NL9301263A

NL9301263A - Anti (after) drip device.

Info

Publication number: NL9301263A
Application number: NL9301263A
Authority: NL
Original assignee: Sara Lee De Nv
Priority date: 1993-07-19
Filing date: 1993-07-19
Publication date: 1995-02-16
Also published as: DE69402263D1; DK0635454T3; EP0635454B1; EP0635454A1; DE69402263T2; ES2102765T3

Description

Titel: Anti-(na)druppelinrichtingTitle: Anti (after) drip device

De uitvinding heeft betrekking op een anti-(na)druppelinrichting bij de uitstroompijp van een doseerinrichting, in het bijzonder een drankautomaat.The invention relates to an anti- (after) dripping device at the outflow pipe of a dosing device, in particular a beverage machine.

Bij dergelijke apparaten en ook bij vulinrichtingen voor flessen en dergelijke, treedt aan het einde van elke dosering enigerlei vorm van langdurig nadruppelen op, waarvan een aantal nadelen kan worden genoemd. Bij een drankautomaat met onder de uitlaatopening van de uitstroompijp te plaatsen bekers zal veelal een beker reeds worden weggenomen voordat de dosering geheel is voltooid. Nadruppelende drank kan daarbij op de buitenzijde van de beker of op het standvlak van de beker vallen. Beide verschijnselen hebben een ongewenst vervuilend effect.In such devices and also in bottle filling devices and the like, some form of prolonged dripping occurs at the end of each dosage, a number of which can be mentioned as disadvantages. In a beverage machine with cups to be placed under the outlet opening of the outflow pipe, a cup will usually already be removed before the dosing is completely completed. Dropping drink can fall on the outside of the cup or on the stand surface of the cup. Both phenomena have an unwanted polluting effect.

Uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage nr. 82 03763 is het bekend bij een doseerinrichting van de genoemde soort nadruppelen te vermijden door afzuiging van druppels die langs de uitlaatopening van de uitstroompijp na het beëindigen van de dosering naar buiten treden. Daartoe is een afzuigkanaal nodig dat zijn ingang heeft bij of nabij de genoemde uitlaatopening, alsmede een vacuümpomp.It is known from Dutch Patent Application No. 82 03763 laid open to public inspection to avoid dripping in a dosing device of the above-mentioned type by suction of droplets which escape through the outlet opening of the outflow pipe after the dosing has ended. For this purpose, an extraction channel is required which has its entrance at or near the said outlet opening, as well as a vacuum pump.

Uit het Duitse "Offenlegungsschrift" nr 2064456 is een doseerinrichting bekend waarbij de uitstroompijp afsluitbaar is door een klep die gestuurd kan worden door een om een horizontale as kantelbare uitloopgoot met een gesloten einde en een open uitloopeinde. In de ene kanteleindstand van de uitloopgoot, waarbij de goot in de richting van het gesloten einde omlaag helt, wordt de klep door veervoorspanning in de uitstroompijp in de gesloten stand gehouden. Eventueel nadruppelende vloeistof van een vorige dosering valt in de uitloopgoot en wordt in het gesloten einde daarvan verzameld. Door het omlaag kantelen van het open uitloopeinde van de goot wordt de klep tegen de veervoorspanning in naar de open stand bewogen en loopt een bepaalde hoeveelheid vloeistof via de uitloopgoot uit in een gereedgehouden beker of dergelijke opvanghouder. Na beëindiging van de dosering wordt de klep weer gesloten en wordt nadruppelende restvloeistof weer in het gesloten einde van de uitloopgoot verzameld.From the German "Offenlegungsschrift" No. 2064456 a dosing device is known in which the outflow pipe is closable by a valve which can be controlled by a spout with a closed end and an open spout which can tilt about a horizontal axis. In one tilt-end position of the discharge chute, where the chute slopes downwards towards the closed end, the valve is held in the closed position by spring bias in the outflow pipe. Any dripping liquid from a previous dose falls into the outlet trough and is collected in its closed end. By tilting the open outlet end of the trough downwards, the valve is moved against the spring preload to the open position and a certain amount of liquid flows out through the outlet trough into a prepared cup or the like receptacle. After dosing has ended, the valve is closed again and residual dripping liquid is collected again in the closed end of the discharge chute.

