<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het uitstallen van een brilmontuur.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitstallen van een brilmontuur, bijvoorbeeld in een optiekzaak of dergelijke.
Het is bekend dat voor het uitstallen van een brilmontuur, gebruik kan worden gemaakt van een houder, die aan een wand of dergelijke wordt bevestigd, en waarop het brilmontuur kan worden aangebracht.
Een nadeel van de klassiek aangewende houders bestaat erin dat de brilmonturen eenvoudig hiervan kunnen worden weggenomen, waardoor de brilmonturen zowel door gauwdieven, die tijdens de openingsuren optreden, als door inbrekers, meer speciaal ramkrakers, die slechts enkele minuten de tijd hebben om een ganse winkel leeg te roven, in een korte tijd kunnen worden ontvreemd.
Om het voornoemde tegen te gaan, werden reeds beveiligingssystemen ontwikkeld, waardoor in een vrij complexe inrichting meerdere brilmonturen gelijktijdig worden vastgehouden, en deze uitsluitend kunnen worden weggenomen door de inrichting te ontgrendelen. Een nadeel van deze bekende inrichting bestaat erin dat alle brilmonturen in de inrichting tegelijk vergrendeld en ontgrendeld worden, waardoor, wanneer een brilmontuur wordt weggenomen, en men vergeet de inrichting terug in vergrendelde toestand te brengen, alle andere brilmonturen vlot toegankelijk blijven. Bovendien zijn dergelijke inrichtingen vrij complex en laten zij geen individuele uitstalling van brilmonturen toe, waardoor creatieve mogelijkheden voor het op verschillende wijzen uitstallen
<Desc/Clms Page number 2>
van de respectievelijke brilmonturen onmogelijk kunnen worden toegepast.
De uitvinding beoogt een inrichting voor het uitstallen van brilmonturen, en eventueel brillen, die de voornoemde nadelen niet vertoont. Meer speciaal beoogt zij een inrichting die constructief weinig complex is, gemakkelijk hanteerbaar is en die een individuele uitstalling van brilmonturen toelaat.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het uitstallen van een brilmontuur, die een houder voor een brilmontuur bevat, met als kenmerk dat deze inrichting tevens individuele weerhoudingsmiddelen bevat, met andere woorden weerhoudingsmiddelen die bij het gebruik van de inrichting op een onafhankelijk wijze met slechts een brilmontuur samenwerken. Doordat de weerhoudingsmiddelen individueel zijn uitgevoerd, kunnen zij per brilmontuur afzonderlijk worden gehanteerd en wordt ook een individuele beveiliging verkregen.
Bij voorkeur omvatten de weerhoudingsmiddelen minstens een element dat het neusstuk van een brilmontuur kan omgeven en/of insluiten. Dit heeft als voordeel dat zulk weerhoudingsmiddel relatief klein en weinig complex kan worden uitgevoerd. Bovendien werkt het dan weinig storend op het uitzicht van de inrichting.
In een praktische uitvoeringsvorm is het voornoemde element beugelvormig uitgevoerd, meer speciaal in de vorm van een sluitring en het brilmontuur.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de weerhoudingsmiddelen, meer speciaal het voornoemd element,
<Desc/Clms Page number 3>
beweegbaar, zulks tussen een open en gesloten positie.
Doordat zodoende een element voorhanden is dat eerst moet worden geopend vooraleer het brilmontuur kan worden verwijderd, vergt het wegnemen van een brilmontuur een extra handeling, hetgeen gauwdieven en inbrekers die vlug willen handelen, afschrikt.
Verder geniet het de voorkeur dat de houder een naar voren gericht uiteinde vertoont en dat het voornoemd element scharnierbaar aan het naar voren gericht uiteinde is aangebracht, waarbij dit element zieh in gebruikspositie vanaf een aan de houder gevormd scharnierpunt naar achteren uitstrekt. Hierdoor bevindt het voornoemd element zieh voor het neusstuk van een door de houder gedragen brilmontuur, hetgeen het vlug wegnemen van dit laatste nog extra bemoeilijkt.
