<Desc/Clms Page number 1>
BEVESTIGINGSMIDDEL De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsmiddel voor het op een ondergrond bevestigen van ten minste een leiding of dergelijke, welk bevestigingsmiddel is voorzien van een lijf en van ten minste een zieh ten opzichte van het lijf zijwaarts uitstrekkende klemhaak. Opgemerkt wordt dat de uitvinding zieh niet beperkt tot het bevestigen van leidingen, maar ook kan worden toegepast bij het op de ondergrond vastmaken van pijpen, buizen en kabels en dergelijke.
Een dergelijk bevestigingsmiddel is algemeen bekend. Het bekende, van polyethyleen gemaakte bevestigingsmiddel wordt in de bouw gebruikt om met name elektrische leidingen op een ondervloer van hout, steen of beton te bevestigen. Een bezwaar van de stand van de techniek is dat voor leidingen met verschillende diameter telkens een ander type bevestigingsmiddel met een grotere of een kleinere klemhaak dient te worden toegepast, teneinde een adequate klemming van de leiding in de klemhaak te waarborgen. Het bekende bevestigingsmiddel kan ook worden uitgevoerd met twee zieh zijwaarts uitstrekkende klemhaken voor het bevestigen van twee naast elkaar liggende leidingen.
Daarbij geldt dan nog als nadeel dat, indien het aldus uitgevoerde bekende bevestigingsmiddel in eerste instantie wordt gebruikt om een leiding te bevestigen, het vervolgens "na-bevestigen" van de tweede leiding het losmaken van het bevestigingsmiddel, het vervolgens positioneren van de tweede leiding en het tenslotte weer vastmaken van het bevestigingsmiddel noodzakelijk maakt. Het zal duidelijk zijn dat dit zeer inef- fiaient is en daarmee kosten verhogend werkt. Het verwijderen van een vastgeklemde leiding - zonder het bekende bevestigingsmiddel los te maken - is overigens eveneens niet mogelijk.
Bovendien kleeft aan het bekende bevestigingsmiddel het bezwaar dat het gebruikte polyethyleen materiaal niet stabiel is in de zin dat de sterkte in de tijd aanzienlijk afneemt en voorts niet voldoende warmte-
<Desc/Clms Page number 2>
of koudebestendig is. Dit laatste speelt uiteraard een belangrijke rol, indien de vastgeklemde leidingen CV-leidingen zijn of in het algemeen een warm en/of koud medium transporteren. Tenslotte heeft het bekende bevestigingsmiddel zodanige afmetingen, dat een over de ondergrond aan te brengen dekvloer ter plaatse van het bevestigingsmiddel te zwak is en daardoor scheuren kan gaan vertonen.
Vanwege de ongunstige afmetingen van het bevestigingsmiddel volgens de stand van de techniek (uitgevoerd met twee klemhaken) hebben de twee leidingen tevens een te geringe onderlinge afstand, hetgeen een onderlinge "beinvloeding" tot gevolg kan hebben (warmte/koude-overdracht enz.).
EMI2.1
..
Het is het doel van de uitvinding een eenvoudig, goedkoop en sterk bevestigingsmiddel te verschaffen, dat multitoepasbaar is in de zin dat daarmee leidingen met verschillende diameter kunnen worden bevestigd, en waarbij het mogelijk is een reeds vastgeklemde leiding - zonder het bevestigingsmiddel los te maken-achteraf te verwijderen, respectievelijk leidingen ook na montage van het met verscheidene klemhaken uitgevoerde bevestigingsmiddel-zonder dit los te maken - alsnog achteraf te bevestigen.
Hiertoe heeft een bevestigingsmiddel van de in de aanhef vermelde soort overeenkomstig de uitvinding als bijzonderheid dat de klemhaak zodanig elastisch vervormbaar is dat met althans in hoofdzaak dezelfde klemkracht leidingen met verschillende diameter kunnen worden vastgeklemd. Hierdoor is het mogelijk leidingen met een diameter in het bijzonder variërend van 15 tot 20 mm met behulp van het bevestigingsmiddel op adequate wijze op de ondergrond vast te maken.
