<Desc/Clms Page number 1>
WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN GASBRANDER, MET DEZE WERKWIJZE VERVAARDIGDE BRANDER EN VAN EEN DERGELIJKE BRANDER VOORZIENE KACHEL
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een als een houtvuur brandende gasbrander. Dergelijke gasbranders zijn algemeen bekend en de werkwijze voor het vervaardigen daarvan omvat het vervaardigen van een vlakke brander, en het daarop schikken van houtblokelementen in een voor een houtvuur gebruikelijke schikking. De plaatbrander is daarbij zodanig uitgevoerd dat lange, geel brandende vlammen worden gevormd, zodat het saménstel van gasbrander met daarop geplaatste houtblokelementen bij benadering het uiterlijk van een brandend houtvuur geeft.
Deze bekende gasbranders dienen gewoonlijk,als sfeer verhogend element in een interieur. Zij zijn gewoonlijk niet bedoeld als ruimteverwarming.
Op het vakgebied zijn pogingen ondernomen om een dergelijke gasbrander zodanig te vervaardigen dat deze een redelijk rendement heeft, waardoor een van een dergelijke brander voorziene kachel als ruimteverwarming kan dienen.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding is een verder stap in deze ontwikkelingsrichting.
Volgens de werkwijze zoals gekenmerkt in conclusie 1 wordt een brander verkregen die met een zeer hoog rendement kan werken, een rendement dat in hoofdzaak gelijk is of zelfs beter is dan gebruikelijke gasbranders zoals toegepast'voor kachels voor ruimteverwarming.
Gebleken is.dat een belangrijke factor.voor het bereiken van een goed rendement het volledig uitbranden van de geel brandende vlammen is. Door de eerste branderposities te laten grenzen aan de verticale projectie van de¯geschikte
<Desc/Clms Page number 2>
houtblokelementen wordt bereikt dat de op deze posities aan te brengen grote branderopeningen vlammen afgeven die vrijuit kunnen branden en niet belemmerd worden door houtblokelementen waardoor roetvorming wordt voorkomen. Door de branderposities aan de verticale projectie van de houtblokelementen te laten grenzen waardoor deze vlammen wel langs de houtblokelementen lekken, wordt bovendien een natuurlijke aanblik van het vuur verkregen.
Daarbij vormen de kleine branderopeningen kleine vlammen, die hoofdzakelijk tot het gloeien van de korrels van brandvast materiaal leiden. Deze gloeiende korrels geven enerzijds een natuurlijke aanblik als van gloeiend houtskool en geven op de tweede plaats met een hoog rendement stralingswarmte af.
Aldus wordt met de werkwijze volgens de uitvinding een brander verkregen die een hoog rendement heeft en tegelijkertijd een zeer goede, natuurlijke gelijkenis met een brandend houtvuur kan geven.
Bij voorkeur wordt de werkwijze volgens conclusie 2 toegepast. Gebleken is dat de positionering van de branderopeningen zeer nauw luistert en door de genoemde stappen E t/m I enige malen te herhalen kan een optimalisatie van het branderontwerp worden bereikt, waarbij een maximaal, rendement-kan worden gehaald. In de praktijk is gebleken dat door toepassing van deze werkwijze een kachel met brander met een rendement van ten minste nagenoeg 90% kan worden bereikt.
Bij voorkeur wordt de werkwijze,volgens conclusie 3 toegepast. Door voor de grote branderopeningen. stervormige . sleuven toe te passen, wordt een goede menging van het uit de branderopening s.tromende.gas met secundaire lucht bereikt, waardoor een goed uitbranden van de-vlam kan worden bereikt.
Geschikte maten voor de sleuven zijn gekenmerkt in conclusie 4.'
<Desc/Clms Page number 3>
Voor een verdere verbetering van de natuurlijke aanblik van de brander wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 5 toegepast. De vlokken brandvaste watten zoals minerale wol gaan, bij het werken van de brander gloeien, hetgeen een verdere versterking van het effect van brandend houtskool met zich meebrengt.
De uitvinding betreft en verschaft eveneens een brander, die vervaardigd is met een werkwijze zoals hierboven beschreven.
De uitvinding betreft en verschaft bovendien een kachel die voorzien is van een dergelijke brander.
De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.
Hierin tonen: fig. leen aanzicht van een kachel voorzien van een met de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde brander.
Fig. 2 een gedeeltelijk schematisch bovenaanzicht van een branderoppervlak met in omtrekslijnen aangegeven daarop geschikte houtblokelementen.
