BE1012256A3 - Werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia. Download PDF

Info

Publication number
BE1012256A3
BE1012256A3 BE9800779A BE9800779A BE1012256A3 BE 1012256 A3 BE1012256 A3 BE 1012256A3 BE 9800779 A BE9800779 A BE 9800779A BE 9800779 A BE9800779 A BE 9800779A BE 1012256 A3 BE1012256 A3 BE 1012256A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
scenario
objects
user
production
multimedia
Prior art date
Application number
BE9800779A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vartec Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vartec Naamloze Vennootschap filed Critical Vartec Naamloze Vennootschap
Priority to BE9800779A priority Critical patent/BE1012256A3/nl
Priority to EP99203485A priority patent/EP0997829B1/en
Priority to DE69900965T priority patent/DE69900965T2/de
Priority to CN99126327A priority patent/CN1115638C/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1012256A3 publication Critical patent/BE1012256A3/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F16/00Information retrieval; Database structures therefor; File system structures therefor
    • G06F16/40Information retrieval; Database structures therefor; File system structures therefor of multimedia data, e.g. slideshows comprising image and additional audio data
    • G06F16/48Retrieval characterised by using metadata, e.g. metadata not derived from the content or metadata generated manually
    • G06F16/483Retrieval characterised by using metadata, e.g. metadata not derived from the content or metadata generated manually using metadata automatically derived from the content
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F16/00Information retrieval; Database structures therefor; File system structures therefor
    • G06F16/40Information retrieval; Database structures therefor; File system structures therefor of multimedia data, e.g. slideshows comprising image and additional audio data

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Data Mining & Analysis (AREA)
  • Databases & Information Systems (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Library & Information Science (AREA)
  • Processing Or Creating Images (AREA)
  • Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)
  • Information Retrieval, Db Structures And Fs Structures Therefor (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia, bij welke realisatie in een eerste stap een scenario ontworpen wordt waarbij op een beschrijvende wijze de inhoud bepaald wordt van de multimedia productie, in een tweede stap de componenten van multimedia geproduceerd worden, waarna in een derde stap de geproduceerde componenten geïntegreerd worden tot de uiteindelijke productie, daardoor gekenmerkt dat ze een werkwijze bevat voor het uitwerken van een scenario en waarmee dit scenario gespecifieerd wordt in de vorm van scenario-objecten en de relaties daartussen en waarmee uit dit aldus gespecifieerd scenario op automatische wijze gegevens geëxtraheerd worden om de productie- en integratiestappen op te starten, door gebruik te maken van een eerste soort intelligente processen, ook "agents" genoemd, die automatisch en autonoom het scenario controleren op bepaalde ontwerpregels.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia, bij welke realisatie in een eerste stap een scenario ontworpen wordt waarbij op een beschrijvende wijze de inhoud bepaald wordt van de multimedia productie, in een tweede stap de componenten van de multimedia geproduceerd worden, waarna in een derde stap de geproduceerde componenten geïntegreerd worden tot de uiteindelijke productie. 



  "Multimedia" wordt hier in ruime zin bedoeld, zodat hieronder zowel 2D als 3D producties, al dan niet interactief, moeten verstaan worden. 



  Bij het realiseren van multimedia worden tot nog toe voornoemde stappen manueel en intuïtief en op een van elkaar elektronisch losstaande wijze uitgevoerd. De informatie in deze verschillende stappen wordt op verschillende wijzen opgeslagen en bewerkt. Eenmaal het scenario bepaald werd, wordt alle informatie opnieuw vertaald in een voor een productie-omgeving verstaanbare informatie. Hierdoor gaat tijd en informatie verloren. 



  De uitvinding heeft een werkwijze voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia als doel die voornoemde nadelen niet vertoont en op een eenvoudiger en snellere manier dergelijke realisatie toelaat. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat ze een werkwijze bevat voor het uitwerken van een scenario en waarmee dit scenario gespecifieerd wordt in de vorm van 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 scenario-objecten en de relaties daartussen en waarmee uit dit aldus gespecifieerd scenario op automatische wijze gegevens geëxtraheerd worden om de productie-en integratiestappen op te starten, door gebruik te maken van een eerste soort intelligente processen,   ook "agents"   genoemd, die automatisch en autonoom het scenario controleren op bepaalde ontwerpregels. 