Tevens geniet het de voorkeur dat tussen het voornoemd element en de houder vergrendelingsmiddelen aanwezig zijn, meer speciaal in elkaar of achter elkaar vastklikbare vergrendelingsdelen. Zulke vergrendelingsmiddelen vergen dat het openen van de weerhoudingsmiddelen met beide handen dient te gebeuren, en tegelijk enige handigheid en omzichtigheid vergt waardoor dieven, in het bijzonder gauwdieven, worden weerhouden om zulke monturen mee te nemen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 1 in perspectief een inrichting volgens de ultvinding weergeeft ; figuur 2 de inrichting van figuur 1 tijdens het gebruik weergeeft ; figuur 3 op een grotere schaal een zieht weergeeft volgens lijn III-III in figuur 1 ; figuur 4 het gedeelte van figuur 3 in doorgesneden toestand weergeeft ; figuren 5,6 en 7 zichten weergeven analoog aan dit van figuur 4, doch voor drie andere toestanden ; figuur 8 een variante van de inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 9 een zieht weergeeft analoog aan dat van figuur 3 voor een variante van de uitvinding ;
figuur 10 een zieht weergeeft gelijkaardig aan dat van figuur 4, doch voor een variante ; figuur 11 het gedeelte van figuur 10 in geopende toestand weergeeft ; figuur 12 een zieht weergeeft volgens pijl F12 in figuur 11, doch uitsluitend van de houder zelf ; figuur 13 een zijaanzicht weergeeft van het beugelvormig element van figuren 10 en 11, in afzonderlijke toestand.
Zoals weergegeven in figuren 1 en 2, heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het uitstallen van een brilmontuur 2, of eventueel ook een volledige bril.
De inrichting 1 bestaat hoofdzakelijk uit een houder 3 voor het brilmontuur 2 en is volgens de uitvinding voorzien van individuele weerhoudingsmiddelen 4, met andere woorden, weerhoudingsmiddelen die, bij het gebruik van de inrichting 1, op een onafhankelijk wijze met slechts een brilmontuur 2 kunnen samenwerken.
<Desc/Clms Page number 5>
De weerhoudingsmiddelen 4 bestaan hoofdzakelijk uit een element 5, in dit geval een beugelvormig element, dat het neusstuk 6 van een door de houder 3 gedragen brilmontuur 2 kan omgeven, zoals duidelijk weergegeven in de figuren 2 tot 4.
Het element 5 strekt zieh in gebruikstoestand uit over een steungedeelte 7 van de houder 3 waarop het brilmontuur 2 met het neusstuk 6 kan worden opgelegd. Dit steungedeelte 7 bevindt zieh, zoals weergegeven, bij voorkeur aan het voorste uiteinde van de houder 3.
Het element 5 is, zoals weergegeven, bij voorkeur beweegbaar tussen een open en gesloten positie. Figuren 1 tot 4 geven de gesloten toestand weer. Figuur 5 geeft een tussentoestand weer en figuur 6 geeft de geopende toestand weer.
Het beugelvormig element 5 is hierbij zodanig aan de houder 3 bevestigd dat het geopend kan worden, door het naar voren te wentelen, terwijl door het naar achteren te wentelen terug kan gesloten worden. Hiertoe is het element 5 door middel van een scharnier 8 aan het naar voren gerichte uiteinde 9 van de houder 3 bevestigd en strekt zieh in gebruikspositie boogvormig naar achteren uit.
Het element 5 zit met zijn voorste uiteinde 10 gevat in een gleuf 11 die zieh doorheen het kopse voorste uiteinde 9 van de houder 3 uitstrekt. De scharnier 8 wordt gevormd door een asje 12 dat zieh doorheen de uiteinden 9 en 10 uitstrekt.
Zoals weergegeven in de geopende toestand van figuur 6, zijn de weerhoudingsmiddelen 4 voorzien van aanslagvormende
<Desc/Clms Page number 6>
middelen 13 die de opengaande beweging van het element 5 begrenzen, in een zodanige positie dat dit element 5 zieh nog minstens gedeeltelijk voor het neusstuk 6 van een in de inrichting 1 aanwezig brilmontuur 2 bevindt. De aanslagvormende middelen 13 bestaan in dit geval uit een gedeelte 14 van het element 5 dat bij het openen van het element 5 contact maakt met de bodem 15 van de gleuf 11.
