BE1011272A6 - Roterend plat vlak met gewichtje. - Google Patents

Roterend plat vlak met gewichtje. Download PDF

Info

Publication number
BE1011272A6
BE1011272A6 BE9700602A BE9700602A BE1011272A6 BE 1011272 A6 BE1011272 A6 BE 1011272A6 BE 9700602 A BE9700602 A BE 9700602A BE 9700602 A BE9700602 A BE 9700602A BE 1011272 A6 BE1011272 A6 BE 1011272A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weight
wing
zone
flat surface
plane
Prior art date
Application number
BE9700602A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Laureyssens Dirk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Laureyssens Dirk filed Critical Laureyssens Dirk
Priority to BE9700602A priority Critical patent/BE1011272A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1011272A6 publication Critical patent/BE1011272A6/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63HTOYS, e.g. TOPS, DOLLS, HOOPS OR BUILDING BLOCKS
    • A63H33/00Other toys
    • A63H33/18Throwing or slinging toys, e.g. flying disc toys

Landscapes

  • Toys (AREA)

Abstract

Speelgoedje dat een bedrukt plat vlak is waarmee ten minste één gewicht (schroef/moer, rivet, kauwgum-tablet, lijmdruppel, knikker, ...) wordt verbonden op tenminste één specifieke zone (12) teneinde ten minste één nieuw en assymetrisch zwaartezone te scheppen waardoor het geheel een dubbele kanteling krijgt en roteert als het in de lucht daalt. Uit natuurlijk of kunstmatig materiaal of eetwaren. Met diverse vormen mogelijk. Meestal uitgevoerd met twee vleugel-delen, de gewicht-vleugel en de steun-vleugel.De specifieke gewichtzone voor de gewichtsvleugel is gelegen in een sector van de grenszone namelijk die welke begrensd is door de lengtemiddellijn van de gewichtsvleugel, de breedte-middellijn van de gewichtsvleugel, de buitenzijde van de gewichts-vleugel en de dwarse middellijn van de grenszone.

Description


  Beschrijving: Roterend plat vlak met gewichtje

  
De zwaartekracht overwinnen was lang een droom kijk vandaag maar naar de vliegtuigen en raketten. Met de zwaartekracht spelen en haar proberen te slim af te zijn is nog steeds een kinderwens zie maar naar de papieren vliegertjes. Een van de geschenken van de natuur zijn de ronddraaiende zaadjes van een aantal bomen waardoor ze een maximale verspreiding willen geven aan hun zaden en daarom een soort helikopterjes maakte die via een kopgewichtje en een speiale 3D-vleugel werken. In ons geval wensen wij een speelgoedje en promotieartikel/ boodschapdrager te maken dat bestaat uit een plat vlak, dat dus ook gemakkelijk en snel te produceren is, en ook maximale grafische en druk-mogelijkheden geeft.

  
Op de huidige markt van speelgoed en promotieartikelen is deze uitvinding niet aanwezig. Waarschijnlijk door haar eenvoud, en haar twee-dimensionaliteit. Essentieel is dat wij bij een plat vlak een opening maken of zone bepalen dat een nieuw zwaartepunt zal vormen als wij er een bepaald gewichtje in plaatsen waardoor het geheel zal zweven en/of roteren.

  
Ook is het interessant te stellen dat rotatie in feite een ultra-korte zweefvlucht is. Deze wordt veroorzaakt door de dubbele assymetrische positionering van het gewicht namelijk enerzijds in een specifieke zone die buitenwaarts ligt voorbij de middellijn van de gewichtszone/gewichtvleugel van het platte vlak en anderzijds aan de binnenzijde van de middellijn van de steunzone/steunvleugel of de gecorrigeerde middellijn

  
Het is duidelijk dat met een plat vlak bedoeld wordt een plaatje, maar eveneens twee of meer platte plaatjes die op elkaar worden gelegd en bv. door de constructie van het gewicht met elkaar worden verbonden. Ik denk bv. aan een cola flesje dat via een drukknop wordt verbonden met een andere losse vleugel zodat het samen een hier beschreven roterend plaatje wordt. zulke benadering wordt dus ook hier geclaimd. Twee plaatjes op elkaar leggen en verbinden met elkaar geeft een minimaal andere gewichtsverdeling maar het blijft in essentie vlak. Bovendien kunnen ook bv. losse platte rondellen bij het gewicht worden gevormd waarbij deze rondellen speciale vormen hebben zodat de speler met de weerstands-askepten kan experimenteren.

