<Desc/Clms Page number 1>
Stopcontact.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een stopcontact.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een stopcontact dat snel en gemakkelijk monteer- en demonteerbaar is, wat onder meer een voordeel biedt bij bijvoorbeeld renovaties van winkels, burelen en dergelijke.
Het is bekend dat stopcontacten klassiek worden voorzien van aansluitmiddelen in de vorm van schroefklemmen.
Hierdoor kunnen deze stopcontacten op elektrische draden van het stroomnet worden aangesloten, door de uiteinden van deze draden vrij te maken van hun isolatie, de vrijgemaakte uiteinden in de schroefklemmen te steken en vervolgens de schroeven van de schroefklemmen aan te spannen. Het monteren en demonteren, meer speciaal het aansluiten van dergelijke stopcontacten neemt echter veel tijd in beslag, niet alleen omwille van de voornoemde handelingen, doch ook omwille van het feit dat de schroefklemmen alleen bereikbaar zijn nadat de volledige behuizing gedemonteerd
EMI1.1
is.
Daarnaast kent men ook reeds stopcontacten waarbij de aansluitmiddelen bestaan uit draadklemmen, waarin het afgestripte draaduiteinde van een elektrische geleider eenvoudigweg dient te worden ingestoken en zodoende automatisch wordt ingeklemd. Alhoewel dit reeds een verbetering is, blijft het nadeel bestaan dat de draadeinden ter plaatse vrij dienen te worden gemaakt van hun isolatie en de spanningspolen en aardingspool ieder afzonderlijk moeten worden aangesloten, hetgeen tijdrovend
EMI1.2
is.
<Desc/Clms Page number 2>
Het doel van de uitvinding is het monteren en demonteren van stopcontacten te vergemakkelijken en te versnellen.
Hiertoe betreft de uitvinding een stopcontact, bestaande uit een behuizing die is voorzien van minstens twee contactbussen voor een stekker, waarbij het stopcontact is voorzien van aansluitmiddelen die met de contactbussen samenwerken, met als kenmerk dat de aansluitmiddelen zijn uitgevoerd in de vorm van een of meer stekkervormige connectoren, en deze stekkervormige connectoren, hetzij in de vorm van een stekker, hetzij in de vorm van een contrastekker, zijn uitgevoerd.
Door zulk stopcontact te voorzien van aansluitmiddelen in de vorm van stekkervormige connectoren wordt het voordeel geboden dat het veel eenvoudiger en sneller wordt om de stopcontacten aan te sluiten, eenvoudigweg door gebruik te maken van aansluitkabels die eveneens met connectoren zijn uitgerust, en bij het aansluiten eenvoudig de connectoren van de aansluitkabels en de stopcontacten in elkaar te pluggen.
Bij voorkeur bevat het stopcontact volgens de uitvinding niet alleen connectoren waarmee het kan worden aangesloten op aansluitkabels die ook voorzien zijn van connectoren, doch ook connectoren waarmee meerdere van dergelijke stopcontacten in elkaar kunnen worden geplugd. Hierdoor kunnen gemakkelijk meerdere stopcontacten naast elkaar gemonteerd worden.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het stopcontact naast de voornoemde contactbussen eveneens voorzien van een aardingscontact, hetzij in de vorm van een randaarding, hetzij in de vorm van een penaarding, waarbij
<Desc/Clms Page number 3>
de voornoemde aansluitmiddelen dan ook een of meer stekkervormige connectoren bevatten die met het betreffende aardingscontact samenwerken.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat het stopcontact een basis en is deze basis voorzien van bevestigingsmiddelen voor een aardingscontact die zodanig zijn uitgevoerd dat bij de fabricage naar keuze een penaarding of randaarding op de basis kan worden gemonteerd. Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat slechts een basis dient te worden gefabriceerd die zowel kan worden aangewend voor stopcontacten met randaarding als voor stopcontacten met penaarding.