<Desc/Clms Page number 1>
Binding voor een dubbelwerkpoolweefsel en weefmethode om deze binding te verwezenlijken.
Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een binding voor een dubbelwerkpoolweefsel bestaande uit een onderste afstandsweefsel en een bovenste afstandsweefsel, elk gevormd van een bovenste laag en een onderste laag verwezenlijkt door gelijktijdige inbreng van vier inslagen die individueel, in vier boven elkaar liggende vakken worden ingebracht, waarbij poolkettingen afwisselend in de bovenste laag van het onderste afstandweefsel en in de onderste laag van het bovenste afstandweefsel worden afgebonden.
De uitvinding betreft ook een weefmethode om deze binding te verwezenlijken en geweven stoffen vervaardigd volgens een dergelijke weefmethode.
De geweven stoffen vinden vooral toepassing in de automobielindustrie, voor de zetelbekleding van personenwagens. De automobielindustrie verlangt inderdaad dubbelwandige bekledingsweefsels die aan de oppervlakte een goede dekoratiezijde vertonen die tevens slijtvast en luchtdoorlatend is. De bovenste laag van het bekledingsweefsel moet dienen voor de vochtevacuatie en moet tevens vrij elastisch zijn. De onderste laag van het bekledingsweefsel moet als afsluitend weefsel dienen en zo dicht zijn dat de rugzijde eventueel kan opgeschuimd worden zonder penetratie van schuimstof in het dubbelwandig bekledingsweefsel.
<Desc/Clms Page number 2>
Om dit probleem op te lossen wordt een geweven stof ontwikkeld bestaande uit een dubbel afstandsweefsel, elk omvattend een bovenweefsel en een onderweefsel waarbij het bovenweefsel een fluweelstof is en het onderweefsel een afsluitend weefsel dat voldoende dicht is, om opschuiming van de rugzijde toe te laten zonder penetratie van het schuim in het afstandsgedeelte van het dubbelwandig afstandsweefsel.
Bij de gekende werkwijzen voor het vervaardigen van dubbelwerk-fluweelweefsel met dubbele inslaginbreng worden boven elkaar, een bovenweefsel en een onderweefsel gevormd door opeenvolgende paren van boven elkaar gelegen inslagdraden volgens een nagenoeg dwarse richting door een gaap tussen bindkettingdraden te brengen die zich paarsgewijs kruisen. Dit is bijvoorbeeld het geval in NL-B-39953 en NL-A-7213679.
In beide dokumenten gebeurt de binding van de inslagdraden op zulke wijze dat wanneer de ene bindkettingdraad zich boven een paar inslagdraden bevindt, de andere bindkettingdraad zich onder datzelfde paar inslagdraden bevindt.
Dubbelstuk-poolweefsels met dubbele inslaginbreng worden op gekende werkwijze geweven met behulp van gekende weefmachines. In deze machines wordt verzocht de maximale poolrijendichtheid te bereiken maar er wordt niet gelet op de ondoordringbaarheid van de rugzijde van het weefsel tegen schuimstof.
Onderhavige uitvinding heeft tot doel een binding voor een dubbelwerk poolweefsel voor te stellen die een verbeterde dichtheid tegen schuimstof bezit zonder de inslagdichtheid te vergroten, het verbruik van inslagdraden te verhogen en de produktiesnelheid te schaden.
<Desc/Clms Page number 3>
Dit doel wordt bereikt door beroep te doen op een binding van het type omschreven in de eerste paragraaf van deze memorie.
De binding wordt gekenmerkt doordat de poolkettingsdraden als W-binding of kombinatie van Ven W- bindingen zoals deze voor de fluweelstoffen gekend zijn, worden geweven.
Volgens een bijzonderheid van de uitvinding, zijn de afstandsdraden tussen de inslagdraden, monofilamentdraden dit een zekere stijfheid bezitten. In een andere uitvoeringsvorm kunnen dit garens zijn die buitengewoon geschikt zijn voor opname van vochtigheid zoals bijvoorbeeld katoen of andere hydrofiele garens.
De uitvinding heeft ook betrekking op een weefmethode voor het vervaardigen van een dubbelwerkpoolweefsel volgens bovengenoemde binding. Volgens de uitvinding brengt men vier inslagen tegelijk in, door viervoudige insertie met viergrijpers, individueel in vier boven elkaar liggende gapen en per paar in twee boven elkaar liggende vakken begrensd door bindkettingdraden die zich paarsgewijs kruisen.