Een verzwenkbare uitloopgoot waarmee druppels opzij van een beker-opstelplaats kunnen worden afgeleid, is eveneens beschreven in het Duitse octrooischrift 3742930.A pivotable outlet trough with which drops can be diverted from the side of a cup installation location is also described in German patent specification 3742930.

In het bijzonder bij compacte bouw van drankautomaten vormen extra pompen, afsluiters, zwenkgoten en dergelijke een probleem.Extra pumps, valves, swing gutters and the like are a problem in particular in the compact construction of beverage dispensers.

De uitvinding beoogt een voorziening om nadruppelen bij de uitstroompijp van een doseerinrichting, in het bijzonder nadruppelen op de bekeropstelplaats bij een drankautomaat te voorkomen, waarbij de genoemde nadelen van bekende voorstellen zijn vermeden.The object of the invention is to provide a means of preventing dripping at the outflow pipe of a dosing device, in particular dripping at the cup installation location at a beverage machine, wherein the drawbacks of known proposals have been avoided.

Hiertoe is volgens de uitvinding in een eerste uitloop-traject van de uitstroompijp een aftakking aangebracht voor een tweede uitlooptrajeet dat een van het eerste uitlooptraject verschillende en omlaag hellende richting heeft, welke aftakking bij betrekkelijk hoge stroomsnelheid door de vloeistof kan worden overbrugd, zodat de vloeistofstroom het eerste uitlooptraject volgt, terwijl bij afnemende stroomsnelheid de restvloeistof via de aftakking het tweede uitlooptraject volgt.For this purpose, according to the invention, in a first run-out section of the outflow pipe, a branch is provided for a second run-out race which has a direction different from the first run-out path and inclined downwards, which branch can be bridged by the liquid at a relatively high flow speed, so that the liquid flow the first run-out path follows, while the residual liquid follows the second run-out path through the tap as the flow rate decreases.

In een praktische, constructief eenvoudige uitvoeringsvorm is het uitlooptraject van de afvoerpijp onderbroken in een onderbreking, waarbij een aanvoerdeel van het eerste uitlooptraject stroomopwaarts van de onderbreking is gelegen en een uitloopdeel van het eerste uitlooptraject stroomafwaarts van de onderbreking is gelegen.In a practical, structurally simple embodiment, the run-out section of the discharge pipe is interrupted in an interruption, wherein a supply part of the first run-out section is located upstream of the interruption and a run-out part of the first run-out section is located downstream of the interruption.

Tijdens het afgeven van een portie vloeistof zal het grootste deel met een relatief hoge snelheid uitstromen zodat de onderbreking in het eerste uitlooptraject van de afvoerpijp door de stromende vloeistof zal worden overbrugd. Tegen het einde van de afgifte van de gedoseerde hoeveelheid neemt de snelheid af, waardoor restvloeistof het stroomafwaarts van de onderbreking gelegen deel van het eerste uitlooptraject niet meer kan bereiken en binnen het apparaat kan worden afgeleid via het tweede uitlooptraject naar een lekbak of dergelijk verzamelreservoir.During the dispensing of a portion of liquid, the major part will flow out at a relatively high speed, so that the gap in the first run-out of the discharge pipe will be bridged by the flowing liquid. By the end of dispensing the dosed amount, the rate decreases, so that residual liquid can no longer reach the part of the first run-off path located downstream of the interrupt and can be diverted within the device via the second run-off path to a drip tray or the like collection reservoir.

Bij de inrichting volgens de uitvinding is derhalve gewaarborgd dat een bekeropstelplaats schoon kan blijven zonder dat daartoe veel plaats innemende en kostprijs verhogende kleppen, afvoergoten en dergelijke behoeven te worden ingezet.With the device according to the invention it is therefore ensured that a cup set-up location can remain clean without the need for much space-consuming and cost-increasing valves, gutters and the like having to be used.

