<Desc/Clms Page number 1>
Stokdweil.
Deze uitvinding heeft betrekking op een stokdweil, ook zwabber of wringmop genoemd, meer speciaal van het type dat in hoofdzaak bestaat uit een steel en een hieraan bevestigd torsbaar en zodoende uitwringbaar dweilelement.
Bij de klassieke uitwringbare stokdweil is het dweilelement bevestigd tussen het onderste uiteinde van een rechte steel en een vrij over deze steel verschuifbaar en verdraaibaar deel, in de vorm van een over de steel geschoven huls die tevens als handgreep funktioneert of een handgreep bevat.
Bij het uitwringen van zulke stokdweil wordt het dweilelement gestrekt en getorst door het voornoemde deel bij de handgreep vast te nemen en maximaal van het voornoemde uiteinde van de steel weg te bewegen en tevens ten opzichte van de steel te verdraaien, terwijl de steel met de andere hand vastgehouden wordt.
Ook is het bekend om de verdraaiing van het voornoemde deel automatisch als een gevolg van de verschuiving te laten geschieden, door gebruik te maken van een spiraalvormige geleiding tussen de steel en het verschuifbare deel. Hierdoor kan het gelijktijdig verschuiven en verdraaien gemakkelijker met een hand worden uitgevoerd, terwijl met de andere hand de steel wordt vastgehouden.
Beide bekende uitvoeringsvormen hebben als nadeel dat de gebruiker relatief grote krachten moet uitoefenen om het dweilelement degelijk uit te wringen.
De uitvinding heeft tot doel hieraan een oplossing te bieden.
<Desc/Clms Page number 2>
Hiertoe heeft de uitvinding als voorwerp een stokdweil, van het type dat in hoofdzaak bestaat uit een steel en een hieraan bevestigd torsbaar en zodoende uitwringbaar dweilelement, daardoor gekenmerkt dat de stokdweil, teneinde het dweilelement te torsen, is uitgerust met een zwengel.
Dergelijke zwengel laat toe dat met een relatief kleine kracht een groot torsiekoppel kan worden verkregen, waardoor een betere uitwringing door éénieder kan worden gerealiseerd.
De zwengel biedt tevens het bijkomend voordeel dat tijdens het gebruik ervan gemakkelijker een drukkracht op de stokdweil kan worden uitgeoefend, via het schuine of dwarse zwengeldeel.
Bij voorkeur is de zwengel voorzien van een handgreep die vrij verdraaibaar is ten opzichte van de steel. Hierdoor wordt het voordeel geboden dat de zwengel bijzonder gemakkelijk kan worden verdraaid, daar de zwengel bij het verdraaien dan geen wrijving in de hand ondervindt.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm maakt de zwengel deel uit van de steel en is het dweilelement enerzijds bevestigd aan het onderste uiteinde van deze steel, en anderzijds, bevestigd aan een over de steel aangebracht en ten opzichte van de steel verdraaibaar deel dat voorzien is van een handgreep.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
<Desc/Clms Page number 3>
figuur 1 een stokdweil volgens de uitvinding in pers- pektief weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal een zijaanzicht van de stokdweil van figuur 1 weergeeft, waarbij bepaalde delen in doorsnede zijn afgebeeld ; figuur 3 een gelijkaardig zieht weergeeft als figuur
2, doch voor een andere stand ; figuur 4 op een grotere schaal een zieht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 3 met F4 is aangeduid, voor een nog andere stand.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 heeft de uitvinding betrekking op een stokdweil 1 die hoofdzakelijk bestaat uit een al dan niet meerdelige steel 2 en een hieraan bevestigd torsbaar en zodoende uitwringbaar dweilelement 3.
In het weergegeven voorbeeld bestaat het dweilelement 3 uit een bundel stroken 4 gevormd uit non-woven poetsdoek. Het is echter duidelijk dat dit dweilelement 3 ook in andere vormen en materialen kan worden uitgevoerd. Zo bijvoorbeeld kan in de plaats van stroken 4 gebruik worden gemaakt van linnen kabels, of een mouwvormig poetsdoek en kan voor het materiaal, in de plaats van non-woven poetsdoek gebruik worden gemaakt van linnen, zeemvel en dergelijke.
