Inrichting voor het bevestigen van een stelmiddel of dergelijke tegen een muur.
De huidige uitvinding heeft betreKking op een inrichting voor het bevestigen van een stelmiddel of dergelijke tegen een muur, in het bijzonder bij het metselen van deze muur. Meer speciaal heeft zij betrekking op een inrichting waarmee een profiel, lat of dergelijke voor het spannen van een metselkoord rechtop tegen een muur kan worden bevestigd.
Het is algemeen bekend dat bij het metselen een koord wordt aangewend voor het in een rechte lijn leggen van de stenen. Dit koord wordt gespannen tussen twee profielen die op een afstand van elkaar langs de te metselen muur worden opgesteld.
In sommige gevallen, zoals bij het metselen van een puntgevel, is het moeilijk om zulk profiel te bevestigen.
Soms wordt voor het bevestigen van zulk profiel gebruik gemaakt van een zogenaamde sergeant. Een sergeant heeft echter het nadeel dat hij in deze toepassing moeilijk te hanteren is en gemakkelijk uit elkaar schuift. Bij het aanbrengen van de sergeant heeft men immers in deze toepassing slechts één hand vrij, daar men de andere hand nodig heeft om het profiel vast te houden.
De uitvinding heeft tot doel een inrichting te bieden die deze nadelen uitsluit en als hulpmiddel fungeert bij het bevestigen van een profiel dat dienst doet als stelmiddel.
Tot dit doel bestaat de uitvinding uit een inrichting voor het bevestigen van een stelmiddel of dergelijke tegen een muur, in het bijzonder bij het metsen, met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een U-vormig geraamte gevormd door twee benen die bedoeld zijn om langs weerszijden van de muur te worden aangebracht en een verbinding tussen de voornoemde benen, waarbij minstens één van de benen aan de binnenzijde voorzien is van een steunvlak dat tegen de muur kan aanleunen, terwijl minstens het andere been voorzien is van een zitting voor het stelmiddel en met deze zitting samenwerkende spanmiddelen die toelaten om een in de zitting aangebracht stelmiddel tegen de muur aan te spannen.
Deze inrichting heeft als voordeel dat zij eenvoudig over een reeds gemetst stuk muur kan worden gehangen en vervolgens zeer gemakkelijk een profiel rechtop tegen deze muur kan worden gepositioneerd, zelfs in vrij moeilijke omstandigheden, zoals dat onder andere het geval is bij het metsen van een puntgevel.
In een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is de afstand tussen de twee benen een constant gegeven.
In een tweede uitvoeringsvorm kan de afstand tussen de twee benen worden gewijzigd.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de beide benen met spanmiddelen voorzien, waardoor zowel aan de binnenzijde als buitenzijde van de muur een profiel of dergelijke kan worden opgesteld, wat vooral van belang is bij het metsen van spouwmuren.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding in perspectief weergeeft; figuur 2 de inrichting van figuur 1 weergeeft tijdens het gebruik; figuur 3 een zicht weergeeft volgens de pijl F3 in figuur 2; figuur 4 een zicht weergeeft volgens de pijl F4 in figuur 3; figuur 5 een zicht weergeeft analoog aan dat van figuur 1, voor een variante.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4 bestaat de uitvinding uit een inrichting 1 die toelaat om één of meer stelmiddelen, zoals bijvoorbeeld de weergegeven profielen 2 en 3, tegen een muur 4, in dit geval een spouwmuur, te bevestigen, bijvoorbeeld om bij het verder opmetsen van deze muur 4 op een gemakkelijke wijze een metselkoord 5, respektievelijk 6, in dit geval langsheen het binnenste muurdeel 7 en het buitenste muurdeel 8, te kunnen spannen.
De inrichting 1 is hoofdzakelijk opgebouwd uit een U-vormig geraamte 9 dat gevormd wordt door twee, bij voorkeur parallelle, door middel van een verbinding 10 verbonden benen 11 en 12 die bedoeld zijn om aan weerszijden van de muur 4 te worden aangebracht.
Bij voorkeur zijn de beide benen 11 en 12 aan de binnenzijde voorzien van een steungedeelte of steunvlak
13-14 dat tegen de muur 4 waarover de inrichting 1 wordt aangebracht, kan aanleunen. De afstand tussen de benen 11 en 12 wordt in wezen iets groter gekozen dan de standaarddikte van de te metsen muur 4, die bij een spouwmuur bijvoorbeeld 30 cm bedraagt.
