<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonnen welfsels en betonnen welfsels hierdoor bekomen. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van betonnen welfsels, alsmede op betonnen welfsels die volgens deze werkwijze zijn bekomen.
Het is bekend dat betonnen welfsels kunnen worden vervaardigd in een trilvorm. Hierbij ontstaan welfsels die aan een zijde, meer speciaal de zijde die in kontakt was met de bodem van de trilvorm, glad zijn en aan hun andere zijde ruw zijn.
Indien zulke weefsels gebruikt worden om rechtstreeks geverfd te worden, worden zij met de gladde zijde omlaag toegepast. Wanneer deze welfsels bepleisterd worden, worden zij met de ruwe zijde omlaag toegepast.
Deze werkwijze vertoont het nadeel dat, indien de welfsels met de ruwe zijde naar onderen dienen gebruikt te worden, de welfsels dienen omgekeerd te worden nadat zij uit de trilvorm zijn genomen, wat een omslachtige bezigheid is.
Bovendien is de ruwe zijde doorgaans niet recht, daar deze aan de open zijde van de trilvorm ontstaat waar weinig kontrole is op het verkregen oppervlak.
De ruwe zijde van de volgens voornoemde bekende werkwijze verkregen welfsels is bovendien van zulke aard dat de aanhechting bij het aanbrengen van een beplaastering tegen deze zijde, relatief gering is.
<Desc/Clms Page number 2>
De huidige uitvinding heeft een werkwijze voor het vervaardigen van betonnen welfsels tot doel, waarbij een of beide van de voornoemde nadelen worden uitgesloten.
Hiertoe bestaat de uitvinding in een werkwijze voor het vervaardigen van betonnen welfsels, waarbij aan minstens een zijde van de welfsels een patroon in reliëf wordt aangebracht, waardoor een aanzienlijk betere aanhechting bij het aanbrengen van een beplaastering of dergelijke wordt bekomen.
Bij voorkeur wordt het voornoemde patroon in de welfsels aangebracht door deze te vormen in een giet-en/of trilvorm met een bodem die een overeenkomstig patroon vertoont, m. a. w. een patroon waarvan de vorm komplementair is aan de vorm van het oppervlakte patroon van de welfsels.
Door gebruik te maken van zulke giet-en/of trilvorm worden welfsels bekomen die aan de zijde waar zij een goede aanhechting bieden gelijktijdig de eigenschap vertonen dat zij recht zijn.
Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op inrichtingen, meer speciaal giet-en/of trilvormen, om de voornoemde werkwijze te realiseren, als op welfsels die volgens deze werkwijze verkregen zijn.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in doorsnede een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ;
<Desc/Clms Page number 3>
figuur 2 op grotere schaal een zieht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1 ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn 111-111 in figuur 2 ; figuur 4 een variante weergeeft van de inrichting volgens figuur 1 ; figuur 5 op grotere schaal een zieht weergeeft volgens pijl F5 in figuur 4 ; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5 ; figuur 7 een welfsel volgens de uitvinding weergeeft.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 wordt voor de vervaardiging van welfsels 1 volgens de uitvinding bij voorkeur gebruik gemaakt van een inrichting, meer speciaal een giet-en/of trilvorm 2, met een bodem 3 die een patroon 4 in reliëf vertoont, overeenkomstig aan het patroon 5 dat aan de onderzijde 6 van het welfsel 1 moet gevormd.
Bij voorkeur worden ribben 7 aan het welfsel 1 aangebracht.
Hiertoe is de bodem 3 voorzien van uitsparingen 8.
Zoals weergegeven in de figuren 2 en 3 vertonen de groeven 8, en bijgevolg de hieruit resulterende ribben 7, een driehoekige doorsnede, met een hoogte H van 2 tot 5 mm.
Zoals nog is weergegeven in figuur 2 wordt het patroon 4, en bijgevolg het overeenkomstig patroon 5, gevormd door lijnen waarvan de richtingen in dit geval verschillend zijn van de langs-en dwarsrichting van de giet-en/of trilvorm 2 en dus ook van het welfsel 1.
Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een gewafeld patroon 4, respektievelijk 5, en meer speciaal nog van een geruit patroon.
<Desc/Clms Page number 4>
De ruiten 9 van het patroon 4, en bijgevolg ook van het patroon 5, vertonen bij voorkeur diagonalen met lengten, respektievelijk Ll en L2, die begrepen zijn tussen, enerzijds, 15 en 25 mm en, anderzijds, 30 en 50 mm.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvormen bedragen de lengten Ll en L2, respektievelijk 20 en 40 mm.
Het is duidelijk dat het weifsei 1 gevormd wordt door de vorm 2 te vullen met beton 10, het geheel te trillen en vervolgens het verkregen welfsel 1 uit de vorm 2 te nemen.
Het is hierbij niet meer nodig om het welfsel 1 om te keren om te bekomen dat de zijde die bedoeld is te worden voorzien van beplaastering, zieh onderaan bevindt.
In de figuren 4 tot 6 is een variante weergegeven, waarbij de giet-en/of trilvorm 2 in de plaats van groeven 8 is voorzien van ribben 11, doch waarbij de vorm en de afmetingen van het patroon overeenstemmen met deze van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 2 en 3. Het verkregen welfsel 1 vertoont dan groeven 12 aan de onderzijde 6.
