<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze en inrichting voor het koelen van lucht.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het koelen van lucht.
In de eerste plaats beoogt de uitvinding een werkwijze en inrichting die bijzonder geschikt zijn voor het koelen van stallen, doch meer algemeen kan de uitvinding ook in andere toepassingen worden aangewend.
Klassiek wordt voor het koelen van lucht gebruik gemaakt van compressie-koelinrichtingen. Dergelijke compressiekoelinrichting hebben echter als nadeel dat zij veel energie verbruiken.
In het geval dat zeer grote stallen dienen te worden gekoeld, heeft dit niet alleen als nadeel dat veel energie wordt verbruikt, doch ook een dure hoogspanningscabine, om in voldoende energietoevoer te kunnen voorzien, dient te worden geïnstalleerd.
De uitvinding beoogt dan ook een werkwijze en inrichting waarmee deze nadelen worden uitgesloten, met andere woorden waarmee lucht op een relatief goedkope wijze, met weinig energieverbruik, zeer doeltreffend kan worden gekoeld.
Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het koelen van lucht, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in, enerzijds, het koelen van een luchtstroom door deze doorheen een primaire kanalisatie van een warmtewisselaar te sturen en, anderzijds, het in een secundaire kanalisatie van deze warmtewisselaar verdampen van vloeistof, meer speciaal water, met behulp van een hulpluchtstroom die afgetakt is
<Desc/Clms Page number 2>
van de luchtstroom die de primaire kanalisatie verlaat. De te verdampen vloeistof wordt hierbij op de wanden van de secundaire kanalisatie gesproeid of verstoven.
Doordat in de secundaire kanalisatie een koeling geschiedt door het verdampen van het water, ontstaat in deze kanalisatie een koeleffect tot op nagenoeg de natteboltemperatuur, die het voordeel biedt dat een aanzienlijk koeleffect in de warmtewisselaar kan worden gerealiseerd, zelfs met een relatief gering debiet van de hulpluchtstroom.
Volgens de uitvinding geniet het de voorkeur dat gebruik wordt gemaakt van een platenwarmtewisselaar. Hierdoor ontstaat het voordeel dat zeer grote verdampingsoppervlakken ontstaan, waardoor de hulpluchtstroom tot een minimum kan worden beperkt en weinig energieverliezen optreden. Het gebruik van een warmtewisselaar met platen biedt ook het voordeel dat gemakkelijk grote oppervlakken door middel van
EMI2.1
éénzelfde sproei-inrichting kunnen worden bevochtigd, zodat in veel toepassingen reeds één warmtewisseleenheid kan vol- staan en er geen noodzaak bestaat om verschillende eenheden achter elkaar te koppelen.
Bij voorkeur wordt het vocht op de platen gesproeid, respectievelijk verstoven, met druppeltjes met afmetingen in de orde van grootte van 100 ä 300 micrometer, wat het beste verdampingseffect oplevert.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de hulpluchtstroom gekoeld en/of gedroogd, alvorens hij door de secundaire kanalisatie wordt geleid. Hierdoor kan de lucht van de hulpluchtstroom meer vocht opnemen, wat de verdamping van de vloeistof bevorderd.
<Desc/Clms Page number 3>
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het koelen van lucht die toelaat om de voornoemde werkwijze te realiseren.