Zoals weergegeven in de figuren 2 en 3 is het dweilelement 3 enerzijds bevestigd aan het onderste uiteinde 5 van de steel 2, en anderzijds, bevestigd aan een over de steel 2 aangebracht en ten opzichte van de steel 2 minstens verdraaibaar deel 6 dat voorzien is van een handgreep 7.
Het deel 6 is in het voorbeeld tevens verschuifbaar over de steel 2, meer speciaal tussen de twee standen die respektievelijk in de figuren 2 en 3 zijn afgebeeld.
<Desc/Clms Page number 4>
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de stokdweil 1 is uitgerust met een zwengel 8 waarmee het dweilelement 3 optimaal kan worden getorst en uitgewrongen.
In het in de figuren weergegeven voorbeeld maakt de zwengel 8 deel uit van de steel 2.
De zwengel 8 is hierbij gevormd door het bovenste deel 9 van de steel dat zieh hiertoe uit het verlengde bevindt van het onderste deel 10. De delen 9 en 10 strekken zieh bij voorkeur wel uit in parallelle richtingen.
Meer speciaal zal de zwengel 8 gevormd worden door de steel 2 op twee plaatsen in tegengestelde richting over eenzelfde hoek te verbuigen, zodat een schuin zwengeldeel 11 ontstaat, dat zieh evenwel volgens een variante ook haaks op de delen 9 en 10 zou kunnen bevinden. Zulke verbogen konstruktie is vooral gemakkelijk te realiseren in het geval dat, zoals zichtbaar in de figuren, voor de steel 2 gebruik wordt gemaakt van een buis.
Zoals in detail is weergegeven in figuur 4 kan de steel 2 ter plaatse van de zwengel 8 voorzien worden van een erop aangebrachte handgreep 12.
De handgreep 12 is bij voorkeur vrij verdraaibaar ten opzichte van de steel 2. Hiertoe bestaat hij in het voorbeeld uit een over de steel 2 aangebrachte huls 13 die verdraaibaar gevat zit tussen twee aanslagen 14 en 15 die vast op de steel 2 zijn gemonteerd. De aanslagen 14 en 15 kunnen bestaan uit ringen die bij de montage eenvoudig over de steel 2 kunnen worden geschoven vanaf het bovenste uiteinde hiervan, samen met de huls 13.
<Desc/Clms Page number 5>
Verder kan de stokdweil 1 zijn uitgerust met blokkeermiddelen 16 om het voornoemde deel 6 in teruggetrokken toestand, waarbij het dweilelement 3 zoals afgebeeld in figuur 3 gestrekt is, te blokkeren.
Zoals het duidelijkst zichtbaar is in figuur 4 bestaan deze blokkeermiddelen 16 bijvoorbeeld uit klemmend in elkaar passende gedeelten 17 en 18, respektievelijk aan het bovenste uiteinde van het deel 6 en aan een vast op de steel 2 gemonteerd stuk 19.
Het gebruik en de werking van de stokdweil 1 is als volgt.
Tijdens het dweilen is het deel 6 naar onderen geschoven, zoals afgebeeld in de figuren 1 en 2. Hierbij blijft dit door de zwaartekracht naar beneden. Door middel van het schuine zwengeldeel 11 kan gemakkelijk een drukkracht worden uitgeoefend op de stokdweil, zodat krachtig geveegd kan worden.
Om het dweilelement 3 uit te wringen, wordt het deel 6 met een hand omhoog geschoven en vast gehouden, terwijl met de andere hand aan de zwengel 8 wordt gedraaid. Hierdoor worden de twee uiteinden van het dweilelement 3 ten opzichte van elkaar verdraaid, waardoor het dweilelement 3 getorst en uitgewrongen wordt. Bij het aanvankelijk omhoogschuiven van het deel 6 wordt er uiteraard op gelet dat dit niet tot in de hoogste positie wordt gebracht, omdat dan de gedeelten 17 en 18 in elkaar zouden klemmen en de onderlinge verdraaiing zouden verhinderen. Het deel 6 zal dan ook slechts omhoog worden geschoven tot in een positie waarbij het licht in kontakt komt met het stuk 19, of beter nog tot in een iets lagere positie, bijvoorbeeld zoals afgebeeld in figuur 4.
