BE1005992A4 - Water permeable membrane for surface radiation burner - Google Patents

Water permeable membrane for surface radiation burner Download PDF

Info

Publication number
BE1005992A4
BE1005992A4 BE9200541A BE9200541A BE1005992A4 BE 1005992 A4 BE1005992 A4 BE 1005992A4 BE 9200541 A BE9200541 A BE 9200541A BE 9200541 A BE9200541 A BE 9200541A BE 1005992 A4 BE1005992 A4 BE 1005992A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sheet
membrane according
gas
membrane
fleece
Prior art date
Application number
BE9200541A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Lieven Anaf
Ronny Losfeld
Philip Vansteenkiste
Original Assignee
Bekaert Sa Nv
Acotech Sa Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bekaert Sa Nv, Acotech Sa Nv filed Critical Bekaert Sa Nv
Priority to BE9200541A priority Critical patent/BE1005992A4/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1005992A4 publication Critical patent/BE1005992A4/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23DBURNERS
    • F23D14/00Burners for combustion of a gas, e.g. of a gas stored under pressure as a liquid
    • F23D14/12Radiant burners
    • F23D14/16Radiant burners using permeable blocks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23DBURNERS
    • F23D2203/00Gaseous fuel burners
    • F23D2203/10Flame diffusing means
    • F23D2203/105Porous plates
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23DBURNERS
    • F23D2203/00Gaseous fuel burners
    • F23D2203/10Flame diffusing means
    • F23D2203/106Assemblies of different layers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23DBURNERS
    • F23D2212/00Burner material specifications
    • F23D2212/20Burner material specifications metallic
    • F23D2212/201Fibres

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Gas Burners (AREA)

Abstract

The invention relates to a gas permeable membrane for surface radiationburners comprising a sintered membrane (1) on the gas exhaust side, the saidmembrane is made of inorganic fibres which are impervious to hightemperatures, one side of the said membrane (2) is in contact with a suppleskin (2) with an equivalent gas permeability across its surface and wherebythe pressure drop across the skin (2) is larger than the pressure dropacross the membrane (1) during the conveyance of a gas flow through themembrane.<IMAGE>

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  POREUS MEMBRAAN VOOR OPPERVLAKTE STRALINGSBRANDER De vinding betreft een poreus membraan voor een oppervlakte stralingsbrander. Het membraan omvat een gesinterd vlies uit metaalvezels die bestand zijn tegen hoge temperaturen. 



  Dergelijke membranen zijn bekend uit de US-octrooien   4. 810. 587, 4. 597. 734   en 5. 088. 919. In het bijzonder is uit US 4810587 een laminaat bekend uit diverse vezellagen die aan elkaar gesinterd zijn. De vezelsamenstelling aan de ene zijde verschilt van deze aan de andere zijde. Tussen deze beide buitenlagen bevindt zich dan een mengvezelvlies dat vezels omvat zoals deze aanwezig in elke buitenlaag. 



  Hierdoor wordt een innige sinterverbinding mogelijk tussen de twee buitenlagen. 



  Deze opbouw heeft als nadeel dat ze voor bepaalde   toepassingen   nogal stijf is. Overigens is het moeilijk gebleken een voldoende gelijkmatige gaspermeabiliteit te realiseren over het gehele oppervlak van het aldus gelaagde en gesinterde membraan. 



  Volgens de vinding is men er nu in geslaagd deze nadelen op te heffen door een gesinterd vlies uit anorganische vezels, die bestand zijn tegen hoge temperaturen, te kombineren met een relatief soepel vel met gelijkmatige gasdoorlaatbaarheid over haar oppervlak. Het gesinterd vlies bevindt zich aan de branderzijde (gasuitlaatzijde) en staat aan de gastoevoerzijde in kontakt met het soepel vel. Tijdens gebruik,   d. i.   bij het doorsturen van een gasstroom zal de drukval over het soepel vel bij voorkeur groter zijn dan deze over het gesinterd vlies. 



  De anorganische vezels van het gesinterde vlies zijn bij voorkeur metaalvezels die Cr en Al bevatten en meer bepaald zoals beschreven in   US-octrooien   4597734 en 5088919. De hier toegepaste vezels zijn de op zich bekende Fe-Cr-Al-Y houdende vezels met 15 - 22 % gew. Cr, 4 tot 5. 2 % gew. Al, 0. 05 tot 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 0. 4 % Y, 0. 2 tot 0. 4 gew Si en ten hoogste 0. 03 % C. Ze hebben in het algemeen een diameter tussen 8 en 35   m.   De vezels kunnen verkregen worden door een techniek van gebundeld trekken zoals bijv. bekend uit US-octrooi 3379000 en vermeld in US-octrooi 4094673. Ze worden verwerkt tot een niet geweven vezelvlies volgens een methode beschreven in, of analoog aan deze bekend uit de   US-octrooien   3469297 of 3127668.

