<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze en inrichting voor het toevoegen van bewapeningsvezels aan hardbare bouwspecies, en produkten hiertoe aangewend. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het toevoegen van bewapeningsvezels aan hardbare bouwspecies, alsmede op produkten die hiertoe worden aangewend.
In de eerste plaats is de uitvinding bedoeld voor het toevoegen en meer speciaal het doseren van bewapeningsvezels in beton en mortels van het type dat verpompt, gespoten of geblazen wordt. Meer algemeen echter kan de uitvinding ook worden aangewend bij ieder type van beton, chape, plaaster, mortel en bij iedere gelijkaardige hardbare bouwspecie.
Het gebruik van bewapeningsvezels in beton en dergelijke is een bekende techniek, die de voordelen heeft dat geen tijdrovende traditionele bewapening, zoals betonijzer of bewapeningsmatten, dient te worden aangebracht en dat de kwaliteit van de bouwspecie in verband met druk, krimp, treksterkte, buigsterkte en dergelijke aanzienlijk verbetert.
De bewapeningsvezels die aan dergelijke bouwspecies kunnen worden toegevoegd, kunnen uit verschillende materialen, zoals nylon, glasvezel, polypropyleen, staal, enzovoort, bestaan.
De bewapeningsvezels worden tot op heden verhandeld in zakken. Het toevoegen van de vezels aan de bouwspecie gebeurt dan ook door de inhoud van dergelijke zakken uit te
<Desc/Clms Page number 2>
kippen in het mengreservoir waarin de bouwspecie wordt afgemaakt.
Deze wijze van toevoegen heeft als nadeel dat het vrij moeilijk is om in een vlotte en juiste dosering van bewapeningsvezels te voorzien.
Het eventuele gebruik van een silo, die onderaan voorzien is van een klassiek doseersysteem biedt geen oplossing, daar, enerzijds, dergelijke vezels verstoppingen vormen aan de uitgang van zulke silo, en anderzijs, zulke doseersystemen omvangrijk zijn, waardoor zij weinig geschikt zijn om te worden gekombineerd met de doorgaans mobiele of transporteerbare menginstallaties.
De uitvinding heeft dan ook een werkwijze en inrichting tot doel waarmee op een efficiënte wijze bewapeningsvezels aan een bouwspecie kunnen worden toegevoegd.
Hiertoe bestaat de uitvinding in de eerste plaats uit een werkwijze voor het toevoegen van bewapeningsvezels aan een hardbare bouwspecie, met als kenmerk dat de bewapeningsvezels vertrekkende vanaf een streng-of strookvormige hoeveelheid vezelmateriaal systematisch aan de bouwspecie worden toegevoegd.
Door het feit dat de bewapeningsvezels volgens de uitvinding vanaf een streng-of strookvormige vezelmassa worden toegevoerd, treden de nadelen van een toevoer in bulk, zoals verstoppingen, niet meer op, en is een zeer preciese dosering mogelijk.
Bij voorkeur wordt uitgegaan van opgerold vezelmateriaal. Door het vezelmateriaal in opgerolde toestand toe te leveren, is het transport ervan zeer gemakkelijk en kan
<Desc/Clms Page number 3>
zeer systematisch te werk worden gegaan bij de dosering, zulks door het vezelmateriaal in funktie van de behoefte af te rollen, eventueel met behulp van een motor, die bijvoorbeeld bevolen wordt in funktie van de gewenste dosering.
In het geval van menginstallaties met een vast mengreservoir kunnen de bewapeningsvezels worden gedoseerd door een welbepaalde lengte van het vezelmateriaal aan het mengreservoir toe te voeren.
In het geval van een meng- of pompinstallatie van het kontinu werkende type kunnen de bewapeningsvezels kontinu worden toegevoerd, waarbij zij gedoseerd worden door het vezelmateriaal kontinu aan te voeren met een snelheid die in funktie is van het debiet van de voornoemde meng-en pompinstallatie.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van vezelmateriaal in de vorm van minstens een vezelstreng, waarbij deze vezelstreng naarmate de behoefte wordt versneden in bewapeningsvezels van de gewenste lengte.
Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gebruik. gemaakt van vezelmateriaal in de vorm van een strookvormige vezelmassa, zoals een vezelmat, bestaande uit bewapeningsvezels van de gewenste lengte, waarbij de bewapeningsvezels naarmate de behoefte worden vrijgegeven.
In een bijzondere uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een vezelmat met minstens een draagfolie. Zulke draagfolie laat toe dat een vezelmassa kan worden aangewend met zodanig losse bewapeningsvezels dat deze vezels bij het wegtrekken van de draagfolie vrij uit elkaar vallen.
<Desc/Clms Page number 4>
De uitvinding heeft eveneens betrekking op inrichtingen voor het verwezenlijken van de voornoemde werkwijze. In het geval dat gebruik wordt gemaakt van een vezelstreng bestaat zulke inrichting in hoofdzaak uit een rolhouder ; middelen om een op deze rolhouder aangebrachte rol die voorzien is van de vezelstreng af te rollen ; en snijmiddelen om de vezelstreng te versnijden tot bewapeningsvezels.
In het geval dat gebruik wordt gemaakt van een strookvormige vezelmassa met een draagfolie, voorziet de uitvinding in een inrichting die hoofdzakelijk bestaat uit een rolhouder om een opgerolde vezelmat in aan te brengen ; een rol om de draagfolie afzonderlijk op te wikkelen ; en middelen om een op de rolhouder aangebrachte rol af te wikkelen en de draagfolie afzonderlijk op te wikkelen.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een produkt voor het verwezenlijken van de voornoemde werkwijze, met als kenmerk dat het bestaat uit een opgerolde te versnijden vezelstreng uit bewapeningsmateriaal.
Volgens een variante bestaat dit produkt uit een opgerolde vezelmat van losse op lengte gesneden bewapeningsvezels, met er tussen een draagfolie.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft ; figuur 2 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft ;
<Desc/Clms Page number 5>
figuur 3 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met F3 is aangeduid.
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze om bewapeningsvezels 1 toe te voegen aan een hardbare bouwspecie 2, bijvoorbeeld gedurende het mengen van deze laatste in een menginstallatie 3.
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de bewapeningsvezels 1 vertrekkende vanaf een streng-of strookvormige hoeveelheid vezelmateriaal systematisch aan de bouwspecie 2 wordt toegevoegd.
In de uitvoeringsvorm van figuur 1 wordt uitgegaan van vezelmateriaal in de vorm van een opgerolde vezelstreng 4, waarbij deze vezelstreng 4 naarmate het afrollen wordt versneden in bewapeningsvezels 1 van de gewenste lengte.
Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een inrichting die tot dit doel bestaat uit een rolhouder 5, waarin een rol 6 met opgerolde vezelstreng 4 kan worden aangebracht ; middelen 7 om de rol 6 af te rollen ; en snijmiddelen 8 om de vezelstreng 4 te versnijden tot bewapeningsvezels 1.
De voornoemde middelen 7 bestaan uit een motor 9 om de rol 6 af te wikkelen, die bijvoorbeeld via een stuureenheid 10 en/of een bedieningspaneel 11 op passende wijze kan worden ingeschakeld.
De snijmiddelen 8 zijn in de figuur 1 slechts schematisch afgebeeld, daar deze in werkelijkheid van verschillende aard kunnen zijn. Zo bijvoorbeeld zou hiertoe gebruik kunnen worden gemaakt van roterende messen die de vezels
<Desc/Clms Page number 6>
van de vezelstreng 4 in stukjes van de gewenste lengte kappen.