  Bij voorkeur bevat ze tevens een werkwijze voor het produceren van multimediacomponenten uitgaande van het uitgewerkte scenario, waarmee door middel van een tweede soort intelligente processen, alle aanwezige informatie gefilterd wordt en geselecteerd wordt wat nodig is voor het verdere verloop van de productiestap. 



  Met de door de tweede soort processen verkregen informatie kunnen de verschillende scenario-objecten uitgebreid worden met kenmerken of attributen die bepalen hoe een scenario-object zieh manifesteert in de uiteindelijke productie en hoe dit scenario-object gerealiseerd wordt. 



  Ze kan een werkwijze bevatten voor het produceren van multimediacomponenten uitgaande van het uitgewerkte scenario waarmee, indien niet alle noodzakelijke gegevens uit het scenario kunnen gehaald worden, deze informatie op 
 EMI2.1 
 een interactieve manier aangevuld wordt met behulp van één of meer"gidsen", ook"assistenten"of"wizards"genaamd.Voornoemde gidsen kunnen bestaan uit onder meer   één   of meer van de volgende : een avatar gids, een object manipulatiegids, een interactieve assemblage gids, een gids voor de visualisatie van wisselende object toestanden, een gids voor de simulatie van natuurkundige krachten, een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 annotatie gids en een gids voor de visualisatie van omgevingen. 



  De verkregen scenario-objecten kunnen in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm samen met hun attributen opgeslagen worden in een multimedia databank (database) met verspreide datatoegang of   zogenoemde"distributed   data access eigenschappen. 



  Deze databank kan eventueel gekoppeld worden aan een of meer bestaande document-beheersystemen. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting die bijzonder geschikt is voor het toepassen van de hiervoor beschreven werkwijze. 



  De uitvinding heeft bijgevolg ook betrekking op een inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia die scenario-ontwerpmiddelen bevat om de verschillende delen van de multimedia-omgeving te specifiëren, bij voorkeur in heterarchische vorm en die daardoor gekenmerkt is dat de scenario-ontwerpmiddelen middelen bevatten om het scenario te specifiëren in de vorm van scenario-objecten en de relaties daartussen, en middelen bevatten om automatisch en autonoom het scenario te controleren op bepaalde ontwerpregels. 



  De middelen om het scenario te specifiëren, kunnen middelen bevatten om een beschrijving aan elk van de componenten van de media-omgeving te koppelen en middelen om in elke beschrijving aan te duiden op welk aspect elk fragment ervan betrekking heeft. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Bij voorkeur bevat de inrichting productiemiddelen voor het produceren van de nodige multimediacomponenten, welke productiemiddelen middelen bevatten om alle aanwezige informatie te filteren en te selecteren wat nodig is voor het verdere verloop van de productie, en een aantal gidsen bevatten. 



  De productiemiddelen kunnen minstens   één   of meer gidsen bevatten uit de hogergenoemde groep van gidsen. 



  De productiemiddelen kunnen middelen bevatten voor de import van zowel bestaande als nieuw ontworpen media-componenten. 



  Ze kunnen ook beheermiddelen bevatten om ze te beheren naar de gebruikers en naar de ontwerpers toe. 



  Bij voorkeur bevat de inrichting integratiemiddelen om de door de productiemiddelen geproduceerde mediacomponenten in de media-omgeving te plaatsten, welke integratiemiddelen middelen kunnen bevatten voor het exporteren van de tot een product geïntegreerde mediacomponenten naar buiten uit. 



  De inrichting kan een databank bevatten met verspreide datatoegang ("distributed data access"), die eventueel aan een of meer document-beheersystemen kan gekoppeld zijn om snel een bepaald document te kunnen terugvinden. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia beschreven met verwijzing naar de 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 bijgaande tekening die een blokschema weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding. 



