<Desc/Clms Page number 1>
RIJWIEL EN MONTAGESYSTEEM VAN EEN WIEL IN EEN RIJWIEL
De huidige uitvinding betreft een rijwiel omvattende een frame met voor-en achtervork bestemd om een wiel te ontvangen, uitgerust met een wielnaaf die een cilindervormig naafgat heeft waarin een as doorsteekt die de wielnaaf draagt en het wiel ondersteunt door middel van kogellagers.
Ze betreft een nieuw montagesysteem van een wiel in de voorvork of achtervork van het frame van een rijwiel, in het bijzonder een fiets, een bromfiets of een mountain-bike.
De uitvinding stelt zieh als doel de inbouw en de uitbouw van een wiel in een rijwiel, in het bijzonder van het achterwiel te vergemakkelijken, wanneer een herstelling dient te gebeuren aan het wiel zelf of aan een lekke band.
Een tweede doelstelling van de uitvinding bestaat erin de verwisselbaarheid van het voorwiel en het achterwiel van een rijwiel met elkaar te verwezenlijken, zodat elk wiel onverschillig als voorwiel en achterwiel kan gebruikt worden. Vooren achterwielen zijn volledig identiek.
<Desc/Clms Page number 2>
Om de toegang tot het wiel te vergemakkelijken, stelt de uitvinding een rijwiel voor van het type omschreven in de eerste paragraaf van dit memorie, met het kenmerk dat de benen van de vooren achtervork van het frame van het rijwiel elk onderaan, voorzien zijn van een opspanbeugel waarin de kogellagers van het wiel door hun behuizing worden vastgespannen.
In een eerste uitvoeringsvorm, is elke opspanbeugel gevormd door een U-vormig lichaam omvattende twee vingers waarvan een voorzien is van een klembare aanslagnok.
In een tweede uitvoeringsvorm, is elke opspanbeugel gevormd door een U-vormig lichaam omvattende twee vingers waarvan een voorzien is van een huls met inwendige schoefdraad waarin een konisch spanvijs wordt aangebracht.
Om het voorwiel en het achterwiel met elkaar verwisselbaar te maken, wordt de draaiende as van een wiel van een hoekig gat voorzien, waaarin een uitneembare grendelstaaf wordt ingeduwd die de naaf van het rijwiel aan een aaneensluitende aandrijfmekanisme vasthecht.
De kogellagers worden langs de draaiende as opgeschoven en aan de aseinden door middel van moeren tegen beide zijkanten van de naaf vastgespannen.
<Desc/Clms Page number 3>
De uitvinding betreft ook een montagesysteem van een wiel uitgerust met bovengenoemde wielnaaf in de voor-of achtervork van het frame van een rijwiel.
Andere bijzonderheden en details van de uitvinding zullen blijken uit de volgende gedetailleerde beschrijving, onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, die bij wijze van voorbeeld en niet in beperkende zin een uitvoeringsvorm van de uitvinding tonen.
In deze tekeningen zijn : figuur l een gedeeltelijk vooraanzicht van een voorwiel, na montage in een voorvork van een rijwiel, waarbij een deel van het wiel wordt afgerukt ; figuur 2 een geexplodeerd vooraanzicht van de bouwelementen van een wielnaaf en een voorvork van een rijwiel volgens de uitvinding ; figuur 3 een gedeeltelijk zijaanzicht van de
EMI3.1
wielnaaf en de voorvork afgebeeld in figuur 1 figuur 4 een vooraanzicht van de wielnaaf afgebeeld in figuur 3
<Desc/Clms Page number 4>
:figuur 5 een geexplodeerd zieht van de bouwelementen van een aandrijvingsmekanisme van een achterwiel ; figuur 6 een vooraanzicht en een gedeeltelij- ke langsdoorsnede na montage, van het aan- drijfmekanisme dat in figuur 4 is getekend en waarvan een deel afgerukt wordt ; figuur 7 een zijaanzicht van de kettingaan- drijving afgebeeld in figuren 4 en 5.
In deze figuren duiden dezelfde verwijzingstekens gelijk of gelijksoortige elementen aan.
Zoals afgebeeld in figuur 1, omvat het rijwiel volgens de uitvinding, aangeduid in zijn geheel door verwijzingsteken 1, een frame met voorvork om een wiel te ontvangen. Het wiel is uitgerust met een wielnaaf 2 die een cilindervormig naafgat 3 heeft waarin een holle as 4 doorsteekt.
