<Desc/Clms Page number 1>
"Krengenhuis"
De huidige uitvinding heeft betrekking tot een afgeschermde bergplaats voor dode dieren, in hetgeen volgt een krengenhuis genoemd.
EMI1.1
Eenieder die in het bezit is van één of meerdere dieren krijgt vroeg of laat te maken met het sterven van één of meerdere van zijn dieren.
In landbouwbedrijven en gelijkaardige bedrijven, en in het algemeen overal waar een groot aantal dieren samengebracht zijn, bijvoorbeeld om ze te fokken, komt dit zelfs vrij geregeld voor. Wanneer het daarbij gaat om dieren, zoals runderen, paarden, varkens of dieren van vergelijkbare grootte kan men niet anders dan de krengen laten weghalen door een daarin gespecialiseerde ophaaldienst. In afwachting dat deze dienst het kreng komt ophalen, moet het echter bij de eigenaar blijven liggen.
Het probleem bestaat nu hierin dat de eigenaar ondertussen - vrijwillig of in de toekomst misschien verplicht - een aantal maatregelen zou moeten in acht nemen voor het voorlopig bergen van het kreng, met het oog op de hygiëne en op het gevaar voor verspreiding van besmettelijke ziekten.
De maatregelen die tot op heden-bijlange niet door iedereeen-worden genomen, bestaan eruit dat de krengen op een afgezonderde plaats op het bedrijf worden gedeponeerd, buiten het bereik van de andere,, gezonde dieren op het bedrijf, en vooral ook buiten het bereik van honden, katten, ratten, of gelijkaardige dieren, die door deze krengen worden aangetrokken. Sommige zeer besmettelijke ziekten, zoals bijvoorbeeld varkenspest, kunnen overgedragen worden door het verspreiden van de ziektekiemen na kontakt met een besmet dier of kreng.
Het is bijgevolg evident dat de gezonde dieren op het bedrijf niet in kontakt mogen kunnen komen met de krengen, en dat
<Desc/Clms Page number 2>
ook honden, katten, ratten of gelijkaardige dieren van de krengen moeten weggehouden worden,'. omdat ze tot een belangrijke groep mogelijke verspreiders van besmettelijke ziekten behoren. Omwille van de hygiëne worden de krengen in een afzonderlijk afgesloten ruimte gedeponeerd, waar ze beschut zijn tegen de weersomstandigheden. De maatregelen inzake besmettingsgevaar worden bij elk kreng in acht genomen, aangezien het niet altijd met zekerheid vast te stellen is of het dier al dan niet aan een besmettelijke ziekte gestorven is.
De maatregelen die tot op heden worden genomenafgezien van diegenen die de kregen gewoon laten liggen of in open lucht opstapelen-bestaan meer concreet uit het voorzien van een afgesloten ruimte op het bedrijf, of een afschermende bak, waarin de krengen kunnen opgestapeld worden, beschut tegen weersomstandigheden en buiten het bereik van andere dieren die het gevaar lopen besmet te worden of de ziektekiemen over te dragen. In het geval dat op een bepaald bedrijf een besmettelijke ziekte de vorm aanneemt van een ware epidemie kan het aantal krengen erg hoog oplopen, waardoor de genoemde maatregelen uiteraard nog in belang toenemen, met het oog op iedere verspreiding van de ziekte binnen het bedrijf en/of naar naburige bedrijven.
Tot op heden is voor het toepassen van de genoemde maatregelen het gebruik van een uit polyester vervaardigde bak gekend, waarbij deze bak bestaat uit een door rechthoekige opstaande zijden omsloten ruimte, langs boven afgesloten en langs onder open, waarbij die bak gewoon met de open zijde op de grond wordt opgesteld, zodanig voorzien dat hij ten opzichte van de onderste rand van een van de opstaande zijden kan scharnieren.
Voor het bergen van de krengen wordt de bak zijdelings gekanteld, scharnierend ten opzichte van een van zijn onderste randen. De krengen worden vervolgens op de grond gelegd, op het oppervlak dat bij het terug recht
<Desc/Clms Page number 3>
plaatsen van de bak, omsloten wordt. Wanneer de ophaaldiensten ter plaatse zijn wordt de bak geopend, en kunnen de krengen opgeladen worden.