Deze inrichting bestaat uit een platenwarmtewisselaar met een primaire kanalisatie en een secundaire kanalisatie ; sproeimiddelen die vloeistof op de wanden van de secundaire kanalisatie brengen om zodoende door verdamping een koeleffect te creëren ; leidingen die voorzien in een hoofdcircuit door de primaire kanalisatie en een nevencircuit door de secundaire kanalisatie, waarbij het nevencircuit een aftakking vormt op het hoofdcircuit, stroomafwaarts van de primaire kanalisatie ; en middelen om de voornoemde luchtstroom en hulpluchtstroom te creëren.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de platen van de platenwarmtewisselaar zodanig opgesteld of uitgevoerd dat de secundaire kanalisatie volgens de stromingsrichting vernauwt. Meer speciaal geniet het de voorkeur dat de platen spievormig staan opgesteld. Hierdoor wordt verkregen dat de vloeistof gemakkelijk over het volledige oppervlak van de platen kan worden gesproeid zonder dat de sproeiers daartoe tussen de platen dienen gemonteerd te zijn.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 de warmtewisselaar uit de inrichting van figuur 1 in perspectief weergeeft, eveneens geschematiseerd ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 3 het verloop van temperatuur en vochtigheid in een diagram verduidelijkt, voor de inrichting van figuur 1 ; figuur 4 schematisch een variante weergeeft van de inrichting van figuur 1 ; figuur 5 het verloop van temperatuur en vochtigheid in een diagram verduidelijkt, voor de inrichting van figuur 4 ; figuur 6 schematisch nog een variante weergeeft van de inrichting van figuur 1 ; figuur 7 het verloop van temperatuur en vochtigheid in een diagram verduidelijkt, voor de inrichting van figuur 6 ; figuur 8 een variante weergeeft van de warmtewisselaar uit figuur 2 ; figuur 9 een geschematiseerde doorsnede weergeeft volgens lijn IX-IX in figuur 8 ;
figuur 10 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur 9, voor een andere uitvoeringsvorm ; figuren 11 en 12 op een kleinere schaal zichten weergeven volgens pijlen F11 en F12 in figuur 10.
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 bestaat de inrichting 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een warmtewisselaar 2, in dit geval een platenwarmtewisselaar met een primaire kanalisatie 3 en een secundaire kanalisatie 4 ; sproeimiddelen 5 die zeer fijn verdeelde vloeistof 6 op de wanden van de secundaire kanalisatie 4 brengen om zodoende door verdamping een koeleffect te creëren ; niet weergegeven leidingen die voorzien in een hoofdcircuit 7 door de primaire kanalisatie 3 en een nevencircuit 8 door de secundaire kanalisatie 4, waarbij het nevencircuit 8 een aftakking vormt op het hoofdcircuit
<Desc/Clms Page number 5>
7, waarvan het aftakpunt 9 zieh stroomafwaarts van de primaire kanalisatie 3 bevindt ;
en middelen 10 om een luchtstroom 11 doorheen de primaire kanalisatie 3 en een hulpluchtstroom 12 doorheen de secundaire kanalisatie 4 te creëren.
De warmtewisselaar 2 bestaat uit een aantal naast elkaar gesitueerde platen 13-14, waartussen ruimtes 15-16 aanwezig zijn die afwisselend doorgangen vormen voor de luchtstroom 11 en de hulpluchtstroom 12. De ingangen, respectievelijk uitgangen van deze ruimtes 15-16 zijn zodanig gesitueerd dat, zoals weergegeven in de figuren, de luchtstroom 11 en de hulpluchtstroom 12 onderling kruiselings door de warmtewisselaar 2 gaan.
De middelen 10 om de luchtstroom 11 en de hulpluchtstroom 12 te creëren, bestaan in het weergegeven voorbeeld uit een gemeenschappelijke ventilator 17, doch het is duidelijk dat meerdere ventilators of dergelijke in het hoofdcircuit 7 en/of het nevencircuit 8 kunnen worden opgenomen.
De warmtewisselaar 2 is zodanig opgesteld dat de secundaire kanalisatie 4 zieh van boven naar onder uitstrekt. Onder de warmtewisselaar 2 is een vergaarbak 18 opgesteld voor het opvangen van naar beneden druipend vocht.
De voornoemde sproeimiddelen 5 bestaan uit een sproeier 19 die door middel van een pomp 20 of dergelijke wordt gevoed, die vloeistof 6, meer speciaal water, uit de vergaarbak 18 onttrekt. De vloeistof 6 in de vergaarbak 18 wordt op peil gehouden door een aansluiting op een toevoernet 21, bij voorkeur een leidingnet voor water. Het peil in de vergaarbak 18 kan hierbij worden geregeld door middel van een afsluiter 22 die bevolen wordt door een vlotter 23.
<Desc/Clms Page number 6>
De sproeier 19, die in werkelijkheid verschillende sproeimonden kan hebben, bevindt zieh boven het pakket van platen 13-14 en is zodanig uitgevoerd dat de betreffende vloeistof 6 verstoven wordt over het volledige oppervlak van de platen 13-14.
