BE1010296A6

BE1010296A6 - Hersluitbare stop.

Info

Publication number: BE1010296A6
Application number: BE9600451A
Authority: BE
Original assignee: Laureyssens Dirk; Verbert Jules; Bruyn Jacques De
Priority date: 1996-05-21
Filing date: 1996-05-21
Publication date: 1998-05-05

Abstract

Een herstelbaar sluit element, een stop of deksel, dat is opgebouwd uit twee delen (een afsluitdeel en een spandeel) dat stevig op het volume (fles, tube, beker, emmer,...) zit. Het scharnierend span-deel duwt het sluitdeel hermetisch op de rand. Er zijn opbouwstukken zoals eurolockvorm, een doseringssysteem, een nieuwe duw-pomp. De structuur van het sluitdeel is zelf-aan-spannend. De contact-zijden tussen sluitdeel en spandeel geven een hermetische sluiting door bv. in elkaar grijpende randen, complementaire structuren of elkaar wegduwende structuren. De stop wordt in één mechanische druk-handeling geplaatst. Dienstig voor drank, voeding, verven, wasmiddelen, ... en alle sectoren met opslag van gasvormige, vloeibare en vaste stoffen.

Description

Beschrijvino : Hersiuitbarestop.

Het sluiten van volumes is steeds een bekommernis geweest van de producten van te bewaren goederen omdat het afsluiten van de lucht, het vermijden van vermenging met inlopende producten of het uitlopen uit het volume essentieel zijn.

Onderhavige octrooiaanvraag betreft een hersluitbare stop die is opgebouwd uit twee delen, een afsluitdeel dat het top deel, of bedekkend deel is, en een spandeel dat het sluitdeel stevig op het volume houdt.

Deze stop heeft een drievoudige klemming, enerzijds een eerste klemming tussen stop en volume (bv. fles) bij het opzetten of aanschuiven van de stop, een tweede klemming tussen stop en volume bij het naar beneden drukken en aantrekken/spannen (ook horizontaal) van het spandeel, en een derde klemming tussen het spandeel en het afsluitdeel als een soort verankering. Het betreft dus een sluit-lichaam (11), bestaande uit een afsluitdeel (12) dat de opening van het volume (13) geheel of gedeeltelijk bedekt, waaraan tenminste één scharnierend (14) span-deel (15) is bevestigd dat bij het naar beneden duwen het sluitdeel hermetisch op de rand (17) van de volume-ingang (16) trekt, en zich met een kleming met het afsluitdeel sluitend verbindt (18), en dat bijgevolg de hersluiting mogelijk maakt.

De meest voor de hand liggende toepassing is een stop (11) van een fies (13), en een deksel van een doos, blik, pot, tube of emmer is.

Het afsluitdeel kan van boven af over een deel of het geheel van de rand van de volume-ingang worden geduwd of het kan zijlings onder de rand (34) van de volume-ingang (35) wordt geduwd meer bepaald het onderste gedeelte - geheel of gedeeltelijk. Deze "stop" is uit een enkel deel gemaakt, hetzij uit meerdere delen, en bestaat uit hetzij hetzelfde materiaal, hetzij uit een verschillend materiaal.

Hij bestaat geheel of gedeeltelijk uit kunststofmateriaal (zoals PE, PS, PP, composiet, glasvezel,....), metaal (aluminium, staal, ceramiek, natuurlijk materialen zoals rubber, gom,.... of combinaties ervan, en er kunnen ook bijkomende afsluit-hulpmiddelen zijn bevestigd zoals ringen, kurkschuifjes, schuimplaatjes, die de uiteindelijke afsluiting zullen verbeteren, en ook eventueel opbouwstukken (61) zoals eurolock-vorm (62), gathouder-structuur, haak-structuur, vork-en schuif-structuur,... die passen op industriële en hand-drager (s) (63) en speciale gondolaopbergingen of hangmogelijkheid geven. Tevens kan men in het

afsluitdeel een verstuivingssyteem (71) inbouwen, of een nieuwe duwpompsysteem.

Het afsluitdeel kan in bepaalde uitvoeringen aan haar afgesloten deel (36)-waar dus geen opening zit-een rand hebben die onder de rand van de volume-ingang past (dus een soort verdikking in de vorm van een halve cirkel). Deze verdikking verplicht eventueel tot het schuin houden van de "stop" (het sluit-lichaam) tenopzichte van het volume (de "fies") omdat deze rand schuin is aangebracht op het afsluitdeel. Omdat de onderrand niet volledig doorloopt maar onderbroken is in de zone (38) waar het span-deel in zal komen - klikken de zones die reeds voorbij de middenlijn van de cirkel (tov de gesloten zijde - 36) van de ingang liggen, zich quasi automatisch rond en onder de rand van de hals (ingang) van de "fles". De structuur kan men - eenmaal men haar gestart heeft - zelfaan-spannend noemen.