Dit maakt het bevestigingsmiddel multi-toepasbaar. Voorts kan een al vastgeklemde leiding door elastische vervorming van de klemhaak achteraf worden verwijderd, zonder het bevestigingsmiddel te hoeven losmaken. Bij voorkeur is voorzien in ten minste twee zieh ten opzichte van het lijf zijwaarts uitstrekkende klemhaken voor het op de ondergrond
<Desc/Clms Page number 3>
bevestigen van ten minste twee naast elkaar liggende leidingen of dergelijke. Ook als het bevestigingsmiddel eenmaal is gemonteerd, kan een niet gebruikte klemhaak elastisch worden vervormd, het aldus mogelijk makend deze om een achteraf te bevestigen leiding onder klemming aan te brengen.
Een uitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel volgens de uitvinding heeft als bijzonderheid dat dit althans in hoofdzaak is vervaardigd uit versterkt nylon. In een voorkeursuitvoeringsvorm bevat het nylon als versterking glasvezels, bij voorkeur minder dan 15 gew. %, in het bijzonder minder dan of gelijk aan 10 gew. %, meer in het bijzonder 8 gew. %. Een met dit materiaal vervaardigd bevestigingsmiddel bezit een zeer hoge klemkracht, is bestand tegen veroudering, is bovendien bestand tegen temperaturen van -40OC tot 800C en wordt niet aangetast door chemische stoffen die vaak in de bouw worden gebruikt.
Een verdere uitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel overeenkomstig de uitvinding heeft als bijzonderheid dat het lijf is voorzien van een zich benedenwaarts uitstrekkend schroefdeel. Bij voorkeur bezit dit schroefdeel een lengte inliggend tussen 18 en 22 mm, in het bijzonder 20 mm. Bij het boren van een gat voor het schroefdeel komt men vanwege deze minimale boordiepte derhalve niet in aanraking met een bewapening van de ondergrond. Bovendien heeft een dergelijke boordiepte minder boorslijtage tot gevolg en daardoor lagere montagekosten.
Een verdere uitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel volgens de uitvinding heeft als bijzonderheid dat het schroefdeel een diameter bezit inliggend tussen 4 en 8 mm, bij voorkeur 6 mm. Een dergelijke boordiameter geeft de mogelijkheid het bevestigingsmiddel in alle materialen van de ondergrond te bevestigen : steen, beton, hout enz.
<Desc/Clms Page number 4>
Een verdere uitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel overeenkomstig de uitvinding heeft als bijzonderheid dat het lijf een breedte bezit inliggend tussen 12 en 16 mm, bij voorkeur 14 mm. De leidingen liggen daardoor op zodanige afstand ten opzichte van elkaar, dat een onderlinge "beinvloeding"is uitgesloten, bijvoorbeeld voor wat betreft warmte/koude-overdracht en dergelijke.
Een volgende uitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel volgens de uitvinding heeft als bijzonderheid dat het lijf een lengte bezit inliggend tussen 18 en 24 mm, in het bijzonder 21 mm. De geringe "hoogte" van het bevestigingsmiddel maakt het mogelijk een op de ondergrond aan te brengen dekvloer goed te laten hechten en daardoor solide te laten zijn, zonder dat er kans is op scheuren van de dekvloer te plaatse van het bevestigingsmiddel.
Een verdere uitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel overeenkomstig de uitvinding heeft als bijzonderheid dat een klemhaak een naar het lijf teruglopend deel bevat.
Aldus wordt een adequate omklemming van de leiding door de klemhaak verzekerd. In het bijzonder bevat het bevestigingsmiddel versterkingsribben om dit in extreme gevallen voldoende sterkte te geven.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij - figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een bevestigingsmiddel volgens de uitvinding weergeeft, - figuur 2 met figuur 1 correspondeert, met dien verstande dat een der klemhaken met de hand (niet getekend) elas- tisch is vervormd, en - figuur 3 met figuur 1 correspondeert, met dien verstande dagt het bevestigingsmiddel een klemhaak bevat.