De werking van de inrichting 1, alsmede de daarmee gepaard gaande werkwijze, bestaat erin dat door middel van de middelen 10 een luchtstroom 11 doorheen de primaire kanalisatie 3 wordt gestuurd. Deze luchtstroom 11 wordt opgesplitst in een hoofdluchtstroom 24 en een hulpluchtstroom 12. De hulpluchtstroom 12 voorziet in de verdamping van de door middel van de sproeimiddelen 5 op de platen 13-14 gesproeide vloeistof 6.
Het verkregen effect wordt verduidelijkt in het diagram van figuur 3, waarin in de abscis het watergehalte X in de lucht is uitgezet, terwijl in de ordinaat de temperatuur T is uitgezet. Verder zijn lijnen R van relatieve vochtigheid weergegeven, alsmede lijnen H van gelijke enthalpie.
De verschillende toestanden A, B en C die in het diagram van figuur 3 zijn aangeduid, zijn toestanden die zieh kunnen voordoen op de overeenstemmend aangeduide plaatsen A, B en C in figuur 1. Aan de platen 13-14 ontstaat een koeltemperatuur die de natteboltemperatuur in punt C van het diagram benadert.
In figuur 4 is een variante weergegeven waarbij tussen het voornoemde aftakpunt 9 en de secundaire kanalisatie 4 van de warmtewisselaar 2 een koeler 25 en een droger 26, die al dan niet gecombineerd zijn in één toestel, zijn opgenomen.
Bij voorkeur betreft het hierbij een klassieke koeler 25 die in een compressiekoeling voorziet.
<Desc/Clms Page number 7>
Zoals uiteengezet in de inleiding wordt hierdoor een betere verdamping verkregen van de vloeistof 6 die zich op de platen 13-14 bevindt, wat in een beter koeleffect resulteert.
De verschillende toestanden A, B en Cl, C2 en C3 die hierbij optreden, zijn schematisch in het diagram van figuur 5 afgebeeld.
In figuur 6 is een variante van de inrichting 1 weergegeven waarbij gebruik wordt gemaakt van een droger 27 in het nevencircuit 8 die voorzien is van een regenereerbaar droogmiddel, bijvoorbeeld silicagel. De uit deze droger 27 tredende lucht wordt bij voorkeur gekoeld alvorens zij wordt aangewend voor de verdamping van de vloeistof 6 in de secundaire kanalisatie 4. Hiertoe is in de warmtewisselaar 2 een hulpkanalisatie 28 aangebracht voor het koelen van de hulpluchtstroom 12.
Tijdens het in gebruik zijn van de inrichting 1 van figuur 6 worden in wezen toestanden A, B, Cl, C2 en C3 verkregen zoals aangeduid in het diagram van figuur 7.
Uit de diagrammen van figuren 3,5 en 7 is het duidelijk dat lagere natteboltemperaturen kunnen worden gerealiseerd met de uitvoeringen van figuren 6 en 7 dan dit het geval is met de uitvoering van figuur 1, waardoor het uiteindelijke koeleffect merkelijk beter is.
In figuur 8 is schematisch een variante weergegeven waarbij de platen 13-14 spievormig staan opgesteld, zodanig dat de secundaire kanalisatie 4 volgens de stromingsrichting vernauwt. Hierdoor wordt verkregen dat de tussen de platen 13-14 gesproeide vloeistof 6 doeltreffend het volledige
<Desc/Clms Page number 8>
oppervlak van deze platen 13-14 kan bestrijken, zelfs wanneer de sproeier 19 zieh boven deze platen 13-14 bevindt.
Volgens de figuren 8 en 9 is de inrichting 1 eveneens voorzien van een element 29, zoals een geperforeerde plaat, voor het gelijkmatig verdelen van de lucht over de verschillende ruimtes 16 van de secundaire kanalisatie 4, waardoor de lucht optimaal wordt benut voor het verdampen en zodoende het debiet van de hulpluchtstroom 11 tot een minimum kan worden beperkt.