De werking van de inrichting uit figuur 1 is eenvoudig uit de figuur af te leiden. Door de motor 9 in te schakelen wordt de vezelstreng 4 systematisch afgerold en versneden tot bewapeningsvezels 1 die, het zij rechtstreeks, hetzij onder tussenkomst van een transportband of dergelijke, aan de menginstallatie 3 worden toegevoerd.
De dosering kan eenvoudig worden geregeld door de aansturing van de motor 9, hetzij door een welbepaalde lengte van het opgerolde vezelmateriaal aan de menginstallatie 3 toe te voeren, hetzij door de afrolsnelheid van de vezelstreng 4 te regelen in het geval van een kontinue toevoer.
Het gebruik van vezelmateriaal in de vorm van een vezelstreng 4 is bijzonder praktisch om bewapeningsvezels 1 toe te voeren aan een meng-en/of pompinstallatie 3 bijvoorbeeld van het kontinue type. Door de afrolsnelheid van de vezelstreng 4 te regelen, is een perfekte dosering mogelijk.
In figuur 2 is een variante weergegeven waarbij gebruik wordt gemaakt van vezelmateriaal in de vorm van een opgerolde strookvormige vezelmassa 12, bestaande uit bewapeningsvezels 1 van de gewenste lengte, waarbij deze bewapingsvezels 1 naarmate het afrollen van de strookvormige vezelmassa terug vrij worden gemaakt. Meer speciaal geniet het hierbij de voorkeur dat wordt uitgegaan van een opgerolde vezelmat.
Het vezelmateriaal van de vezelmat bestaat bij voorkeur uit zodanig losse bewapeningsvezels, dat deze vezels bij het
<Desc/Clms Page number 7>
afwikkelen uit elkaar vallen. Zoals weergegeven in figuur 3 is het hierbij dan ook aangewezen dat tussen de vezelmat een draagfolie 13 is voorzien, opdat het geheel oprolbaar, respektievelijk afrolbaar zou blijven.
De hierbij aangewende inrichting is bij voorkeur samengesteld uit een rolhouder 14 om een rol 15 van de vezelmassa 12 in aan te brengen ; een rol 16 om de draagfolie 13 afzonderlijk op te wikkelen; en middelen 17 om de rol 16 af te wikkelen en de draagfolie 13 afzonderlijk op te wikkelen. De afwikkeling gebeurt bij voorkeur door de rol 16 aan te drijven, een en ander zodanig dat een trekkracht op de draagfolie 13 wordt uitgeoefend en bijgevolg de opgerolde vezelmassa 12 wordt afgewikkeld. De middelen 17 bestaan dan ook uit een motor 18 om de rol 16 aan te drijven, die bijvoorbeeld bevolen wordt door middel van een stuureenheid 19 en/of een bedieningspaneel 20.
Tegen de onderkant van de rol 16 en voorbij de vallende vezels, kan, indien nodig, een schraapmes 21 verend aangedrukt worden om eventuele vezels die aan de draagfolie 13 zouden kleven ervan los te maken.
De werking van de inrichting volgens figuur 2 kan eenvoudig uit de tekening worden afgeleid. Door de rol 16 door middel van de motor 18 aan te drijven, wordt de rol 15 afgewikkeld. De draagfolie 13 is tussen de rollen 15 en 16 onder de afgewikkelde vezelmassa 12 gesitueerd. Vanaf het ogenblik dat de draagfolie 13 op de rol 16 gewikkeld wordt, vallen de bewapeningsvezels 1 vrij naar beneden hetzij rechtstreeks in de menginstallatie 3 zoals weergegeven in figuur 2, hetzij op een transportinrichting, bijvoorbeeld een transportband die de bewapeningsvezels naar de menginstallatie 3 voert. In de menginstallatie 3 worden de
<Desc/Clms Page number 8>
bewapeningsvezels met de bouwspecie 2 vermengd. Het is duidelijk dat ook in dit geval een eenvoudige dosering mogelijk is door een passende aansturing van de motor 18.