In het weergegeven voorbeeld is het geheel eveneens uitgerust met vergrendelingsmiddelen 16 die toelaten dat het element 5 in gesloten toestand aan de houder 3 kan worden vergrendeld.
Deze vergrendelingsmiddelen 16 bevinden zieh aan het vrije uiteinde 17 van het beugelvormige element 5 en bestaan uit in elkaar of achter elkaar vastklikbare vergrendelingsdelen, respectievelijk een vergrendelingsdeel 18 aan het uiteinde 17 van het element 5 en een vergrendelingsdeel 19 aan de houder 3.
Hierbij is het uiteinde 17 zodanig uitgevoerd dat het doorheen een opening 20 in de houder 3 past, en zodoende daarin met behulp van de voornoemde vergrendelingsdelen 18-19 kan worden vastgeklikt. Meer speciaal bestaat het vergrendelingsdeel 18 uit een aan het uiteinde 17 gevormde uitsparing, die kan samenwerken met het voornoemde vergrendelingsdeel 19, dat eenvoudig gevormd wordt door de rand van de opening 20.
Om het noodzakelijke klikeffect te verkrijgen, is het beugelvormig element 5 elastisch samendrukbaar uitgevoerd en biedt de opening 20, wanneer het uiteinde 17 zieh hierin bevindt, een bepaalde speling S. Deze speling S, die is aangeduid in figuur 4, wordt bepaald door de afstand tussen
<Desc/Clms Page number 7>
de binnenzijde van het beugelvormig element 5 en de rand 21 van de opening 20. De opening 20 vertoont hierbij zodanig afmetingen dat de rand 21 als een aanslagvlak fungeert dat de samendrukbaarheid van het element 5, bij het elastisch verbuigen ervan om de klikverbinding te verbreken, beperkt.
Verder vertoont het element 5 een afschuining 22, waarvan de bedoeling uit de verdere beschrijving zal duidelijk worden.
De voornoemde houder 3 kan in wezen in alle andere vormen worden uitgevoerd, doch bestaat, zoals weergegeven, bij voorkeur minstens uit een naar voren gericht gedeelte 23 in de vorm van een staafje of buisje, waarbij de voornoemde weerhoudingsmiddelen 4 zieh aan het voorste uiteinde hiervan bevinden. Verder bevat de houder 3 aan weerszijden van het gedeelte 23 gesitueerde steunen 24-25 voor de oren 26-27 van een door de houder 3 gedragen brilmontuur 2.
In de uitvoeringsvorm van de figuren 1 en 2 is de houder 3 voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van een insteekgedeelte 28, waarmee de houder 3 passend in een daartoe voorziene structuur, zoals een wandrek 29 dat bijvoorbeeld is voorzien van openingen 30, kan worden vastgestoken. In een praktische uitvoeringsvorm bestaat dit insteekgedeelte 28, zoals weergegeven, uit een vorkvormig deel, zodat na het aanbrengen van de houder 3 in twee respectievelijke openingen 30, de rotatie van de houder 3 uitgesloten is.
Uiteraard zijn andere vormen van bevestigingsmiddelen mogelijk. Ook kan gebruik worden gemaakt van steunmiddelen die toelaten om de houder 3 eenvoudig op een steunvlak te
<Desc/Clms Page number 8>
stellen, bijvoorbeeld steunmiddelen in de vorm van een sokkel 31, zoals afgebeeld in figuur 8.
De werking en het gebruik van de inrichting 1 kan eenvoudig uit de figuren 2 tot 7 worden afgeleid. Tijdens het gebruik rust het brilmontuur 2 met het neusstuk 6 op het steungedeelte 7, terwijl de oren 26-27 op de steunen 24 en 25 rusten. Het beugelvormig element 5 bevindt zich hierbij in gesloten positie rond het neusstuk 6.