Figuur 9 maakt ook nog duidelijk hoe het geheel kan worden voorzien van leidingen of kanalen 30,31 en 32 om de toegevoerde luchtstroom 11, de hulpluchtstroom 12 en de hoofdluchtstroom 24 te geleiden. De hoofdluchtstroom 24 vormt hierbij het nuttige gedeelte aan gekoelde lucht.
In werkelijkheid zal de warmtewisselaar 2 uit een groot aantal platen 13-14 zijn opgebouwd, bijvoorbeeld in de orde van grootte van enkele tientallen.
Figuur 10 geeft nog een gedeelte van een praktische uitvoeringsvorm in doorsnede weer waarbij in de primaire kanalisatie 3 geleidingsmiddelen 33, in de vorm van ribben 34-35-36-37 zijn aangebracht die de lucht van de luchtstroom 11 naar het meest nauwe gedeelte 38 van de ruimtes 15 dwingen, om te bekomen dat een optimale warmte-overdracht ontstaat. De ribben 34-35 zijn hierbij aangebracht aan de platen 13. De ribben 36-37 zijn aangebracht aan de platen 14 en komen bij de montage van het geheel tussen de ribben 34-35 te zitten, één en ander zoals is aangeduid in de figuren 11 en 12.
<Desc/Clms Page number 9>
Volgens de uitvoeringsvormen van de figuren 10 tot 12 zijn in de secundaire kanalisatie 4 eveneens geleidingsmiddelen aangebracht die de kruiselingse doorstroming bevorderen en die in dit geval bestaan uit ribben 39-40.
De ribben 34-35-36-37-39-40 vormen eveneens verstevigingen voor de platen 13-14.
Volgens de uitvinding worden deze platen 13-14 aan hun randen in elkaar geklikt. Hierdoor kan een groot aantal moeilijke verbindingen worden uitgesloten.
De spievormige ruimtes 15-16 vertonen bij voorkeur aan hun smalste zijde een opening van ongeveer 2, 5 mm breed en aan hun breedste zijde een opening van ongeveer 7, 5 mm breed.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding ook betrekking heeft op uitvoeringen waarbij slechts een gedeelte van de hulpluchtstroom via de aftakking wordt aangevoerd, en bijvoorbeeld het overige gedeelte via een afzonderlijke aanzuiging uit de omgeving wordt onttrokken.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en inrichting voor het koelen van lucht kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Method and device for cooling air.
This invention relates to a method and apparatus for air cooling.
In the first place, the invention contemplates a method and device which are particularly suitable for cooling stables, but more generally the invention can also be used in other applications.
Compression cooling devices are traditionally used for air cooling. However, such a compression cooling device has the drawback that it consumes a lot of energy.
In the case that very large houses have to be cooled, this not only has the disadvantage that a lot of energy is consumed, but also an expensive high-voltage cabin, to be able to provide sufficient energy supply, must be installed.
The object of the invention is therefore a method and device with which these drawbacks are excluded, in other words with which air can be cooled very efficiently in a relatively cheap manner, with little energy consumption.
To this end, the invention relates to a method for cooling air, characterized in that it consists on the one hand of cooling an air stream by passing it through a primary ducting of a heat exchanger and, on the other hand, evaporating it in a secondary ducting of this heat exchanger. of liquid, more special water, with the help of an auxiliary air flow that has branched off
<Desc / Clms Page number 2>
of the airflow leaving the primary ducting. The liquid to be evaporated is sprayed or atomized on the walls of the secondary ducting.
Since cooling takes place in the secondary ducting by evaporation of the water, a cooling effect is created in this ducting up to almost the wet bulb temperature, which offers the advantage that a considerable cooling effect can be realized in the heat exchanger, even with a relatively low flow rate of the auxiliary air flow.
According to the invention, it is preferred to use a plate heat exchanger. This gives the advantage that very large evaporation surfaces are created, so that the auxiliary air flow can be kept to a minimum and few energy losses occur. The use of a plate heat exchanger also offers the advantage of easily covering large areas
EMI2.1
the same spraying device can be wetted, so that in many applications one heat exchange unit can suffice and there is no need to couple several units in succession.
Preferably, the moisture is sprayed or atomized on the plates with droplets with dimensions of the order of 100 to 300 micrometers, which gives the best evaporation effect.
