<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het controleren van de toestand van de beschermlaag van een ondergrondse metalen structuur, meer speciaal van een vloeistoftank, en werkwijze die zulke inrichting toepast.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het controleren van de toestand van de beschermlaag van een ondergrondse metalen structuur, meer speciaal van een vloeistoftank.
Alhoewel de uitvinding betrekking heeft op het controleren van de beschermlaag van om het even welke metalen structuur die geheel of gedeeltelijk in de grond is aangebracht, is de uitvinding meer speciaal bedoeld voor toepassing op ondergrondse vloeistoftanks die gebruikt worden voor het stockeren van onder meer gevaarlijke vloeistoffen, zoals benzine, chemische producten, en dergelijke die, bij het vrijkomen in de bodem, ten gevolge van een lek in de tank, gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid en/of het leefmilieu.
Men weet dat zulke tanks in het algemeen uitwendig voorzien worden van een beschermlaag die echter vrij kwetsbaar is, waardoor, om welke reden dan ook, een plaatselijk contact van de metalen tankwand met de omgeving aanleiding kan geven tot doorroesten van deze tankwand.
Het is dan ook bekend dat heden ten dage zulke ondergrondse tanks voorzien worden van een lekdetectiesysteem dat erover
<Desc/Clms Page number 2>
waakt dat, van zodra een lek optreedt in de tank, een alarmsysteem in werking wordt gesteld.
Zulk lekdetectiesyteem bestaat erin dat, zoals bekend, de tank dubbelwandig is uitgevoerd, waarbij de ruimte tussen de wanden opgevuld is met een detectievloeistof, meestal op basis van een antivriesmiddel, zoals ethyleenglycol of dergelijke, en waarbij deze detectievloeistof in verbinding staat met een uitwendig reservoir waarvan het vloeistofniveau bewaakt wordt door een elektronisch systeem dat alarm slaat van zodra dit vloeistofniveau wijzigt ten gevolge van een eventuele lek in één van de beide wanden van de tank.
Een nadeel van zulke dubbelwandige tanks met lekdetectiesysteem is dat zij duur zijn.
Een ander nadeel van dergelijke dubbelwandige tanks is dat, na enige tijd, de verbinding tussen de detectievloeistof in de tank en het uitwendig reservoir verstopt kan raken, waardoor, bij een eventuele lekkage, het vloeistofniveau in het uitwendig reservoir steeds onveranderd blijft en waardoor er bijgevolg bij een lek geen alarm wordt gegeven, zodat de volledige inhoud van de detectievloeistof zonder enige waarschuwing in de bodem kan wegvloeien.
Gezien de voor het milieu schadelijke aard van de detectievloeistof en de betrekkelijk grote hoeveelheid detectievloeistof die bij zulke tank aanwezig kan zijn die, naargelang de grootte van de tank, kan schommelen tussen de 150 en de 1500 liter, kan een mogelijk lek leiden tot een
<Desc/Clms Page number 3>
ernstige verontreiniging van de bodem en van het grondwater en dus tot een daaruit voortvloeiende aanzienlijke saneringskost.
Een bijkomend nadeel van de bekende dubbelwandige tanks is dat zij periodiek, minstens om de twee jaar, door een erkend keuringsorganisme wettelijk verplicht gecontroleerd moeten worden op lekken, waardoor de exploitatiekosten van zulke tanks betrekkelijk hoog kunnen oplopen.
De huidige uitvinding heeft tot doel voor de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het controleren van de toestand van de beschermlaag van een ondergrondse metalen structuur, meer speciaal een vloeistoftank, die hoofdzakelijk gevormd wordt door een alarminrichting en een elektrode die op een afstand van de vloeistoftank in de aarde is aangebracht, waarbij de alarminrichting door middel van een elektrische geleider verbonden is, enerzijds, met de wand van de metalen structuur, en anderzijds, met een stroombron, en, waarbij de elektrode door middel van een tweede elektrische geleider, is verbonden met de voornoemde stroombron.