Bovendien is de inrichting volgens de uitvinding bij uitstek geschikt voor toepassing bij een compact ontwerp drankautomaat, waarbij het gunstig is indien de afvoerpijp voor het transporteren van vloeistof van een bereidingseenheid of een voorraadhouder naar de opstelplaats van een beker of andere opvanghouder, althans nagenoeg horizontaal kan verlopen en eindigen in een 90° uitloop omlaag naar de bekeropstelplaats. Juist bij een dergelijk ontwerp is het verval van de uitloopleiding gering en derhalve aan het einde van een dosering de vloeistofsnelheid laag. Daardoor kan langdurig nadruppelen optreden en is er een grote kans op vervuiling van de beker en/of van de bekeropstelplaats doordat een beker te vroeg wordt weggenomen. De inrichting volgens de uitvinding zal dit langdurige nadruppelen echter tot een minimum beperken .In addition, the device according to the invention is ideally suited for use with a compact design beverage machine, it being advantageous if the discharge pipe for transporting liquid from a preparation unit or a storage container to the installation location of a cup or other receptacle can be at least substantially horizontal and end in a 90 ° spout down to the cup set-up location. Precisely with such a design, the decline of the discharge line is small and therefore the liquid velocity at the end of a dosing is low. As a result, prolonged dripping can occur and there is a great risk of contamination of the cup and / or of the cup set-up location because a cup is removed too early. However, the device according to the invention will minimize this prolonged dripping.

In nadere uitwerking van de uitvinding kan ter plaatse van de onderbreking in het eerste uitlooptraject een koppelmof zijn aangebracht die een verzamelkamer omsluit met een afvoerkanaal voor restvloeistof.In further elaboration of the invention, a coupling sleeve can be provided at the location of the interruption in the first run-out section, which encloses a collection chamber with a discharge channel for residual liquid.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren waarin: figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een anti-(na)druppelinrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft; en figuur 2 een tweede uitvoeringsvorm van een antifa) druppelinrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft.The invention will be further elucidated with reference to the following figures, in which: figure 1 shows a first embodiment of an anti- (after) dripping device according to the invention; and Figure 2 shows a second embodiment of an anti-drip device according to the invention.

Figuur 1 toont een schematisch langsdoorsnede-aanzicht van de inrichting, waarbij met 1 het hellende laatste uitloop- traject van een afvoerpijp van een drankautomaat of dergelijke verder niet afgeheelde doseerinrichting is weergeven.Figure 1 shows a schematic longitudinal cross-sectional view of the device, with 1 showing the inclined last run-out section of a discharge pipe from a beverage machine or the like dosing device which is not yet further completed.

Het eerste uitlooptraject 1 omvat een aanvoerdeel 2 dat stroomopwaarts is gelegen van een onderbreking 3 en een uit-loopdeel 4 met een uitstroomopening 5 dat stroomafwaarts van de onderbreking 3 is gelegen.The first run-out section 1 comprises a supply section 2 located upstream of a break 3 and a run-out section 4 with an outflow opening 5 located downstream of the break 3.

In de afgebeelde uitvoeringsvorm heeft het stroomopwaart-se aanvoerdeel 2 een binnendiameter & en heeft het stroomafwaartse uitloopdeel 4 een binnendiameter b, waarbij b bij voorkeur groter is danIn the illustrated embodiment, the upstream supply part 2 has an inner diameter & and the downstream outlet part 4 has an inner diameter b, b preferably being greater than

Het aanvoerdeel 2 eindigt bij de onderbreking 3 in een spuitmondstuk 6 dat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld een binnendiameter a' heeft. Een bovenzijde 7 van het spuitmondstuk 6 is bij voorkeur in stroomafwaartse richting verlengd uitgevoerd ten opzichte van een benedenzijde 8 van het spuitmondstuk 5. Het spuitmondstuk 6 omvat derhalve in dit uitvoeringsvoorbeeld een afgeschuind uitgangseinde 9 dat in stroomopwaartse richting naar beneden toe afloopt.The supply part 2 ends at the interruption 3 in a spray nozzle 6 which in the present exemplary embodiment has an inner diameter a '. An upper side 7 of the spray nozzle 6 is preferably extended in a downstream direction relative to a lower side 8 of the spray nozzle 5. The spray nozzle 6 therefore comprises, in this exemplary embodiment, a beveled outlet end 9 which slopes downwards in the upstream direction.

