Sleutel.
Deze uitvinding heeft betrekking op een sleutel, meer speciaal een gereedschap voor het aanspannen, respektievelijk het losschroeven van bouten, moeren, en dergelijke.
De uitvinding heeft hierbij tot doel een sleutel te bieden waarmee het aanspannen, respektievelijk het losschroeven van bouten, moeren en dergelijke aanzienlijk wordt vergemakkelijkt, in het bijzonder wanneer deze moeilijk bereikbaar zijn.
Hiertoe heeft de uitvinding betrekking op een sleutel, minstens bestaande uit een kop welke twee bekken bevat en een handgreep, daardoor gekenmerkt dat de twee bekken onderling beweegbaar zijn tussen minstens twee standen, respektievelijk een aktieve stand en een non-aktieve stand, en dat de sleutel is voorzien van bedieningsmiddelen om de bekken naar keuze tussen de twee standen om te schakelen. Bij het voorgaande wordt onder aktieve stand verstaan een stand waarbij de betreffende bout, moer of dergelijke precies tussen de bekken is gevat en een kracht hierop kan worden uitgeoefend. In de non-aktieve stand bevinden de bekken zich in een zodanig onderlinge positie dat de kop van de sleutel vrij rond de betreffend bout, moer of dergelijke wentelbaar is.
Het is duidelijk dat, door gebruik te maken van een sleutel volgens de uitvinding gemakkelijk een kracht in één draaizin kan worden uitgeoefend, terwijl in de andere draaizin de sleutel vrij over de bout, moer of dergelijke kan worden teruggedraaid, zonder dat de sleutel dient herplaatst te worden, zulks door het passend bedienen van de voornoemde bedieningsmiddelen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: <EMI ID=1.1> figuur 2 de sleutel uit figuur 1 weergeeft in de non-aktieve stand; figuren 3 tot 5 op een grotere schaal doorsneden weergeven, respektievelijk volgens lijnen III-III, IV-IV en V-V in figuur 2; figuren 6 en 7 op een grotere schaal doorsneden weergeven volgens lijnen VI-VI en VII-VII in figuur 1. figuur 8 nog een uitvoeringsvorm van een kop van een sleutel volgens de uitvinding weergeeft.
Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 heeft de uitvinding betrekking op een sleutel 1, minstens bestaande uit een kop 2 welke twee bekken 3 en 4 bevat en een handgreep 5, waarbij de twee bekken 3 en 4 onderling beweegbaar zijn tussen minstens twee standen, respektievelijk een aktieve stand, zoals afgebeeld in figuur 1, en een non-aktieve stand, zoals afgebeeld in figuur 2, en waarbij de sleutel 1 is voorzien van bedieningsmiddelen 6 om de bekken 3 en 4 naar keuze tussen de twee standen om te schakelen.
De onderlinge verplaatsing tussen de bekken 3 en 4 wordt in de uitvoeringsvorm die is weergegeven in de figuren 1 en 2 bekomen doordat de bekken 3 en 4 onderling wentelbaar aan elkaar bevestigd zijn. Meer speciaal bevat de sleutel 1 een vaste bek 3 die ééndelig met de handgreep 5 is uitgevoerd en een wentelbare bek 4 welke deel uitmaakt van een arm 7 die door middel van een spil 8 scharnierend aan de vaste bek 3 is bevestigd. Zoals weergegeven in figuur 3 kan de bek 4 hiertoe gevat zitten in een vorkvormig gedeelte 9 waarin de voornoemde spil 8 is bevestigd.
De verplaatsing van de bek 4 berust bij voorkeur op hefboomswerking, waarbij de hefboom gevormd wordt door de voornoemde arm 7, en waarbij één hefboomsarm gevormd wordt door de bek 4, terwijl de andere hefboomsarm gevormd wordt door een gedeelte 10 dat door middel van de bedieningsmiddelen 6 kan worden bekrachtigd.
De bekken 3 en 4 zijn bij voorkeur onderling zodanig aan elkaar bevestigd, en de verplaatsing van de bek 4 ten opzichte van de bek 3 is bij voorkeur minstens zodanig groot, dat in de aktieve stand de na elkaar toegekeerde zijden 11 en 12 van de bekken 3 en 4 parallel zijn aan elkaar en dat in de non-aktieve stand de gemiddelde afstand X tussen de zijden 11 en 12 groter of gelijk is aan de diameter van een cirkel 13 die door de hoekpunten gaat van een zeshoek waarvan de onderlinge afstand Y tussen twee parallelle zijden gelijk is aan de afstand tussen de bekken 3 en 4 in de aktieve stand. Hierdoor is de sleutel 1 in zijn non-aktieve stand vrij verdraaibaar rond een zeskantige kop 14 van een bout of dergelijke, terwijl hij in aktieve stand hier precies mee samenwerkt.