Een voordeel van deze inrichting is dat zij toelaat op zeer eenvoudige wijze de staat van de beschermlaag van de tank te controleren en een alarmsituatie aan te geven bij beschadiging van deze beschermlaag of bij een vermindering van de beschermende eigenschappen van de beschermlaag door veroudering of door de invloed van de omgeving. Door deze
<Desc/Clms Page number 4>
controle al dan niet continu toe te passen kan men, onmiddellijk na het optreden van een alarmsituatie, de gepaste maatregelen nemen om de beschermlaag te herstellen of te vernieuwen en aldus te beletten dat er zich corrosie zou ontwikkelen.
De inrichting volgens de uitvinding laat dus een preventieve aanpak toe van de corrosiebestrijding, dit in tegenstelling tot de bekende aanpak gebaseerd op een bewaking door middel van een lekdetectiesysteem, waarbij een alarmsituatie slechts wordt aangegeven wanneer er reeds een lek is opgetreden of wanneer een ongunstig rapport van een periodieke controle wordt afgeleverd.
Een bijkomend voordeel van zulke preventieve aanpak volgens de uitvinding is dat een lekdetectiesysteem niet meer nodig is, waardoor de tank niet noodzakelijk dubbelwandig moet worden uitgevoerd en aldus gebruik kan worden gemaakt van een enkelwandige tank die goedkoper is en die bovendien geen gevaar met zich meebrengt dat de bodem en het grondwater door het weglekken van detectievloeistof kan worden verontreinigd.
Een ander voordeel van de uitvinding is dat de staat van de beschermlaag van de tank voortdurend bewaakt wordt, waardoor de periodieke controles door een erkend organisme overbodig worden en de exploitatiekosten van de tank bijgevolg kleiner worden.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze die gebruik maakt van een inrichting volgens de uitvinding, en
<Desc/Clms Page number 5>
die hoofdzakelijk bestaat in het realiseren van een spanningsverschil tussen de wand van de vloeistoftank en een elektrode die in de aarde is aangebracht en het controleren van de stroomsterkte van de stroom tussen deze elektrode en de vloeistoftank, waarbij de toestand van de tank als slecht wordt beoordeeld wanneer deze stroomsterkte groter is dan een vooropgestelde drempelwaarde.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 zeer schematisch een inrichting weergeeft volgens de uitvinding; figuren 2,3, 4 en 5 varianten weergeven van de inrichting volgens figuur 2.
In figuur 1 is een ondergrondse metalen structuur, meer speciaal een vloeistoftank 1, weergegeven die op zijn buitenoppervlak is voorzien van een isolerende beschermlaag 2, die bijvoorbeeld gevormd is uit een twee componenten materiaal op basis van polyurethaan, epoxy, of dergelijke.
Op de tank 1 is een inrichting volgens de uitvinding aangesloten voor het controleren van de toestand van de beschermlaag 2, waarbij deze inrichting gevormd wordt door een alarminrichting 3 en een elektrode 4 die op een afstand van de vloeistoftank 1 in de aarde 5 is aangebracht, waarbij de alarminrichting 3 is verbonden met de metalen
<Desc/Clms Page number 6>
wand van de vloeistoftank 1 door middel van een elektrische geleider 6, enerzijds, en met een stroombron 7, anderzijds.
De voornoemde elektrode 4 is door middel van een tweede elektrische geleider 8 verbonden met de stroombron 7.
Bij voorkeur is de stroombron 7 een gelijkstroombron en is de alarminrichting 3 verbonden met de negatieve aansluitklem van deze stroombron 7, terwijl de elektrode 4 verbonden is met de positieve aansluitklem van de stroombron 7.
De werking van de voornoemde inrichting is zeer eenvoudig en als volgt.
Wanneer men te maken heeft met een beschermlaag 2 die een perfecte elektrische isolatie vormt, zal er geen elektrische stroom vloeien tussen de elektrode 4 en de wand van de tank 1.
Als er echter een verzwakking of een beschadiging ontstaat van de beschermlaag 2, zal er een stroom vloeien vanaf de elektrode 4 doorheen de grond 5 naar de wand van de tank 1, waardoor de alarminrichting 3 geactiveerd wordt.
Zulke alarminrichting 3 zal bijvoorbeeld worden gevormd door een eenvoudige ampèremeter die toelaat na te gaan of er al dan niet stroom van de elektrode 4 naar de wand van de tank 1 vloeit.
De alarminrichting 3 kan ook zijn uitgevoerd in de vorm van een elektronisch toestel dat, van zodra er een stroom
<Desc/Clms Page number 7>
doorvloeit, een alarm, bijvoorbeeld in de vorm van een geluids- en/of lichtsignaal, activeert.