De in fig. 1 getoonde kachel 1 is van het type dat ingebouwd wordt in een wand. De kachel is voorzien van een mantel 2 en heeft aan zijn voorzijde een vuurvaste ruit 3, waar doorheen'het vuur zichtbaar is.
De toegepaste brander 5 is van het type dat als een houtvuur brandt. Hiertoe is op een nog nader aan de hand van fig. 2 te omschrijven plaatvormige brander een aantal houtblokelementen 4 geschikt.. Deze houtblokelementen.4 zijn vervaardigd van keramisch materiaal en hebben de vormden het uiterlijk van houtblokken. Doordat de brander 5 zodanig is uitgevoerd dat deze geel brandende vlammen 7 opwekt, welke langs de houtblokelementen 4 lekken, wordt de indruk van een brandend houtvuur verkregen. Bovendien is de brander 5 zodanig uitgevoerd, dat het branderbed gloeiende korrels 8
<Desc/Clms Page number 4>
bevat, die de indruk wekken van brandend houtskool. De gehele aanblik vertoont daardoor een zeer sterke overeenkomst met houtvuur.
De kachel 1 is op gebruikelijke wijze voorzien van warmte-afvoermiddelen, zoals een rooster 6, waar doorheen langs de verbrandingskamer opgewarmde lucht naar buiten stroomt. Uiteraard geeft de kachel 1 eveneens stralingswarmte af via de ruit 3.
Fig. 2 toont een bovenaanzicht van de brander 5 van de in fig. 1 getoonde kachel 1.
Zoals getoond omvat deze brander 5 twee branderbakken 10, 11, die tussen zich in een spleet 12 bepalen. De. branderbakken zijn op algemeen gebruikelijke wijze aan hun bovenoppervlak afgesloten door een branderoppervlak 16 en worden aan de onderzijde gevoed met een gas/luchtmengsel dat gevormd wordt in een verder eveneens op zichzelf bekende venturi-inrichting 15. Door de toepassing van. twee branderbakken 10, 11 met een tussenliggende spleet 12, en doordat langs de omtrek van beide branderbakken secundaire lucht kan toestromen wordt bereikt dat de op de branderoppervlakken 16 gevormde vlammen relatief laag blijven en goed uitbranden, vanwege de goede toevoer van secundaire verbrandingslucht.
In fig. 2 is de omtrek van de houtblokelementen 4, aangegeven.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van de getoonde brander wordt uitgegaan van de vorm van het branderoppervlak, of in dit geval.de twee deel- branderoppervlakken van de branderbakken ,10 en 11.
Op dit oppervlak worden de houtblokelementen 4 . geschikt in een voor een houtvuur gebruikelijke schikking.
Dit wil zeggen dat een aantal van de houtblokelementen met tussenruimtes verspreid@ over het branderoppervlak worden
<Desc/Clms Page number 5>
gelegd en dat andere houtblokelementen hier weer schuin worden opgelegd.
Bij houtvuur is het gebruikelijk om tussen de houtblokken voldoende ruimte vrij te laten voor een goede luchttoevoer.
Wanneer een esthetisch goede schikking van de houtblokelementen is verkregen wordt vervolgens bepaald waar de verschillende branderopeningen in de branderoppervlakken 16 aangebracht moeten worden. Zoals fig. 2 duidelijk laat zien worden de eerste branderposities bepaald zodanig dat deze grenzen aan de verticale projectie van de geschikte houtblokelementen. De verticale projectie is uiteraard de in fig. 2 in het platte vlak van het branderoppervlak getekende omtrek van,de houtblokelementen. Te zien is dat eerste branderposities, waar de grote, stervormige branderopeningen zijn aangebracht, telkens grenzen aan deze verticale projectie van de houtblokelementen. Hierdoor wordt bereikt dat de ruimte recht boven deze branderopeningen vrij is, dat wil zeggen dat zich daar geen belemmeringen, in de vorm van houtblokelementen bevinden.
Het uit de grote branderopeningen stromende gas kan hierdoor ongehinderd door houtblokelementen verbranden, zodat roetvorming wordt vermeden en aldus een hoog rendement' wordt bereikt. De eerste branderposities voor de grote in dit geval stervormige branders grenzen wel direct aan de omtrek van de houtblokelementen, waardoor de gevormde geel brandende vlammen wel langs de houtblokelementen lekken voor het verkrijgen van een natuurlijke aanblik.
Te zien is dat de grote branderopeningen uit een aantal stervormig gerangschikte sleuven zijn,gevormd.
