BE1016942A6 - Garen en procede voor het vervaardigen ervan. - Google Patents

Garen en procede voor het vervaardigen ervan. Download PDF

Info

Publication number
BE1016942A6
BE1016942A6 BE200600031A BE200600031A BE1016942A6 BE 1016942 A6 BE1016942 A6 BE 1016942A6 BE 200600031 A BE200600031 A BE 200600031A BE 200600031 A BE200600031 A BE 200600031A BE 1016942 A6 BE1016942 A6 BE 1016942A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
yarn
dye
dyed
cellulose fibers
indigo
Prior art date
Application number
BE200600031A
Other languages
English (en)
Inventor
Maarten Vanwalle
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed filed Critical
Priority to BE200600031A priority Critical patent/BE1016942A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1016942A6 publication Critical patent/BE1016942A6/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06PDYEING OR PRINTING TEXTILES; DYEING LEATHER, FURS OR SOLID MACROMOLECULAR SUBSTANCES IN ANY FORM
    • D06P1/00General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed
    • D06P1/0004General aspects of dyeing
    • D06P1/002Processing by repeated dyeing, e.g. in different baths
    • DTEXTILES; PAPER
    • D02YARNS; MECHANICAL FINISHING OF YARNS OR ROPES; WARPING OR BEAMING
    • D02GCRIMPING OR CURLING FIBRES, FILAMENTS, THREADS, OR YARNS; YARNS OR THREADS
    • D02G3/00Yarns or threads, e.g. fancy yarns; Processes or apparatus for the production thereof, not otherwise provided for
    • D02G3/22Yarns or threads characterised by constructional features, e.g. blending, filament/fibre
    • D02G3/36Cored or coated yarns or threads
    • DTEXTILES; PAPER
    • D02YARNS; MECHANICAL FINISHING OF YARNS OR ROPES; WARPING OR BEAMING
    • D02GCRIMPING OR CURLING FIBRES, FILAMENTS, THREADS, OR YARNS; YARNS OR THREADS
    • D02G3/00Yarns or threads, e.g. fancy yarns; Processes or apparatus for the production thereof, not otherwise provided for
    • D02G3/44Yarns or threads characterised by the purpose for which they are designed
    • D02G3/46Sewing-cottons or the like
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06PDYEING OR PRINTING TEXTILES; DYEING LEATHER, FURS OR SOLID MACROMOLECULAR SUBSTANCES IN ANY FORM
    • D06P3/00Special processes of dyeing or printing textiles, or dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the material treated
    • D06P3/58Material containing hydroxyl groups
    • D06P3/60Natural or regenerated cellulose
    • D06P3/6025Natural or regenerated cellulose using vat or sulfur dyes
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2201/00Cellulose-based fibres, e.g. vegetable fibres
    • D10B2201/01Natural vegetable fibres
    • D10B2201/02Cotton
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2331/00Fibres made from polymers obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polycondensation products
    • D10B2331/04Fibres made from polymers obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polycondensation products polyesters, e.g. polyethylene terephthalate [PET]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Coloring (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een geverfd garen, bij voorkeur een naaigaren, waarbij het garen achtereenvolgens in minstens twee verschillende kleuren wordt geverfd, waarbij de laatst aangebrachte kleurstof een indigo-kleurstof of een zwavel-kleurstof is. Bij voorkeur omvat het garen minstens 10 gewichtsprocent cellulozevezels, waarbij het garen gevormd wordt uit cellulosevezels of uit een intieme menging van synthetische vezels en cellulosevezels of een core-spun garen is. Deze uitvinding betreft ook een garen, in het bijzonder een naaigaren, dat volgens een dergelijke werkwijze vervaardigd is. Doordat de indigo-kleurstof geleidelijk verdwijnt gedurende het gebruik en/of de nabehandeling van het textielproduct waarin het garen is verwerkt, wordt de aanvankelijk verborgen onderliggende kleur geleidelijk meer zichtbaar, waardoor men bijzonder effecten bekomt in het textielproduckt.

