<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Kaderaandrijfsysteem voor weefmachines.
-------------------------------------- De huidige uitvinding betreft een kaderaandrijfsysteem voor weefmachines.
Het is bekend een heen en weer gaande beweging aan weefkaders op te leggen door middel van een kaderaandrijfsysteem dat aandrijfmiddelen bevat die gebruik maken van een excenter.
Deze excenter kan kontinue in verbinding staan met een aangedreven as of kan volgens een bepaald patroon gekoppeld worden met een dergelijke as. In dit laatste geval spreekt men van een rotatieve dobby. De aandrijfmiddelen drijven hierbij koersregelmiddelen aan die op hun beurt in verbinding staan met de weefkaders. Dergelijk kaderaandrijfsysteem vertoont op zich een beperkte asymmetrie van het bewegingsverloop van de weefkaders of de beweging die het kaderaandrijfsysteem oplegt aan de weefkaders is niet volledig symmetrisch. Door de beperkte asymmetrie van dergelijke kaderaandrijfsystemen zijn ze minder geschikt voor het weven van bepaalde weefsels.
Het doel van de uitvinding is een kaderaandrijfsysteem dat toelaat een willekeurige asymmetrie in te stellen.
Tot dit doel betreft de uitvinding een kaderaandrijfsysteem voor weefmachines, dat aandrijfmiddelen voorzien van een excenter bevat en dat koersregelmiddelen bevat die met een weefkader verbonden worden, daardoor gekenmerkt dat ter hoogte van de aandrijfmiddelen symmetrieregelmiddelen zijn
<Desc/Clms Page number 2>
voorzien die toelaten de asymmetrie van het bewegingsverloop van het weefkader te regelen.
De uitvinding biedt als voordeel dat de asymmetrie van het bewegingsverloop van een weefkader onafhankelijk van de aandrijfmiddelen en de koersregelmiddelen kan ingesteld worden.
Teneinde de kenmerken volgens de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van een tekening met een uitvoeringsvoorbeeld, waarin : figuur 1 schematisch een kaderaandrijfsysteem volgens de uitvinding weergeeft ; figuren 2 en 3 voorbeelden weergeven van een bewegingsverloop van twee weefkaders die een tegengestelde beweging uitvoeren ; figuur 4 een variante uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1 weergeeft.
In figuur 1 is schematisch een kaderaandrijfsysteem 1 volgens de uitvinding weergegeven dat bestaat uit aandrijfmiddelen 2 die gevormd worden door een as 3, een excenter 4 die vast bevestigd is op de as 3 en een arm 5 die bewogen wordt door het excenter 4, koersregelmiddelen 6 die bestaan uit een eerste schommelhefboom 7 die bewogen wordt door de aandrijfmiddelen 2, een tweede schommelhefboom 8 die in verbinding staat met een weefkader 9, en een verbindingsstang 10 die de schommelhefbomen 7 en 8 verbindt. Teneinde de koers van het weefkader 9 te wijzigen kan de verbindingsstang 10 met een
<Desc/Clms Page number 3>
bevestigingsstuk 11 op verschillende plaatsen met de tweede schommelhefboom 8 verbonden worden, bijvoorbeeld met behulp van klemmiddelen of bouten 12.
De tweede schommelhefboom 8 is met koppelelementen 13 verbonden met het weefkader 9, die bijvoorbeeld bestaan uit een schommelstuk 14 dat via een stang 15 gekoppeld is met de tweede schommelhefboom 8, via een stang 16 met het weefkader 9 en via een stang 17 met een volgend schommelstuk dat met het weefkader 9 is verbonden. De schommelhefbomen 7 en 8 en het schommelstuk 14 schommelen respectievelijk om een vast opgestelde as 18,19 en 20.
De as 3 staat in verbinding met de hoofdas van de weefmachine, en kan een heen en weer beweging of een kontinue draaibeweging uitvoeren. De omtrek van het excenter 4 wordt gelagerd in de arm 5. De as 3 kan ofwel vast bevestigd worden aan het excenter 4 of kan via koppelmiddelen met de excenter 4 verbonden worden. In dit laatste geval spreekt men van een rotatieve dobby.