In a preferred embodiment, the auxiliary air stream is cooled and / or dried before passing through the secondary ducting. This allows the air in the auxiliary airflow to absorb more moisture, which promotes the evaporation of the liquid.
<Desc / Clms Page number 3>
The invention also relates to a device for cooling air which allows to realize the aforementioned method.
This device consists of a plate heat exchanger with a primary ducting and a secondary ducting; spraying means which apply liquid to the walls of the secondary ducting in order to thereby create a cooling effect by evaporation; conduits providing a main circuit through the primary channel and a secondary circuit through the secondary channel, the secondary circuit branching from the main circuit downstream of the primary channel; and means for creating said airflow and auxiliary airflow.
In the most preferred embodiment, the plates of the plate heat exchanger are arranged or designed such that the secondary ducting narrows according to the flow direction. More specifically, it is preferable that the plates are arranged wedge-shaped. This ensures that the liquid can be easily sprayed over the entire surface of the plates without the nozzles having to be mounted between the plates.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, some preferred embodiments are described below as examples without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically represents a device according to the invention; figure 2 shows the heat exchanger from the device of figure 1 in perspective, also schematized;
<Desc / Clms Page number 4>
Figure 3 illustrates the temperature and humidity trend in a diagram for the device of Figure 1; figure 4 schematically represents a variant of the device of figure 1; Figure 5 illustrates the temperature and humidity profile in a diagram for the device of Figure 4; figure 6 schematically represents another variant of the device of figure 1; Figure 7 illustrates the temperature and humidity trend in a diagram for the device of Figure 6; figure 8 represents a variant of the heat exchanger of figure 2; figure 9 represents a schematic section according to line IX-IX in figure 8;
figure 10 shows, on a larger scale, a section according to line X-X in figure 9, for another embodiment; figures 11 and 12 represent views on a smaller scale according to arrows F11 and F12 in figure 10.
As shown in Figures 1 and 2, the device 1 according to the invention mainly consists of a heat exchanger 2, in this case a plate heat exchanger with a primary duct 3 and a secondary duct 4; spraying means 5 which apply very finely divided liquid 6 to the walls of the secondary duct 4 so as to create a cooling effect by evaporation; conduits (not shown) providing a main circuit 7 through the primary channel 3 and a side circuit 8 through the secondary channel 4, the side circuit 8 forming a branch on the main circuit
<Desc / Clms Page number 5>
7, the branch point 9 of which is downstream of the primary channel 3;
and means 10 for creating an air stream 11 through the primary duct 3 and an auxiliary air stream 12 through the secondary duct 4.
The heat exchanger 2 consists of a number of plates 13-14 situated next to each other, between which spaces 15-16 are present which alternately form passages for the air flow 11 and the auxiliary air flow 12. The entrances and exits of these spaces 15-16, respectively, are situated such that as shown in the figures, the airflow 11 and the auxiliary airflow 12 pass mutually through the heat exchanger 2.
The means 10 for creating the airflow 11 and the auxiliary airflow 12 consist in the shown example of a common fan 17, but it is clear that several fans or the like can be included in the main circuit 7 and / or the secondary circuit 8.
The heat exchanger 2 is arranged such that the secondary channel 4 extends from top to bottom. A receptacle 18 is arranged under the heat exchanger 2 for collecting moisture dripping down.
The aforementioned spraying means 5 consist of a sprayer 19 which is fed by means of a pump 20 or the like, which extracts liquid 6, more especially water, from the receptacle 18. The liquid 6 in the receptacle 18 is kept up to date by a connection to a supply network 21, preferably a pipe network for water. The level in the receptacle 18 can be controlled here by means of a valve 22, which is ordered by a float 23.
<Desc / Clms Page number 6>
The sprayer 19, which in reality can have different nozzles, is located above the package of plates 13-14 and is designed such that the relevant liquid 6 is atomized over the entire surface of the plates 13-14.
The operation of the device 1, as well as the associated method, consists in that an air flow 11 is guided through the primary duct 3 by means of the means 10. This air flow 11 is split into a main air flow 24 and an auxiliary air flow 12. The auxiliary air flow 12 provides for the evaporation of the liquid 6 sprayed on the plates 13-14 by means of the spraying means 5.