Hierdoor wordt een goede toevoer van secundaire, lucht tot in het midden van de branderopening bereikt, hetgeen weerziet een goede verbranding leidt. De stervormige openingen kunnen al naar gelang de grootte' van de vlam bij deze
<Desc/Clms Page number 6>
uitvoeringsvorm uitgevoerd zijn als driepuntige ster 20, zespuntige ster 17 of twaalfpuntige ster 19. Aangegeven is dat de zespuntige grote branderopening 17 bijvoorbeeld grenst aan het zijvlak 18 van het daar gepositioneerde houtblokelement 4. De door de branderopening 17 gevormde vlam zal dan ook langs dit zijvlak 18 lekken.
Nadat de eerste branderposities voor de grote branderopeningen zijn bepaald, wordt het overige oppervlak van het branderoppervlak gelijkmatig voorzien van kleine branderopeningen, hier in de vorm van individuele sleuven 21.
De door deze kleine branderopeningen 21 gevormde vlammen zijn relatief laag en zullen zorgen voor een gloei-effect van op de branderoppervlakken aan te brengen korrels van brandvast materiaal, in'het bijzonder vermiculitekorrels. Al naar gelang de behoefte kan op de laag vermiculitekorrels, die overigens opgesloten worden door een opstaande rand aan de branderbakken 10, 11, voorzien worden van een laag vlokken van watten van brandvast materiaal, in het bijzonder van minerale wol of glaswol.
Opgemerkt wordt dat de hier getoonde en beschreven uitvoeringsvorm van de brander ter toelichting van de werkwijze volgens de uitvinding slechts een specifiek uitvoeringsvoorbeeld, is. Het gewenste gunstige'rendement van de met de werkwijze volgens de uitvinding te vervaardigen, brander kan worden verkregen met elke gewenste brandervorm en elke gewenste schikking of stapeling van houtblokelementen daarop...
<Desc / Clms Page number 1>
METHOD FOR MANUFACTURING A GAS BURNER, BURNER MANUFACTURED WITH THIS METHOD AND A STOVE PROVIDED FOR
The invention relates to a method for manufacturing a gas burner burning like a wood fire. Such gas burners are generally known and the method for manufacturing them comprises manufacturing a flat burner, and arranging wood block elements thereon in an arrangement usual for a wood fire. The plate burner is thereby designed such that long, yellow burning flames are formed, so that the assembly of gas burner with wood block elements placed thereon gives the appearance of a burning wood fire.
These known gas burners usually serve as an atmosphere-enhancing element in an interior. They are not usually intended as space heating.
Attempts have been made in the art to manufacture such a gas burner in such a way that it has a reasonable efficiency, so that a heater provided with such a burner can serve as space heating.
The method of the present invention is a further step in this direction of development.
According to the method as characterized in claim 1, a burner is obtained which can operate with a very high efficiency, an efficiency that is substantially the same or even better than conventional gas burners as used for space heating stoves.
It has been found that an important factor for achieving good efficiency is the complete burning of the yellow-burning flames. By letting the first burner positions border on the vertical projection of the suitable person
<Desc / Clms Page number 2>
wood block elements it is achieved that the large burner openings to be provided at these positions emit flames that can burn freely and are not impeded by wood block elements, thereby preventing soot formation. Moreover, by allowing the burner positions to border on the vertical projection of the wooden block elements, as a result of which these flames do leak along the wooden block elements, a natural appearance of the fire is obtained.
The small burner openings thereby form small flames, which mainly lead to the grains of refractory material. These glowing pellets on the one hand give a natural look like glowing charcoal and in the second place give off radiant heat with a high efficiency.
Thus, with the method according to the invention, a burner is obtained which has a high efficiency and at the same time can give a very good, natural resemblance to a burning wood fire.
The method according to claim 2 is preferably used. It has been found that the positioning of the burner openings listens very closely and by repeating the aforementioned steps E through I an optimization of the burner design can be achieved, whereby a maximum efficiency can be achieved. It has been found in practice that by applying this method a stove with burner with an efficiency of at least substantially 90% can be achieved.
The method according to claim 3 is preferably used. Door for the large burner openings. star-shaped. When using slots, a good mixing of the gas flowing out of the burner opening with secondary air is achieved, so that a good burning out of the flame can be achieved.
Suitable dimensions for the slots are characterized in claim 4. '
<Desc / Clms Page number 3>
For a further improvement of the natural appearance of the burner, the measure of claim 5 is preferably applied. The flakes of refractory cotton wool such as mineral wool start to glow when the burner is operating, which entails a further strengthening of the effect of burning charcoal.
The invention also relates to and provides a burner made by a method as described above.
The invention furthermore relates to and provides a stove which is provided with such a burner.
