<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze en inrichting om een van weefsel voorziene doekboom
EMI1.1
te vervangen door een lege doekboom en hulpapparaat hierbij aangewend. aangewend.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze, alsook een inrichting, om bij weefmachines een van weefsel voorziene doekboom, meestal volle doekboom, te vervangen door een lege doekboom. In het bijzonder, doch niet uitsluitend, is de werkwijze volgens de uitvinding bedoeld om aangewend te worden bij doekopwikkelsystemen van het type waarbij de doekboom, respektievelijk de doekrol, vrij op twee meestal aangedreven rollen ligt.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een hulpapparaat dat in kombinatie met de werkwijze volgens de uitvinding kan aangewend worden om een lege doekboom van een strook klevend materiaal te voorzien, zodanig dat het begin van het op te wikkelen doek of weefsel aan de lege doekboom kan vastgekleefd worden.
<Desc/Clms Page number 2>
Men kent reeds een groot aantal inrichtingen en werkwijzen die bedoeld zijn om een opgewikkelde doekrol te vervangen door een lege doekboom.
De huidige uitvinding heeft echter betrekking op een werkwijze met als bijzonder voordeel dat de vervanging van de doekboom relatief eenvoudig en op een korte tijdspanne kan verwezenlijkt worden zonder ingewikkelde apparatuur.
'Hiertoe bestaat deze werkwijze hoofdzakelijk in de volgende opeenvolgende stappen : het langs een rol ombuigen van het weefsel dat aan de te vervangen doekboom, respektievelijk doekrol, wordt toegevoerd ; het tussen deze rol en de te vervangen doekboom tegen het weefsel aandrukken van een eventueel van kleefmiddelen voorziene lege doekboom, meer speciaal aan de zijde van het weefsel die tegengesteld is aan de zijde die kontakt maakt met de voornoemde rol, waarbij de lege doekboom en de rol in de inklemming van het weefsel voorzien ; het tussen de lege doekboom en de van weefsel voorziene doekboom doorsnijden van het weefsel ; het verder rond de lege doekboom leggen van het weefsel, waarbij het weefsel nabij zijn vrije afgesneden uiteinde tussen de lege doekboom en de voornoemde rol gestoken wordt ;
en het verder opvikkelen of in gang zetten van de wikkelbeweging van de - 1--nieuwe doekboom.
<Desc/Clms Page number 3>
Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een inrichting om de voornoemde werkwijze te verwezenlijken.
De uitvinding betreft ook een hulpapparaat waarmede de voornoemde kleefmiddelen op een nieuwe, lege doekboom kunnen aangebracht worden.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een doekopwikkelinrichting weergeeft van het type waarbij de doekrol vrij op een aantal rollen is opgelegd ; figuren 2 t. e. m. 9 stapsgewijs de werkwijze volgens de uitvinding weergeven voor de doekopwikkelinrichting volgens figuur 1 ; figuur 10 een van kleefmiddelen voorziene lege doekboom weergeeft ; figuur 11 het hulpapparaat weergeeft dat bedoeld is om de kleefmiddelen op een lege doekboom aan te brengen.
In figuur 1 is een bekende opstelling weergegeven waarbij gebruik gemaakt wordt van een afzonderlijk naast een weefmachine 1 opgestelde doekopwikkelinrichting 2. Deze doekopwikkelinrichting 2 bestaat hoofdzakelijk uit twee rollen
<Desc/Clms Page number 4>
3 en 4 die de op de doekboom 5 gewikkelde doekrol 6 ondersteunen. Het geproduceerde weefsel 7 wordt hierbij vanaf de weefmachine l onder het weversplatform 8 naar de doekopwikkelinrichting 2 geleid en aldaar opgewikkeld.
Het vervangen van een volle doekboom 5 zal volgens de uitvinding gebeuren zoals weergegeven in de figuren 2 t. e. m.
9.
In de eerste plaats wordt de doekrol 6 uit zijn normale positie weggenomen, door middel van een verwijderingsmechanisme 9, dat bijvoorbeeld gevormd wordt door beweegbare armen 10 voorzien van uitsparingen 11 waarin de doekrol 6 bij de uiteinden van de zieh erin bevindende doekboom 5 kan opgenomen worden. De doekrol 6 wordt zodanig gesitueerd dat het weefsel 7 tussen de rol 3 en de doekrol 6 in gespannen toestand blijft. Gelijktijdig wordt een nieuwe, lege doekboom 12 door middel van het aanvoermechanisme 13, gevormd door armen 14 voorzien van uitsparingen 15, aangevoerd. De lege doekboom 12 is langs zijn oppervlak 16 voorzien van kleefmiddelen 17, die bij voorkeur gevormd worden door tweezijdig klevende kleefband.
