<Desc/Clms Page number 1>
Perforator.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een perforator, meer speciaal voor het aanbrengen van gaatjes in bladen of bundels bladen uit papier, kunststoffolie, karton, of dergelijke.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een perforator van het type dat voorzien is van meerdere perforatiepennen voor het realiseren van gaatjes langs de rand van een bundel bladen.
Men kent reeds perforatoren die toelaten gaatjes aan te brengen in relatief dikke bundels bladen. Het is daarbij geweten dat hoe dikker de bundel is, hoe slechter de kwaliteit is van de perforaties in de onderste bladen van de bundel.
Een nadeel van zulke bekende perforatoren is dan ook dat de kwaliteit van de gaatjes of perforaties niet optimaal is doordat de perforaties in de bovenste en in de onderste bladen relatief grote afwijkingen vertonen.
Dit nadeel kan vermeden worden door de te perforeren bundel bladen op te delen in kleinere bundeltjes die vervolgens één na één voorzien worden van gaatjes, doch deze wijze van handelen is omslachtig.
Een andere oplossing bestaat erin de perforaties te verwezenlijken door te boren, hetgeen eveneens omslachtig
<Desc/Clms Page number 2>
is en bovendien in de praktijk beperkt is tot grootschalige industriële toepassingen.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe beoogt de uitvinding een perforator die een houder bevat voor de te perforeren bladen, waarbij deze houder voorzien is van meerdere vakken voor het invoeren van bundels bladen en waarbij de perforator minstens één reeks perforatiepennen bevat en waarbij de perforatiepennen van een reeks doorheen minstens één van de voornoemde vakken verplaatsbaar zijn.
Op deze wijze is het alsof de verscheidene dunne bundels geperforeerd worden door afzonderlijke klassieke perforatoren die gebruik maken van gemeenschappelijke perforatiepennen.
Een voordeel van het gebruik van zulke perforator volgens de uitvinding is dan ook dat, aangezien voor het perforeren uitgegaan wordt van dunnere bundels bladen, een betere en constante kwaliteit van de perforaties wordt verkregen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de afmetingen van de vakken zodanig gekozen dat slechts een beperkt aantal bladen, in ieder geval minder dan 50 bladen en bij voorkeur zelfs minder dan 20 bladen, in ieder vak kunnen ingevoerd worden, zodat de dikte van de te perforeren bundels in ieder vak beperkt is en men op deze
<Desc/Clms Page number 3>
manier verzekerd is van een perfecte kwaliteit van de perforaties.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een perforator volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 in perspectief een zicht weergeeft van een perforator volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1, doch tijdens het invoeren van te perforeren bundels bladen; figuur 3 een zicht weergeeft analoog aan dit van figuur 2, doch voor een andere stand; figuur 4 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3; figuren 5 en 6 twee uitvoeringsvarianten weergeven van figuur 3.
Een perforator volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een houder 1 voor de te perforeren bundels bladen 2, waarbij de houder 1 voorzien is van meerdere vakken 3 voor het invoeren van de bundels 2, en uit een reeks perforatiepennen 4 die axiaal verplaatsbaar zijn.
De voornoemde houder 1 bestaat in hoofdzaak uit een aantal plaatvormige steunen 5 die de voornoemde vakken 3 afbakenen en die op eenzelfde onderlinge afstand D boven elkaar zijn aangebracht.
<Desc/Clms Page number 4>
De steunen 5 zijn aan twee aanliggende randen onderling met elkaar verbonden door middel van haaks op elkaar staande verticale wanden, respectievelijk 6 en 7.
Aan de vrije randen 8 en 9 van de steunen 5 blijven de vakken 3 open, waarbij deze openingen tussen twee aangrenzende steunen 5 invoeropeningen 10 vormen waarlangs de bundels 2 in de vakken 3 kunnen geschoven worden.
De steunen 5 zijn zodanig gevormd dat hun vrije randen 8 trapsgewijs ten opzichte van elkaar verspringen, waarbij deze randen 8 onderaan voorzien zijn van een afronding 11 die het invoeren van de bundels 2 vergemakkelijkt.
