<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Scheerapparaat Scheerapparaat voorzien van tenminste één knipeenheid welke een uitwendig kniporgaan en een roterend ten opzichte van het uitwendige kniporgaan aandrijfbaar inwendig kniporgaan omvat, waarbij het uitwendige kniporgaan is voorzien een cirkelvormig wanddeel met haarvangopeningen en het inwendige kniporgaan is voorzien van knipelementen met knipkanten, die een baan bestrijken, die grenst aan de binnenzijde van het cirkelvormige wanddeel van het uitwendige kniporgaan.
Het hierboven beschreven type roterend scheerapparaat is bijv. beschreven in Bij dergelijke scheerapparaten zou het scheerresultaat, d. het dichter bij de huid afknippen van de haren, verbeterd kunnen worden door het wanddeel, waarin zich de haarvangopeningen bevinden, dunner te maken. Echter dit gaat ten koste van het zogenaamde huidcomfort. De huid komt namelijk iets verder in de baan van het inwendige kniporgaan, waardoor de huid beschadigd zou kunnen worden en/of een enigszins schrijnend effect zou kunnen worden veroorzaakt.
Een doel van de uitvinding is het scheerresultaat van het scheerapparaat van het in de eerste paragraaf bedoelde type te verbeteren met behoud van een goed of zelfs met een beter huidcomfort.
Het scheerapparaat volgens de uitvinding heeft hiertoe het kenmerk, dat de gemiddelde omtrekssnelheid van het knipelement tussen de 0, en 1, m/s bedraagt.
De uitvinding berust op het inzicht, dat de massatraagheid van het tijdens het knipproces deformerende huiddeel een belangrijke rol kan spelen t. het huidvriendelijk zijn van het scheerapparaat. Dit heeft geleid tot het proefondervindelijk vaststellen, dat een lagere snelheid van het inwendige kniporgaan aanzienlijk vriendelijker voor de huid is. Hierdoor is het mogelijk het wanddeel met de
<Desc/Clms Page number 2>
haarvangopeningen dunner te maken, terwijl toch het huidcomfort behouden blijft of zelfs beter is dan bij de tot nu toe bekende roterende scheerapparaten. Een dunner wanddeel leidt tot het dichter bij de huid afscheren van haren en derhalve tot een beter scheerresultaat.
Voor het knippen van haren is energie nodig, die door de motor wordt geleverd. Soms worden er tegelijkertijd of direct na elkaar haren afgeknipt. Tijdens het knippen werken er op het roterende inwendige kniporgaan krachten, die o. a. het kniporgaan uit zijn baan willen drukken en ook de snelheid van het kniporgaan willen verminderen. Het knippen van een haar wordt vergemakkelijkt wanneer het inwendige kniporgaan dynamisch stabiel is, d. w. z. dat tijdens het knippen de knipkanten zoveel mogelijk in de baan blijven, die grenst aan de onderzijde van het uitwendige kniporgaan, en dat bovendien het toerental redelijk constant blijft. E. e. a. heeft geleid tot een uitgebalanceerde constructie, zoals beschreven in het hierboven genoemde document en zoals in het huidige roterende scheerapparaat wordt toegepast.
Het heeft er ook toe geleid, dat de snelheid van het inwendige kniporgaan zo hoog mogelijk wordt gekozen.
Een hoge knipsnelheid knipt gemakkelijker dan een lage snelheid. De tot nu toe gebruikelijke omtrekssnelheid voor dergelijke roterende scheerapparaten ligt dan ook tussen de 2 en 3 m/s. Bij oudere typen scheerapparaten was de snelheid nog groter.
Onderzoek heeft aangetoond dat huidbeschadiging kan optreden doordat het inwendig kniporgaan de huid als het ware klieft (zie Fig. 3). Een oorzaak hiervan zou kunnen zijn, dat de huid niet alleen een zekere massatraagheid bezit, maar ook visco-elastische eigenschappen heeft. Beide eigenschappen leiden ertoe dat een huidwelvingsberg meer weerstand tegen vervorming biedt, naarmate de snelheid van deformeren door het kniporgaan toeneemt. Hierdoor zal een kniporgaan met hogere snelheid de huid eerder penetreren dan een kniporgaan met een lagere snelheid. Een lagere snelheid is vriendelijker voor de huid. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat een snelheid van het knipelement van 1, 2 m/s reeds een duidelijk merkbare verbetering van het huidcomfort geeft t. o. v. een snelheid van 2 m/s.
