<Desc/Clms Page number 1>
"Verbeterde steenstrippen voor het bekleden van muren, wanden en dergelijke"
Deze uitvinding heeft betrekking op steenstrippen voor het bekleden van muren, wanden en dergelijke, welke strippen aan een muur of wand door een kleefmiddel worden gehecht.
Dergelijke strippen, meestal uit gebakken klei, worden sedert lang veelvuldig gebruikt voor het afwerken van oppervlakten uit beton en met de bedoeling z. g. halve steentjes te besparen.
Door het gebruik van daartoe geschikte lijmen kan men tegenwoordig gebruik maken van zeer dunne strippen.
De uitdrukking"dunne strippen"betekent dat de dikte van deze strippen niet meer dan 5 à 7 mm kan bedragen.
De voeg tussen de strippen moet dezelfde of een gelijkaardige lijm worden afgewerkt. Deze afwerking is een tijdrovende bewerking die daarenboven nog zorgvuldig moet worden uitgevoerd.
De uitvinding heeft tot doel een steenstrip te ontwerpen die in de, over de betonoppervlakte gestreken lijm kan worden ingedrukt zonder dat nadien nog een bijkomende bewerking moet worden uitgevoerd om de voeg tussen de strippen af te werken.
Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken, vertonen de randen van de steenstrippen een gereduceerde dikte ten opzichte van de gemiddelde dikte van het materiaal waaruit de steenstrip is vervaardigd.
In een bij voorkeur toegepaste verwezen- lijkingsvorm vertonen de langs- en dwarsranden van de steenstrip volgens de uitvinding een steeds afnemende dikte.
Volgens een voordelige verwezenlijkingsvorm van de uitvinding vertonen de hogerbedoelde langs-en dwarsranden een dikte die nagenoeg 1 mm kan bedragen.
<Desc/Clms Page number 2>
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een steenstrip volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een dwarsdoorsnede door twee steenstrippen van het courante type op een laag kleefmiddel gehecht, waarbij de voeg tussen de strippen nadien is bijgewerkt.
Figuur 2 is een dwarsdoorsnede door twee steenstrippen volgens de uitvinding waaruit blijkt dat het voegen tussen de steenstrippen overbodig is geworden.
Figuur 3 is een langsdoorsnede door een steenstrip volgens de uitvinding.
Verwijzend vooreerst naar figuur 1, bemerkt men dat de steenstrippen over een ganse doorsnede nagenoeg dezelfde materiaaldikte vertonen. Steenstrippen van het courante formaat worden hier met de verwijzing 1 aangeduid. Het kleefmiddel waarop deze steenstrippen werden vastgehecht, draagt de verwijzing 2.
De betonlaag 3 waarop het kleefmiddel is aangebracht, kan gelijk welke structuur vertonen. Door de betrekkelijk hoge langs- en zijranden van de strippen 1 moet de met de verwijzing 4 aangeduide voeg tussen de strippen bijgewerkt worden. De uitdrukking bijwerken betekent dat een kleefmiddel 5 met de gewenste hoogte tussen de langsen dwarsranden van de strippen 1 moet worden aangebracht.
Deze noodzakelijke bewerking is erg tijdrovend en vergt daarenboven vakmanschap aangezien het uitzicht van de afgewerkte muur hiervan in hoge mate afhangt.
Volgens de uitvinding wordt nu beroep gedaan op langsstrippen 6 (figuur 2) die in een laag kleefmiddel 7 worden aangedrukt. Het kleefmiddel 7 wordt over de betonstructuur 8 uitgestreken. De steenstrippen 6 vertonen zowel volgens hun langsranden als volgens hun dwarsranden een afnemende dikte, hetgeen ook blijkt uit figuur 3.
Zo kan het bovenvlak van de steenstrippen schuin naar de langs- en dwarsranden toe verlopen. Volgens beide
<Desc/Clms Page number 3>
uitvoeringsvormen volstaat het de steenstrippen in het kleefmiddel 7 aan te drukken om tussen de steenstrippen een zuivere voeg te zien ontstaan. Een dergelijke voeg wordt bij voorbeeld op figuur 2 met de verwijzing 9 aangeduid.
