<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting om een pot van een stapel potten weg te nemen, accessoire hierbij aangewend, potinrichting hiermee uitgerust, en werkwijze voor het potten hierbij toegepast.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting om een pot van een stapel potten weg te nemen, alsmede op een accessoire dat daarbij kan worden aangewend, een potinrichting die met zulke inrichting voor het wegnemen van potten is uitgerust, alsook op een werkwijze voor het potten van planten.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een inrichting waarbij de potten aan een uiteinde van een stapel, in het bijzonder onderaan van een stapel, worden weggenomen.
In het bijzonder is de uitvinding bedoeld om te worden toegepast in de tuinbouwsector, voor toepassingen waarbij een na een kunststoffen bloempotten van een stapel van dergelijke bloempotten moeten worden weggenomen.
Inrichtingen hiertoe worden onder meer aangewend in combinatie met zogenaamde potmachines, waarbij de van de stapel weggenomen potten automatisch met aarde worden gevuld en eventueel worden voorzien van een voorgevormde plantopening.
Het is bekend dat in de voornoemde inrichtingen de potten, in de vorm van een stapel in elkaar stekende potten worden aangebracht, welke stapel op een bepaalde hoogte boven een steunvlak of dergelijke wordt vastgehouden, en dat de onderste pot telkens met een afduwmechanisme van de andere potten wordt losgedrukt.
<Desc/Clms Page number 2>
In zulk afduwmechanisme worden de potten door middel van een mechanisch element, dat tussen de randen van de twee onderste potten verplaatsbaar is, en dat door middel van een geschikte aandrijving een neerwaartse slag uitvoert,
EMI2.1
een na een losgedrukt. In het geval van een potmachine, komen deze afgeduwde potten dan bijvoorbeeld op een transportmechanisme terecht, waarna zi] langs een vulstation worden gevoerd, waar zij gevuld worden met aarde.
Vervolgens wordt het bovenoppervlak gladgestreken en een plantopening in de aarde gemaakt, waarna in deze plantopening een plant kan worden aangebracht, al dan niet automatisch. Op deze manier kunnen er tot 4000 potten per uur worden verwerkt in zulke potmachine.
Het is bekend dat bij de fabricage van dergelijke potten, meer speciaal kunststofpotten, deze door wrijving en dergelijke worden opgeladen met statische elektriciteit.
Indien deze potten niet ontladen zouden worden, zouden deze door de statische elektriciteit dikwijls aan mekaar blijven kleven, wat tot diverse problemen kan leiden.
Het is dan ook bekend om dergelijke potten, alvorens zij in stapels aan de afnemers worden toegeleverd, elektrostatisch te ontladen. Dit gebeurt tot op heden steeds bij de fabricant van de potten zelf, hetzij aan het einde van het productieproces, hetzij bij het verpakken en verzenden van de potten. Het ontladen gebeurt bijvoorbeeld door een geioniseerde luchtstroom langsheen de stapels potten te leiden.
In de praktijk stelt men vast dat de goede werking van de bekende inrichtingen om potten systematisch van een stapel
<Desc/Clms Page number 3>
potten weg te nemen, regelmatig wordt verstoord. Wanneer zulke inrichting in combinatie met een automatisch werkende potmachine wordt aangewend, heeft dit tot gevolg dat telkens wanneer zulke storing optreedt, een manuele interventie door de tuinbouwer of dergelijke noodzakelijk
EMI3.1
is.
Bij deze storingen werd steeds gedacht dat het ofwel handelde om potten die door de fabricant niet elektrostatisch werden ontladen, en zodoende moeilijk van elkaar loskwamen, of dat het om een mechanische storing handelde.
Ook werd vastgesteld dat dit probleem zich bij potten die vervaardigd zijn door thermoformatie meer uitgesproken voordoet, dan bij potten die door injectie gevormd zijn.
Ook hier werd steeds gedacht dat het om slechte ontlading handelde bij de fabricant, of dat dit met de aard van de potten te maken had. Potten die door thermoformatie gevormd zijn, zijn immers bijzonder licht en hebben minder de neiging om op een stabiele wijze vanaf een stapel naar beneden te vallen.