Daarna wordt het afsluitdeel neergedrukt (met de hand of automatisch) zodat het volledig (of deels) op de ingang van het volume geklemd wordt, waarna het neerklappende spandeel (37) het opengebleven deel (38) definitief afsluit. Het afsluitdeel (21) is met het spandeel verbonden door middel van tenminste één permanente (14) schanier of een losse inklikbare scharnier, en is zo gebouwd dat de contact-zijden (23 en 24) (39) goed tegen elkaar drukken zodat een hermetische sluiting (25) tussen hen wordt bekomen. Deze hermetische sluiting wordt mogelijk door bv. in-elkaar grijpende randen, complementaire structuren of elkaar wegduwende structuren (25). Het afsluitdeel kan ook verbonden blijven met de "fies" doordat aan zijn afgesloten deel (36) een scharnier-structuur heeft en tijdens het gebruik open geklapt wordt.

Het spandeel heeft een span-structuur (39) die op zulke wijze aangrijpt in de zone (33) onderaan de rand van de volume-ingang dat het afsluitdeel ook met zijn deel dat aan de zijde van het spandeel ligt en er eventueel overgrijpt, verder op de ingang van het volume wordt getrokken of gespannen, en aldus de ingang verder afsluit. Deze spanstructuur zal in de meeste uitvoeringen een klem-structuur (18) aan elke kant hebben waardoor het zich bijkomend met de sluitstructuur verbindt zodat het spandeel niet vanzelf of reeds bij een lichte schok loskomt van het sluitdeel. Deze spanstructuur zal door zijn vormgeving een aantal structuren, zoals bochten of reliefen op elkaar afstemmen, dat er een quasi" permanent" contact wordt gehouden tussen zijn twee delen.

Zij bestaat uit een deel van het spandeel dat in, tussen, over of rond de

complementair vorm van het sluitstuk past, of omgekeerd, zoals ondermeer een S-vormig deel, een zwaluw-verbinding, een T-vormig deel, een U-vormig deel,... of een andere vorm. Zij is aan haar onderzone zodanig is gevormd door verbredingen en versmallingen dat zij nauw aansluit bij de vormen van de rand van volume-ingang (hals). Het tweede deel van de "stop", het spandeel kan bij het naar beneden drukken een dunne span-structuur - die van de onderkant van het sluitdeel komt - dubbel plooien zodat deze in de overblijvende zone onderaan de rand van de volume-ingang past en aldus het sluitdeel verder op de ingang van het volume wordt getrokken of gespannen, en aldus de ingang verder afsluit.

Men kan dit zien als twee scharnieren die naar binnen plooien en uiteindelijk tegen elkaar rusten of naar elkaar toe gedrukt worden.

Het volume waarvan sprake is bv. een fies, een pot, een emmer, een buis, een pijp, een blik, een tube, een ketel, een cilinder, een beker, een kan, een trechter, een ton, een doos, een karton, een zak, een air-bag,...

Het afsluitdeel en span-deel kunnen - als ongeopende geheel verbonden zijn met tenminste één dunne strip, draadje of bandje als verzegeling (19) dat gemakkelijk verbroken kan worden. Deze kleine band dient als bewijs naar de consument toe, dat de "fies" nog niet was geopend. Het sluit-lichaam - de stop - kan ook twee of meer spanstructuren hebben, of bedrukt worden met een barcode of identificatie informatie, (bv. kleur-codering, resonantie-code,...) en/of daarin ingewerkt een transmit-chip. Deze transmit-chip wordt geprogrammeerd door middel van inductie, contact-elementen in de buitenzijde van de stop of is voorgeprogrammeerd.

Het sluitlichaam kan ook een slot hebben dat door de gebruiker kan afgesloten en geopend worden, hetzij met een sleutel, druktoetsen, electronische informatie, hetzij radio, electro-magnetische golven, radiatie of andere golven. Dit slot is zeer geschikt voor ondermeer misbruik door kinderen of verslaafden, diefstal in winkels, beveiligheid van vergiften en gevaarlijke stoffen,... Dit slot krijgt samen met een alarm-hals fles protectie en een analoge muur-bevestiging tegen winkeldiefstallen aandacht in een andere octrooiaanvraag.

Naast deze normale uitvoeringen blijven we even stilstaan bij speciale uitvoeringen waarbij op het sluit-lichaam, de "stop", op, in, aan of doorheen speciale structuren worden uitgevoerd om diverse praktische of

visuele effecten. Zo is er een afsluitbare opening voorzien voor rietjes of identificatie artikelen. Extra versieringen zijn ook mogelijk, alsook speciale vormen (bv. dierenkop, stripfiguur, lichaamsdelen, voertuigen, vruchten,...). Interessant is een verstuivingssysteem (71) dat op de "stop" geplaatst wordt. Bij dit verstuivingssysteem komt de aanzuigopening van de buis uit in een bodem-verkleining (72) waarnaar de vloeistof getrechterd (73) wordt. De bodem van de fies, bv. een parfumfles, loopt in een trechtervorm naar beneden.