Deze kenmerken en andere kenmerken en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de volgende beschrijving, onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, die bij wijze van voorbeeld niet in beperkende zin een uitvoering van de uitvinding tonen.
<Desc/Clms Page number 4>
In de tekeningen tonen : - figuur 1, in dwarsdoorsnede, een eerste uitvoeringsvorm van struktuurbinding van een dubbelwerkpoolweefsel volgens de uitvinding waarin de pooldraad in W-binding tegenover elkaar wordt getrokken ; - figuur 2, in dwarsdoorsnede, een tweede uitvoeringsvorm van struktuur voor een dubbelwerkpoolweefsel volgens de uitvinding ; - figuur 3, in dwarsdoorsnede, een derde voorbeeld van struktuur gebruikmakend van de binding volgens de uitvinding.
In deze tekeningen verwijzen dezelfde referentietekens naar gelijk of gelijkaardige elementen.
Zoals afgebeeld in figuur 1, bestaat de struktuur volgens de uitvinding uit een bovenweefsel 1 en een onderweefsel 2. Beide weefsels omvatten elk : - twee inslagdraden die enerzijds individueel door opeenvolgende afstandsdraden 7,8 en 9,10 alsook 12, 11 en 14, 13 worden omtrokken en die anderzijds per paar door bindkettingdraden 1 en 2 alsook 3 en 4 worden afgebonden, - poolkettingdraden 5,6 die enkel door de inslagdraden langs de poolzijde afgebonden zijn om pool te vormen die onder-en bovenweefsel verbinden.
Deze poolkettingdraden vormen poollussen in W-of Vbindingen die niet tot op de rug zijn doorgebonden.
<Desc/Clms Page number 5>
De verbindende afstandsdraden tussen 1 en 2,3 en 4 kunnen bijvoorbeeld monofilamentdraden zijn die een zekere stijfheid vertonen om tussen de lagen 1 en 2,3 en 4 op afstand te houden zodanig dat in deze opening een luchttransport mogelijk is waardoor ook eventueel vocht kan afgevoerd worden zelfs onder zitbelasting. De laag 2 en 3 wordt minder dicht geweven. De laag 1 en 4 wordt zeer dicht geweven om te vermijden dat bij het opschuimen schuimmateriaal in het afstandsweefsel zou doordringen.
Indien gewenst kunnen in alternative uitvoeringsvormen, afgebeeld in figuren 2 en 3, de W-bindingen van de pooldraad op verschillende plaatsen worden verwezenlijkt, afwisselend in boven-en onderwerken.
Men verkrijgt na het doorsnijden van de pooldraden 5, 6 twee identieke boven-en onderwerken.
In alle hierboven omschreven uitvoeringsvormen zitten de pooldraden 5,6, zowel in het bovenwerk als in het onderwerk, tussen binnenscheuten waardoor de pooldraden 5,6, nadat ze doorgesneden zijn, hoofdzakelijk loodrecht t. o. v. het vlak van deze weefsels behoren.
De uitvinding heeft ook betrekking op een weefmethode om deze binding te verwezenlijken die zeer produktief is.
Bij deze weefmethode worden vier inslagen 7,8, 9, 10 terzelfdertijd ingebracht in vier boven elkaar liggende gapen met vier grijpers. De vier inslagen worden ook per paar in twee boven elkaar liggende vakken ingebracht die begrensd worden door bindkettingdraden die zich paarsgewijs kruisen. In
<Desc/Clms Page number 6>
het onderwerk wordt een gaap gevormd voor het onderste afstandsweefsel 1, 2 en in het bovenwerk wordt een gaap gevormd van het bovenste afstandsweefsel 3,4.
Tussen onderwerk 2 en bovenwerk 3 wordt dan de dekoratiepoolkettingdraad getrokken.
<Desc / Clms Page number 1>
Binding for a double work pile fabric and weaving method to achieve this binding.
The present invention relates to a bond for a double-work pile fabric consisting of a bottom spacer fabric and a top spacer fabric, each formed of an upper layer and a bottom layer achieved by the simultaneous insertion of four wefts which are individually inserted into four superposed compartments pile chains are tied alternately in the top layer of the bottom spacer fabric and in the bottom layer of the top spacer fabric.
The invention also relates to a weaving method for effecting this bond and woven fabrics manufactured according to such a weaving method.
The woven fabrics are mainly used in the automotive industry for the upholstery of passenger cars. Indeed, the automotive industry requires double-walled upholstery fabrics which exhibit a good decoration side on the surface, which is also wear-resistant and air-permeable. The top layer of the covering fabric must serve for the moisture evacuation and must also be quite elastic. The bottom layer of the covering fabric must serve as a closing fabric and be so dense that the back can possibly be foamed without penetration of foam material into the double-walled covering fabric.
