<Desc/Clms Page number 1>
Röntgenonderzoekapparaat.
De uitvinding heeft betrekking op een röntgenonderzoekapparaat voorzien van een röntgenbron voor uitzending van een röntgenbundel, een tegenover de röntgenbron geplaatste röntgenbeeldversterkerbuis met een ingangsvenster en een uitgangsvenster voor de omzetting van een röntgenbeeld van een tussen de röntgenbron en de röntgenbeeldversterkerbuis plaatsbaar object in een licht-optisch beeld, een beeldsysteem met een tegenover het uitgangsvenster geplaatste basislens, een beeldverdeler voor het opdelen van de uittreepupil van de basislens, en meerdere beeldopneeminrichtingen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een beeldsysteem met een basislens en een beeldverdeler. De uitvinding heeft ook betrekking op een beeldverdeler.
Een dergelijk röntgenonderzoekapparaat is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift DE 37 16 632.
Het daar beschreven röntgenonderzoekapparaat omvat een beeldverdeler die gevormd wordt door een meervoudige lichtgeleidings-glasvezelkabel. Door die lichtgeleidings-glasvezelkabel wordt het uitgangsvenster van de röntgenbeeldversterkerbuis gekoppeld met meerdere beeldopneeminrichtingen, met name met een videocamera, met een filmcamera en met een fotocamera. Door transmissieverliezen in de lichtgeleidings-glasvezelkabel vertoont de beeldverdeler van het bekende röntgenonderzoekapparaat verlies van verlichtingssterkte van de licht-optische beelden die naar de onderscheiden camera's geleid worden. Bovendien neemt die beeldverdeler een aanzienlijke hoeveelheid ruimte in, omdat kromtestralen in bochten van de lichtgeleidings-glasvezelkabel niet te klein kunnen zijn om de transmissieverliezen te beperken.
Het is onder meer een doel van de uitvinding te voorzien in een röntgenonderzoekapparaat met een beeldverdeler die geschikt is voor het efficient benutten van de helderheid van een beeld op het uitgangsscherm. Het is verder een doel van de
<Desc/Clms Page number 2>
uitvinding te voorzien in een dergelijke beeldverdeler die compact is gebouwd en die geen beweegbare delen omvat.
Hiertoe heeft een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding als kenmerk dat de beeldverdeler optische afbuigmiddelen omvat om lichtbundels die door verschillende delen van de uittreepupil van de basislens gaan in verschillende richtingen te richten.
Door de uittreepupil in verschillende delen te verdelen wordt de beschikbare verlichtingssterkte (optische energie per eenheid van tijdseenheid en per eenheid van oppervlak) van het uitgangsscherm efficiënt benut doordat bij het verdelen van een lichtbundel gebruik gemaakt wordt van het optische principe dat de helderheid (optische energie per tijdseenheid per eenheid van oppervlak en per eenheid van ruimtehoek) behouden is. Door de uittreepupil te verdelen in verschillende deeloppervlakken wordt bereikt dat meerdere deelbundels gevormd worden die elk een energie-fractie dragen van de optische energiestroom van de bundel die uit de basislens treedt. Verder heeft elk van die deelbundels een doorsnede die een met die energie-fractie evenredige fractie bedraagt van de doorsnede van de uittreepupil van de basislens.
In vergelijking met de lichtgeleider-glasvezelkabels van het bekende röntgenonderzoekapparaat vertonen de optische afbuigmiddelen in een apparaat volgens de uitvinding geringe transmissieverliezen.
Het afbuigen in verschillende richtingen van lichtbundels die door verschillende delen van de uittreepupil heeft verder tot voordeel dat een vergelijkingsgewijze compacte constructie van de beeldverdeler wordt verkregen. Daardoor neemt in een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding het beeldsysteem weinig ruimte in.
Omdat verschillende bundels die op verschillende beeldopneeminrichtingen worden gericht door verschillende delen van de uittreepupil gaan kunnen de verschillende beeldopneeminrichtingen tegelijkertijd worden bedreven en zijn geen beweegbare onderdelen, bijvoorbeeld een spiegel, nodig.
Een uitvoeringsvorm van een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de afbuigmiddelen tenminste één prisma aan de van het uitgangsvenster afgewende zijde van de basislens omvatten.