De variante volgens figuur 2 biedt het bijkomende voordeel dat geen snijmiddelen nodig zijn en dus storingen bij dit snijden worden uitgesloten.
In het geval dat de uitvinding wordt aangewend in de kombinatie met menginstallaties met een vast mengreservoir, is het duidelijk dat de dosering kan gebeuren door een welbepaalde lengte aan vezelmateriaal vrij te geven.
In het geval dat de uitvinding wordt aangewend in kombinatie met meng- of pompinstallaties van het kontinue type, zal de dosering bij voorkeur gebeuren door het vezelmateriaal aan een snelheid af te wikkelen die in funktie is van het debiet van de voornoemde meng-en pompinstallatie 3.
Het is duidelijk dat het vezelmateriaal niet noodzakelijk in opgewikkelde toestand ter beschikking hoeft te staan.
Volgens een variante van de uitvinding zou bijvoorbeeld gebruik kunnen worden gemaakt van een vezelmat die in zigzag opgestapeld is, in plaats van opgerold is.
Het is volgens de uitvinding ook niet uitgesloten om een vezelmat met een meer gesloten vezelstruktuur aan te wenden, waarbij de dosering geschiedt door de vezelmat te ontrafelen tot losse bewapeningsvezels.
In de uitvoeringsvormen met een vezelmat moet de draagfolie niet noodzakeljk op de rol 16 worden opgerold. Ze kan ook over de rol 16 worden geleid en op een volgende rol worden opgerold.
<Desc/Clms Page number 9>
Het is zelf niet noodzakelijk dat na het afvallen van de vezels de draagfolie wordt opgerold. Deze folie kan bijvoorbeeld in zig-zag in een bak of dergelijke opgevangen worden. Tegen de rol waarrond de draagfolie met de vezelmat geleid wordt om de vezels te doen vallen en dus te scheiden van de draagfolie, kan een tweede rol opgesteld zijn. De draagfolie kan tussen de twee naar elkaar gedrukte rollen weggeleid worden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en inrichtingen voor het toevoegen van bewapeningsvezels aan hardbare bouwspecies kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Method and device for adding reinforcing fibers to curable building species, and products used for this purpose. This invention relates to a method and an apparatus for adding reinforcing fibers to curable building species, and to products used for this purpose.
In the first place, the invention is intended for the addition and more particularly the dosing of reinforcing fibers in concrete and mortars of the type that is pumped, sprayed or blown. More generally, however, the invention can also be applied to any type of concrete, screed, plaster, mortar and any similar hardenable building mortar.
The use of reinforcement fibers in concrete and the like is a known technique, which has the advantages that no time-consuming traditional reinforcement, such as reinforcing bars or reinforcement mats, has to be applied and that the quality of the construction mortar in connection with pressure, shrinkage, tensile strength, bending strength and such improves significantly.
The reinforcement fibers that can be added to such building species can consist of various materials, such as nylon, glass fiber, polypropylene, steel, etc.
The armament fibers are still traded in bags. The addition of the fibers to the building mortar is therefore done by emptying the contents of such bags
<Desc / Clms Page number 2>
chickens in the mixing reservoir in which the construction mortar is finished.
The disadvantage of this method of addition is that it is quite difficult to provide a smooth and correct dosage of reinforcement fibers.
The possible use of a silo, which is fitted with a classic dosing system at the bottom, offers no solution, because, on the one hand, such fibers form blockages at the outlet of such a silo, and on the other hand, such dosing systems are bulky, so that they are not very suitable for use. combined with the usually mobile or transportable mixing installations.
The object of the invention is therefore a method and device with which reinforcement fibers can be efficiently added to a building mortar.
To this end, the invention primarily consists of a method for adding reinforcing fibers to a curable building mortar, characterized in that the reinforcing fibers are systematically added to the building mortar starting from a strand or strip-shaped amount of fiber material.