In het verleden is echter gebleken dat de hogergenoemde maatregelen niet volstaan om een zeer uitgebreide verspreiding van besmettelijke ziekten bij dieren, zoals varkenspest, te voorkomen. Zo is het bijvoorbeeld ook van groot belang te vermijden dat bloed of andere lichaamsvochten van de besmette krengen in de grond en/of in een gracht terecht komen, zodat ziektekiemen zich verder kunnen verspreiden naar nog niet'besmette bedrijven. Verder is het ook van uitzonderlijk belang zoveel mogelijk te vermijden dat de personen van de ophaaldienst, of eventueel hun materiaal (bijvoorbeeld de vrachtwagens) de ziektekiemen meenemen naar andere bedrijven die nog niet besmet zijn, en die ze gedurende dezelfde ronde moeten aandoen.
Daarom mogen deze personen geen enkel kontakt hebben met de krengen zelf, en moet vermeden worden dat de vrachtwagens op de besmette bedrijven moeten rijden om op te laden. Het is immers mogelijk dat op bedrijven waar de ziekte sterk verspreid is, de ziektekiemen in het stof of slijk dat aan de vrachtwagen blijft kleven worden meegenomen, naar nog niet besmette bedrijven.
Wanneer bijvoorbeeld een afzonderlijk gebouwtje of gedeelte van een gebouw wordt benut voor het bergen van de krengen ligt het nadeel ervan enerzijds in het feit dat de vrijkomende lichaamsvochten niet in een vergaarbak worden opgevangen en zich op alle mogelijke manieren op het bedrijf kunnen verspreiden (bij het schoonmaken van de bergruimte bijvoorbeeld) en anderzijds in het feit dat deze gebouwen zieh gewoonlijk niet op een plaats bevinden die het op het bedrijf komen van de ophaaldiensten belet, en ook niet-zonder hoge kosten-op een dergelijke plaats kunnen opgetrokken worden.
Verder is het bij het opladen van de krengen
<Desc/Clms Page number 4>
onvermijdelijk dat de mensen van de ophaaldienst in kontakt komen met de besmette krengen doordat deze via een deur-of poortopening naar buiten moeten gesleept worden. Dit alles maakt duidelijk dat dergelijke voorzieningen totaal ongeschikt zijn om aan laatstgenoemde'maatregelen te voldoen.
Een andere gekende voorziening bestaat uit de hoger beschreven bak uit polyester. Deze bakken kunnen wel op eenvoudige wijze zodanig geplaatst worden dat de ophaaldiensten niet op het bedrijf hoeven te rijden (bijvoorbeeld langs de openbare weg waarlangs het bedrijf gelegen is).
Een nadeel van deze bak bestaat echter in de eerste plaats uit het feit dat de lichaamsvochten van de krengen gewoon in de grond kunnen sijpelen en eventueel in nabijgelegen grachten kunnen terecht komen. Een ander nadeel bestaat eruit dat voor het zijdelings kantelen van de bakken, men de onderste rand ervan moet vastnemen waardoor een eerste kontakt met de besmette krengen al mogelijk is, en men vervolgens voor het volledig openkantelen van de bak over de opgestapelde krengen moet reiken, of zelfs erover moet kruipen, waarbij een verder kontakt met de besmette krengen onvermijdelijk is. Hieruit blijkt dat deze afschermende bak niet voldoet aan de eisen waaraan men moet voldoen om op doeltreffende wijze de uitbreiding van besmettelijke ziekten bij dieren te stoppen.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een afschermende ruimte voor dode dieren, die de tijdelijke berging van eventueel door besmettelijke ziekten besmette krengen toelaat, waarbij aan alle hogergenoemde eisen voldaan is inzake hygiene, en vooral wat betreft de voorkoming van een verdere verspreiding van besmettelijke ziekten, en waarbij het plaatsen van deze afschermende ruimte zonder hoge kosten kan gebeuren op een plaats die de
<Desc/Clms Page number 5>
ophaaldiensten kunnen bereiken zonder op het besmette bedrijf te moeten komen.
Het voorwerp van de uitvinding is een afschermende bak voor het bergen van krengen, bestaande uit een rechthoekige bak met open onderzijde, met het kenmerk dat één van de opstaande zijwanden voorzien is van een deur of gelijkaardige inrichting die het mogelijk maakt deze zijwand over de totale breedte te openen, en dat aan de onderste randen van de bak-die de open zijde omranden wielen voorzien zijn die kunnen verrijden over op de grond opgestelde rails, zodat de ganse bak-door hem te verrijden-kan verplaatst worden, terwijl de onderste randen op geringe afstand van de grond blijven, en waarbij op de grond een voor lichaamsvochten ondoordringbare laag voorzien is over een oppervlakte die in minstens één bepaalde positie van de bak door zijn opstaande zijwanden en bovenwand omsloten wordt,
terwijl de genoemde ondoordringbare laag overal naar een dieper gelegen plaats gelijk hellend uitgevoerd is, waar zieh een opvangput of opvangbak bevindt. De rails zijn verder zodanig opgesteld en hebben een zodanige lengte dat de bak in minstens één positie de ondoordringbare laag volledig vrij kan maken.
