<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie met een door een brander gevoede warmtebron en een regelinrichting, waarmee een blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen van de brander na door de warmtevraag bepaalde uitschakelen daarvan vooraf kan zijn ingesteld, alsmede apparaten voor het uitvoeren van deze werkwijze.
Warmtebronnen met geringe thermische traagheid hebben voor de begrenzing van het aantal omschakelingen van een tijdorgaan, dat vooraf ingestelde werkingpauzes voor de brander afdwingt. Bekend zijn apparaten-b. v. volgens DEOS 3. 718. 653-, die een tijdorgaan hebben, dat aan de werkzijde in ingesteld met een vaste blokkadetijd van ong. 5 min. Bij een in EP-PS 8. 461 beschreven dergelijk apparaat is daartoe een regelinrichting van een tijdorgaan voorzien, waarvan de vast ingestelde blokkadetijd herhaald achter elkaar afloopt, zolang er geen warmtevraag optreedt.
Nadelig is deze minimale blokkadetijd in het bijzonder voor inrichtingen met geringe waterinhoud, bijvoorbeeld bij gebruik van plaatverwarmingslichamen, daar de blokkadetijd dan onder omstandigheden te lang is. Na het inschakelen van de brander loopt de temperatuur zeer snel op en overschrijdt de nominale waarde van de voorlooptemperatuur. De brander wordt na korte tijd weer uitgeschakeld, zodat in de daarop volgende blokkadetijd een sterke afkoeling van het
<Desc/Clms Page number 2>
systeem te verwachten is. De gevolgen zijn zeer sterke temperatuurschommelingen, die dikwijls tot klachten leiden.
Derhalve is het tijdorgaan bij een bekende circulatiewaterverwarmer voorzien van een potentiometer voor het nastellen van de blokkadetijd. Een nastelling op een korte blokkadetijd is echter alleen uitvoerbaar door service vaklui, waarbij een door het aantal omschakelingen bepaalde levensduurverkorting van het apparaat op de koop toe moet worden genomen. De verhoging van het aantal omschakelingen, dat wil zeggen de in- en uitschakelfrequentie van de brander, heeft daarenboven een verhoging van de emissie bij het aanslaan in de startfase van de brander tengevolge.
EMI2.1
Uit Duits Offenlegungsschrift Nr. 3. en Duits octrooischrift Nr. 3. zijn inrichtingen bekend geworden, met behulp waarvan de blokkeertijd in afhankelijkheid van de lengte van de daaraan voorafgaande ingeschakelde periode, respectievelijk het aantal ingeschakelde warmteafnemers, kan worden bepaald. Deze inrichtingen zijn alleen geschikt voor bepaalde verwarmingsinstallaties.
Bovendien zijn dure schakelingen met gevoelige meetsondes noodzakelijk.
De uitvinding heeft ten doel een algemene werkwijze en overeenkomstige eenvoudiger inrichtingen voor de regeling van een verwarmingsinstallatie van de boven aangegeven soort aan te geven, waardoor het benuttingscomfort, het schakelspelinggetal en de emissie bij het aanslaan van de verwarmingsinstallatie verbeterd worden.
Het doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de blokkeertijd door een de warmtevraag voorstellende parameter kan worden gevarieerd, en wel zodanig, dat de blokkeertijd voor het opnieuw inschakelen van de brander daalt met oplopende waarde van de parameter. Door de invoering van een variabele, zich automatisch optimaal instellende blokkeertijd voor het opnieuw inschakelen ontstaat telkens naar de omstandigheden een aanpassing van het schakelspelinggetal aan de situatie van de warmtevraag. Algemeen geldt, dat bij hoge warmtevraag, in het bijzonder bij zeer lage buitentemperatuur, korte blokkadetijden en
<Desc/Clms Page number 3>
bij geringe warmtevraag lange blokkadetijden ontstaan.
De parameter, die de warmtevraag voorstelt, is bij voorkeur ofwel een nominale waarde van de voorlooptemperatuur VTnoa of een inverse van de oploopsnelheid van de actuele waarde van de voorlooptemperatuur Tact. Bij de laatstgenoemde variant wordt de inverse van de oploopsnelheid als parameter ten grondslag genomen, daar bij hogere oploopsnelheid van de temperatuur een geringe warmtevraag bestaat en daardoor een betrekkelijk lange blokkadetijd mogelijk is. De oploopsnelheid wordt bij voorkeur na afloop van een startfase van de brander bepaald.