Door een of meer prisma's worden lichtbundels opgevangen die afkomstig zijn uit verschillende delen van de uittreepupil van de basislens. Door totale reflectie aan de respectievelijke van de van de basislens afgewende zijden van de verschillende
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
prisma's worden de verschillende lichtbundels nagenoeg zonder verlies in verschillende richtingen afgebogen. Wanneer een enkel prisma wordt toegepast wordt een lichtbundel in een richting afgebogen en een andere gericht in de richting waarin die andere bundel uit de basislens treedt. Voorts wordt door die prisma's de bundeldiameter van de afgebogen lichtbundels gereduceerd in een mate die toeneemt met de waarde van de brekingsindex van de prisma's.
Het reduceren van de bundeldiameter van een bundel die op een beeldopneeminrichting valt heeft als voordeel dat in een opgenomen beeld vignettering ten gevolge van diafragma's wordt verminderd of zelfs wordt vermeden.
Een verdere uitvoeringsvorm van een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat een eerste prisma is geplaatst voor het afbeelden van een eerste deel van de uittreepupil van de basislens een filmcamera en dat een tweede prisma is geplaatst voor het afbeelden van een tweede deel van de uittreepupil van de basislens op een videocamera.
Omdat door de beeldverdeler lichtbundels zonder noemenswaard verlies van helderheid in verschillende richtingen worden afgebogen is het mogelijk tegelijkertijd röntgenonderzoek te bedrijven met een videocamera die een beeld op een monitor levert en met een filmcamera die een beeld op een fotografische film vastlegt. In een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding worden daarom aanzienlijk korte schakeltijden tussen een film-en een video-opname verwezenlijkt.
Een verdere uitvoeringsvorm van een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de videocamera een objectieflens omvat met een diameter die aanmerkelijk kleiner is dan de diameter van de basislens.
Een voor gebruik in een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding geschikte videocamera die met name een CCD-sensor als lichtgevoelig element bevat heeft een objectieflens met een diameter die aanzienlijk kleiner is dan de diameter van de basislens. Anderzijds heeft de objectieflens van zo'n videocamera een numerieke apertuur die vergelijkbaar is met die van de filmcamera. Daardoor is voor de videocamera slechts een klein deel van de uittreepupil van de basislens nodig. Daardoor zijn er geen ruimtelijke beperkingen aan het tegelijk toepassen van een filmcamera met een objectieflens met een grote diameter en een videocamera.
Een beeldsysteem met een basislens en een beeldverdeler voor het opdelen van de uittreepupil van de basislens omvat bij voorkeur optische afbuigmiddelen om lichtbundels die door verschillende delen van de uittreepupil van de basislens gaan in
<Desc/Clms Page number 4>
EMI4.1
verschillende richtingen af te buigen.
Een beeldverdeler voor het opdelen van een uittreepupil omvat bij voorkeur optische afbuigmiddelen om lichtbundels die door verschillende delen van de uittreepupil gaan in verschillende richtingen af te buigen.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen toegelicht worden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen waarvan Figuur 1 schematisch een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding toont Figuur 2 schematisch een beeldverdeler van een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding toont Figuur 3 diagrammatisch de verdeling van de uittreepupil van de basislens toont en Figuur 4 grafisch voor beeldopneeminrichtingen beschikbare lichtintensiteiten weergeeft.
Figuur 1 toont schematisch een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding. Door de röntgenbron 1 wordt een voorwerp 2, in het bijzonder een te onderzoeken patiënt, aan een röntgenstralenbundel 3 blootgesteld. Door gemoduleerde absorptie van röntgenstraling wordt een röntgenbeeld gevormd op het ingangsvenster 4 van een röntgenbeeldversterkerbuis 5. Door de röntgenbeeldversterkerbuis 5 wordt het röntgenbeeld dat op het ingangsvenster wordt gevormd, omgezet in een licht-optisch beeld op het uitgangsvenster van de röntgenbeeldversterkerbuis. De beelddragende lichtbundel 7 die door het uitgangsvenster 6 wordt uitgezonden wordt door een basislens 8 omgezet in een evenwijdige lichtbundel 9 die vervolgens door een beeldverdeler 10 wordt verdeeld.