Het kaderaandrijfsysteem 1 volgens de uitvinding kenmerkt zieh door de aanwezigheid van symmetrieregelmiddelen 21 die ter hoogte van de aandrijfmiddelen 2 zijn voorzien en die toelaten de asymmetrie van het bewegingsverloop van het weefkader 9 te regelen. De symmetrieregelmiddelen 21 bevatten in de weergegeven uitvoeringsvorm een schommelelement 22 dat schommelt om een vast opgestelde as 23 en dat via een bevestigingsstuk 24, met bijvoorbeeld klemmiddelen of bouten 25, op verschillende plaatsen aan de arm 5 kan bevestigd worden. In de weergegeven uitvoeringsvorm bevatten de symmetrieregelmiddelen 21 tevens een verbindingselement 26
<Desc/Clms Page number 4>
dat de arm 5 met de eerste schommelhefboom 7 verbindt.
Het verbindingselement 26 kan bestaan uit twee van een gleuf voorziene stangen 27 en 28 die met schroefmiddelen 29 aan elkaar bevestigd worden zodanig dat het verbindingselement 26 een regelbare lengte heeft.
Het is duidelijk dat voor het aandrijven van twee weefkaders 9 die een tegengestelde beweging uitoefenen twee kaderaandrijfsystemen 1 volgens de uitvinding worden voorzien waarbij beide excenters onderling 180 graden verdraaid opgesteld staan.
De werking van de inrichting volgens de uitvinding wordt verduidelijkt aan de hand van in figuren 2 en 3 weergegeven voorbeelden van het bewegingsverloop P in functie van de tijd t voor twee weefkaders die een tegengestelde beweging uitvoeren. Wanneer bij het kaderaandrijfsysteem 1 dat hoort bij het weefkader 9 het bevestigingsstuk 24 in positie A gekoppeld is met de arm 5, zoals weergegeven in figuur 1, en de as 3 aangedreven wordt, wordt een beweging opgelegd aan de arm 5 die via het verbindingselement 26, de eerste hefboom 7, de verbindingsstang 10, de tweede hefboom 8 en de koppelementen 13 een beweging opgelegd aan het weefkader 9 met een bewegingsverloop zoals weergegeven met curve 30 in figuur 2.
Het bewegingsverloop van een tweede weefkader die een tegengestelde beweging uitvoert als de beweging van het weefkader 9 wordt in figuur 2 met curve 31 weergegeven.
Door het verplaatsen van het bevestigingsstuk 24 naar een positie B en het in positie B koppelen van dit bevestiging-
<Desc/Clms Page number 5>
stuk 24 met de arm 5 wordt een bewegingsverloop van het weefkader 9 bekomen zoals weergegeven met curve 32 in figuur 3. Het bewegingsverloop van het weefkader dat een tegengesteld beweging uitvoert als het weefkader 9 is met curve 33 weergegeven in figuur 2. Door de voornoemde verplaatsing van het bevestigingsstuk 24 wordt de asymmetrie in het bewegingsverloop verkleint of is de asymmetrie groter wanneer het bevestigingsstuk 24 dicht bij het excenter 4 opgesteld is.
Het is duidelijk dat door het bevestigingsstuk 24 te koppelen in een positie tussen positie A en B dat de asymmetrie in het bewegingsverloop gelegen is tussen de asymmetrie bij koppeling in positie A en bij koppeling in positie B.
Wanneer men in de weergegeven uitvoeringsvorm, waarbij een bevestigingsstuk 24 dat gekoppeld is met de arm 5 wordt voorzien, het koppelelement 26 verlengt door bijvoorbeeld beide stangen 27 en 28 verder uit elkaar te bevestigen wordt een bewegingsverloop aan het weefkader 9 opgelegd zoals weergegeven in figuur 3 met curve 34. Het bewegingsverloop van het weefkader dat een tegengesteld beweging uitvoert als het weefkader 9 is met curve 35 weergegeven in figuur 3. In figuur 3 is tevens het bewegingsverloop zoals weergegeven met curve 30 en 31 in figuur 2 weergegeven. Door het verlengen van het koppelelement 26 wordt de asymmetrie in het bewegingsverloop verkleint of is de asymmetrie groter wanneer de lengte van het koppelelement 26 kleiner wordt.