   Deze vliezen worden achteraf verdicht door persen en verstevigd door sinteren tot een poreuze plaat met een dikte tussen 0, 9 mm en 2, 5 mm en een porositeit tussen 70 % en 90 % ; bij voorkeur tussen 78 % en 87 %. 



  Tegen dit gesinterd vlies ligt een soepel poreus (gasdoorlatend) vel aan, bijv. een niet geweven vlies uit temperatuurbestendige (bijv. keramische) vezels met porositeit tussen 70 % en 95 % (bij voorkeur tussen 80   %   en 91 %) en een dikte tussen 1, 5 mm en 4 mm. Zijn gelijkmatige gasdoorlaatbaarheid kan bereikt worden door de inhomogeniteit (zoals gedefinieerd in het voorbeeld hierna) bij voorkeur niet hoger te laten uitstijgen dan 5 %. 



  Het gasdoorlatend vel zal bij voorkeur een relatief geringe warmtegeleidbaarheid bezitten ; d. w. z. een geleidbaarheid die gevoelig lager is dan deze van de vezels in het gesinterde vlies. Zoals verder zal blijken is dit kenmerk belangrijk gebleken om continu een afdoende koeling te verzekeren tijdens het branden en ten behoeve van een verhoogd stralingsrendement. 



  Een en ander zal thans toegelicht worden aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden en bijgaande tekening. Bijkomende Figuur 1 toont in doorsnede een gasverbrandingsinrichting volgens de vinding. 



  De gasverbrandingsinrichting omvat een huis 3 met toevoermiddelen 4 voor het te verbranden gasmengsel. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Stroomafwaarts van inlaat 4 naar het stralingsoppervlak 5 toe zijn opeenvolgend in het huis een aantal elementen gemonteerd : een verdeelorgaan 6 voor het toegevoerde gasmengsel en dwarse aandrukmiddelen 7, bijv. onder de vorm van een elastisch kussenvormend en gasdoorlatend lichaam 7. 



  Dit lichaam 7 drukt aan tegen de gastoevoerzijde van het oppervlaktestralingsmembraan dat aldaar een soepel gasdoorlatend vel 2 omvat. Dit vel 2 staat dus in innig kontakt met het gesinterd vezelvlies   l     onder invloed   van de elastische druk van het lichaam 7. 



  Het gesinterd vlies 1 vormt het eigenlijke stralingsmembraan. 



  Teneinde de aandrukkracht op het gewenste niveau te houden kan men een eventueel regelbare aandrukbelasting toepassen met behulp van bv. veren 8 die geschikt aanliggen tegen het huis 3 en tegen de gastoevoerzijde van het verdeelorgaan 6. 



  Het verdeelorgaan 6 kan een geperforeerde plaat zijn of een stevig gaas. Als kussenvormend lichaam 7 kunnen bv. een of meer staalwolproppen toegepast worden. Tegelijk met hun aandrukfunctie kunnen ze eventueel ook bijdragen tot het homogeen vermengen van de lucht met de gasvormige brandstof (bv. aardgas). 



  Het permanent gelijkmatig aandrukken van het soepel vel en het hierdoor verkregen innig kontakt tussen vlies 1 en vel 2 waarborgt een afkoeling van het vlies 1 (tijdens het branden) door het koudere vel 2 en het daardoorheen aanstromende koude gasmengsel. Hoe lager de temperatuur in het gesinterde stralingsmembraan, hoe minder de vezels degraderen door oxydatie. Maatregelen voor een zo goed mogelijke afkoeling verhogen dus de levensduur van het membraan 1. 



  De toepassing van een behoorlijk warmteisolerend vel 2 in innig kontakt met vlies 1 laat dus toe het evenwicht tussen continue warmteafvoer door vel 2 en continue 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 warmteontwikkeling aan het brandoppervlak bij het branden (in bedrijf) te verschruiven naar een hoger temperatuursniveau (dus ook een hoger vermogen). 