De lengte van de startfase is daarbij ofwel vooraf gegeven (bijvoorbeeld 1 of 2 min) en constant, of variabel met het verloop van het temperatuurverschil tussen de voorlooptemperatuur Vozen de temperatuur T in het gebied van een warmtewisselaar, waarbij de startfase dan beëindigd is bij T,-VT"., = constant. Door de bepaling van de feitelijke lengte van de startfase worden enerzijds fouten bij de bepaling van de oploopsnelheid van de actuele waarde van de voorlooptemperatuur VT, die optreden bij een te korte vooraf ingestelde startfase, vermeden, en anderzijds wordt de tijdruimte voor het bepalen van de oploopsnelheid niet onnodig verminderd, hetgeen bij zekerheidshalve zeer lang vooruit gegeven startfase te verwachten is.
Volgens een gunstige verdere ontwikkeling is een temperatuursonde voor het bepalen van de temperatuur T in het midden van het blok van een als lamellenblok uitgevoerde warmtewisselaar opgesteld. De vergelijking van de met deze temperatuursonde en een voorlooptemperatuursonde bepaalde waarden kan op eenvoudige wijze geschieden door middel van een verschilversterker. Aan de voorwaarde Tw - VTact = constant wordt voldaan, als het uitgangssignaal van de verschilversterker nog maar in geringe mate verandert.
Een gunstige uitvoeringsvorm voor het gebruik van de nominale waarde van de voorlooptemperatuur VTn. als parameter wordt gekenmerkt doordat een continue kamerthermostaat is opgesteld, waarvan het uitgangssignaal wordt toegevoerd aan een ook met de voorlooptemperatuur verbonden
<Desc/Clms Page number 4>
verschilversterker en het tijdorgaan, waarbij de verschilversterker en het tijdorgaan een elektronische schakelaar bedienen, welke schakelaar inwerkt op de brandstoftoevoer naar de brander. Daarbij kan er voor zijn gezorgd, dat een schakeling voor het activeren van het tijdorgaan en voor het vooraf geven van een minimale en een maximale blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen t sn t, verbonden is met het tijdorgaan.
Een verdere uitvoeringsvorm, waarbij een aan het uitschakelen voorafgaande inschakelduur van de brander de parameter is, kan tot stand worden gebracht doordat een tijdorgaan is voorzien van een teller, die bij het inschakelen van de brander wordt gestart, terwijl de inschakelduur met een eerste frequentie wordt bestuurd, en na het uitschakelen van de brander tot een maximale tellerstand met een lagere tweede frequentie wordt bestuurd.
Voor het opwekken van de eerste en de tweede frequentie kan een frequentiemodulator zijn opgesteld, die via een frequentieverdeler door een oscillator wordt gevoed, en die door de uitgangssignalen van een de betreffende warmtevraag verwerkende Schmitt-trigger wordt bestuurd. Bij deze uitvoeringsvorm is bij voorkeur een op de brandstoftoevoer naar de brander inwerkende elektronische schakelaar opgenomen, waarvan de besturingsleiding via een EN-orgaan met de Q-uitgang van een flip-flop en met de uitgang van een de warmtevraag verwerkend bouwelement, bijvoorbeeld van een Schmitt-trigger, is verbonden, waarbij de S-ingang van de flip-flop eveneens aan de uitgang van dit bouwelement en de R-ingang van de flip-flop aan de uitgang van de teller ligt.
Bij een verdere uitvoeringsvorm voor het variëren van de blokkadetijd voor het opnieuw in werking stellen van de brander is de parameter, die de warmtevraag weergeeft een actuele waarde van de voorlooptemperatuur VT, op het ogenblik van beëindigde warmtevraag. Het bijzonder voordeel van deze oplossing is gelegen is de toepasbaarheid, ook in verbinding met tweepunts kamerthermostaten, waarvan het schakelsignaal onafhankelijk is van de ingestelde
<Desc/Clms Page number 5>
voorlooptemperatuur. Er kan een tweepunt kamerthermostaat zijn opgesteld, aan welks schakeltijdstip voor de beëindiging van een warmtevraag de actuele waarde van de voorlooptemperatuur VTact als parameter ten grondslag wordt gelegd.
