<Desc/Clms Page number 1>
ORTHOPEDISCH BED
Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een orthopedisch bed omvattende een matrasdrager bestaande uit een rechthoekig frame en een geprofileerde lattenbodem gevormd door een reeks dwarsliggende veerlatten opgesteld op langsliggers die op maat zijn geprofileerd voor een individuele profielinstelling, die precies aan de slaper gepast is.
Zij vindt vooral toepassing in de fabricatie van bedden en ledikanten met lattenbodems bestemd voor mensen die te maken hebben met nek-en rugklachten, hoofdpijn en slaapstoornissen. Het doel van het orthopedisch bed volgens de uitvinding is bij een slaper, de spanning in de wervelkolom tot een minimum te herleiden door het lichaam gelijkmatig te ondersteunen bij eender welke rustpositie.
Bij lattenbodembedden zijn de resultaten van vergevorderde research-en ontwikkelingswerken op het gebied van verstelbaarheid van de matrasdrager, de laatste tijd zeer spectaculair. Vooral zijn de pneumatische, elektrische of manuele aandrijfsystemen van verstelbare delen van het bed en de manier waarop de veerlatten op de matrasdragers zijn bevestigd, in constante evolutie.
Door BE-A-1008537 is een lattenbodem bekend die meerdere in de hoogte verstelbare delen omvat waardoor een femorale en een tibiale drager op een gewenste positie kunnen worden gebracht. Een bed waarvan de lattenbodem aan een individueel lichaamsprofiel kan worden aangepast is ook al bekend. De volledige verstelling van lattenbodemprofielen kan automatisch gebeuren.
<Desc/Clms Page number 2>
Een computersysteem tekent het lichaamprofiel nauwkeurig uit. Aan de hand van die gegevens wordt elke draagrubber afzonderlijk op de gevraagde maat ingesteld.
Het nadeel van dit systeem bestaat erin dat de slaper gedwongen is altijd dezelfde ligpositie te behouden, anders zou het bedprofiel anatomisch niet juist zijn.
Een niet-aangepast lichaamsprofiel van de lattenbodem veroorzaakt bij de slaper, drukplaatsen, bloedstuwingen en belemmeringen van de bloedsomloop die tot talrijke slaapbewegingen en slaaponrust leiden.
Het technisch probleem bestaat erin het reliëf van de lattenbodem waarvan het bed zijn vorm ontleent, aan de rug- of zijligstand van de lichaamsbouw van elke persoon afzonderlijk aan te passen om een zo groot mogelijk contactoppervlakte tussen de liggende mensen en het matras bij de vervorming te zorgen. Hiervoor stelt onderhavige uitvinding een orthopedisch bed van het type voor, zoals in het inleidend gedeelte van de bijgaande conclusie 1 omschreven. Het doel wordt bereikt doordat de matrasdrager twee sets langsliggers met verschillende profielen omvat, waarvan minstens een met een hef-onderstel is verbonden.
Volgens een bijzonderheid van de uitvinding, worden de eerste set en de tweede set langsliggers nagenoeg evenwijdig met zichzelf, complementair op en neer verplaatst, om beurtelings de veerlatten van de lattenbodem te dragen en zo hetzij een rug-, hetzij een zijligstand te verwezenlijken.
In een bijzondere uitvoering steunen de veerlatten zieh vrij op de langsliggers, die een bepaald profiel aantonen en naar wens omhoog of omlaag worden verplaatst om de dwarse veerlatten hetzij zelf te dragen of door de andere set langsliggers te laten dragen ten einde een rug- of een zijligstand te verwezenlijken.
<Desc/Clms Page number 3>
Bij voorkeur zijn de profielen van de eerste en tweede langsliggers aan het lichaamsvorm in rug- of zijligstand aangepast.
Door de inbouw van een of meerdere sensoren in de uitspringende veerlatten van de geprofileerde lattenbodem, kan men de overgang van rug- naar zijdelingse ligstand automatisch in werking laten treden van zodra de persoon zieh van rug naar zijde draait en omgekeerd.