Wanneer, zoals dit in de praktijk dikwijls het geval is, de isolerende beschermlaag 2 niet perfect isolerend is, maar een geringe geleidbaarheid vertoont, zal, zelfs wanneer de beschermlaag 2 volledig intact is, een kleine elektrische stroom van de elektrode 4 doorheen de beschermlaag 2 naar de tank 1 vloeien.
Om te beletten dat in dit geval het alarm onterecht wordt geactiveerd, zal men gebruik maken van een alarminrichting 3 die slechts zal reageren wanneer de stroomsterkte groter is dan een bepaalde vooropgestelde drempelwaarde.
Zulke uitvoering is weergegeven in figuur 2, waarin de alarminrichting 3 gevormd wordt door een ampèremeter 9 die voorzien is van een instelknop 10 die toelaat de voornoemde drempelwaarde van de vooropgestelde stroomsterkte in te stellen.
Zolang de beschermlaag 2 intact is, zal de stroomsterkte doorheen de aldus mogelijke stroomkring kleiner blijven dan de ingestelde drempelwaarde en zal bijgevolg geen alarmsituatie worden gecreëerd.
Wanneer de beschermlaag 2 wordt beschadigd, zal de stroom toenemen, en dit des te meer naarmate de beschadiging belangrijk is. Van zodra de stroomsterkte groter wordt dan de ingestelde drempelwaarde, wordt een alarmsignaal gegeven.
<Desc/Clms Page number 8>
Ook wanneer de elektrische isolatie van de beschermlaag 2 door veroudering afneemt, zal de stroomsterkte toenemen en zal vanaf de voornoemde ingestelde drempelwaarde de gebruiker hiervan worden verwittigd, zodat, desgevallend kan worden beslist om de beschermlaag 2 te vernieuwen. Deze situatie zal des te vlugger voorkomen naarmate de tank 1 in een agressiever milieu is geplaatst.
Het is duidelijk dat, naargelang de ingestelde drempelwaarde van de alarminrichting 3 kleiner is, de inrichting gevoeliger zal zijn en dus sneller zal reageren op kleine beschadigingen van de beschermlaag 2.
Wanneer de ingestelde drempelwaarde klein is, kan het gebeuren dat de inrichting overgevoelig wordt en alarm kan slaan zonder dat er noodzakelijkerwijze een beschadiging van de beschermlaag 2 is opgetreden, wat bijvoorbeeld kan gebeuren wanneer, door verandering van het grondwaterniveau, de weerstand van de bodem wordt gewijzigd.
Wanneer de voornoemde drempelwaarde op een te hoge waarde is ingesteld, zal de inrichting niet voldoende gevoelig zijn en zullen kleine beschadigingen van de beschermlaag 2 niet worden gedetecteerd, waardoor, op de beschadigde plaatsen, de tank 1 kan roesten zonder dat de gebruiker hiervoor gewaarschuwd wordt.
In figuur 3 is een tweede variante weergegeven van de inrichting volgens de uitvinding.
<Desc/Clms Page number 9>
Deze inrichting bestaat in dit geval, zoals in de uitvoering volgens figuur 2, uit een alarminrichting 3 die zelf bestaat uit een ampèremeter 9 met regelknop 10, en verder een inrichting 11 met regelknop 12 voor het regelen van het spanningsverschil V1 tussen de elektrode 4 en de wand van de tank 1.
Tevens is een zogenaamde referentie-elektrode 13 voorzien die in contact is met de aarde 5 en die bijvoorbeeld verwezenlijkt wordt in koper/kopersulfaat.
Tussen de voornoemde referentie-elektrode 13 en de metalen wand van de tank 1 is tenslotte nog een voltmeter 15 aangebracht.
De afregeling van de inrichting, waarvan het de bedoeling is de gevoeligheid in te stellen om de alarminrichting 3 op het geschikte ogenblik te activeren, gebeurt als volgt.
Door middel van de regelknop 12 wordt een spanningsverschil V1 gerealiseerd tussen de tank 1 en de elektrode 4, waardoor een spanningsverschil V2 wordt bekomen tussen de referentie-elektrode 13 en de metalen wand van de tank 1, waarbij dit spanningsverschil V2 van de voltmeter 15 kan worden afgelezen. Het spanningsverschil V1 wordt zodanig ingesteld dat het spanningsverschil V2 tussen de referentie-elektrode 13 en de tank 1, bijvoorbeeld ongeveer 1500 millivolt, bedraagt.