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een stopcontact volgens de uitvinding weergeeft ; figuren 2 en 3 zichten weergeven respectievelijk volgens pijlen F2 en F3 in figuur 1 ; figuur 4 in perspectief een uiteengenomen zieht weergeeft van het stopcontact van figuur 1, samen met een stekker van een aansluitkabel, en met de basis van een tweede gelijkaardig stopcontact ; figuur 5 een zieht weergeeft volgens pijl F5 in figuur 4 ; figuur 6 het gedeelte weergeeft dat in figuur 4 met F6 is aangeduid, doch waarbij een van de connectoren uit de basis van het stopcontact is weggenomen ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuren 7 en 8 respectievelijk een frontaal aanzicht en zijaanzicht weergeven van twee in elkaar geplugde stopcontacten van de uitvinding ; figuur 9 op grotere schaal en in doorsnede een zicht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 8 met F9 is aangeduid ; figuur 10 in perspectief de twee stopcontacten van figuren 7 en 8 weergeeft, doch voorzien van een gemeenschappelijke sierplaat ; figuur 11 schematisch een elektrisch leidingnet weergeeft waarin gebruik wordt gemaakt van stopcontacten volgens de uitvinding, meer speciaal stopcontacten volgens de figuren 1 tot 10i figuur 12 een zieht weergeeft analoog aan dat van figuur 4, doch voor een uitvoering van het stopcontact dat in de plaats van met een randaarding is uitgerust met een penaarding.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 6 betreft de uitvinding een stopcontact 1, dat zoals gebruikelijk een behuizing 2 bevat, alsook twee contactbussen 3-4 voor de gebruikelijke twee spanningspolen, en bij voorkeur ook een aardingscontact 5, en aansluitmiddelen 6 om de contactbussen 3-4 en het aardingscontact 5 op het leidingnet aan te sluiten. Met de aansluitmiddelen 6 worden middelen bedoeld die toelaten om het stopcontact 1 te verbinden met hetzij een voedingsleiding, hetzij een ander elektrisch element zoals een ander stopcontact, hetzij beide.
In het weergegeven voorbeeld bestaan de contactbussen 3-4 ieder uit twee tegenovereen gesitueerde gedeelten 7-8 die elastisch uit elkaar kunnen worden gedrukt, en die zodoende zittingen 9 vormen voor de pennen van een in het
<Desc/Clms Page number 5>
stopcontact 1 aan te brengen stekker. Deze contactbussen 3-4 kunnen eender welke andere vorm bezitten en hoeven niet noodzakelijk het uitzicht van een bus te hebben.
Het aardingscontact 5 is uitgevoerd als een randaarding en bestaat uit twee contactlippen 10-11 die onderling door middel van een centraal gedeelte 12 in verbinding staan.
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de aansluitmiddelen 6 zijn uitgevoerd in de vorm van een of meer stekkervormige connectoren, in dit geval twee driepolige connectoren, respectievelijk 13 en 14. Onder stekkervormige conectoren worden hierbij connectoren verstaan die hetzij in de vorm van een stekker, hetzij in de vorm van een contrastekker zijn uitgevoerd.
In het weergegeven voorbeeld zijn de spanningspolen 15-16 en de aardingspool 17 van de connector 13 als stekkers uitgevoerd, met andere woorden ieder voorzien van een mannelijk contactgedeelte, meer speciaal een contactpen 18.
De spanningspolen 19-20 en de aardingspool 21 van de connector 14, zijn als contrastekker uitgevoerd, en bezitten dan ook een vrouwelijk contactgedeelte, meer speciaal een busvormig contactdeel 22.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het stopcontact 1 zijn de stekkervormige connectoren 13-14 zoals weergegeven vanaf de buitenzijde van de behuizing 2 bereikbaar, zodanig dat een aansluiting van buitenuit mogelijk is zonder dat eerst bepaalde gedeelten van de behuizing 2 moeten worden geopend.