In een volgende stap, zoals in figuur 3 weergegeven, wordt de nieuwe doekboom 12 door middel van het aanvoermechanisme 13 tegen het weefsel 17 gedrukt, meer speciaal tussen de
<Desc/Clms Page number 5>
voornoemde rol 3 en de te vervangen doekrol 6, en in het bijzonder tegen de zijde 18 van het weefsel 7, die tegengesteld is aan de zijde 19 die kontakt maakt met de voornoemde rol 3. Het is duidelijk dat hierbij het weefsel 7 reeds gedeeltelijk, en wel zonder dat zieh rimpels in het weefsel of het doek 7 kunnen voordoen, längs het oppervlak of de omtrek 16 van de nieuwe doekboom 12 gelegd wordt.
Vervolgens wordt, zoals weergegeven in figuur 4 het doek of weefsel 7 tussen de nieuwe doekboom 12 en de te vervangen doekboom 5 doorgesneden, door middel van snijmiddelen 20 terwijl bij voorkeur het bekomen vrije uiteinde 21 wordt ingeklemd door middel van klemmiddelen 22. De snij-en klemmiddelen 20 en 22 kunnen op een geschikt verplaatsbaar mechanisme 23 zijn aangebracht. Hierna wordt de doekrol 6 verwijderd.
Zoals weergegeven in figuur 5 kan vervolgens door middel van de klemmiddelen 22 het doek of weefsel 7 in gespannen toestand over een bepaalde afstand rond de nieuwe doekboom 12 gewikkeld worden, waarna het weefsel 7 volledig losgelaten wordt zodat tenslotte het vrije uiteinde 21 van het weefsel 7 vrij naar beneden komt te hangen. Bij voorkeur wordt erop gelet dat in deze faze de nieuwe doekboom 12 zieh schuin boven de voornoemde rol 3 bevindt, meer speciaal zoals aangeduid met hoek A in figuur 6, een en ander zodanig dat het vrij uiteinde
<Desc/Clms Page number 6>
21 zieh op een redelijke afstand van de onderste rol 3 bevindt.
Voor wat betreft de verschillende standen van figuren 4 t. e. m.
6 is het duidelijk dat niet noodzakelijk gebruik hoeft gemaakt te worden van de voornoemde klemmiddelen 22 om het weefsel 7 rond de nieuwe kettingboom 12 te wikkelen. Het is inderdaad mogelijk om het weefsel 7 bij zijn vrij uiteinde 21 gedurende het doorsnijden naar beneden te laten vallen, zodanig dat rechtstreeks de toestand volgens figuur 6 bereikt wordt. In zulk geval kunnen de voornoemde klemmiddelen 22 gevormd worden door een geschikt middel dat zieh gelijktijdig met de snijmiddelen 20 langs het weefsel 7 beweegt, zodanig dat het weefsel 7 plaatselijk strakgehouden wordt om het snijden te vergemakkelijken.
In een volgende stap, zoals weergegeven in figuur 7, wordt het weefsel nabij zijn afgesneden vrij uiteinde tussen de lege doekboom 12 en de voornoemde rol 3 gestoken, waardoor het weefsel 7 volledig of nagenoeg volledig rond de nieuwe doekboom 12 is aangebracht. Het doek 7 kan ook tussen de lege doekboom 12 en de voornoemde rol 3 gestoken worden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van insteekmiddelen 24 die op geschikte wijze gepresenteerd en verplaatst worden door middel van een mechanisme 25. Opgemerkt wordt nog dat een groot voordeel volgens de uitvinding te zien is in het feit
<Desc/Clms Page number 7>
dat het uiteinde 21 automatisch tussen de rollen 3 en 12 wordt gewikkeld, wat mogelijk is doordat dit uiteinde niet moet gezocht worden.
Vervolgens zal volgens de weergegeven uitvoeringsvorm het aanvoermechanisme 13 zodanig bewogen worden dat de nieuwe doekboom 12 in zijn normale stand tussen de twee rollen 3 en 4, zoals weergegeven in figuur 9 komt te liggen, waarna verder wordt opgewikkeld.