In principe is het ook niet uitgesloten om de wringbeweging uit te voeren zonder dat het deel 6 omhoog geschoven wordt,
<Desc/Clms Page number 6>
waarbij het deel 6 dan uitsluitend tegen rotatie wordt tegengehouden.
Bij het opbergen, wordt het deel 6 omhooggeschoven tot de gedeelten 17 en 18 in elkaar klemmen, waardoor het deel 6 zoals afgebeeld in figuur 3 omhoog blijf en het dweilelement 3 gestrekt is, zodat dit optimaal kan drogen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke stokdweil kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Zo bijvoorbeeld is het niet uitgesloten om een uitvoeringsvorm te verwezenlijken waarbij de zwengel niet de steel 2, doch het deel 6 aandrijft bij het verdraaien, terwijl de steel 2 dan door een hieraan vast bevestigde handgreep kan worden vastgehouden.
Het zwengeldeel hoeft ook niet noodzakelijk door te lopen tot aan het bovenste uiteinde van de steel 2. Volgens een variante kan de steel 2 immers boven het handvat 11 teruggebogen worden, zodat het bovenste vrije uiteinde van de steel 2 terug in het verlengde van het onderste gedeelte komt.
<Desc / Clms Page number 1>
Stick mop.
This invention relates to a stick mop, also referred to as a mop or wringing mop, more particularly of the type consisting essentially of a handle and a torsible and thus wringable mopping element attached thereto.
In the classic wringable stick mop, the mopping element is fixed between the lower end of a straight stem and a freely movable and rotatable part over this stem, in the form of a sleeve slid over the stem which also functions as a handle or contains a handle.
When wringing out such a stick mop, the mopping element is stretched and twirled by grasping the aforementioned part by the handle and moving it maximally away from the aforementioned end of the stem and also twisting relative to the stem, while the stem with the other being held by hand.
It is also known to allow the rotation of the aforementioned part to take place automatically as a result of the shift, by using a spiral guide between the stem and the slidable part. This makes it easier to perform simultaneous shifting and twisting with one hand while holding the stem with the other hand.
Both known embodiments have the drawback that the user has to exert relatively large forces in order to wring out the mopping element properly.
The object of the invention is to provide a solution to this.
<Desc / Clms Page number 2>
To this end, the invention has as an object a stick mop, of the type which mainly consists of a stem and a torsible and thus wringable mopping element attached thereto, characterized in that, in order to torsion the mopping element, the stick mop is equipped with a crank.
Such a crank enables a large torque to be obtained with a relatively small force, so that better wringing can be achieved by everyone.
The crank also offers the additional advantage that during use it is easier to apply a compressive force to the stick mop, via the angled or transverse crank part.
The crank is preferably provided with a handle that is freely rotatable relative to the handle. This offers the advantage that the crank can be rotated particularly easily, since the crank does not experience any friction in the hand when turning.
In the most preferred embodiment, the crank is part of the stem and the mopping element is attached on the one hand to the lower end of this stem, and on the other hand, to a part arranged over the stem and rotatable relative to the stem, which is provided with a handle.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, some preferred embodiments are described below without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which:
<Desc / Clms Page number 3>
figure 1 shows a stick mop according to the invention in perspective; figure 2 shows on a larger scale a side view of the stick mop of figure 1, with certain parts shown in section; figure 3 represents a similar view as figure
2, but for a different position; figure 4 shows on a larger scale a view of the part indicated by F4 in figure 3, for yet another position.
As shown in Figs. 1 to 3, the invention relates to a stick mop 1 which mainly consists of a multi-part or non-multipart handle 2 and a torsible and thus wringable mop element 3 attached thereto.