Description

Garen en procédé voor het vervaardigen ervan
Deze uitvinding betreft een garen en een werkwijze voor het vervaardigen ervan. Meer bepaald handelt deze octrooiaanvraag over een geverfd garen en een bijzonder verfprocédé om zo’n garen te bekomen.
Deze uitvinding heeft in het bijzonder betrekking tot een geverfd naaigaren en een productieproces inclusief verfprocédé voor de vervaardiging van een dergelijk naaigaren.
Een bijzonder toepassingsgebied voor een naaigaren volgens de uitvinding is de confectie van kledij, in het bijzonder van jeanskleding.
Bij toepassing van de algemeen gekende verfprocédé’s worden garens bekomen met een vaste kleur of kleurschakering. Er bestaan ook verfprocédé’s die een naaigaren opleveren waarvan de kleur geleidelijk vager wordt gedurende het verdere gebruik ervan of als gevolg van een nabehandeling. Zo is het gekend om een ongeverfd naaigaren uit polyester-katoen met een indigo-kleurstof te verven, zodat een naaigaren bekomen wordt dat geleidelijk zijn kleur verliest tijdens de nabehandeling en/of tijdens het verder gebruik van de textielproducten waarin dit garen verwerkt is.
Het nadeel van deze gekende garens is dat hun kleur nagenoeg onveranderd blijft of vervaagt binnen dezelfde kleurtint.
Het doel van deze uitvinding is een garen te produceren dat het hierboven aangeduide nadeel niet heeft en dat gedurende het normaal gebruik (o.m. wassen) en/of nabehandelen van het textielproduct waarin het is verwerkt, achtereenvolgens verschillende kleuren of kleurschakeringen vertoont die niet voorspelbaar zijn en/of voordien verborgen bleven voor de gebruiker, en zodoende een verrassend decoratief effect teweegbrengt. Een garen met deze eigenschap is op heden nog niet gekend.
Volgens deze uitvinding wordt bovengenoemd doel bereikt door het garen achtereenvolgens te verven in minstens twee verschillende kleuren, waarbij de laatst aangebrachte kleurstof een indigo-kleurstof of een zwavelkleurstof is.
Een garen geverfd met een indigo-kleurstof of een zwavelkleurstof heeft de speciale eigenschap om tijdens de nabehandeling en/of het gebruik van het afgewerkt product of het product waarin het garen verwerkt is, geleidelijk zijn kleur te verliezen. Door deze speciale eigenschap wordt de onderliggende andere kleur geheel of gedeeltelijk zichtbaar. Hierdoor kunnen bijzondere effecten bekomen worden voor tal van toepassingen.
De kleur van de onderliggende kleurstof kan vrij bepaald worden gedurende het productieproces. Men kan dus garens produceren die er uiterlijk gelijkaardig uitzien maar die verschillende onderliggende kleuren hebben. Hierdoor kan men met deze garens heel wat speciale effecten realiseren, waarbij deze effecten aanvankelijk verborgen zijn en slechts geleidelijk zichtbaar worden.
De één of meerdere onderliggende kleurstoffen worden bij voorkeur na de productie van het garen aangebracht, maar de voor het garen gebruikte vezels of filamenten kunnen ook voordien reeds geverfd worden.
In deze octrooiaanvraag worden de termen “indigo-kleurstof ’ en “zwavelkleurstof ’ niet enkel gebruikt voor een kleurstof die geheel of hoofdzakelijk bestaat uit wat in deze sector algemeen aangeduid wordt met deze termen, maar ook voor eender welke kleurstof die een zodanige hoeveelheid indigo-kleurstof of zwavel-kleurstof of een daarvan afgeleide kleurstof bevat dat het hierboven aangeduide bijzonder effect zich voordoet. Ook andere kleurstoffen die, wat dit effect betreft, equivalent zijn met de genoemde kleurstoffen vallen uiteraard binnen het kader van deze uitvinding.
Dit principe kan zowel toegepast worden op garens in het algemeen als op naaigarens. Door bijvoorbeeld dergelijke naaigarens te gebruiken voor het vormen van speciale steken en/of motieven in een textielproduct kan men bijzonder mooie decoratieve effecten bekomen.
Bij toepassing van deze werkwijze wordt vastgesteld dat een kwalitatief garen bekomen wordt als het garen zo geproduceerd wordt dat het garen minstens 10 gewichtsprocent cellulosevezels bevat.