Zodoende komt zelfs de laatste vloeistof daar bijeen en kan opgepomd worden zonder dat er verlies van vloeistof gebeurt. Inderdaad wekt het verlies van dergelijk dure vloeistof ergernis bij de gebruiker, en wijst dit op een verspilling.

Dergelijk verlies wordt bij zeer veel flessen en potten vastgesteld, in allerlei sectoren. Meest opvallend zijn daarbij de cosmetica sector, de huishoudelijke- en v0edingsector (bv. zeepp0mpen, mayonnaisepotten, ... ), hobby (bv. lijmen, verven,...) en de medische sector. Een trechtervormige bodem, of een punt-bodem kunnen hierbij heel wat opbrengen zowel materiaalswijze als psychologisch. Men kan dit ook toepassen op de flessenhals waardoor bij het beëindigen van het volume het geheel omgedraaid wordt en alle resten naar het laagste punt glijden, schuiven of komen. Dit kan ook leiden tot een collector-stop waarin een speciale opvang structuur zit die de restjes verzamelt.

Deze trechtervormige bodemstructuur en bovenstaande benaderingen maken het voorwerp uit van een aparte octrooiaanvraag maar zijn in onderhavige aanvraag ook reeds relevant en geclaimd als nieuwigheid.

Ook een nieuw pompsysteem, het duw-pomp systeem, dat binnenkort ook het voorwerp uitmaakt van een andere octrooiaanvraag en dat hier geclaimd wordt met prioriteit is relevant naar de "stop" toe. Inderdaad is het mogelijk in deze hersluitbare stop een stelsel in te bouwen dat gebaseerd is op het neerwaarts indrukken van een flexibele neerwaartsgerichte trechtermond waardoor de - ingesloten- inhoud ervan uit de trechtermond geduwd/gedrukt wordt naar de enig mogelijke plaats, namelijk het afvoerkanaal. Men kan stellen dat de trechtermond op de bodem van het volume gedrukt wordt zodat onder zijn rand geen "product" kan ontsnappen. Bij het loslaten van de drukknop bovenaan duwt de trechtermond zich door zijn eigen flexibiliteit terug naar boven, en positioneert zich opnieuw voor de volgende pomping.

Nieuw product wordt aangevoerd op de bodem van het volume door de zwaartekracht en eventueel door de onderdruk veroorzaakt door de zich her-vormende trechtermond. Een samendruk trechter met een ronde klem geeft de

mogelijkheid deze via de hals van de fies in te brengen. Men kan stellen dat deze trechtermond een voorgevormde membraan is dat door zijn materiaalopbouw een geheugen heeft.

Het pompsysteem is ingebouwd en/of opgebouwd dat werkt door middel van een flexibele induwbare trechterkop (82) die de daardoor ingesloten massa vloeistof, poeder, pasta, en soortgelijke producten - door middel van de neerwaartse drukeen verkleining van haar inhoud veroorzaakt, en dus een plaatselijke druktoename, en zodoende het ingesloten product via het afvoerkanaal (84) transporteert naar het uitgangsmechanisme (81), en waarop of waarover het sluitlichaam kan geplaatst worden, en zodoende als geheel dienstig als vervanging van alle spuitsystemen voor sanitaire artikelen, schoonheids- en toilet-artikelen, medicamenten, horeca (bv. specerijen, sausen,...), verven en onderhoudsmiddelen, landbouw en tuinbouwsproeisystemen en irrigatiesystemen, veeteelt, petroleum producten,...

Hierbij zal de dimensie van pijp of kanaal bepalend zijn voor de grootte van de doorgaande stukken of brokken. Bij een normale pomp is dit onmogelijk. Deze nieuwe pomp kan bv. volledige appelen rondpompen.

Temperatuur zou ook hier een transmutererende en/of transformerende rol kunnen speien. Inderdaad kunnen de hoekgraden van de trechter gewijzigd worden overeenkomst het gebruik. In beginsel kunnen we hier spreken van een een-kamer pomp omdat de tijdelijke samendrukking van één kamer een inhoudsverplaatsing geeft.

Deze uitvinding van de duw-pomp geeft op zich weer aanleiding tot een compleet nieuwe benadering van motoren waarbij de flexibele kamermotor wordt geintroduceerd waarbinnen allerlei ontploffingen en/of druktoenames/afnames kunnen plaatshebben met diverse gevolgen.

