NL9301571A

NL9301571A - System for detecting a device identifier in a telecommunications system

Info

Publication number: NL9301571A
Application number: NL9301571A
Authority: NL
Original assignee: Nederland Ptt
Priority date: 1993-09-10
Filing date: 1993-09-10
Publication date: 1995-04-03

Abstract

System for detecting the identifier of a device of a telecommunications system such as a terminal device, transmission device or switching device. The system comprises a detector 2, which is connected to the device 3, and also a remitter 4, which is connected to a second device 5. The detector dials up the second device, the telecommunications system transferring the identifier of the first device to the remitter ("calling number display" service). The remitter transmits this identifier of the first device back to the detector, where the requested identifier can be read out on a display. To summarize, relatively substantial savings are achieved as follows: - only one rather than two operators are required for testing; - time saving in the event of faults; - direct and uncorrupted data exchange; - data print-out facilitated; - integration into quality assurance system; - increase in performance of the telecommunications system; - prevention of unnecessary investment in cable/trunk/channel capacity. <IMAGE>

Description

Systeem voor het detecteren van een orgaan-identifier in een telecommunicatiesysteemSystem for detecting an organ identifier in a telecommunication system

A. ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGA. BACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het detecteren van de identifier van een orgaan van een telecommunicatiesysteem zoals een eindorgaan, transmissieorgaan of schakelorgaan. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een remitter en een detector die bij uitstek geschikt en bedoeld zijn voor het genoemde systeem.The invention relates to a system for detecting the identifier of a member of a telecommunication system, such as an end member, transmission member or switching member. The invention also relates to a remitter and a detector which are eminently suitable and intended for the said system.

Telecommunicatienetten, bijvoorbeeld telefonienetten, omvatten grote aantallen kabeladers, waarvan een groot gedeelte is toegewezen aan abonees (abonnee-aansluitingen). Van al die kabeladers (lijnen) moet administratief worden bij gehouden hoe zij zijn toegewezen. Behalve nieuwe toewijzingen, moeten ook de lijnen die bijvoorbeeld door opheffing van toewijzingen weer vrij komen, worden geregistreerd. Teneinde de kwaliteit van de dienstverlening, bijvoorbeeld bij het maken van nieuwe aansluitingen, te maximaliseren en de kosten door overcapaciteit te minimaliseren, is het gewenst op bepaalde momenten de werkelijke lijnbezetting te kunnen vergelijken met de administratieve informatie. Volgens de huidige praktijk wordt daartoe door een eerste operator een ('hand held') telefoontoestel aangesloten op het netwerk, bijvoorbeeld op een meetpunt in een kabelverdeelkast, waarna deze een tweede operator belt die is aangesloten op een telefoonnummer dat is vrijgegeven voor 'calling number display'. De tweede operator kan daardoor de identifier zien van de lijn waarvandaan gebeld wordt en geeft deze, via dezelfde dan wel een andere verbinding, door aan de eerste operator. Deze kan dan zien of de geadminstreerde identifier klopt met de aldus gedetecteerde identifier. Ook kan op die wijze blijken dat een lijn vrijgekomen is die 'op papier' nog is toegewezen aan een abonnee-aansluiting of ander orgaan.Telecommunication networks, for example telephone networks, comprise large numbers of cable wires, a large part of which is allocated to subscribers (subscriber connections). All those cable cores (lines) must be administratively kept track of how they are allocated. In addition to new allocations, the lines that are released again, for example by canceling allocations, must also be registered. In order to maximize the quality of the service, for example when making new connections and to minimize the costs due to overcapacity, it is desirable at certain times to be able to compare the actual line utilization with the administrative information. According to current practice, a first operator connects a ('hand held') telephone to the network, for example to a measuring point in a cable distribution box, after which he calls a second operator who is connected to a telephone number that has been released for 'calling number'. display '. The second operator can therefore see the identifier of the line from which the call is made and passes it on to the first operator via the same or a different connection. This can then see whether the administered identifier matches the identifier thus detected. In this way it may also become apparent that a line has been released that is still allocated 'on paper' to a subscriber connection or other body.