Als de kamerthermostaat bij lage actuele waarden van de voorlooptemperatuur uitschakelt, dan ontstaan lange blokkadetijden ; bij hogere actuele temperatuur zijn de tijden kort.
De uitvinding kan met goed gevolg worden toegepast bij een verwarmingsinstallatie met een circulatiewaterverwarmer als met een brander gevoede warmtebron. Een bijzonder duidelijk effect wordt verkregen bij installaties met verwarmingslichamen van platen, daar die een betrekkelijk geringe waterinhoud hebben. Bij grotere warmtevraag valt derhalve een snelle afkoeling van de plaatverwarmingslichamen te verwachten, die door overeenkomstig korte blokkadetijden voor het opnieuw inschakelen wordt tegengewerkt.
Gunstige verdere ontwikkelingen van de uitvinding zijn respectievelijk onderwerp van de volgconclusies, of worden onderstaand samen met de beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding aan de hand van de Figuren nader toelicht.
Zo toont :
Fig. 1 een schakelschema van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Fig. 2 een schakelschema van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Fig. 3 een stroomschema van een derde uitvoeringsvorm en
Fig. 4 een grafiek van de voorlooptemperatuur tegen de tijd bij de derde uitvoeringsvorm.
Fig. 1 laat een beïnvloeding van een tijdorgaan voor een blokkadetijd van opnieuw inschakelen van een brander van een verwarmingsinstallatie zien in afhankelijkheid van de telkens actuele nominale waarde van de voor-
EMI5.1
looptemperatuur VTo. Een door een brander bediende warmtebron bestaat in essentie uit een warmtewisselaar 1, die op
<Desc/Clms Page number 6>
een terugloopleiding 2 en een voorloopleiding 3 is aangesloten en die wordt verhit door een brander 4, die wordt gevoed via een van een magneetklep 5 voorziene brandstoftoevoerleiding 6. Voorloopleiding 3 is voorzien van een temperatuursonde 7, die bijvoorbeeld is uitgevoerd als een temperatuurafhankelijke weerstand. Daardoor staan op de bijbehorende aansluitleiding 8 spanningen, waarvan de actuele waarde variabel is met de temperatuur van voorloopleiding 3.
Verder is een continue kamerthermostaat 9 opgesteld, die via een leiding 10 verbonden is met een verschilversterker 11. De tweede ingang van verschilversterker 11 wordt gevormd door aansluitleiding 8 van temperatuursonde 7. De continue kamerthermostaat 9 is voorzien van een nominale waarde insteller 12 en een kamertemperatuursonde 13, waarvan de uitgangssignalen via een verdere verschilversterker 14 aan elkaar zijn gekoppeld. Het uitgangssignaal van deze verschilversterker 14 gaat naar leiding 10.
Een afgetakte leiding 15 van leiding 10 is verbonden met een tijdorgaan 16. Tijdorgaan 16 zet via een regelleiding 17 een elektronische schakelaar aan en uit. Elektronische schakelaar 18 is opgenomen in een leidingenbundel, die verschilversterker 11 verbindt met magneetspoel 19 van magneetklep 5. Daarbij is achter elektronische schakelaar 18 een versterker 20 geschakeld. Een schakeling 21, die voorzien is van schakelelementen voor inschakeling van het tijdorgaan en voor het tot stand brengen van een minimale en een maximale blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen t, en t,=, voed tijdorgaan 16.
De werking van de schakeling als geheel wordt in het onderstaande nader weergegeven :
Door de continue kamerthermostaat wordt een nominale waarde voor de voorlooptemperatuur VTn.. tot stand gebracht, die door middel van verschilversterker 11 wordt vergeleken met de op leiding 8 staande actuele waarde van
EMI6.1
de voorlooptemperatuur VT.