  Bij het toepassen van gesinterde metaalvezelmatten als steunlaag stroomopwaarts van het brandermembraan 1 is dit minder goed realiseerbaar daar de   metaal veze 1 matten   door warmtegeleiding zelf relatief snel opwarmen en de temperatuur van het geheel van steunlaag met membraan te snel (en te hoog) kan oplopen met het hieraan verbonden gevaar voor vlamterugslag. M. a. w. met metaalvezelmatten als steunlaag zal het evenwicht warmtetoevoer/warmteafvoer zieh enkel bij een lagere temperatuur kunnen instellen hetgeen in feite neerkomt op een lager toelaatbaar brandvermogen. Dit evenwichtseffekt bij een bepaalde temperatuur is vooral kritisch bij de toepassing van de stralingsbranders voor de opwarming van compacte gesloten ruimten zoals ovens waar de temperatuur al vlug kan oplopen tot boven 1000  C. 



  Er werd overigens via thermografische analyses vastgesteld dat een hogere (stabiele) temperatuur aan het branderoppervlak van het   membraanvlies   1 resulteert in een hoger stralingsrendement. Het stralingsrendement (%) is gedefinieerd als de verhouding van het gegenereerde stralingsvermogen tot het totale kalorisch vermogen van het toegevoerde gasmengsel. 



  Door het gelijkmatig aandrukken van het soepel vel vermijdt men ook dat zich een gaslaag vormt tussen vlies 1 en vel 2. 



  Deze gasmengsellaag zou onder bepaalde omstandigheden kunnen ontbranden   (vl amterugs 1 ag),   in het bijzonder bij bepaalde toepassingen of brandregimes zoals in ovens waar de temperaturen tot boven 1000  C kunnen oplopen. 



  De lagenopbouw (1, 2,7, 6) volgens de vinding laat toe een zeer gelijkmatige gasuitstroming te realiseren. zelfs al is 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 de inhomogeniteit over het oppervlak van het gesinterd vlies 1 aanzienlijk. Dit betekent dat een kombinatie van een aantal lagen met elk weinig homogene   (d. i.   inhomogene) gaspermeabiliteit de gelijkmatigheid van de gasdoorstroming niet sterk bevordert. Zolang er immers in de lagencombinatie niet tenminste   een   laag aanwezig is met een behoorlijk gelijkmatige gasdoorlaatbaarheid over haar oppervlak zal ook het gelijkmatige branden (als stralingsbrander) niet 
 EMI5.1 
 verzekerd zijn en zullen al vrij vroeg (d. lage optreden op de meest poreuze plaatsen.

   Blauwe vlam verbranding resulteert dan vaak in hogere    NOx-emissies   (die om ecologische redenen vermeden moeten worden) terwijl de infraroodstraling over het oppervlak ongelijkmatig wordt. Deze blauwe-vlam propagatie kan overigens additioneel nog beperkt worden door het aanbrengen van een geschikt groevenraster in het branderoppervlak zoals beschreven in US-octrooi 5088919. 



  Voorbeeld In een gasverbrandingsinrichting zoals geschetst in Figuur 1 werd een gasdoorlatend membraan gemonteerd met volgende 
 EMI5.2 
 karakteristieken. 



  Het gesinterde vezelvlies 1 had een porositeit van 85 % en een dikte van 1 mm. De vezeldiameter bedroeg ongeveer 22 im. De inhomogeniteit bedroeg 30 % en werd als volgt bepaald. Op diverse begrensde cirkelvormige secties np in het plaatoppervlak, met elk een oppervlakte van 10 cm2 werd een koud gasdebiet van 3000   m3/h/m2   doorheen het vlies 1 gestuurd en de drukval AP gemeten. De inhomogeniteit   (in %)   
 EMI5.3 
 beantwoordt dan aan (AP-APmin) x 100 waarin de maximaal genoteerde voorstelt (bijv. op plaats ni) en Apmin genoteerde drukval (bijv. op plaats ). 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 apaxDe gemiddelde drukval AP over het vlies 1 bedroeg 100 Pa bij een debiet van 3000   m/h/rn.   



  De inhomogeniteit van diverse soepele vellen 2 werd op dezelfde manier gemeten en is vermeld in bijgaande tabel. 



