijl de instelmiddelen (11a) klemelementen zijn, die enerzijds vast aan het scharnierelement (11b) zijn verbonden en anderzijds verschuifbaar en scharnierbaar om de staafvormige elementen (16) zijn geklemd.
De vasthoudmiddeien (6a) kunnen verder met behulp van de instelschroeven (14) ten opzichte van deelelement (2b) verplaats worden, om de inrichting aan antropometrische grootheden van de onderarm aan te passen.
Om de arm ten opzichte van de romp te kunnen (laten) bewegen en zo het schoudergewricht gecontroleerd te kunnen laten functioneren, is het bewegingselement (2) scharnierbaar aan de vasthoudelementen (6c) verbonden met behulp van de scharnierelementen (10). Deze Scharnierelementen (10) bevinden zich bij voorkeur zo dicht mogelijk bij het natuurlijk rotatiepunt van het schoudergewricht. Hiertoe bevinden deze scharnierelementen (10) zich op een afstand van elkaar, zodat één van beide scharnierelementen (10) aan de voorzijde van het lichaam van de persoon ter hoogte van het schoudergewricht gepositioneerd kan worden, terwijl het andere scharnierelement (10) aan de achterzijde van het lichaam van de persoon ter hoogte van het schoudergewricht gepositioneerd kan worden. Met behulp van instelschroeven (5) kan het bereik van de hoek (a) ingesteld worden, waaronder de scharnierelementen (10) kunnen scharnieren en kunnen zo de grenzen van het bewegingstraject van het bewegingselement (2) ingesteld worden. Het is echter ook mogelijk om met behulp van deze instelschroeven (5) het bewegingselement (2) in een gewenste positie vast te zetten. Op deze manier is het mogelijk om deze inrichting ook te gebruiken voor het immobiliseren van de arm na een operatie. Een dergelijke aanpasbare inrichting kan beter aangepast worden aan de voorschriften van de orthopedisch chirurg dan wanneer een abductiekussen wordt gebruikt. Verder wordt het hiermee mogelijk om éénzelfde inrichting zowel te gebruiken bij klassiekere operatietechnieken, waarbij de arm lange tijd geïmmobiliseerd wordt na de operatie, waarna overgegaan kan worden naar activering van de arm in een passief gebruik van de arm om tenslotte progressief actief te gebruiken, als bij nieuwere operatietechnieken, waarbij de arm na de operatie niet langer geïmmobiliseerd wordt. Deze inrichting biedt de orthopedisch chirurg bovendien de zekerheid dat de revalidatie gecontroleerd gebeurt en dat vastgelegde grenzen, naar bijvoorbeeld instelhoeken en bewegingshoeken van de arm toe of naar belasting van de arm bij revalidatie niet overschreden worden.
Via de positioneermiddelen (11 a-b) en (12) wordt ook de afstand tussen de scharnierelementen (10) ingesteld en zo aangepast aan de antropometrische grootheden van de romp. Om een overgang te kunnen vormen tussen de scharnierelementen (10) die parallel ten opzichte van elkaar dienen te staan en het scharnierpunt (7), vertonen de staafvormige elementen (16) van deelelement (2a) een knik met een hoek (ψ). Deze staafvormige elementen (16) zouden echter ook in twee delen, verbonden met behulp van een scharnierelement, uitgevoerd kunnen worden, waarbij de hoek (ψ) met behulp van een scharnierelement instelbaar zou zijn.
De hoek (Θ) waaronder de actuator (3) een kracht uitoefent op het bewegingselement (2) kan met behulp van positioneermiddel (13) ingesteld worden. Het reservoir (3b) van de actuator (3) wordt in deze uitvoeringsvorm van een inrichting voor het gecontroleerd bewegen van een schoudergewricht namelijk vast verbonden met de vasthoudelementen (6c), terwijl de zuiger (3a) van de actuator (3) met behulp van schroeven van het positioneermiddel (13) verplaatsbaar ten opzichte van het reservoir (3b) kan vastgemaakt worden. Door het positioneermiddel (13) te verplaatsen, kan ook het maximaal instelbare bereik van de hoek (a) aangepast worden. In de positie van het positioneermiddel in deze uitvoeringsvorm van een inrichting voor het gecontroleerd bewegen van een schoudergewricht heeft de hoek (a) een maximaal instelbaar bereik van 40° tot 110°. In een andere uitvoeringsvorm van een inrichting voor het gecontroleerd bewegen van een schoudergewricht volgens deze uitvinding kan het positioneermiddel (13) bijvoorbeeld verplaatst worden van een verbinding aan het reservoir (3b) naar een verbinding aan één van de staafvormige elementen (17). Bij een dergelijke nog meer voordelige plaatsing van het positioneermiddel (13), kan het maximaal instelbaar bereik van de hoek (a) opgetrokken worden naar een bereik van 25° tot 110°.