In deze naaf zitten spaken 33. Op de holle as worden kogellagers 5 langs beide zijkanten van de naaf 2 opgeschoven. De kogellagers zijn in een behuizing 14 met centrale opening 6 gemonteerd. De omtrek van het lagerhuis van de kogellagers 5 is van een groef 7 voorzien.
De kogellagers 5 worden tegen de naaf 2 door middel van moeren 8 aan beide zijkanten van de naaf 2 vastgespannen. De moeren 8 zijn aangebracht op schroefdraden 9 die op beide uiteinden van de holle
<Desc/Clms Page number 5>
as 4 zijn uitgetrokken (figuur 2). Beide benen 12 van de vork 11 van het frame van de fiets zijn voorzien van opspanbeugels 13 waarin de behuizing 14 van de kogellagers 5 wordt vastgeklemd.
Elke opspanbeugel 13 is gevormd door een Uvormig lichaam omvattende twee vingers waarvan een voorzien is van een klembare aanslagnok. Een van de vingers van het U-vormig lichaam kan ook voorzien zijn van een huls 27 met inwendige schoefdraad waarin een konische spanvijs 28 wordt aangebracht.
(Figuren 3 en 4)
Het achterwiel wordt uitgebouwd zonder het kamwiel. Het aandrijfmekanisme 15 van het achterwiel is zijdelings aangebracht op de achtervork 16 van het frame. Het aandrijfmekanisme 15 omvat een draaggestel 17 dat op de achtervork 16 van het rijwiel 1 is vastgemaakt door middel van twee vijzen 34 en twee bouten 35. Het gebeurt meestal links. (Figuur 7)
Het draaggestel 17 ondersteunt de kettingaandrijving bestaande uit ten minste een achterkamwiel 18 en een vrijwiel 19. De kettingaandrijving omvat eventueel een versnellingsapparaat 26 met een reeks achterkamwielen 18 die naast elkaar op een bus 20 zijn vastgehecht. Deze bus 20 steunt op twee rondsels 21,22 afgebeeld in figuur 5.
Een eerste rondsel 21 is voorzien van een zeskant gat 23 en bevindt zieh juist tegenover het hoekig gat van de holle as 4 van de wielnaaf wanneer het lagerhuis 14 van elke kogellagers 5 van de wielnaaf 2 in de
<Desc/Clms Page number 6>
opspanbeugels 13 van de achtervork 16 is vastgeklemd. Fen tweede rondsel 22 bevindt zieh in de verlenging van de eerste rondsel 22 in de aslijn van het hoekig gat 23 van de holle as. Het tweede rondsel 22 is aan de ene zijde voorzien van een blind gat 24 en aan de andere zijde van een pin 25 die als draagelement dient voor de bevestiging van een kogellager 32 die als steunpunt dient voor de bevestiging van het versnellingsapparaat 26 aan het frame van de fiets.
Het achterwiel 10 wordt op het aandrijfmekanisme 15 van de fiets vergrendeld door middel van een grendelstaaf 29, eventueel voorzien van een ring 36 aan een uiteinde en van een kogeltje 30 met veer 31 aan het ander uiteinde. (Figuur 6)
De uitvinding betreft ook een montagesysteem van een wiel 10 uitgerust met bovengenoemde wielnaaf 2 op de voor-of achtervork 11,16 van het frame van een rijwiel.
Om het voorwiel in de voorvork van het frame te monteren, wordt het wiel 10 midden in de voorvork geplaatst zodat de behuizing 14 van elke kogellager 5 die aan beide zijden van de naaf 2 is aangebracht, juist in de opspanbeugels 13 passen.
Vervolgens worden beide spanvijzen 28 van beide opspanbeugels 13 tegen de behuizing 14 van de kogellagers 5 vastgespannen.
Het monteren van het achterwiel 10 in de achtervork 16 van de fiets gebeurt op dezelfde wijze als het voorwiel in de voorvork 11.
<Desc/Clms Page number 7>
De aanwezigheid van het aandrijfmekanisme 15 in de achtervork 16 vermoeilijkt de montage van het achterwiel 10 niet.