   Ook hier kunnen wij stellen dat het mogelijk is een plat vlakje te verbinden met een bijkomende gedimensioneerde vleugel, eventueel in een voorgevormd materiaal of eventueel met een meervoudig-geplooid vlak.

  
De uitvinding betreft dus een plat vlak (10)(20)(30)(40)(50) waarmee ten minste één gewicht (11) wordt verbonden (bv. in, op, rond, ...) op tenminste één specifieke zone (12) teneinde ten minste één nieuw en assymetrisch zwaartepunt of zwaartezone te scheppen waardoor het geheel een specifieke dubbele kanteling krijgt en daardoor roteert als het in de lucht of water daalt. Het plat vlak is regelmatig (13) en/of onregelmatig (31) van buitenvorm en/of binnenopeningen (32) en kan bestaan uit diverse materialen zoals: papier, karton, hard of zacht kunststof
(bv. PS, PP, PE, EVA, PA,... ), harsen , film, metaal, hout (bv. plank, multiplex, spaanderplaat, ...), textiel (bv. industriele weefsels, ...), voedsel (bv. gum, owel, ...), of een ander bekend materiaal, en eventueel combinaties ervan en/of speciale bewerkingen/behandelingen (bv. laminaten, films, ...).

  
Het gewicht kan bestaan uit diverse materialen zoals : papier
(bv. een reeks zelfklevers), karton (bv. extra rondellen, insteekgewichtje, ...) , metaal (bv. rivet, klinknagel, ...), hout, glas, rubber plastiek of een andere kunststof, lijm-druppel, voedsel
(bv. kauwgum-tablet, dropje, spinnetje, lolly, ...), en kan bestaan uit één of meerdere delen die bij elkaar gevoegd kunnen worden (bv. bijkomende metaalvijs en moer, klik-delen, extra gewicht met een rondel toe te voegen, ..) of een bescherming geven (bv. kauwgum + bescherm-blister, snoep in doosje of in een zakje, ... ).

  
Belangrijk is te stellen dat ons plat vlakje niet in zijn plat vlak roteert als het wordt geworpen, dus dat het als het in de lucht daalt bv. na een worp omhoog, naar beneden werpen van een hoogte, niet uitzichzelf in zijn vlakte-richting roteert maar bv. naar beneden dwarrelt, in zijn lengte-as roteert, valt, ....

  
Ons plat vlak kan uit één enkele vleugel-deel bestaan, maar kan ook meerdere delen hebben. Een mogelijkheid is dus een plat vlak (20) dat bestaat uit tenminste twee vleugel-delen (21,22) die verbonden zijn in een overlappende zone (23), bv. twee identieke rechthoeken in 90[deg.] ten opzichte van elkaar die elkaar voor de helft overlappen (Fig. 2), een grote (14) en kleine rechthoek (15) die elkaar gedeeltelijk overlappen (Fig. 1), een elips en een schuin gepositioneerde rechthoek die elkaar gedeeltelijk overlappen , twee onregelmatige abstracte en/of figuratieve vormen (Fig. 3), en anderen. Bedoelde vleugel-delen kunnen identiek (21, 22) van vorm zijn of verschillend, symmetrisch van vorm zijn en/of assymetrisch, figuratief en/of abstract, .... en quasi alle vormen aannemen.

  
De specifieke zone, waarin het gewicht moet geplaatst worden, is gelegen in een deel van de effectieve of geprojecteerde overlappende zone (23) van de vleugeldelen.

  
Wij maken een onderscheid tussen de gewichtsvleugel en de steunvleugel omdat daarin een verschillende assymetrie heerst, meer bepaald ligt bij de gewichts-vleugel (24) het daarin geplaatste gewicht (25) - in de buitenwaartse (26) richting - over haar lengte-middellijn (27) , en zal bij de steunvleugel (28) het daarin geplaatste gewicht (25) - in de binnenwaartse richting over haar lengte-middellijn (29) liggen. De dimensies van de steunvleugel worden dan wel - eventueel - gecorrigeerd volgens de helft ( middelijn )(42) van de gewicht-vleugel.