De verschillende positioneermiddelen (10, 11a-b, 12, 13, 14, 15) die de inrichting (1) omvat, zijn dus telkens voorzien om de inrichting (1) aan te passen aan de antropometrische grootheden van de arm en de schouder van de persoon. De inrichting (1) is bovendien met behulp van de positioneermiddelen (10, 11a-b, 12, 13, 14, 15) zo aanpasbaar, dat de inrichting (1) zowel in een eerste aanpassing voorzien is voor het gecontroleerd bewegen van een schoudergewricht aan de ene zijde van het lichaam van een persoon, als in een tweede aanpassing voorzien is voor het gecontroleerd bewegen van een corresponderend schoudergewricht aan de andere zijde van het lichaam van een persoon.
De actuator (3) omvat zoals reeds aangegeven een reservoir (3b), waarbij de luchtdruk van dit reservoir (3b) voor gebruik van de inrichting (1) bij een bepaald persoon opgepompt wordt tot een gewenste druk, die gemeten en afgelezen kan worden met behulp van de manometer (9). Deze gewenste druk kan bijvoorbeeld bepaald worden door de druk in het reservoir eerst tot een hogere druk op te pompen met een niet afgebeelde commercieel beschikbare handpomp of met behulp van een commercieel beschikbare handcompressor en daarna druk af te laten tot de tegenwerkende kracht die de actuator (3) op de arm uitoefent, het gewicht van de arm net neutraliseert. Een commercieel beschikbare handcompressor biedt het bijkomende voordeel dat het reservoir hier niet handmatig mee opgepompt dient te worden, maar automatisch kan opgepompt worden, terwijl een handcompressor een mobiele en eenvoudig te hanteren compressor is, die vrij geruisloos werkt. Het reservoir in deze uitvoeringsvorm dient namelijk na 10 tot 15 minuten oefenen opnieuw opgepompt te worden, zodat automatisch oppompen een groot voordeel biedt. Met een dergelijke handcompressor kan het reservoir tot ongeveer 12 bar opgeladen worden. Bovendien kan een dergelijke handcompressor vaak ook in de auto opgeladen worden, zodat de inrichting voor het gecontroleerd bewegen van een schoudergewricht overal mee naar toe kan genomen worden.
De actuator (3) omvat verder ook een zuiger (3a), waarbij de snelheid van de lucht die door de zuiger stroomt bepaald wordt door de ventielen (4a) en (4b) en ingesteld kan worden met behulp van instelschroeven die op deze ventielen (4a) en (4b) aanwezig zijn. Door op deze manier de luchtsnelheid aan te passen, zal ook de snelheid van de armbeweging bij het gecontroleerd laten functioneren van het schoudergewricht ingesteld worden.
Om fijnregeling mogelijk te maken, waarbij het toestel zowel inzetbaar is voor personen die lichter zijn, als voor personen die zwaarder zijn, kan bijkomend een weerstand, zoals bijvoorbeeld één of meerdere gasveren voorzien worden. Deze weerstand kan zodanig gekozen en/of geregeld worden om ongeveer het verschil in gewicht van de betreffende lichaamsonderdelen op te vangen.
Om de inrichting in zijn eerste functie of in zijn tweede functie in te stellen, is hier een schakelaar (8) voorzien, waarbij handmatig omgeschakeld wordt van de eerste functie naar de tweede functie en omgekeerd. Dit omschakelen zou echter ook automatisch voorzien kunnen worden door te voorzien in detectiemiddelen die minstens één positie van het bewegingselement (2) kunnen detecteren, waarbij de inrichting (1) dan voorzien is om als gevolg van een detectie door de detectiemiddelen om te schakelen van de eerste functie naar de tweede functie of omgekeerd. Met detectiemiddelen die twee verschillende posities van het bewegingselement detecteren, kan de inrichting voorzien worden om telkens bij het detecteren van de eerste positie om te schakelen van de eerste functie naar de tweede functie en bij het detecteren van de tweede positie om te schakelen van de tweede naar de eerste functie.
De manometer (9) werd in deze inrichting voorzien om de druk in het reservoir (3b) weer te geven. Men zou bijvoorbeeld echter ook kunnen voorzien in een manometer die de druk gerelateerd aan de beweging opmeet.
Zoals reeds aangegeven wordt deze uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, die in de figuren werden weergegeven en die reeds meerdere varianten toelaten.