<Desc/Clms Page number 10>
De drempelwaarde van de stroomsterkte van de alarminrichting 3 wordt ingesteld op een waarde die groter is dan 5 micro-ampères vermenigvuldigd met de waarde van de oppervlakte van de beschermlaag 2 uitgedrukt in vierkante meter en wordt, bij voorkeur, ingesteld op een waarde die gelijk is aan 16 micro-ampères vermenigvuldigd met de voornoemde waarde van de oppervlakte.
Wanneer bijvoorbeeld de beschermlaag een oppervlakte van 10 m2 bezit, zal de voornoemde drempelwaarde bij voorkeur 160 micro-ampères bedragen.
De hiervoor beschreven instelling gebeurt in principe slechts bij de indienststelling van de inrichting, meer speciaal na verloop van een saturatieperiode van de beschermlaag 2, waarna de invloed van de inwerking van de omgevingsvochtigheid en van andere invloeden op de beschermlaag 2 en meer speciaal op de elektrische weerstand van deze beschermlaag 2 gestabiliseerd is.
Eenmaal de inrichting op deze manier is ingesteld, kan de referentie-elektrode 13, die over het algemeen zeer duur is, worden weggenomen en volstaat het, telkens wanneer men een controle van de toestand van de beschermlaag 2 wenst uit te voeren, de spanning V1 door middel van de inrichting 11 op dezelfde waarde in te stellen als tijdens de indienststelling, om op deze manier dezelfde controleparameters te bepalen als deze die golden tijdens de indienststelling van de inrichting.
<Desc/Clms Page number 11>
De werking van de inrichting is verder analoog aan deze van de uitvoering volgens figuur 2 en zal, wanneer de spanning V1 op de voornoemde manier is ingesteld en de stroomsterkte groter wordt dan de ingestelde drempelwaarde, de alarminrichting 3 geactiveerd worden als waarschuwing dat er mogelijkerwijze een schade- of verouderingsprobleem met de beschermlaag 2 is.
Het is duidelijk dat, bij de indienststelling van de inrichting, ook voor om het even welk ander type referentie-elektrode 13 kan worden geopteerd en dat het voornoemde spanningsverschil V2 tussen de tank 1 en deze referentie-elektrode 13 ook op een andere waarde dan 1500 millivolt kan worden ingesteld, waarbij, in dit laatste geval, de ingestelde drempelwaarde van de alarminrichting 3 in verhouding dient te worden aangepast.
Bij voorkeur zal de inrichting volgens de uitvinding zodanig worden afgeregeld dat de ionenuitwisseling tussen de tank 1 en de omgeving tot een minimum beperkt wordt, wat de levensduur van de tank 1 ten goede komt en zal daartoe het spanningsverschil V2 tussen de tank 1 en de referentie-elektrode 13 lager is dan-850 millivolt.
In figuur 4 is nog een variante weergegeven van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de ampèremeter 9 en de inrichting 11 voor het regelen van de spanning V1 bijkomend gekoppeld zijn aan een klassieke, op zichzelf bekende, overvulbeveiliging 16.
<Desc/Clms Page number 12>
De werking van deze inrichting is analoog aan deze van de voorgaande inrichting, met dit verschil dat, wanneer de stroom, die van de elektrode 4 naar de tank 1 vloeit groter is dan de ingestelde drempelwaarde, niet alleen de alarminrichting 3 in werking wordt gesteld, maar dat, tevens de overvulbeveiliging 16 wordt gedesactiveerd, zodat het bijvullen van de tank 1 wordt verhinderd doordat de pompinstallatie van een tankwagen 17, die op de vulopening van de tank 1 wordt aangesloten, automatisch wordt uitgeschakeld.
In figuur 5 is nog een andere uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting volgens de uitvinding die toelaat om de staat van de beschermlaag 2 van de tank 1 te bewaken, waarbij deze inrichting er hoofdzakelijk in verschilt dat twee elektrodes 4, respectievelijk 4A en 4B, worden toegepast, waarbij één elektrode 4A een lengte bezit van ongeveer 80 cm en, op een afstand van nagenoeg vier meter van de tank 1, is aangebracht, en waarbij de tweede elektrode 4B van ongeveer 20 cm lengte, in dit geval, nagenoeg drie meter van de tank 1 is verwijderd.