<Desc / Clms Page number 2>
To solve this problem, a woven fabric is developed consisting of a double spacer fabric, each comprising an upper fabric and a lower fabric, the upper fabric being a velvet fabric and the lower fabric a sealing fabric that is dense enough to allow foaming of the back without penetration of the foam into the spacer portion of the double-walled spacer fabric.
In the known methods of manufacturing double weft velvet fabric with double weft insertion, one above the other, one upper and one lower fabric are formed by passing successive pairs of superposed weft threads in a substantially transverse direction through a shed between binding warp threads that cross in pairs. This is for example the case in NL-B-39953 and NL-A-7213679.
In both documents, the binding of the weft threads is done in such a way that when one binding warp thread is above a pair of weft threads, the other binding warp thread is below the same pair of weft threads.
Double weft insert double pile fabrics are woven by known methods using known weaving machines. In these machines, requests are made to achieve the maximum pile row density, but the impermeability of the backing of the fabric against foam is not taken into account.
It is an object of the present invention to propose a double pile weave fabric bond having improved foam density without increasing the weft density, increasing the weft consumption and damaging the production rate.
<Desc / Clms Page number 3>
This object is achieved by using a binding of the type described in the first paragraph of this memorandum.
The bond is characterized in that the pile warp threads are woven as a W bond or combination of Ven W bonds as they are known for the velvets.
According to a special feature of the invention, the spacing threads between the weft threads, monofilament threads, have a certain stiffness. In another embodiment, these can be yarns which are extremely suitable for moisture absorption such as, for example, cotton or other hydrophilic yarns.
The invention also relates to a weaving method for manufacturing a double-work pile fabric according to the above-mentioned binding. According to the invention, four wefts are introduced simultaneously, by quadruple insertion with four grippers, individually in four superimposed yawns and paired in two superimposed compartments bounded by binding warp threads that cross in pairs.
These features and other features and peculiarities of the invention will become apparent from the following description, with reference to the accompanying drawings, which by way of example do not illustratively illustrate an embodiment of the invention.
<Desc / Clms Page number 4>
In the drawings: figure 1 shows, in cross-section, a first embodiment of structural bonding of a double-weave pile fabric according to the invention, in which the pile thread is drawn in W-bond opposite each other; figure 2, in cross section, a second embodiment of structure for a double-work pile fabric according to the invention; figure 3, in cross section, a third example of structure using the bond according to the invention.
In these drawings, like reference characters refer to like or like elements.
As shown in figure 1, the structure according to the invention consists of an upper fabric 1 and a lower fabric 2. Both fabrics each comprise: - two weft threads which are individually on the one hand by successive spacer threads 7,8 and 9,10 as well as 12, 11 and 14, 13 circumferentially bound on the other hand by binding warp threads 1 and 2 as well as 3 and 4, - pile warp threads 5,6 which are tied only by the weft threads along the pile side to form pile connecting lower and upper fabric.
These pile warp threads form pile loops in W or V bonds that are not tied to the back.
<Desc / Clms Page number 5>
The connecting spacer wires between 1 and 2.3 and 4 can be, for example, monofilament wires which have a certain stiffness to keep a distance between layers 1 and 2.3 and 4 such that an air transport is possible in this opening, so that any moisture can also be removed even under seat load. Layers 2 and 3 are woven less tightly. Layers 1 and 4 are very tightly woven to prevent foam material from penetrating into the spacer fabric during foaming.
If desired, in alternative embodiments, shown in Figures 2 and 3, the W-bonds of the pile thread can be realized in different places, alternately in tops and bottoms.
After cutting the pile threads 5, 6, two identical tops and bottoms are obtained.
In all of the embodiments described above, the pile threads 5,6, both in the upper and the lower part, are between inner shoots, whereby the pile threads 5,6, after being cut, are substantially perpendicular. o. v. the plane of these tissues belong.
The invention also relates to a weaving method to achieve this bond which is very productive.
In this weaving method, four wefts 7,8,9,10 are introduced simultaneously into four superposed yawns with four grippers. The four wefts are also inserted in pairs in two superimposed compartments bounded by binding warp threads that cross in pairs. In
<Desc / Clms Page number 6>
the bottom is formed a shed for the bottom spacer fabric 1, 2 and in the upper is formed a shed of the top spacer fabric 3,4.
The decoration pole warp thread is then drawn between bottom work 2 and top work 3.