Zoals ook het geval is in het weergegeven voorbeeld, bevat het stopcontact 1 connectoren, in dit geval 13-14, die
<Desc/Clms Page number 6>
toelaten dat meerdere van dergelijke stopcontacten 1 rechtstreeks in elkaar kunnen worden geplugd, zoals weergegeven in de figuren 7 en 8. Hierbij geniet het de voorkeur dat, zoals eveneens zichtbaar in deze figuren, de connectoren 13-14 zodanig zijn uitgevoerd en gesitueerd zijn in de behuizingen 2, dat deze laatste mekaar raken wanneer twee van dergelijke stopcontacten 1 met hun respectievelijke connectoren 13-14 in elkaar worden geplugd.
In de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren zijn de connectoren 13-14, die het onderling aan elkaar koppelen van twee stopcontacten 1 toelaten, aan twee tegenovereenliggende zijden van de behuizing 2 aangebracht, doch het is duidelijk dat volgens een variante andere mogelijkheden niet uitgesloten zijn. Zo bijvoorbeeld zouden connectoren aan de vier zijden van het stopcontact 1 kunnen worden voorzien, waardoor niet alleen stopcontacten in eenzelfde lijn met elkaar kunnen worden verbonden, doch ook in beide richtingen, dus in een tegen een wand gemonteerde toestand zowel zijdelings als in de hoogte.
Opgemerkt wordt dat de twee stopcontacten 1 door middel van hun connectoren 13-14 bij voorkeur direct in elkaar kunnen worden geplugd zonder verdere tussenstukken. Dit sluit echter niet uit dat volgens een variante met tussenstukken zou kunnen worden gewerkt, waarbij bijvoorbeeld alle aan de stopcontacten 1 aangebrachte connectoren dan op dezelfde wijze kunnen uitgevoerd zijn, bijvoorbeeld als"mannelijke" connectoren, waarbij het onderling verbinden van de stopcontacten 1 dan kan worden gerealiseerd met behulp van een tussenstuk met twee "vrouwelijke" connectoren.
Het stopcontact 1 uit de figuren bevat connectoren 13-14 die bestaan uit kokervormige behuizingen 23 waarin centraal
<Desc/Clms Page number 7>
de contactgedeelten, respectievelijk de voornoemde contactpennen 18 en busvormige contactdelen 22 aangebracht zijn. Connectoren van een dergelijk type zijn op zichzelf bekend en worden bijvoorbeeld gecommercialiseerd door de firma Wieland.
De contactgedeelten van de connectoren 13-14 zijn door middel van elektrische verbindingen 24-25 op passende wijze verbonden met respectievelijk de contactbussen 3-4 en het aardingscontact 5. Deze verbindingen kunnen van willekeurige aard zijn, en zijn dan ook louter schematisch weergegeven. Het kan hierbij handelen om verbindingen door middel van draden, verbindingen gevormd door metalen lippen die eendelig met de contactbussen 3-4 of het aardingscontact 5 zijn uitgevoerd en rechtstreeks met de voornoemde contactdelen verbonden zijn, of enig ander soort verbinding.
Zoals nog weergegeven in de figuren 1 tot 8, en meer in detail in figuur 9, is het stopcontact 1 bij voorkeur voorzien van vergrendelingsmiddelen 26 die toelaten dat twee of meer van dergelijke stopcontacten 1 aan elkaar kunnen worden vergrendeld.
In het weergegeven voorbeeld zijn deze vergrendelingsmiddelen 26 in de vorm van een klikverbinding uitgevoerd. Hiertoe bestaan deze vergrendelingsmiddelen 26 uit een elastisch verbuigbaar haakvormig vergrendelingselement 27, dat met een vergrendelingsdeel 28, in de vorm van een rand waar het haakvormig vergrendelingselement 27 kan achterhaken, van een gelijkaardig stopcontact 1 kan samenwerken.