Claims (15)

1. Inrichting (1) voor het gecontroleerd laten functioneren van een gewricht, omvattende een door een actuator (3) beweegbaar bewegingselement (2), voorzien om een met het gewricht geassocieerd lichaamsdeel van een persoon in beweging te brengen, met het kenmerk dat de actuator een pneumatische of hydraulische actuator (3) is, dat in een eerste functie van de inrichting (1), het bewegingselement (2) voorzien is om door een persoon met het genoemde lichaamsdeel in beweging gebracht te worden, terwijl de actuator (3) een deze beweging tegenwerkende kracht uitoefent op het bewegingselement (2), en dat, in een tweede functie van de inrichting, het bewegingselement (2) voorzien is om het genoemde lichaamsdeel in beweging te brengen, terwijl de actuator (3) een met de beweging meewerkende kracht uitoefent op het bewegingselement (2).
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de inrichting regelmiddelen (4a-b) omvat, om de kracht van de pneumatische of hydraulische actuator (3) in te stellen.
3. Inrichting (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de actuator (3) instelbaar is om een zodanige tegenwerkende kracht uit te oefenen op het lichaamsdeel, dat het gewicht van het lichaamsdeel geneutraliseerd wordt door deze tegenwerkende kracht.
4. Inrichting (1) volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de inrichting instelmiddelen (5) omvat, om de grenzen van het bewegingstraject van het bewegingselement (2) te bepalen.
5. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting detectiemiddelen omvat voor het detecteren van minstens één positie van het bewegingselement (2), en dat de inrichting (1) voorzien is om als gevolg van een detectie door de detectiemiddelen om te schakelen van de eerste functie naar de tweede functie of omgekeerd.
6. Inrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de detectiemiddelen voorzien zijn om twee verschillende posities van het bewegingselement (2) te detecteren, en dat de inrichting (1) voorzien is om telkens bij het detecteren van de eerste positie om te schakelen van de eerste functie naar de tweede functie en bij het detecteren van de tweede positie om te schakelen van de tweede naar de eerste functie.
7. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de hydraulische of pneumatische actuator (3) deel uitmaakt van de inrichting (1).
8. Inrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de inrichting (1) als een mobiele eenheid is uitgevoerd.
9. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting (1) vasthoudelementen (6a-c) omvat, om het lichaamsdeel te immobiliseren ten opzichte van het bewegingselement (2).
10. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bewegingselement (2) minstens twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare deelelementen (2a-b) omvat, voorzien om tijdens het gecontroleerd bewegen van een gewricht mee te bewegen met minstens twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare lichaamsdelen.
11. Inrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de genoemde verplaatsbare deelelementen (2a-b) met behulp van één of meerdere scharnierelement(en) (7) met elkaar verbonden zijn.
12. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting minstens één meetinstrument (9) omvat, om minstens één instelparameter van de hydraulische of pneumatische actuator (3) op te meten.
13. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting positioneermiddelen (10,11,12, 13,14,15) omvat, om de inrichting aan te passen aan de antropometrische grootheden van het genoemde lichaamsdeel.
14. Inrichting (1) volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de inrichting (1) met behulp van de positioneermiddelen (10, 11a-b, 12, 13,14, 15) zo aanpasbaar is, dat de inrichting (1) zowel in een eerste aanpassing voorzien is voor het gecontroleerd bewegen van een gewricht aan de ene zijde van het lichaam van een persoon als in een tweede aanpassing voorzien is voor het gecontroleerd bewegen van een corresponderend gewricht aan de andere zijde van het lichaam van een persoon.
15. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting (1) voorzien is voor het gecontroleerd bewegen van een schoudergewricht of een kniegewricht.
BE2007/0173A 2007-04-06 2007-04-06 Inrichting voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten. BE1017541A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2007/0173A BE1017541A3 (nl) 2007-04-06 2007-04-06 Inrichting voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200700173 2007-04-06
BE2007/0173A BE1017541A3 (nl) 2007-04-06 2007-04-06 Inrichting voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1017541A3 true BE1017541A3 (nl) 2008-11-04