Om het brilmontuur 2 weg te nemen van de houder 3, dient eerst, zoals weergegeven in figuur 5, een drukkracht F op het uiteinde 17 van het element 5 te worden uitgeoefend, waardoor dit element 5 gevormd wordt en de vergrendeling met de houder 3 verbroken wordt. Door gelijktijdig het uiteinde 17 opwaarts te drukken en het element 5 rond zijn scharnierpunt te wentelen, kan dit verdraaid worden tot in de toestand van figuur 6, waarna het brilmontuur 2 vrij van de houder 3 kan worden weggenomen.
Het is duidelijk dat dit een handeling is die enige handigheid en omzichtigheid vergt, waardoor een beveiliging tegen gauwdieven wordt geboden. Zelfs in de geopende toestand van figuur 6 dient het brilmontuur 2 nog met een boog rond het nog steeds omhoog gerichte element 5 te worden bewogen, om dit weg te nemen, hetgeen het nogmaals extra bemoeilijkt om het brilmontuur 2 in een vlugge beweging weg te nemen.
Om het element 5 te sluiten, dient dit eenvoudig met een bepaalde kracht terug naar beneden te worden gewenteld.
Dankzij de afschuining 22 glijdt het element 5 zoals weergegeven in figuur 7 met zijn uiteinde 17 automatisch langs het vergrendelingsdeel 19 in de opening 20, tot dat
<Desc/Clms Page number 9>
het vergrendelingsdeel 18 rond het vergrendelingsdeel 19 vastklikt.
In figuur 9 is nog een variante weergegeven waarbij de weerhoudingsmiddelen 4 bestaan uit een gedeelte 32 waaruit een brilmontuur 2 uitsluitend door een welbepaalde beweging kan worden weggenomen, meer speciaal een gedeelte 32 in de vorm van een labyrinth of dergelijke, hetgeen eveneens het vlug wegnemen van een brilmontuur 2 tegenwerkt.
Het is duidelijk dat zulke weerhoudingsmiddelen nog andere vormen kunnen vertonen. Zo bijvoorbeeld kan in een variante, in de plaats van een wentelbaar beugelvormig element 5 ook gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld een tegen de kracht van een veer in verschuifbaar element dat in rusttoestand een zitting voor bijvoorbeeld het neusstuk van een brilmontuur afsluit.
Figuren 10 tot 13 geven nog een variante weer waarbij, evenals in de figuren 1 tot 7, gebruik wordt gemaakt van een beugelvormig element 5.
Het bijzondere van deze uitvoeringsvorm bestaat erin dat de scharnier 8 wordt gevormd door middel van scharnierend met elkaar samenwerkende delen 33 en 34 die eendelig met de houder 3 en het beugelvormig element 5 zijn uitgevoerd, waarbij deze, zoals weergegeven, bij voorkeur aan elkaar kunnen worden vastgeklikt.
Het deel 33 bestaat in het weergegeven voorbeeld uit een brugvormig materiaalgedeelte dat verkregen is doordat langs een zijde een gleuf 35 en langs de andere zijde een opening 36 in het uiteinde van de houder 3 is aangebracht, zoals duidelijk zichtbaar in figuur 12. Het deel 34 bestaat uit
<Desc/Clms Page number 10>
een haakvormig gedeelte dat aan het voorste uiteinde van het beugelvormig element 5 is gevormd. Dit deel 34 vertoont hierbij een zodanige vormgeving dat het element 5 met dit deel 34 rond het deel 33 kan worden gemonteerd, door het deel 34 een weinig elastisch open te buigen. Eens dat het haakvormig deel 34 rond het deel 33 is aangebracht, komt dit terug in zijn oorspronkelijke positie, waardoor het beugelvormig element 5 scharnierend aan de houder 3 komt vast te zitten.
Hierdoor wordt een scharnierverbinding verkregen die geen afzonderlijke onderdelen, zoals het voornoemde asje 12, vergt, hetgeen toelaat dat de inrichting eenvoudiger en met een aanzienlijk kortere montagetijd kan worden verwezenlijkt, waardoor de kostprijs beperkt blijft.