<Desc/Clms Page number 8>
Uiteraard zijn ook middelen voorzien om de vergrendeling terug te kunnen verbreken. In het weergegeven voorbeeld worden deze gevormd door een vanaf de buitenzijde van de behuizing 2 bereikbaar gedeelte 29 van het haakvormig vergrendelingselement 27, waarop een kracht P kan worden uitgeoefend, waardoor het vergrendelingselement 27 kan worden verbogen tot de vergrendeling verbroken is en de gekoppelde stopcontacten 1 terug van elkaar kunnen worden verwijderd.
Opgemerkt wordt dat het stopcontact l ook vergrendelingsmiddelen kan bevatten waardoor een vergrendelde verbinding met een op het uiteinde van een kabel 30 aangebrachte connector 31 kan worden gerealiseerd, zodanig dat de connector 31 uit zichzelf niet uit de connector 13 van het stopcontact 1 kan loskomen. Een mogelijke uitvoeringsvorm hiervan is schematisch weergegeven in het linker gedeelte van figuur 4 waaruit het duidelijk is dat het voornoemde haakvormig vergrendelingselement 27 bij het realiseren van een koppeling tussen het stopcontact 1 en de connector 31 zieh zal vasthaken achter een aan de connector 31 aangebracht vergrendelingsdeel 32.
De behuizing 2 van het stopcontact 1 is, zoals bijvoorbeeld zichtbaar in figuur 4, bij voorkeur samengesteld uit een basis 33 en een opbouw 34. De contactbussen 3-4, het aardingscontact 5 en de connectoren 13-14 zijn aangebracht op of aan de basis 33. De opbouw 34 is uit twee delen samengesteld, enerzijds, een afdekelement 35 voor de basis 33 en, anderzijds, een wanddeel 36 dat een zitting 37 definieert voor een stekker.
<Desc/Clms Page number 9>
Alhoewel de connectoren 13-14 ook eendelig met bijvoorbeeld de behuizing 2 of andere onderdelen van het stopcontact 1 kunnen worden uitgevoerd, geniet het de voorkeur dat zij demonteerbaar in de behuizing 2 zijn aangebracht, bijvoorbeeld doordat zij zoals weergegeven in figuur 6 door middel van koppeldelen 38 in zittingen 39 in de basis 33 kunnen worden geschoven.
In de bodemplaat 40 van de basis 33 zijn uitsparingen 41 gevormd die plaats bieden voor de connectoren 13-14.
Zodoende wordt een overbodig extra wanddeel onder de connectoren 13-14 uitgesloten, hetgeen bijdraagt tot een beperking van de afmeting van het stopcontact 1 volgens een richting loodrecht op de bodemplaat 40.
Opgemerkt wordt dat tussen het afdekelement 35 en het wanddeel 36 een zitting 42 kan aanwezig zijn, die toelaat om een afdekplaat 43 tussen het afdekelement 35 en het wanddeel 36 in te klemmen, zoals afgebeeld in figuur 10. In deze figuur betreft het een afdekplaat 43 voor twee in elkaar geplugde stopcontacten 1. Het is evenwel duidelijk dat ook afdekplaten 43 voor een stopcontact of meer dan twee stopcontacten 1 kunnen worden gerealiseerd. Bij het weglaten van zulke afdekplaat 43 kan eventueel een
EMI9.1
tussenring 44 worden voorzien, zoals weergegeven in figuur 8.
Het gebruik van dergelijke stopcontacten 1, meer speciaal de montage ervan, is schematisch in figuur 11 verduidelijkt. Deze figuur stelt een elektrisch leidingnet voor dat hoofdzakelijk door middel van in elkaar plugbare elementen is samengesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van kabels 30 voorzien van connectoren 31 om de onderlinge verbindingen tussen meerdere van de respectievelijke
<Desc/Clms Page number 10>
componenten, waaronder de stopcontacten 1, te realiseren.
