NL9301205A

NL9301205A - BREEDING PLATE, ESPECIALLY FOR STRAWBERRY PLANTS.

Info

Publication number: NL9301205A
Application number: NL9301205A
Authority: NL
Original assignee: Herkuplast Kubern Gmbh
Priority date: 1992-07-10
Filing date: 1993-07-09
Publication date: 1994-02-01
Also published as: NL194256C; NL194256B; DE9209298U1

Description

Titel: Kweekplaat, in het bijzonder voor aardbeienplanten.Title: Breeding plate, especially for strawberry plants.

De uitvinding betreft een kweekplaat, in het bijzonder voor aardbeienplanten met ten minste één kweekhouder, welke is voorzien van een, in het bovenste begrenzingsvlak van die kweekplaat gevormde substraat-vulopening en van een zich van die opening tot de tegenover gelegen bodem uitstrekkende en daarbij rechtlijnig konisch toelopende omtrekswand, waaruit een aantal wortelgeleidingen tot in de houder reiken, welke aan de bovenrand van de omtrekswand beginnen en op een, zich van de onderrand van de omtrekswand evenwijdig aan de substraatvulopening binnenwaarts ten opzichte van de houder uitstrekkende en een bodemopening omgrenzende randstroom eindigen.The invention relates to a cultivation plate, in particular for strawberry plants with at least one cultivation container, which is provided with a substrate filling opening formed in the upper boundary surface of said cultivation plate and with a rectilinear extending from that opening to the opposite bottom conically tapered circumferential wall, from which a number of root guides extend into the container, which start at the top edge of the circumferential wall and on a rim flow extending inwardly from the bottom edge of the circumferential wall parallel to the substrate filling opening and ending in a bottom opening .

Kweekplaten van deze soort worden bijvoorbeeld in tuinderijen voor de kweek van pootplantjes, d.w.z. plantenstekjes toegepast. Daarvoor wordt allereerst de kweekhouder gevuld met een, voor de kweek geschikt substraat, bijvoorbeeld aarde, zand, humus of een mengsel daaruit, en in aansluiting daarop het plantenzaad, een loot of stek van een plant, of stekjes of een plantenbol of -knol in het substraat ingebracht. In het algemeen bevat een kweekplaat niet slechts één doch talrijke kweekhouders. Kweekplaten worden tegenwoordig gewoonlijk onafhankelijk van het aantal kweekhouders volgens de spuitgiet- of dieptrekwerkwijze als ééndelige kunststofdelen vervaardigd. De grootte van die kweekhouders hangt af van de daarin op te kweken planten.Cultivation plates of this kind are used, for example, in horticultural plants for the cultivation of seed plants, i.e. plant cuttings. For this purpose, the cultivation container is first filled with a substrate suitable for the cultivation, for instance soil, sand, humus or a mixture therefrom, and subsequently the plant seed, a shoot or cutting of a plant, or cuttings or a plant bulb or tuber in the substrate. In general, a culture plate contains not only one, but numerous culture containers. Culture plates are nowadays usually manufactured as one-piece plastic parts, independently of the number of culture containers, according to the injection molding or deep drawing method. The size of those growers depends on the plants to be grown therein.

Dikwijls worden de plantenzaden eerst in twee platen met naar verhouding kleine kweekhouders tot bodemplantjes of stekjes opgekweekt, welke dan voor de verdere kweek met hun aardkluit in andere kweekplaten met grotere kweekhouders worden verpot.Often the plant seeds are first cultivated in two plates with relatively small cultivators to soil plants or cuttings, which are then repotted for further cultivation with their clod in other cultivation plates with larger cultivators.

Het vullen van de kweekhouders met substraat, het inbrengen van de plantenzaden of -knollen of -bollen in het substraat, alsmede een eventueel daaropvolgend ompotten geschiedt hetzij met de hand of ook automatisch door machines.The filling of the culture containers with substrate, the introduction of the plant seeds or tubers or bulbs into the substrate, as well as any subsequent repotting, is carried out either manually or automatically by machines.

Veel kweekhouders hebben een bodemopening, om overtollig gietwater te laten wegvloeien, teneinde onderaan het uittreden van de plantenwortels mogelijk te maken en bij geautomatiseerde kweekinstallaties het doorlaten van een uitlichtmechanisme mogelijk te maken, welke het plantenstekje te zamen met zijn aardkluit uit de kweekhouder naar buiten duwt. De houderbodem dient, afhankelijk van het erin gebrachte substraat een voldoend hoge werkzaamheid voor het tegenhouden van het substraat te hebben, om het uitvallen van het substraat via de bodemopening te verhinderen.Many growers have a bottom opening to allow excess irrigation water to flow out, to allow the roots to exit from the bottom and to allow the passage of a lifting mechanism in automated growing plants, which pushes the plant cutting out of the cultivator together with its clod . The container bottom should, depending on the substrate introduced, have a sufficiently high activity for retaining the substrate to prevent the substrate from falling out through the bottom opening.