Het voordeel van de bestaande lattenbodem wordt behouden, in het bijzonder het omhoog en omlaag veren van draagrubbers alsook het naar links en rechts balanceren. Het ophefmechanisme van de langsliggers kan in verschillende uitvoeringen worden verwezenlijkt.
Deze en andere kenmerken van de uitvinding zullen uit de volgende beschrijving voortvloeien waarin verwezen is naar de bijgevoegde tekeningen die een uitvoeringsvorm van een orthopedisch bed volgens de uitvinding tonen.
In die tekeningen zijn : - figuur 1 een gedeeltelijk uitgerukt perspectiefaanzicht van een orthopedisch bed volgens de uitvinding ; - figuur 2 een tweede uitgerukt perspectiefaanzicht van het orthopedisch bed afgebeeld in Figuur 1 ; - figuur 3 een bovenaanzicht van het bed afgebeeld in de voorgaande figuren ; - figuren 4 tot en met 6 zijaanzichten van de profielen in rug-, zij- en vlakke ligstanden van de langsliggers ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuren 7 en 8 gedeeltelijke aanzichten in perspectief van een tweede uitvoering van het orthopedisch bed volgens de uitvinding ; figuren 9 en 10 gedeeltelijke aanzichten in perspectief van een derde uitvoering van het orthopedisch bed volgens de uitvinding ;
figuur 11, een bovenaanzicht van een derde uitvoering van het orthopedisch bed volgens de uitvinding ; figuren 12 en 13, zijaanzichten van de lattenbodem in rug- en zijligstanden, en figuur 14 en zijaanzicht van een regelbare nok.
In deze figuren wijzen gelijke nummers naar gelijke of gelijksoortige elementen.
Zoals afgebeeld in Figuur 1 bevat een orthopedisch bed een matrasdrager, die uit een rechthoekig frame 1 en een geprofileerde lattenbodem 2 bestaat. De lattenbodem 2 wordt gevormd door een reeks dwarsliggende veerlatten 3 steunend op langsliggers 4 die op maat zijn geprofileerd voor een individuele profielinstelling waarvan het bed zijn vorm ontleent.
Volgens de uitvinding, kan men het relief van de langsliggers 4 van de veerlatten 3 van de lattenbodem 2, waarvan het bed zijn vorm ontleent, aan de rug- of zijligstand van elke persoon individueel aanpassen, doordat de matrasdrager twee sets langsliggers 4 met verschillende profielen 5, 6 omvat, waarvan minstens een met een hefonderstel 7 is verbonden. Hiertoe heft het
<Desc/Clms Page number 5>
hefonderstel 7 een stel langsliggers 4 nagenoeg evenwijdig met elkaar, complementair omhoog en verplaatst hierdoor enkele veerlatten 3 zodat een rugen een zijligstand verwezenlijkt worden.
De veerlatten 3 rusten vrij op de langsliggers 4, die een bepaald profiel aantonen en naar wens omhoog of omlaag worden verplaatst om de dwarse veerlatten 3 hetzij zelf te dragen of door de andere set langsliggers 4 te laten dragen ten einde een rug- of een zijligstand te verwezenlijken.
Volgens en bijzonderheid van de uitvinding worden de veerlatten 3 afwisselend door twee of meerdere ophefbare geraamten met overlangse geprofileerde langsliggers 4,14 gedragen. Het profiel 5 van twee langsliggers 4 is bij voorkeur aan het lichaamsvorm in rugligstand aangepast en het profiel 6 van de twee andere langsliggers 14 aan de zijligstand aangepast. De langsliggers 4,14 verschuiven complementair tussen een hoge en een lage selectiestand (Figuren 4 en 5) en zij kunnen vastgezet worden in een vlakke positie (Figuur 6).
De overgang van rug-naar zijdelingse ligstand treedt automatisch in werking van zodra de slaper zieh van rug naar zijde draait en omgekeerd.
Het ophefmechanisme van de beweegbare geraamten kan in verschillende uitvoeringen worden gemaakt.