.,. Bij overschrijden van een minimum verschil, d. w. z. bij een minimale regelafwijking, is er een warmtevraag. Het uitgangssignaal van verschilversterker 11 is overeenkomstig hoog, zodat voor het geval,
<Desc/Clms Page number 7>
dat elektronische schakelaar 18 in gesloten toestand is, magneetklep 5 onmiddellijk wordt geopend en brander 4 wordt ingeschakeld. Een blokkadewerking van de branderinschakeling treedt op, als elektrische schakelaar 18 in geopende toestand is. Door tijdorgaan 16 wordt elektronische schakelaar 18 na elke branderuitschakeling gedurende een bepaalde tijd geopend. Daardoor is het schakelspelinggetal geringer.
Tijdorgaan 16 is echter niet op een bepaalde tijd ingesteld, maar wordt op zijn beurt door de nominale waarde van de voorlooptemperatuur VT via afgetakte leiding 15 gevoed. Op deze manier wordt gegarandeerd, dat de blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen voor brander 4 bij toenemende nominale waarde van de voorlooptemperatuur VTno.. afneemt. Daarmee worden sterke temperatuurschommelingen, in het bijzonder bij grote warmtevraag, vermeden.
Fig. 2 toont met dezelfde wijze van weergeven als Fig. 1 een tweede uitvoeringsvorm, waarbij niet de voorlooptemperatuur Venom, mar een aan het uitschakelen van de brander voorafgaande ingeschakelde periode de bepalende grootheid is voor de variatie van de blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen. De opbouw en de rangschikking van de constructieonderdelen 1 tot 8 van de warmtebron en 9 tot 14 van de continue kamerthermostaat komen overeen met die van Fig. 1. Ook de leidingbundel tussen verschilversterker 11 en magneetklep 5 met elektronische schakelaar 18, versterker 20 en magneetspoel 19 zijn zoals in Fig. 1. De uitgang van verschilversterker 11 is behalve met elektronische schakelaar 18 nog via een afgetakte leiding 22 verbonden met een Schmitt-trigger. Een oscillator 24 wekt een basisfrequentie op, die aan een frequentieverdeler 25 wordt toegevoerd.
De uitgangen van frequentieverdeler 25 zijn verbonden met een frequentieomschakelaar 26, die door het uitgangssignaal van de Schmitt-trigger bestuurd wordt. De uitgang van frequentieomschakelaar 26 vormt de ingang van een teller 27, waarvan de uitgang weer verbonden is met de R-ingang van een flip-flop 28. De uitgang van de Schmitttrigger 23 is bovendien op de S-ingang van flip-flop 28 geschakeld. Daarenboven is van de uitgang van Schmitt-
<Desc/Clms Page number 8>
trigger 23 een afgetakte leiding 29 afgetakt naar een ENorgaan 30. De tweede ingang van EN-orgaan 30 vormt de Quitgang van flip-flop 28, terwijl het resulterende signaal van de EN-koppeling via een regelleiding 31 inwerkt op elektronische schakelaar 18.
Deze schakeling heeft de volgende werking :
De oscillatorfrequentie wordt via frequentieverdeler 25 in twee frequenties onderverdeeld. Een eerste hogere frequentie staat daarbij voor de inschakelwerking en eem tweede lagere frequentie voor de blokkadetijd van het opnieuw inschakelen van de brander. Op deze manier kunnen lange blokkadetijden tot stand worden gebracht. De warmtevraag schakelt de Schmitt-trigger uitgang op H-niveau.
Daardoor wordt de frequentieomschakelaar 26 zodanig geregeld, dat op de uitgang daarvan de hogere frequentie staat. Het H-niveau aan de uitgang van de Schmitt-trigger 23 staat echter ook op de ingang van flip-flop 28, zodat deze gesteld wordt. Het resulterende H-niveau van de uitgang van flip-flop 28 regelt op zijn beurt elektronische schakelaar 18. Via versterker 20 en magneetklep 5 vindt het vrij geven van gas plaats. Gelijktijdig daarmee telt teller 27 met de hogere frequentie de inschakeltijd. Bij beëindiging van de warmtevraag wordt de uitgang van de Schmitt-trigger op nul gesteld. Via EN-orgaan 30 wordt elektronische schakelaar 18 geopend, waardoor de gastoevoer onderbroken wordt. Gelijktijdig wordt via frequentieomschakelaar 26 nu de lagere frequentie naar teller 27 verder gevoerd.