Het is duidelijk dat de insteekmiddelen 24 ook kunnen gevormd worden door aan het voornoemde mechanisme 23 dat de snijmiddelen 21 en klemmiddelen 22 draagt een geschikte vorm te geven.
Het is eveneens duidelijk dat verscheidene varianten van de uitvinding mogelijk zijn. Zo zou bijvoorbeeld door middel van de klemmiddelen 22 het weefsel 7 vanuit de stand volgens figuur 5 verder naar beneden kunnen gebracht worden en in een gestrekte toestand behouden worden, terwijl de insteekmiddelen 24 met het onder spanning staande weefsel samenwerken.
Vanzelfsprekend heeft de uitvinding ook betrekking op andere doekopwikkelsystemen dan deze van het type waarbij een doekrol 6 vrij ondersteund wordt door twee rollen 3 en 4. Indien de doekrol 6 door een geraamte 26 zijdelings zou ondersteund
<Desc/Clms Page number 8>
worden, zoals weergegeven in figuur 8, is het immers duidelijk dat de rol 4 volledig overbodig wordt en kan weggelaten worden, waarbij evenwel de werkwijze volgens de uitvinding nog steeds kan uitgevoerd worden en een toestand zoals in figuur 2 kan bekomen worden. Daarna kan de werkwijze zoals voornoemd verder worden uitgevoerd. In dit geval zal het aanvoermechanisme 13 de doekrol 12 blijven steunen tot wanneer de asuiteinden ervan tussen de geleidingen 26 gelegen zijn.
De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting om de voornoemde werkwijze uit te voeren, m. a. w. een
EMI8.1
inrichting waarbij een doek 7 minstens langs een rol 3 gebogen C > wordt om vervolgens op een doekrol 6 gewikkeld te worden, waarbij deze inrichting minstens voorzien is van het voornoemde verwijderingsmechanisme 9, het aanvoermechanisme 13, de snijmiddelen 20 en de insteekmiddelen 24, een en ander zodanig dat deze middelen de geschikte bewegingen zoals weergegeven in de figuren kunnen uitvoeren. Verder kän deze inrichting al dan niet de voornoemde klemmiddelen 22 bevatten.
In figuur 10 wordt een nieuwe of lege doekboom 12 weergegeven, waarbij deze voorzien is van kleefmiddelen 17 die gevormd worden door een schroefvormig rond de doekboom 12 gewikkelde strook kleefband 27. Het voordeel hiervan is dat de hoekpositie van de rol 12 t. o. v. het weefsel 7 onbelangrijk i s.
<Desc/Clms Page number 9>
Tenslotte nog heeft de uitvinding betrekking op een hulpapparaat om de voornoemde kleefband 27 schroefvormig op een nieuwe doekboom 12 aan te brengen. Dit hulpapparaat 28 bestaat hoofdzakelijk uit een verplaatsingsmechanisme 29, zoals een wagentje, waarop een aandrijfmechanisme 30 met een kontaktrol 31, een rol kleefband 32 en een aandrukmechanisme 33 zijn aangebracht. Het geheel wordt langs een wentelbaar opgelegde nieuwe doekboom 12 opgesteld, een en ander zodanig dat door middel van de aandrijving 30 en de kontaktrol 31 een draaibeweging aan de doekrol 12 kan gegeven worden, terwijl door middel van het aandrukmechanisme 33 de kleefmiddelen 17
EMI9.1
tegen de doekboom 12 gedrukt worden. Gelijktijdig wordt het t > geheel in langsrichting verplaatst door middel van het verplaatsingsmechanisme 29.
Het is duidelijk dat de kleefband zodoende schroefvormig langs de doekboom 12 wordt aangebracht. Door de kontaktrol 31 zodanig op te stellen dat zijn aslijn een hoek maakt met de lengteas van de nieuwe doekboom 12 wordt door de inschakeling van het aandrijfmechanisme 30 automatisch bereikt dat, enerzijds, aan de doekboom 12 een rotatie wordt medegedeeld, terwijl door middel van dezelfde aandrijving, anderzijds, het wagentje wordt verplaatst.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringen, doch dergelijke werkwijze en inrichting om een van weefsel voorziene doekboom te vervangen door een lege
<Desc/Clms Page number 10>
doekboom kan volgens allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Method and device for a cloth tree provided with fabric
EMI1.1
to be replaced by an empty cloth boom and auxiliary device used. employed.