Daar de operator bij het meetpunt in het netwerk niet in staat is rechtstreeks te meten hoe lijnen toegewezen zijn, zijn voor het op deze wijze doormeten dus steeds twee operators nodig, waardoor de effiency, vooral bij het doormeten van grote aantallen 'organen' (lijnen), niet erg groot is.Since the operator at the measuring point in the network is not able to directly measure how lines are allocated, two operators are therefore always required for measuring in this way, so that the efficiency, especially when measuring large numbers of 'organs' (lines ), is not very big.

B. SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGB. SUMMARY OF THE INVENTION

De uitvinding berust op het inzicht dat in het bovenbeschreven proces de onbekende identifier naar een orgaan met een 'calling number display'-faciliteit wordt gezonden en dit orgaan, respectievelijk een daarop aangesloten hulporgaan, niets meer behoeft te doen dan het reflecteren van de 'calling number identifier'. De uitvinding omvat aldus een systeem voor het detecteren van de identifier van een eerste orgaan van een telecommunicatiesysteem zoals een eindorgaan, transmissieorgaan of schakelorgaan, dat wordt gekenmerkt door een detector die rechtstreeks dan wel via het telecommunicatiesysteem verbonden is met het eerste orgaan, alsmede een remitter die op een tweede orgaan is aangesloten dan wel een tweede orgaan omvat, waarbij genoemde detector het tweede orgaan aankiest, het telecommunicatiesysteem aan de remitter de identifier van het eerste orgaan overdraagt en de remitter, via hetzelfde dan wel een ander telecommunicatiesysteem, die identifier van het eerste orgaan terugzendt naar de detector.The invention is based on the insight that in the above-described process the unknown identifier is sent to a device with a 'calling number display' facility and this device, or an auxiliary device connected thereto, need not do anything more than reflect the 'calling' number identifier '. The invention thus comprises a system for detecting the identifier of a first member of a telecommunication system such as an end member, transmission member or switching member, which is characterized by a detector connected directly or via the telecommunication system to the first member, as well as a remitter connected to a second member or comprising a second member, said detector choosing the second member, transmitting the telecommunication system to the remitter the identifier of the first member and the remitter, via the same or another telecommunication system, that identifier of the first organ returns to the detector.

Door het gebruik van een remitter, die de 'calling number identifier' van de de lijn waarop de 'hand held' detector is aangesloten, automatisch, zonder tussenkomst van een tweede operator, naar de detector terugzendt kan uiterst snel en betrouwbaar, vanuit elk punt van het netwerk worden nagegaan met welke lijn-identifier (of identifier van een ander soort netwerkorgaan) men te maken heeft. Op deze wijze kan een grote besparing worden bereikt die in de miljoenen per jaar kan lopen. Enerzijds kunnen op deze wijze de administratieve gegevens betreffende de bezetting van kabeladers e.d. op efficiënte wijze worden aangepast aan de werkelijke situatie, terwijl anderzijds steeds bij het uitvoeren van mutaties in het netwerk, in het bijzonder bij het maken van nieuwe klantverbindingen, dergelijke mutaties kunnen worden gecontroleerd, i.c. of de nieuwe klantverbinding op de juiste kabeladers is gemaakt.The use of a remitter, which automatically returns the calling number identifier of the line to which the hand held detector is connected, without the intervention of a second operator, to the detector is extremely fast and reliable, from any point of the network, the line identifier (or identifier of another type of network body) that one is dealing with must be investigated. In this way, large savings can be achieved that can run into the millions per year. On the one hand, in this way, the administrative data regarding the occupation of cable cores, etc. can be efficiently adapted to the actual situation, while on the other hand, when mutations in the network, in particular when making new customer connections, such mutations can be made checked whether the new customer connection has been made on the correct cable cores.