Deze componenten bevatten in het weergegeven voorbeeld, naast de stopcontacten 1, ook een verdeeldoos 45 die bijvoorbeeld van het type is zoals beschreven in de Europese octrooiaanvrage nr. 0. 778. 635, een schakelaar 46, een lichtpunt 47 en een aansluiting 48 op het voedingsnet.
Het is duidelijk dat door de gepaste verbindingen in de verdeeldoos 45 te maken en de gepaste aansluitkabels 30 aan te wenden, het volledige leidingnet vrijwel uitsluitend door middel van inplugbare verbindingen kan worden gerealiseerd. Aangezien de onderlinge verbindingen in de verdeeldoos 45 op voorhand in een werkplaats kunnen worden gerealiseerd in functie van het elektrische schema van het beoogde leidingnet, kunnen de werkzaamheden op de plaats waar het leidingnet dient te worden gerealiseerd in een minimum van tijd worden uitgevoerd.
In figuur 12 is nog een variante weergegeven waarbij in de plaats van een randaarding gebruik wordt gemaakt van een penaarding. Het aardingscontact 5 vertoont dan ook een aardingspen 49, die in dit geval op een steundeel 50 is bevestigd dat zieh parallel aan het vlak van de basis 33 uitstrekt.
Opgemerkt wordt dat volgens een voorkeurdragend aspect van de uitvinding het geheel is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aardingscontact 5, alsmede van een aardingscontact 5 zelf in de vorm van een randaarding of een penaarding, met als bijzonderheid dat de bevestigingsmiddelen en de respectievelijke aardingscontacten 5 zodanig zijn uitgevoerd dat bij de fabricage naar keuze een penaarding of randaarding op de basis 33 kan worden gemonteerd. In het weergegeven voorbeeld bestaan deze bevestigingsmiddelen dan ook uit een centrale steun 51
<Desc/Clms Page number 11>
waarop het aardingscontact 5 kan worden bevestigd, in het geval van een randaarding door middel van het centraal gedeelte 12, en in het geval van een penaarding door middel van het steundeel 50.
De bevestiging zelf kan hierbij gebeuren door middel van een schroef, rivet 52 of enig ander verbindingsmiddel.
De contactbussen 3-4, waarin de gebruiker de stekker van een of ander toestel kan steken, staan in het voorbeeld diagonaal opgesteld. Zulke diagonale opstelling biedt het voordeel dat optimaal plaats wordt geboden voor het onderbrengen van de contactbussen 3-4. Het is evenwel niet uitgesloten om volgens een variante de contactbussen 3-4 op een andere wijze ten opzichte van de behuizing 2 te plaatsen.
De behuizing 2 is in het weergegeven voorbeeld vierkant voorgesteld, maar kan eveneens een andere vorm hebben.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk stopcontact kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Zo bijvoorbeeld kunnen afzonderlijke connectoren voor ieder van de spanningspolen en/of de aardingspool worden aangewend, in de plaats van een gemeenschappelijke driepolige connector 13-14. Ook hoeft een meerpolige connector 13-14 niet te bestaan uit contactgedeelten die alle bestaan uit mannelijke delen of vrouwelijke delen.
Eenzelfde meerpolige connector 13-14 kan ook van gemengde contactdelen voorzien zijn.
<Desc/Clms Page number 12>
Ook is het duidelijk dat de respectievelijke nevenkenmerken van het stopcontact 1 in varianten naar willekeur kunnen worden gecombineerd.
<Desc / Clms Page number 1>
Wall outlet.
The present invention relates to a power outlet.
More specifically, the invention relates to a power outlet that can be assembled and disassembled quickly and easily, which offers an advantage in, for example, renovations of shops, offices and the like.
It is known that sockets are traditionally provided with connecting means in the form of screw terminals.
This allows these sockets to be connected to electrical wires of the power grid, by freeing the ends of these wires from their insulation, inserting the released ends into the screw terminals and then tightening the screws of the screw terminals. However, it takes a lot of time to assemble and dismantle, more specifically to connect such sockets, not only because of the aforementioned actions, but also because the screw terminals are only accessible after the entire housing has been dismantled
EMI1.1
is.