Door de beeldverdeler wordt enerzijds het beeld van het uitgangsvenster afgebeeld op een filmcamera 11, anderzijds op een videocamera 12.
Door de filmcamera wordt een beeld op film vastgelegd. Door de videocamera wordt het beeld van het uitgangsvenster omgezet in een elektronisch videosignaal. Het videosignaal wordt b. toegevoerd aan een monitor 13, of aan een buffercircuit 14 voor verdere verwerking.
<Desc/Clms Page number 5>
EMI5.1
Verder omvat het röntgenonderzoekapparaat een lichtdetector 20 de helderheid van (een deel van) het lichtbeeld op het uitgangsscherm om te zetten in een elektronisch helderheidssignaal dat wordt toegevoerd aan een controle-eenheid 21. Om de werking van de röntgenbron te regelen op basis van de helderheid van (een deel van) het beeld op het uitgangsvenster wordt een resterend deel van de uittreepupil van de basislens 8 met een lens 22 afgebeeld op de lichtdetector 20 een helderheidssignaal te vormen. Door de controle-eenheid wordt uit het helderheidssignaal een regelsignaal gevormd dat wordt toegevoerd aan de röntgenbron om de energie en de intensiteit van de door de bron uitgezonden röntgenstraling te regelen, bijvoorbeeld om overbelichting in het röntgenbeeld door zwak absorberende delen in het voorwerp 2 te vermijden.
Figuur 2 toont schematisch een beeldverdeler van een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding. Door de basislens 8 wordt de evenwijdige lichtbundel gevormd. Om die beelddragende evenwijdige bundel 9 af te beelden op verscheidene beeldopneeminrichtingen, m. de videocamera 12 die voorzien is van een CCDbeeldopneemsensor en de filmcamera 11 wordt de uitgangspupil van de basislens 8 gedeeld. Met name worden hiertoe in de beeldverdeler van een röntgenonderzoekapparaat volgens de uitvinding afbuigmiddelen gevormd door twee prisma's. Een eerste deel van de uitgangspupil wordt door het eerste prisma 15 afgebeeld op de filmcamera, een tweede deel van de uitgangspupil wordt door het tweede prisma 16 afgebeeld op de videocamera.
Om vignettering zoveel als mogelijk te beperken is het aantrekkelijk een basislens te gebruiken met een diameter die aanmerkelijk groter is dan de intreepupillen van de verschillende beeldopneeminrichtingen. Doordat dat uittreepupil van de basislens 8 wordt opgedeeld, in plaats van bijvoorbeeld het fysisch splitsen van de evenwijdige bundel met een gedeeltelijk licht-doorlatende spiegel, wordt bereikt dat minder licht verloren gaat voor het opnemen van een beeld op het uitgangsvenster 6 van de röntgenbeeldversterkerbuis 5.
Figuur 3 toont diagrammatisch de verdeling van de uittreepupil van de basislens. In diagramvorm is de verdeling van de uitgangspupil van de basislens in delen voor de verschillende camera's weergegeven. De nagenoeg cirkelvormige uittreepupil 31 van de basislens is verdeeld in nagenoeg cirkelvormige delen 32, 33 en 34 waardoor deelbundels gaan naar achtereenvolgens de filmcamera 11, de videocamera 12 en de lichtdetector 20.
Wanneer gebruik gemaakt wordt van een videocamera met intreepupil-
<Desc/Clms Page number 6>
diameter Dv, een filmcamera met intreepupildiameter Df en een basislens met uittreepupildiameter Db, dan bedragen de voor de camera's beschikbare lichtintensiteiten bij toepassing van fysische deling
I'v = c (D) Db) 2T, voor de videocamera, 1'f = c (D/Db) , voor de filmcamera,
EMI6.1
waar R de reflectiecoëfficiënt en T=1-R de transmissiecoëfficiënt van de deelspiegel en c een evenredigheidsconstante. Anderzijds bedraagt bij toepassing van pupildeling de voor de camera's beschikbare lichtintensiteiten Iv = c(Dv/Db)2, voor de videocamera,
If = c (DrfDb) 2, voor de filmcamera,
EMI6.2
waarbij Db > D + Df.