The invention will be further elucidated in the following description with reference to the accompanying figures.
Herein: Fig. 1 shows a view of a stove provided with a burner manufactured with the method according to the invention.
FIG. 2 is a partially schematic plan view of a burner surface with wood block elements indicated thereon in circumferential lines.
The stove 1 shown in fig. 1 is of the type that is built into a wall. The stove is provided with a mantle 2 and has a refractory window 3 on its front, through which the fire is visible.
The burner 5 used is of the type that burns like a wood fire. For this purpose a number of wooden block elements 4 are suitable on a plate-shaped burner to be described in more detail with reference to Fig. 2. These wooden block elements 4 are made of ceramic material and have the appearance of wooden blocks. Because the burner 5 is designed in such a way that it generates burning flames 7 which leak along the wooden block elements 4, the impression of a burning wood fire is obtained. Moreover, the burner 5 is embodied such that the burner bed is glowing granules 8
<Desc / Clms Page number 4>
contains, which give the impression of burning charcoal. The entire appearance therefore shows a very strong resemblance to wood fire.
The stove 1 is provided in the usual manner with heat dissipation means, such as a grate 6, through which heated air flows out through the combustion chamber. Of course, the heater 1 also emits radiant heat via the window 3.
FIG. 2 shows a top view of the burner 5 of the stove 1 shown in FIG. 1.
As shown, this burner 5 comprises two burner trays 10, 11 which define a gap 12 between them. The. burner trays are closed in a generally customary manner at their upper surface by a burner surface 16 and are fed at the bottom with a gas / air mixture which is formed in a venturi device 15 which is also known per se. two burner trays 10, 11 with an intermediate gap 12, and because secondary air can flow in along the circumference of both burner trays, it is achieved that the flames formed on the burner surfaces 16 remain relatively low and burn out well, because of the good supply of secondary combustion air.
Fig. 2 shows the circumference of the wooden block elements 4.
The method according to the invention for manufacturing the burner shown is based on the shape of the burner surface, or in this case the two partial burner surfaces of the burner trays, 10 and 11.
The wood block elements become 4 on this surface. suitable in a customary arrangement for a wood fire.
This means that a number of the wood block elements are spread over the burner surface at intervals
<Desc / Clms Page number 5>
laid and that other wooden block elements are laid at an angle again.
With a wood fire it is customary to leave enough space between the logs for a good air supply.
When an aesthetically good arrangement of the wooden block elements is obtained, it is then determined where the different burner openings must be made in the burner surfaces 16. As Fig. 2 clearly shows, the first burner positions are determined such that they are adjacent to the vertical projection of the suitable wooden block elements. The vertical projection is of course the circumference of the wood block elements shown in Fig. 2 in the flat surface of the burner surface. It can be seen that the first burner positions, where the large, star-shaped burner openings are arranged, always border on this vertical projection of the wooden block elements. This ensures that the space directly above these burner openings is free, that is to say that there are no obstacles in the form of wooden block elements.
The gas flowing out of the large burner openings can hereby be burned unhindered by wood block elements, so that soot formation is avoided and a high efficiency is thus achieved. The first burner positions for the large, in this case, star-shaped burners do, however, border directly on the circumference of the wood block elements, as a result of which the yellow burning flames do leak along the wood block elements in order to obtain a natural appearance.
It can be seen that the large burner openings are formed from a number of star-shaped slots.
As a result, a good supply of secondary air to the center of the burner opening is achieved, which again leads to a good combustion. The star-shaped openings can vary depending on the size of the flame
<Desc / Clms Page number 6>
In this embodiment the three-pointed star 20, six-pointed star 17 or twelve-pointed star 19. It is indicated that the six-pointed large burner opening 17 borders, for example, on the side surface 18 of the wooden block element 4 positioned there. 18 leaks.
After the first burner positions for the large burner openings have been determined, the remaining surface of the burner surface is uniformly provided with small burner openings, here in the form of individual slots 21.
The flames formed by these small burner openings 21 are relatively low and will provide a glowing effect of granules of refractory material to be applied to the burner surfaces, in particular vermiculite granules. Depending on the need, the layer of vermiculite granules, which are otherwise enclosed by a raised edge on the burner trays 10, 11, can be provided with a layer of flakes of cotton wool made of refractory material, in particular mineral wool or glass wool.
It is noted that the embodiment of the burner shown and described here for explaining the method according to the invention is only a specific exemplary embodiment. The desired favorable efficiency of the burner to be produced with the method according to the invention can be obtained with any desired burner shape and any desired arrangement or stacking of logs on it ...