Op een welbepaalde afstand van de wand 6 zijn in de steunen 5 op onderling gelijke afstanden verticale doorgangen 12 aangebracht, die samen verticale geleidingen vormen voor de perforatiepennen 4.
Deze perforatiepennen 4 zijn verticaal opgesteld tegenover de voornoemde doorgangen 12 in de houder 1 en zijn axiaal verschuifbaar aangebracht in een niet in de figuren weergegeven steun die bij voorkeur op de houder 1 is bevestigd.
Aan hun bovenste uiteinde zijn de perforatiepennen 4 voorzien van bedieningsmiddelen 13 die in de figuren slechts schematisch zijn weergegeven en die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een al dan niet manueel bediende
<Desc/Clms Page number 5>
hefboom, uit een hydraulische of pneumatische cilinder, of dergelijke.
Bij voorkeur zijn de perforatiepennen 4 verschillend van lengte zodat hun onderste vrije uiteinden 14 op een schuine of gebogen lijn gelegen zijn, waarbij deze lijn en hoek vormt met het bovenvlak van de steunen 5, wat echter niet uitsluit dat de perforatiepennen 4 allemaal even lang kunnen zijn, zodat de voornoemde vrije uiteinden 14 zich op eenzelfde horizontale lijn bevinden.
Desgevallend kan de perforator voorzien zijn van niet in de figuren weergegeven terugstelmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van één of meerdere veren, die de perforatiepennen 4, steeds omhoog trachten te verplaatsen naar een ruststand waarbij deze perforatiepennen 4 volledig uit de vakken 3 verwijderd zijn.
Het gebruik en de werking van de perforator volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.
Uitgaande van de voornoemde ruststand worden, zoals weergegeven in figuur 2, de te perforeren afzonderlijke bundels bladen 2 via de invoeropeningen 10 in de vakken 3 geschoven.
Het invoeren van de bladen 2 wordt daarbij vergemakkelijkt doordat, enerzijds, de invoeropeningen 10, door toedoen van de geleiding 11, naar binnen vernauwend toelopen, en, anderzijds, doordat de houder 1 trapsgewijs is uitgevoerd, zodat de bundels 2 met een rand op een uitstekend gedeelte
<Desc/Clms Page number 6>
van een steun 5 kunnen gelegd worden om vervolgens de bladen op deze steun 5 in het bovenliggend vak 3 te kunnen schuiven.
Om de bundels 2 op de juiste manier te positioneren ten opzichte van de perforatiepennen 4, worden de bladen tegen de aanslagvormende wanden 6 en 7 aangedrukt.
De afmetingen van de houder 1 zijn bij voorkeur zodanig gekozen dat de bundels 2 gedeeltelijk uit de houder 1 steken, zodat ze gemakkelijk tegen de wanden 6 en 7 kunnen aangedrukt worden en dat ze ook gemakkelijk kunnen vastgenomen worden om ze na het perforeren terug uit de houder 1 te kunnen nemen.
De perforatiepennen 4 worden na het invoeren van de bundels 2 door middel van de bedieningsmiddelen 13 naar beneden geduwd, waarbij de uiteinden 14 van de perforatiepennen 4 eerst door de bovenste bladen in het bovenste vak 3 worden gedrukt.
Doordat de uiteinden 14 bij voorkeur schuin zijn opgesteld ten opzichte van de bundels 2, worden de perforatiepennen 4, bij het aanzetten van het perforeren, slecht één na één in de bundel 2 gedrukt, waardoor de kracht die hiervoor nodig is beduidend kleiner is dan wanneer alle perforatiepennen 4 gelijktijdig door de bovenste bundel 2 zouden moeten worden geduwd.
Bij het verder induwen van de perforatiepennen 4, worden de onderliggende bundels 2 achtereenvolgens geperforeerd,
<Desc/Clms Page number 7>
waarbij, zoals weergegeven in de figuren 3 en 4, de perforatiepennen 4 de uitgedrukte delen 15 van de bladen 2 voor zich uitduwen en samenpersen tot harde kernen die door de perforatiepennen 4 doorheen de volgende bundels 2 worden gedrukt.