Figuur 4 geeft grafisch voor beeldopneeminrichtingen beschikbare lichtintensiteiten weer. Met name toont Figuur 4 grafieken van de lichtintensiteiten Iv en If als functies van Dy in het geval dat Db = Dy + Df = 65mm. Ter vergelijking zijn waarden gegeven van I'f en I'v voor Df = 39mm, D, =47mm en R=O. 8. Uit de figuur is duidelijk dat voor D #Dv#D2 pupildeling meer licht beschikbaar maakt voor beide camera's dan bij fysische deling, terwijl D2 voldoend kleiner is dan Db om vignettering te beperken.
Doordat een tegenwoordige CCD-video camera een objectieflens omvat met een intreepupil met een betrekkelijk geringe diameter gelukt het de som van de intreepupillen van de objectieflenzen van de video-camera 12 en de filmcamera 11 z6 te kiezen dat hun som ten hoogste de diameter van de uittreepupil van de basislens 8 bedraagt.
Zoals bekend uit het handboek 'Advanced Optical Techniques' (A.C.S van Heel ed., Amsterdam, North-Holland 1967) worden de verlichtingssterkten Ef en Ey van respectievelijk de filmcamera en de videocamera gegeven door Ef=##L/ (4Ff2),
EMI6.3
Ey = F), waar L de helderheid van het uitgangsvenster 6 voorstelt, de transmissiecoefficient van de basislens met de beeldverdeler en de objectieflens van de betrokken camera, Ff (het zogeheten F-getal) de helft van de reciproque van de numerieke apertuur voorstelt van de objectieflens van de filmcamera en F, de helft van de reciproque van de numerieke
<Desc/Clms Page number 7>
apertuur voorstelt van de objectieflens van de videocamera.
Bijgevolg zijn de verlichtingssterkten voor de onderscheidene beeldopneeminrichtingen, bijvoorbeeld de filmcamera en de videocamera onafhankelijk te kiezen ; praktisch is dit vooral uitvoerbaar omdat videocamera's beschikbaar zijn met een objectieflens met een voldoende numerieke apertuur om voldoende licht te verzamelen en met een diameter die voldoende kleiner is dan de diameter van de basislens 8.
<Desc / Clms Page number 1>
X-ray examination device.
The invention relates to an X-ray examination apparatus comprising an X-ray source for transmitting an X-ray beam, an X-ray image intensifier tube disposed opposite the X-ray source with an input window and an output window for converting an X-ray image of an object to be placed between the X-ray source and the X-ray image intensifier tube-optic tube image, an image system with a base lens disposed opposite the exit window, an image divider for dividing the exit pupil from the base lens, and multiple image pick-up devices. The invention also relates to an image system with a basic lens and an image distributor. The invention also relates to an image divider.
Such an X-ray examination apparatus is known from German Offenlegungsschrift DE 37 16 632.
The X-ray examination apparatus described there comprises an image divider formed by a multiple fiber optic fiber optic cable. By means of said optical fiber-optic cable, the output window of the X-ray image intensifier tube is coupled to a plurality of image pick-up devices, in particular a video camera, a film camera and a photo camera. Due to transmission losses in the fiber optic fiber optic cable, the image divider of the known X-ray examination apparatus shows a loss of illuminance of the light-optical images which are guided to the different cameras. In addition, that image divider takes up a considerable amount of space, because radii of curvature in bends of the fiber optic fiber optic cable cannot be too small to limit the transmission losses.
It is an object of the invention, inter alia, to provide an X-ray examination apparatus with an image divider suitable for efficiently utilizing the brightness of an image on the output screen. It is also a goal of the
<Desc / Clms Page number 2>
To provide such an image distributor which is compact in construction and which does not comprise movable parts.
For this purpose, an X-ray examination apparatus according to the invention is characterized in that the image divider comprises optical deflection means for directing beams of light passing through different parts of the exit pupil of the basic lens in different directions.
By dividing the exit pupil into different parts, the available illuminance (optical energy per unit of time unit and per unit of area) of the output screen is efficiently utilized because the optical principle that the brightness (optical energy) is used when dividing a light beam per unit of time per unit of area and per unit of solid angle). By dividing the exit pupil into different sub-surfaces, it is achieved that several sub-beams are formed, each carrying an energy fraction of the optical energy flow of the beam emerging from the basic lens. Furthermore, each of those sub-beams has a cross-section which is a fraction proportional to that energy fraction of the cross-section of the exit pupil of the basic lens.