Bij voorkeur is de knipelementfrequentie groter dan 300.
Hierbij wordt met knipelementfrequentie bedoeld het aantal-keren per seconde dat de knipkant van een knipelement langs dezelfde haarvangopening komt.
Het is gebleken, dat bij een snelheid van 0, 4 m/s en een knipelementfrequentie kleiner
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
dan 300 de tijd die nodig is voor het scheren merkbaar groter wordt.
Het verminderen van het toerental heeft echter zijn beperkingen. Bij de huidige typen roterende scheerapparaten ligt deze frequentie tussen de 450 en 550. Dit betekent dat, wanneer de snelheid van het knipelement wordt verlaagd, het aantal knipelementen evenredig moet toenemen om dezelfde frequentie te behouden. Een vergroting van het aantal knipelementen betekent, dat de onderlinge afstand tussen de knipelementen kleiner wordt. Dit heeft echter zijn beperkingen t.
- het haarvangen een haar moet zich nog kunnen oprichten tussen twee knipelementen - vervuiling ophoping van afgesneden baardhaar tussen de knipelementen - het In de tekening toont Fig. 1 in perspectief een scheerapparaat met drie knipeenheden, waarin de uitvinding is toegepast, Fig. 2 een doorsnede van een knipeenheid van fig. 1 op grotere schaal en Fig. 3 een schematische voorstelling van een mogelijk mechanisme voor huidbeschadiging.
Het scheerapparaat heeft een huis 1 met drie knipeenheden 2. Een knipeenheid 2 omvat een uitwendig kniporgaan 3 en een roterend ten opzichte van het uitwendige kniporgaan aandrijfbaar inwendig kniporgaan. Het inwendige kniporgaan kan op bekende wijze worden aangedreven door een niet weergegeven elektromotor, die in het huis is aangebracht.
Elk uitwendige kniporgaan 3 heeft een ringvormig wanddeel 5 met zich in hoofdzaak in radiale richting uitstrekkende lamellen (6) waartussen zich haarvangopeningen 7. De binnenzijde van het uitwendige kniporgaan is ter plaatse van het wanddeel 5 voorzien van een ringvormige groef 8. Het inwendig kniporgaan 4 is voorzien van knipelementen 9 met knipkanten 10, die een baan (14) beschrijven, die grenst aan de binnenzijde 11 van de groef 8 van het uitwendige kniporgaan 3. Het inwendige kniporgaan 4 is door een motor om een denkbeeldige as 12 aandrijfbaar.
Fig. 3 toont een mechanisme voor de mogelijke oorzaak van huidbeschadiging. De huid dringt de haarvangopeningen binnen en vormt als het ware een huidwelvingsberg 13. De top van deze huidwelvingsberg komt in de baan 14 van de
<Desc/Clms Page number 4>
knipkanten 10. Tijdens het scheren drukt het knipelement 9 tegen de huidwelvingsberg 13 en deformeert deze. Het komt echter ook wel eens voor dat de knipkant 10 de huid penetreert en de huid als het ware klieft (15). Een dergelijke huidbeschadiging treedt bij een hogere snelheid van het knipelement eerder op dan bij een lagere snelheid.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
Electric razor Electric razor provided with at least one cutting unit which comprises an external cutting member and an internal cutting member rotatable relative to the external cutting member, the external cutting member being provided with a circular wall part with hair-catching openings and the internal cutting member being provided with cutting elements with cutting edges brush, which is adjacent to the inner side of the circular wall portion of the outer cutter.
For example, the type of rotary shaver described above is described in Such shavers, the shaving result, d. cutting the hairs closer to the skin can be improved by thinning the wall portion containing the hair trap openings. However, this is at the expense of so-called skin comfort. Namely, the skin moves slightly further in the path of the internal clipping member, which could damage the skin and / or cause a somewhat distressing effect.
An object of the invention is to improve the shaving result of the shaver of the type referred to in the first paragraph while retaining good or even better skin comfort.