De inrichting is bijkomend voorzien van twee voltmeters 18 en 19, waarvan de voltmeter 18 is aangesloten tussen de elektrode 4B en de tank 1, terwijl de andere voltmeter 19 tussen de beide elektrodes 4A en 4B is aangesloten.
De werking van deze inrichting is verder volledig analoog aan deze van de reeds besproken inrichtingen.
<Desc/Clms Page number 13>
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijke inrichting en werkwijze die zulke inrichting toepast, kunnen in allerlei vormen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for checking the condition of the protective layer of an underground metal structure, more particularly of a liquid tank, and method of using such a device.
The present invention relates to a device for checking the condition of the protective layer of an underground metal structure, more particularly of a liquid tank.
Although the invention relates to the control of the protective layer of any metal structure which is wholly or partially arranged in the ground, the invention is more specifically intended for application to underground liquid tanks used for storing, inter alia, hazardous liquids , such as gasoline, chemical products, and the like, which, when released into the soil as a result of a leak in the tank, can endanger health and / or the environment.
It is known that such tanks are generally provided externally with a protective layer which, however, is quite vulnerable, whereby, for whatever reason, a local contact of the metal tank wall with the environment can give rise to rusting of this tank wall.
It is therefore known that nowadays such underground tanks are provided with a leak detection system that over it
<Desc / Clms Page number 2>
ensures that an alarm system is triggered as soon as a leak occurs in the tank.
Such a leak detection system consists in that, as is known, the tank is of double-walled design, wherein the space between the walls is filled with a detection liquid, usually on the basis of an antifreeze, such as ethylene glycol or the like, and wherein this detection liquid is connected to an external reservoir. the liquid level of which is monitored by an electronic system that sounds the alarm as soon as this liquid level changes as a result of a possible leak in one of the two walls of the tank.
A disadvantage of such double-walled tanks with a leak detection system is that they are expensive.
Another drawback of such double-walled tanks is that, after some time, the connection between the detection liquid in the tank and the external reservoir can become clogged, whereby, in the event of a leak, the liquid level in the external reservoir always remains unchanged and as a result of which in the event of a leak, no alarm is given, so that the entire content of the detection fluid can drain into the soil without any warning.
Given the environmentally harmful nature of the detection fluid and the relatively large amount of detection fluid that may be present with such a tank that may fluctuate between 150 and 1500 liters depending on the size of the tank, a potential leak may lead to a
<Desc / Clms Page number 3>
serious contamination of the soil and groundwater and thus a considerable remediation cost resulting therefrom.
An additional disadvantage of the known double-walled tanks is that they must be checked periodically, at least every two years, by a recognized inspection body for leaks, whereby the operating costs of such tanks can be relatively high.
The present invention has for its object to provide a solution for the aforementioned and other disadvantages.
To this end the invention relates to a device for checking the condition of the protective layer of an underground metal structure, more particularly a liquid tank, which is mainly formed by an alarm device and an electrode which is arranged in the earth at a distance from the liquid tank, the alarm device is connected by means of an electrical conductor, on the one hand, to the wall of the metal structure, and on the other hand, to a current source, and wherein the electrode is connected to the aforementioned current source by means of a second electrical conductor.
An advantage of this device is that it allows to check the state of the protective layer of the tank in a very simple manner and to indicate an alarm situation in the event of damage to this protective layer or a reduction in the protective properties of the protective layer due to aging or due to influence of the environment. By this
<Desc / Clms Page number 4>
Immediately after monitoring, whether or not continuous monitoring can take place, appropriate measures can be taken to repair or renew the protective layer and thus prevent corrosion from developing.
The device according to the invention thus allows a preventive approach to corrosion control, in contrast to the known approach based on monitoring by means of a leak detection system, in which an alarm situation is only indicated when a leak has already occurred or when an unfavorable report has occurred from a periodic check.
An additional advantage of such a preventive approach according to the invention is that a leak detection system is no longer necessary, so that the tank does not necessarily have to be double-walled and thus a single-walled tank can be used which is cheaper and moreover does not entail any danger that the soil and groundwater can be contaminated by the leakage of detection fluid.