Dank zij hun schuine kant dient geen verdere vulling van de voeg tussen twee steenstrippen 6 te worden overwogen. Niet alleen is de besparing aan arbeidsuren zeer belangrijk maar het kleefmiddel 7 dat op de betonstructuur 8 is aangebracht, vormt onmiddellijk een afgewerkte en zuivere voeg.
Wanneer de materiaaldikte in de richting van de langs- en dwarsranden van de steenstrippen progressief wordt verminderd, volstaat het wanneer de dikte van deze strippen voldoende is om de stevigheid en dus de sterkte van de strippen te garanderen.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat hieraan wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
"Improved brick slips for lining walls, partitions and the like"
This invention relates to brick strips for lining walls, walls and the like, which strips are adhered to a wall or wall by an adhesive.
Such strips, usually made of fired clay, have been used extensively for a long time for finishing surfaces of concrete and with the intention z. G. save half a pebble.
By using suitable adhesives, very thin strips can now be used.
The term "thin strips" means that the thickness of these strips cannot exceed 5 to 7 mm.
The joint between the strips must be finished with the same or a similar adhesive. This finish is a time-consuming operation that, moreover, still has to be carried out carefully.
The object of the invention is to design a brick strip that can be pressed into the adhesive coated over the concrete surface without additional processing having to be carried out afterwards to finish the joint between the strips.
In order to make this possible according to the invention, the edges of the brick slips have a reduced thickness compared to the average thickness of the material from which the brick strip is made.
In a preferred embodiment, the longitudinal and transverse edges of the brick strip according to the invention show an ever decreasing thickness.
According to an advantageous embodiment of the invention, the above-mentioned longitudinal and transverse edges have a thickness which can amount to approximately 1 mm.
<Desc / Clms Page number 2>
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a brick slip according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the attached figures.
Figure 1 is a cross-sectional view through two common-type brick slips bonded to a layer of adhesive, the joint between the strips being subsequently trimmed.
Figure 2 is a cross-section through two brick slips according to the invention, showing that grouting between the brick slips has become superfluous.
Figure 3 is a longitudinal section through a brick slip according to the invention.
Referring first to Figure 1, it is noted that the brick slips have substantially the same material thickness over an entire cross-section. Brick slips of the current format are indicated here with reference 1. The adhesive to which these brick slips were bonded bears the reference 2.
The concrete layer 3 on which the adhesive is applied can have any structure. Due to the relatively high longitudinal and side edges of the strips 1, the joint between the strips indicated with reference 4 must be touched up. The term updating means that an adhesive 5 of the desired height must be applied between the longitudinal transverse edges of the strips 1.
This necessary operation is very time consuming and requires craftsmanship, since the appearance of the finished wall depends to a large extent on this.
According to the invention, use is now made of longitudinal strips 6 (figure 2) which are pressed in a layer of adhesive 7. The adhesive 7 is spread over the concrete structure 8. The brick slips 6 have a decreasing thickness along their longitudinal edges and along their transverse edges, which is also apparent from figure 3.
For example, the top surface of the brick slips can run diagonally towards the longitudinal and transverse edges. According to both
<Desc / Clms Page number 3>
In embodiments, it is sufficient to press the brick strips in the adhesive 7 to see a clean joint between the brick strips. Such a joint is indicated with reference 9 for example in Figure 2.
Due to their bevel, no further filling of the joint between two stone strips 6 should be considered. Not only is the saving of labor hours very important, but the adhesive 7 applied to the concrete structure 8 immediately forms a finished and clean joint.
When the material thickness in the direction of the longitudinal and transverse edges of the brick slips is progressively reduced, it suffices if the thickness of these strips is sufficient to guarantee the strength and thus the strength of the strips.
It is clear that the invention is not limited to the above-described embodiment and that changes could be made without departing from the scope of the patent application.