Het stroomopwaarts gelegen ingangseinde 10 van het af-voerdeel 4 maakt deel uit van een ingangsmondstuk 11 dat een binnendiameter b’ heeft die groter is dan . Bij voorkeur heeft het ingangsmondstuk 11 een niet afgeschuind ingangseinde 10, dat wil zeggen een rand 12 van het ingangsmondstuk 11 ligt in een vlak dat althans nagenoeg loodrecht staat op de lengte richting van het aanvoerdeel 2.The upstream entry end 10 of the discharge portion 4 forms part of an entry nozzle 11 which has an inner diameter b greater than. Preferably, the inlet nozzle 11 has a non-beveled inlet end 10, i.e. an edge 12 of the inlet nozzle 11 lies in a plane substantially perpendicular to the longitudinal direction of the feed portion 2.

De inrichting is verder voorzien van ten minste een tweede uitlooptraject 13 welke zijn oorsprong vindt in de onderbreking 3. Het tweede uitlooptraject 13 is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld schuin naar beneden gericht maar kan eveneens dusdanig worden uitgevoerd dat het tweede uitlooptraject 13 loodrecht naar beneden is gericht. Bij voorkeur zal het tweede uitlooptraject 13 zijn oorsprong vinden in een deel van de onderbreking 3 dat beneden het spuitmondstuk 6 is gelegen.The device is further provided with at least a second run-out section 13, which originates from the interruption 3. The second run-out section 13 is angled downwards in the present exemplary embodiment, but can also be designed such that the second run-out section 13 is oriented perpendicularly downwards. . Preferably, the second run-out path 13 will originate in a part of the break 3 which is located below the spray nozzle 6.

Zolang de stroomsnelheid van de gedoseerde vloeistof nog voldoende hoog is zal de onderbreking 3 worden overbrugd.As long as the flow rate of the dosed liquid is still sufficiently high, the interruption 3 will be bridged.

Zodra echter de stroomsnelheid van de vloeistof onder een bepaalde waarde daalt, veelal aan het einde van een doseer-cyclus, zal restvloeistof het ingangsmondstuk 11 van het uitloopdeel 4 niet meer bereiken. Deze restvloeistof verlaat de afvoerpijp dus niet via de uitstroomopening 5, die veelal boven een opstelplaats 14 voor een beker 15 of dergelijke is opgesteld, zodat de opstelplaats 14 schoon blijft.However, as soon as the flow velocity of the liquid drops below a certain value, usually at the end of a dosing cycle, residual liquid will no longer reach the inlet nozzle 11 of the outlet part 4. This residual liquid does not therefore leave the discharge pipe via the outflow opening 5, which is usually arranged above an installation location 14 for a cup 15 or the like, so that the installation location 14 remains clean.

De restvloeistof kan volgens de uitvinding via het tweede uitlooptraject 13 worden afgevoerd. In dit geval omvat de inrichting hiertoe een verzamelkamer 16 en een afvoerkanaal 17. De restvloeistof wordt veelal in de vorm van druppels opgevangen in de verzamelkamer 16 welke zich bevindt in een koppelmof 18 die het uitlooptraject 1 ter plaatse van de onderbreking 3 omsluit. Vervolgens zal restvloeistof via afvoerkanaal 17 naar een geschikte plaats worden afgevoerd.According to the invention, the residual liquid can be discharged via the second run-off path 13. In this case, the device for this purpose comprises a collection chamber 16 and a discharge channel 17. The residual liquid is often collected in the form of drops in the collection chamber 16, which is located in a coupling sleeve 18 which encloses the run-out path 1 at the location of the interruption 3. Residual liquid will then be discharged via discharge channel 17 to a suitable location.

Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm is de inrichting nog voorzien van tenminste een beluchtingskanaal 19 welke zijn oorsprong vindt aan een bovenzijde van de onderbreking 3. In figuur 1 bevindt het beluchtingskanaal 19 zich stroomafwaarts van de bovenzijde 7 van het spuitmondstuk 6, meer in het bijzonder in het verlengde van het afvoerkanaal 17. Het is echter eveneens mogelijk het beluchtingskanaal 19 dusdanig uit te voeren dat deze zijn oorsprong vindt in de onderbreking 3 op een meer stroomopwaarts of stroomafwaarts gelegen positie. Het beluchtingskanaal 19 heeft als voordeel dat de genoemde restvloeistof bijzonder gemakkelijk via het tweede uitlooptraject 13 kan worden afgevoerd zonder dat een deel van deze restvloeistof alsnog in de vorm van druppels door de uitstroomopening 5 wordt afgevoerd. Het tijdsverloop waarin het nadruppelen vanuit de uitstroomopening 5 geheel wordt beëindigd wanneer de vloeistoftoevoer naar het aanvoerdeel 2 wordt afgesloten, zal dankzij het beluchtingskanaal 19 verder worden verkort. De reactietijd waarin het afgeven van vloeistof vanuit de uitstroomopening 5 geheel kan worden beëindigd, wordt derhalve verbeterd.According to a special embodiment, the device is further provided with at least one aeration channel 19, which originates from a top side of the interruption 3. In Figure 1, the aeration channel 19 is located downstream of the top side 7 of the spray nozzle 6, more particularly in the extension of the discharge channel 17. However, it is also possible to design the aeration channel 19 such that it originates in the break 3 at a more upstream or downstream position. The aeration channel 19 has the advantage that the said residual liquid can be drained particularly easily via the second run-off path 13 without a part of this residual liquid being discharged through the outflow opening 5 in the form of droplets. The time lapse in which the dripping from the outflow opening 5 is completely ended when the liquid supply to the supply part 2 is shut off will be further shortened thanks to the aeration channel 19. The reaction time in which the discharge of liquid from the outflow opening 5 can be completely stopped is therefore improved.

In figuur 2 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting overeenkomstig de uitvinding weergegeven. Hierbij zijn met elkaar corresponderende onderdelen in figuur 1 en 2 met gelijke verwijzingscijfers weergegeven.Figure 2 shows an alternative embodiment of a device according to the invention. Corresponding parts are shown in FIGS. 1 and 2 with the same reference numerals.

In figuur 2 is het eerste uitlooptrajeet 1 althans nagenoeg horizontaal uitgevoerd. Meer in het bijzonder lopen het aanvoerdeel 2 en het stroomopwaarts gelegen deel 20 van het uitloopdeel 4 horizontaal waarbij het stroomafwaarts gelegen deel 21 van het uitloopdeel 4 over een hoek van ongeveer 90° naar beneden toe afbuigt. Het tweede uitlooptraject 13, in het bijzonder het afvoerkanaal 17 verloopt althans nagenoeg verticaal. De inrichting van figuur 2 kent als voordeel dat deze bijzonder compact kan worden uitgevoerd.In figure 2 the first run-out tray 1 is at least substantially horizontal. More in particular, the supply part 2 and the upstream part 20 of the run-out part 4 run horizontally, the downstream part 21 of the run-out part 4 bends downwards by an angle of approximately 90 °. The second run-out section 13, in particular the discharge channel 17, runs at least substantially vertically. The device of figure 2 has the advantage that it can be of particularly compact design.

De binnendiameter &' van het spuitmondstuk 6 ligt voor beide uitvoeringsvormen bij voorkeur tussen de 3,5 mm (millimeter) en 5 mm. Hierbij ligt de binnendiameter b' van het ingangsmondstuk 11 bij voorkeur tussen de 6 mm en 15 mm.The inner diameter of the spray nozzle 6 for both embodiments is preferably between 3.5 mm (millimeter) and 5 mm. The inner diameter b 'of the inlet nozzle 11 is preferably between 6 mm and 15 mm.

De afstand d tussen de bovenzijde 7 van het spuitmondstuk 6 en het ingangseinde 9 van het ingangsmondstuk 11 zal bij voorkeur tussen de 0,5 mm en 2 mm liggen.The distance d between the top 7 of the spray nozzle 6 and the inlet end 9 of the inlet nozzle 11 will preferably be between 0.5 mm and 2 mm.