Opgemerkt wordt dat het haakvormig deel 34 bij voorkeur naar binnen gebogen is. De vergrendelingsdelen 18-19 bevinden zieh in zulk geval bij voorkeur aan de binnenzijde van het beugelvormig element 5, zulks om te verkrijgen dat bij het openen van het element 5 en het daarbij uitoefenen van een kracht F, het vrije uiteinde van het haakvormig deel 34 onbelast blijft. Een regelmatige belasting van het haakvormig deel 34 zou er immers in kunnen resulteren dat dit deel 34 verzwakt en na verloop van tijd het beugelvormig element 5 uit zichzelf kan loskomen.
Uiteraard kan zulke scharnier met in elkaar passende delen 33-34 ook worden aangewend in combinatie met weerhoudingsmiddelen van een andere vorm dan een beugel.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het
<Desc/Clms Page number 11>
uitstallen van brilmonturen of brillen, kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for displaying a spectacle frame.
This invention relates to a device for displaying a spectacle frame, for example in an optics store or the like.
It is known that for displaying a spectacle frame, use can be made of a holder which is attached to a wall or the like and on which the spectacle frame can be mounted.
A disadvantage of the traditionally used holders is that the spectacle frames can easily be removed therefrom, as a result of which the spectacle frames are used both by thieves that occur during opening hours, and by burglars, more specifically ram raiders, who have only a few minutes to complete an entire shop can be stolen in a short time.
To combat the aforementioned, security systems have already been developed, whereby several spectacle frames are held simultaneously in a fairly complex device, and these can only be removed by unlocking the device. A drawback of this known device consists in that all spectacle frames in the device are locked and unlocked simultaneously, so that when one spectacle frame is removed and one forgets to return the device to the locked state, all other spectacle frames remain easily accessible. Moreover, such devices are quite complex and do not allow individual display of spectacle frames, thereby allowing creative possibilities for displaying in different ways
<Desc / Clms Page number 2>
of the respective spectacle frames cannot be used.
The object of the invention is to provide a device for displaying spectacle frames, and possibly spectacles, which does not have the aforementioned disadvantages. More specifically, it contemplates a device which is structurally uncomplicated, easy to handle and which allows an individual display of spectacle frames.
To this end the invention relates to a device for displaying a spectacle frame, which comprises a holder for a spectacle frame, characterized in that this device also contains individual restraining means, in other words restraining means which, when using the device, are used in an independent manner with only one glasses frame work together. Because the restraining means are of individual design, they can be handled separately per spectacle frame and individual protection is also obtained.
The restraining means preferably comprise at least one element which can surround and / or enclose the nose piece of a spectacle frame. This has the advantage that such restraint means can be of relatively small and little complexity. Moreover, it then has little disruptive effect on the appearance of the device.
In a practical embodiment, the aforementioned element is of a bow-shaped design, more particularly in the form of a washer and the spectacle frame.
In the most preferred embodiment, the restraining means, more particularly the aforementioned element, are
<Desc / Clms Page number 3>
movable between an open and closed position.
Because an element is thus available that must first be opened before the spectacle frame can be removed, the removal of a spectacle frame requires an additional operation, which deters quickly thieves and burglars who want to act quickly.
It is further preferred that the holder has a forward-facing end and that the aforementioned element is hingedly arranged at the forward-facing end, wherein this element extends rearwardly from a pivot point formed on the holder in the position of use. As a result, the aforementioned element is situated in front of the nose piece of a spectacle frame carried by the holder, which further complicates the rapid removal of the latter.
It is also preferable that locking means are present between the aforementioned element and the holder, more particularly locking parts that lock into each other or behind each other. Such locking means require that the restraining means be opened with both hands, and at the same time requires some dexterity and caution, preventing thieves, especially thieves, from carrying such frames.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a few preferred embodiments are described below as an example without any limiting character with reference to the accompanying drawings, in which:
<Desc / Clms Page number 4>
figure 1 represents a device according to the invention in perspective; figure 2 represents the device of figure 1 during use; figure 3 represents a larger-scale view according to line III-III in figure 1; figure 4 represents the part of figure 3 in a cut-through state; Figures 5, 6 and 7 represent views analogous to those of Figure 4, but for three other states; figure 8 represents a variant of the device according to the invention; figure 9 represents a view analogous to that of figure 3 for a variant of the invention;
figure 10 represents a view similar to that of figure 4, but for a variant; Figure 11 shows the portion of Figure 10 in the open state; figure 12 represents a view according to arrow F12 in figure 11, but only of the holder itself; Figure 13 shows a side view of the bow-shaped element of Figures 10 and 11, in a separate state.