Het is duidelijk dat de afstand X ook nog groter kan worden gekozen, zodanig dat de kop 2 van de sleutel niet alleen vrij verdraaibaar is rond de betreffende zeskantige koppen
14, moeren of dergelijke, toch ook rond vierkante koppen, moeren of dergelijke.
De voornoemde bedieningsmiddelen 6 zijn in de weergegeven uitvoeringsvorm gevormd uit aandrukmiddelen waarmee een kracht op het voornoemde gedeelte 10 van de arm 7 kan worden uitgeoefend.
Zoals weergegeven in figuren 1, 2 en 4 tot 7 kunnen de bedieningsmiddelen 6 hiertoe gevormd zijn uit een verschuifbaar element 15, dat bij één uiteinde 16 met het voornoemde gedeelte 10 kan samenwerken. Dit element 15 is hierbij aan het uiteinde 16 voorzien van een spievormige uitsparing 17, die een zitting vormt voor het eveneens spievormig uitgevoerde gedeelte 10, een en ander zodanig dat bij het aandrukken van het element 15 in de aangeduide richting A het gedeelte 10 plaats neemt in de uitsparing 17 en de bek 4 in de aktieve stand wordt gedwongen.
Het element 15 is verschuifbaar in een houder 18 die zich parallel aan de handgreep 5 uitstrekt en met deze laatste eendelig kan zijn uitgevoerd.
Het element 15 kan in de houder 18 worden verschoven door middel van een bedieningsknop 19 of dergelijke, die zich aan de buitenzijde van de houder 18 bevindt. Zoals weergegeven in figuren 5, 6 en 7 is de bedieningsknop 19 aan het element 15 bevestigd door middel van een pen 20 die doorheen een gleuf 21 in de houder 18 steekt.
De sleutel 1 kan ook nog worden voorzien van middelen, bijvoorbeeld elastische middelen zoals veren en dergelijke, die de bekken 3 en 4 onderling in een welbepaalde stand dwingen wanneer de gebruiker van de sleutel 1 geen kracht op de bedieningsmiddelen 6 uitoefent.
In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn deze middelen zodanig opgevat dat de bekken 3-4 bij het loslaten van de bedieningsknop 19 in non-aktieve stand komen. Meer speciaal bestaan deze middelen uit een veer 22 die het element 15 in een richting dwingt, tegengesteld aan de voornoemde richting A. De in de figuren weergegeven veer 22 is een trekveer die tussen de bodem 23 van de houder 18 en het uiteinde 24 van het element 15, dat zich tegenoverliggend aan het voornoemde uiteinde 16 bevindt, is aangebracht.
De middelen om de bekken 3 en 4 onderling in een welbepaalde stand te dwingen omvatten in het weergegeven voorbeeld, zoals aangeduid in figuren 2 en 3, ook nog een veer 25 om de bek 4 in vrije toestand open te wentelen, bijvoorbeeld een opgedraaide veer.
Volgens een niet in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, kan de sleutel universeel worden gemaakt door deze van instelmiddelen te voorzien waarmee de voornoemde afstand X instelbaar is. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een regelmechanisme om de vaste bek 3 te verplaatsen volgens de in figuur 3 aangeduide richting Z.
Het is duidelijk dat de uitvinding zich niet beperkt tot sleutels met bekken 3-4 waarvan de zijden parallel zijn. In figuur 8 is een bijzondere uitvoeringsvorm weergegeven waarbij deze zijden 11 en 12 polygonaal zijn. Zulke ponygonale vorm heeft als voordeel dat de minimum onderlinge verplaatsing tussen de bekken 3 en 4 tussen de aktieve stand en de non-aktieve stand kleiner is dan bijvoorbeeld bij de sleutel 1 die is weergegeven in figuren 1 tot 7.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke sleutel kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Key.
This invention relates to a wrench, more particularly a tool for tightening and unscrewing bolts, nuts and the like.
The object of the invention is to provide a key with which the tightening or unscrewing of bolts, nuts and the like is considerably facilitated, in particular when these are difficult to access.
For this purpose, the invention relates to a key, at least consisting of a head containing two jaws and a handle, characterized in that the two jaws are mutually movable between at least two positions, respectively an active position and a non-active position, and that the key is equipped with operating means to switch the jaws between the two positions. In the foregoing, active position is understood to mean a position in which the relevant bolt, nut or the like is precisely positioned between the jaws and a force can be exerted thereon. In the non-active position, the jaws are in such a mutual position that the head of the key can rotate freely around the respective bolt, nut or the like.