De binnendiameter van het ontluchtingskanaal 19 is niet kritisch en kan bijvoorbeeld gelijk aan 2 mm worden gekozen. Andere diameters zijn echter eveneens mogelijk. Evenzo is de binnendiameter van het afvoerkanaal 17 niet kritisch en kan bijvoorbeeld in de orde van grootte van de binnendiameter of b' worden gekozen.The inner diameter of the venting channel 19 is not critical and can be chosen, for example, equal to 2 mm. However, other diameters are also possible. Likewise, the inner diameter of the discharge channel 17 is not critical and may, for example, be of the order of the inner diameter or b '.

Indien aan een inrichting volgens de uitvinding 125 cc vloeistof wordt toegevoerd voor het vullen van bijvoorbeeld de beker 15 zal slechts maximaal 2,5 cc restvloeistof via het tweede uitlooptraject worden afgevoerd. Bovendien is genoemde reactietijd hierbij aanzienlijk verbeterd ten opzichte van conventionele systemen.If 125 cc of liquid is supplied to a device according to the invention for filling, for example, the cup 15, only a maximum of 2.5 cc of residual liquid will be discharged via the second run-off path. Moreover, the reaction time mentioned here has improved considerably compared to conventional systems.

Het afvoerkanaal 17 en het beluchtingskanaal 19 zijn zowel in figuur 1 als in figuur 2 in de koppelmof 18 aangebracht. Het zal echter duidelijk zijn dat aanvoerdeel 2, uitloopdeel 4, spuitmondstuk 6, ingangsmondstuk 11, afvoer- kanaal 17 en beluchtingskanaal 19 eveneens uit een stuk kunnen zijn vervaardigd.The discharge channel 17 and the aeration channel 19 are arranged in the coupling sleeve 18 in both figure 1 and figure 2. It will be clear, however, that supply part 2, outlet part 4, spray nozzle 6, inlet nozzle 11, discharge channel 17 and aeration channel 19 can also be made in one piece.

Claims

Anti- (after) drip device at the outflow pipe of a dosing device, in particular a beverage machine, characterized in that a branch (3, -16) is arranged in a first outflow section (1) of the outflow pipe for a second outflow section (13) that one of the first run-out path has different and downward inclined direction, which branch can be bridged by the liquid at a relatively high flow rate, so that the liquid flow follows the first run-out path (1), while with decreasing flow rate the residual liquid via the branch ( 3, 16) the second run-out section (13) follows.

Device according to claim 1, characterized in that the run-out section (1) of the discharge pipe is interrupted in an interruption (3), wherein a supply part (2) of the first run-out section (1) is upstream of the interruption (3). and an outlet part (4) of the first exit section (1) is located downstream of the interruption (3).

Device according to claim 2, characterized in that the feed part (2) ends downstream in a spray nozzle (6) and the run-out part (4) starts upstream in an inlet end (10) which has a larger inner diameter than the spray nozzle (6) .

Device according to claim 2 or 3, characterized in that at the location of the interruption (3) in the first run-out section (1) a coupling sleeve (18) is provided which encloses a collection chamber (16) with a discharge channel (17) for the residual liquid.

Device according to claim 3, characterized in that the entrance end (10) of the run-out part (4) forms part of an entrance nozzle (11).

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the device is further provided with an aeration

Device according to claims 3 and 6, characterized in that the aeration channel (19) originates from a part of the interruption (3), which is located above the spray nozzle (6).

Device according to claim 3, characterized in that the spray nozzle (6) comprises a beveled exit end (9) which slopes downwards in the upstream direction.

Device according to claim 3, characterized in that said inner diameter of the spray nozzle (6) is between 3.5 mm and 5 mm, and said inner diameter of the inlet end (10) is between 6 mm and 15 mm.

Device according to claim 9, characterized in that the distance between an upper side (7) of the spray nozzle (6) and the entrance end (9) of the run-out part (4) is between 0.5 mm and 2 mm.

Device according to claim 3, characterized in that the second run-out path originates from a part of the break (3) which is located below the spray nozzle (6).