  Vel A was een gasdoorlatend keramisch papier (type Kerlane 45) met een dikte van 2 mm (porositeit van 90, 8 %) en zeer fijne poriën. Vel B was een keramisch weefsel (type INSULCON), vel C een glasweefsel en vel D een ander type keramisch vezelvlies (Safil). De vermogens (BVG 5 %) waarbij blauwe vlam vlekjes verschenen over 5 % van het brandoppervlak, lagen telkens rond 500 KW/m2 voor een combinatie van vlies 1 met een vel B, C of D. De verbranding werd doorgevoerd met een mengsel aardgas/lucht en met een luchtoverschot van 10 %. De gemiddelde drukval (AP) over vel 2 werd eveneens koud bepaald bij het gasdebiet van 3000   m3jhjm2   ; de waarden zijn opgenomen in tabel 2.

   Bij het inzetten van het hierboven omschreven gesinterd vlies l (dikte 1 mm) zonder   toevoeging   van een soepel vel traden de eerste blauwe vlam vlekjes (BVG 5 %) eveneens op bij 500   KW/nT\   De toevoeging van inhomogene vellen B, C of D draagt dus niet bij tot verhoging van het warmtestralingsvermogen. 
 EMI6.1 
 
<tb> 
<tb> veltype <SEP> A <SEP> B <SEP> C <SEP> D
<tb> inhomogeniteit <SEP> (%) <SEP> 3 <SEP> 15 <SEP> 22 <SEP> 30
<tb> gemidd. <SEP> AP <SEP> (Pa) <SEP> over <SEP> vel <SEP> 2 <SEP> 1000 <SEP> 1500 <SEP> 3700 <SEP> 625
<tb> BVG <SEP> 5 <SEP> % <SEP> bij <SEP> (KW/m2)-500 <SEP> 500 <SEP> 500
<tb> 
 Bij de combinatie van vlies 1 met soepel vel A bleef evenwel het membraan als rode oppervlaktestralingsbrander werken tot 
 EMI6.2 
 2 ongeveer 600 KWjm2.

   Bij hogere vermogens ging dit rode stralingsregime gelijkmatig over het hele oppervlak over in een blauwe straler. Tot op heden was het niet mogelijk met dergelijke dunne poreuze   membraanplaten (l)   een homogene 
 EMI6.3 
 2 stralingsverbranding te bereiken tot tenminste 600 KW/m. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Bij zowat 700 KW/m2 was de overgang naar een blauwe vlamverbranding volledig. In tegenstelling tot de combinaties van vlies 1 met vel B, C en D traden dus geen plaatselijke blauwe vlam vlekjes op in de combinatie van vlies 1 met vel A. Dit wijst dus op het voordelig effekt dat verkregen wordt door combinatie met een homogeen veltype A. 



  In de combinatie van vlies l met veltype A volgens het voorbeeld is bovendien de gemiddelde drukval AP over vel 2 
 EMI7.1 
 ongeveer tien maal groter dan over vlies 1 : 1000 Pa/100 Pa. 



  Wanneer een minder een dikker (bv. 2, mm ; 2 of 1, mm dik) gecombineerd wordt met een homogeen veltype A zal de drukval over vel 2 hetzij tenminste twee maal, of acht maal de drukval over vlies kunnen bedragen. 



  Het uitvindingsconcept biedt dus ook het economisch voordeel dat nu gevoelig dunnere metaalvezelmatten kunnen ingezet worden. De combinatie met een keramische papierlaag verhoogt nauwelijks de vervaardigingskost daar deze laag aanzienlijk goedkoper is dan een gesinterde metaalvezellaag met dezelfde dikte.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  POROUS MEMBRANE FOR SURFACE RADIANT BURNER The invention concerns a porous membrane for a surface radiant burner. The membrane comprises a sintered fleece of metal fibers that can withstand high temperatures.



  Such membranes are known from US patents 4,810,587, 4,597,734 and 5,088,919. In particular, US 4810587 discloses a laminate of various fiber layers which are sintered together. The fiber composition on one side differs from that on the other. Between these two outer layers there is then a mixed fiber fleece which comprises fibers such as are present in each outer layer.



  This enables an intimate sintering connection between the two outer layers.



  The disadvantage of this construction is that it is rather rigid for certain applications. Incidentally, it has proved difficult to realize a sufficiently uniform gas permeability over the entire surface of the thus layered and sintered membrane.



  The invention has now succeeded in overcoming these drawbacks by combining a sintered inorganic fiber fleece which is resistant to high temperatures with a relatively flexible sheet with uniform gas permeability across its surface. The sintered fleece is located on the burner side (gas outlet side) and is in contact with the flexible sheet on the gas supply side. During use, d. i. when passing a gas stream, the pressure drop across the flexible sheet will preferably be greater than that across the sintered web.