  
De overlappende zone (46) kan dus dimensioneel gecorrigeerd worden tot grens-zone (41) als de vleugel-delen ongelijke afmetingen (47, 48) hebben en aldus een correctie wordt uitgevoerd waarbij de korte ( dwarse) middellijn (42) van de gewichtsvleugel de nieuwe ondergrens wordt van de gecorrigeerde overlappende zone, waardoor eveneens het diagonaal middelpunt van de overlappende zone gecorrigeerd wordt (44).

  
We komen tot de conclusie dat dus de specifieke zone (50) voor de gewichtsvleugel (51 ) gelegen is in de grenszone (52) en specifiek ligt in de sector die begrensd is door de lengtemiddellijn (53) van de gewichtsvleugel, de breedte-middellijn

  
(54) van de gewichtsvleugel, de buitenzijde (55) van de gewichts-vleugel en de dwarse middellijn (56) van de grenszone. Hierbinnen kan het gewicht, of meerdere kleinere gewichtjes geplaatst worden, en afhankelijk waar het geplaatst wordt wordt de kantelingshoek meer of minder worden gewijzigd waardoor er een andere snijhoek tov de lucht komt. Een andere snijhoek geeft een scherpere of vlakkere rotatie. De aerodynamische aspekten van de coptor kunnen daarbij ook hun invloed geven waarbij een smallere gewicht-vleugel bv. meer turbulentie-effecten achter zich schept.

  
Elk plat vlak heeft tenminste twee specifieke zones (61) en die symmetrisch tov het diagonaal middelpunt (63) van de grenszone (64) liggen. Bij het versteken van het gewicht in zijn spiegel-zone wordt de steun-vleugel gewichtsvleugel en omgekeerd. , en het verplaatsen van het gewicht van een specifieke zone naar een andere zal dan ook de zweef- en/of rotatie-karakteristieken ( sneller, trager, schokkend, ...) wijzigen overeenkomstig de andere vleugel-dimensies. In beginsel zal een kortere gewicht-vleugel een tragere rotatie geven en een langere gewichtsvleugel een snellere rotatie.

   In de grens-zone, zal vanuit de diagonaal lijn die vertrekt vanuit de hoek van de dwarse middellijn en de buitenzijde van de kleinere gewichtvleugel ondermeer een aantal rotatie-posities voor het gewicht liggen waarbij van trage (kleinere zijde) naar sneller rotaties ( grotere zijde) wordt gegaan omdat de kantelingshoek steeds vlakker wordt.

  
De eigenschappen van het platte vlak zijn eveneens erg belangrijk, zo zal de oppervlakte van het vlak een minimale dimensie moeten hebben tov het gewicht zoniet zal er geen draag-vermogen zijn, en tevens zal het vlak een minimale stijfheid of doorbuigingsweertand moeten hebben zoniet zal het gewicht het vlak vervormen of omplooien. Bij voldoende oppervlakte en minimale stijfheid kan aldus het gewicht overeenkomstig de positie in de specifieke zone in het specifieke vlak - zich verdelen zowel in de lengte richting als in de dwarse richting en de kantelingen veroorzaken.

  
Als het gewicht te laag is ten opzichte van het specifieke vlak dat zal een onregelmatige of vrij regelmatige glijvlucht plaats hebben voornamelijk langs de gewicht-vleugel.

  
Qua gewicht kunnen we stellen dat - in niet-aerodynamische condities, bij een luchtvochtigheid van circa 75% en bij correcte rotatie-punt in de grens-zone - een zweefvlucht verkregen wordt als de verhouding tussen toegevoegd gewicht en gewicht van het vlak staat van 0,65 tot �0,85, en dat een aanvaardbare en gelijkmatige rotatie verkregen wordt als de verhouding tussen �0,85 en 3,5 staat, en een toenemend onregelmatige en lager inzettende rotatie verkregen wordt tot 5,5. Nadien valt het vlak. Het spreekt voor zich dat wijzigingen in luchtvochtigheid, grondtemperatuur ( thermiek oorzaak) en wind-snelheid en
-bewegingen ook een belangrijke rol spelen en het resultaat beïnvloeden. Ook zal het opgooien met een meer roterende pols-beweging - waardoor het vlak reeds een rond het zwaartepunt roterende beweging mee krijgt - een betere resultaat verkregen worden. 