Dergelijke flexibele kamer kan samen met andere doorvoer-kamers of pijpen in een vaste, niet-flexibele structuur zitten zodat expansie of ontspanning een constante berekening mogelijk maken van de interactieve krachten. In dergelijk lichaam, bv. een cilinder, kan dan een flexibele actor zitten (flexor genaamd), en meerdere passieve structuren (flexpa genaamd). Dergelijke membraan- of flexo-motor zal binnenkort als octrooi ingediend worden. De kamer (s), en/of wanden en kleppen bestaan dan uit een geheel van diverse vervormbare lagen kunststoffen (in diverse hoeken tov elkaar gelegd) waaronder composieten een belangrijke rol zullen spelen, evenals soepele metalen en ook geleidende kunststoffen.

Dergelijke multi-layer-weefsels bevatten buizen, pijpen, kanalen en aders waarin druk-wijzigingen (lucht, gassen,...) en waardoor vioeistoffen (waarin eventueel mengingen met of van metalen

elementen, magnetische bollen, vloeibaar metaal, schilfers,...), doorgepompt worden, eventueel aangevoerd door diverse technieken (machinaal, electrisch, geothermisch, klimatologisch, "groen"energetisch, .... ). Druktoenames in bepaalde zones geeft andere onderlinge verhoudingen, structuren of omstandigheden in andere zones, zoals bv. het afsluiten van bepaalde kanalen bij een warmte-grens X in sector 3, een wand-hoekvervorming bij druk-daling Y in sector 14,.... veroorzaken een afklemming Z in sector 5.

De werking van de flexo-motor kan constant bijgestuurd worden door het partieel wijzigen van overbrengingen, contactvlakken, hoeken, debietregelaars, aanpasbare filters (oppompbare of aflaatbare dimensies van raster) en hun speciefieke karakteristieken zoals hardheid, krommingen, buigzaamheidsgraad, magnetisatie-graad (af/toevoer van magnetiserende partikels, activeren van spoelen, in wanden om bv. interne filtering mogelijk te maken,... dienstig bij bv. waterzuiveringsinstallatie om diverse metalen te selecteren en om te leiden. Het doorstroom-materiaal kan aldus gericht getransporteerd worden, bv. een bepaalde kwaliteit wand-naburig en een andere kwaliteit centraal.

Daarbij kunnen wandelementen (poliepen, topjes, ringen, spoelen, kabels,...) spanningsvelden of resonanties afgeven die
EMI6.1
meer of minder verwantschap hebben met het doorstroom-materiaal. Deze filter-zonder-filter binnen-wand aantrekking van gewenste of ongewenste elementen en hun afvoerselectie via separatie) voor waterzuivering en huishoudelijke en industriële filteringssystemen (water, melk, olie, brandstoffen, chemische stoffen, voedingsstoffen,...) maakt eveneens het voorwerp uit van een aparte octrooi-aanvraag. Diverse impulsen zullen plastieken of andere kunststofbanden laten samentrekken en ontspannen bv. via ionisatie, thermische uitzetting/krimp, magnetische pulsing,... eventueel geheel of deels gecoordineerd door middel van plaatselijke of centrale electronica (chips, computers, CPU's, of traditionele onderdelen).

Men kan dus directe en indirecte pompingen realiseren. Men kan dit vergelijken met een hart/ader complex. Dergelijke duw-pompen zullen gebruikt worden in allerlei toepassingen zoals waterverplaatsingen in tuin- en landbouw bij irrigatiewerken, waterputten, waterhuishoudingen allerlei, ontziltingsinstallaties (transporten van zout, zoet en gepollueerd water, ... ). Deze aanpasbaarheid van wanden en inbreng van flexibele volumes kan eventueel ook in bestaande motoren worden toegepast.

Combinaties van dergelijk duw-pompen kunnen ritme veranderingen veroorzaken, en bewegende flexibele structuren die op reusachtige of

miniscule spierstructuren lijken, en die eventueel kunnen werken door trekspanningen van in elkaar gedraafde en/of getorste buizen waarin vloeistoffen van verschillende kwaliteit lopen (bv. heet, siropig,...) en/of die zijn opgebouwd uit materialen met andere eigenschappen (bv. electro-magnetische punten, injectie-punten of poliepen,...). De weefsels kunnen bv. plastics zijn waarop een contractie-laminaat is gekleefd/versmolten dat gevoelig is voor radiatie, licht, temperatuur, electrische of electromagnetische spanningen, vibraties, resonanties en/of geluidsgolven of combinaties ervan.

