<Desc/Clms Page number 1>
Rasp voor op maat gemaakte prothesen De huidige uitvinding heeft betrekking op een maatrasp om een been uit te hollen.
Men weet dat, om een orthopedische prothese in het dijbeen van een patiënt in te planten, het dijbeen wordt uitgehold door middel van een rasp. In bepaalde gevallen wordt hierbij gebruik gemaakt van een rasp, die speciaal is aangepast om één bepaalde prothese in te planten.
De vorm en afmetingen van zulke rasp gelijken dan ook zeer sterk op die van de te plaatsen prothese, maar kunnen toch kleine verschillen vertonen, naar gelang de prothese cementloos wordt geplaatst of niet en er al dan niet speling tussen het bot en de prothese mag blijven bestaan voor bijvoorbeeld een cementlaag met gecontroleerde dikte.
Bij een maatprothese, meer speciaal een prothese die op maat gemaakt is voor één welbepaalde patiënt, wordt er een unieke prothese gemaakt, die verschillend is van alle gestandaardiseerde prothesen en van alle andere op maat gemaakte prothesen. Ook voor deze unieke prothese kan er een bijhorende rasp worden gemaakt.
Het probleem stelt zich dat deze rasp slechts één keer gebruikt zal worden en dat de kost van de aanmaak van een aangepaste rasp meestal hoger ligt dan de kostprijs van de maatprothese. Dit maakt dat deze werkwijze economisch niet interessant is.
<Desc/Clms Page number 2>
De huidige uitvinding heeft betrekking op een maatrasp om die nadelen te verhelpen.
Volgens de uitvinding bevat de maatrasp om een been of een bot uit te hollen, tenminste de volgende elementen: - een centrale as; - individuele raspelementen die op de centrale as gemonteerd zijn ; - tenminste een middel om de individuele raspelementen vast te hechten op de as, zodat deze raspelementen niet verplaatsbaar, verschuifbaar of verdraaibaar zijn ten opzichte van de as.
Bij voorkeur vormt elk individueel raspelement een raspschijf of een deel ervan.
Tenminste twee naast elkaar gelegen raspelementen vormen bijvoorbeeld een raspschijf.
Volgens een uitvoeringsvorm vormen de raspelementen een aantal raspschijven die opeengestapeld zijn.
Volgens een detail van een uitvoeringsvorm bevat de centrale as een onderste deel dat overeenstemt met een distaal deel van een maat- of standaardprothese.
Volgens een ander kenmerk van een voordelige uitvoeringsvorm, bezit de centrale as een ondersteunoppervlak voor tenminste een individueel
<Desc/Clms Page number 3>
raspelement, bijvoorbeeld voor een raspschijf die van twee raspelementen gevormd is.
In een specifieke uitvoeringsvorm bezit de centrale as een bovendeel dat met een klemmiddel,zoals een moer, samenwerkt om een beweging van de raspelementen ten opzichte van de as te vermijden.
Volgens een specifieke en voordelige uitvoeringsvorm zijn de individuele raspelementen op de centrale as bevestigd via een zwaluwstaartvormige verbinding.
De centrale as bezit bijvoorbeeld een deel, bijvoorbeeld het middendeel, met in doorsnede een dubbele zwaluwstaartvorm, waarbij de individuele raspelementen op voornoemd deel aangebracht zijn.
Het onderste deel van de maatrasp of van de centrale as heeft bijvoorbeeld de vorm van het onderste deel van een femurprothese.
De raspelementen vormen bij voorkeur raspschijven die evenwijdig zijn aan elkaar.
De uitvinding heeft ook betrekking op een raspmachine die van een maatrasp volgens de uitvinding voorzien is.
Een ander voorwerp van de uitvinding is een werkwijze om een maatrasp volgens de uitvinding op te bouwen, waarin een opname genomen wordt van de afmetingen van het deel van een been of bot waarin een hol gevormd dient te worden voor een standaardprothese of een
<Desc/Clms Page number 4>
maatprothese, en waarin, vanuit die opname, de vorm van de individuele raspelementen gedefinieerd is.
Bij voorkeur worden de individuele raspelementen om de maatrasp te vormen, door middel van een computerprogramma bepaald of geselecteerd.
Het opbouwen kan eventueel door de computer worden gecontroleerd.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een maatrasp volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin: - figuur 1 een maatrasp weergeeft volgens de uitvinding ; - figuur 2 de elementen weergeeft die toelaten om de maatrasp van figuur 1 op te bouwen ; - figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2, - figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2; - figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 2.
De maatrasp volgens de figuren 1 en 2 bevat: - een centrale as 1 met een onderste deel 10 dat overeenkomt met het distale deel van de maatprothese
<Desc/Clms Page number 5>
of van een standaard prothese, een middendeel 11 en een bovendeel 12; - een rond het middendeel 11 opgebouwd lichaam 2 dat uit evenwijdige halve en/of hele schijven 20,21 bestaat uit metaal of dergelijke ; - een klemsysteem 3 dat op het bovendeel 12 bevestigd is.
Het onderste deel 10 kan verschillende vormen bezitten, bijvoorbeeld de vorm van distale delen voor linker- en rechterfemurs. Deze delen zijn dan vaak elkaars spiegelbeeld.
Het onderste deel 10 of distale deel is meestal vrijwel cilindervormig, maar kan variëren in lengte, grootte en diameter. Dit distale deel kan zelf vrijwel identiek zijn aan het distale deel van de prothese of heupprothese.
De vorm en afmetingen van het onderste deel 10 van de maatrasp kan worden afgeleid uit een RX-opname, een CT-scan of via een andere medische beeldvormingstechniek. Het geschikte onderste deel 10 kan ook tijdens de operatie worden gekozen door meting van het distale femurkanaal.