  
Wij stellen dat als het gewicht binnen de corresponderende verhoudingen ligt ten opzicht van het platte vlak een korte dwarse kanteling gegeven wordt aan het vlak zodat de glijvlucht kort en/of ultra kort wordt, hetgeen een rotatie in feite is. Naarmate de positie van het gewicht meer afwijkt van de schuine dwarse diagonaal van de grenszone - binnen de grenszone - zal het gewicht meer een cirkelvormige beweging maken. Als het gewicht te zwaar is ten opzichte van het vlak zal de lengte kanteling primeren en wordt de dwarse kanteling geneutraliseert of verhoudingsgewijs te gering en zal het geheel in neerwaartse richting getrokken worden, dwz. vallen.

  
Het blijkt dat het toevoegen van de kleinere vleugel een stabiliserende functie heeft op het gehele vlak door zijn verbreding van het luchtweerstandsvlak en bijgevolg door zijn verfijning van de kantelingshoek. Het kleinere vleugel-deel blijkt bij het opgooien ook een vertragende functie te hebben omdat

  
 <EMI ID=1.1> 

  
inneemt waardoor het geheel hoger kan gegooid worden dan indien het geen extra vleugel had. Bijgevolg veroorzaakt hij een storende turbulentie bij hogere snelheid die de rotatie-werking blokkert tot de snelheid vertraagt.

  
Het plat vlak (70) kan ook bestaan uit één vleugel-deel zodat er geen gewicht-vleugel meer is, en dus ook geen specifieke zone

  
(71) is omdat deze zich theoretisch buiten het lichaam bevindt, maar waarbij de tweede symmetrische specifieke zone (72) van de steun-vieugel zich nog wel situeert in de bovenhoek , zodat bij het plaatsen van het gewicht (73) in die zone en het gooien ervan de steun-vleugel automatisch gewicht-vleugel wordt, en er toch een rotatie plaats heeft. Het wordt dus mogelijk een kaartje met juist gewicht in de hoek te laten roteren. Het opstelling ziet men in figuur 7.

  
Het gewicht kan bevestigd worden op het vlak op verschillende manieren, bv. in de opening in het smalle kopgedeelte van de vleugel wordt geschoven of vastgeklikt , over het smalle kopgedeelte wordt geschoven, over een gedeelte van het kopgedeelte, op de vleugel wordt gekleefd (bv. zelfkleefstrook). Ook kunnen op de vleugel extra structuren of gewichten worden geplaatst om andere rotatie-, start- of vliegeigenschappen te bekomen bv. als rondel, doorsteekbandje, ... Een speciaal gewicht kan een haakje hebben voor het afschieten met een catapult of rekker. Het gewicht kan ook een speciale vorm hebben (bv. een koffieboon, een snoepje, een stripgezichtje, een oog, een logo, een flesje, een stopje, een poppetje, een knop, ...).

   Het plat vlak kan ook bestaan uit de gooibare verpakking zelf waarin een ander voorwerp zit zoals een ander speelgoedje (bv. mini-auto), een snoepje ( kauwbal, lolly, chocolade-reep, ...) , een koek, een balletje, een knikker, .... De twee buitenste vleugel-delen zullen best werken als ongeveer 80 a 100[deg.] uit elkaar staan, en met - over hun gemiddelde lengte - een maximum van 130[deg.] uit elkaar staan gemeten vanuit het geplaatste gewicht.