Het contractie-laminaat zal allicht een specifieke en constante minimale spanning moeten hebben welke verbrond moet worden. De beschreven buizen kunnen in torsingen, helixen, of multi-vertouwingen gemaakt worden waardoor spier-samenstrekkingen kunnen nageboodst worden op micro, normaal of macro-dimensie. Het onderzees gebruik opent heel wat mogelijkheden dankzij het temperatuur verschil tussen oppervlakte water en diepere waters. Ook opent het in-elkaar-leggen van buizen met van- elkaar afwijkend eigenschappen of functies (stijving, uitzetting, buiging, torsing, vernauwing,...), en de mogelijke fragmentele verschillende opbouw van elke buis (bv. elke 20 cm andere thermische eigenschap) totaal nieuwe mogelijkheden. Het wordt inderdaad mogelijk om analoog aan de binaire codering, binaire mechanismen te bouwen volgens deze benadering.

Het wordt mogelijk flexibeie condensatoren, etc te bouwen en aldus nieuwe toepassingen - naar analogie met de electronica - te bouwen. Een toepassing kan bv. het maken van een thermisch spanboog zijn, een thermische verenstelsel voor mechanische energie-opslag,...

Deze benadering geeft wellicht de opening naar wrijvingsarme opslagmechanismen voor zonne-energie, gelijkstroom en zelf wisselstroom. Impulsen en golven worden dan opgeslagen in bi- of multikabelige structuren als openende of sluitende systemen, of als combinaties ervan. Combinaties met traditionele vormen blijft ook mogelijk. Qua omgevings-energie (zon, wind, water,...) kunnen lange stijvere banden met flexibele kunststof scharnieren (halm-collectoren) heen en weer gaand als korenhalmen in de wind en zon electrische of bewegingsenergie opslaan en collectioneren en bij het bereiken van een bovengrens, lossen naar een centrale collector of baterij. Een elleboog- scharnier kan hier bv. gebruikt worden. De halmen kunnen eventueel bedekt zijn zonnecellen, vocht-pijpjes of andere systemen.

De buizen waarover boven geschreven kunnen transport mogelijk maken door opeenvolgende sequentiële vernauwingen van zones onder invloed van electrische, thermische of andere impulsen. Daardoor wordt een

darm-effect verkregen waarbij de dwarse panden en/of veelhoekige stroken opeenvolgende samentrekken en daarbij de inhoud voortstuwen door klem-effecten, en dat alles zonder bewegende machinale onderdelen. Dergelijke transport darm zal ook het voorwerp uitmaken van een toekomstige octrooi aanvraag en wordt bij deze geclaimd en aangekondigd. Toepassingen zijn bv. afvoerpijpen of olie-pijpleidingen waarbij de bewegingen en activiteiten van een segment het daaropvolgend segment activeren en zijn startimpuls of -energie geven.

Een duw-pomp - in mechanische uitvoering - kan eveneens ingezet worden voor bv. nieuwe toiletten (nieuwe octrooi-aanvraag op het duwpomp principe), en afvoeren (nieuwe octrooi-aanvraag ter vervanging van de sifon op het duw-pomp principe) en overlopen.

Een dergelijke duw-pomp - in hand uitvoering-is dienstig voor het leegpompen van lage, platte oppervlaktes zoals een waterlaag in een kelder. Een halve rubber bal of een rubber trechter wordt met een holle buis op en neer gedrukt. de buis heeft eventueel een terugslag klep of een gelijkaardig mechanisme. Uit het buisuiteinde spuit het water, en dat wordt via een slang afgevoerd naar een emmer of ton. Ook dit wordt een nieuwe octrooiaanvraag.

Een dergelijke duw-pomp - in electrische uitvoering - kan eveneens huidige pompen vervangen maar met meer rendement, minder wrijvingsveliezen, lagere werkingskosten en minder onderhoud door het gering aantal onderdelen. Een praktische toepassing kan op medisch gebied een nieuwe hart-pomp zijn. Een belangrijk voordeel van de duwpomp is dat zij geleidelijk kan functioneren, terwijl bv. een normale luchtpompbus voor haarlak de druk in de totale fies laat toenemen, en niet utilitair (principe : just for use). Bovendien bestaat geen explosiegevaar en is het milieuvriendelijk.

Het sluit-lichaam, de stop, kan ook een doseringmechanisme (41) houden. Dit doseringsysteem voor een bepaalde inhoud (bv. een soeplepel) is ingebouwd of opgebouwd en is gebaseerd is op het op en af verplaatsen van een al-dan-niet gevuld vul-volume (42) binnenin een glij-schacht (43). Daarbij zullen hetzij de zijwaarts gerichte inlaatopening (en) (44) en de uitlaat- opening (en) (45) van het vul-volume nooit gelijktijdig open staan ten gevolge van hun positie ten opzichte van de aanvoer-opening (en) (46) en afvoer-opening (en) (47) die in de zijwand van de glij-schacht zitten.

Het zou ook kunnen - als alternatief - dat een open uitlaat-opening onderaan slechts het ledigen toelaat in de eindstand waarneer de luchttoevoer bovenaan via een

overeenstemmende opening (in een hoog punt in het vul-volume) in het vul-volume en de glijschacht gebeurt.