  The inorganic fibers of the sintered fleece are preferably metal fibers containing Cr and Al and more particularly as described in US patents 4597734 and 5088919. The fibers used here are known per se fibers of Fe-Cr-Al-Y containing 15- 22% wt. Cr, 4 to 5.2% wt. Al. 0.05 to

 <Desc / Clms Page number 2>

 0. 4% Y, 0.2 to 0.4 wt Si and at most 0.03% C. They generally have a diameter between 8 and 35 m. The fibers can be obtained by a technique of bundled drawing such as eg known from US patent 3379000 and disclosed in US patent 4094673. They are processed into a non-woven fiber web according to a method described in, or analogous to, known from US patents 3469297 or 3127668.

   These webs are subsequently compacted by pressing and reinforced by sintering to a porous plate with a thickness between 0.9 mm and 2.5 mm and a porosity between 70% and 90%; preferably between 78% and 87%.



  A flexible porous (gas permeable) sheet, e.g. a non-woven web of temperature-resistant (e.g. ceramic) fibers with porosity between 70% and 95% (preferably between 80% and 91%) and a thickness between 1.5 mm and 4 mm. Its uniform gas permeability can be achieved by preferably allowing the inhomogeneity (as defined in the example below) to not exceed 5%.



  The gas-permeable sheet will preferably have a relatively low heat conductivity; d. w. z. a conductivity that is significantly lower than that of the fibers in the sintered web. As will further be apparent, this feature has proven to be important to continuously ensure adequate cooling during burning and for increased radiation efficiency.



  All this will now be elucidated on the basis of exemplary embodiments and the accompanying drawing. Additional Figure 1 shows in cross section a gas combustion device according to the invention.



  The gas combustion device comprises a housing 3 with supply means 4 for the gas mixture to be burned.

 <Desc / Clms Page number 3>

 



  Downstream from inlet 4 to the radiation surface 5, a number of elements are successively mounted in the housing: a distribution member 6 for the supplied gas mixture and transverse pressing means 7, e.g. in the form of an elastic cushion-forming and gas-permeable body 7.



  This body 7 presses against the gas supply side of the surface radiation membrane, which comprises a flexible gas-permeable sheet 2 there. Thus, this sheet 2 is in intimate contact with the sintered fiber web 1 under the influence of the elastic pressure of the body 7.



  The sintered web 1 forms the actual radiation membrane.



  In order to keep the contact pressure at the desired level, an optionally adjustable contact load can be applied with the aid of, for example, springs 8 which abut against the housing 3 and against the gas supply side of the distributor 6.



  The distribution member 6 can be a perforated plate or a sturdy mesh. For example, one or more steel wool plugs can be used as the pillow-forming body 7. At the same time as their pressing function, they can also contribute to the homogeneous mixing of the air with the gaseous fuel (eg natural gas).



  The permanent even pressing of the flexible sheet and the intimate contact thus obtained between the fleece 1 and the sheet 2 ensures a cooling of the fleece 1 (during burning) by the colder sheet 2 and the cold gas mixture flowing through it. The lower the temperature in the sintered radiation membrane, the less the fibers degrade by oxidation. Measures for the best possible cooling therefore increase the service life of the membrane 1.



  The use of a properly heat-insulating sheet 2 in intimate contact with the fleece 1 thus permits the balance between continuous heat dissipation through sheet 2 and continuous

 <Desc / Clms Page number 4>

 shift heat development on the fire surface during burning (during operation) to a higher temperature level (so also a higher power).



  When using sintered metal fiber mats as support layer upstream of the burner membrane 1, this is less feasible since the metal fiber mats heat up relatively quickly by heat conduction themselves and the temperature of the whole of support layer with membrane can rise too fast (and too high) with the associated risk of flashback. M. a. W. with metal fiber mats as a backing layer, the balance of heat supply / heat dissipation can only be set at a lower temperature, which in fact amounts to a lower permissible burning capacity. This equilibrium effect at a certain temperature is particularly critical in the application of the radiant burners for heating compact enclosed spaces such as ovens where the temperature can quickly rise to above 1000 C.



  Incidentally, it was determined via thermographic analyzes that a higher (stable) temperature at the burner surface of the membrane membrane 1 results in a higher radiation efficiency. The radiation efficiency (%) is defined as the ratio of the generated radiation power to the total calorific power of the supplied gas mixture.



  By uniformly pressing the flexible sheet, it is also avoided that a gas layer is formed between the fleece 1 and sheet 2.