  
Aan het plat vlak kunnen allerlei vormen gegeven worden waarvan de vorm-geving ( buitencontour, openingen in de vleugel(s), ...) meer of minder aero-dynamische eigenschappen heeft waardoor de rotatie-snelheid en het eventuele vlieggedrag kunnen beïnvloed worden, zoals bv. worp geeft eerst een bewegingsvolle glijvlucht die dan overgaat in een rotatie-daling, en waardoor het mogelijk wordt met minder of meer gewicht toch rotaties of zweving te bekomen. De assymetrie van vormen geeft bovendien dat de tegenkomende luchtmassa gemakkelijker naar één zijde worden afgebogen.

   Het plat vlak kan één of meerdere afbeeldingen bevatten waarbij de roterende vorm de contour en afbeelding kan hebben van bv. een flesje, blikje, doosje, voedselstuk, fruit, maaltijd, groenten, kleren, verpakking, gebruiksvoorwerp ( bv. keukentoestel, camera, CD, CD-speler, hifi, computer, lamp, gsm, benzinepomp, pomp-handgreep, pistool, cassette, ...), verbruiksgoederen, voertuig, dier, logo, stripfiguur, biljet, boek, gebouwen, monumenten, meubelen, politieke en historische figuren, landschappen, ... of een andere afbeelding, eventueel uitgebreid met extra vleugel met bv. boodschapstrook (bv. new, tijdelijk aanbod, special, prijs: XX, ...), vinger, arm met hand, schroevendraaier, sleutel, logo, ladder, pijl, trap, deur, gereedschap, ... etc.

   Dit plat vlak doet dus dienst als speelgoedje (bv. voor hall, tuin, strand, plein, ...) en als promotieartikel (bv. weggeefartikel, on-pack, in-pack, ...) en kan bedrukt, gelamineerd, bekleefd of versierd worden met allerlei grafische elementen en visuele effecten, zoals figuurtjes (65), logo, namen, stikkers, kleurstrepen, ... en waarbij de contouren ook speciale figuurtjes of vormen kunnen hebben zoals bv. een vleermuisvleugel-vorm of een ruimtetuig, en kunnen het voorwerp uitmaken van een grote verzamel-hype.

Claims (1)