Another advantage of the invention is that the state of the protective layer of the tank is constantly monitored, making the periodic checks by a recognized body superfluous and consequently reducing the operating costs of the tank.
The invention also relates to a method that uses a device according to the invention, and
<Desc / Clms Page number 5>
which mainly consists of realizing a voltage difference between the wall of the liquid tank and an electrode arranged in the ground and checking the current intensity of the current between this electrode and the liquid tank, the condition of the tank being judged as poor when this current is greater than a predetermined threshold value.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments of a device according to the invention are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 shows very schematically a device according to the invention; Figures 2, 3, 4 and 5 show variants of the device according to Figure 2.
Figure 1 shows an underground metal structure, more particularly a liquid tank 1, which is provided on its outer surface with an insulating protective layer 2, which is for instance formed from a two-component material based on polyurethane, epoxy or the like.
Connected to the tank 1 is a device according to the invention for checking the condition of the protective layer 2, this device being formed by an alarm device 3 and an electrode 4 which is arranged in the earth 5 at a distance from the liquid tank 1, wherein the alarm device 3 is connected to the metals
<Desc / Clms Page number 6>
wall of the liquid tank 1 by means of an electrical conductor 6, on the one hand, and with a current source 7, on the other hand.
The aforementioned electrode 4 is connected to the power source 7 by means of a second electrical conductor 8.
The current source 7 is preferably a direct current source and the alarm device 3 is connected to the negative terminal of this current source 7, while the electrode 4 is connected to the positive terminal of the current source 7.
The operation of the aforementioned device is very simple and as follows.
When dealing with a protective layer 2 that forms a perfect electrical insulation, no electrical current will flow between the electrode 4 and the wall of the tank 1.
However, if there is a weakening or damage to the protective layer 2, a current will flow from the electrode 4 through the ground 5 to the wall of the tank 1, whereby the alarm device 3 is activated.
Such an alarm device 3 will be formed, for example, by a simple ammeter which allows to check whether or not current flows from the electrode 4 to the wall of the tank 1.
The alarm device 3 can also be in the form of an electronic device which, as soon as there is a current
<Desc / Clms Page number 7>
trigger an alarm, for example in the form of a sound and / or light signal.
If, as is often the case in practice, the insulating protective layer 2 is not perfectly insulating but exhibits low conductivity, even when the protective layer 2 is completely intact, a small electric current of the electrode 4 will pass through the protective layer 2. to the tank 1.
To prevent the alarm from being incorrectly triggered in this case, an alarm device 3 will be used which will only respond when the current is greater than a certain predetermined threshold value.
Such an embodiment is shown in Fig. 2, in which the alarm device 3 is formed by an ammeter 9 which is provided with an adjustment knob 10 which allows the aforementioned threshold value of the proposed current intensity to be set.
As long as the protective layer 2 is intact, the current through the current circuit thus possible will remain smaller than the set threshold value and, therefore, no alarm situation will be created.
When the protective layer 2 is damaged, the current will increase, and this all the more as the damage becomes important. As soon as the current strength exceeds the set threshold value, an alarm signal is given.
<Desc / Clms Page number 8>
Also when the electrical insulation of the protective layer 2 decreases due to aging, the current intensity will increase and the user will be notified of this from the aforementioned set threshold value, so that, if necessary, a decision can be made to renew the protective layer 2. This situation will occur all the more quickly as tank 1 is placed in a more aggressive environment.
It is clear that, depending on the set threshold value of the alarm device 3, the device will be more sensitive and will therefore respond more quickly to minor damage to the protective layer 2.
When the set threshold value is small, it can happen that the device becomes hypersensitive and can raise an alarm without necessarily having a damage to the protective layer 2, which can occur, for example, when, due to a change in the groundwater level, the resistance of the soil becomes changed.
If the aforementioned threshold value is set to too high a value, the device will not be sufficiently sensitive and small damage to the protective layer 2 will not be detected, as a result of which, at the damaged places, the tank 1 can rust without the user being warned of this. .
Figure 3 shows a second variant of the device according to the invention.