C. UITVOERINGSVOORBEELDENC. IMPLEMENTATION EXAMPLES

Hierna wordt de uitvinding aan de hand van de figuren 1, 2 en 3 nader geïllustreerd. Figuur 1 toont een telecommunicatiesysteem waarin het systeem volgens de uitvinding kan worden toegepast. Figuur 2 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een remitter die onderdeel is of kan zijn van het systeem volgens de uitvinding. Figuur 3 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een detector die onderdeel is of kan zijn van het systeem volgens de uitvinding.The invention will be illustrated in more detail below with reference to Figures 1, 2 and 3. Figure 1 shows a telecommunication system in which the system according to the invention can be applied. Figure 2 schematically shows an exemplary embodiment of a remitter which is or may be part of the system according to the invention. Figure 3 schematically shows an exemplary embodiment of a detector which is or may be part of the system according to the invention.

Figuur 1 toont een telecommunicatiesysteem 1 dat ondermeer transmissie-, schakel- en eindorganen omvat en dat dient voor het maken van verbindingen tussen die eindorganen, gebruikmakend van een netwerk van transmissie- en schakelorganen. Figuur 1 toont als eindorganen de netwerkaansluitingen 3 en 5; alle netwerkaansluitingen hebben een aansluitnummer als identifier. Ook is het mogelijk dat op de netwerkaansluitingen aangesloten of aansluitbare terminals (spraak-, beeld- of dataterminals) een eigen identifier hebben, waarmee zij tegenover het netwerk of andere terminals of achterliggende systemen kunnen identificeren. Ook is het mogelijk dat gebruikers van de terminals zich tegenover het netwerk of andere gebruikers, terminals of systemen kunnen identificeren; dit laatste is bijvoorbeeld een ontwikkeling binnen UPT (Universal Personal Telecommunications). Terminals kunnen via koperaders, optische vezels of via radiokanalen met het netwerk verbonden zijn, terwijl ook het netwerk zelf verschillende media kan gebruiken. Binnen het netwerk van figuur 1 bevinden zich manipulatie- of meetpunten 6, bijvoorbeeld in de vorm van kabelverdeelkasten e.d. Verbindingen kunnen echter ook worden gemeten en gemanipuleerd in kabelmoffen waarin kabeladers met elkaar verbonden of afgetakt kunnen worden. Het is van belang om in deze punten 6 van elk aderpaar te weten met welke netwerkorganen, bijvoorbeeld netwerkaansluitingen, deze verbonden is. Om dit te kunnen meten wordt op zo'n aderpaar een detector 2 aangesloten. Deze is in staat vanaf dat meetpunt een oproep te doen naar een bepaalde netwerkaansluiting ('telefoonnummer'). Die netwerkaansluiting moet door het telecommunnicatiesysteem zijn vrijgegeven voor een faciliteit die wordt aangeduid met 'calling number display'. Volgens de uitvinding is op die netwerkaansluiting een speciale terminal aangesloten, namelijk een remitter 4. Deze is in staat de door het netwerk overgedragen 'calling number identifier' te ontvangen en weer terug te zenden aan de terminal die de oproep initieerde, i.c. de detector 2. Deze ontvangt de teruggezonden identifier en kan deze op een display weergeven zodat de operator bij het manipulatie-/meeetpunt 6 ziet wat de identifier is van het orgaan waarmee hij de detector 2 had verbonden. Om te voorkomen dat zich ongewenste situaties voordoen, identificeert de detector 2 zich tegenover de remitter 4 door het meezeilden van een eigen ID- en PIN-code. Bovendien worden de overgezonden gegevens, heen de door de detector 4 gezonden ID- en PIN-code en terug de door de remitter 4 teruggezonden orgaan-identifier, versleuteld overgezonden.Figure 1 shows a telecommunication system 1 which includes transmission, switching and terminal members, and which serves to make connections between those terminal members, using a network of transmission and switching members. Figure 1 shows the network connections 3 and 5 as end members; all network connections have an extension number as an identifier. It is also possible that terminals connected or connectable to the network connections (voice, image or data terminals) have their own identifier, with which they can identify opposite the network or other terminals or underlying systems. Users of the terminals may also identify themselves to the network or other users, terminals or systems; the latter is, for example, a development within UPT (Universal Personal Telecommunications). Terminals can be connected to the network via copper wires, optical fibers or via radio channels, while the network itself can also use different media. Within the network of figure 1 there are manipulation or measuring points 6, for instance in the form of cable distribution boxes and the like. However, connections can also be measured and manipulated in cable sleeves in which cable cores can be connected or branched together. It is important to know in these points 6 of each pair of wires to which network members, for example network connections, it is connected. To be able to measure this, a detector 2 is connected to such a pair of wires. This is able to make a call from that measuring point to a specific network connection ('telephone number'). That network connection must be released by the telecommunications system for a facility called 'calling number display'. According to the invention, a special terminal is connected to this network connection, namely a remitter 4. This is capable of receiving the calling number identifier transmitted by the network and returning it to the terminal that initiated the call, in this case detector 2. It receives the returned identifier and can display it on a display so that the operator sees at the manipulation / measurement point 6 what the identifier is of the device with which he had connected detector 2. To prevent unwanted situations from occurring, the detector 2 identifies itself against the remitter 4 by sailing its own ID and PIN code. In addition, the transmitted data, the ID and PIN code sent by the detector 4 and the organ identifier returned by the remitter 4, are transmitted encrypted.