De benen 11-12 zijn elk voorzien van een zitting 15, respectievelijk 16, voor het aanbrengen van de stelmiddelen, meer speciaal van profielen 2-3 zoals voornoemd.
Verder is de inrichting 1 voorzien van spanmiddelen 17-18, waarmee de profielen 2-3 zijdelings tegen de muur 4 kunnen worden geklemd.
Deze spanmiddelen 17-18 bestaan bij voorkeur uit aanschroefbare spanelementen. Meer speciaal nog bestaan zij zoals weergegeven in de figuren uit telkens minstens twee boven elkaar geplaatste aanschroefbare spanelementen, respectievelijk 19-20 en 21-22, zodanig dat de spanmiddelen over een zekere lengte op de profielen 2-3 kunnen inwerken en de profielen ook op twee plaatsen worden ingeklemd, zodat ze niet gemakkelijk kunnen worden scheefgetrokken.
Deze spanelementen 19-20-21-22 bestaan hoofdzakelijk uit door middel van een handgreep 23 in steunen 24 verdraaibare draadstangen 25, die aan hun voorste uiteinde van een voetje 26 of dergelijke zijn voorzien.
Zoals is weergegeven in de figuren zijn de spanmiddelen
17-18 bij voorkeur naar achteren verplaatst ten opzichte van de binnenzijde, respectievelijk steunzijde, van het steungedeelte 13-14 van het been 11-12 waaraan zij zijn aangebracht, zodanig dat de aldus gevormde ruimte als zitting functioneert.
De spanmiddelen 17-18 bevinden zich in de gebruikstoestand van de inrichting 1, waarbij het U-vormige geraamte 9 vrij over een muur 4 gehangen is, zijdelings verplaatst ten opzichte van de voornoemde verbinding 10, met als voordeel dat de profielen 2-3 rechtop in de inrichting 1 kunnen worden geplaatst zonder hierbij door de verbinding 10 te worden gehinderd.
Meer speciaal nog zijn de spanmiddelen 17-18 telkens zijdelings naast het betreffende been 11-12 aangebracht.
In het geval van een dubbele uitvoering, met andere woorden een uitvoering waarin, zoals weergegeven in de figuren, aan weerszijden van de muur 4 een profiel 2-3 of dergelijke kan worden vastgezet, zijn de spanmiddelen 17-18 van het ene been 11, respectievelijk andere been 12, bij voorkeur aan weerszijden van het vlak gelegen waarin het U-vormige geraamte 9 zich bevindt, zodanig dat beide profielen 2-3 vanaf één zijde van de muur 4 gemakkelijk bereikbaar zijn.
Het geraamte 9 kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Bij voorkeur is het samengesteld uit profielen. Zoals weergegeven kan de verbinding 10 hiertoe uit een enkelvoudig profiel 27 bestaan. De benen 11-12 kunnen bestaan uit haaks hierop geplaatste, bijvoorbeeld hieraan vastgelaste, profielen 28-29 en verstevigingsprofielen
30-31.
Het gebruik van de inrichting 1, zoals hiervoor beschreven, is zeer eenvoudig en als volgt.
Het U-vormige geraamte 9 wordt met zijn opening over het reeds gemetste gedeelte van de muur 4 gehangen.
Door vervolgens een profiel 2 in de zitting 15 aan te brengen en de spanmiddelen 17 aan te schroeven, wordt het geheel opgespannen en komt het vast te zitten. Hierbij drukt het steungedeelte 14 van het tweede been 12 tegen de muur 4, terwijl de spanmiddelen 17 tegen het profiel 2 en dit profiel 2 tegen de muur 4 drukken. Hierbij bevindt het steungedeelte 13 zich in wezen op een kleine afstand van de muur 4.
Hierna kan ook het profiel 3 tegen de muur 4 worden aangedrukt door dit in de zitting 16 te plaatsen en de spanmiddelen 18 aan te schroeven.
Doordat de inrichting 1 uit zichzelf in de juiste positie komt te hangen, verkrijgt men het voordeel dat de gebruiker de beide handen vrij heeft om het profiel 2, respectievelijk 3, in te klemmen, waarbij hij met één hand het betreffende profiel 2-3 kan vasthouden en met de andere hand de betreffende spanelementen 19-20 of 21-22 kan aanschroeven.