As shown in figures 1 and 2, the invention relates to a device 1 for displaying a spectacle frame 2, or possibly also a complete spectacle.
The device 1 mainly consists of a holder 3 for the spectacle frame 2 and according to the invention is provided with individual restraining means 4, in other words restraining means which, when using the device 1, can independently cooperate with only a spectacle frame 2 .
<Desc / Clms Page number 5>
The restraining means 4 mainly consist of an element 5, in this case a bracket-shaped element, which can surround the nose piece 6 of a spectacle frame 2 carried by the holder 3, as clearly shown in Figs. 2 to 4.
The element 5 extends in the position of use over a support part 7 of the holder 3 on which the spectacle frame 2 with the nose piece 6 can be placed. This support portion 7 is, as shown, preferably located at the front end of the holder 3.
The element 5 is, as shown, preferably movable between an open and closed position. Figures 1 to 4 show the closed state. Figure 5 shows an intermediate state and Figure 6 shows the opened state.
The bracket-shaped element 5 is hereby attached to the holder 3 in such a way that it can be opened by rotating it forwards, while by turning it backwards it can be closed again. To this end, the element 5 is attached by means of a hinge 8 to the forward-facing end 9 of the holder 3 and, in the position of use, it extends arcuately to the rear.
With its front end 10, the element 5 is contained in a slot 11 which extends through the front front end 9 of the holder 3. The hinge 8 is formed by a shaft 12 which extends through the ends 9 and 10.
As shown in the opened state of figure 6, the restraining means 4 are provided with stop-forming
<Desc / Clms Page number 6>
means 13 which limit the opening movement of the element 5, in such a position that this element 5 is still at least partially in front of the nose piece 6 of a spectacle frame 2 present in the device 1. The stop-forming means 13 in this case consist of a portion 14 of the element 5 which makes contact with the bottom 15 of the slot 11 when the element 5 is opened.
In the example shown, the whole is also equipped with locking means 16 which allow the element 5 to be locked to the holder 3 in the closed position.
These locking means 16 are located at the free end 17 of the bracket-shaped element 5 and consist of locking parts that can be snapped into each other or behind each other, respectively a locking part 18 at the end 17 of the element 5 and a locking part 19 on the holder 3.
The end 17 is here designed such that it fits through an opening 20 in the holder 3, and thus can be snapped into it with the aid of the aforementioned locking parts 18-19. More specifically, the locking part 18 consists of a recess formed at the end 17, which can cooperate with the aforementioned locking part 19, which is simply formed by the edge of the opening 20.
In order to obtain the necessary click effect, the bow-shaped element 5 is designed to be elastically compressible and, when the end 17 is located therein, the opening 20 provides a certain play S. This play S, which is indicated in Figure 4, is determined by the distance between
<Desc / Clms Page number 7>
the inside of the bow-shaped element 5 and the edge 21 of the opening 20. The opening 20 here has dimensions such that the edge 21 functions as a stop surface such that the compressibility of the element 5, when it is elastically bent to break the snap connection, limited.
The element 5 further has a chamfer 22, the purpose of which will become clear from the further description.
The aforementioned holder 3 can be embodied essentially in all other forms, but, as shown, preferably consists of at least a forward-facing part 23 in the form of a rod or tube, the aforementioned restraining means 4 being at the front end thereof are located. Furthermore, the holder 3 comprises supports 24-25 situated on either side of the portion 23 for the ears 26-27 of a spectacle frame 2 carried by the holder 3.