Figuur 2 toont schematisch een implementatievoorbeeld van de detector 2, terwijl figuur 3 schematisch een implementatievoorbeeld van de remitter 4 toont.Figure 2 schematically shows an implementation example of the detector 2, while figure 3 schematically shows an implementation example of the remitter 4.

Detector 2 omvat een interface 10 met het netwerk (via een verbinding 7). Via een vorkschakeling 11 kan door een oproepgenerator 12 een oproep worden uitgezonden naar netwerkaansluiting 5 waarop remitter 4 is aangesloten; de identifier (het abonneenummer) van netwerkaansluiting 5 is in detector 2 opgeslagen in een register 13, waardoor de operator de oproep kan initiëren zonder het abonneenummer waaronder de remitter 4 te bereiken is, te hoeven inkiezen (hij hoeft dat nummer zelfs niet te kennen). Nadat de verbinding is gemaakt, wordt eerst door een orgaan 14 een detector-identifier uitgezonden, gevolgd door een detector-PIN-code vanuit een orgaan 15, beide na eerst in een orgaan 16 te zijn vercijferd.Detector 2 includes an interface 10 to the network (via a connection 7). Via a fork circuit 11, a call generator 12 can send a call to network connection 5 to which remitter 4 is connected; the identifier (the subscriber number) of network connection 5 is stored in detector 2 in a register 13, allowing the operator to initiate the call without having to dial the subscriber number under which the remitter 4 can be reached (he does not even need to know that number) . After the connection is made, a detector identifier is first emitted by means 14, followed by a detector PIN code from means 15, both after first being encrypted in means 16.

Ook remitter 4 is (zie figuur 3) voorzien van een netwerk-interface 20 en een vorkschakeling 21. Nadat detector 2 verbinding heeft gekregen met remitter 4, wordt door de besturing van het telecommunicatiesysteem de identifier van de oproepende detector 2 overgedragen, dat wil zeggen de identifier van de lijn waarop detector 2 via verbinding 7 is aangesloten. Als het manipulatie-/meetpunt 6 een lokale kabelaansluitkast is, is de 'orgaan-identifier' dus de identifier van de netwerkaansluiting 3, met andere woorden het' abonneenummer' van abonnee 8. Deze identifier, die het telecommunicatiesysteem uit hoofde van de service 'calling number display' aan de opgeroepen remitter aanbiedt, wordt niet direct teruggezonden, maar pas nadat de detector eerst zijn detector-identifier en -PIN-code heeft gezonden welke door een orgaan 24 worden geverifieerd aan de hand van een register 25. Indien die verificatie positief is wordt een enable-orgaan 26 geactiveerd en worden de detector-identifier, de gevraagde orgaan-identifier (van het orgaan 3 waarop de detector 2 is aangesloten) en datum en tijdstip gezonden naar een printer 27. Pas nadat de detector-identifier en de te terug te zenden identifier van aansluiting 3 in het printbuffer van printer 27 zijn opgenomen (de print output dient voor eventuele latere verificatie of bewijsvoering), wordt de gevraagde orgaan-identifier (doorgelaten door een door de printer geactiveerd enable-orgaan 28) door een zender 30 teruggezonden, na in een orgaan 29 vercijferd te zijn.Remitter 4 is also provided (see figure 3) with a network interface 20 and a fork circuit 21. After detector 2 has been connected to remitter 4, the identifier of the calling detector 2 is transmitted by the control of the telecommunication system, i.e. the identifier of the line to which detector 2 is connected via connection 7. If the manipulation / measuring point 6 is a local cable junction box, the 'organ identifier' is therefore the identifier of the network connection 3, in other words the 'subscriber number' of subscriber 8. This identifier, which the telecommunication system under the service ' calling number display 'to the called remitter is not returned immediately, but only after the detector has first sent its detector identifier and PIN code which are verified by a body 24 by means of a register 25. If that verification is positive, an enable device 26 is activated and the detector identifier, the requested device identifier (of the device 3 to which the detector 2 is connected) and the date and time are sent to a printer 27. Only after the detector identifier and the identifier to be returned from connection 3 are included in the print buffer of printer 27 (the print output serves for any subsequent verification or proof), the requested The organ identifier (passed through an enabling means 28 activated by the printer) is returned by a transmitter 30 after being encrypted in an organ 29.