De uitvinder heeft vastgesteld dat geen van voorgaande hypotheses aan de basis van de storing ligt, doch dat de kunststofpotten door het transport en de manipulaties die hierbij geschieden terug elektrostatisch opgeladen kunnen worden, zodat zelfs een perfecte elektrostatische ontlading bij de fabricant geen garantie biedt dat de potten nog ontladen zijn op het ogenblik dat zij in een potmachine of dergelijke worden aangebracht.
De uitvinding beoogt een oplossing voor het voornoemde probleem, welke oplossing ook storingen uitsluit die het
<Desc/Clms Page number 4>
gevolg zijn van een elektrostatisch opladen tijdens het transport van de potten.
Ook wordt een oplossing beoogd die bij voorkeur geen nadelige invloed op de werkingssnelheid van het afduwmechanisme heeft.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting om een pot van een stapel potten weg te nemen, waarbij de potten aan een uiteinde van de stapel, meer speciaal onderaan de stapel worden weggenomen, met als kenmerk dat deze inrichting is voorzien van middelen om de potten elektrostatisch te ontladen.
Zodoende komen de potten steeds storingsvrij los bij het losduwen ervan.
De middelen om de potten elektrostatisch te ontladen, bestaan bij voorkeur minstens uit een geleidend element dat geëigend is om een elektrostatische lading weg te leiden en dat, enerzijds, in contact komt met de stapel potten en anderzijds, in verbinding staat met een als massa, meer speciaal elektrische massa, fungerend element of dergelijke. Door het directe contact met de potten wordt verzekerd dat de lading doeltreffend wordt afgevoerd en/of de potten op een gelijk potentiaal als dat van de omgeving worden gebracht.
Meer speciaal geniet het de voorkeur dat het geleidend element bestaat uit een soepel en/of beweeglijk element dat tegen de stapel potten aanleunt of aandrukt, hetgeen een intens elektrisch contact bevordert.
<Desc/Clms Page number 5>
Volgens een belangrijk voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding bevat het geleidend element een borstel, die verbonden is met de massa, waarbij de borstelharen in kontakt zijn met de betreffende potten van de stapel en uiteraard zodanig zijn uitgevoerd dat zij elektrisch geleidend zijn.
Bij voorkeur vertoont de voornoemde borstel een of meer van volgende kenmerken : - dat hij borstelharen uit koolstof of op basis van koolstof bevat, waardoor een bijzonder goede elektrische geleiding en afvoer van elektrostatische ladingen verkregen wordt ; - dat het een langwerpige borstel is die hoofdzakelijk in de langsrichting van de stapel potten is opgesteld, waardoor over meerdere potten een degelijk elektrisch contact tot stand gebracht wordt ; - dat hij borstelharen vertoont die een dicht vezelpakket vormen met een dichtheid van minstens 10 vezels per mm2, hetgeen eveneens een goed contact waarborgt ;
- dat hij borstelharen vertoont bestaande uit vezels met een diameter kleiner dan 0, 15 mm, waardoor een bijzonder soepele uitvoering van borstel wordt verkregen en een goede aansluiting rond de randen van de potten ontstaat, wat de afvoer van elektrostatische ladingen bevordert.
De inrichting bevat bij voorkeur een houder, die een bevestiging van het geleidend element op het frame of dergelijke van de inrichting mogelijk maakt, waardoor een vlotte montage van het geleidend element mogelijk is.
<Desc/Clms Page number 6>
Overigens bevat zulke houder bij voorkeur minstens een van de volgende middelen : - instelmiddelen om het geleidend element te positioneren, zodat de positie vlot kan worden aangepast aan verschillende potdiameters of in functle van andere parameters ; - instelmiddelen met een plastisch vervormbaar gedeelte dat toelaat om het geleidend element te positioneren, waardoor de positionering eenvoudig door het verbuigen kan worden gerealiseerd ;
- instelmiddelen met een plastisch vervormbaar gedeelte gevormd door een of meer verbindingselementen uit lood met bij voorkeur een koperen kern met een diameter van bijvoorbeeld 4 mm, waardoor een eenvoudige plastische vervormbaarheid kan worden gerealiseerd ; - een of meer klemgedeelten voor het instellen en/of vastklemmen van het geleidend element, waardoor een vlotte montage en demontage aan het frame van bijvoorbeeld een bestaande machine mogelijk is.
Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op accessoires die specifiek ontworpen zijn om op bestaande of nieuwe inrichtingen te worden gemonteerd, en die toelaten het beoogde uitvindingseffect te realiseren. De uitvinding heeft dan ook betrekking op een accessoire om potten elektrostatisch te ontladen, met als kenmerk dat dit accessoire minstens bestaat uit een geleidend element dat in contact kan worden gebracht met een stapel potten en een houder waarop het geleidend element is gemonteerd, die toelaat om het geleidend element op een frame of dergelijke te bevestigen.
<Desc/Clms Page number 7>
Uiteraard heeft de uitvinding ook betrekking op een potinrichting, waarbij potten, afkomstig van een stapel potten, minstens gevuld worden met aarde, waarin een plantopening wordt aangebracht, met als kenmerk dat deze potinrichting met een inrichting is uitgerust om potten van een stapel potten weg te nemen, die in overeenstemming met de uitvinding is voorzien van middelen voor het afvoeren van elektrostatische ladingen van de potten.
Daarnaast heeft de uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze voor het potten van planten, die minstens volgende stappen bevat : - het wegnemen van een pot van een stapel potten ; - het vullen van de pot met aarde ; - het maken van een plantopening in de aarde, daardoor gekenmerkt dat de potten elektrostatisch ontladen worden onmiddellijk voordat zij van de stapel worden weggenomen, waarbij de voorkeur hiertoe middelen worden aangewend zoals hiervoor beschreven.
Het is duidelijk dat met het begrip "wegnemen van een elektrostatische lading" bedoeld wordt dat, ofwel deze lading volledig wordt geneutraliseerd, ofwel in een lading wordt voorzien die op een equipotentiaal is met de omgeving of zodanig herleid is dat zij geen nadelige invloed meer heeft op het ontpottingsproces.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ;
<Desc/Clms Page number 8>
figuur 2 schematisch, doch meer in detail het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met pijl F2 is aangeduid ; figuur 3 het gedeelte van figuur 2 in een andere stand weergeeft ; figuur 4 op een grotere schaal en in perspectief een zicht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 1 met pijl F4 is aangeduid ;
EMI8.1
figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4 figuur 6 een andere uitvoeringsvorm weergeeft van het gedeelte dat in figuur 5 is afgebeeld.
Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 om een pot 2, meer speciaal een kunststofbloempot, van een stapel potten 3 weg te nemen, waarbij de potten 2 onderaan de stapel 3 systematisch, met andere woorden een na een, worden weggenomen.
Zoals schematisch weergegeven in figuur 1, kan deze inrichting 1 eventueel deel uitmaken van of samenwerken met een inrichting 4, waaraan de potten 2 systematisch moeten worden toegevoerd, zoals bijvoorbeeld de in de inleiding beschreven potmachine. Uiteraard kan de inrichting 1 ook in combinatie met andere machines worden aangewend, of als een zelfstandige inrichting 1 zijn uitgevoerd waarbij het dan uitsluitend de bedoeling is dat stapels potten 3 worden ontpot.
De inrichting 1 bestaat uit een frame 5 met middelen 6 om een stapel potten 3 in een omhoog geplaatste positie vast te houden, alsmede uit een bewegingsmechanisme 7, om potten 2, een na een onderaan de stapel 3 vrij te maken.
<Desc/Clms Page number 9>
Het bewegingsmechanisme 7 kan op eender welke wijze uitgevoerd zijn, doch bij voorkeur zal hiertoe een mechanisch afduwmechanisme worden aangewend, zoals bijvoorbeeld schematisch is weergegeven in de figuren 2 en 3. In de uitvoering van deze figuren bevat het bewegingsmechanisme 7 drie verplaatsbare elementen, respectievelijk een eerste aanslagvormend element 8 dat zijdelings kan worden verplaatst door middel van aandrijfmiddelen 9, een tweede aanslagvormend element 10 dat in dit geval door middel van een draaibeweging, bevolen door aandrijfmiddelen 11, zijdelings heen en weer kan worden verplaatst en een derde aanslagvormend element 12 dat zijdelings alsmede op en neer kan worden verplaatst door middel van aandrijfmiddelen 13.