De bak staat zo op de rails dat de opstaande zijwand die van en deur of gelijkaardige inrichting voorzien is, loodrecht op de richting van de rails-en dus de verplaatsingsrichting-gelegen is, en, bij het verrijden van de stand waarin de ondoordringbare laag vrijgemaakt is, naar de stand waarin de ondoordringbare laag omsloten is, het eerst boven deze ondoordringbare laag komt.
Verder kan de bak in het bovenvlak of bovenaan de zijwanden voorzien zijn van verluchtingsopeningen die kunnen afgesloten worden met gaas of gelijkaardige middelen die een verluchting toelaten en toch verhinderen dat dieren, zoals honden, katten, ratten, muizen,..., zieh in
<Desc/Clms Page number 6>
de bergruimte kunnen begeven.
Het krengenhuis, volgens d uitvinding, wordt geinstalleerd op een plaats die de ophaaldienst kan bereiken zonder op het bedrijf te komen. Voor het deponeren van de krengen in het krengenhuis, opent men eerst de deur of gelijkaardige inrichting en verrijdt men vervolgens de afschermende bak op de rails, tot de ondoordringbare laag en de eventueel erop liggende krengen volledig onbedekt zijn door de bak, en deze bak zieh verder op de rails bevindt.
Doordat een opstaande zijwand voorzien is van een deur of gelijkaardige inrichting kan de bak met open zijwand ongehinderd van één of meerdere op de ondoordringbare laag opgestapelde krengen weggereden worden en er terug over gereden worden, waarbij één of meerdere krengen langs de geopende zijwand in of buiten de afschermende ruimte komen te liggen bij het verrijden van de bak.
Een voordeel van het krengenhuis, volgens de uitvinding bestaat uit het feit dat naarst het naleven van de gekende maatregelen inzake hygiëne en besmettingsgevaar de uit de krengen vrijkomende lichaamsvochten niet in de grond terechtkomen en/of niet in een nabijgelegen gracht kunnen terechtkomen maar opgevangen worden in een vergaarput of vergaarbak.
Een bijkomend voordeel van het krengenhuis volgens de uitvinding bestaat uit het feit dat men de krengen buiten het krengenhuis kan plaatsen zonder ermee in kontakt te komen, aangezien enkel het krengenhuis dient weggeduwd te worden.
Een ander bijkomend voordeel van het krengenhuis, volgens de uitvinding bestaat uit het feit dat men de konstruktie op eenvoudige wijze met matige kosten op de gewenste plaats kan opbouwen.
Verdere kenmerken en voordelen van het krengenhuis volgens de uitvinding zullen blijken uit de
<Desc/Clms Page number 7>
hiernavolgende beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het krengenhuis, volgens de uitvinding, zonder dat de uitvinding echter beperkt wordt tot deze mogelijke uitvoeringsvorm. Deze beschrijving wordt geillustreerd aan de hand van de hierbijgevoegde figuren waarbij :
Figuur 1 een vooraanzicht voorstelt van het krengenhuis volgens de uitvinding, langs de kant waar de zijwand voorzien is van deuren.
Figuur 2 een zijaanzicht voorstelt van het krengenhuis, volgens de uitvinding.
Figuur 3 een bovenaanzicht voorstelt van het krengenhuis volgens de uitvinding boven de ondoordringbare grondlaag en de rails, terwijl het dakgedeelte van het krengenhuis verwijderd is.
Het krengenhuis volgens de uitvinding, in zijn voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat uit een chassis (1) dat samengesteld is uit buizen (2) met een vierkante dwarsdoorsnede die een balkvorm omsluiten waarbij de buizen (2) de ribben van deze balkvorm uitmaken, terwijl langs de voorzijde van het krengenhuis, die door één van de kleinste zijvlakken van de bakvorm wordt gevormd, de onderste ribbe ontbreekt.
Verder is het krengenhuis voorzien van in het vlak van elk van de twee kleinste zijvlakken van die balkvorm gelegen chassisbuizen (3) die elkaar ontmoeten volgens een stompe- hoek in het symmetrievlak in langsrichting van het balkvormige chassis (1), boven deze balkvorm uitstekend, terwijl de zo gevormde hoekpunten die gelegen zijn in het vlak, bepaald door de recht tegenover elkaar gelegen kleinste zijvlakken van de balkvorm, met elkaar verbonden worden door een chassisbuis (4) die zich in het symmetrievlak in langsrichting van het balkvormig chassis (1) uitstrekt.