Om een verving met een uitstekend resultaat te bekomen geniet het ook de voorkeur om voor minstens één van de gebruikte kleurstoffen een hoofdzakelijk reductiebestendige kleurstof te gebruiken. Als het garenmateriaal dat cellulosevezels bevat wordt geverfd, dan kiest men er best voor om daarbij minstens dit garenmateriaal dat cellulose-vezels bevat te verven met een dergelijke hoofdzakelijk reductiebestendige kleurstof.
Met een hoofdzakelijk reductiebestendige kleurstof wordt in deze octrooiaanvraag bedoeld een kleurstof waarbij nagenoeg geen belangrijke chemische bindingen verloren gaan in de kleurstofmolecule onder invloed van een reducerend milieu.
Men kan een zogenaamd core-spun garen produceren, bestaande uit een kern of ziel die omhuld wordt door vezels die de zogenaamde mantel vormen. Deze kern kan uit filamenten van eender welke grondstof samengesteld zijn. Ook mengsels van filamenten uit verschillende grondstoffen kunnen gebruikt worden voor de kern. De mantel kan geheel of voor minstens 10 gewichtsprocent (ten opzichte van het gehele garen) uit cellulosevezels bestaan.
Het garen kan een core-spun garen zijn, maar kan ook geheel uit cellulosevezels of uit een menging van synthetische vezels en cellulosevezels gevormd worden.
De cellulosevezels bestaan bij voorkeur hoofdzakelijk uit katoen. De genoemde filamenten die de kern vormen bestaan bij voorkeur hoofdzakelijk uit een synthetische grondstof, zoals bijvoorbeeld polyester.
Verdere eigenschappen en voordelen van deze werkwijze en van het aldus vervaardigde garen zullen nu verduidelijkt worden in de hierna volgende beschrijving van een aantal concrete voorbeelden. Het weze duidelijk dat niets in deze beschrijving kan aanzien worden als een beperking van de beschermingsomvang van deze octrooiaanvraag, zoals bepaald door de hierna volgende octrooiconclusies, noch van het toepassingsgebied van de uitvinding.
Bij toepassing van de werkwijze volgens deze uitvinding kan men bijvoorbeeld als volgt te werk gaan:
Er wordt volgens een algemeen gekend productieproces een garen vervaardigd uit polyester en katoen.
Vervolgens kan men ofwel a) enkel de synthetische vezels (hier polyester) aanverven in de onderliggende kleur, ofwel b) zowel de synthetische vezels (hier polyester) als de cellulosevezels (hier katoen) in de onderliggende kleur aanverven, en vervolgens het garen aan verven met de indigo-kleurstof.
Deze beide mogelijkheden a en b leveren verschillende effecten op. Het aanverven van het katoengedeelte met de indigo-kleurstof gebeurt met een verfbad dat zich in gereduceerde toestand bevindt. Zowel de onderliggende synthetische filamenten als de geverfde cellulosevezels (bij mogelijkheid b) moeten bestand zijn tegen de inwerking van het reducerend milieu, met andere woorden de kleurstoffen mogen hierdoor niet afgebroken worden. De oplossing die hiervoor gevonden werd is om ook de cellulosevezels (katoen) te verven met een hoofdzakelijk reductiebestendige kleurstof, zoals bijvoorbeeld een kuipkleurstof, hetgeen ook in gereduceerde toestand gebeurt, zodat deze eerste verving bij herreduceren tijdens de indigo-verving nagenoeg onaangetast blijft.
Voor naaigarens zijn de garens uit polyester-katoen een typisch voorbeeld. Vaak zijn het core-spun garens, dit betekent dat ze bestaan uit een ziel van polyesterfïlamenten die omsponnen is met katoenvezels. Het percentage katoen in deze garens kan variëren van 10 % tot 70 %. De enkeldraden worden samen getwijnd tot meestal een 2-draad of 3-draad (of meer).
De garens worden eerst geverfd in een niet-indigo kleur. Dit gebeurt meestal op verfbobijnen (kan ook op strengen). De polyesterziel wordt aangeverfd met disperse kleurstoffen in bijvoorbeeld rode kleur. Daarna kan men al dan niet de katoenvezels ook aanverven in bijvoorbeeld rood. Deze twee vervingen worden over het algemeen in hetzelfde verfapparaat uitgevoerd.
Nadien worden de garens op strengen afgehaspeld. Dit omdat het indigoverven op strengen uitgevoerd wordt (vorm van continu verven). Deze strengen worden dan met de indigo-kleurstof geverfd.