  De figuur geeft een inrichting voor de realisatie van multimedia weer die in hoofdzaak uit drie modules bestaat die respectievlijk scenario-ontwerpmiddelen 1 vormen om de verschillende delen van de multimedia-omgeving te specifiëren, productiemiddelen 2 voor het produceren van de nodige multimediacomponenten en integratiemiddelen 3 om de door de productiemiddelen 2 geproduceerde mediacomponenten in de media-omgeving te plaatsten. 



  De scenario-ontwerpmiddelen 1 bevatten middelen 4 om het scenario te specifiëren in de vorm van scenario-objecten en de relaties daartussen en middelen 5 om automatisch en autonoom het scenario te controleren op bepaalde ontwerpregels. 



  Elk scenario-object beschrijft een bepaald onderdeel van de multimediaproductie op een bepaald detailniveau. Een scenario-object en zijn relaties met andere scenario-objecten kunnen gespecifieerd worden door middel van een tekst, een tekening of enig ander medium. 



  De middelen 4 om het scenario te specifiëren,   ook"story     designer" genoemd,   bevatten middelen om een beschrijving aan elk van de componenten van de media-omgeving te koppelen en middelen om in elke beschrijving aan te duiden op welk aspect elk fragment ervan betrekking heeft. 



  Deze middelen 4 bevatten selectiemiddelen en een eenvoudige teksteditor en een schets-venster. Ze kunnen zelf een kleine interactieve omgeving bevatten waarin de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 hiërarchische structuur van de componenten kan gevisualiseerd worden als een 3D beeld. 



  De middelen 4 staan in verbinding met een multimediabank 6 met verspreide datatoegang ("distributed data access). 



  De eerste werkwijze volgens de uitvinding gebruikt bij het realiseren van multimedia laat toe met de scenarioontwerpmiddelen 1 het scenario te specifiëren in de vorm van scenario-objecten en de relaties daartussen en uit dit aldus gespecifieerd scenario op automatische wijze gegevens te extraheren om de productie-en integratiestappen op te starten. Deze werkwijze maakt hiertoe gebruik van een eerste soort intelligente processen, ook "agents" genoemd, die automatisch en autonoom het scenario controleren op bepaalde ontwerpregels. 
 EMI6.1 
 



  De scenarist specifieert één voor één de verschillende onderdelen van de multimedia productie op een bepaald detailniveau, bijvoorbeeld de virtuele omgeving, en koppelt aan elke component, bijvoorbeeld een scène, een interactief voorwerp, een onderdeel of een avatar, en zijn relaties met andere scenario-objecten, een beschrijving die bestaat uit een tekst, een tekening of een ander medium. 



  Met behulp van voornoemde selectiemiddelen kan in de beschrijvende tekst en/of tekening aangeduid worden op welk aspect elk fragment van deze tekst en tekening betrekking heeft : de verschijningsvorm, het voortgebrachte geluid, het autonome gedrag of het interactieve gedrag. Door dit aan te duiden, kan in een latere fase, bij de productiestap, semi-automatisch herkend worden welke auteur aan welk onderdeel van de productie kan en mag werken en kan automatisch een rapport gegeneerd worden voor deze auteurs 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 waarin alle relevante informatie uit het scenario wordt samengevat. 



  De scenarist kan hierbij heterarchisch tewerk gaan. 
 EMI7.1 
 



  Hij kan eerst beginnen met een globale beschrijving van het scenario en daarna de verschillende onderdelen één voor één meer in detail specifiëren, maar hij kan eerst beginnen met het specifiëren van de kleinere onderdelen om ze dan daarna samen te voegen tot grotere gehelen. 



  Bijvoorbeeld bij een 3D omgeving zal de scenarist eerst een scenario-object aanmaken waarin hij de virtuele omgeving als geheel kort beschrijft, waarna hij bepaalde onderdelen van de virtuele omgeving gedetailleerd kan beschrijven in volgende scenario-objecten. Deze scenario-objecten kunnen gewone omgevingsobjecten of avatar-objecten zijn. 



  De relaties die gelegd worden tussen de componenten en die tegelijk met deze componenten beschreven worden kunnen evenals deze componenten gevisualiseerd worden in het 3D beeld (3D grafe) die de basis vormt van de interface met de scenario-ontwerpmiddelen 1 en de productiemiddelen 2. 