Bij het kantelen voor het uitgieten zal de vloeistof uit de "fies" lopen via de zijwaartse aanvoeropening in de schacht (55), en de zijwaarts gerichte inlaat-opening (56). Daarna zal het vul-volume in de glij-schacht (53) dalen tengevolge van haar eigen gewicht, het gewicht van de ingelopen vloeistof, een eventueel extra gewicht (51) in de wand, en tijdens de dalende fase - als haar top voorbij de aanvoeropening is geschoven-door de druk van de bovenliggende vloeistof. Dan gaat het vul-volume zich ledigen van het moment dat haar neerdalende uitlaatopening aansluit (54) op de afvoer-opening van de glij-schacht, en als de onderdruk in haar bovenste deel (48) is opgevangen door de luchtinbreng via de lucht-pijp (49).

Dit doseringsmechanisme kan ook naar analogie functioneren en gebaseerd zijn op het zijlings verschuiven van een volume met een analoog effect als boven beschreven, dus slechts vloeistof lossen als de onderdruk is opgevangen en de openingen daartoe de mogelijkheid geven. Het doseringsmechanisme kan bovendien ook naar analogie functioneren en gebaseerd zijn op het ronddraaien van een al-dan-niet gevulde schroeflichaam van een volume met een analoog effect als boven beschreven, dus slechts vloeistof lossen als de onderdruk is opgevangen en de opening door de draaing daartoe de mogelijkheid geven. Hierbij is in beginsel een centrale draaibeweging actief.

Deze doseringsmechanismen zullen het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke aanvraag tot octrooi. De toepassingen zijn veelvuldig en economische interessant omdat zij een aantal mechanische en energetisch dure doseringssystemen kunnen vervangen, omdat bv. geen perslucht of pomping moeten aangewend worden.

De volumes kunnen de bovenvermelde systemen (dosering, verstuiving en duw-pomp) ook hebben zonder de hersluitbare stop. Dat spreekt vanzelf. Er kan daarbij ook bv. een draai/schroefdop gebruikt worden. Of een vaste stop. Bijgevolg zullen toekomstige patenten daaromtrent de nadruk leggen op de systemen zelf en niet op de stop zoals in huidige aanvraag.

Bij de industriële botteling zal onderhavige hersluitbare stop - als verzegeld geheel - in één machinale druk-beweging op het geschikte volume wordt geplaatst zonder dat de verzegeling wordt verbroken, en

zodanig het volume hermetisch afsluiten van de buitenomgeving. Dit is mogelijk door de juiste materiaal keuze. Voor de consument is het zeer belangrijk dat de fles of het volume - na gebruik- in een of enkele eenvoudige bewegingen terug hermetisch kan hersloten worden met een quasi onbestaande kans op een spontane heropening.

Zoals blijkt uit het geheel van bovenstaande tekst is deze hersluitbare stop dienstig voor het afsluiten van allerlei volumes en/of de ingangen/uitgangen ervan in de sectoren van drank, voeding, verven, wasmiddelen,... en alle sectoren waar gasvormige, vloeibare en vaste stoffen gebruikt, verwerkt en opgeslagen worden, en vormt deze"stop"de aanzet tot een gehele nieuwe praktische, economisch verantwoorde en nuttige flessen en volumes.

Claims

Conclusies LU : 1. Een sluit-lichaam (11), bestaande uit een afsluitdeel (12) dat de opening van het volume (13) geheel of gedeeltelijk bedekt, waaraan tenminste één scharnierend (14) span-deel (15) is bevestigd dat bij het naar beneden duwen het sluitdeel hermetisch op de rand (17) van de volume-ingang (16) trekt, en zich met een kleming met het afsluitdeel sluitend verbindt (18), en dat bijgevolg de hersluiting mogelijk maakt ; 2. Een sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, dat een stop (11) van een fles (13) is ; 3. Een sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, dat een deksel van een doos, blik, pot, tube of emmer is ; 4. Afsluitdeel, zoals beschreven in conclusie 1, dat van boven af over een deel of het geheel van de rand van de volume-ingang wordt geduwd ; 5.

Afsluitdeel (31), zoals beschreven in conclusie 1, waarvan het onderste gedeelte - geheel of gedeeltelijk - zijlings onder (33) de rand (34) van de volume-ingang (35) wordt geduwd ; 6. Afsluitdeel en span-deel, zoals beschreven in conclusie 1, dat hetzij uit een enkel deel is gemaakt, hetzij uit meerdere delen bestaat, en die bestaan uit hetzij hetzelfde materiaal, hetzij uit een verschillend materiaal ; 7.