Family

ID=38669181

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2007/0173A BE1017541A3 (nl) 2007-04-06 2007-04-06 Inrichting voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1017541A3 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3976057A (en) * 1974-12-23 1976-08-24 Clarence F. Bates Joint flexing apparatus
US4651719A (en) * 1985-01-22 1987-03-24 Danninger Medical Technology, Inc. Continuous passive motion shoulder unit
US20060271043A1 (en) * 2005-05-27 2006-11-30 Gonzalez Lupe A User-attached, manually operated fluid-driven arm lift device
US20070010772A1 (en) * 2005-07-08 2007-01-11 Jeff Ryan Orthotic brace

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3976057A (en) * 1974-12-23 1976-08-24 Clarence F. Bates Joint flexing apparatus
US4651719A (en) * 1985-01-22 1987-03-24 Danninger Medical Technology, Inc. Continuous passive motion shoulder unit
US20060271043A1 (en) * 2005-05-27 2006-11-30 Gonzalez Lupe A User-attached, manually operated fluid-driven arm lift device
US20070010772A1 (en) * 2005-07-08 2007-01-11 Jeff Ryan Orthotic brace

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5417643A (en) Continuous passive motion exercise device
TWI600421B (zh) 肩關節復健輔具
US10292892B2 (en) Pneumatic lower extremity gait rehabilitation training system
Díaz et al. Lower-limb robotic rehabilitation: literature review and challenges
KR101065420B1 (ko) 상지거동을 위한 착용형 로봇장치
JP5626691B2 (ja) リハビリ運動装置
CN100591314C (zh) 一种气动式多体位外骨骼下肢康复训练机器人
US20140213951A1 (en) Robotic gait rehabilitation training system with orthopedic lower body exoskeleton for torque transfer to control rotation of pelvis during gait
US20120035512A1 (en) Upper limbs rehabilitation device
US20060047237A1 (en) Chiropractic table with continuous passive motion
CN107899198A (zh) 一种踝关节主被动训练器
US11311772B1 (en) Physical exercise apparatus
KR20140051178A (ko) 트렁크 지지 외골격 및 그 사용방법
US11259977B2 (en) Upper limb exercise apparatus and control method therefor
JP2012527907A (ja) 人体下肢の治療的処置及び/又はトレーニング用装置
US9999561B2 (en) Shoulder and/or knee physical therapy and range of motion device
US7857738B2 (en) Hip flexor
CA2661469A1 (en) Leg rehabilitation apparatus
CN109276407B (zh) 肘关节训练适配件及康复训练设备
GB2446783A (en) Rehabilitation and exercise equipment
EP3104819A1 (en) Device supporting physical abilities of the lower limbs
BE1017541A3 (nl) Inrichting voor het gecontroleerd bewegen van gewrichten.
Thalman et al. A soft robotic hip exosuit (SR-HExo) to assist hip flexion and extension during human locomotion
Schroeder et al. Development of a series wrapping cam mechanism for energy transfer in wearable arm support applications
KR102096292B1 (ko) 곡선형 손잡이를 갖는 상지 운동 기구

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20130430