  De aldus beschreven scenario-objecten alsmede de relaties tussen hen, bijvoorbeeld component-aggregaat relaties of interactierelaties tussen de objecten, worden opgeslagen in de databank 6 waaruit de scenarist ook opgeslagen informatie kan putten. 



  De middelen 5 om automatisch en autonoom het scenario te controleren op bepaalde ontwerpregels bevatten intelligente processen of zogenoemde"agents"waarmee voornoemd controleren automatisch en autonoom wordt uitgevoerd. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Voornoemde ontwerpregels kunnen verband houden met allerlei aspecten van het scenario zoals de bereikbaarheid en de waarneembaarheid van verschillende onderdelen van het scenario, de lengte van de navigatie trajecten enz. 



  Door een tweede werkwijze worden met behulp van de productiemiddelen 2 de componenten van de media-productie geproduceerd. 



  De productiemiddelen 2 sluiten ook aan op de databank 6 en bevatten voor het uitvoeren van een tweede reeks intelligente processen, middelen om alle aanwezige informatie te filteren en te selecteren wat nodig is voor het verdere verloop van de productie. 



  Met de door deze tweede soort processen verkregen informatie worden de verschillende scenario-objecten uitgebreid met attributen die bepalen hoe een scenario-object zieh manifesteert in de uiteindelijke productie en hoe dit scenario-object gerealiseerd wordt. 



  De productiemiddelen 2 bevatten beheermiddelen 7 die onder meer bestemd zijn voor de producent of manager van het project. Met deze beheermiddelen 7 kan de producent beheren wie elektronische informatie mag inbrengen en worden ook gebruikers voorkeuren 8 ("multi-user faciliteiten") beheerd. 



  Deze beheermiddelen 7 bevatten dus onder meer middelen om te herkennen welke auteur aan welk onderdeel of fragment kan en mag werken en om voor een auteur een rapport te genereren met de voor deze auteur relevante informatie uit het scenario. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Ook de productie kan opgevolgd worden op gebied van kwaliteit, planning en budget. De huidige status van de productie kan op elk ogenblik geëvalueerd worden. Ook eventuele wijzigingen aan het scenario, die voor ze voor de productie gebruikt worden door de producent moeten goedgekeurd worden, kunnen met dit onderdeel geëvalueerd worden naar hun invloed op de kosten, de planning en de kwaliteit van de productie. 



  Om de scenario-objecten uit te breiden met attributen zullen veelal niet alle gegevens uit het scenario kunnen gehaald worden. 



  De productiemiddelen 2 bevatten daarom verder een aantal "wizards" of gidsen 9 die vooral bestemd zijn voor de auteurs, dit zijn de medewerkers die de verschillende onderdelen van het scenario uitwerken en waaruit de gebruiker op een interactieve manier de informatie kan aanvullen. 



  Elke gids bevat gedragsfuncties voor onderwerpen, scènes, avatars en dergelijke die vaak voorkomen of nodig zijn en biedt functies om de gedragsbeschrijvingen van het scenario te vertalen naar het programma toe. 



  Een of meer van volgende gidsen zijn aanwezig : - Een avatar gids, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker zal kunnen navigeren doorheen het scenario. In het geval van een productie met het   medium "Virtuele realiteit" met   onder andere interactive 3D grafische delen, zal de gebuiker met behulp van deze gids kunnen specifiëren hoe de eindgebruiker kan navigeren doorheen de virtuele omgeving. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Deze avatar gids is de basis gids die altijd aanwezig is. De andere kunnen in de vorm van een insteekbare component   ("plug-in")   worden toegevoegd. 



  - Een object manipulatiegids die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker de objecten zal kunnen manipuleren, bijvoorbeeld een gevisualiseerde machine zal kunnen besturen. 



   - Een interactieve assemblage gids die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker objecten zal kunnen assembleren tot grotere gehelen. 



     - Een   gids voor de visualisatie van wisselende objecttoestanden die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop alternatieve toestanden van een object moeten gevisualiseerd worden en van de informatiebron waaruit de toestand van deze objecten kan verkregen worden. 