In addition, there are already known sockets where the connecting means consist of wire clamps, into which the stripped wire end of an electrical conductor must simply be inserted and thus clamped automatically. Although this is already an improvement, the disadvantage remains that the wire ends must be made free of their insulation on site and the voltage poles and grounding pole must each be connected separately, which is time-consuming
EMI1.2
is.
<Desc / Clms Page number 2>
The object of the invention is to facilitate and accelerate the mounting and dismantling of sockets.
To this end, the invention relates to a socket consisting of a housing which is provided with at least two sockets for a plug, the socket being provided with connecting means cooperating with the contact sockets, characterized in that the connecting means are in the form of one or more plug-shaped connectors, and these plug-shaped connectors, whether in the form of a plug or in the form of a socket, are designed.
Providing such a socket with connecting means in the form of plug-shaped connectors offers the advantage that it becomes much simpler and faster to connect the sockets, simply by using connecting cables which are also equipped with connectors, and simple when connecting plug the connectors of the connection cables and the sockets together.
The socket according to the invention preferably comprises not only connectors with which it can be connected to connecting cables which are also provided with connectors, but also connectors with which several of such socket can be plugged into each other. This makes it easy to mount multiple sockets next to each other.
In the most preferred embodiment, in addition to the aforementioned contact sockets, the socket is also provided with an earthing contact, either in the form of an earth connection or in the form of a earth connection,
<Desc / Clms Page number 3>
the aforementioned connecting means therefore contain one or more plug-shaped connectors which cooperate with the relevant grounding contact.
In a particularly preferred embodiment the socket comprises a base and this base is provided with fastening means for an earthing contact which are designed such that during manufacture a pin earthing or edge earthing can be mounted on the base as desired. As a result, the advantage is obtained that only a base has to be manufactured that can be used both for sockets with peripheral earthing and for sockets with earthing.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment is described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 represents a socket according to the invention in perspective; figures 2 and 3 show views according to arrows F2 and F3 in figure 1; figure 4 represents an exploded view of the socket of figure 1, together with a plug of a connecting cable, and with the base of a second similar socket; figure 5 represents a view according to arrow F5 in figure 4; figure 6 represents the part which is indicated by F6 in figure 4, but one of the connectors being removed from the base of the socket;
<Desc / Clms Page number 4>
Figures 7 and 8 respectively show a frontal view and a side view of two plugged-in sockets of the invention; figure 9 shows on a larger scale and in cross-section a view of the part indicated with F9 in figure 8; figure 10 represents the two sockets of figures 7 and 8 in perspective, but provided with a common decorative plate; figure 11 schematically represents an electrical line network in which use is made of sockets according to the invention, more specifically sockets according to figures 1 to 10 i figure 12 shows a view analogous to that of figure 4, but for an embodiment of the socket which replaces with a grounding earth is equipped with a grounding earth.
As shown in Figures 1 to 6, the invention relates to a socket 1 which, as usual, comprises a housing 2, as well as two contact sockets 3-4 for the usual two voltage poles, and preferably also an earthing contact 5, and connecting means 6 around the contact sockets 3 -4 and the grounding contact 5 to the mains. By the connection means 6 is meant means that allow to connect the socket 1 to either a supply line, or another electrical element such as another socket, or both.
In the example shown, the contact sockets 3-4 each consist of two opposite parts 7-8 which can be elastically pressed apart, and which thus form seats 9 for the pins of a
<Desc / Clms Page number 5>
plug 1 to be fitted. These contact sockets 3-4 can have any other shape and do not necessarily have the appearance of a socket.
The grounding contact 5 is designed as an earth connection and consists of two contact lips 10-11 which are mutually connected by means of a central part 12.