Het middendeel 11 en het bovendeel 12 van de centrale as 1 kan een dwarsdoorsnede bezitten die overeenkomt met een dubbele zwaluwstaartvorm, zoals weergegeven in de figuren 4 en 5. Over de ganse lengte van het bovendeel 12 is aan de buitenzijde een schroefdraad 13 voorzien.
<Desc/Clms Page number 6>
De halve schijven 20,21 zijn opeengestapeld en bezitten een gepaste doorgang 22, zodat deze schijven langs het bovendeel 12 en het middendeel 11 naar het distale deel 10 kunnen glijden. De schijven zijn dus via een zwaluwstaartvormige verbinding op de centrale as aangebracht.
De schijven 20,21 hebben bijvoorbeeld een beperkte dikte, bijvoorbeeld een dikte van 3 tot 6 mm, en bezitten een snijdende buitenrand of buitenoppervlak.
Het lichaam 2 bestaat uit een reeks schijflagen (10 lagen zijn in figuur 1 afgebeeld), waarbij deze lagen eenzelfde dikte of verschillende dikten kunnen hebben.
Een laag is bijvoorbeeld uit twee raspschijven opgebouwd die al dan niet van elkaar verschillend zijn.
Door middel van een moer 3 worden de metalen schijven vastgeklemd tegen het onderste deel 10. De moer 3 duwt het lichaam 2 tegen het steunoppervlak 14 van het onderste deel 10.
De buitencurve van de raspschijven komt vrijwel overeen met de vorm van de te plaatsen prothese. Er kan ook opzettelijk een afwijking op de diameters, vorm, of grootte van de schijfjes worden aangebracht.
Indien men de prothese met een laagje cement of beenvormingsmateriaal wil inbouwen, zal de maatrasp groter zijn dan de prothese op de plaatsen waar de cement- of materiaallaag komt. De maatrasp kan
<Desc/Clms Page number 7>
bijvoorbeeld van één tot meerdere mm groter zijn dan de prothese. Indien men de prothese cementloos wil inplanten, zal de maatrasp dezelfde afmetingen hebben als de prothese of zelfs iets kleiner zijn indien men de prothese laten klemmen in de femur.
De prothese kan eventueel voorzien zijn van een vrijwel vaste cementlaag of van een vrijwel vaste laag van een materiaal dat geschikt is voor beenvorming. In dat geval, zal de maatrasp vrijwel dezelfde afmetingen hebben als de prothese.
De vorm van de schijven 20,21 kan zeer uiteenlopend zijn : een halve cirkel, een halve ellips, een rechthoek, een andere veelhoek of kromme.
Op het bovenuiteinde van de centrale as 1 wordt boven de vastgeklemde schijven 20,21, m. a.w. het lichaam 2, een nek of een aansluitstuk 5 vastgemaakt, zodat de modulaire maatrasp nauwkeurig en makkelijk hanteerbaar wordt voor de chirurg. Die nek 5 is bijvoorbeeld tussen de moer 3 en de moer 4 vastgeklemd op de as 1.
De uitvinding heeft ook betrekking op een machine of apparaat met een zoals hierboven beschreven maatrasp.
Voor het plaatsen van de raspschijven op de as, kan de as een andere vorm hebben in dwarsdoorsnede dan een zwaluwstaartvorm.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van een optimale maatrasp. Door
<Desc/Clms Page number 8>
voldoende raspschijven met verschillende afmetingen en vormen vooraf te maken, kan men in de praktijk vrijwel alle gewenste maatraspen samenstellen door de juiste combinatie van deze schijven te kiezen.
Het kiezen van de juiste combinatie schijven kan via een computerprogramma worden uitgevoerd. Dit programma kiest de geschikte raspschijven uit een database met beschikbare schijfvormen en dit door deze te vergelijken met de vorm van de prothese die men wil plaatsen of met de vorm van het been of bot (bijvoorbeeld RX-opnamen ervan, 3D-afbeelding ervan, een moulage of afgietsel ervan, enz.).
Voordelen van maatraspen volgens de uitvinding zijn .
- de rasp is modulair opgebouwd ; - het onderste deel, dat overeenkomt met het distale deel van de prothese, is uit één stuk gemaakt, maar verschilt in lengte, diameter en vorm naargelang de karakteristieken van het femurkanaal; en/of - de vorm van het onderste deel voor een linkerfemur en een rechterfemur zijn mekaars spiegelbeeld ; - het middelste stuk of lichaam, waarvan de vorm vrijwel overeenkomt met de vorm van het proximale deel van de prothese, is opgebouwd uit evenwijdige schijfjes, die opeengestapeld worden ; - de vorm van de schijfjes kunnen vrijwel overeenstemmen met de dwarsdoorsnede van de te plaatsen prothese, die op maat werd gemaakt of in serie ;
en/of
<Desc/Clms Page number 9>
- door andere combinaties met dezelfde of andere raspschijfjes te maken, kunnen verschillende maatraspvormen worden bekomen ; - het distale deel en de schijfjes van het proximale deel kunnen na gebruik bij een operatie gereinigd en hergebruikt worden voor een volgende operatie en in een andere combinatie worden gemonteerd om zo een nieuwe raspvorm te bekomen ; - de modulaire werkwijze laat toe op economische wijze maatraspen te maken, die misschien slechts éénmalig gebruikt worden, maar waarvan de verschillende onderdelen vele keren hergebruikt kunnen worden; en/of - de modulaire werkwijze laat toe de vorm van de maatrasp eenvoudig aan te passen, om bijvoorbeeld een ruwe raspvorm te gebruiken voor een eerste raspoperatie, en daarna een fijnere raspvorm voor de laatste operatie.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een dergelijke rasp volgens de uitvinding kan volgens verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.