  - Een gids voor de simulatie van natuurkundige krachten die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van het gedrag van de objecten onder invloed van natuurkundige krachten zoals de zwaartekracht, elektromagnetische krachten, krachten tengevolge van windbelasting, krachten tengevolge van het impact van lichamen op elkaar (bij botsing) enz. 



  - Een annotatiegids die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker annotaties zal kunnen toevoegen aan objecten evenals bij de wijze waarop annotaties moeten gevisualiseerd worden. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 In het geval van een productie met het medium"virtuele en uitgebreide realiteit", zal deze annotatiegids de gebruiker ondersteunen bij de specificatie van de te realiseren 3D annotatie methoden. 



     - Een   gids voor de visualisatie van omgevingen die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de omgevingen waarin de objecten gevisualiseerd worden. 



  Bij het gebruik van deze gidsen kan de uitvoerder, dit is de gebruiker van een inrichting die de werkwijze ondersteunt, eventueel zelf attributen toevoegen. 



  Als alle gedragingen kunnen ingevuld worden met de aangeboden functies van de beschikbare gidsen, dan is er verder geen programmatie nodig voor de toepassing. Meestal is dit evenwel niet het geval. In dit geval kan een projectmedewerker de media-omgeving wegschrijven in   één   of meerdere bestanden waarmee de auteur of de programmeur verder kan werken. Deze bestanden bevatten een script-code voor al de gedragsfuncties die in de gids werden geselecteerd. 



  Mediacomponenten waaraan nog wordt gewerkt en die dus niet in de databank 6 opgeslagen zijn, worden onder andere ingevuld met eenvoudige tijdelijke componenten. In de scripts zijn zones afgebakend waar de programmeur extra programma codes kan toevoegen. Deze zones zijn afgebakend met commentaarvelden. 



  De door een programmeur uitgebreide bestanden kunnen dan later in de databank worden ingelezen. De toegevoegde programma codes worden in de databank bewaard, evenals de wijzigingen aan de reeds aanwezige codes. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 Eventueel kan voor elk van de te creëren media-componenten (geometrie, pixmap, video, geluid) een klein rapport aangemaakt worden met het programma van de eisen voor die componenten. Dit rapport wordt samengesteld uit al de in het scenario voorhanden zijnde beschrijvingen van die componenten. 



  Een ander onderdeel van de productiemiddelen 2 bestaat in middelen 10 om zowel bestaande als nieuw ontworpen media-componenten, die bijvoorbeeld met behulp van voornoemde gidsen 9 werden ontworpen, te importeren. Met deze importmiddelen kunnen aangemaakte mediacomponenten zoals geometrie, pixmaps, video en geluid, in de project databank geïmporteerd worden. Elke te importeren component wordt door de auteur toegewezen aan een object, een scene, een avatar of aan onderdelen daarvan. Formaatomzetting voor elk van deze mediacomponenten geschiedt onder andere door middel van externe programma's die vanuit de importmiddelen 10 worden opgeroepen. 



  Met een derde werkwijze worden met behulp van de integratiemiddelen 3 de geproduceerde componenten geïntegreerd tot de uiteindelijke productie of met andere woorden de door de productiemiddelen 2 geproduceerde multimediacomponenten worden in de media-omgeving geplaatst. 



  Deze integratiemiddelen 3 bevatten hiertoe middelen voor het exporteren van de tot een product geïntegreerde mediacomponenten, met hun definitieve invulling, naar buiten uit, bijvoorbeeld een multimediaspeler, een viewer enz. 



  Met behulp van deze integratiemiddelen 3 kunnen de componenten eerst nog geëxporteerd worden naar een editor 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 en na eventuele aanpassing ingelezen worden in de databank 6 en geëxporteerd worden naar buiten uit. Bij de integratie kunnen in principe enkel parameters aangepast worden zoals posities van objecten, tijdsintervallen enz, daar waar bij de productie scripts en zuiver programmatorische objecten worden aangepast of toegevoegd. 