  1. Conclusies:
    1. Een platte vlak (10)(20)(30)(40)(50) waarmee ten minste één gewicht (11) wordt verbonden (bv. in, op, rond, ...) op tenminste één specifieke zone (12) teneinde ten minste één nieuw en assymetrisch zwaartepunt of zwaartezone te scheppen waardoor het geheel een specifieke dubbele kanteling krijgt en daardoor roteert als het in de lucht daalt;
    2. Plat vlak, zoals beschreven in conclusie 1, dat regelmatig (13) en/of onregelmatig (31 ) van buitenvorm en/of binnenopeningen
    (32) kan zijn, en dat bestaat uit papier, karton, hard of zacht kunststof (bv. PS, PP, PE, EVA, PA,... ), harsen , film, metaal, hout (bv. plank, multiplex, spaanderplaat, ...), textiel (bv. industriele weefsels, ...), voedsel (bv. gum, owel, ...), of een ander bekend materiaal, en eventueel combinaties ervan en/of speciale bewerkingen/behandelingen (bv. laminaten, films, ...);
    3. Een gewicht, zoals beschreven in conclusie 1, dat kan bestaan uit papier (bv. een reeks zelfklevers), karton (bv. extra rondellen, insteekgewichtje, ...) , metaal (bv. rivet, klinknagel, ...), hout, glas, rubber plastiek of een andere kunststof, lijm-druppel, voedsel (bv. kauwgum-tablet, dropje, spinnetje, lolly, ...), en kan bestaan uit één of meerdere delen die bij elkaar gevoegd kunnen worden (bv. bijkomende metaalvijs en moer, klik-delen, extra gewicht met een rondel toe te voegen, ..) of een bescherming geven (bv. kauwgum + bescherm-blister, snoep in doosje of in een zakje, ... );
    4. Een plat vlak, zoals beschreven in conclusie 1, dat als het in de lucht daalt bv. na een worp omhoog, naar beneden werpen van een hoogte, niet uitzichzelf in zijn vlakte-richting roteert maar bv. naar beneden dwarrelt, in zijn lengte-as roteert, valt,
    5. Een plat vlak (20) , zoals beschreven in conclusie 1, dat bestaat uit tenminste twee vleugel-delen (21,22) die verbonden zijn in een overlappende zone (23), bv. twee identieke rechthoeken in 90[deg.] ten opzichte van elkaar die elkaar voor de helft overlappen (Fig.
    2), een grote (14) en kleine rechthoek (15) die elkaar gedeeltelijk overlappen (Fig. 1), een elips en een schuin gepositioneerde rechthoek die elkaar gedeeltelijk overlappen , twee onregelmatige abstracte en/of figuratieve vormen (Fig. 3), en anderen; 6. Vleugel-delen, zoals beschreven in conclusie 5, die identiek (21, 22) van vorm zijn of verschillend, symmetrisch van vorm zijn en/of assymetrisch, figuratief en/of abstract, ...;
    7. Vleugel-deel, zoals beschreven in conclusie 5, dat gewichtsvleugel (24) wordt genoemd indien het daarin geplaatste gewicht
    (25) - in de buitenwaartse (26) richting - over haar lengtemiddellijn (27) ligt, en dat steunvleugel (28) wordt genoemd indien het daarin geplaatste gewicht (25) - in de binnenwaartse richting over haar lengte-middellijn (29) ligt;
    8. Specifieke zone, zoals beschreven in conclusie 1, die gelegen is in een deel van de effectieve of geprojecteerde overlappende zone (23) van de vleugeldelen;
    9. Overlappende zone (46) , zoals beschreven in conclusie 5 en 8, die dimensioneel gecorrigeerd wordt tot grens-zone (41) als de vleugel-delen ongelijke afmetingen (47, 48) hebben en aldus een correctie wordt uitgevoerd waarbij de korte ( dwarse) middellijn
    (42) van de gewichtsvleugel de nieuwe ondergrens wordt van de gecorrigeerde overlappende zone, waardoor eveneens het diagonaal middelpunt van de overlappende zone gecorrigeerd wordt (44);
    10. Specifieke zone (50) , zoals beschreven in conclusie 1, die geldt voor de gewichtsvleugel (51) en die gelegen is in de grenszone (52), zoals beschreven in conclusie 9, en die specifiek ligt in de sector begrensd door de lengte-middellijn (53) van de gewichtsvleugel, door de breedte-middellijn (54) van de gewichtsvleugel, door de buitenzijde (55) van de gewichts-vleugel en de dwarse middellijn (56) van de grenszone;
    11. Specifieke zone (61), zoals beschreven in conclusie 1, die symmetrisch wijzigt tov het diagonaal middelpunt (63) van de grens-zone (64) indien de steun-vleugel gewichtsvleugel wordt in hetzelfde platte vlak, dwz één plat vlak (60) heeft tenminste twee specifieke zones (61, 62), en het verplaatsen van het gewicht van een specifieke zone naar een andere de zweef en/of rotatiekarakteristieken wijzigt;
    12. Gewicht, zoals beschreven in conclusie 1, dat als het in de specifieke zone geplaatst wordt en in de juiste verhouding staat tov de oppervlakte/gewicht/stijfheid karakteristieken van het specifieke vlak dit vlak zowel in de lengte richting als in de dwarse richting kantelt;
    13. Gewicht, zoals beschreven in conclusie 1, dat als het te laag is ten opzichte van het specifieke vlak een glijvlucht geeft in de lengte richting.
    14. Gewicht, zoals beschreven in conclusie 1, dat - in nietaerodynamische condities, bij een luchtvochtigheid van circa 75% en bij correcte rotatie-punt in de grens-zone - een zweefvlucht geeft als de verhouding tussen toegevoegd gewicht en gewicht van het vlak staat van 0,65 tot &#65533;0,85, en een aanvaardbare rotatie vertoont als de verhouding tussen &#65533;0,85 en 3,5 staat, en een toenemend onregelmatige rotatie vertoont tot 5,5;
    15. Gewicht , zoals beschreven in conclusie 1, dat als het binnen de corresponderende verhoudingen ligt ten opzicht van het platte vlak een korte dwarse kanteling geeft aan het vlak zodat de glijvlucht kort en/of ultra kort is, hetgeen een rotatie is.
    16. Corresponderende verhoudingen, zoals beschreven in conclusie 15, waarmee bedoeld wordt het geheel van karakteristieken van oppervlakte, gewicht en stijfheid van het vlak, en de positie van het gewicht;