voorbeeld:
Naaigaren uit polyesterkatoen: 58% polyester, 42% katoen Titer: 500x2 dtex;
Torsie: 500 t/m S, 500 t/m Z
Op verfbobijnen van 1,35 kg met een densiteit van 440 g/1.
Voor het verven zijn er twee mogelijkheden, die beide een verschillend effect opleveren:
Figure BE1016942A6D00071
Verven van de polyester ziel:
Polyester wordt aangeverfd met disperse kleurstoffen. Daarbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van één of meer disperse kleurstoffen, een chemicalie voor pH-instelling, egaliseer-en migreermiddel en een dispergeermiddel in de gebruikelijke en voorgeschreven werkzame hoeveelheden en verhoudingen.
Het verfbad wordt opgewarmd tot een temperatuur van ongeveer 135 °C en wordt ongeveer 45 minuten op deze temperatuur gehouden, waarna men het verfbad laat afkoelen en het garen spoelt.
Verven van de katoen mantel (enkel in mogelijkheid bh De katoenvezels worden aangeverfd met kuipkleurstoffen. Eerst voegt men hulpmiddelen toe zoals een dispergeermiddel, beschermcolloïd, bevochtiger en egaliseermiddel in de gebruikelijke en voorgeschreven werkzame hoeveelheden en verhoudingen, en dit in een alkalisch reducerend milieu.
Na het koud circuleren worden één of meer kuipkleurstoffen toegevoegd zoals bv. Indanthren Rood FBB (DyStar), en wordt geverfd volgens de gebruikelijke methodes. Daarna wordt geöxideerd, gezeept en gespoeld.
Vervolgens worden de naaigarens behandeld met gekende producten om garens met een goede glijding, een hitteschild en andere typische eigenschappen te bekomen. Na deze twee vervingen is het uitzicht van de garens: rood met bleke spikkels in mogelijkheid a en volledig rood in mogelijkheid b. Vervolgens gaat men de bobijnen met het garen zwieren en drogen en wordt het garen op strengen van 750 g gewikkeld. Daarna wordt de laatste verving met de indigo-kleurstof toegepast.
Indigoverving:
De indigo-kleurstof wordt gereduceerd in alkalisch milieu met de gebruikelijke hulpmiddelen. Daarna worden de garens ondergedompeld in een bad met deze gereduceerde indigo-kleurstof. De garens worden in dit bad geverfd volgens de gangbare continue indigo-verfmethode waarbij de kleurstoffen uiteindelijk geoxideerd worden. Tenslotte worden de garens nog gespoeld. Na de verving worden de garenstrengen gedroogd.
Vervolgens worden de garens gewikkeld op bobijnen, waarna het garen een nabehandeling ondergaat ter verbetering van de gareneigenschappen. Het uitzicht van de garens na deze verving is nu uiteraard indigo-blauw.
Nu zijn de naaigarens klaar voor gebruik, bijvoorbeeld voor confectie van jeans, zoals onder meer het opstikken van de zakken en het sierstiksel op de zakken. Na confectie is het stiksel nog steeds blauw van uitzicht. Jeans-kleding wordt onderworpen aan verschillende nabehandelingen zoals bijvoorbeeld: stone-wash: een wasproces met stenen
Chemical wash: een wasproces met specifieke chemicaliën, zoals enzymen, oxidatiemiddelen,...
oververven met directe kleurstoffen sand blast: een behandeling met zand bleken: een bleekproces laser: een behandeling met laser scrubbing: het schuren over het kledingsstuk curing: inbakken van chemicaliën (oa oxidatiemiddelen)
De bedoeling van deze nabehandelingen is over het algemeen de jeans een gebruikt uitzicht (een zogenaamde “used look”) te geven.
Door de bijzondere eigenschap van de indigo-kleur zal deze blauwe kleur geleidelijk vervagen onder invloed van deze verschillende nabehandelingen en komt aldus de onderliggende (rode) kleur geleidelijk te voorschijn. Zo kan men speciale effecten bekomen, naargelang de aard en de intensiteit van de nabehandeling en de plaats op de jeans waar deze nabehandeling uitgevoerd wordt.
In hetgeen voorafgaat werd een voorbeeld beschreven met polyester-katoen corespun naaigarens. We wensen echter te benadrukken dat de werkwijze volgens deze uitvinding ook kan toegepast worden op andere core-spun garens dan polyester-katoen corespun garens. Zo kan de ziel of de kern van het garen uit filamenten van eender welke grondstof samengesteld zijn. Ook mengsels van filamenten uit verschillende grondstoffen kunnen gebruikt worden voor deze kern.