Detector 2 ontvangt aldus de gevraagde, a priori onbekende orgaan-identifier, die via een ontvanger 17 aan een display 19 wordt gevoerd, na in een orgaan 18 te zijn ontcijferd.Detector 2 thus receives the requested, a priori unknown organ identifier, which is fed to a display 19 via a receiver 17, after being deciphered in an organ 18.

Door het systeem volgens de uitvinding kunnen relatief grote besparingen en kwaliteitsverbetering worden bereikt, die vooral heet gevolg zijn van het zeer grote aantal lijnen en andere organen in een (publiek) telecommunicatiesysteem, met veel abonnees, zowel zakelijke als particuliere, en de grote hoeveelheid mutaties die daarvan het gevolg zijn. Ook kan aanmerkelijke tijdwinst worden bereikt bij het opheffen van storingen, zoals die welke het gevolg zijn van het doorgraven van telecommunicatiekabels, bijvoorbeeld bij bouwwerkzaamheden e.d.The system according to the invention makes it possible to achieve relatively large savings and quality improvement, which is mainly due to the very large number of lines and other bodies in a (public) telecommunication system, with many subscribers, both business and private, and the large amount of mutations which result from this. Significant time savings can also be achieved in the elimination of faults, such as those that result from the digging of telecommunication cables, for example during construction work, etc.

Samengevat worden de besparingen verkregen door: - slechts één in plaats van twee operators nodig voor het testen; - tijdwinst bij storingen; - directe en onvervormde gegevensuitwisseling; - registratie van de gegevens op een printer mogelijk; - past in een systeem voor kwaliteitsborging; - verhoogt de performance van het telecommunicatiesysteem; - voorkomt onnodige investeringen in kabel-/bundel-/kanaalcapaciteit. Tenslotte in in tabel een gedeelte van de output van de printer 27 weergegeven. Daarin stelt het 'SER.NO.' de detector-identifier voor (waarmee de detector 2 zich dus tegenover de remitter 4 identificeert), en 'CALL NO.' de a priori onbekende orgaan-identifier, hier abonnee-aansluitingnummer. Verder zijn de datum en tijdstip van meting weergegeven. Uit de achtereenvolgens geregistreerde tijdstippen kan een indruk worden gekregen van de snelheid waarmee een groot aantal aansluitingen kan worden gemeten. De meettijd wordt in hoofdzaak bepaald door de snelheid waarmee de detector 2 via verbinding 7 met achtereenvolgende abonneeaansluitingen wordt verbonden. Overigens is het in principe mogelijk dit 'ompluggen' te versnellen indien in het manipulatie-/meetpunt 6 alle aansluitingen worden of zijn verbonden met een soort van 'scanner' die achtereenvolgens met de verschillende aansluitpunten contact maakt.In summary, the savings are achieved by: - only one instead of two operators required for testing; - time savings in case of malfunctions; - direct and undistorted data exchange; - registration of the data on a printer possible; - fits into a quality assurance system; - increases the performance of the telecommunication system; - prevents unnecessary investments in cable / bundle / channel capacity. Finally, part of the output of the printer 27 is shown in table. In it it states 'SER.NO.' the detector identifier for (with which the detector 2 identifies itself opposite the remitter 4), and 'CALL NO.' the a priori unknown organ identifier, here subscriber affiliation number. The date and time of measurement are also shown. The successively recorded times give an impression of the speed at which a large number of connections can be measured. The measuring time is mainly determined by the speed at which the detector 2 is connected to consecutive subscriber connections via connection 7. Incidentally, it is in principle possible to accelerate this 'plug-in' if, in manipulation / measuring point 6, all connections are or are connected to a kind of 'scanner' which makes contact successively with the various connection points.