In the example shown, the mopping element 3 consists of a bundle of strips 4 formed from non-woven polishing cloth. It is clear, however, that this mopping element 3 can also be made in other shapes and materials. For example, instead of strips 4, use can be made of linen cables, or a sleeve-shaped polishing cloth, and for the material, instead of non-woven polishing cloth, use can be made of linen, chamois and the like.
As shown in Figures 2 and 3, the mopping element 3 is fastened on the one hand to the lower end 5 of the stem 2, and on the other hand, to a part 6 which is fitted over the stem 2 and which is at least rotatable relative to the stem 2 and which is provided with a handle 7.
In the example, the part 6 is also slidable over the stem 2, more particularly between the two positions shown in Figures 2 and 3, respectively.
<Desc / Clms Page number 4>
The special feature of the invention consists in that the stick mop 1 is equipped with a crank 8 with which the mopping element 3 can be optimally twisted and wrung out.
In the example shown in the figures, the crank 8 is part of the stem 2.
The crank 8 is hereby formed by the upper part 9 of the stem, which for this purpose is an extension of the lower part 10. The parts 9 and 10 preferably extend in parallel directions.
More specifically, the crank 8 will be formed by bending the stem 2 in opposite directions at the same angle in two directions, so that an oblique crank part 11 is formed, which, however, could also be perpendicular to parts 9 and 10 according to a variant. Such a bent construction is especially easy to realize in the case where, as can be seen in the figures, a tube is used for the stem 2.
As shown in detail in figure 4, the stem 2 can be provided at the location of the crank 8 with a handle 12 mounted thereon.
The handle 12 is preferably freely rotatable relative to the stem 2. For this purpose it consists in the example of a sleeve 13 arranged over the stem 2, which is rotatably mounted between two stops 14 and 15 which are fixedly mounted on the stem 2. The stops 14 and 15 may consist of rings which can easily be slid over the stem 2 from the upper end thereof, together with the sleeve 13 during mounting.
<Desc / Clms Page number 5>
Furthermore, the stick mop 1 can be provided with blocking means 16 for blocking the aforementioned part 6 in the retracted state, the mopping element 3 being stretched as shown in figure 3.
As is most clearly visible in Figure 4, these blocking means 16 consist, for example, of clampingly mating parts 17 and 18, respectively on the upper end of part 6 and on a piece 19 fixedly mounted on stem 2.
The use and operation of the stick mop 1 is as follows.
During mopping, part 6 is slid down, as shown in figures 1 and 2. This remains down by gravity. By means of the angled crank part 11, a compressive force can easily be exerted on the stick mop, so that powerful sweeping can be carried out.
In order to wring out the mopping element 3, the part 6 is pushed up with one hand and held, while the crank 8 is turned with the other hand. The two ends of the mopping element 3 are hereby rotated relative to each other, whereby the mopping element 3 is twisted and wrung out. When the part 6 is initially slid up, care is taken, of course, that this is not brought to its highest position, because then the parts 17 and 18 would clamp together and prevent mutual rotation. The part 6 will therefore only be pushed up to a position where the light comes into contact with the piece 19, or better yet to a slightly lower position, for instance as shown in figure 4.
In principle, it is also not excluded to perform the wringing movement without the part 6 being pushed up,
<Desc / Clms Page number 6>
the part 6 then being restrained only against rotation.
During storage, the part 6 is pushed up until the parts 17 and 18 clamp together, so that the part 6 remains as shown in figure 3 and the mopping element 3 is stretched, so that it can dry optimally.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiment shown in the figures, but such a stick mop can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.
For example, it is not excluded to realize an embodiment in which the crank does not drive the stem 2, but the part 6 as it rotates, while the stem 2 can then be held by a handle fixedly attached thereto.
The crank part also does not necessarily have to continue up to the upper end of the stem 2. According to a variant, the stem 2 can be bent back above the handle 11, so that the upper free end of the stem 2 is in line with the lower one. part is coming.