Compared to the optical fiber-optic fiber cables of the known X-ray examination apparatus, the optical deflection means in an apparatus according to the invention show small transmission losses.
Deflecting beams of light passing through different parts of the exit pupil in different directions further has the advantage that a comparatively compact construction of the image divider is obtained. Therefore, in an X-ray examination apparatus according to the invention, the imaging system takes up little space.
Since different beams directed at different image pickup devices pass through different parts of the exit pupil, the different image pickup devices can be operated simultaneously and no movable parts, for example a mirror, are needed.
An embodiment of an X-ray examination apparatus according to the invention is characterized in that the deflection means comprise at least one prism on the side of the base lens remote from the exit window.
One or more prisms receive beams of light from different parts of the exit pupil of the basic lens. By total reflection on the respective sides of the different lenses facing away from the base lens
<Desc / Clms Page number 3>
EMI3.1
prisms, the different light beams are deflected in different directions almost without loss. When a single prism is used, a light beam is deflected in one direction and another directed in the direction in which that other beam exits the base lens. Furthermore, those prisms reduce the beam diameter of the deflected light beams to an extent that increases with the value of the refractive index of the prisms.
Reducing the beam diameter of a beam falling on an image pick-up device has the advantage that in a recorded image, vignetting due to diaphragms is reduced or even avoided.
A further embodiment of an X-ray examination apparatus according to the invention is characterized in that a first prism is placed for imaging a first part of the exit pupil of the basic lens and a film camera and that a second prism is placed for imaging a second part of the exit pupil. from the basic lens on a video camera.
Since beams are deflected in different directions without significant loss of brightness by the image divider, it is possible to perform X-ray examinations simultaneously with a video camera that delivers an image on a monitor and with a film camera that captures an image on a photographic film. Therefore, in an X-ray examination apparatus according to the invention, considerably short switching times between a film and a video recording are realized.
A further embodiment of an X-ray examination apparatus according to the invention is characterized in that the video camera comprises an objective lens with a diameter which is considerably smaller than the diameter of the base lens.
A video camera suitable for use in an X-ray examination apparatus according to the invention, which in particular contains a CCD sensor as a photosensitive element, has an objective lens with a diameter which is considerably smaller than the diameter of the base lens. On the other hand, the objective lens of such a video camera has a numerical aperture comparable to that of the film camera. As a result, only a small part of the exit pupil of the basic lens is required for the video camera. Therefore, there are no spatial limitations to using a film camera with a large diameter objective lens and a video camera simultaneously.
An imaging system with a base lens and an image divider for dividing the exit pupil of the base lens preferably comprises optical deflection means for beams of light passing through different parts of the exit pupil of the base lens
<Desc / Clms Page number 4>
EMI4.1
bend in different directions.
An image divider for dividing an exit pupil preferably includes optical deflection means for deflecting beams of light passing through different parts of the exit pupil in different directions.
These and other aspects of the invention will be elucidated with reference to the annexed drawings, of which Figure 1 schematically shows an X-ray examination apparatus according to the invention. Figure 2 schematically shows an image distributor of an X-ray examination apparatus according to the invention. Figure 3 diagrammatically shows the distribution of the exit pupil of the basic lens. and Figure 4 shows graphically available light intensities for image pick-up devices.
Figure 1 schematically shows an X-ray examination apparatus according to the invention. The object 2, in particular a patient to be examined, is exposed to an X-ray beam 3 by the X-ray source 1. By modulated X-ray absorption, an X-ray image is formed on the input window 4 of an X-ray image intensifier tube 5. The X-ray image intensifier tube 5 converts the X-ray image generated on the input window to a light-optical image on the output window of the X-ray image intensifier tube. The image-carrying light beam 7 emitted by the output window 6 is converted by a basic lens 8 into a parallel light beam 9, which is then divided by an image divider 10.
On the one hand, the image divider displays the image of the output window on a film camera 11, and on the other hand on a video camera 12.
The film camera captures an image on film. The video camera converts the output window image into an electronic video signal. The video signal becomes b. supplied to a monitor 13, or to a buffer circuit 14 for further processing.