De verbindingen tussen deze buizen (2), (3), (4)
<Desc/Clms Page number 8>
gebeuren volgens gekende middelen voor het maken van stevige verbinding tussen buizen ; bijvoorbeeld door middel van lassen. Boven op het balkvormig chassis (1) staat dus een constructie die de vorm van een zadeldak bij een huis omlijnt.
EMI8.1
De door het chassis (1) bepaalde opstaande zijvlakken de balkvorm, met uitzondering van één van de kleinste zijvlakken, alsook de twee hellende zijvlakken (6) van de zadeldakvorm worden nu gevormd door rechthoekige metaalplaten met passende afmetingen die aan de chassisbuizen bevestigd zijn met gekende middelen, bijvoorbeeld door middel van blindklinknagels of door middel van lasverbindingen. De driehoekige oppervlakken die gevormd worden door de opstaande zijden van de zadeldakvorm, blijven open, om dienst te doen als verluchtingsopeningen, die eventueel door middel van gaas, traliën, of gelijkaardige middelen (niet voorgesteld) kunnen afgesloten worden.
Aan de chassisbuizen (2) die de onderste rand vormen van de grootste zijvlakken (5) dicht bij de hoeken van die vlakken (5) zijn vier assen (7) bevestigd die elk een wiel (8) dragen in een lager, waarbij die wielen (8) zieh evenwijdig met die grootste zijvlakken (5) uitstrekken een weinig verder naar onder uitkomend en zieh langs de twee tegenover elkaar liggende zijvlakken (5) twee aan twee recht tegenover elkaar bevinden.
Het kleinste zijvlak (5) van de balkvorm dat niet met een rechthoekige plaat afgesloten werd, wordt afgesloten door middel van een dubbele draaideur (9) uit staalplaat of enig ander stevig materiaal, waarbij twee klipsloten (10) voorzien zijn of andere blokkeermiddelen om de beide deurgedeelten in de gesloten stand te blokkeren.
De klipsloten (10) bestaan uit metalen strippen die verdraaibaar aan de boven de deurgedeelten gelegen buis (2) bevestigd zijn, en zieh neerwaarts vanaf dat
<Desc/Clms Page number 9>
bevestigingspunt v66r elk deurgedeelte bevinden om te beletten dat de deuren kunnen opendraalen. Voor het openen en sluiten van de deuren (9) moeten de twee metalen strippen met de hand naar boven gedraaid worden, terwijl deze strippen vanzelf terug neerwaarts verdraaien als ze losgelaten worden, en zodoende automatisch de deuren blokkeren nadat men deze dichtgedraaid heeft en de strippen losgelaten heeft. De draaideur (9) bestaat uit twee naar de buitenkant scharnierende gedeelten waarbij de scharnieren (11) aan de vertikale ribben (2) die dit zijvlak omranden vastgemaakt zijn.
De vier wielen (8) kunnen verrijden op twee evenwijdige rails- (12) die een lengte hebben die ten minste het dubbel is van de lengte van de ruimte die door het krengenhuis kan omsloten worden.
Vertrekkend vanaf de verbindingslijn tussen de twee langs dezelfde kant gelegen railuiteinden strekt zieh een rechthoekige betonnen vloerplaat (13) uit die de oppervlakte van de grond die tussen de twee rails ligt tot halverwege die rails (12) bedekt, waarbij die vloerplaat (13) uitgevoerd is bestaande uit vier tegen elkaar aansluitende, naar eenzelfde vierkante opvangput (14) hellende driehoekige vlakken waarbij die vier driehoekige vlakken elk vertrekken met een zijde die samenvalt met de volledige breedte van één van de vier zijden van de rechthoek die de betonplaat (13) bepaalt. De rechthoekige opvangput (14) ligt centraal in het genoemde rechthoekig oppervlak.
Voor het verankeren van de rails (12) moet een chappe voorzien worden op de grond, waarbij per rail (12) bij voorkeur zes verankeringspunten voorzien worden. De rails (12) bestaan uit U-vormige profielen waarin de wielen (8) kunnen verrollen. Voor de stabiliteit van de konstruktie-worden de wielen bij voorkeur verankerd aan de rails (12). Deze verankering gebeurt als het krengenhuis
<Desc/Clms Page number 10>
. zich boven de betonplaat (13) bevindt met behulp van een mechanische verbinding (15) tussen de wielassen (7) en de onderliggende rails (12). Deze verbinding gebeurt door middel van een op het uiteinde van de as (7) verschuifbare buis die via een staaf in verbinding staat met een andere buis die terzelfdertijd over een aan de rail (12) gelaste staaf wordt geschoven.