De aanslagvormende elementen 8 en 12 dienen om de potten 2 tegen te houden, zodat zij niet naar beneden vallen, terwijl het element 10 specifiek bedoeld is om een na een telkens de onderste pot 2 van de stapel 3 los te duwen, zoals hierna nog meer in detail zal worden beschreven.
De aandrijfmiddelen 9, 11 en 13 kunnen van willekeurige aard zijn en bijvoorbeeld bestaan uit pneumatisch aangedreven mechanismen.
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de inrichting 1 is voorzien van middelen 14 om de potten 2 elektrostatisch te ontladen.
Deze middelen 14 bevatten minstens een geleidend element 15 dat geëigend is om elektrostatische ladingen af te voeren en dat, enerzijds, in contact komt met de stapel potten 3 en, anderzijds, in verbinding staat met een als massa, meer speciaal elektrische massa, fungerend element of
<Desc/Clms Page number 10>
dergelijke, in dit geval met het frame 5 van de inrichting 1. Deze verbinding wordt in het weergegeven voorbeeld gevormd door een elektrisch geleidende houder 16 waarmee het geleidend element 15 op het frame 5 is bevestigd.
Het geleidend element 15 bestaat uit een soepel en/of beweeglijk element dat tegen de stapel potten 3 aanleunt of aandrukt. Om een eventuele elektrostatische lading efficiënt weg te nemen, bestaat dit geleidend element 15 in hoofdzaak uit een borstel 17, met elektrische geleidende borstelharen 18 die in contact zijn met de potten 2 van de stapel 3.
Een goede geleiding kan worden verkregen door een borstel 17 met borstelharen 18 aan te wenden die bestaan uit koolstof, of op basis van koolstof, bijvoorbeeld met koolstof bevattende vezels, zijn uitgevoerd. De borstelharen 18 zitten bij voorkeur in een metalen borstellichaam 19, bijvoorbeeld een dubbel gevouwen aluminiumlijst, gevat.
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 4, is de borstel 17 bij voorkeur langwerpig uitgevoerd en strekt zieh in de lengterichting van de stapel 3 uit, waardoor hij met meerdere potten 2 kan samenwerken, zodat een degelijk elektrisch contact wordt gerealiseerd.
Verder is het geleidend element 15, in dit geval de borstel 17, bij voorkeur zodanig gemonteerd dat dit element 15 minstens met telkens de tweede pot 2 van de stapel 3, gezien vanaf het uiteinde 20 waar de potten 2 worden weggenomen, samenwerkt, terwijl dit element 15 bij voorkeur ook geen contact maakt met de onderste af te duwen pot 2.
Hierdoor vindt een ontlading plaats tot zo dicht mogelijk
<Desc/Clms Page number 11>
bij het uiteinde 20, evenwel zonder dat de af te duwen pot 2 een tegenwerkende kracht ondervindt door de aanwezigheid van het geleidend element 15.
De voornoemde houder 16 bestaat in het weergegeven voorbeeld van de figuren 1, 4 en 5 uit twee steunlichamen 21 en 22 die door middel van klemgedeelten 23 op het frame 5 kunnen worden bevestigd. Deze klemgedeelten 23 bestaan uit zittingen 24 waarmee de steunlichamen 21-22 over het frame 5 kunnen worden geschoven, en klemschroeven 25 om de steunlichamen 21-22 op het frame 5 vast te zetten.
Verder is de houder 16 eveneens voorzien van instelmiddelen 26 om het geleidend element 15 te positioneren tegen de stapel potten 3, die in dit geval bestaan uit in de steunlichamen 21-22 verschuifbare verbindingselementen 27, waardoor het borstellichaam 19 gedragen wordt. De verbindingselementen 27 bestaan uit staaf-of buisvormige gedeelten en kunnen door middel van klemschroeven 28 worden ingeklemd in de steunlichamen 21-22. Borstellichaam 19 is door middel van rivetten 29 of dergelijke verbonden met het verbindingselement 27. Het is duidelijk dat alle verbindingen elektrisch geleidend zijn.