Volgens de uitvinding kan gebruik worden gemaakt van een afzonderlijke bodemplaat, die bijvoorbeeld los in de vorm 2 wordt gelegd of hierop bevestigd wordt, waarbij deze bodemplaat van het betreffende patroon 4 is voorzien. Deze techniek biedt het voordeel dat gemakkelijk kan worden overgegaan op de produktie van welfsels 1 met een ander patroon, eenvoudig door de bodemplaat te vervangen.
In figuur 7 is een welfsel 1 volgens de uitvinding weergegeven, dat aan de onderzijde 6 een patroon 5 zoals voornoemd, vertoont.
<Desc/Clms Page number 5>
Zoals zichtbaar in deze figuur is het duidelijk dat de uitvinding zowel betrekking kan hebben op volle als holle welfsels.
De huidige uitvinding is geenzins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonnen welfsels en de aldus bekomen welfsels kunnen volgens verschillende vormen worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
This provides a method and apparatus for manufacturing concrete slabs and concrete slabs. This invention relates to a method and an apparatus for manufacturing concrete slabs, as well as to concrete slabs obtained by this method.
It is known that concrete slabs can be manufactured in a vibrating shape. This creates domes that are smooth on one side, in particular the side that was in contact with the bottom of the vibrating shape, and rough on their other side.
If such fabrics are used for direct dyeing, they are applied smooth side down. When plastered, these slabs are applied with the rough side down.
This method has the drawback that if the raw side blankets are to be used with the raw side down, the blankets have to be inverted after they are taken out of the vibratory shape, which is a laborious operation.
Moreover, the rough side is usually not straight, since it arises on the open side of the vibration shape, where there is little control on the obtained surface.
The rough side of the slabs obtained by the aforementioned known method is moreover of such a nature that the adhesion when applying a plaster against this side is relatively small.
<Desc / Clms Page number 2>
The present invention aims at a method of manufacturing concrete slabs, which excludes one or both of the aforementioned drawbacks.
To this end, the invention consists in a method for manufacturing concrete slabs, in which a pattern is embossed on at least one side of the slabs, whereby a considerably better adhesion is obtained when applying a plaster or the like.
Preferably, the aforementioned pattern is applied in the vaults by molding them in a casting and / or vibrating mold with a bottom which has a corresponding pattern, m. A. W. a pattern whose shape is complementary to the shape of the surface pattern of the vaults.
By making use of such a casting and / or vibrating mold, hollow-core slabs are obtained which, on the side where they offer good adhesion, simultaneously exhibit the property that they are straight.
It is clear that the invention also relates to devices, more specifically casting and / or vibrating molds, for realizing the aforementioned method, as well as domes obtained according to this method.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, some preferred embodiments are described below without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a device according to the invention in cross section;
<Desc / Clms Page number 3>
figure 2 shows on a larger scale a view according to arrow F2 in figure 1; figure 3 represents a section according to line 111-111 in figure 2; figure 4 represents a variant of the device according to figure 1; figure 5 shows on a larger scale a view according to arrow F5 in figure 4; figure 6 represents a section according to line VI-VI in figure 5; figure 7 shows a curvature according to the invention.
As shown in Figs. 1 to 3, for the manufacture of hollow core slabs 1 according to the invention, use is preferably made of a device, more specifically a casting and / or vibrating mold 2, with a bottom 3 which has a pattern 4 in relief, correspondingly to the pattern 5 to be formed on the underside 6 of the vault 1.
Ribs 7 are preferably arranged on the curvature 1.
For this purpose, the bottom 3 is provided with recesses 8.
As shown in Figures 2 and 3, the grooves 8, and consequently the resulting ribs 7, have a triangular cross section, with a height H of 2 to 5 mm.
As is still shown in figure 2, the pattern 4, and consequently the corresponding pattern 5, is formed by lines whose directions in this case are different from the longitudinal and transverse directions of the casting and / or vibrating mold 2 and thus also of the vault 1.
Preferably use is made of a wafer pattern 4 and 5, and more particularly of a checkered pattern.
<Desc / Clms Page number 4>
The diamonds 9 of the pattern 4, and consequently also of the pattern 5, preferably have diagonals with lengths L1 and L2, respectively, which are included between 15 and 25 mm on the one hand and 30 and 50 mm on the other.
In the most preferred embodiments, the lengths L1 and L2 are 20 and 40 mm, respectively.
It is clear that the whey egg 1 is formed by filling the mold 2 with concrete 10, vibrating the whole and then taking the curvature 1 obtained from the mold 2.
It is no longer necessary to reverse the curvature 1 in order to obtain that the side which is intended to be provided with plaster, is at the bottom.
Figures 4 to 6 show a variant in which the casting and / or vibrating mold 2 is provided with ribs 11 instead of grooves 8, but the shape and dimensions of the pattern correspond to those of the embodiment according to the Figures 2 and 3. The resulting curvature 1 then has grooves 12 on the underside 6.
According to the invention, use can be made of a separate bottom plate, which for instance is placed loosely in the mold 2 or is fixed thereon, this bottom plate being provided with the relevant pattern 4. This technique offers the advantage that it is easy to switch to the production of hollow-core slabs 1 with a different pattern, simply by replacing the bottom plate.
Figure 7 shows a curvature 1 according to the invention, which has a pattern 5 on the underside 6 as mentioned above.
<Desc / Clms Page number 5>
As can be seen in this figure, it is clear that the invention can relate to both solid and hollow domes.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the figures, but such a method and device for manufacturing concrete slabs and the slabs thus obtained can be realized in various forms without departing from the scope of the invention.