Het krengenhuis staat nu zodanig op de rails (12) dat het van deuren (9) voorziene zijvlak, loodrecht op de richting van'de rails (12) staat en zich langs de kant van de railuiteinden bevindt, als het krengenhuis boven de betonplaat (13) opgesteld staat.
In de opvangput (14) in de betonplaat (13) kan eventueel een opvangbak geplaatst worden die er gemakkelijk kan uitgenomen worden.
Het krengenhuis volgens de uitvinding kan zich nu enerzijds in een positie bevinden waarbij het volledig de betonplaat (13) omsluit en zich anderzijds in een positie bevinden waarbij het krengenhuis zich volledig naast deze betonplaat (13) bevindt. Het krengenhuis wordt van de ene in de andere positie gebracht door het te verrijden over de rails (12) waarbij dit kan gebeuren door ertegen te duwen.
In beide posities bevindt het krengenhuis zich dicht bij het uiteinde van de rails (12). Om te vermijden dat het van de rails (12) zou afrijden zijn op elk railuiteinde stootblokken (16) vastgemaakt die verhinderen dat het krengenhuis verder dan deze uiterste posities kan rijden.
Voor het deponeren van krengen in het krengenhuis volgens de uitvinding wordt het krengenhuis verreden naar het ene uiteinde van de rails waardoor de betonplaat (13) volledig vrij wordt gemaakt. Indien zich reeda krengen in het krengenhuis bevonden moeten eerst de deuren (9) geopend worden om toe te laten dat het krengenhuis van boven deze krengen wegrijdt, waarbij de geopende zijwand deze krengen
<Desc/Clms Page number 11>
doorlaat. Vervolgens worden de nieuwe krengen op de betonplaat (13) of op de andere krengen gedeponeerd, waarna het krengenhuis met geopende deuren (9) terug naar het andere uiteinde van de rails wordt verreden, tot het volledig de opgestapelde krengen overdekt. Tenslotte worden de deuren (9) terug dichtgedaan, en automatisch belet terug open te draaien door de klipsloten (10).
Voor het opladen van de krengen door de ophaaldiensten wordt het krengenhuis terug met geopende deuren (9) naar het ene uiteinde van de rails (12) verreden, zodat het naast de betonplaat (13) met de erop gestapelde krengen komt te staan. Daarbij bestaat geen enkel gevaar dat de mensen van de ophaaldienst in kontakt komen met deze krengen, en is de stapel krengen erg goed bereikbaar voor het opladen aangezien deze zich vrij in een open ruimte bevindt op de betonplaat (13), waarbij het krengenhuis in geen geval de oplaadwerkzaamheden kan verhinderen.
De opvangput (14) of het erin geplaatste reservoir kan eventueel ook door de ophaaldienst geleegd worden. Na het opladen wordt het krengenhuis opnieuw boven de betonplaat (13) gereden.
Het voordeel van de uitvinding bestaat uit het feit dat men enerzijds beschikt over een gemakkelijk en vlug te construeren bergruimte voor krengen, zodat men zonder veel moeite en zonder veel kosten ervoor kan zorgen dat de bergruimte geplaatst wordt op een plaats die voor de ophaaldiensten bereikbaar is zonder dat ze op het bedrijf komen, waarbij anderzijds aan alle vereiste inzake hygiëne en besmettingsgevaar aandacht geschonken is :
Het opladen is mogelijk zonder kontakt met de besmette dieren, en zonder hinder van het krengenhuis zelf, het bloed en de vrijkomende lichaamsvochten worden opgevangen en komen niet in de grond en/of in grachten terecht, de krengen zijn beschut tegen de heersende weersomstandigheden, de krengen
<Desc/Clms Page number 12>
zijn buiten het bereik van honden, katten, ratten of gelijkaardige dieren die door de krengen worden aangetrokken en die de besmettelijke ziekten kunnen verspreiden, en buiten het bereik van de andere gezonde dieren, en de bergruimte is verlucht. Zodoende wordt het gevaar voor verdere uitbreiding van een besmettelijke ziekte tot een minimuum herleid.
Het meest geschikte materiaal voor vervaardiging van het krengenhuis volgens de uitvinding is een'metaal, omdat daarbij geen gevaar bestaat dat de ziektekiemen zieh in het materiaal van het krengenhuis kunnen bevinden, terwijl om die reden bijvoorbeeld het gebruik van hout ten zeerste af te raden is.
Ten slotte is het ook een bijkomend voordeel van het krengenhuis, volgens de uitvinding, dat de krengen onzichtbaar voor voorbijgangers opgestapeld liggen.