  In de multimedia-databank 6 worden, zoals reeds vermeld, de scenario-objecten samen met hun relaties en hun attributen en de multimediacomponenten opgeslagen. De geïmporteerde mediacomponenten worden telkens gekoppeld aan dat scenario-object of onderdeel ervan waarvan ze een realisatie zijn. 



  Doordat de scenarist op een heel vrije manier het scenario moet kunnen opbouwen moet de multimedia-databank 6 zeer flexibel zijn, hetgeen wordt gerealiseerd door kleine scenario-objecten aan te bieden die door de scenarist aan elkaar gekoppeld worden tot een volwaardig scenario. Andere actoren in het productieproces kunnen er dan allerlei data aan vastkoppelen die betrekking hebben op de implementatie van de scenario-objecten. Deze data die ingebracht wordt bij het importeren van de media-componenten worden ingelezen uit aparte bestanden die te gepasten tijde als losse bestanden weer uit de databank 6 moeten kunnen geëxporteerd worden. 



  Deze multimedia-databank 6 kan gekoppeld zijn aan een of meer bestaande document-beheersystemen 11. 



  De hiervoor beschreven werkwijze en inrichting laten een heel flexibele en snelle realisatie van multimedia toe. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 De inrichting moet niet noodzakelijk de drie hiervoor beschreven modules bevatten. De modules kunnen afzonderlijk in de handel gebracht worden. Het volstaat dat de inrichting de module met de scenario-ontwerpmiddelen 1 bevat. De productie van de componenten en/of de integratie kan eventueel op een klassieke manier geschieden. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de tekening geïllustreerde uitvoeringsvorm, doch dergelijke inrichting en werkwijze voor de realisatie van multimedia kan in verschillende varianten wordt verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (1)