This invention relates to a method, as well as an apparatus, for replacing a cloth tree provided with tissue, usually a full cloth tree, with an empty cloth tree in weaving machines. In particular, but not exclusively, the method according to the invention is intended to be used in cloth winding systems of the type in which the cloth beam or cloth roll, respectively, lies freely on two usually driven rollers.
The invention also relates to an auxiliary device which, in combination with the method according to the invention, can be used to provide an empty cloth tree with a strip of adhesive material, such that the beginning of the cloth or tissue to be wound up can be adhered to the empty cloth tree. turn into.
<Desc / Clms Page number 2>
A large number of devices and methods are already known which are intended to replace a wound cloth roll by an empty cloth tree.
The present invention, however, relates to a method with the special advantage that the replacement of the cloth tree can be realized relatively simply and in a short period of time without complicated equipment.
To this end, this method mainly consists of the following successive steps: bending the fabric which is supplied to the cloth tree to be replaced, or cloth roll, respectively, along a roller; pressing a blank cloth tree, possibly provided with adhesives, against the fabric between this roller and the cloth tree to be replaced, more specifically on the side of the fabric which is opposite to the side which contacts the aforementioned roll, wherein the blank cloth tree and the provide role in the clamping of the tissue; cutting the tissue between the empty cloth tree and the cloth tree provided with tissue; further laying the fabric around the empty cloth tree, inserting the tissue near its free cut end between the empty cloth tree and the aforementioned roll;
and further winding up or initiating the winding movement of the new cloth boom.
<Desc / Clms Page number 3>
The invention also relates to a device for realizing the aforementioned method.
The invention also relates to an auxiliary device with which the above-mentioned adhesives can be applied to a new, empty cloth tree.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, a preferred embodiment is described below, by way of example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a cloth winding device of the type in which the cloth roll is freely positioned on a number of roles have been imposed; figures 2 t. e. m. 9 show step by step the method according to the invention for the cloth winding device according to figure 1; figure 10 represents an empty cloth tree provided with adhesives; Figure 11 shows the auxiliary device intended to apply the adhesives to an empty cloth tree.
Figure 1 shows a known arrangement in which use is made of a cloth winding device 2 arranged separately next to a weaving machine 1. This cloth winding device 2 mainly consists of two rollers
<Desc / Clms Page number 4>
3 and 4 supporting the cloth roll 6 wound on the cloth tree 5. The fabric 7 produced is guided from the weaving machine 1 under the weaving platform 8 to the fabric winding device 2 and is wound up there.
According to the invention, a full cloth tree 5 will be replaced as shown in Figures 2 t. e. m.
9.
Firstly, the cloth roll 6 is removed from its normal position by means of a removal mechanism 9, which is formed, for example, by movable arms 10 provided with recesses 11, in which the cloth roll 6 can be received at the ends of the cloth tree 5 contained therein. . The cloth roll 6 is positioned such that the fabric 7 between the roll 3 and the cloth roll 6 remains in a tensioned state. At the same time, a new, empty cloth boom 12 is supplied by means of the feed mechanism 13, formed by arms 14 provided with recesses 15. The empty cloth tree 12 is provided along its surface 16 with adhesives 17, which are preferably formed by double-sided adhesive tape.
In a next step, as shown in figure 3, the new fabric boom 12 is pressed against the fabric 17 by means of the feed mechanism 13, more specifically between the
<Desc / Clms Page number 5>
the aforementioned roller 3 and the cloth roller 6 to be replaced, and in particular against the side 18 of the fabric 7, which is opposite to the side 19 which contacts the aforementioned roller 3. It is clear that the fabric 7 is already partly, and this without wrinkles occurring in the fabric or cloth 7, along which the surface or the perimeter 16 of the new cloth boom 12 is laid.
Then, as shown in figure 4, the cloth or fabric 7 is cut between the new cloth tree 12 and the cloth tree 5 to be replaced, by means of cutting means 20, while preferably the obtained free end 21 is clamped by means of clamping means 22. The cutting and clamping means 20 and 22 may be mounted on a suitable movable mechanism 23. The cloth roll 6 is then removed.
As shown in figure 5, by means of the clamping means 22, the cloth or fabric 7 can be wound in a stretched condition around the new cloth tree 12 in a stretched position, after which the fabric 7 is fully released, so that finally the free end 21 of the fabric 7 hangs down freely. It is preferred to ensure that in this phase the new cloth boom 12 is obliquely above the aforementioned roller 3, more particularly as indicated by angle A in figure 6, all this in such a way that the free end
<Desc / Clms Page number 6>
21 is at a reasonable distance from the lower roll 3.