The effect obtained is illustrated in the diagram of Figure 3, in which the water content X in the air is plotted in the abscissa, while in the ordinate the temperature T is plotted. Furthermore, lines R of relative humidity are shown, as well as lines H of equal enthalpy.
The different states A, B and C indicated in the diagram of figure 3 are states that can occur at the correspondingly indicated places A, B and C in figure 1. A cooling temperature is created on the plates 13-14 which is the wet bulb temperature in point C of the diagram.
Figure 4 shows a variant in which a cooler 25 and a dryer 26, which may or may not be combined in one appliance, are included between the aforementioned branch point 9 and the secondary ducting 4 of the heat exchanger 2.
This is preferably a classic cooler 25 which provides a compression cooling.
<Desc / Clms Page number 7>
As explained in the introduction, this achieves better evaporation of the liquid 6 located on the plates 13-14, resulting in a better cooling effect.
The different states A, B and Cl, C2 and C3 that occur here are shown schematically in the diagram of figure 5.
Figure 6 shows a variant of the device 1, in which use is made of a dryer 27 in the secondary circuit 8 which is provided with a regenerable drying agent, for example silica gel. The air leaving this dryer 27 is preferably cooled before it is used for the evaporation of the liquid 6 in the secondary duct 4. For this purpose an auxiliary duct 28 is provided in the heat exchanger 2 for cooling the auxiliary air stream 12.
While the device 1 of figure 6 is in use, states A, B, Cl, C2 and C3 are essentially obtained as indicated in the diagram of figure 7.
From the diagrams of Figures 3.5 and 7 it is clear that lower wet-bulb temperatures can be achieved with the embodiments of Figures 6 and 7 than this is the case with the embodiment of Figure 1, so that the final cooling effect is markedly better.
Fig. 8 schematically shows a variant in which the plates 13-14 are arranged wedge-shaped, such that the secondary channel 4 narrows according to the flow direction. Hereby it is obtained that the liquid 6 sprayed between the plates 13-14 is effectively complete
<Desc / Clms Page number 8>
surface of these plates 13-14, even when the nozzle 19 is above these plates 13-14.
According to Figures 8 and 9, the device 1 is also provided with an element 29, such as a perforated plate, for evenly distributing the air over the different spaces 16 of the secondary ducting 4, whereby the air is optimally utilized for evaporation and thus the flow rate of the auxiliary airflow 11 can be kept to a minimum.
Figure 9 also makes clear how the whole can be provided with pipes or channels 30, 31 and 32 for guiding the supplied air flow 11, the auxiliary air flow 12 and the main air flow 24. The main airflow 24 hereby forms the useful part of cooled air.
In reality, the heat exchanger 2 will be built up from a large number of plates 13-14, for example on the order of a few tens.
Figure 10 shows another part of a practical embodiment in cross-section, in which in the primary channel 3 guide means 33, in the form of ribs 34-35-36-37, are arranged which transfer the air from the air stream 11 to the narrowest part 38 of force the spaces 15 to ensure that optimum heat transfer is achieved. The ribs 34-35 are hereby mounted on the plates 13. The ribs 36-37 are fitted on the plates 14 and during assembly of the assembly are placed between the ribs 34-35, all this as indicated in the figures. 11 and 12.
<Desc / Clms Page number 9>
According to the embodiments of Figs. 10 to 12, in the secondary channel 4, guide means are also provided which promote the cross-flow and which in this case consist of ribs 39-40.
Ribs 34-35-36-37-39-40 also form reinforcements for plates 13-14.
According to the invention, these plates 13-14 are snapped together at their edges. This allows a large number of difficult connections to be excluded.
The wedge-shaped spaces 15-16 preferably have an opening about 2.5 mm wide on their narrowest side and an opening about 7.5 mm wide on their widest side.
It is noted that the invention also relates to embodiments in which only a part of the auxiliary air flow is supplied via the branch, and for example the remaining part is extracted from the environment via a separate suction.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the figures, but such air cooling method and apparatus can be realized in various variants without departing from the scope of the invention.