  1. Conclusies.
    1. - Werkwijze voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia, bij welke realisatie in een eerste stap een scenario ontworpen wordt waarbij op een beschrijvende wijze de inhoud bepaald wordt van de multimedia productie, in een tweede stap de componenten van de multimedia geproduceerd worden, waarna in een derde stap de geproduceerde componenten geïntegreerd worden tot de uiteindelijke productie, daardoor gekenmerkt dat ze een werkwijze bevat voor het uitwerken van een scenario en waarmee dit scenario gespecifieerd wordt in de vorm van scenario-objecten en de relaties daartussen en waarmee uit dit aldus gespecifieerd scenario op automatische wijze gegevens geëxtraheerd worden om de productie-en integratiestappen op te starten, door gebruik te maken van een eerste soort intelligente processen, ook "agents" genoemd,
    die automatisch en autonoom het scenario controleren op bepaalde ontwerpregels.
    2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het specifiëren van het scenario op een heterarchische manier gebeurt.
    3.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat ze een werkwijze bevat voor het produceren van multimediacomponenten uitgaande van het uitgewerkte scenario, waarmee door middel van een tweede soort intelligente processen, alle aanwezige informatie gefilterd wordt en geselecteerd wordt wat nodig is voor het verdere verloop van de productiestap.
    4.-Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat met de door de tweede soort processen verkregen informatie <Desc/Clms Page number 16> de verschillende scenario-objecten uitgebreid worden met attributen die bepalen hoe een scenario-object zieh manifesteert in de uiteindelijke productie en hoe dit scenario-object gerealiseerd wordt.
    5.-Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat ze een werkwijze voor het produceren van multimediacomponenten uitgaande van het uitgewerkte scenario bevat waarmee, indien niet alle noodzakelijke gegevens uit het scenario kunnen gehaald worden, deze informatie op een interactieve manier aangevuld wordt met behulp van één of meer"gidsen", ook "wizards" genaamd.
    6.-Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat deze gidsen één of meer van de volgende bevatten : een avatar gids, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker zal kunnen navigeren doorheen het scenario, een object manipulatiegids, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker de objecten zal kunnen manipuleren, een interactieve assemblage gids, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker objecten zal kunnen assembleren tot grotere gehelen, een gids voor de visualisatie van wisselende object toestanden, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop alternatieve toestanden van een object moeten gevisualiseerd worden en van de informatiebron waaruit de toestand van deze objecten kan verkregen worden,
    een gids voor de simulatie van natuurkundige krachten, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van het gedrag van de objecten onder invloed van natuurkundige krachten, een annotatie gids, die de gebruiker ondersteunt bij de <Desc/Clms Page number 17> specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker annotaties zal kunnen toevoegen aan objecten evenals bij de wijze waarop annotaties moeten gevisualiseerd worden, en een gids voor de visualisatie van omgevingen, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de omgevingen waarin de objecten gevisualiseerd worden.
    8.-Werkwijze volgens een van de conclusies 3 tot 7, daardoor gekenmerkt dat tijdens het produceren van de multimediacomponenten, multimediacomponenten van buiten uit, eventueel vervaardigd met behulp van een of meer gidsen, geïmporteerd kunnen worden.
    9.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verkregen scenario-objecten samen met hun attributen opgeslagen worden in een multimedia databank (database) met verspreide datatoegang of zogenoemde "distributed data access eigenschappen.
    10.-Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de databank gekoppeld wordt aan een of meer bestaande document-beheersystemen.
    11.-Inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia, welke inrichting scenario-ontwerpmiddelen (1) bevat om de verschillende delen van de multimediaomgeving te specifiëren, daardoor gekenmerkt dat de scenario-ontwerpmiddelen (1) middelen (4) bevatten om het scenario te specifiëren in de vorm van scenario-objecten en de relaties daartussen, en middelen (5) bevatten om automatisch en autonoom het scenario te controleren op bepaalde ontwerpregels. <Desc/Clms Page number 18> 12.-Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de middelen (4) om het scenario te specifiëren middelen bevatten om een beschrijving aan elk van de componenten van de media-omgeving te koppelen en middelen om in elke beschrijving aan te duiden op welk aspect elk fragment ervan betrekking heeft.
    13.-Inrichting volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat ze productiemiddelen (2) voor het produceren van de nodige multimediacomponenten bevat, welke productiemiddelen (2) middelen bevatten om alle aanwezige informatie te filteren en te selecteren wat nodig is voor het verdere verloop van de productie, en één of meer gidsen (9) bevatten.
    14.-Inrichting volgens conlusie 13, daardoor gekenmerkt dat de productiemiddelen (2) minstens één of meer gidsen bevatten uit de groep gevormd door : een avatar gids, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker zal kunnen navigeren doorheen het scenario, een object manipulatiegids, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker de objecten zal kunnen manipuleren, een interactieve assemblage gids, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker objecten zal kunnen assembleren tot grotere gehelen, een gids voor de visualisatie van wisselende object toestanden,
    die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop alternatieve toestanden van een object moeten gevisualiseerd worden en van de informatiebron waaruit de toestand van deze objecten kan verkregen worden, een gids voor de simulatie van natuurkundige krachten, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van het gedrag van de objecten onder invloed van natuurkundige krachten, <Desc/Clms Page number 19> een annotatie gids, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de wijze waarop de eindgebruiker annotaties zal kunnen toevoegen aan objecten evenals bij de wijze waarop annotaties moeten gevisualiseerd worden, en een gids voor de visualisatie van omgevingen, die de gebruiker ondersteunt bij de specificatie van de omgevingen waarin de objecten gevisualiseerd worden.
    15.-Inrichting volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat de productiemiddelen (2) middelen (10) bevatten voor de import van zowel bestaande als nieuw ontworpen media-componenten.
    16.-Inrichting volgens een van de conclusies 13 tot 15, daardoor gekenmerkt dat de productiemiddelen (2) beheermiddelen (7) bevatten om ze, te beheren naar de gebruikers en naar de ontwerpers toe.
    17.-Inrichting volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de beheermiddelen (7) middelen bevatten om te herkennen welk auteur aan welk onderdeel of fragment kan en mag werken en om voor een auteur een rapport te genereren met de voor deze auteur relevante informatie uit het scenario.
    18.-Inrichting volgens een van de conclusies 11 tot 17, daardoor gekenmerkt dat ze integratiemiddelen (3) bevat om de door de productiemiddelen geproduceerde mediacomponenten in de media-omgeving te plaatsten.
    19.-Inrichting volgens conclusies 18, daardoor gekenmerkt dat de integratiemiddelen (3) middelen bevatten voor het exporteren van de tot een product geïntegreerde mediacomponenten naar buiten uit. <Desc/Clms Page number 20>
    20.-Inrichting volgens een van de conclusies 11 tot 19, daardoor gekenmerkt dat ze een databank (6) met verdeelde datatoegang ("distributed data access") bevat die eventueel gekoppeld is aan een of meer bestaande document-beheersystemen (11).
BE9800779A 1998-10-28 1998-10-28 Werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia. BE1012256A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800779A BE1012256A3 (nl) 1998-10-28 1998-10-28 Werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia.
EP99203485A EP0997829B1 (en) 1998-10-28 1999-10-22 "Method and device for simplifying the production of multimedia".
DE69900965T DE69900965T2 (de) 1998-10-28 1999-10-22 Verfahren und Gerät um die Herstellung von Multimedia zu vereinfachen
CN99126327A CN1115638C (zh) 1998-10-28 1999-10-28 用于简化多媒体制造的方法和装置