Als teller 27 zijn maximale telstand bereikt, dan gaat een terugstelsignaal naar flip-flop 28. Daarmee eindigt de blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen. Voor het tot stand brengen van een minimale en een maximale blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen is een hier niet weergegeven aanvullende logica, bijvoorbeeld digitale vergelijkers, nodig.
Bij het in Fig. 3 en Fig. 4 weergegeven uitvoe-
EMI8.1
ringsvoorbeeld is de oploopsnelheid van de actuele waarde van de voorlooptemperatuur Vu.", de aan het uit- tijdensschakelen voorafgegane ingeschakelde fase van de brander de bepalende grootheid is voor de variatie van de blokkade-
<Desc/Clms Page number 9>
tijd voor het opnieuw inschakelen. De daartoe nodige werkingsverlopen worden door software gerealiseerd. Derhalve is een hardware-weergave in een blokschakelbeeld in de zin van Fig. 1 en Fig. 2 niet zinvol. Het software programma begint bij warmtevraag 32 jet het inschakelen 33 van brander 4. Een eerste tijdorgaan 34, dat is ingesteld op de duur van een startfase van de brander, wordt in werking gesteld. Na deze startfase kan de opwarmtijd reeds beëindigd zijn, dat wil zeggen, dat de modulatie 35 van brander 4 begint.
Deze toestand is herkenbaar doordat de afgegeven verwarmingsprestatie beneden de maximaal mogelijke ligt. In dit geval wordt een signaal opgewekt, dat na de eerstvolgende uitschakeling van brander 4 de maximale blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen 36 in werking stelt. Een kortere blokkadetijd is mogelijk, als na de startfase van de brander nog verder met maximale vermogensafgifte wordt opgewarmd. Alleen als de modulatie 35 niet onmiddellijk aansluitend op de startfase, respectievelijk tijdens de startfase is begonnen, zijn kortere blokkadetijden voor het opnieuw inschakelen nodig. Daartoe wordt eerst een eerste waarde van de voorlooptemperatuur Votai gemeten en opgeslagen 36. Op hetzelfde tijdstip wordt een tweede tijdorgaan 37 gestart. De daarop volgende modulatieafvraag 38 wordt zo lang herhaald tot het modulatiebedrijf begint.
Gelijktijdig wordt de bedrijfstoestand 39 van de brander getest. Zodra de modulatie begint en de voorloop-
EMI9.1
temperatuur VTt Fig. 4 laat zien - wordt een tweede waarde van de voorlooptemperatuur VTct gemeten en opgeslagen 40. De bij het tweede tijdorgaan 37 behorende tijdteller wordt gestopt 41. De oploopsnelheid van de voorlooptemperatuur kan nu worden vastgesteld uit het verschil tussen de tweede waarde van de voorlooptemperatuur VT2 en de eerste waarde VT1 en de door de tijdteller van het tweede tijdorgaan gemeten daarvoor benodigde tijdsduur. Na de berekening van de oploopsnelheid 42 vindt de van deze parameter afhankelijke berekening van de blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen 43 plaats. Bij hernieuwde inschakeling van de brander wordt dit programma-
<Desc/Clms Page number 10>
verloop herhaald.
De uitvinding is in zijn uitvoering niet beperkt tot de boven aangegeven voorkeursuitvoeringsvoorbeelden.
Veeleer is een aantal varianten denkbaar, die van de weergegeven oplossing gebruik maken, ook bij principieel anders geaarde uitvoeringsvormen. In het bijzonder is de uitvoering niet beperkt tot het tot stand brengen met afzonderlijke logische bouwgroepen, maar kan met goed gevolg ook met geprogrammeerde logica-bij voorkeur met gebruik van een computer - tot stand worden gebracht.
<Desc / Clms Page number 1>
Method for controlling a heating system
The invention relates to a method for controlling a heating installation with a heat source fed by a burner and a control device with which a blocking time for switching the burner on again after it has been switched off by the heat demand can be preset, and apparatus for performing this method.
Sources of heat with low thermal inertia limit the number of switchovers of a timer which enforces preset operating breaks for the burner. Devices are known-b. v. according to DEOS 3. 718. 653-, which have a timer, which is set on the working side with a fixed blocking time of approx. 5 min. For such a device described in EP-PS 8. 461, a control device of a time device, the fixed blocking time of which expires repeatedly in succession, as long as there is no heat demand.