The special feature of the invention is that the connecting means 6 are designed in the form of one or more plug-shaped connectors, in this case two three-pole connectors, 13 and 14 respectively. Plug-shaped conectors are herein understood to be connectors which are either in the form of a plug or in the form of a socket.
In the example shown, the voltage poles 15-16 and the grounding pole 17 of the connector 13 are designed as plugs, in other words each provided with a male contact part, more particularly a contact pin 18.
The voltage poles 19-20 and the grounding pole 21 of the connector 14 are designed as a socket and therefore have a female contact part, more particularly a bus-shaped contact part 22.
In a preferred embodiment of the socket 1, the plug-shaped connectors 13-14 as shown are accessible from the outside of the housing 2, such that a connection from the outside is possible without first having to open certain parts of the housing 2.
As is the case in the example shown, the socket 1 contains connectors, in this case 13-14, which
<Desc / Clms Page number 6>
allow several of such sockets 1 to be plugged directly into each other, as shown in Figs. 7 and 8. It is preferred here that, as also visible in these Figs, the connectors 13-14 are designed and situated in the housings 2, that the latter touch each other when two of such sockets 1 are plugged together with their respective connectors 13-14.
In the embodiment shown in the figures, the connectors 13-14, which allow the interconnection of two sockets 1, are arranged on two opposite sides of the housing 2, but it is clear that, according to a variant, other possibilities are not excluded. For example, connectors could be provided on the four sides of the socket 1, whereby not only sockets can be connected to each other in the same line, but also in both directions, i.e. in a state mounted against a wall both laterally and in height.
It is noted that the two sockets 1 can preferably be plugged into each other directly by means of their connectors 13-14 without further intermediate pieces. However, this does not exclude the possibility that a variant could be used with intermediate pieces, in which case, for example, all the connectors provided on the sockets 1 can then be designed in the same way, for example as "male" connectors, whereby the interconnection of the sockets 1 can then be realized with the help of an intermediate piece with two "female" connectors.
The socket 1 in the figures contains connectors 13-14 which consist of tubular housings 23 in which central
<Desc / Clms Page number 7>
the contact portions, respectively the aforementioned contact pins 18 and bus-shaped contact portions 22 are provided. Connectors of such a type are known per se and are, for example, commercialized by the Wieland company.
The contact portions of the connectors 13-14 are suitably connected by electrical connections 24-25 to the contact sockets 3-4 and the grounding contact 5, respectively. These connections can be of any nature and are therefore shown purely schematically. It can be concerned here with connections by means of wires, connections formed by metal lips which are made in one piece with the contact sockets 3-4 or the earthing contact 5 and are directly connected with the aforementioned contact parts, or any other type of connection.
As still shown in Figs. 1 to 8, and in more detail in Fig. 9, the socket 1 is preferably provided with locking means 26 which allow two or more of such socket 1 to be locked together.
In the example shown, these locking means 26 are in the form of a snap connection. For this purpose these locking means 26 consist of an elastically bendable hook-shaped locking element 27, which can cooperate with a locking part 28, in the form of an edge where the hook-shaped locking element 27 can hook, of a similar socket 1.
<Desc / Clms Page number 8>
Of course, means are also provided for releasing the lock. In the example shown, these are formed by a part 29 of the hook-shaped locking element 27 which is accessible from the outside of the housing 2, on which a force P can be exerted, whereby the locking element 27 can be bent until the locking is broken and the coupled sockets 1 can be deleted again.
It is noted that the socket 1 can also contain locking means whereby a locked connection with a connector 31 arranged on the end of a cable 30 can be realized, such that the connector 31 cannot release itself from the connector 13 of the socket 1 by itself. A possible embodiment of this is schematically shown in the left-hand part of Fig. 4 from which it is clear that the aforementioned hook-shaped locking element 27 will, when realizing a coupling between the socket 1 and the connector 31, hook behind a locking part 32 arranged on the connector 31 .