Het is eveneens duidelijk dat de houder 16 op eender welke andere wijze kan worden gerealiseerd.
Ter verduidelijking is in figuur 6 dan ook nog een variante afgebeeld waarbij de instelmiddelen 26 bestaan uit verbindingselementen 27 die als plastisch vervormbare gedeelten zijn uitgevoerd, zodat de borstel 17 door de verbuiging van deze gedeelten in alle richtingen kan worden verplaatst ten opzichte van de steunlichamen 21-22. In een praktische uitvoeringsvorm, bestaan deze plastisch
<Desc/Clms Page number 12>
vervormbare verbindingselementen 27 uit lood, met bij voorkeur een koperen kern met bijvoorbeeld een diameter van 4 mm. In het weergegeven voorbeeld zijn dit loden staafjes, waarin zulke kern aanwezig is, die met een uiteinde ingeklemd zijn in de steunlichamen 21-22 en aan hun andere uiteinden een elektrisch aansluitstuk 30 bevatten waarop de borstellichaamhouder 19 is vastgezet.
De werking van de inrlchting 1 kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid.
Op klassieke wijze wordt, zoals weergegeven in figuur 1, een stapel potten 3 in de inrichting geplaatst. Zoals weergegeven in figuur 2, wordt de onderste pot 2 tegengehouden door het element 12 en de daaropvolgende potten 2 door het element 8.
Wanneer de onderste pot 2 moet worden vrijgegeven, wordt het element 12, zoals afgebeeld in figuur 3, opzij gewenteld en maakt het element 10 een neerwaartse beweging, zodat de pot 2 loskomt. Het element 8 verhindert dat de rest van de stapel potten 3 naar beneden zakt.
Van zodra de onderste pot 2 uit figuur 3 gevallen is, wordt het element 12 terug in de positie van figuur 2 geplaatst en worden aansluitend de elementen 8 en 10 opzij weggetrokken. Hierdoor verschuift de stapel potten 3 een positie naar beneden. Door vervolgens de elementen 8 en 10 terug naar de stapel 3 te schuiven, ontstaat eenzelfde positie als in figuur 2.
Doordat de neerwaartse slag van het element 10 moet klein worden gehouden, om de stapel potten 3 aan een hoog tempo te kunnen ontpotten, kan het, zonder de aanwezigheid van de
<Desc/Clms Page number 13>
middelen 14, gebeuren dat een afgeduwde pot onder toedoen van elektrostatische ladingen terug naar de stapel 3 beweegt en zich mogelijk zelfs schuin hieronder positioneert, waardoor de goede werking kan worden verstoord. Doordat, volgens de uitvinding nu wel in dergelijke middelen 14 is voorzien, wordt dit nadeel volledig uitgesloten.
Opgemerkt wordt dat de stapel 3 niet noodzakelijk verticaal georiënteerd moet zijn.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke inrichting, potinrichting, accessoire en werkwijze kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for removing a pot from a stack of pots, accessory used here, pot device equipped with this, and method for potting applied here.
This invention relates to a device for removing a pot from a stack of pots, as well as to an accessory that can be used thereby, a pot device equipped with such a device for removing pots, and to a method for potting plants.
More specifically, the invention relates to a device wherein the pots are removed at one end of a stack, in particular at the bottom of a stack.
In particular, the invention is intended to be applied in the horticultural sector, for applications in which a flowerpot after a plastic flowerpot must be removed from a stack of such flowerpots.
Devices for this purpose are used inter alia in combination with so-called potting machines, wherein the pots removed from the stack are automatically filled with soil and possibly provided with a preformed plant opening.
It is known that in the aforementioned devices the pots are arranged in the form of a stack of pots projecting into each other, which stack is held at a certain height above a supporting surface or the like, and that the bottom pot is each time fitted with a push mechanism of the other pots is pressed loose.
<Desc / Clms Page number 2>
In such a pushing mechanism, the pots are made by means of a mechanical element which is movable between the edges of the two lower pots and which performs a downward stroke by means of a suitable drive,
EMI2.1
pressed loose one by one. In the case of a potting machine, these pushed pots then, for example, end up on a transport mechanism, after which they are passed along a filling station, where they are filled with soil.