This minimum blocking time is disadvantageous in particular for devices with a low water content, for instance when plate heating bodies are used, since the blocking time is then too long under circumstances. After switching on the burner, the temperature rises very quickly and exceeds the nominal value of the flow temperature. The burner is switched off again after a short time, so that in the subsequent blocking time a strong cooling of the
<Desc / Clms Page number 2>
system is to be expected. The consequences are very strong temperature fluctuations, which often lead to complaints.
Therefore, in a known circulating water heater, the timer is provided with a potentiometer for adjusting the blocking time. An adjustment to a short blocking time, however, is only feasible by service professionals, whereby a shortening of the life of the device, determined by the number of changes, must be increased. The increase in the number of changes, that is to say the switch-on and switch-off frequency of the burner, also has an increase in the emission when starting in the starting phase of the burner.
EMI2.1
From German Offenlegungsschrift Nr. 3. and German Patent No. 3. devices have become known, with the aid of which the blocking time can be determined depending on the length of the preceding switched-on period, or the number of switched-on heat consumers. These devices are only suitable for certain heating systems.
In addition, expensive circuits with sensitive measuring probes are necessary.
The object of the invention is to provide a general method and correspondingly simpler devices for the control of a heating installation of the above-mentioned type, whereby the utilization comfort, the switching play number and the emission when starting the heating installation are improved.
The object is achieved according to the invention in that the blocking time can be varied by a parameter representing the heat demand, such that the blocking time for the burner being switched on again decreases with increasing value of the parameter. By introducing a variable, automatically optimally adjusting blocking time for switching on again, the switching play number is adapted to the situation of the heat demand according to the circumstances. In general, with high heat demand, in particular at very low outside temperature, short blocking times and
<Desc / Clms Page number 3>
long block times occur with low heat demand.
The parameter representing the heat demand is preferably either a nominal value of the flow temperature VTnoa or an inverse of the ramp speed of the actual value of the flow temperature Tact. In the latter variant, the inverse of the run-up speed is taken as a parameter, since at a higher run-up speed of the temperature there is a small heat demand and therefore a relatively long blocking time is possible. The run-up speed is preferably determined after the start-up phase of the burner.
The length of the start phase is either predetermined (for example 1 or 2 min) and constant, or variable with the variation of the temperature difference between the flow temperature. Feel the temperature T in the region of a heat exchanger, whereby the start phase is then ended at T , -VT "., = Constant. By determining the actual length of the starting phase, errors on the one hand avoid determining the run-up speed of the actual value of the flow temperature VT, which occur when the starting phase is set too short, and on the other hand, the time space for determining the run-up speed is not unnecessarily reduced, which is to be expected in the case of a very long start-up phase given for certainty.
According to a favorable further development, a temperature probe for determining the temperature T is arranged in the center of the block of a heat exchanger designed as a lamella block. The comparison of the values determined with this temperature probe and a lead temperature probe can be easily done by means of a differential amplifier. The condition Tw - VTact = is constantly met if the output signal of the differential amplifier changes only slightly.
A favorable embodiment for the use of the nominal value of the supply temperature VTn. as a parameter characterized by the fact that a continuous room thermostat is arranged, the output signal of which is supplied to a also connected to the flow temperature
<Desc / Clms Page number 4>
differential amplifier and the timer, the differential amplifier and timer operating an electronic switch, the switch acting on the fuel supply to the burner. It can then be ensured that a circuit for activating the timer and for predetermining a minimum and a maximum blocking time for the reactivation t sn t is connected to the timer.
A further embodiment, in which a switch-on time of the burner prior to switching off is the parameter, can be realized in that a timer is provided with a counter, which is started when the burner is switched on, while the switching-on duration is set at a first frequency and, after the burner has been switched off, is controlled to a maximum counter reading with a lower second frequency.
For generating the first and second frequencies, a frequency modulator can be arranged, which is fed by an oscillator via a frequency divider and which is controlled by the output signals of a Schmitt trigger processing the respective heat demand. In this embodiment, an electronic switch acting on the fuel supply to the burner is preferably included, the control line of which via an AND means with the Q output of a flip-flop and with the output of a building element that processes the heat demand, for example of a Schmitt trigger is connected, with the S input of the flip-flop also at the output of this component and the R input of the flip-flop at the output of the counter.