To this end, the shaver according to the invention is characterized in that the average peripheral speed of the cutting element is between 0.1 and 1. m / s.
The invention is based on the insight that the mass inertia of the skin part deforming during the cutting process can play an important role. skin-friendly of the shaver. This has led to the experimental finding that a slower speed of the internal cutter is considerably kinder to the skin. This makes it possible to use the wall part with the
<Desc / Clms Page number 2>
to make hair catch openings thinner, while still maintaining or even better skin comfort than with the previously known rotary shavers. A thinner wall section leads to a closer shaving of the hair and therefore to a better shaving result.
Cutting hair requires energy supplied by the motor. Sometimes hairs are cut simultaneously or immediately one after the other. During cutting, forces are exerted on the rotating internal cutting member, which among other things want to push the cutting member out of its path and also want to reduce the speed of the cutting member. Hair cutting is facilitated when the internal cutting member is dynamically stable, d. w. z. that during cutting, the cutting edges remain in the path as much as possible, which borders on the underside of the external cutting member, and that the speed, moreover, remains reasonably constant. E. e. a. has resulted in a balanced construction, as described in the aforementioned document and as used in the current rotary shaver.
It has also resulted in the speed of the internal cutter being selected as high as possible.
A high cutting speed cuts more easily than a low speed. Therefore, the hitherto usual peripheral speed for such rotary shavers is between 2 and 3 m / s. The speed was even faster with older types of shavers.
Research has shown that skin damage can occur because the internal cutting device cleaves the skin, as it were (see Fig. 3). One reason for this could be that the skin not only has a certain mass inertia, but also has viscoelastic properties. Both properties result in a skin curvature pile providing more resistance to deformation as the rate of deformation by the cutter increases. As a result, a higher speed cutter will penetrate the skin sooner than a slower cutter. A slower speed is kinder to the skin. An investigation has shown that a cutting element speed of 1.2 m / s already provides a clearly noticeable improvement in skin comfort. o. a speed of 2 m / s.
Preferably, the cutting element frequency is greater than 300.
Hereby, cutting element frequency is meant the number of times per second that the cutting edge of a cutting element passes the same hair collecting opening.
It has been found that at a speed of 0.4 m / s and a cutting element frequency is smaller
<Desc / Clms Page number 3>
EMI3.1
than 300 the time required for shaving noticeably increases.
However, reducing the speed has its limitations. With the current types of rotary shavers, this frequency is between 450 and 550. This means that as the cutting element speed is reduced, the number of cutting elements must increase proportionally to maintain the same frequency. An increase in the number of cutting elements means that the mutual distance between the cutting elements becomes smaller. However, this has its limitations t.
- the hair catch a hair must still be able to stand up between two cutting elements - pollution accumulation of cut beard hair between the cutting elements - the Fig. 1 is a perspective view of a three-blade shaver in which the invention is applied; FIG. 2 is a sectional view of a cutting unit of FIG. 1 on an enlarged scale, and FIG. 3 a schematic representation of a possible mechanism for skin damage.
The shaver has a housing 1 with three cutting units 2. A cutting unit 2 comprises an external cutting member 3 and an internal cutting member drivable with respect to the external cutting member. The internal cutter can be driven in a known manner by an electric motor (not shown) which is arranged in the housing.
Each external cutting member 3 has an annular wall part 5 with blades (6) extending substantially in radial direction, between which hair-catching openings 7. The inside of the external cutting member is provided with an annular groove 8 at the location of the wall part 5. is provided with cutting elements 9 with cutting edges 10, which describe a path (14), which adjoins the inner side 11 of the groove 8 of the outer cutting member 3. The inner cutting member 4 can be driven by an motor about an imaginary shaft 12.
Fig. 3 shows a mechanism for the possible cause of skin damage. The skin penetrates the hair collecting openings and forms, as it were, a skin curvature mountain 13. The top of this skin curvature mountain enters the lane 14 of the
<Desc / Clms Page number 4>
cutting edges 10. During shaving, the cutting element 9 presses against the skin curvature mountain 13 and deforms it. However, it sometimes happens that the cutting edge 10 penetrates the skin and, as it were, cleaves the skin (15). Such skin damage occurs earlier at a higher speed of the cutting element than at a slower speed.