The upper surface is then smoothed out and a plant opening made in the earth, after which a plant can be arranged in this plant opening, whether or not automatically. In this way, up to 4000 pots per hour can be processed in such a potting machine.
It is known that in the manufacture of such pots, more particularly plastic pots, they are charged with static electricity by friction and the like.
If these pots were not discharged, they would often stick to each other due to the static electricity, which can lead to various problems.
It is therefore known to electrostatically discharge such pots before they are supplied to the customers in stacks. Until now this has always been done at the manufacturer of the pots themselves, either at the end of the production process or during the packaging and shipping of the pots. Discharging occurs, for example, by passing an ionized air stream along the stacks of pots.
In practice, it is established that the proper operation of the known devices for pots is systematically stacked
<Desc / Clms Page number 3>
take away pots, is regularly disturbed. When such a device is used in combination with an automatically operating potting machine, this has the consequence that every time such a fault occurs, a manual intervention by the horticulturist or the like is necessary
EMI3.1
is.
In the case of these malfunctions, it was always thought that they were either pots that were not electrostatically discharged by the manufacturer, and were therefore difficult to separate from each other, or that they were mechanical malfunctions.
It was also found that this problem is more pronounced in pots made by thermoformation than in pots made by injection.
Here too it was always thought that the manufacturer was dealing with poor discharge, or that this had to do with the nature of the pots. After all, pots formed by thermoformation are particularly light and have a lower tendency to fall down from a stack in a stable manner.
The inventor has established that none of the foregoing hypotheses is at the root of the malfunction, but that the plastic pots can be electrostatically recharged by transport and the manipulations that take place, so that even a perfect electrostatic discharge offers no guarantee to the manufacturer that the pots are still discharged when they are placed in a potting machine or the like.
The object of the invention is to provide a solution to the aforementioned problem, which solution also excludes malfunctions which it may cause
<Desc / Clms Page number 4>
result from electrostatic charging during the transport of the pots.
A solution is also contemplated which preferably has no adverse effect on the operating speed of the pushing mechanism.
To this end the invention relates to a device for removing a pot from a stack of pots, wherein the pots are removed at one end of the stack, more particularly at the bottom of the stack, characterized in that this apparatus is provided with means for electrostatically removing the pots. discharging.
In this way the pots always come free of trouble-free when they are pushed loose.
The means for electrostatically discharging the pots preferably consist at least of a conductive element which is suitable for conducting an electrostatic charge and which, on the one hand, comes into contact with the stack of pots and, on the other hand, communicates with a mass, more specifically electrical mass, functioning element or the like. Direct contact with the pots ensures that the charge is effectively discharged and / or that the pots are brought to the same potential as that of the environment.
More specifically, it is preferable that the conductive element consists of a flexible and / or movable element that leans or presses against the stack of pots, which promotes an intense electrical contact.
<Desc / Clms Page number 5>
According to an important preferred feature of the invention, the conductive element comprises a brush which is connected to the ground, wherein the bristles are in contact with the relevant pots of the stack and are of course designed such that they are electrically conductive.
Preferably, the above-mentioned brush has one or more of the following characteristics: - it contains carbon or carbon-based bristles, whereby a particularly good electrical conductivity and discharge of electrostatic charges is obtained; - that it is an elongated brush which is arranged mainly in the longitudinal direction of the stack of pots, whereby a solid electrical contact is established over several pots; - it has bristles that form a dense fiber package with a density of at least 10 fibers per mm2, which also guarantees good contact;
- that it has bristles made of fibers with a diameter of less than 0.15 mm, as a result of which a particularly flexible design of brush is obtained and a good connection is obtained around the edges of the pots, which promotes the discharge of electrostatic charges.
The device preferably comprises a holder which makes it possible to attach the conductive element to the frame or the like of the device, whereby a smooth mounting of the conductive element is possible.