In figuur 1 onderscheidt men in perspectief een bevesti-
<Desc/Clms Page number 5>
gingsmiddel volgens de uitvinding gemaakt van nylon versterkt met bij voorkeur 10 gew. % glasvezels. Hierdoor behoeft ter verkrijging van de nodige stevigheid minder materiaal voor het bevestigingsmiddel te worden gebruikt dan bij de stand van de techniek het geval is, hetgeen leidt tot een aanzienlijke kostenbesparing. Ondanks de slanke vorm van het bevestigingsmiddel is dit vanwege zijn inherente sterkte toch in staat grote krachten op te vangen. Uit experimenten is gebleken dat het glasvezelpercentage bij voorkeur minder dan 15 gew. % dient te zijn, in het bijzonder minder dan of gelijk aan 10 gew. %. Aldus wordt een aanzienlijke materiaalbesparing bewerkstelligd, zonder afbreuk te doen aan de sterkte van het bevestigingsmiddel.
Nylon heeft bovendien als voordeel dat het bestand is tegen chemische stoffen en een temperatuur kan verdragen va- riërend van ver onder het vriespunt tot circa 80 C.
Het bevestigingsmiddel van figuur 1 bestaat uit een lijf 1 met-aan weerszijden daarvan - zich zijwaarts uitstrekkende klemhaken 2,3. Deze klemhaken 2,3 zijn zodanig elastisch te vervormen, dat het bevestigingsmiddel geschikt is om leidingen van diverse diameter klemmend op bijvoorbeeld een houten ondervloer te bevestigen. Dit maakt het bevestigingsmiddel multi-toepasbaar, daar met dit ene type leidingen met een diameter varierend tussen 15 en 20 mm efficient kunnen worden vastgemaakt. Beide klemhaken 2,3 bezitten in dit voorbeeld een naar het lijf 1 teruglopend deel 4 om tot een goede omklemming van de leidingen te komen.
Als het bevestigingsmiddel eenmaal is gemonteerd om bijvoorbeeld een leiding in de klemhaak 2 op de ondervloer vast te maken, is het mogelijk - zonder het bevestigingsmiddel te demonteren-de klemhaak 3 om een tweede leiding klemmend aan te brengen. Dit geschiedt door de klemhaak 3 in de richting van de pijl van figuur 1 met de hand elastisch te vervormen, totdat een situatie als die van figuur 2 is bereikt. Als de tweede leiding in de opening van de klemhaak 3 is gepositioneerd, laat men de klemhaak 3 los, zodat
<Desc/Clms Page number 6>
deze om de tweede leiding kan aangrijpen. Bovendien is het mogelijk een reeds in de klemhaak 2, 3 vastgeklemde leiding te verwijderen, zonder het bevestigingsmiddel te hoeven losmaken. De klemhaak wordt dan eveneens met de hand elastisch vervormd (figuur 2), daarmee de te verwijderen leiding vrijgevend.
Het bevestigingsmiddel bevat een schroefdeel 5 met een lengte 1 van bijvoorbeeld 20 mm. Bij het ten behoeve van het schroefdeel 5 boren van een gat in de ondervloer staat deze boordiepte garant voor het onbeschadigd blijven van een in de ondervloer aanwezige bewapening. De diameter van het schroefdeel 5 is in het bijzonder 6 mm. Het schroefdeel 5 bevat zieh buitenwaarts uitstrekkende schotelvormige ribben 7 die in axiale richting kunnen worden geveerd. Ten minste enkele van de ribben 7 hebben bij voorkeur een grotere diameter dan de diameter van een gat in de ondergrond. Wanneer het bevestigingsmiddel in het gat wordt aangebracht, worden de ribben 7 op zodanige wijze konisch vervormd, dat zij tegen een uitdrijvende kracht bestand zijn.
Het lijf 1 heeft in het bijzonder een lengte L van 21 mm, zodat een op de ondervloer aan te brengen dekvloer ter plaatse van het bevestigingsmiddel voldoende dikte en sterkte heeft om niet te kunnen scheuren. De breedte b van het lijf 1 is bij voorkeur 14 mm, zodat de leidingen in de klemhaken 2, 3 op voldoende afstand van elkaar worden gehouden om met name onderlinge warmte/koude-overdracht te verhinderen.