  This gas mixture layer could ignite under certain conditions (flame backs 1 ag), in particular in certain applications or fire regimes such as in ovens where temperatures can rise above 1000 ° C.



  The layer structure (1, 2.7, 6) according to the invention makes it possible to realize a very even gas outflow. even though it is

 <Desc / Clms Page number 5>

 the inhomogeneity across the surface of the sintered web 1 is significant. This means that a combination of several layers, each with little homogeneous (i.e. inhomogeneous) gas permeability, does not greatly promote the uniformity of the gas flow. After all, as long as there is not at least one layer in the layer combination with a fairly even gas permeability over its surface, the even burning (as a radiation burner) will not
 EMI5.1
 are insured and will occur quite early (d. low performance in the most porous places.

   Blue flame combustion then often results in higher NOx emissions (which must be avoided for ecological reasons) while the infrared radiation over the surface becomes uneven. Incidentally, this blue flame propagation can be additionally limited by arranging a suitable groove grid in the burner surface as described in US patent 5088919.



  Example In a gas combustion device as outlined in Figure 1, a gas permeable membrane was mounted with the following
 EMI5.2
 characteristics.



  The sintered fiber web 1 had a porosity of 85% and a thickness of 1 mm. The fiber diameter was about 22 µm. The inhomogeneity was 30% and was determined as follows. A cold gas flow rate of 3000 m3 / h / m2 was passed through the web 1 on various limited circular sections np in the plate surface, each with an area of 10 cm 2, and the pressure drop AP was measured. Inhomogeneity (in%)
 EMI5.3
 then corresponds to (AP-APmin) x 100 which represents the maximum noted pressure drop (e.g. at position ni) and Apmin noted pressure drop (e.g. at position ni).

 <Desc / Clms Page number 6>

 apax The mean pressure drop AP over the web 1 was 100 Pa at a flow rate of 3000 m / h / rn.



  The inhomogeneity of various flexible sheets 2 was measured in the same manner and is shown in the accompanying table.



  Sheet A was a gas permeable ceramic paper (type Kerlane 45) with a thickness of 2 mm (porosity of 90.8%) and very fine pores. Sheet B was a ceramic fabric (type INSULCON), sheet C was a glass fabric, and sheet D was another type of ceramic fiber web (Safil). The powers (BVG 5%) where blue flame spots appeared over 5% of the fire surface were always around 500 KW / m2 for a combination of fleece 1 with a sheet of B, C or D. The combustion was carried out with a mixture of natural gas / air and with an air surplus of 10%. The average pressure drop (AP) over sheet 2 was also determined cold at the gas flow rate of 3000 m3 / hm2; the values are shown in table 2.

   When using the above-described sintered fleece l (thickness 1 mm) without adding a flexible sheet, the first blue flame spots (BVG 5%) also occurred at 500 KW / nT \ The addition of inhomogeneous sheets B, C or D therefore does not contribute to an increase in radiant heat output.
 EMI6.1
 
<tb>
<tb> sheet type <SEP> A <SEP> B <SEP> C <SEP> D
<tb> inhomogeneity <SEP> (%) <SEP> 3 <SEP> 15 <SEP> 22 <SEP> 30
<tb> average. <SEP> AP <SEP> (Pa) <SEP> over <SEP> sheet <SEP> 2 <SEP> 1000 <SEP> 1500 <SEP> 3700 <SEP> 625
<tb> BVG <SEP> 5 <SEP>% <SEP> at <SEP> (KW / m2) -500 <SEP> 500 <SEP> 500
<tb>
 With the combination of fleece 1 with flexible sheet A, however, the membrane continued to function as a red surface radiation burner until
 EMI6.2
 2 approximately 600 KWjm2.

   At higher powers, this red radiation regime was uniformly transferred over the entire surface into a blue radiator. Until now it was not possible with such a thin porous membrane plates (1) a homogeneous one
 EMI6.3
 2 achieve radiation incineration up to at least 600 KW / m.

 <Desc / Clms Page number 7>

 



  At about 700 KW / m2, the transition to blue flame combustion was complete. In contrast to the combinations of fleece 1 with sheet B, C and D, therefore, no local blue flame spots occurred in the combination of fleece 1 with sheet A. This therefore indicates the advantageous effect obtained by combination with a homogeneous sheet type A .



  In addition, in the combination of fleece 1 with sheet type A according to the example, the average pressure drop AP over sheet 2
 EMI7.1
 about ten times larger than over fleece 1: 1000 Pa / 100 Pa.