<Desc / Clms Page number 6>
Incidentally, such a holder preferably comprises at least one of the following means: - adjusting means for positioning the conductive element, so that the position can be readily adjusted to different pot diameters or in function of other parameters; - adjusting means with a plastically deformable part that allows the conductive element to be positioned, so that the positioning can be realized simply by bending;
- adjusting means with a plastically deformable part formed by one or more connecting elements made of lead, preferably with a copper core with a diameter of, for example, 4 mm, whereby a simple plastic deformability can be realized; - one or more clamping parts for adjusting and / or clamping the conductive element, whereby a smooth assembly and disassembly on the frame of, for example, an existing machine is possible.
It is clear that the invention also relates to accessories which are specifically designed to be mounted on existing or new devices, and which allow to realize the intended invention effect. The invention therefore relates to an accessory for electrostatically discharging pots, characterized in that this accessory consists at least of a conductive element that can be brought into contact with a stack of pots and a holder on which the conductive element is mounted, which makes it possible to attach the conductive element to a frame or the like.
<Desc / Clms Page number 7>
Of course, the invention also relates to a pot device, wherein pots from a stack of pots are at least filled with soil in which a plant opening is provided, characterized in that this pot device is equipped with a device for removing pots from a stack of pots which in accordance with the invention is provided with means for discharging electrostatic charges from the pots.
In addition, the invention also relates to a method for planting plants, which comprises at least the following steps: - removing a pot from a stack of pots; - filling the pot with soil; - making a plant opening in the soil, characterized in that the pots are discharged electrostatically immediately before they are removed from the stack, whereby means are used for this purpose as described above.
It is clear that the term "removal of an electrostatic charge" means that either this charge is completely neutralized or provided with a charge that is at an equipotential with the environment or that is so reduced that it no longer has an adverse effect on the potting process.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a preferred embodiment is described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically represents a device according to the invention;
<Desc / Clms Page number 8>
figure 2 schematically, but in more detail, represents the part indicated by arrow F2 in figure 1; figure 3 represents the part of figure 2 in another position; figure 4 represents a view on a larger scale and in perspective of the part indicated by arrow F4 in figure 1;
EMI8.1
figure 5 represents a cross-section according to line V-V in figure 4 figure 6 shows another embodiment of the part shown in figure 5.
As shown in Figure 1, the invention relates to a device 1 for removing a pot 2, more particularly a plastic flower pot, from a stack of pots 3, wherein the pots 2 are systematically, in other words one after the other, placed at the bottom of the stack. taken away.
As shown diagrammatically in Figure 1, this device 1 may possibly form part of or cooperate with a device 4, to which the pots 2 must be supplied systematically, such as, for example, the pot machine described in the introduction. The device 1 can of course also be used in combination with other machines, or be designed as an independent device 1, in which case it is only intended that piles of pots 3 be potted.
The device 1 consists of a frame 5 with means 6 for holding a stack of pots 3 in an upwardly placed position, as well as a moving mechanism 7 for releasing pots 2, one after the other, at the bottom of the stack 3.
<Desc / Clms Page number 9>
The movement mechanism 7 can be designed in any way, but preferably a mechanical pushing mechanism will be used for this purpose, as for example schematically shown in figures 2 and 3. In the embodiment of these figures, the movement mechanism 7 comprises three movable elements, respectively a first stop-forming element 8 which can be displaced laterally by means of drive means 9, a second stop-forming element 10 which in this case can be moved laterally to and fro by means of a rotational movement ordered by drive means 11 and a third stop-forming element 12 which is laterally displaced and can be moved up and down by means of drive means 13.
The stop-forming elements 8 and 12 serve to stop the pots 2, so that they do not fall down, while the element 10 is specifically intended to push the lower pot 2 from the stack 3 one after the other, as will be further described below. will be described in detail.
The drive means 9, 11 and 13 can be of any nature and for instance consist of pneumatically driven mechanisms.
The special feature of the invention is that the device 1 is provided with means 14 for electrostatically discharging the pots 2.
These means 14 comprise at least one conductive element 15 which is suitable for discharging electrostatic charges and which, on the one hand, comes into contact with the stack of pots 3 and, on the other hand, communicates with an element which acts as a mass, more particularly electrical mass. or
<Desc / Clms Page number 10>
such, in this case with the frame 5 of the device 1. In the example shown, this connection is formed by an electrically conductive holder 16 with which the conductive element 15 is attached to the frame 5.