With regard to the different positions of figures 4 t. e. m.
6 it is clear that the aforementioned clamping means 22 need not necessarily be used to wrap the fabric 7 around the new warp beam 12. It is indeed possible to drop the fabric 7 at its free end 21 during cutting, so that the situation according to figure 6 is directly reached. In such a case, the aforementioned clamping means 22 may be formed by a suitable means which moves along the fabric 7 simultaneously with the cutting means 20, such that the fabric 7 is locally held taut to facilitate cutting.
In a next step, as shown in figure 7, the fabric is inserted near its cut free end between the empty cloth tree 12 and the aforementioned roller 3, whereby the fabric 7 is completely or almost completely arranged around the new cloth tree 12. The cloth 7 can also be inserted between the empty cloth tree 12 and the aforementioned roller 3, for instance by using insertion means 24 which are suitably presented and moved by means of a mechanism 25. It is also noted that a great advantage according to the invention can be seen in the fact
<Desc / Clms Page number 7>
that the end 21 is automatically wound between the rollers 3 and 12, which is possible because this end does not have to be sought.
According to the embodiment shown, the feed mechanism 13 will then be moved such that the new cloth boom 12 in its normal position comes to lie between the two rollers 3 and 4, as shown in figure 9, after which winding is continued.
It is clear that the insertion means 24 can also be formed by giving the above-mentioned mechanism 23 carrying the cutting means 21 and clamping means 22 a suitable shape.
It is also clear that several variants of the invention are possible. For example, by means of the clamping means 22, the fabric 7 could be further lowered from the position according to Figure 5 and kept in a stretched state, while the inserting means 24 cooperate with the tensioned fabric.
Naturally, the invention also relates to cloth winding systems other than those of the type in which a cloth roll 6 is freely supported by two rolls 3 and 4. If the cloth roll 6 were to be supported laterally by a frame 26
<Desc / Clms Page number 8>
After all, as shown in Figure 8, it is clear that the roller 4 becomes completely superfluous and can be omitted, but the method according to the invention can still be carried out and a situation as shown in Figure 2 can be obtained. Thereafter, the method as described above can be carried out further. In this case, the feed mechanism 13 will continue to support the fabric roll 12 until its shaft ends are between the guides 26.
The present invention also relates to a device for carrying out the aforementioned method, m. A. W. a
EMI8.1
device in which a cloth 7 is bent at least along a roll 3 and then to be wound on a cloth roll 6, this device comprising at least the aforesaid removal mechanism 9, the feeding mechanism 13, the cutting means 20 and the insertion means 24, one and other such that these means can perform the appropriate movements as shown in the figures. Furthermore, this device may or may not contain the aforementioned clamping means 22.
Figure 10 shows a new or empty cloth tree 12, in which it is provided with adhesives 17 which are formed by a strip of adhesive tape 27 wound helically around the cloth tree 12. The advantage of this is that the angular position of the roll 12 t. o. v. the fabric 7 unimportant i s.
<Desc / Clms Page number 9>
Finally, the invention also relates to an auxiliary device for applying the above-mentioned adhesive tape 27 helically to a new cloth tree 12. This auxiliary device 28 mainly consists of a displacement mechanism 29, such as a trolley, on which a driving mechanism 30 with a contact roller 31, a roll of adhesive tape 32 and a pressing mechanism 33 are arranged. The whole is arranged along a rotatably mounted new cloth boom 12, all this in such a way that a rotation movement can be given to the cloth roll 12 by means of the drive 30 and the contact roller 31, while the adhesives 17 can be given by means of the pressing mechanism 33.
EMI9.1
pressed against the cloth tree 12. At the same time, the whole is moved longitudinally by means of the displacement mechanism 29.
It is clear that the adhesive tape is thus screwed along the cloth tree 12. By arranging the contact roller 31 such that its axis line forms an angle with the longitudinal axis of the new fabric boom 12, the activation of the drive mechanism 30 automatically achieves that, on the one hand, a rotation of the fabric boom 12 is communicated, while by means of the same drive, on the other hand, the trolley is moved.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such a method and device for replacing a fabriced cloth tree with an empty one
<Desc / Clms Page number 10>
cloth tree can be realized in all kinds of variants without departing from the scope of the invention.