  When a less and a thicker (e.g., 2, mm; 2 or 1, mm thick) is combined with a homogeneous sheet type A, the pressure drop across sheet 2 may be either at least twice, or eight times the pressure drop across fleece.



  The inventive concept therefore also offers the economic advantage that sensibly thinner metal fiber mats can now be used. The combination with a ceramic paper layer hardly increases the manufacturing cost as this layer is considerably cheaper than a sintered metal fiber layer of the same thickness.


    

Claims (16)

CONCLUSIES 1. Gasdoorlatend membraan voor oppervl aktestra 1 i ngsbrander omvattende aan de gasuitlaatzijde een gesinterd vlies (1) uit anorganische vezels die bestand zijn tegen hoge temperaturen met het kenmerk dat genoemd vlies (2) aan een zijde in kontakt staat met een soepel vel (2) met een gelijkmatige gasdoorlaatbaarheid over haar oppervlak en waarbij de drukval over vel (2) groter is dan over vlies (1) bij het doorsturen van een gasstroom doorheen het membraan. CONCLUSIONS 1. Gas permeable membrane for surface tester 1 burner comprising, on the gas outlet side, a sintered fleece (1) of inorganic fibers resistant to high temperatures, characterized in that said fleece (2) contacts on one side with a flexible sheet ( 2) with an even gas permeability over its surface and wherein the pressure drop over sheet (2) is greater than over fleece (1) when a gas flow is passed through the membrane. 2. Membraan volgens conclusie 1 waarbij de anorganische vezels metaalvezels zijn die Cr en Al bevatten. Membrane according to claim 1, wherein the inorganic fibers are metal fibers containing Cr and Al. 3. Membraan volgens conclusie 1 waarbij het vlies (1) een gemiddelde porositeit bezit tussen 70 % en 90 %. Membrane according to claim 1, wherein the web (1) has an average porosity between 70% and 90%. 4. Membraan volgens conclusie 3 waarbij de porositeit ligt tussen 78 % en 87 %. Membrane according to claim 3, wherein the porosity is between 78% and 87%. 5. Membraan volgens conclusie 1 waarbij de dikte van vlies (1) ligt tussen 0, 9 mm en 2, 5 mm. Membrane according to claim 1, wherein the thickness of fleece (1) is between 0.9 mm and 2.5 mm. 6. Membraan volgens conclusie 1 waarbij het soepel vel een inhomogeniteit bezit over haar oppervlak van ten hoogste 5Membrane according to claim 1, wherein the flexible sheet has an inhomogeneity over its surface of at most 5 % 7. Membraan volgens conclusie 1 waarbij de porositeit van EMI8.1 vel (2) ligt tussen 70 % en 95 %. Membrane according to claim 1, wherein the porosity of  EMI8.1  sheet (2) is between 70% and 95%. 8. Membraan volgens conclusie 7 waarbij de porositeit van vel (2) ligt tussen 80 % en 91 %.Membrane according to claim 7, wherein the porosity of sheet (2) is between 80% and 91%. 9. Membraan volgens conclusie 1 waarbij vel (2) een niet geweven vlies is uit temperatuurbestendige vezels. <Desc/Clms Page number 9> Membrane according to claim 1, wherein sheet (2) is a nonwoven web of temperature resistant fibers.  <Desc / Clms Page number 9>   10. Membraan volgens conclusie 1 waarbij vel (2) een relatief geringe warmtegeleidbaarheid bezit. Membrane according to claim 1, in which sheet (2) has a relatively low thermal conductivity. 11. Membraan volgens conclusie 1 waarbij het oppervlaktekontakt tussen vlies (1) en vel (2) verzekerd wordt door dwarse aandrukmiddelen (7). Membrane according to claim 1, wherein the surface contact between fleece (1) and sheet (2) is ensured by transverse pressing means (7). 12. Membraan volgens conclusie 1 waarbij het vrije oppervlak van het vlies (1) voorzien is van een raster van groeven. Membrane according to claim 1, wherein the free surface of the fleece (1) is provided with a grid of grooves. 13. Membraan volgens conclusie 1 waarbij de drukval over vel (2) tenminste twee maal groter is dan over vlies 1. Membrane according to claim 1, wherein the pressure drop over sheet (2) is at least twice as great as over sheet 1. 14. Membraan volgens conclusie 13 waarbij genoemde drukval tenminste vijf maal groter is. Membrane according to claim 13, wherein said pressure drop is at least five times greater. 15. Membraan volgens conclusie 13, waarbij genoemde drukval tenminste acht maal groter is. Membrane according to claim 13, wherein said pressure drop is at least eight times greater. 16. Gasverbrandingsinrichting omvattende een huis (3) met toevoermi dde 1 en (4) voor het te verbranden gas, en opeenvolgend stroomafwaarts daarin opgenomen een verdeelorgaan (6), en een elastisch kussenvormend en gasdoorlatend lichaam (7) dat aandrukt tegen de gastoevoerzijde van het membraan volgens conclusie 1. Gas combustion device comprising a housing (3) with supply means 1 and (4) for the gas to be burned, and successively incorporated therein a distributor (6), and an elastic cushioning and gas permeable body (7) which presses against the gas supply side of the membrane of claim 1.
BE9200541A 1992-06-10 1992-06-10 Water permeable membrane for surface radiation burner BE1005992A4 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9200541A BE1005992A4 (en) 1992-06-10 1992-06-10 Water permeable membrane for surface radiation burner