Due to the fact that the reinforcement fibers according to the invention are supplied from a strand or strip-shaped fiber mass, the disadvantages of a bulk supply, such as blockages, no longer occur, and a very precise dosing is possible.
Preferably, coiled fiber material is used. By supplying the fiber material in a rolled-up state, its transport is very easy and possible
<Desc / Clms Page number 3>
be very systematic in the dosing, this by unrolling the fiber material in function of the need, possibly with the aid of a motor, which is for instance ordered in function of the desired dosage.
In the case of mixing installations with a fixed mixing vessel, the reinforcement fibers can be dosed by supplying a specific length of the fiber material to the mixing vessel.
In the case of a mixing or pumping installation of the continuously operating type, the reinforcing fibers can be supplied continuously, whereby they are dosed by continuously feeding the fiber material at a speed which is in function of the flow rate of the aforementioned mixing and pumping installation.
According to a preferred embodiment, use is made of fiber material in the form of at least one fiber strand, this fiber strand being cut into reinforcement fibers of the desired length as the need arises.
According to another preferred embodiment, use is made. made of fiber material in the form of a strip-shaped fiber mass, such as a fiber mat, consisting of reinforcement fibers of the desired length, the reinforcement fibers being released as required.
In a special embodiment use is made of a fiber mat with at least a carrier foil. Such a carrier film allows a fiber mass to be used with such loose reinforcement fibers that these fibers fall apart when the carrier film is pulled away.
<Desc / Clms Page number 4>
The invention also relates to devices for implementing the aforementioned method. In case a fiber strand is used, such a device mainly consists of a roll holder; means for unrolling a roll provided with said fiber strand on this roll holder; and cutting means for cutting the fiber strand into reinforcing fibers.
In the case where use is made of a strip-shaped fiber mass with a carrier foil, the invention provides a device mainly consisting of a roll holder for applying a rolled fiber mat; a roll to individually wind the carrier film; and means for unwinding a roll mounted on the roll holder and winding the carrier film separately.
The invention also relates to a product for carrying out the aforementioned method, characterized in that it consists of a coiled fiber strand of reinforcing material that can be cut.
According to a variant, this product consists of a coiled fiber mat of loose reinforcement fibers cut to length, with a carrier film between them.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below as examples without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 schematically represents a first embodiment of the invention; figure 2 schematically represents a second embodiment of the invention;
<Desc / Clms Page number 5>
figure 3 shows on a larger scale the part indicated by F3 in figure 2.
As shown in Figures 1 and 2, the invention relates to a method for adding reinforcing fibers 1 to a curable building mortar 2, for example during the mixing of the latter in a mixing installation 3.
The special feature of the invention consists in that the reinforcement fibers 1 starting from a strand or strip-shaped amount of fiber material is systematically added to building mortar 2.
In the embodiment of figure 1 the starting material is fiber material in the form of a coiled fiber strand 4, this fiber strand 4 being cut into reinforcing fibers 1 of the desired length as the unwinding.
Here, use can be made of a device which for this purpose consists of a roll holder 5, in which a roll 6 with coiled fiber strand 4 can be arranged; means 7 for unrolling the roll 6; and cutting means 8 for cutting the fiber strand 4 into reinforcing fibers 1.
The aforementioned means 7 consist of a motor 9 for unwinding the roll 6, which can for instance be switched on in an appropriate manner via a control unit 10 and / or a control panel 11.
The cutting means 8 are only schematically shown in Figure 1, since in reality they can be of different nature. For example, for this purpose use could be made of rotating knives holding the fibers
<Desc / Clms Page number 6>
of the fiber strand 4 cut into pieces of the desired length.
The operation of the device of figure 1 is easy to deduce from the figure. By switching on the motor 9, the fiber strand 4 is systematically unwound and cut into reinforcement fibers 1 which are fed, either directly, either through a conveyor belt or the like, to the mixing plant 3.