Op deze manier worden de bladen 2 achtereenvolgens in de opeenvolgende daaronder gelegen vakken 3 geperforeerd.
De uitgedrukte delen 15 worden door de perforatiepennen 4 langs de onderste doorgangen 12 in de onderste steun 5 uit de houder 1 geduwd en worden bijvoorbeeld opgevangen in een niet weergegeven afvalbak.
Bij voorkeur wordt de afmeting D van de vakken 3 beperkt, zodat slechts een beperkt aantal bladen 2 in ieder vak 3 kan aangebracht worden. In de praktijk zal deze afmeting D niet groter zijn dan 5 millimeter en bij voorkeur zelfs kleiner dan 3 millimeter. De verscheidene vakken kunnen mogelijks een verschillende afmeting D bezitten, zodat zij een verschillend aantal bladen kunnen bevatten.
Het is duidelijk dat, in functie van de gewenste vorm van de gaatjes in de bundels, de perforatiepennen 4 en de doorgangen 12 in doorsnede om het even welke vorm, zoals een cirkel, een vierkant, een driehoek of dergelijke, kunnen vertonen.
In figuur 5 is een variante weergegeven van een perforator die eveneens, zoals bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm voorzien is meerdere vakken 3 voor het
<Desc/Clms Page number 8>
invoeren van bundels 2, maar waarbij voor ieder vak 3 een afzonderlijke reeks perforatiepennen 4 is voorzien.
De aanslagvormende wand 6 wordt in dit geval gevormd doordat elk vak 3 voorzien is van een aanslagvormend wandgedeelte 17, waarbij deze wandgedeelten 17 trapsgewijs ten opzichte van elkaar verspringen, een en ander zodanig dat de in de vakken 3 aangebrachte bundels 2 enigzins in horizontale richting ten opzichte van elkaar verschoven zijn.
Op zekere afstand van de voornoemde wandgedeelten 17 van elk vak 3 zijn in de houder 1, boven het betreffende vak 3, de verticale doorgangen 12 voorzien die een geleiding vormen voor de perforatiepennen 4.
In iedere plaatvormige steun 5 onder een vak 3 is tegenover de overeenstemmende doorgangen 12 van het betreffende vak 3 een opvangruimte 18 voorzien voor de uitgedrukte papierdeeltjes. Deze opvangruimten 18 zijn bij voorkeur aan één uiteinde voorzien van een niet in de figuren weergegeven wegneembaar deksel, zodanig de opvangruimten gemakkelijk kunnen geledigd worden.
De perforatiepennen 4 zijn axiaal verschuifbaar aangebracht in de voornoemde doorgangen 12 en worden bediend worden door bedieningsmiddelen 13 in de vorm van een gemeenschappelijke hefboom.
<Desc/Clms Page number 9>
De lengte van de perforatiepennen 4 is zodanig gekozen dat de verscheidene bundels gelijktijdig geperforeerd worden in één enkele beweging.
Voor de geleiding van de bundels 2 in de vakken 3 zijn in dit geval de tussenliggende steunen (5) aan een bovenrand afgeschuind.
In figuur 6 is een perforator weergegeven die gelijkaardig is aan deze van figuur 5, doch waarbij de lengte van de perforatiepennen 4 van elke reeks 17 zodanig is uitgevoerd dat de bundels 2 achtereenvolgens één voor één geperforeerd worden, zodat de kracht die nodig is om de bedieningshefboom naar beneden te verplaatsen kleiner is dan in het geval van de vorige uitvoeringsvormen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een perforator volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Hole puncher.
The present invention relates to a perforator, more particularly for making holes in sheets or bundles of sheets from paper, plastic film, cardboard, or the like.
More specifically, the invention relates to a perforator of the type which is provided with a plurality of perforation pins for realizing holes along the edge of a bundle of blades.
It is already known that perforators allow holes to be made in relatively thick bundles of sheets. It is known that the thicker the bundle, the poorer the quality of the perforations in the lower sheets of the bundle.