De montage van het achterwiel 10 in de achtervork 16 van het rijwiel gebeurt als volgt : 1. beide opspanbeugels van de achtervork van de fiets worden ontgrendeld door de spanvijzen 28 onderaan de opspanbeugels 13 los te maken ; 2. het achterwiel 10 voorzien van een wielnaaf 2 volgens de uitvinding en van een holle as 4 geklemd op de naaf 2 van het wiel 10 wordt midden in de achtervork geplaatst zodat de behuizing 14 van elke kogellager 5 juist in de opspanbeugels passen ; 3. de kogellagers 5, die van een groef 7 voorzien zijn, worden in de opspanbeugels door middel van konische spanvijzen vastgeklemd ;
4. het wiel 10 wordt tenslotte op het aandrijfmekanisme 15 van het rijwiel 1 vergrendeld, dat o. a. uit de kettingaandrijving en het versnellingsapparaat 26 bestaat, door de verschuiving van een zeskante grendelstaaf 29 door de naaf 2 tot in het blind gat 24 van de rondsel 22 van het vrijwiel 19.
De demontage van een wiel uit een vork 11 gebeurt in omgekeerde volgorde.
<Desc/Clms Page number 8>
Voor het achterwiel omvat de demontage de volgende stappen : 1. verwijdering van de grendelstaaf 29. De trek- kracht moet voldoende zijn om het kogeltje 30 van de grendelstaaf 29 in het vrijwiel 19 te duwen ; 2. losmaken van de spanwijzen 28 van de opspanbeugels 13 ; 3. wegname van het achterwiel 10 zonder aan de kettingaandrijving te geraken.
Het systeem biedt het voordeel aan dat de ketting steeds op de juiste spanning tussen de kamwielen 18 wordt behouden. Het achterwiel 10 staat hierdoor steeds op de juiste stand.
<Desc / Clms Page number 1>
BICYCLE AND WHEEL MOUNTING SYSTEM
The present invention relates to a bicycle comprising a front and rear fork frame intended to receive a wheel, equipped with a wheel hub having a cylindrical hub hole through which extends a shaft which carries the wheel hub and supports the wheel by means of ball bearings.
It concerns a new mounting system of a wheel in the front fork or rear fork of the frame of a bicycle, in particular a bicycle, a moped or a mountain bike.
The object of the invention is to facilitate the installation and removal of a wheel in a bicycle, in particular of the rear wheel, if a repair is to be carried out on the wheel itself or on a flat tire.
A second object of the invention is to realize the interchangeability of the front wheel and the rear wheel of a bicycle, so that each wheel can be used indifferently as a front wheel and a rear wheel. Front and rear wheels are completely identical.
<Desc / Clms Page number 2>
In order to facilitate access to the wheel, the invention proposes a bicycle of the type described in the first paragraph of this memorandum, characterized in that the legs of the front and rear fork of the frame of the bicycle are each provided with a clamping bracket in which the ball bearings of the wheel are clamped through their housing.
In a first embodiment, each clamping bracket is formed by a U-shaped body comprising two fingers, one of which is provided with a clampable stop cam.
In a second embodiment, each clamping bracket is formed by a U-shaped body comprising two fingers, one of which is provided with a sleeve with internal screw thread in which a conical tension screw is fitted.
To make the front wheel and the rear wheel interchangeable, the rotating axle of a wheel is provided with an angular hole, into which a removable locking bar is pushed, which attaches the hub of the bicycle to a contiguous drive mechanism.
The ball bearings are pushed along the rotating shaft and tightened at both ends of the shaft by nuts against both sides of the hub.
<Desc / Clms Page number 3>
The invention also relates to a wheel mounting system equipped with the above-mentioned wheel hub in the front or rear fork of the frame of a bicycle.
Other details and details of the invention will become apparent from the following detailed description, with reference to the accompanying drawings, which illustrate, by way of example and not limiting, an embodiment of the invention.
In these drawings: figure 1 is a partial front view of a front wheel, after mounting in a front fork of a bicycle, with part of the wheel being torn off; figure 2 shows an exploded front view of the building elements of a wheel hub and a front fork of a bicycle according to the invention; figure 3 is a partial side view of the
EMI3.1
wheel hub and front fork shown in figure 1 figure 4 a front view of the wheel hub shown in figure 3
<Desc / Clms Page number 4>
figure 5 is an exploded view of the construction elements of a rear wheel drive mechanism; figure 6 shows a front view and a partial longitudinal section after assembly of the drive mechanism shown in figure 4 and part of which is pulled off; Figure 7 is a side view of the chain drive shown in Figures 4 and 5.
In these figures, like reference characters indicate like or similar elements.
As shown in Figure 1, the bicycle according to the invention, indicated in its entirety by reference 1, comprises a frame with front fork for receiving a wheel. The wheel is equipped with a wheel hub 2 which has a cylindrical hub hole 3 in which a hollow shaft 4 protrudes.