In a further embodiment for varying the blocking time for restarting the burner, the parameter representing the heat demand is a current value of the supply temperature VT at the time of the heat demand ended. The particular advantage of this solution lies in its applicability, also in connection with two-point room thermostats, whose switching signal is independent of the set
<Desc / Clms Page number 5>
flow temperature. A two-point room thermostat can be set up, whose switching time for the termination of a heat demand is based on the current value of the flow temperature VTact as a parameter.
If the room thermostat switches off at low current values of the supply temperature, long blocking times will occur; times are shorter at higher current temperatures.
The invention can be successfully used in a heating installation with a circulating water heater as a heat source fed by a burner. A particularly clear effect is obtained in installations with plate heating bodies, since they have a relatively low water content. With higher heat demand, rapid cooling of the plate heating bodies can therefore be expected, which is counteracted by correspondingly short blocking times before switching on again.
Advantageous further developments of the invention are the subject of the subclaims, respectively, or are further elucidated below with reference to the Figures together with the description of embodiments of the invention.
Thus shows:
Fig. 1 is a circuit diagram of a first embodiment of the invention,
Fig. 2 a circuit diagram of a second embodiment of the invention,
Fig. 3 is a flow chart of a third embodiment, and
Fig. 4 is a graph of the lead temperature versus time in the third embodiment.
Fig. 1 shows an influence on a timer for a blocking time of the burner being switched on again from a heating system, depending on the respective current nominal value of the
EMI5.1
running temperature VTo. A heat source operated by a burner essentially consists of a heat exchanger 1, which is on
<Desc / Clms Page number 6>
a return line 2 and a return line 3 are connected and which is heated by a burner 4, which is fed via a fuel supply line 6 provided with a solenoid valve 5. The return line 3 is provided with a temperature probe 7, which is for instance designed as a temperature-dependent resistor. As a result, the associated connection line has 8 voltages, the actual value of which is variable with the temperature of supply line 3.
Furthermore, a continuous room thermostat 9 is arranged, which is connected via a line 10 to a differential amplifier 11. The second input of differential amplifier 11 is formed by connecting line 8 of temperature probe 7. The continuous room thermostat 9 is provided with a nominal value adjuster 12 and a room temperature probe 13, the output signals of which are coupled to each other via a further differential amplifier 14. The output signal of this differential amplifier 14 goes to line 10.
A branched line 15 from line 10 is connected to a timer 16. Timer 16 switches an electronic switch on and off via a control line 17. Electronic switch 18 is included in a conduit bundle, which connects differential amplifier 11 to magnetic coil 19 of solenoid valve 5. An amplifier 20 is connected behind electronic switch 18. A circuit 21, which is provided with switching elements for switching on the timer and for establishing a minimum and a maximum blocking time for the switching on again t, and t, =, supply timer 16.
The operation of the circuit as a whole is shown in more detail below:
The continuous room thermostat establishes a nominal value for the flow temperature VTn .., which is compared by means of the differential amplifier 11 with the actual value of line 8
EMI6.1
the flow temperature VT.
.,. When a minimum difference is exceeded, d. w. z. with a minimal control deviation, there is a heat demand. The output signal of differential amplifier 11 is correspondingly high, so that in case,
<Desc / Clms Page number 7>
that electronic switch 18 is in closed position, solenoid valve 5 is opened immediately and burner 4 is switched on. The burner activation is blocked when electric switch 18 is in the open position. Timer 16 opens electronic switch 18 for a certain period of time after each burner shutdown. As a result, the switching backlash number is smaller.
However, timer 16 is not set to a specific time, but in turn is supplied by the nominal value of the supply temperature VT via branch line 15. In this way it is ensured that the blocking time for restarting burner 4 decreases with increasing nominal value of the flow temperature VTno ... This avoids strong temperature fluctuations, especially with high heat demand.
Fig. 2 shows in the same manner of representation as FIG. 1 a second embodiment, in which not the flow temperature Venom, but a period which has been switched on before the burner has been switched off, is the determining quantity for the variation of the blocking time for the restarting. The construction and arrangement of the construction parts 1 to 8 of the heat source and 9 to 14 of the continuous room thermostat correspond to those of Figs. 1. The line bundle between differential amplifier 11 and solenoid valve 5 with electronic switch 18, amplifier 20 and solenoid coil 19 are also as shown in FIG. 1. The output of differential amplifier 11 is connected to a Schmitt trigger in addition to electronic switch 18 via a branch line 22. An oscillator 24 generates a base frequency which is applied to a frequency divider 25.