Daarna kunnen op gebruikelijke wijze metselkoorden 5-6 over de muur 4 worden gespannen.
In figuur 2 is een toepassing bij een puntgevel 32 weergegeven. Uiteraard zal op een verder gelegen afstand een gelijkaardige inrichting 1 worden opgesteld om de metselkoorden 5-6 bij hun andere uiteinden eveneens vast te maken.
Vanzelfsprekend kan ook eerst het profiel 2 opgesteld worden en de metselkoord 5 worden gespannen, en pas nadat het binnenste muurdeel 7 is verwezenlijkt, het profiel 3 worden opgesteld en de metselkoord 6 worden gespannen.
De in figuren 1 tot 4 weergegeven dubbele uitvoering is vooral bedoeld om te worden aangewend bij het metsen van spouwmuren. In het geval dat slechts aan één zijde van de muur 4 een stelmiddel dient te worden bevestigd, kan gebruik worden gemaakt van een vereenvoudigde inrichting. In dat geval zal de inrichting 1 slechts aan één been worden voorzien van een steungedeelte en uitsluitend aan het andere been van spanmiddelen worden voorzien.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm wordt de inrichting 1 uitgerust met instelmiddelen 33 om de afstand tussen de benen 11-12 te regelen.
In figuur 5 is een voorbeeld weergegeven dat met dergelijke instelmiddelen 33 is uitgerust. De instelling kan hierbij worden verwezenlijkt doordat één been 11 hierbij vast verbonden is aan de verbinding 10, terwijl het andere been
12 verplaatsbaar bevestigd is aan deze verbinding 10. Hiertoe kan het been 12 voorzien zijn van een hieraan bevestigd buisvormig gedeelte 34 dat over de verbinding 10, meer speciaal over het voornoemde profiel 27 verschuifbaar is.
Uiteraard zijn de nodige blokkeermiddelen 35 voorhanden om het been 12 te positioneren, meer speciaal om de verschuiving hiervan ten opzichte van het andere been 11 tot een vooropgestelde waarde te beperken.
Deze blokkeermiddelen 35 bestaan uit een in het profiel 27 aangebrachte reeks van perforaties 36 waarin een blokkeerelement 37 kan worden aangebracht dat een aanslag vormt voor het buisvormig gedeelte 34. Dit blokkeerelement
37 kan bestaan uit een spie die bijvoorbeeld door middel van een ketting 38 of dergelijke aan het been 12 is bevestigd om te vermijden dat dit blokkeerelement 37 zoek raakt.
Door zoals weergegeven gebruik te maken van perforaties 36 die op een kleine onderlinge afstand geschrankt staan, is een nauwkeurige instelling mogelijk.
Het is duidelijk dat de instelmiddelen 33 ook op andere wijzen kunnen worden uitgevoerd.
Het gebruik van de inrichting 1 uit figuur 5 is hoofdzakelijk analoog aan het gebruik van de inrichting 1 die in de figuren 1 tot 4 is afgebeeld, met het enige verschil dat de afstand tussen de benen 11 en 12 kan worden ingesteld in functie van de dikte van de muur 4.
Een belangrijk kenmerk van de uitvinding bestaat erin dat de verbinding 10 steeds in een welbepaalde afstand voorziet tussen de twee benen 11-12, die mogelijk wel instelbaar is, doch onafhankelijk is van de werking van de spanmiddelen
17-18, dit in tegenstelling tot een zogenaamde sergeant waarvan de bekken dikwijls uiteen schuiven op het ogenblik dat het spanelement hiervan wordt aangeschroefd.
Facultatief zijn de benen 11-12 voorzien van zich zijdelings uitstrekkende voetjes 39-40 die een supplementaire steun vormen tegen verdraaiing van de inrichting 1.
Het is duidelijk dat de zitting, respectievelijk zittingen
15-16 van verschillende aard kunnen zijn. In wezen bestaan deze uit elke vrije ruimte die toelaat om een profiel 2 of 3 tussen de spanmiddelen 17-18 en de muur 4 aan te brengen. In een bijzondere uitvoering kan deze zitting ook aanslagen vertonen die het rechtop plaatsen van zulk profiel vergemakkelijken. Volgens nog een andere mogelijkheid zal zulke zitting gevormd worden uit een steun waarop het profiel met zijn onderste uiteinde kan worden neergezet en eventueel een beugel die het omvallen van het profiel verhindert alvorens dit aangespannen is. Hierdoor dient het profiel niet vastgehouden te worden tijdens het aanspannen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, doch zulke inrichting voor het bevestigen van een stelmiddel kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Device for mounting an adjusting means or the like against a wall.