Een dergelijke scanner kan worden aangestuurd door de detector 2, waarbij de scanner dus steeds één aansluitpunt verder 'stapt' nadat de a priori onbekende identifier via de remitter 4 is terugontvangen. De display kan daarbij desgewenst worden vervangen door of uitgebreid met een kleine printer, die de achtereenvolgende meetresultaten weergeeft. Overigens zal de uitput van die printer geheel overeenkomen met de output van de printer bij de remitter, zodat het systeem volgens de uitvinding zelfs geheel vanaf de zijde van de remitter, dus centraal, zou kunnen worden bestuurd en de gegevens betreffende de werkelijke bezetting van de kabels e.d. centraal zou kunnen worden verzameld.Such a scanner can be controlled by the detector 2, whereby the scanner always 'steps' one terminal further after the a priori unknown identifier has been received back via the remitter 4. If desired, the display can be replaced by or expanded with a small printer, which shows the successive measurement results. Incidentally, the output of that printer will correspond entirely to the output of the printer at the remitter, so that the system according to the invention could even be controlled entirely from the side of the remitter, i.e. centrally, and the data concerning the actual occupancy of the cables etc. could be collected centrally.

D. REFERENTIES Geen.D. REFERENCES None.

Claims

System for detecting the identifier of a first member of a telecommunication system such as an end member, transmission member or switching member, CHARACTERIZED BY a detector (2) connected directly or via the telecommunication system (1) to the first member (3) and a remitter (4) connected to a second member (5) or comprising a second member, said detector choosing the second member, the telecommunication system transmitting the identifier of the first member to the remitter and the remitter, via the same or another telecommunication system, which returns the identifier of the first organ to the detector.

2. Remitter for detecting, in cooperation with a detector in a telecommunication system, the identifier of a first member of that telecommunication system, such as an end member, transmission member or switching member, which remitter is or can be connected to a second member of the telecommunication system or such second means, CHARACTERIZED IN THAT if the remitter is called via the second means by a caller (2) connected to the first member and the telecommunication system thereby transmits the identifier of the first member to the remitter, the remitter, via the same or another telecommunication system, which returns the identifier of the first organ to that paging organ.

Remitter according to claim 2, CHARACTERIZED BY a receiver (22) for receiving, via the second member, an identifier of the first member transmitted by the telecommunication system and a transmitter (30) for returning the identifier of the first member to that calling member. .

The remitter according to claim 2, CHARACTERIZED BY means for performing an authentication protocol with the caller.

Remitter according to claim 4, CHARACTERIZED BY means (24,25) for verifying one or more received identifiers of the caller with identifiers registered in the remitter and returning the identifier only upon agreement between the received identifiers and the registered identifiers of the first organ.

A remitter according to claim 2, CHARACTERIZED BY means (29) for encrypting the identifier of the first member to be returned.

Detector for detecting, in conjunction with a remitter according to claim 2, in a telecommunication system the identifier of a first member of said telecommunication system, such as an end member, transmission member or switching member, which detector is connected directly or via the telecommunication system to said first member, CHARACTERIZED BY a caller (12) for making a call to the remitter, and a means (19) for displaying the identifier of the first member returned by the remitter.

The detector of claim 7, CHARACTERIZED BY means for performing a verification protocol with the remitter.

The detector of claim 7, CHARACTERIZED BY means (18) for decrypting the received identifier from the first member.