The outputs of frequency divider 25 are connected to a frequency inverter 26, which is controlled by the output signal of the Schmitt trigger. The output of frequency inverter 26 forms the input of a counter 27, the output of which is again connected to the R input of a flip-flop 28. The output of the Schmitt trigger 23 is also connected to the S input of flip-flop 28 . In addition, from the exit of Schmitt-
<Desc / Clms Page number 8>
Trigger 23 branches a branched line 29 to an EN member 30. The second input of AND member 30 forms the Q output of flip-flop 28, while the resulting signal from the AND coupling acts through a control line 31 on electronic switch 18.
This circuit has the following effect:
The oscillator frequency is divided into two frequencies via frequency divider 25. A first higher frequency represents the switch-on effect and a second lower frequency represents the blocking time of the burner being switched on again. In this way, long blocking times can be established. The heat demand switches the Schmitt trigger output to H level.
Thereby, the frequency inverter 26 is controlled such that the higher frequency is at its output. However, the H level at the output of the Schmitt trigger 23 is also at the input of flip-flop 28, so that it is set. The resulting H level of the output of flip-flop 28 in turn controls electronic switch 18. Gas is released via amplifier 20 and solenoid valve 5. At the same time, counter 27 with the higher frequency counts the switch-on time. When the heat demand ends, the output of the Schmitt trigger is set to zero. Electronic switch 18 is opened via AND means 30, whereby the gas supply is interrupted. Simultaneously, the lower frequency is further fed to counter 27 via frequency inverter 26.
When counter 27 reaches its maximum count position, a reset signal goes to flip-flop 28. This ends the blocking time for restarting. In order to establish a minimum and a maximum blocking time for reactivation, an additional logic, not shown here, is required, for example digital comparators.
When shown in FIG. 3 and FIG. 4 displayed outputs
EMI8.1
As an example, the run-up speed of the current value of the flow temperature Vu. ", the phase of the burner which has been switched on before the switch-off time is the determining variable for the variation of the blocking
<Desc / Clms Page number 9>
time for switching on again. The necessary operating sequences are realized by software. Therefore, a hardware representation in a block switching image within the meaning of FIG. 1 and FIG. 2 does not make sense. The software program starts at heat demand 32 and switching on burner 4 33. A first timer 34, which is set for the duration of a burner start-up phase, is activated. After this start-up phase, the heating-up time may already have ended, i.e. the modulation of burner 4 starts.
This condition is recognizable in that the delivered heating performance is below the maximum possible. In this case, a signal is generated which, after the next burner 4 shutdown, triggers the maximum blocking time for restart 36. A shorter blocking time is possible if, after the starting phase of the burner, heating continues with maximum power output. Only if modulation 35 has not started immediately after the start-up phase or during the start-up phase, shorter blocking times for switching on again are necessary. For this purpose, a first value of the flow temperature Votai is first measured and stored 36. At the same time, a second timer 37 is started. The subsequent modulation query 38 is repeated until modulation operation begins.
The operating state 39 of the burner is tested simultaneously. As soon as the modulation starts and the leading
EMI9.1
temperature VTt Fig. 4 shows - a second value of the flow temperature VTct is measured and stored 40. The time counter associated with the second timer 37 is stopped 41. The flow speed of the flow temperature can now be determined from the difference between the second value of the flow temperature VT2 and the first value VT1 and the time required for this measured by the time counter of the second timer. After the ramp-up speed 42 has been calculated, the blocking time for reactivation 43 dependent on this parameter is performed. When the burner is switched on again, this program is
<Desc / Clms Page number 10>
course repeated.
The invention is not limited in its embodiment to the above-mentioned preferred embodiments.
Rather, a number of variants are conceivable which make use of the shown solution, also in embodiments which are otherwise grounded in principle. In particular, the implementation is not limited to creating with separate logic assemblies, but can also be successfully accomplished with programmed logic - preferably using a computer.