Afsluitdeel en span-deel, zoals beschreven in conclusie 1, geheel of gedeeltelijk bestaand uit kunststofmateriaal (zoals PE, PS, PP, composiet, gtasvezel,....), metaal (aluminium, staal,....), ceramiek, natuurlijk materialen zoals rubber,.... of combinaties ervan ;

8. Afsluitdeel, zoals beschreven in conclusie 1, waarin bijkomende afsluit-hulpmiddelen zijn bevestigd zoals ringen, kurk-schuifjes, schuimplaatjes, die de uiteindelijke afsluiting zullen verbeteren, en eventueel opbouwstukken (61) zoals eurolock-vorm (62), gathouder- <Desc/Clms Page number 12> structuur, haak-structuur, vork-en schuif-structuur,... die passen op industriële en hand-drager (s) (63) en speciale gondola-opbergingen of hangmogelijkheid geven, of een verstuivingssyteem (71) ;

9. Afsluitdeel, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan het afgesloten deel (36) een rand heeft die onder de rand van de volumeingang past en die eventueel tot schuine inbreng van de ingang in het afsluitdeel verplicht waarna het afsluitdeel wordt neergedrukt zodat het op de ingang van het volume geklemd is, waarna het neerklappende spandeel (37) het opengebleven deel (38) definitief afsluit ; 10. Afsluitdeel (21), zoals beschreven in conclusie 1, dat met het spandeel verbonden wordt door middel van tenminste één permanente (14) of losse scharnier, en waarvan de contact-zijden (23 en 24) (39) tegen elkaar drukken zodat een hermetische sluiting (25) tussen hen wordt bekomen ; 11.

Hermetische sluiting, zoals beschreven in conclusie 10, die gevormd wordt door in-elkaar grijpende randen, complementaire structuren of elkaar wegduwende structuren (25) ; 12. Afsluitdeel, zoals beschreven in conclusie 1, dat aan zijn afgesloten deel (36) een scharnier-structuur heeft waarmee het verbonden is met het volume, zodat het er aan bevestigd blijft tijdens het gebruik ; 13. Spandeel, zoals beschreven in conclusie 1, dat een span-structuur (39) heeft die op zulke wijze aangrijpt in de zone (33) onderaan de rand van de volume-ingang dat het afsluitdeel ook met zijn deel dat aan de zijde van het spandeel ligt, verder op de ingang van het volume wordt getrokken of gespannen, en aldus de ingang verder afsluit ; 14.

Spanstructuur, zoals beschreven in conclusie 13, die tenminste een klem-structuur (18) heeft waardoor het zich bijkomend met de sluitstructuur verbindt zodat het spandeel niet vanzelf of reeds bij een lichte schok loskomt van het sluitdeel ; <Desc/Clms Page number 13> 15. Klemstructuur, zoals beschreven in conclusie 14, bestaande uit een deel van het spandeel dat in, tussen, over of rond de complementair vorm van het sluitstuk past, of omgekeerd, zoals ondermeer een S-vormig deel, een zwaluw-verbinding, een T-vormig deel, een U-vormig deel,... of een andere vorm ; 16. Spanstructuur, zoals beschreven in conclusie 13, die aan haar EMI13.1 onderzone zodanig is gevormd door verbredingen en versmallingen dat 17.

Volume, zoals beschreven in conclusie 1, dat bv. kan zijn een fles, pot, emmer, buis, pijp, blik, tube, ketel, cilinder, beker, kan, trechter, ton, doos, kartons, zak, air-bag,... ; 18. Afsluitdeel en spandeel, zoals beschreven in conclusie 1, welke als ongeopende geheel - verbonden zijn met hetzij tenminste één dunne strip, draadje of bandje als verzegeling (19) dat gemakkelijk verbroken kan worden, hetzij met een mechanisch, electrisch, electronisch of magnetisch slot geschikt voor ondermeer misbruik door kinderen of verslaafden, diefstal in winkels, beveiligheid van vergiften en gevaarlijke stoffen,... ; 19. Sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, met twee of meer spanstructuren ; 20.

Sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, met daarop gedrukt een barcode of identificatie informatie, en/of daarin ingewerkt een transmit-chip ; 21. Een sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, met daarin een afsluitbare opening voorzien voor rietjes of de bevestiging van extra versieringen, of dat speciale vormen heeft (bv. dierenkop, stripfiguur,...), of waarin een verstuivingssysteem (71) zit waarvan de aanzuigopening van de buis uitkomt in een bodem-verkleining (72) waarnaar de vloeistof getrechterd (73) wordt zodat de laatste vloeistof daar bijeenkomt en ook kan opgepomd worden, of waarin een pompsysteem zit dat gebaseerd is op het neerwaarts indrukken van <Desc/Clms Page number 14> een flexibele neerwaartsgerichte trechtermond waardoor de inhoud ervan (voorgevormde membraan > electrische duw-pomp) ; 22.