The dosing can be easily controlled by controlling the motor 9, either by supplying a specific length of the coiled fiber material to the mixing plant 3, or by controlling the unwinding speed of the fiber strand 4 in the case of a continuous supply.
The use of fiber material in the form of a fiber strand 4 is particularly practical for supplying reinforcement fibers 1 to a mixing and / or pumping installation 3, for example of the continuous type. By controlling the unwinding speed of the fiber strand 4, a perfect dosing is possible.
Figure 2 shows a variant in which use is made of fiber material in the form of a coiled strip-shaped fiber mass 12, consisting of reinforcement fibers 1 of the desired length, these reinforcement fibers 1 being released as the unwinding of the strip-shaped fiber mass is released. More specifically, it is preferred that a rolled-up fiber mat be used.
The fiber material of the fiber mat preferably consists of reinforcement fibers so loose that these fibers when used
<Desc / Clms Page number 7>
unwinding falling apart. As shown in figure 3, it is therefore appropriate that a carrier foil 13 is provided between the fiber mat, so that the whole can remain rollable and / or unrollable.
The device used for this purpose is preferably composed of a roll holder 14 for arranging a roll 15 of the fiber mass 12; a roll 16 for individually winding the carrier film 13; and means 17 for unwinding the roll 16 and winding the carrier film 13 separately. The unwinding preferably takes place by driving the roller 16, such that a tensile force is exerted on the carrier foil 13 and, consequently, the rolled-up fiber mass 12 is unwound. The means 17 therefore consist of a motor 18 for driving the roller 16, which is ordered, for example, by means of a control unit 19 and / or a control panel 20.
Against the bottom of the roller 16 and beyond the falling fibers, if necessary, a scraping knife 21 can be resiliently pressed to loosen any fibers that would adhere to the carrier film 13.
The operation of the device according to figure 2 can be easily deduced from the drawing. By driving the roller 16 by means of the motor 18, the roller 15 is unwound. The carrier foil 13 is located between the rollers 15 and 16 under the unwound fiber mass 12. From the moment that the carrier foil 13 is wound on the roll 16, the reinforcement fibers 1 fall freely either directly into the mixing installation 3 as shown in figure 2, or onto a conveying device, for instance a conveyor belt, which supplies the reinforcing fibers to the mixing installation 3. In the mixing installation 3 the
<Desc / Clms Page number 8>
mixing fiber reinforcement with construction mortar 2. It is clear that also in this case a simple dosing is possible by means of an appropriate control of the motor 18.
The variant according to figure 2 offers the additional advantage that no cutting means are required and thus disturbances during cutting are excluded.
In the case where the invention is employed in the combination with mixing installations with a fixed mixing vessel, it is clear that the dosing can be done by releasing a specific length of fiber material.
In case the invention is used in combination with continuous type mixing or pumping installations, the dosing will preferably be effected by unwinding the fiber material at a speed which is in function of the flow rate of the aforementioned mixing and pumping installation 3 .
It is clear that the fiber material does not necessarily have to be available in the wound-up state.
According to a variant of the invention, for example, use could be made of a fiber mat which is stacked in zigzag instead of being rolled up.
According to the invention it is also not excluded to use a fiber mat with a more closed fiber structure, the dosing being effected by unraveling the fiber mat into loose reinforcement fibers.
In the embodiments with a fiber mat, the carrier film does not necessarily have to be rolled up on the roll 16. It can also be guided over the roll 16 and rolled up on a subsequent roll.
<Desc / Clms Page number 9>
It is not necessary that the carrier foil is rolled up after the fibers have fallen off. This foil can for instance be collected in zig-zag in a container or the like. A second roller can be arranged against the roller around which the carrier foil with the fiber mat is guided to drop the fibers and thus separate them from the carrier foil. The carrier foil can be led away between the two pressed rollers.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the figures, but such methods and devices for adding reinforcing fibers to curable building species can be realized in different variants, without departing from the scope of the invention.