Teneinde het bevestigingsmiddel desgewenst additionele stevigheid te geven, is eventueel voorzien in versterkingsribben 6.
In figuur 2 en 3 zijn delen die met die van figuur 1 corresponderen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.
<Desc / Clms Page number 1>
FASTENER The invention relates to a fastener for fastening at least a pipe or the like to a surface, which fastener is provided with a body and at least one clamping hook extending laterally with respect to the body. It is noted that the invention is not limited to fixing pipes, but can also be applied in fixing pipes, tubes and cables and the like to the substrate.
Such a fastener is generally known. The known fastener, made of polyethylene, is used in construction to fix electric cables in particular to a subfloor of wood, stone or concrete. A drawback of the prior art is that for pipes of different diameters, a different type of fastening means with a larger or smaller clamping hook must always be used, in order to ensure adequate clamping of the pipe in the clamping hook. The known fastening means can also be provided with two laterally extending clamping hooks for fastening two adjacent pipes.
The disadvantage here is that if the known fastening means thus constructed is initially used to fix a pipe, the subsequent "after-fixing" of the second pipe loosening the fastening means, the subsequent positioning of the second pipe and finally necessitating reattachment of the fastener. It will be clear that this is very inefficient and therefore increases costs. The removal of a clamped pipe - without loosening the known fastener - is also not possible.
In addition, the known fastener has the drawback that the polyethylene material used is not stable in the sense that the strength decreases considerably over time and furthermore not sufficient heat-
<Desc / Clms Page number 2>
or cold resistant. The latter obviously plays an important role if the clamped pipes are heating pipes or generally convey a hot and / or cold medium. Finally, the known fastening means has such dimensions that a screed to be applied over the substrate is too weak at the location of the fastening means and can therefore start to show cracks.
Due to the unfavorable dimensions of the fastening means according to the prior art (provided with two clamping hooks), the two pipes also have too small mutual distance, which can result in a mutual "influence" (heat / cold transfer, etc.).
EMI2.1
..
The object of the invention is to provide a simple, inexpensive and strong fastener, which is multi-applicable in the sense that it can fix pipes of different diameters, and in which it is possible to clamp an already clamped pipe - without loosening the fastener - can be removed afterwards, or pipes can be retrofitted, even after mounting the fastener with various clamping hooks - without loosening it.
For this purpose, a fastening means of the type mentioned in the preamble according to the invention has the special feature that the clamping hook is elastically deformable such that pipes of different diameters can be clamped with at least substantially the same clamping force. This makes it possible to adequately fix pipes with a diameter, in particular varying from 15 to 20 mm, to the substrate using the fastening means.
This makes the fastener multi-applicable. Furthermore, an already clamped pipe can be removed afterwards by elastic deformation of the clamping hook, without having to loosen the fastening means. Preferably at least two hooks extending laterally with respect to the body are provided for mounting on the ground
<Desc / Clms Page number 3>
attaching at least two adjacent pipes or the like. Also, once the fastener is mounted, an unused clamping hook can be elastically deformed, thus allowing it to be clamped to a retrofitted conduit.
An embodiment of a fastening device according to the invention has the special feature that it is at least substantially made of reinforced nylon. In a preferred embodiment, the nylon reinforcement contains glass fibers, preferably less than 15 wt. %, in particular less than or equal to 10 wt. %, more particularly 8 wt. %. A fastener made with this material has a very high clamping force, is resistant to aging, is also resistant to temperatures from -40OC to 800C and is not affected by chemicals commonly used in construction.
A further embodiment of a fastening means according to the invention has the special feature that the body is provided with a screw part extending downwards. This screw part preferably has a length lying between 18 and 22 mm, in particular 20 mm. When drilling a hole for the screw part, it is therefore impossible to come into contact with a reinforcement of the substrate because of this minimum drilling depth. In addition, such a drilling depth results in less drill wear and therefore lower installation costs.
A further embodiment of a fastening device according to the invention has the special feature that the screw part has a diameter lying between 4 and 8 mm, preferably 6 mm. Such a drill diameter allows the fastener to be attached to all materials of the substrate: stone, concrete, wood, etc.