Een sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, waarin een doseringmechanisme (41) voor een bepaalde inhoud is ingebouwd of opgebouwd dat gebaseerd is op het op en af verplaatsen van een aldan-niet gevuld vul-volume (42) binnenin een glij-schacht (43) waarbij hetzij de inlaat-opening (en) (44) en de uitlaat- opening (en) (45) van het vul-volume nooit gelijktijdig open staan ten gevolge van hun positie ten opzichte van de aanvoer-opening (en) (46) en afvoeropening (en) (47) die in de zijwand van de glij-schacht zitten, hetzij de open uitlaat-opening onderaan slechts het ledigen toelaat in de eindstand waarneer luchttoevoer bovenaan via een overeenstemmende opening in vul-volume en glijschacht gebeurt ; 23.

Vul-volume, zoals beschreven in conclusie 22, waarin-bij het kantelen voor het uitgieten-vloeistof loopt via de zijwaartse aanvoeropening in de schacht (55), en de zijwaarts gerichte inlaatopening (56) ; 24. Vul-volume (52), zoals beschreven in conclusie 22, dat in de glijschacht (53) daalt tengevolge van haar eigen gewicht, het gewicht van de ingelopen vloeistof, een eventueel extra gewicht (51) en tijdens de dalende fase - als haar top voorbij de aanvoeropening is geschoven-door de druk van de bovenliggende vloeistof ; 25. Vul-volume, zoals beschreven in conclusie 1, dat zich ledigt van het moment dat haar neerdalende uitlaat-opening aansluit (54) op de afvoer-opening van de glij-schacht, en als de onderdruk in haar bovenste deel (48) is opgevangen door de lucht-inbreng via de luchtpijp (49) ; 26.

Een sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, waarin een doseringmechanisme is ingebouwd of opgebouwd dat gebaseerd is op het zijlings verschuiven van een volume met een analoog effect als beschreven in conclusies 22, 23, 24 en 25 ; <Desc/Clms Page number 15> 27. Een sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, waarin een doseringmechanisme is ingebouwd of opgebouwd dat gebaseerd is op het ronddraaien van een al-dan-niet gevulde schroeflichaam van een volume met een analoog effect als beschreven in conclusies 22, 23, 24 en 25 ; 28.

Spandeel, zoals beschreven in conclusie 1, dat bij het naar beneden drukken een dunne span-structuur - die van de onderkant van het sluitdeel komt - dubbel plooit zodat deze in de overblijvende zone onderaan de rand van de volume-ingang past en aldus het sluitdeel verder op de ingang van het volume wordt getrokken of gespannen, en aldus de ingang verder afsluit ; 29.

Volume, zoals beschreven in conclusie 17, waarin hetzij een doseringssysteem is ingebouwd, en waarop het sluitlichaam, zoals beschreven in conclusie 1, kan geplaatst worden, hetzij een verstuivingssysteem (71) is ingebouwd waarvan de aanzuigopening van de buis gelegen is in een bodem-verkleining (72) waarnaar de vloeistof getrechterd (73) wordt zodat de laatste druppels vloeistof daar bijeenkomen en ook opgepomd worden, en waarop het sluitlichaam, zoals beschreven in conclusie 1, kan geplaatst worden ; 30.

Volume, zoals beschreven in conclusie 17, waarin een pompsysteem is ingebouwd en/of opgebouwd dat werkt door middel van een flexibele induwbare trechterkop (82) die de daardoor ingesloten massa vloeistof, poeder, pasta, en soortgelijke productendoor middel van de neerwaartse druk - een verkleining van haar inhoud veroorzaakt, en dus een plaatselijke druktoename, en zodoende het ingesloten product via het afvoerkanaal (84) transporteert naar het uitgangsmechanisme (81), en waarop of waarover het sluitlichaam, zoals beschreven in conclusie 1, kan geplaatst worden, en zodoende als geheel dienstig als vervanging van alle spuitsystemen voor sanitaire artikelen, schoonheids- en toilet- artikelen, medicamenten, horeca (bv. specerijen, sausen,...), verven en onderhoudsmiddelen, landbouw en tuinbouw-sproeisystemen en irrigatiesystemen, veeteelt, petroleum producten,...

<Desc/Clms Page number 16>

31. Een sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, dat - als verzegeld geheel - in één machinale druk-beweging op het geschikte volume wordt geplaatst zonder dat de verzegeling wordt verbroken, en dat het volume hermetisch afsluit van de buitenomgeving ; 32. Een sluit-lichaam, zoals beschreven in conclusie 1, dat-na gebruik- in een of enkele eenvoudige bewegingen het volume kan her-sluiten ; 33. Sluitlichaam, zoals beschreven in conclusie 1, dienstig voor het afsluiten van allerlei volumes en/of de ingangen/uitgangen ervan in de sector van drank, voeding, verven, wasmiddelen,... en alle sectoren waar gasvormige, vloeibare en vaste stoffen gebruikt, verwerkt en opgeslagen worden ;