The present invention relates to a device for fastening an adjusting means or the like to a wall, in particular when bricking this wall. More specifically, it relates to a device with which a profile, slat or the like for tensioning a masonry cord can be fixed upright against a wall.
It is generally known that a brickwork cord is used for laying the stones in a straight line. This cord is stretched between two profiles that are arranged at a distance from each other along the wall to be bricked.
In some cases, such as when building a gable wall, it is difficult to fix such a profile.
Sometimes a so-called sergeant is used to confirm such a profile. However, a sergeant has the drawback that in this application he is difficult to handle and easily slides apart. After all, when applying the sergeant one only has one hand free in this application, since one needs the other hand to hold the profile.
The object of the invention is to provide a device which excludes these drawbacks and which serves as an aid in attaching a profile which serves as an adjusting means.
For this purpose, the invention consists in a device for securing an adjusting means or the like to a wall, in particular in the case of bricklaying, characterized in that it mainly consists of a U-shaped frame formed by two legs which are intended to to be fitted on either side of the wall and a connection between the aforementioned legs, wherein at least one of the legs on the inside is provided with a supporting surface which can lean against the wall, while at least the other leg is provided with a seat for the adjusting means and tensioning means co-acting with this seat which allow to tighten an adjusting means arranged in the seat against the wall.
This device has the advantage that it can simply be hung over an already bricked piece of wall and then very easily a profile can be positioned upright against this wall, even in rather difficult conditions, such as is the case, for example, when building a gable wall .
In a first embodiment of the invention, the distance between the two legs is a constant.
In a second embodiment, the distance between the two legs can be changed.
In the most preferred embodiment, the two legs are provided with tensioning means, so that a profile or the like can be arranged on both the inside and the outside of the wall, which is particularly important when walling cavity walls.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments of a device according to the invention are described below, by way of example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a device according to the invention in perspective; figure 2 represents the device of figure 1 during use; figure 3 represents a view according to the arrow F3 in figure 2; figure 4 represents a view according to the arrow F4 in figure 3; figure 5 represents a view analogous to that of figure 1, for a variant.
As shown in Figures 1 to 4, the invention consists of a device 1 which allows one or more adjusting means, such as, for example, the profiles 2 and 3 shown, to be fastened to a wall 4, in this case a cavity wall, for example to further measuring this wall 4 in a convenient manner to be able to tension a masonry cord 5 and 6 respectively, in this case along the inner wall part 7 and the outer wall part 8.
The device 1 is mainly composed of a U-shaped frame 9 which is formed by two, preferably parallel legs 11 and 12 connected by means of a connection 10, which are intended to be arranged on either side of the wall 4.
Both legs 11 and 12 are preferably provided on the inside with a support part or support surface
13-14 that can lean against the wall 4 over which the device 1 is fitted. The distance between the legs 11 and 12 is essentially chosen to be slightly larger than the standard thickness of the wall 4 to be bricked, which is, for example, 30 cm for a cavity wall.
The legs 11-12 are each provided with a seat 15 and 16, respectively, for mounting the adjusting means, more particularly of profiles 2-3 as mentioned above.
The device 1 is further provided with clamping means 17-18, with which the profiles 2-3 can be clamped laterally against the wall 4.
These clamping means 17-18 preferably consist of screw-on clamping elements. More specifically, as shown in the figures, they consist of at least two screwable clamping elements placed one above the other, 19-20 and 21-22 respectively, such that the clamping means can act on profiles 2-3 over a certain length and the profiles also on two places are clamped so that they cannot be easily skewed.
These tensioning elements 19-20-21-22 mainly consist of threaded rods 25 rotatable by means of a handle 23 in supports 24, which are provided with a foot 26 or the like at their front end.
As shown in the figures, the tensioning means
17-18 are preferably moved backwards with respect to the inside, respectively support side, of the support part 13-14 of the leg 11-12 to which they are arranged, such that the space thus formed functions as a seat.
The tensioning means 17-18 are in the state of use of the device 1, the U-shaped frame 9 being freely suspended over a wall 4, displaced laterally with respect to the aforementioned connection 10, with the advantage that the profiles 2-3 are upright can be placed in the device 1 without being hindered by the connection 10.