    17. Gewicht , zoals beschreven in conclusie 1 , dat als het te zwaar is ten opzichte van het vlak en daardoor de lengte kanteling laat primeren en dwarse kanteling neutraliseert of te gering maakt en aldus het geheel in neerwaartse richting trekt;
    18. Vleugel-delen, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan het eventuele kleinere deel een stabiliserende functie heeft door zijn verbreding van het luchtweerstandsvlak;
    19. Vleugel-delen, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan het eventuele kleinere deel bij het opgooien een vertragende functie heeft qua aannemen van de ideale rotatie-positie waardoor het geheel hoger kan gegooid wordt dan indien het geen extra vleugel had omdat dan sneller de rotatie-positie was ingenomen;
    20. Een plat vlak (70), zoals beschreven in conclusie 1, dat ook kan bestaan één vleugel-deel zodat er geen gewicht-vleugel meer is, en dus ook geen specifieke zone (71 ) is omdat deze zich theoretisch buiten het lichaam bevindt, maar waarbij de tweede symmetrische specifieke zone (72) van de steun-vleugel zich nog wel situeert in de bovenhoek , zodat bij het plaatsen van het gewicht (73) in die zone en het gooien ervan de steun-vleugel automatisch gewicht-vleugel wordt, en er toch een rotatie plaats heeft;
    21. Plat vlak, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan de vormgeving ( buitencontour, openingen in de vleugel(s), ...) meer of minder aero-dynamische eigenschappen kunnen geven waardoor de rotatie-snelheid en het eventuele vlieggedrag kunnen beïnvloed worden, zoals bv. worp geeft eerst een bewegingsvolle glijvlucht die dan overgaat in een rotatie-daling, en waardoor het mogelijk wordt met minder of meer gewicht toch rotaties of zweving te bekomen;
    22. Plat vlak , zoals beschreven in conclusie 1, dat assymetrisch van vorm wordt gemaakt teneinde de tegenkomende luchtmassa gemakkelijker naar één zijde te laten afbuigen;
    23. Gewicht, zoals beschreven in conclusie 1, dat hetzij in de opening in het smalle kopgedeelte van de vleugel wordt geschoven of vastgeklikt , hetzij over het smalle kopgedeelte wordt geschoven, hetzij over een gedeelte van het kopgedeelte, hetzij op de vleugel wordt gekleefd (bv. zelfkleefstrook);
    24. Vleugel , zoals beschreven in conclusie 1, waarin of waaraan extra structuren of gewichten worden geplaatst om andere rotatie, start- of vlieg-eigenschappen te bekomen;
    25. Gewicht, zoals beschreven in conclusie 1 , waaraan een haakje is gemaakt voor het afschieten met een catapult;
    26. Gewicht, zoals beschreven in conclusie 1, dat een speciale vorm heeft (bv. een koffieboon, een snoepje, een stripgezichtje, een oog, een logo, een flesje, een stopje, een poppetje, een knop,
    ...).
    27. Plat vlak, zoals beschreven in conclusie 1, dat bestaat uit de gooibare verpakking zelf waarin een ander voorwerp zit zoals een ander speelgoedje (bv. mini-auto), een snoepje ( kauwbal, lolly, chocolade-reep, ...) , een koek, een balletje, een knikker, ...; 28. Een plat vlak, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan de twee buitenste vleugel-delen over hun gemddelde lengte ten hoogste 130[deg.] uit elkaar staan gemeten vanuit het geplaatste gewicht;
    29. Grens-zone, zoals beschreven in conclusie 9, waarvan de diagonaal lijn die vertrekt vanuit de hoek van de dwarse middellijn en de buitenzijde van de kleinere gewicht-vleugel ondermeer een aantal rotatie-posities voor het gewicht bevat waarbij van trage naar sneller rotaties wordt gegaan omdat de kantelingshoek steeds vlakker wordt;
    30. Plat vlak, zoals beschreven in conclusie 1 , waarbij de roterende vorm de afbeelding kan hebben van een flesje, blikje, doosje, voedselstuk, fruit, maaltijd, groenten, kleren, verpakking, gebruiksvoorwerp ( bv. keukentoestel, camera, CD, CD-speler, hifi, computer, lamp, gsm, bezinepomp, pomp-handgreep, pistool, cassette, ...), verbruiksgoederen, voertuig, dier, logo, stripfiguur, biljet, boek, gebouwen, monumenten, ... of een andere afbeelding, eventueel uitgebreid met extra vleugel met bv. boodschapstrook (bv. new, tijdelijk aanbod, special, prijs: XX, ...), vinger, arm met hand, schroevendraaier, sleutel, logo, ladder, pijl, trap, deur, gereedschap, ... etc. ;
    31. Plat vlak, zoals beschreven in conclusie 1, dat bestaat uit twee losse plaatjes (80, 81 ) die elkaar overlappen op de gewicht-zone en die door het gewicht (82) worden samengedrukt of via lijming of zelfklever met elkaar worden verbonden om zo als een plat geheel te functioneren. of eventueel een verbionding van een plat vlak met een tweede gedimensioneerde vleugel (bv. dubbelgeplooid karton);
    32. Plat vlak, zoals beschreven in conclusie 1, dienstig als speelgoedje (bv. voor hall, tuin, strand, plein, ...) en als promotieartikel (bv. weggeefartikel, on-pack, in-pack, ...) en dat kan bedrukt, gelamineerd, bekleefd of versierd worden met allerlei grafische elementen en visuele effecten, zoals figuurtjes (65), logo, namen, stikkers, kleurstrepen, ... en waarbij de contouren ook speciale figuurtjes of vormen kunnen hebben zoals bv. een vleermuisvleugel-vorm of een ruimtetuig.
BE9700602A 1997-07-10 1997-07-10 Roterend plat vlak met gewichtje. BE1011272A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700602A BE1011272A6 (nl) 1997-07-10 1997-07-10 Roterend plat vlak met gewichtje.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700602A BE1011272A6 (nl) 1997-07-10 1997-07-10 Roterend plat vlak met gewichtje.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1011272A6 true BE1011272A6 (nl) 1999-07-06