A drawback of such known perforators is therefore that the quality of the holes or perforations is not optimal because the perforations in the upper and in the lower blades have relatively large deviations.
This disadvantage can be avoided by dividing the bundle of sheets to be perforated into smaller bundles which are subsequently provided with holes one after the other, but this method is cumbersome.
Another solution is to realize the perforations by drilling, which is also cumbersome
<Desc / Clms Page number 2>
and is also limited in practice to large-scale industrial applications.
The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned and other disadvantages.
To this end, the invention contemplates a perforator comprising a holder for the sheets to be perforated, wherein this holder is provided with a plurality of compartments for feeding bundles of sheets and wherein the perforator comprises at least one series of perforation pins and wherein the perforation pins of a series pass through at least one of the aforementioned compartments are movable.
In this way it is as if the various thin bundles are being perforated by separate conventional perforators that use common perforation pins.
An advantage of the use of such a perforator according to the invention is therefore that, since perforating is based on thinner bundles of blades, a better and constant quality of the perforations is obtained.
According to a preferred embodiment the dimensions of the compartments are chosen such that only a limited number of sheets, in any case fewer than 50 sheets and preferably even fewer than 20 sheets, can be introduced into each box, so that the thickness of the bundles to be perforated is limited in every subject and one on this
<Desc / Clms Page number 3>
is assured of a perfect quality of the perforations.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a preferred embodiment of a perforator according to the invention is described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 shows a perspective view of a perforator according to the invention; figure 2 represents a cross-section according to line II-II in figure 1, but during the introduction of bundles of sheets to be perforated; figure 3 represents a view analogous to that of figure 2, but for a different position; figure 4 represents a cross-section on a larger scale according to line IV-IV in figure 3; figures 5 and 6 show two embodiments of figure 3.
A perforator according to the invention consists essentially of a holder 1 for the bundles of sheets 2 to be perforated, the holder 1 being provided with a plurality of compartments 3 for feeding in the bundles 2, and a series of perforation pins 4 which are axially displaceable.
The above-mentioned holder 1 consists essentially of a number of plate-shaped supports 5 which define the above-mentioned compartments 3 and which are arranged above each other at the same mutual distance D.
<Desc / Clms Page number 4>
The supports 5 are mutually connected at two adjacent edges by means of vertical walls, which are perpendicular to each other, 6 and 7 respectively.
At the free edges 8 and 9 of the supports 5, the compartments 3 remain open, wherein these openings form input openings 10 between two adjacent supports 5 along which the bundles 2 can be slid into the compartments 3.
The supports 5 are shaped such that their free edges 8 are staggered relative to each other, these edges 8 being provided at the bottom with a rounding 11 which facilitates the introduction of the bundles 2.
At a certain distance from the wall 6, vertical passages 12 are provided in the supports 5 at mutually equal distances, which passages together form vertical guides for the perforating pins 4.
These perforation pins 4 are arranged vertically opposite the aforementioned passages 12 in the holder 1 and are arranged axially slidably in a support (not shown in the figures) which is preferably mounted on the holder 1.
At their upper end the perforation pins 4 are provided with operating means 13 which are only shown diagrammatically in the figures and which may, for example, consist of a manually or non-manually operated
<Desc / Clms Page number 5>
lever, from a hydraulic or pneumatic cylinder, or the like.
The perforation pins 4 are preferably different in length so that their lower free ends 14 are situated on an oblique or curved line, this line forming an angle with the upper surface of the supports 5, which, however, does not exclude that the perforation pins 4 can all be of the same length so that the aforementioned free ends 14 are on the same horizontal line.
If necessary, the perforator can be provided with resetting means, not shown in the figures, for instance in the form of one or more springs, which always try to move the perforation pins 4 upwards to a rest position in which these perforation pins 4 are completely removed from the compartments 3.
The use and operation of the perforator according to the invention is very simple and as follows.
Starting from the aforementioned rest position, as shown in Figure 2, the individual bundles of sheets 2 to be perforated are inserted into the compartments 3 via the input openings 10.