De mantel van het garen kan geheel uit cellulosevezels bestaan, maar kan ook uit een mengsel van synthetische vezels en cellulose bestaan. Om een goed resultaat te bekomen zorgt men er best voor dat er in de mantel minstens 10 gewichtsprocent cellulose aanwezig is op het totaal gewicht van het corespun garen.
De cellulosevezels bestaan bij voorkeur hoofdzakelijk uit katoen. De genoemde filamenten die de kern vormen bestaan bij voorkeur hoofdzakelijk uit een synthetische grondstof, zoals bijvoorbeeld polyester.
Naast corespun garens is het ook mogelijk het principe van deze uitvinding toe te passen op garens die een menging zijn van synthetische vezels en cellulosevezels. Indien de vezels gemengd worden vóór het spinnen spreekt men van een intieme menging. Om een goed effect te bekomen wordt er hier ook best voor gezorgd dat er minstens 10 gewichtsprocent cellulosevezels aanwezig is.
Het principe van de uitvinding kan ook toegepast worden op garens die volledig uit cellulosevezels samengesteld zijn. Volgens deze uitvinding wordt dan eerst een verving in een andere kleur uitgevoerd, gevolgd door een indigo-verving.
Bij deze eerste verving moeten ook hoofdzakelijk reductiebestendige kleurstoffen gebruikt worden, zoals kuipkleurstoffen, dit naar analogie van de celluloseverving bij de polyester/cellulosemengsels.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een geverfd garen, met het kenmerk dat het garen achtereenvolgens in minstens twee verschillende kleuren wordt geverfd, waarbij de laatst aangebrachte kleurstof een indigo-kleurstof of een zwavel-kleurstof is.
2. Werkwijze voor het vervaardigen van een geverfd garen volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het garen zo wordt geproduceerd dat het minstens 10 gewichtsprocent cellulosevezels bevat.
3. Werkwijze voor het vervaardigen van een geverfd garen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat minstens één van de gebruikte kleurstoffen een hoofdzakelijk reductiebestendige kleurstof is.
4. Werkwijze voor het vervaardigen van een geverfd garen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het garen gevormd wordt uit cellulosevezels of uit een menging van synthetische vezels en cellulosevezels.
5. Werkwijze voor het vervaardigen van een geverfd garen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het garen een core-spun garen is dat minstens 10 gewichtsprocent cellulosevezels bevat.
6. Garen met het kenmerk dat het achtereenvolgens in minstens twee verschillende kleuren is geverfd, waarbij de laatst aangebrachte kleurstof een indigo-kleurstof of een zwavel-kleurstof is.
7. Garen volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het garen minstens 10 gewichtsprocent cellulosevezels bevat.
8. Garen volgens conclusie 6 of 7 met het kenmerk dat minstens één van de gebruikte kleurstoffen een hoofdzakelijk reductiebestendige kleurstof is.
9. Garen volgens een van de conclusies 6 tot 8 met het kenmerk dat het garen gevormd wordt uit cellulosevezels of uit een menging van synthetische vezels en cellulosevezels.
10. Garen volgens een van de conclusies 6 tot 9 met het kenmerk dat het garen een core-spun garen is dat minstens 10 gewichtsprocent cellulosevezels omvat.
11. Garen volgens een van de conclusies 6 tot 10 met het kenmerk dat het een naaigaren is.
BE200600031A 2006-01-13 2006-01-13 Garen en procede voor het vervaardigen ervan. BE1016942A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200600031A BE1016942A6 (nl) 2006-01-13 2006-01-13 Garen en procede voor het vervaardigen ervan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200600031 2006-01-13
BE200600031A BE1016942A6 (nl) 2006-01-13 2006-01-13 Garen en procede voor het vervaardigen ervan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1016942A6 true BE1016942A6 (nl) 2007-10-02