In this hub there are spokes 33. Ball bearings 5 are pushed on the hollow shaft along both sides of the hub 2. The ball bearings are mounted in a housing 14 with central opening 6. The circumference of the bearing housing of the ball bearings 5 is provided with a groove 7.
The ball bearings 5 are clamped against the hub 2 by means of nuts 8 on both sides of the hub 2. The nuts 8 are mounted on threads 9 on both ends of the hollow
<Desc / Clms Page number 5>
shaft 4 are pulled out (figure 2). Both legs 12 of the fork 11 of the frame of the bicycle are provided with clamping brackets 13 in which the housing 14 of the ball bearings 5 is clamped.
Each clamping bracket 13 is formed by a U-shaped body comprising two fingers, one of which is provided with a clampable stop cam. One of the fingers of the U-shaped body can also be provided with a sleeve 27 with internal screw thread in which a conical tension screw 28 is fitted.
(Figures 3 and 4)
The rear wheel is removed without the cam wheel. The rear wheel drive mechanism 15 is laterally mounted on the rear fork 16 of the frame. The drive mechanism 15 comprises a support frame 17 which is fastened to the rear fork 16 of the bicycle 1 by means of two screws 34 and two bolts 35. It usually happens on the left. (Figure 7)
The carrier frame 17 supports the chain drive consisting of at least one rear comb wheel 18 and a free wheel 19. The chain drive optionally comprises an accelerator 26 with a series of rear comb wheels 18 attached to a bush 20 side by side. This bush 20 rests on two pinions 21,22 shown in figure 5.
A first pinion 21 is provided with a hexagonal hole 23 and is located just opposite the angular hole of the hollow shaft 4 of the wheel hub when the bearing housing 14 of each ball bearings 5 of the wheel hub 2 is in the
<Desc / Clms Page number 6>
clamping brackets 13 of the rear fork 16 is clamped. The second pinion 22 is located in the extension of the first pinion 22 in the axis of the angular hole 23 of the hollow shaft. The second pinion 22 is provided on one side with a blind hole 24 and on the other side with a pin 25 which serves as a support element for the attachment of a ball bearing 32 which serves as a support point for the attachment of the gear unit 26 to the frame of the bicycle.
The rear wheel 10 is locked to the drive mechanism 15 of the bicycle by means of a locking bar 29, optionally provided with a ring 36 at one end and a ball 30 with spring 31 at the other end. (Figure 6)
The invention also relates to a mounting system of a wheel 10 equipped with the above-mentioned wheel hub 2 on the front or rear fork 11,16 of the frame of a bicycle.
To mount the front wheel in the front fork of the frame, the wheel 10 is placed in the center of the front fork so that the housing 14 of each ball bearing 5 mounted on both sides of the hub 2 just fits into the clamping brackets 13.
Then both clamping screws 28 of both clamping brackets 13 are clamped against the housing 14 of the ball bearings 5.
The mounting of the rear wheel 10 in the rear fork 16 of the bicycle is done in the same way as the front wheel in the front fork 11.
<Desc / Clms Page number 7>
The presence of the drive mechanism 15 in the rear fork 16 does not complicate the mounting of the rear wheel 10.
The rear wheel 10 is mounted in the rear fork 16 of the bicycle as follows: 1. Both clamping brackets of the rear fork of the bicycle are unlocked by loosening the clamping screws 28 at the bottom of the clamping brackets 13; 2. the rear wheel 10 provided with a wheel hub 2 according to the invention and with a hollow shaft 4 clamped on the hub 2 of the wheel 10 is placed in the middle of the rear fork so that the housing 14 of each ball bearing 5 fits correctly in the clamping brackets; 3. the ball bearings 5, which are provided with a groove 7, are clamped in the clamping brackets by means of conical clamping screws;
4. the wheel 10 is finally locked to the drive mechanism 15 of the bicycle 1, which consists, inter alia, of the chain drive and the gear 26, by shifting a hexagonal locking bar 29 through the hub 2 into the blind hole 24 of the pinion 22. of the freewheel 19.
The disassembly of a wheel from a fork 11 is done in reverse order.
<Desc / Clms Page number 8>
For the rear wheel, disassembly involves the following steps: 1. removal of the locking bar 29. The pulling force must be sufficient to push the ball 30 of the locking bar 29 into the free wheel 19; 2. loosening the clamping methods 28 of the clamping brackets 13; 3. removing the rear wheel 10 without reaching the chain drive.
The system offers the advantage that the chain is always maintained at the correct tension between the cam wheels 18. The rear wheel 10 is therefore always in the correct position.