<Desc / Clms Page number 5>
EMI5.1
Furthermore, the X-ray examination device comprises a light detector 20 to convert the brightness of (a part of) the light image on the output screen into an electronic brightness signal which is supplied to a control unit 21. To control the operation of the X-ray source on the basis of the brightness of (part of) the image on the output window, a remaining part of the exit pupil of the basic lens 8 with a lens 22 imaged on the light detector 20 forms a brightness signal. The control unit produces a control signal from the brightness signal which is applied to the X-ray source in order to control the energy and intensity of the X-rays emitted by the source, for example to avoid overexposure in the X-ray image by weakly absorbing parts in the object 2 .
Figure 2 schematically shows an image distributor of an X-ray examination apparatus according to the invention. The parallel lens 8 forms the parallel light beam. In order to image that image-carrying parallel beam 9 on various image-recording devices, the video camera 12, which is provided with a CCD image-recording sensor and the film camera 11, the exit pupil of the basic lens 8 is divided. In particular, deflection means are formed for this purpose in the image distributor of an X-ray examination apparatus according to the invention by two prisms. A first part of the exit pupil is imaged by the first prism 15 on the film camera, a second part of the exit pupil is imaged by the second prism 16 on the video camera.
In order to limit vignetting as much as possible, it is attractive to use a base lens with a diameter that is considerably larger than the entrance pupils of the different image recording devices. By dividing that exit pupil from the basic lens 8, instead of, for example, physically splitting the parallel beam with a partially translucent mirror, less light is lost for recording an image on the output window 6 of the X-ray image tube 5. .
Figure 3 diagrammatically shows the distribution of the exit pupil of the basic lens. The division of the exit pupil of the basic lens into parts for the different cameras is shown in diagram form. The substantially circular exit pupil 31 of the base lens is divided into substantially circular parts 32, 33 and 34 through which partial beams pass successively to the film camera 11, the video camera 12 and the light detector 20.
When using a video camera with defocused
<Desc / Clms Page number 6>
diameter Dv, a film camera with entrance pupil diameter Df and a basic lens with exit pupil diameter Db, then the light intensities available for the cameras are when using physical division
I'v = c (D) Db) 2T, for the video camera, 1'f = c (D / Db), for the movie camera,
EMI6.1
where R is the reflection coefficient and T = 1-R is the transmission coefficient of the partial mirror and c is a proportionality constant. On the other hand, when pupil division is used, the light intensities Iv = c (Dv / Db) 2 for the cameras are 2, for the video camera,
If = c (DrfDb) 2, for the movie camera,
EMI6.2
where Db> D + Df.
Figure 4 graphically depicts light intensities available for image pickup devices. Specifically, Figure 4 shows graphs of the light intensities Iv and If as functions of Dy in the case where Db = Dy + Df = 65mm. For comparison, values of I'f and I'v are given for Df = 39mm, D, = 47mm and R = O. 8. From the figure it is clear that for D # Dv # D2 pupil division makes more light available for both cameras than in physical division, while D2 is sufficiently smaller than Db to limit vignetting.
Since a present-day CCD video camera comprises an objective lens with a relatively small diameter entrance pupil, the sum of the entrance pupils of the objective lenses of the video camera 12 and the film camera 11 z6 is successful, so that their sum does not exceed the diameter of the exit pupil of the basic lens is 8.
As is known from the manual 'Advanced Optical Techniques' (A.C.S van Heel ed., Amsterdam, North-Holland 1967), the illuminances Ef and Ey of the film camera and the video camera are respectively given by Ef = ## L / (4Ff2),
EMI6.3
Ey = F), where L represents the brightness of the output window 6, the transmission coefficient of the basic lens with the image divider and the objective lens of the camera concerned, Ff (the so-called F-number) represents half of the reciprocal of the numerical aperture of the objective lens of the film camera and F, half of the reciprocal of the numeric
<Desc / Clms Page number 7>
represents aperture of the objective lens of the video camera.
Consequently, the illuminances for the various image pick-up devices, for example the film camera and the video camera, can be selected independently; practically this is especially feasible because video cameras are available with an objective lens with a sufficient numerical aperture to collect enough light and with a diameter sufficiently smaller than the diameter of the base lens 8.