The housing 2 of the socket 1 is, as for example visible in Figure 4, preferably composed of a base 33 and a structure 34. The contact sockets 3-4, the grounding contact 5 and the connectors 13-14 are arranged on or on the base 33. The structure 34 is composed of two parts, on the one hand, a cover element 35 for the base 33 and, on the other hand, a wall part 36 defining a seat 37 for a plug.
<Desc / Clms Page number 9>
Although the connectors 13-14 can also be made in one piece with, for example, the housing 2 or other parts of the socket 1, it is preferable that they are arranged in a demountable manner in the housing 2, for example in that they are shown by means of coupling parts as shown in figure 6. 38 in seats 39 can be inserted into the base 33.
Recesses 41 are formed in the bottom plate 40 of the base 33 which accommodate the connectors 13-14.
Thus, an unnecessary additional wall part below the connectors 13-14 is excluded, which contributes to a limitation of the size of the socket 1 according to a direction perpendicular to the bottom plate 40.
It is noted that a seat 42 may be present between the cover element 35 and the wall part 36, which allows to clamp a cover plate 43 between the cover element 35 and the wall part 36, as shown in Figure 10. This figure relates to a cover plate 43 for two plugged-in sockets 1. It is, however, clear that cover plates 43 for a socket or more than two sockets 1 can also be realized. If such a cover plate 43 is omitted, possibly one
EMI9.1
intermediate ring 44, as shown in Figure 8.
The use of such sockets 1, more particularly their mounting, is schematically illustrated in Figure 11. This figure represents an electrical line network that is assembled mainly by means of plug-in elements. Use is hereby made of cables 30 provided with connectors 31 for the mutual connections between several of the respective ones
<Desc / Clms Page number 10>
components, including the sockets 1.
In the example shown, these components also comprise, in addition to the sockets 1, a junction box 45 which is, for example, of the type described in European Patent Application No. 0,778,635, a switch 46, a light point 47 and a connection 48 on the power supply.
It is clear that by making the appropriate connections in the junction box 45 and using the appropriate connection cables 30, the entire pipe network can be realized almost exclusively by means of pluggable connections. Since the interconnections in the junction box 45 can be realized in advance in a workshop as a function of the electrical diagram of the intended pipe network, the work at the place where the pipe network is to be realized can be carried out in a minimum of time.
Figure 12 shows another variant in which use is made of a pin earthing instead of an edge earthing. The grounding contact 5 therefore has a grounding pin 49, which in this case is mounted on a support part 50 which extends parallel to the plane of the base 33.
It is noted that according to a preferred aspect of the invention, the whole is provided with fastening means for the grounding contact 5, as well as with an earthing contact 5 itself in the form of an edge grounding or a pin grounding, with the special feature that the fastening means and the respective grounding contacts 5 are such that in the manufacture of choice a pin ground or edge ground can be mounted on the base 33. In the example shown, these fastening means therefore consist of a central support 51
<Desc / Clms Page number 11>
on which the grounding contact 5 can be attached, in the case of an earth connection by means of the central part 12, and in the case of a earth connection by means of the support part 50.
The attachment itself can be done by means of a screw, rivet 52 or any other connecting means.
The contact sockets 3-4, in which the user can plug in the plug of some device, are arranged diagonally in the example. Such a diagonal arrangement offers the advantage that optimum space is provided for accommodating the contact sockets 3-4. However, it is not excluded that, according to a variant, the contact sockets 3-4 may be positioned in a different manner relative to the housing 2.
The housing 2 is shown as square in the example shown, but can also have a different shape.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such a socket can be realized in various shapes and dimensions without departing from the scope of the invention.
For example, separate connectors can be used for each of the voltage poles and / or the grounding pole, instead of a common three-pole connector 13-14. Also, a multi-pole connector 13-14 need not consist of contact portions that all consist of male or female parts.
The same multi-pole connector 13-14 can also be provided with mixed contact parts.
<Desc / Clms Page number 12>
It is also clear that the respective secondary characteristics of the socket 1 can be combined in variants at will.