Family

ID=38543905

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE200600031A BE1016942A6 (nl) 2006-01-13 2006-01-13 Garen en procede voor het vervaardigen ervan.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1016942A6 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011146033A1 (en) * 2010-05-17 2011-11-24 Bossa Ticaret Ve Sanayi Isletmeleri Turk Anonim Sirketi Yarn produced by wrapping dyed/undyed fibres around a yarn dyed with indigo or another dyestuff and fabric produced with this yarn

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011146033A1 (en) * 2010-05-17 2011-11-24 Bossa Ticaret Ve Sanayi Isletmeleri Turk Anonim Sirketi Yarn produced by wrapping dyed/undyed fibres around a yarn dyed with indigo or another dyestuff and fabric produced with this yarn

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE2425168A1 (de) Verfahren zur herstellung eines gefaerbten textilen flaechengebildes und danach hergestellte textilien
CN112878060A (zh) 一种可降解天丝商标带的制备方法及其制备装置
US20020066145A1 (en) Method for creating a fabric with a colored pattern
CN103361800B (zh) 一种快速可染且具有同色深浅效应的纱线或织物及其加工和应用
US5350423A (en) Fabric finishing procedure
CN110453512A (zh) 纺织品染色方法及纺织品
BE1016942A6 (nl) Garen en procede voor het vervaardigen ervan.
US5516338A (en) Water-soluble titanium salt-tannin dyes and methods of use thereof
Richards Dye types and application methods
JPH01297470A (ja) デニム用綿糸の染色用染料、これを用いる染色法、ならびに染色物
KR100216167B1 (ko) 인디고염료의 염색방법
EP0276171B1 (en) Dyeing process for denim cotton yarns making use of a specific dye, and product dyed with the dye
CN112981646A (zh) 一种牦牛绒圈圈纱的制作方法
JP4452943B2 (ja) 不均一にカチオン化改質した布帛及びその染色方法
JP3692475B2 (ja) 繊維製品の斑染め染色方法
CN109763227A (zh) 涤纶长丝交织多功能床品面料的生产工艺
CN202644018U (zh) 一种快速可染且具有同色深浅效应的纱线或织物
US20080280519A1 (en) Textile products dyed by means of cationic dyes, and process for the manufacture there
Chakraborty et al. Garment dyeing
US20080060140A1 (en) Method for achieving a pigment dye look and article produced by same
EP1723280B1 (en) Method for permanently dyeing cellulose-based textiles
Abir et al. Sustainable approach to modify the CPD process for knit garments and analysis the effect of curing treatment on CPD
JP2007031874A (ja) 摩耗により異なる色相が現われる繊維製品及びその製造方法
JPS62263389A (ja) 多色効果を有する羊毛繊維製品の製造方法
DE19912946A1 (de) Verfahren zur Erzeugung von Fluoreszenz auf dunklen Fäden ohne Farbtonänderung mit hoher Permanenz

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20080131