<Desc/Clms Page number 6>
In figuur 4 is een variante uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de koersregelmiddelen 6 bestaan uit een eerste schommelelement 36 en een koppelstang 15 die met een bevestigingsstuk 11 door klemmiddelen of bouten 12 op verschillende plaatsen aan het schommelement 36 kan bevestigd worden. De werking van de inrichting van figuur 4 is analoog aan de werking van de inrichting van figuur 1.
Volgens een variante op de uitvoeringsvorm van figuur 1 en 4 kan het schommelelement 22 eveneens schommelen om een as 37 die aan de kant van de arm 5 gelegen is die tegengesteld is aan de kant waar respektievelijk de as 18 of 19 is gelegen.
Het is duidelijk dat de bewegingswet van het kaderaandrijfsysteem nog kan gekozen worden door een onregelmatige beweging aan de as 3 op te leggen.
Het kaderaandrijfsysteem volgens de uitvinding beperkt zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuur weergegeven uitvoeringsvorm en kan binnen het kader van de uitvinding in verschillende andere vormen en afmetingen worden verwezenlijkt.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
Frame drive system for weaving machines.
The present invention relates to a frame drive system for weaving machines.
It is known to impose a reciprocating movement on weaving frames by means of a framing drive system containing drive means using an eccentric.
This eccentric can be continuously connected to a driven shaft or can be coupled to such a shaft according to a specific pattern. In the latter case we speak of a rotational dobby. The drive means hereby drive course control means which in turn are in communication with the weaving frames. Such a frame drive system per se has a limited asymmetry of the course of movement of the weaving frames or the movement which the frame drive system imposes on the weaving frames is not completely symmetrical. Due to the limited asymmetry of such frame drive systems, they are less suitable for weaving certain fabrics.
The object of the invention is a frame drive system which allows to set an arbitrary asymmetry.
For this purpose the invention relates to a frame drive system for weaving machines, which contains drive means provided with an eccentric and which includes course control means which are connected to a weaving frame, characterized in that symmetry control means are situated at the height of the drive means
<Desc / Clms Page number 2>
which allow to control the asymmetry of the course of movement of the weaving frame.
The invention offers the advantage that the asymmetry of the course of movement of a weaving frame can be adjusted independently of the drive means and the course control means.
In order to present the features according to the invention more clearly, the invention is explained in more detail below with reference to a drawing with an exemplary embodiment, in which: figure 1 schematically represents a frame drive system according to the invention; figures 2 and 3 show examples of a movement sequence of two weaving frames which perform an opposite movement; figure 4 represents a variant embodiment of the device according to figure 1.
Figure 1 schematically shows a frame drive system 1 according to the invention, which consists of drive means 2 which are formed by a shaft 3, an eccentric 4 fixedly mounted on the shaft 3 and an arm 5 moved by the eccentric 4, course control means 6 consisting of a first rocking lever 7 moved by the drive means 2, a second rocking lever 8 communicating with a weaving frame 9, and a connecting rod 10 connecting the rocking levers 7 and 8. In order to change the course of the weaving frame 9, the connecting rod 10 can be adjusted with a
<Desc / Clms Page number 3>
fastening piece 11 can be connected to the second rocking lever 8 in various places, for instance by means of clamping means or bolts 12.
The second rocking lever 8 is connected to the weaving frame 9 with coupling elements 13, which for example consist of a rocking piece 14 which is coupled via a rod 15 to the second rocking lever 8, via a rod 16 to the weaving frame 9 and via a rod 17 to a subsequent rocking piece connected to the weaving frame 9. The rocking levers 7 and 8 and the rocking piece 14 oscillate about a fixed axis 18,19 and 20 respectively.