<Desc / Clms Page number 4>
A further embodiment of a fastening device according to the invention has the special feature that the body has a width lying between 12 and 16 mm, preferably 14 mm. As a result, the pipes are spaced from each other such that mutual "influence" is excluded, for example with regard to heat / cold transfer and the like.
A further embodiment of a fastening device according to the invention has the special feature that the body has a length lying between 18 and 24 mm, in particular 21 mm. The low "height" of the fastener makes it possible for a screed to be applied to the substrate to adhere well and thereby to be solid, without there being any risk of cracks in the screed at the location of the fastener.
A further embodiment of a fastening means according to the invention has the special feature that a clamping hook contains a part that returns to the body.
Adequate clamping of the pipe by the clamping hook is thus ensured. In particular, the fastener includes reinforcing ribs to give it sufficient strength in extreme cases.
The invention will be further elucidated on the basis of figures shown in a drawing, in which - figure 1 shows a schematic perspective view of a fastening means according to the invention, - figure 2 corresponds to figure 1, with the proviso that one of the clamping hooks is manually (not drawn) elastically deformed, and - figure 3 corresponds to figure 1, it being understood that the fastening means contains a clamping hook.
In figure 1 one distinguishes in perspective a confirmation
<Desc / Clms Page number 5>
detergent according to the invention made of nylon reinforced with preferably 10 wt. % glass fibers. As a result, in order to obtain the necessary strength, less material has to be used for the fastener than is the case in the prior art, which leads to a considerable cost saving. Despite the slender shape of the fastener, it is still able to absorb large forces due to its inherent strength. Experiments have shown that the glass fiber percentage is preferably less than 15 wt. % should be, in particular less than or equal to 10 wt. %. Substantial material savings are thus achieved without compromising the strength of the fastener.
Nylon also has the advantage that it is resistant to chemicals and can tolerate a temperature ranging from far below freezing point to about 80 ° C.
The fastening means of figure 1 consists of a body 1 with on both sides thereof - laterally extending clamping hooks 2,3. These clamping hooks 2,3 can be deformed elastically in such a way that the fastening means is suitable for clamping pipes of various diameters to, for example, a wooden subfloor. This makes the fastener versatile, as this one type of pipes with a diameter varying between 15 and 20 mm can be fastened efficiently. In this example, both clamping hooks 2,3 have a part 4 that runs back to the body 1 in order to obtain a good clamping of the pipes.
Once the fastener has been mounted, for example, to fasten a pipe in the clamping hook 2 to the subfloor, it is possible - without dismantling the fastening means - to clamp the clamping hook 3 to a second pipe. This is done by elastically deforming the clamping hook 3 in the direction of the arrow of figure 1 until a situation such as that of figure 2 is reached. When the second pipe is positioned in the opening of the clamping hook 3, the clamping hook 3 is released, so that
<Desc / Clms Page number 6>
it can engage around the second line. In addition, it is possible to remove a pipe already clamped in the clamping hook 2, 3, without having to loosen the fastening means. The clamping hook is then also elastically deformed by hand (figure 2), thereby releasing the pipe to be removed.
The fastening means comprises a screw part 5 with a length 1 of, for example, 20 mm. When drilling a hole in the subfloor for the purpose of the screw part 5, this drilling depth guarantees that the reinforcement present in the subfloor remains undamaged. The diameter of the screw part 5 is in particular 6 mm. The screw part 5 contains outwardly extending dish-shaped ribs 7 which can be spring-loaded in axial direction. At least some of the ribs 7 preferably have a larger diameter than the diameter of a hole in the substrate. When the fastener is inserted into the hole, the ribs 7 are conically deformed in such a way that they can withstand an expelling force.
In particular, the body 1 has a length L of 21 mm, so that a screed to be applied to the subfloor at the location of the fastener has sufficient thickness and strength so that it cannot tear. The width b of the body 1 is preferably 14 mm, so that the pipes in the clamping hooks 2, 3 are kept at a sufficient distance from each other, in particular to prevent mutual heat / cold transfer.
Reinforcing ribs 6 are optionally provided to provide the fastener with additional strength if desired.
In Figures 2 and 3, parts corresponding to those of Figure 1 are indicated by the same reference numerals.