<Desc / Clms Page number 9>
In this case, as in the embodiment according to Figure 2, this device consists of an alarm device 3 which itself consists of an ammeter 9 with control knob 10, and furthermore a device 11 with control knob 12 for controlling the voltage difference V1 between the electrode 4 and the wall of the tank 1.
A so-called reference electrode 13 is also provided which is in contact with the earth 5 and which is realized, for example, in copper / copper sulphate.
Finally, a voltmeter 15 is arranged between the aforementioned reference electrode 13 and the metal wall of the tank 1.
The adjustment of the device, the purpose of which is to adjust the sensitivity to activate the alarm device 3 at the appropriate moment, is done as follows.
A voltage difference V1 is realized between the tank 1 and the electrode 4 by means of the control knob 12, whereby a voltage difference V2 is obtained between the reference electrode 13 and the metal wall of the tank 1, whereby this voltage difference V2 of the voltmeter 15 can be can be read. The voltage difference V1 is set such that the voltage difference V2 between the reference electrode 13 and the tank 1 is, for example, approximately 1500 millivolts.
<Desc / Clms Page number 10>
The threshold value of the current intensity of the alarm device 3 is set to a value greater than 5 micro-amperes multiplied by the value of the surface of the protective layer 2 expressed in square meters and is, preferably, set to a value that is equal at 16 micro-amperes multiplied by the aforementioned area value.
If, for example, the protective layer has an area of 10 m2, the aforementioned threshold value will preferably be 160 micro-amperes.
The above-described setting is in principle only made when the device is put into service, more particularly after a saturation period of the protective layer 2, after which the influence of the effect of the ambient humidity and of other influences on the protective layer 2 and more specifically on the electrical resistance of this protective layer 2 is stabilized.
Once the device has been set in this way, the reference electrode 13, which is generally very expensive, can be removed and it is sufficient, whenever one wishes to check the state of the protective layer 2, to apply the voltage V1 by setting the device 11 to the same value as during commissioning, in order to determine the same control parameters as those that applied during the commissioning of the device.
<Desc / Clms Page number 11>
The operation of the device is further analogous to that of the embodiment according to Figure 2 and, when the voltage V1 is set in the aforementioned manner and the current becomes greater than the set threshold value, the alarm device 3 will be activated as a warning that there may be a damage or aging problem with the protective layer 2.
It is clear that when the device is put into service it is also possible to opt for any other type of reference electrode 13 and that the aforementioned voltage difference V2 between the tank 1 and this reference electrode 13 also at a value other than 1500 millivolt can be set, whereby, in the latter case, the set threshold value of the alarm device 3 must be adjusted in proportion.
The device according to the invention will preferably be adjusted in such a way that the ion exchange between the tank 1 and the environment is reduced to a minimum, which benefits the service life of the tank 1 and for this purpose the voltage difference V2 between the tank 1 and the reference electrode 13 is less than 850 millivolts.
Figure 4 also shows a variant of the device according to the invention, wherein the ammeter 9 and the device 11 for regulating the voltage V1 are additionally coupled to a classical, per se known, overfill protection 16.
<Desc / Clms Page number 12>
The operation of this device is analogous to that of the previous device, with the difference that when the current flowing from the electrode 4 to the tank 1 is greater than the set threshold value, not only the alarm device 3 is activated, but that, at the same time, the overfilling protection 16 is deactivated, so that refilling of the tank 1 is prevented by the pump installation of a tank truck 17, which is connected to the filling opening of the tank 1, being switched off automatically.
Figure 5 describes yet another embodiment of a device according to the invention that allows to monitor the state of the protective layer 2 of the tank 1, this device mainly differing in that two electrodes 4, 4A and 4B, respectively, are used wherein one electrode 4A has a length of approximately 80 cm and is arranged at a distance of approximately four meters from the tank 1, and wherein the second electrode 4B of approximately 20 cm length, in this case, approximately three meters of the tank 1 has been removed.
The device is additionally provided with two voltmeters 18 and 19, the voltmeter 18 of which is connected between the electrode 4B and the tank 1, while the other voltmeter 19 is connected between the two electrodes 4A and 4B.
The operation of this device is furthermore completely analogous to that of the devices already discussed.
<Desc / Clms Page number 13>
The present invention is by no means limited to the embodiments described by way of example and shown in the figures, but such a device and method employing such a device can be realized in a variety of forms without departing from the scope of the invention.