The conductive element 15 consists of a flexible and / or movable element that leans or presses against the stack of pots 3. In order to efficiently remove any electrostatic charge, this conductive element 15 essentially consists of a brush 17, with electrically conductive brush hairs 18 which are in contact with the pots 2 of the stack 3.
Good conductivity can be obtained by using a brush 17 with bristles 18 which consist of carbon or are made on the basis of carbon, for example with carbon-containing fibers. The bristles 18 are preferably contained in a metal brush body 19, for example a double-folded aluminum frame.
As shown in Figures 1 and 4, the brush 17 is preferably elongated and extends in the longitudinal direction of the stack 3, so that it can cooperate with a plurality of pots 2, so that a solid electrical contact is achieved.
Furthermore, the conductive element 15, in this case the brush 17, is preferably mounted such that this element 15 cooperates at least with the second pot 2 of the stack 3, seen from the end 20 where the pots 2 are removed, while this element 15 also preferably does not make contact with the lower pot 2 to be pushed.
This causes a discharge to take place as close as possible
<Desc / Clms Page number 11>
at the end 20, but without the pot 2 being pushed undergoing an opposing force due to the presence of the conductive element 15.
In the shown example of figures 1, 4 and 5, the aforementioned holder 16 consists of two supporting bodies 21 and 22 which can be fixed to the frame 5 by means of clamping parts 23. These clamping parts 23 consist of seats 24 with which the supporting bodies 21-22 can be slid over the frame 5, and clamping screws 25 for fixing the supporting bodies 21-22 on the frame 5.
Furthermore, the holder 16 is also provided with adjusting means 26 for positioning the conductive element 15 against the stack of pots 3, which in this case consist of connecting elements 27 slidable in the supporting bodies 21-22, through which the brush body 19 is carried. The connecting elements 27 consist of rod or tubular sections and can be clamped into the supporting bodies 21-22 by means of clamping screws 28. Brush body 19 is connected to connecting element 27 by means of rivets 29 or the like. It is clear that all connections are electrically conductive.
It is also clear that the holder 16 can be realized in any other way.
For clarification, a variant is also shown in Figure 6, wherein the adjusting means 26 consist of connecting elements 27 which are designed as plastic deformable parts, so that the brush 17 can be displaced in all directions relative to the supporting bodies 21 by the bending of these parts. -22. In a practical embodiment, these exist plastic
<Desc / Clms Page number 12>
deformable connecting elements 27 made of lead, preferably with a copper core with, for example, a diameter of 4 mm. In the example shown these are lead rods in which such a core is present, which are clamped with one end in the supporting bodies 21-22 and at their other ends contain an electrical connection piece 30 on which the brush body holder 19 is fixed.
The operation of the device 1 can easily be deduced from the figures.
Conventionally, as shown in Figure 1, a stack of pots 3 is placed in the device. As shown in Figure 2, the lower pot 2 is retained by the element 12 and the subsequent pots 2 by the element 8.
When the lower pot 2 is to be released, the element 12, as shown in Figure 3, is rotated to the side and the element 10 makes a downward movement so that the pot 2 comes loose. The element 8 prevents the rest of the stack of pots 3 from falling down.
As soon as the lower pot 2 of figure 3 has fallen, the element 12 is placed back in the position of figure 2 and the elements 8 and 10 are subsequently pulled away to the side. As a result, the stack of pots 3 shifts down one position. By subsequently sliding the elements 8 and 10 back to the stack 3, the same position as in figure 2 is created.
Because the downward stroke of the element 10 must be kept small in order to be able to depot the stack of pots 3 at a high rate, it is possible without the presence of the
<Desc / Clms Page number 13>
means 14, that a pushed-down pot under the influence of electrostatic charges moves back to the stack 3 and possibly positions itself obliquely below, whereby the proper operation can be disturbed. Because, according to the invention, such means 14 are now provided, this disadvantage is completely excluded.
It is noted that the stack 3 does not necessarily have to be vertically oriented.
The present invention is by no means limited to the embodiment described by way of example and shown in the figures, but such a device, pot device, accessory and method can be realized according to different variants without departing from the scope of the invention.