In the embodiment of Figs. 1 and 2, the holder 3 is provided with fastening means in the form of an insertion part 28, with which the holder 3 can be snugly fitted into a structure provided for this purpose, such as a wall rack 29 which is provided with openings 30, for example. . In a practical embodiment, this insertion part 28, as shown, consists of a fork-shaped part, so that after arranging the holder 3 in two respective openings 30, the rotation of the holder 3 is excluded.
Other forms of fastening means are of course possible. Use can also be made of support means that allow the holder 3 to be simply placed on a support surface
<Desc / Clms Page number 8>
sets, for example support means in the form of a base 31, as shown in figure 8.
The operation and use of the device 1 can easily be deduced from Figures 2 to 7. During use, the spectacle frame 2 with the nose piece 6 rests on the support portion 7, while the ears 26-27 rest on the supports 24 and 25. The bow-shaped element 5 is in this case in closed position around the nose piece 6.
To remove the spectacle frame 2 from the holder 3, first, as shown in Fig. 5, a compressive force F must be exerted on the end 17 of the element 5, whereby this element 5 is formed and the locking with the holder 3 is broken. is going to be. By simultaneously pushing the end 17 upwards and pivoting the element 5 around its pivot point, it can be rotated to the state of figure 6, whereafter the spectacle frame 2 can be removed freely from the holder 3.
It is clear that this is an action that requires some dexterity and caution, offering security against thieves. Even in the opened state of Fig. 6, the spectacle frame 2 still needs to be moved with an arc around the still upwardly directed element 5 in order to remove it, which again makes it more difficult to remove the spectacle frame 2 in a quick movement .
To close the element 5, it must simply be swung back downwards with a certain force.
Thanks to the chamfer 22, the element 5 as shown in Fig. 7 automatically slides with its end 17 along the locking part 19 in the opening 20, until that
<Desc / Clms Page number 9>
the locking member 18 snaps around the locking member 19.
Figure 9 shows a further variant in which the restraining means 4 consist of a part 32 from which a spectacle frame 2 can only be removed by a specific movement, more particularly a part 32 in the form of a labyrinth or the like, which also quickly removes a spectacle frame 2 works against.
It is clear that such restraining means can take other forms. For example, in a variant, instead of a rotatable, bracket-shaped element 5, use can also be made of, for example, an element which is slidable against the force of a spring and which in the rest position closes a seat for, for example, the nose piece of a spectacle frame.
Figures 10 to 13 show another variant in which, like in Figures 1 to 7, use is made of a bow-shaped element 5.
The special feature of this embodiment is that the hinge 8 is formed by means of hingedly cooperating parts 33 and 34 which are embodied in one piece with the holder 3 and the bracket-shaped element 5, wherein, as shown, they can preferably be attached to each other clicked.
In the example shown, the part 33 consists of a bridge-shaped material part which is obtained by providing a slot 35 on one side and an opening 36 on the other side in the end of the holder 3, as is clearly visible in Fig. 12. The part 34 consists of
<Desc / Clms Page number 10>
a hook-shaped portion formed at the front end of the bow-shaped element 5. This part 34 has a shape such that the element 5 can be mounted with this part 34 around the part 33, by bending the part 34 slightly elastic. Once the hook-shaped part 34 is arranged around the part 33, it returns to its original position, as a result of which the bow-shaped element 5 becomes hinged to the holder 3.
A hinge connection is hereby obtained which does not require individual components, such as the aforementioned axle 12, which allows the device to be realized more simply and with a considerably shorter assembly time, whereby the cost price is limited.
It is noted that the hook-shaped part 34 is preferably bent inwards. In such a case, the locking parts 18-19 are preferably located on the inside of the bow-shaped element 5, in order to obtain that when opening the element 5 and thereby exerting a force F, the free end of the hook-shaped part 34 remains untaxed. After all, a regular loading of the hook-shaped part 34 could result in this part 34 weakening and the bow-shaped element 5 being able to release itself after some time.
Of course, such a hinge with interlocking parts 33-34 can also be used in combination with restraining means of a different shape than a bracket.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such a device
<Desc / Clms Page number 11>
display of spectacle frames or glasses, can be realized in different shapes and dimensions without departing from the scope of the invention.