In een eerste uitvoering, afgebeeld in figuren 3 en 4, drijft een overlangse buismotor 9 via vormwielaandrijvingen met loodrechte in- en uitgaande assen twee dwarse aandrijfassen 12 die aan hun uiteinden van twee tegenovergestelde krukassen 15 voorzien van rolwielen 16 bestemd om elk een langsligger 4,14 te dragen. De langsbalken worden geleid in acht gleuven die verticaal in het kopgedeelte en in het voetgedeelte van het bed zijn voorzien.
<Desc/Clms Page number 6>
In een voorkeur dragende uitvoering afgebeeld in figuren 7 en 8, zijn de uiteinden van de dwarse oprolbuis 12 uitgerust met tandwielen 17 die in diametraal tegenovergestelde verticale tandbeugels 18 ingrijpen die op de langsliggers 4,14 zijn vastgehecht. Wanneer de tandwielen in rotatie worden gebracht wordt het eerste stel langsliggers 4 omhoog getrokken en het tweede stel langsliggers 14 omlaag verplaatst of omgekeerd.
In een tweede uitvoering afgebeeld in figuren 9 en 10 wordt een oprolbuis 8 afgebeeld, die dwars tussen de langsliggers 4,14 gemonteerd wordt. Deze oprolbuis 8 wordt door middel van een in de oprolbuis 8 ingebouwde asynchrone motor 9 en ingebouwde vertragingskast van het planetaire type in rotatie gebracht. De motor 9 is uitgerust met een thermische beveiliging en met een reminrichting met elektrische ontkoppeling van de rem, zodra de motor 9 onder spanning wordt gezet. Op de oprolbuis zijn minstens twee, bij voorkeur acht soepele verbindingsstukken 10,11, bv. linten, riemen, kabels, banden, tandriemen, snoeren, koorden of kettingen op de oprolbuis geklemd.
De oprolling van de verbindingsstukken op de oprolbuis gebeurt in tegenovergestelde draairichtingen ten opzichte van elkaar, zodat een deel van de verbindingsstukken, in het bijzonder vier verbindingsstukken 10 opgerold worden en vier verbindingsstukken 11 afgerold worden. Op deze wijze wordt het eerste stel langsliggers 4 via omlegwielen 12 omhoog getrokken en het tweede stel langsliggers 14 met bij benadering gelijke lineaire snelheid omlaag verplaatst.
Het hefonderstel kan ook in een parallellogramconstructie opgenomen worden die zwenkbare poten omvat en die in de lage stand in hoofdzaak is samengeklapt en
<Desc/Clms Page number 7>
In een derde uitvoering van het orthopedisch bed volgens de uitvinding, bestaan de langsliggers uit overlangse draagbalken die om hun lengte as L, L' draaibaar gemonteerd zijn. Ze dragen een reeks nokkenschijven 17 met meerdere nokken 18 of een reeks uitspringende loodrechte tanden 19 van regelbare lengte die over de hele lengte van elke draagbalk verdeeld zijn en ervoor dienen, bij wijze van een nokkenas die om een fractie van omwenteling in rotatie wordt bewegen, de dwarsliggende veerlatten 3 van de lattenbodem 2 op een bepaalde hoogte te lichten, naargelang het gewenst lichaamsprofiel (Figuren 11-14).
Door de draagbalken om een fractie van omwenteling te draaien krijgt de lattenbodem 2 een veranderlijk profiel 5,6 overeenkomend met een rug- of met een zijligstand. Hier ook, kan de overgang van rugnaar zijdelingse ligstand automatisch in werking treden, van zodra de slaper zieh van rug naar zijde draait en omgekeerd, dankzij een reeks sensoren op bepaalde veerlatten.
Het bed laat toe vervelende doorligwonden te voorkomen, omdat het mogelijk maakt een andere rustpositie op de rug of op de zij te nemen. Het bed is in duo-vorm verkrijgbaar, zodat de partners niet bij de minste beweging wakker worden. Het bed handhaaft alle voordelen van lattenbodems, namelijk gelijkmatige ondersteuning van het gewicht van het lichaam, stimulatie van de bloedomloop, uitstekende luchtventilatie tussen de veerlatten en slaapcomfort.