It is clear that, by using a key according to the invention, a force can easily be exerted in one rotary sense, while in the other rotary sense the key can be freely rotated back over the bolt, nut or the like, without the key having to be replaced by appropriately operating the aforementioned operating means.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below as examples without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: <EMI ID = 1.1> Figure 2 represents the key from Figure 1 in the non-active mode; figures 3 to 5 show cross-sections on a larger scale, respectively along lines III-III, IV-IV and V-V in figure 2; figures 6 and 7 show cross-sections on a larger scale according to lines VI-VI and VII-VII in figure 1. figure 8 shows another embodiment of a head of a key according to the invention.
As shown in Figures 1 and 2, the invention relates to a key 1, consisting at least of a head 2, which contains two jaws 3 and 4 and a handle 5, wherein the two jaws 3 and 4 are mutually movable between at least two positions, respectively an active position, as shown in figure 1, and a non-active position, as shown in figure 2, and wherein the key 1 is provided with operating means 6 for optionally switching the jaws 3 and 4 between the two positions.
The mutual displacement between the jaws 3 and 4 is obtained in the embodiment shown in Figures 1 and 2 in that the jaws 3 and 4 are rotatably attached to each other. More specifically, the key 1 comprises a fixed jaw 3 which is formed in one piece with the handle 5 and a revolving jaw 4 which forms part of an arm 7 which is hinged to the fixed jaw 3 by means of a spindle 8. As shown in figure 3, the jaw 4 can for this purpose be contained in a fork-shaped part 9 in which the aforementioned spindle 8 is mounted.
The displacement of the jaw 4 is preferably based on leverage, wherein the lever is formed by the aforementioned arm 7, and one lever arm is formed by the jaw 4, while the other lever arm is formed by a part 10 which is adjusted by means of the operating means 6 can be energized.
The jaws 3 and 4 are preferably mutually fastened to one another, and the displacement of the jaw 4 relative to the jaw 3 is preferably at least such that in the active position the successively facing sides 11 and 12 of the jaws 3 and 4 are parallel to each other and that in the non-active position the average distance X between the sides 11 and 12 is greater than or equal to the diameter of a circle 13 passing through the vertices of a hexagon whose mutual distance Y between two parallel sides is equal to the distance between jaws 3 and 4 in the active position. As a result, the key 1 is freely rotatable in its non-active position around a hexagonal head 14 of a bolt or the like, while in active position it cooperates precisely with this.
It is clear that the distance X can also be chosen even larger, such that the head 2 of the key is not only freely rotatable around the respective hexagonal heads
14, nuts or the like, but also round square heads, nuts or the like.
In the embodiment shown, the aforementioned operating means 6 are formed from pressing means with which a force can be exerted on the aforementioned portion 10 of the arm 7.
As shown in Figures 1, 2 and 4 to 7, the operating means 6 can be formed for this purpose from a slidable element 15, which can cooperate at one end 16 with the above-mentioned part 10. This element 15 is herein provided at the end 16 with a wedge-shaped recess 17, which forms a seat for the also wedge-shaped part 10, all this in such a way that when the element 15 is pressed in the indicated direction A, the part 10 takes place in the recess 17 and the jaw 4 is forced into the active position.
The element 15 is slidable in a holder 18 which extends parallel to the handle 5 and can be made in one piece with the latter.
The element 15 can be slid into the holder 18 by means of an operating button 19 or the like, which is located on the outside of the holder 18. As shown in Figures 5, 6 and 7, the control knob 19 is attached to the element 15 by means of a pin 20 which extends through a slot 21 in the holder 18.
The key 1 can also be provided with means, for example elastic means such as springs and the like, which force the jaws 3 and 4 mutually in a specific position when the user of the key 1 exerts no force on the operating means 6.
In the illustrated embodiment, these means are designed such that the jaws 3-4 come into non-active position when the operating button 19 is released. More specifically, these means consist of a spring 22 which forces the element 15 in a direction opposite to the aforementioned direction A. The spring 22 shown in the figures is a tension spring which extends between the bottom 23 of the holder 18 and the end 24 of the element 15, which is located opposite to the aforementioned end 16, is arranged.
In the example shown, as indicated in figures 2 and 3, the means for forcing the jaws 3 and 4 to mutually mutually position themselves also comprise a spring 25 for pivoting the jaw 4 open in the free state, for instance a wound-up spring.
According to an embodiment not shown in the figures, the key can be made universal by providing it with adjusting means with which the aforementioned distance X is adjustable. These means can for instance consist of a control mechanism for moving the fixed jaw 3 in the direction Z indicated in figure 3.
It is clear that the invention is not limited to keys with jaws 3-4, the sides of which are parallel. Figure 8 shows a special embodiment in which these sides 11 and 12 are polygonal. The advantage of such a fringe shape is that the minimum mutual displacement between the jaws 3 and 4 between the active position and the non-active position is smaller than, for example, with the key 1 shown in Figures 1 to 7.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such a key can be realized in different shapes and sizes without departing from the scope of the invention.