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9200541A BE1005992A4 (en) 1992-06-10 1992-06-10 Water permeable membrane for surface radiation burner

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1005992A4 true BE1005992A4 (en) 1994-04-12

Family

ID=3886316

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9200541A BE1005992A4 (en) 1992-06-10 1992-06-10 Water permeable membrane for surface radiation burner

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1005992A4 (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1998050733A1 (en) * 1997-05-03 1998-11-12 Robert Bosch Gmbh Gas burner
EP2716979A4 (en) * 2011-05-26 2015-07-29 X & N Zhongshan Gas Technology Stock Co Ltd Infrared metal heating body and production method thereof

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4643667A (en) * 1985-11-21 1987-02-17 Institute Of Gas Technology Non-catalytic porous-phase combustor
EP0390255A1 (en) * 1989-03-29 1990-10-03 N.V. Bekaert S.A. Burner membrane
JPH0328609A (en) * 1989-06-27 1991-02-06 Nkk Corp Burner plate

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4643667A (en) * 1985-11-21 1987-02-17 Institute Of Gas Technology Non-catalytic porous-phase combustor
EP0390255A1 (en) * 1989-03-29 1990-10-03 N.V. Bekaert S.A. Burner membrane
JPH0328609A (en) * 1989-06-27 1991-02-06 Nkk Corp Burner plate

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 015, no. 160 (M-1105)22 April 1991 & JP-A-03 028 609 ( NKK CORP ) 6 Februari 1991 *

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1998050733A1 (en) * 1997-05-03 1998-11-12 Robert Bosch Gmbh Gas burner
EP2716979A4 (en) * 2011-05-26 2015-07-29 X & N Zhongshan Gas Technology Stock Co Ltd Infrared metal heating body and production method thereof

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0705409B1 (en) Multiple firing rate zone burner and method
US4597734A (en) Surface-combustion radiant burner
US4643667A (en) Non-catalytic porous-phase combustor
US5147201A (en) Ultra-low pollutant emissions radiant gas burner with stabilized porous-phase combustion
JPH03110312A (en) Burner membrane for radiation burner
CA2117605A1 (en) Porous metal fiber plate
US20040009104A1 (en) Evaporator arrangement, particularly for production of a hydrocarbon/ mixing material mixture, decomposable for hydrogen recovery in a reformer
EP1019656B1 (en) Burner membrane comprising a needled metal fibre web
JP2682362B2 (en) Exhaust heat recovery type combustion device
US6431857B1 (en) Catalytic combustion device emitting infrared radiation
JPH06180109A (en) Exhaust heat recovering combustion apparatus
DE69227866T2 (en) Catalytic combustion device and method
BE1005992A4 (en) Water permeable membrane for surface radiation burner
US6435861B1 (en) Gas burner assembly and method of making
US5552123A (en) Catalyst device and combustion apparatus provided therewith
EP0778442B1 (en) Radiant gas burner with burner plate of fibre material and reduced noise generation
EP0410569A1 (en) Gas-fired infrared burners
JP2697155B2 (en) Burner plate
JP2000514916A (en) Gas burner
JPH0328609A (en) Burner plate
JP2751426B2 (en) Burner plate
CA1336258C (en) Gas distributing and infrared radiating block assembly
JPH0328611A (en) Burner plate
JP2774968B2 (en) Burner plate
EP2946142A1 (en) Catalytic hydrogen burner setup

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: S.A. BEKAERT N.V.

Effective date: 19990630

Owner name: S.A. ACOTECH N.V.

Effective date: 19990630