The insertion of the sheets 2 is thereby facilitated in that, on the one hand, the insertion openings 10, narrowed inwardly through the guide 11, and, on the other hand, in that the holder 1 is made stepwise, so that the bundles 2 with an edge are excellent part
<Desc / Clms Page number 6>
of a support 5 can be laid in order to subsequently be able to slide the blades on this support 5 into the upper compartment 3.
In order to correctly position the bundles 2 with respect to the perforating pins 4, the blades are pressed against the stop-forming walls 6 and 7.
The dimensions of the holder 1 are preferably chosen such that the bundles 2 partially protrude from the holder 1, so that they can easily be pressed against the walls 6 and 7 and that they can also be easily taken to remove them from the to take holder 1.
After the bundles 2 have been introduced, the perforating pins 4 are pushed downwards by means of the operating means 13, the ends 14 of the perforating pins 4 being first pressed by the upper blades into the upper compartment 3.
Because the ends 14 are preferably arranged obliquely with respect to the bundles 2, when the perforation is started, the perforation pins 4 are pressed into the bundle 2 only one after the other, so that the force required for this is considerably smaller than when all perforation pins 4 should be pushed simultaneously through the upper bundle 2.
As the perforation pins 4 are pushed in further, the underlying bundles 2 are successively perforated,
<Desc / Clms Page number 7>
wherein, as shown in Figs. 3 and 4, the perforating pins 4 push the pressed parts 15 of the blades 2 in front of them and compress them into hard cores which are pressed through the perforating pins 4 through the following bundles 2.
In this way the blades 2 are successively perforated in the successive compartments 3 below.
The pressed parts 15 are pushed out of the holder 1 through the perforation pins 4 along the lower passages 12 in the lower support 5 and are collected, for example, in a waste bin (not shown).
The size D of the compartments 3 is preferably limited, so that only a limited number of sheets 2 can be provided in each compartment 3. In practice, this dimension D will not be larger than 5 millimeters and preferably even smaller than 3 millimeters. The various compartments may possibly have a different size D, so that they may contain a different number of sheets.
It is clear that, depending on the desired shape of the holes in the bundles, the perforation pins 4 and the passages 12 can show in cross-section any shape, such as a circle, a square, a triangle or the like.
Figure 5 shows a variant of a perforator which, as in the embodiment described above, also has several compartments 3 for it
<Desc / Clms Page number 8>
feeding bundles 2, but with a separate series of perforation pins 4 being provided for each compartment 3.
The stop-forming wall 6 is formed in this case in that each compartment 3 is provided with a stop-forming wall portion 17, wherein these wall portions 17 are staggered with respect to one another, all such that the bundles 2 arranged in the compartments 3 are slightly in horizontal direction. have shifted in relation to each other.
At a certain distance from the aforementioned wall portions 17 of each compartment 3, in the holder 1, above the relevant compartment 3, the vertical passages 12 are provided which form a guide for the perforating pins 4.
In each plate-shaped support 5 under a compartment 3, opposite to the corresponding passages 12 of the respective compartment 3, a receiving space 18 is provided for the pressed paper particles. These receiving spaces 18 are preferably provided at one end with a removable lid that is not shown in the figures, so that the receiving spaces can be emptied easily.
The perforation pins 4 are axially slidably arranged in the aforementioned passages 12 and are operated by operating means 13 in the form of a common lever.
<Desc / Clms Page number 9>
The length of the perforation pins 4 is chosen such that the various bundles are perforated simultaneously in a single movement.
For the guidance of the bundles 2 in the compartments 3, the intermediate supports (5) in this case are chamfered at an upper edge.
Fig. 6 shows a perforator that is similar to that of Fig. 5, but wherein the length of the perforation pins 4 of each series 17 is designed such that the bundles 2 are successively perforated one by one, so that the force required to control lever downward is smaller than in the case of the previous embodiments.
The present invention is by no means limited to the embodiment described by way of example and shown in the figures, but a perforator according to the invention can be realized in all shapes and dimensions without departing from the scope of the invention.