More specifically, the tensioning means 17-18 are each arranged laterally next to the respective leg 11-12.
In the case of a double embodiment, in other words an embodiment in which, as shown in the figures, a profile 2-3 or the like can be fixed on either side of the wall 4, the tensioning means 17-18 of the one leg 11 are or other leg 12, preferably located on either side of the plane in which the U-shaped frame 9 is located, such that both profiles 2-3 are easily accessible from one side of the wall 4.
The framework 9 can be constructed in various ways. It is preferably composed of profiles. As shown, the connection 10 may consist of a single profile 27 for this purpose. The legs 11-12 may consist of profiles 28-29 and reinforcement profiles placed at right angles to them, for example
30-31.
The use of the device 1, as described above, is very simple and as follows.
The U-shaped frame 9 is hung with its opening over the already bricked part of the wall 4.
By subsequently arranging a profile 2 in the seat 15 and screwing on the clamping means 17, the whole is clamped and it becomes stuck. The support portion 14 of the second leg 12 presses against the wall 4, while the clamping means 17 press against the profile 2 and this profile 2 against the wall 4. The support part 13 is essentially at a small distance from the wall 4.
After this, the profile 3 can also be pressed against the wall 4 by placing it in the seat 16 and screwing on the clamping means 18.
Because the device 1 comes to hang in the correct position on its own, the advantage is obtained that the user has both hands free to clamp the profile 2, 3, respectively, whereby he can use the respective profile 2-3 with one hand. and tighten the respective clamping elements 19-20 or 21-22 with the other hand.
Masonry cords 5-6 can then be stretched over wall 4 in the usual manner.
Figure 2 shows an application at a gable wall 32. Naturally, a similar device 1 will be arranged at a further distance to also fix the masonry cords 5-6 at their other ends.
It goes without saying that the profile 2 can also be set up first and the masonry cord 5 tensioned, and only after the inner wall part 7 has been realized, the profile 3 can be set up and the masonry cord 6 tensioned.
The double version shown in Figures 1 to 4 is primarily intended to be used for the construction of cavity walls. In the event that an adjusting means is to be attached to only one side of the wall 4, a simplified device can be used. In that case the device 1 will be provided with a support part on one leg only and provided with tensioning means on the other leg only.
According to a special embodiment, the device 1 is provided with adjusting means 33 for controlling the distance between the legs 11-12.
Figure 5 shows an example equipped with such adjusting means 33. The adjustment can be effected here in that one leg 11 is hereby firmly connected to the connection 10, while the other leg
12 is movably attached to this connection 10. To this end, the leg 12 may be provided with a tubular portion 34 attached thereto, which is slidable over the connection 10, more particularly over the aforementioned profile 27.
Obviously, the necessary blocking means 35 are available to position the leg 12, more specifically to limit its displacement relative to the other leg 11 to a predetermined value.
These blocking means 35 consist of a series of perforations 36 arranged in the profile 27 in which a blocking element 37 can be arranged which forms a stop for the tubular part 34. This blocking element
37 may consist of a key attached to leg 12, for example, by means of a chain 38 or the like, to prevent this blocking element 37 from getting lost.
By using perforations 36 spaced a short distance apart as shown, accurate adjustment is possible.
It is clear that the adjusting means 33 can also be designed in other ways.
The use of the device 1 of figure 5 is mainly analogous to the use of the device 1 shown in figures 1 to 4, with the only difference that the distance between the legs 11 and 12 can be adjusted in function of the thickness from the wall 4.
An important feature of the invention consists in that the connection 10 always provides a specific distance between the two legs 11-12, which may be adjustable, but is independent of the operation of the tensioning means
17-18, in contrast to a so-called sergeant, whose jaws often slide apart when the clamping element is screwed on.
Optionally, the legs 11-12 are provided with laterally extending feet 39-40 which form an additional support against twisting of the device 1.
It is clear that the seat, respectively sessions
15-16 can be of different nature. In essence, these consist of any free space that allows to fit a profile 2 or 3 between the clamping means 17-18 and the wall 4. In a special embodiment, this seat can also have stops that facilitate the upright positioning of such a profile. According to yet another possibility, such a seat will be formed from a support on which the profile can be placed with its lower end and optionally a bracket which prevents the profile from falling over before it is tightened. As a result, the profile should not be held during tightening.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the accompanying drawings, but such an apparatus for attaching an adjusting means can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.