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800779A BE1012256A3 (nl) 1998-10-28 1998-10-28 Werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012256A3 true BE1012256A3 (nl) 2000-08-01

Family

ID=3891492

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800779A BE1012256A3 (nl) 1998-10-28 1998-10-28 Werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0997829B1 (nl)
CN (1) CN1115638C (nl)
BE (1) BE1012256A3 (nl)
DE (1) DE69900965T2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1994028480A1 (en) * 1993-05-24 1994-12-08 Media Station, Inc. Interactive multimedia development system and method
WO1997046957A1 (en) * 1996-06-04 1997-12-11 Tallpine Technologies, Inc. Method and apparatus for multimedia presentations

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1994028480A1 (en) * 1993-05-24 1994-12-08 Media Station, Inc. Interactive multimedia development system and method
WO1997046957A1 (en) * 1996-06-04 1997-12-11 Tallpine Technologies, Inc. Method and apparatus for multimedia presentations

Also Published As

Publication number Publication date
CN1115638C (zh) 2003-07-23
EP0997829B1 (en) 2002-03-06
CN1261179A (zh) 2000-07-26
DE69900965D1 (de) 2002-04-11
DE69900965T2 (de) 2002-10-17
EP0997829A1 (en) 2000-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Flemming Case-based design in the SEED system
Chonoles et al. UML 2 for Dummies
CN100361162C (zh) 通过动画对象实例来支持图形显示元素的动画制作的系统
KR101085720B1 (ko) 모듈러 웹 애플리케이션을 생성하는 프레임워크
Martens Ceptre: A language for modeling generative interactive systems
Pastor et al. Conceptual modelling of web applications: the OOWS approach
Kreminski et al. Felt: a simple story sifter
Gu et al. Shape grammars: A key generative design algorithm
Lai et al. Towards friendly mixed initiative procedural content generation: Three pillars of industry
CN104823159A (zh) 用于改变人机界面设备中对象的方法和设备
Dodero et al. Model-driven learning design
da Cruz et al. A metamodel-based approach for automatic user interface generation
Muller et al. Platform independent web application modeling
BE1012256A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vergemakkelijken van de realisatie van multimedia.
Fraternali et al. Multi-level tests for model driven web applications
Furtado et al. Sharpludus: improving game development experience through software factories and domain-specific languages
Johnson-Bey et al. Centrifuge: A Visual Tool for Authoring Sifting Patterns for Character-Based Simulationist StoryWorlds.
Pellens et al. A development environment using behavior patterns to facilitate building 3d/vr applications
Coyne et al. Behavior modeling in design system development
Hong Concepts and Modelling Techniques for Pervasive and Social Games
Suàrez et al. Applying knowledge management in UI design process
CN111949267A (zh) 一种ui前端生成方法及装置
Tikhonova et al. Visualization of formal specifications for understanding and debugging an industrial DSL
Mehm et al. Authoring processes and tools
McSharry et al. Foundation ActionScript 3.0 with Flash CS3 and Flex

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20061031