The shaft 3 communicates with the main axis of the weaving machine, and can perform a reciprocating or continuous rotary movement. The periphery of the eccentric 4 is mounted in the arm 5. The shaft 3 can either be fixedly attached to the eccentric 4 or can be connected to the eccentric 4 via coupling means. In the latter case we speak of a rotational dobby.
The frame drive system 1 according to the invention is characterized by the presence of symmetry control means 21 which are provided at the height of the drive means 2 and which allow the asymmetry of the course of movement of the weaving frame 9 to be controlled. In the embodiment shown, the symmetry control means 21 comprise a rocking element 22 which oscillates about a fixed axis 23 and which can be attached to the arm 5 at various locations via a fixing piece 24, for instance with clamping means or bolts 25. In the illustrated embodiment, the symmetry control means 21 also comprise a connecting element 26
<Desc / Clms Page number 4>
that the arm 5 connects to the first rocking lever 7.
The connecting element 26 may consist of two slotted bars 27 and 28 which are fastened together with screw means 29 such that the connecting element 26 has an adjustable length.
It is clear that two frame drive systems 1 according to the invention are provided for driving two weaving frames 9 which exert an opposite movement, wherein the two eccentrics are mutually rotated 180 degrees.
The operation of the device according to the invention is elucidated on the basis of examples of the course of movement P shown in Figures 2 and 3 as a function of the time t for two weaving frames which perform an opposite movement. When in the frame drive system 1 associated with the weaving frame 9, the fastening piece 24 in position A is coupled to the arm 5, as shown in figure 1, and the shaft 3 is driven, a movement is imposed on the arm 5 which, via the connecting element 26 , the first lever 7, the connecting rod 10, the second lever 8 and the coupling elements 13 have a movement imposed on the weaving frame 9 with a course of movement as shown with curve 30 in figure 2.
The course of movement of a second weaving frame which performs an opposite movement as the movement of the weaving frame 9 is shown in Figure 2 with curve 31.
By moving the attachment piece 24 to a position B and coupling this attachment in position B
<Desc / Clms Page number 5>
piece 24 with the arm 5, a course of movement of the weaving frame 9 is obtained as shown with curve 32 in figure 3. The course of movement of the weaving frame which performs an opposite movement as the weaving frame 9 is shown with curve 33 in figure 2. Due to the aforementioned displacement of the mounting piece 24, the asymmetry in the course of movement is reduced or the asymmetry is greater when the mounting piece 24 is arranged close to the eccentric 4.
It is clear that by coupling the fixing piece 24 in a position between positions A and B, the asymmetry in the course of movement lies between the asymmetry when coupling in position A and when coupling in position B.
In the embodiment shown, in which a fastening piece 24 which is coupled to the arm 5 is provided, the coupling element 26 is extended by, for example, securing the two rods 27 and 28 further apart, a movement course is imposed on the weaving frame 9 as shown in figure 3 with curve 34. The course of movement of the weaving frame which performs an opposite movement as the weaving frame 9 is shown with curve 35 in figure 3. Figure 3 also shows the course of movement as shown with curves 30 and 31 in figure 2. By extending the coupling element 26, the asymmetry in the course of the movement is reduced or the asymmetry is greater when the length of the coupling element 26 becomes smaller.
<Desc / Clms Page number 6>
Figure 4 shows a variant embodiment in which the course control means 6 consist of a first rocking element 36 and a coupling rod 15 which can be fastened to the rocking element 36 by means of a fixing piece 11 by clamping means or bolts 12. The operation of the device of figure 4 is analogous to the operation of the device of figure 1.
According to a variant of the embodiment of figures 1 and 4, the rocking element 22 can also swing about an axis 37 which is located on the side of the arm 5 which is opposite to the side where the axis 18 or 19 is located, respectively.
It is clear that the law of motion of the frame drive system can still be chosen by imposing an irregular movement on the shaft 3.
The frame drive system according to the invention is of course not limited to the exemplary embodiment described in the figure and can be realized within the scope of the invention in various other shapes and sizes.