Family

ID=3890631

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700602A BE1011272A6 (nl) 1997-07-10 1997-07-10 Roterend plat vlak met gewichtje.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1011272A6 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6773344B1 (en) 2000-03-16 2004-08-10 Creator Ltd. Methods and apparatus for integration of interactive toys with interactive television and cellular communication systems

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6773344B1 (en) 2000-03-16 2004-08-10 Creator Ltd. Methods and apparatus for integration of interactive toys with interactive television and cellular communication systems

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5104124A (en) Collapsible game usable as a promotional device
US20120252304A1 (en) Convertible item for folding into a play field
US5658620A (en) Place mat having erectable and interchangeable pop-up figures
US4140317A (en) Containerized greeting card and game toy
US3100642A (en) Multi-purpose carton and game
US20080111312A1 (en) Disc throwing game
US9482497B2 (en) Corner-mounted target
US4919436A (en) Wall mounted decorative art convertible to a toss game with catch area
US20070057463A1 (en) System and method for providing a portable game
BE1011272A6 (nl) Roterend plat vlak met gewichtje.
US4906216A (en) Paper spinning top
US7100921B2 (en) Toss game
US5868596A (en) Flying toy
US6443861B1 (en) Flying toy and method of making same
GB2412365A (en) Multipupose lid
AU2006202218A1 (en) Display Apparatus
BE1011176A6 (nl) Op-zich-zelf roterend speelgoedje.
US20120074644A1 (en) Low cost game board and game
GB2263436A (en) Greetings card with game.
GB2417003A (en) Flying spinning top
FR2549380A1 (fr) Materiel et plateau de jeu
BE1015582A6 (nl) Ballon systeem.
AU2006100790B4 (en) Method of Sales Promotion
US10821352B2 (en) Toy
EP0936940A1 (en) Game apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: LAUREYSSENS DIRK

Effective date: 19990731