Bij proeven is nu vastgesteld, dat het naar opzij groeiende wortelwerk door tegen de omtrekswand van de kweekhouder te stoten niet slechts omlaag doch ook naar opzij langs de omtrekswand in een soort draaiende beweging verder groeit. Deze, in de kweekhouder geïnduceerde schroeflijnvormige draaiing van de zijwortels blijft, op ongewenste wijze, ook na het inplanten van de opgekweekte stekjes in de vrije omgeving bewaard. Tegengaan kan men dit probleem ten dele door uit de omtrekswand van de kweekhouder tot in die houder reikende, aan de bovenrand van de omtrekswand beginnende en zich tot de houderbodem uitstrekkende, ribvormige uitsteeksels te vormen, welke in hetgeen volgt als wortelgeleidingen worden betiteld.It has now been established in tests that the laterally growing root work by bumping against the peripheral wall of the cultivation container not only continues to grow downwards but also sideways along the peripheral wall in a kind of rotary movement. This helical rotation of the side roots, induced in the cultivation container, is undesirably retained in the open environment even after the cultivated cuttings have been implanted. This problem can be countered in part by forming rib-shaped protrusions extending from the peripheral wall of the culture container into that container, starting at the top edge of the peripheral wall and extending to the container bottom, which are referred to as root guides in the following.

Niettemin blijft het probleem bestaan, dat door de wortelgeleidingen naar omlaag geleidende en die richting verder groeiende wortels op de, de bodemopening omgrenzende randstrook van de houderbodem stoten en opnieuw beginnen in zijwaartse richting te groeien, in plaats van via de opening in de bodem naar buiten te treden. Wanneer de wortels uit de bodem treden sterven zij af. De bedoeling is dat hierdoor de wortelvorming in de pot zelf wordt gestimuleerd.Nevertheless, the problem persists that, through the root guides downwardly and further growing roots, the roots collide with the edge strip enclosing the bottom opening of the container bottom and start to grow laterally again, instead of outwardly through the opening in the bottom to act. When the roots emerge from the soil, they die. The intention is to stimulate root formation in the pot itself.

In het bijzonder bij kweekplaten voor vruchtendragende planten, welke na het opkweken in een groot aantal en geordend in het veld moeten worden geplant, zoals bijvoorbeeld aardbeienplanten doet zich het probleem voor, dat reeds bij het inbrengen van een plantenstekje in de kweekhouder een kweekplaat wordt vastgelegd, waar het op te kweken plantenstekje zijn bloemscherm vormt. Wanneer een zoveel mogelijk optimaal wasdom voor elk afzonderlijk plantenstekje gewaarborgd moet zijn, mogen in een kweekplaat naburige plantenstekjes elkaar bij het opgroeien niet onderling storen.Particularly with cultivation plates for fruit-bearing plants, which must be planted in a large number and ordered in the field after cultivation, such as, for example, strawberry plants, the problem arises that a cultivation plate is already established when a plant cutting is introduced into the cultivation container , where the plant cutting to be grown forms its umbel. If optimal growth is to be ensured for each individual plant cutting, neighboring plant cuttings in a cultivation plate must not interfere with each other when growing up.

Aan de uitvoering ligt nu het probleem ten grondslag, een kweekplaat van de onderwerpenjke soort zodanig nader uit te werken, dat het probleem van de op ongewenste wijze naar opzij groeiende plantenwortels nog verder wordt verminderd en het daarenboven op eenvoudige wijze mogelijk wordt gemaakt, de toekomstige plantenstekjes reeds bij het zogenaamde pikeren zodanig in de kweekhouders te rangschikken, dat zij elkaar bij het verder opgroeien zo min mogelijk hinderen, waardoor in het bijzonder bij vruchtdragende planten een als geheel gezien hoger rendement kan worden bereikt. Het doel is daarbij, een zo gelijkmatig mogelijk plantenmateriaal te verkrijgen, d.w.z. dat in het bijzonder de verschillende invloeden aan de randen van de kweekplaat tot het minimum beperkt moeten blijven.The problem is now based on the embodiment, to elaborate a culture plate of the subject species in such a way that the problem of the undesirable lateral growth of plant roots is further reduced and, in addition, it is made possible in a simple manner, the future arrange plant cuttings in the cultivation containers already during so-called picking, so that they hinder each other as little as possible during further growth, so that a higher overall yield can be achieved, particularly in fruit-bearing plants. The aim is to obtain a plant material that is as uniform as possible, i.e. that in particular the different influences on the edges of the culture plate must be kept to a minimum.

Dit overeenkomstig de uitvinding aan de orde gestelde probleem wordt, volgens de uitvinding, opgelost met een kweekplaat waarbij de breedte van de, om de bodemopening van elke kweekhouder rondlopende randstrook overeenstemt met die maat, ten bedrage waarvan de wortelgeleidingen aan hun ondereinde maximaal tot in de houder reiken, en waarbij de breedte van een in de kweekhouder aangebrachte wortelgeleiding duidelijk groter is dan de breedte van de andere, in die kweekhouder aangebrachte wortelgeleidingen. Overeenkomstig de uitvinding is ingezien, dat voor het verminderen van het probleem dan ongewenst naar opzij groeiende wortels de bij de houderbodem behorende randstrook zo ver tot in de houder mag reiken, als de wortelgeleidingen aan hun ondereinde maximaal tot in de houder reiken. Deze uitvoering van de bodem zorgt er goeddeels betrouwbaar en veilig voor, dat van de wortelgeleidingen naar omlaag omgebogen en in die richting verder groeiende wortels rechtstreeks naar en tot in de bodemopening worden geleid en aldaar eventueel afsterven, om aldus het wasdom van nieuwe wortels te stimuleren. Ondanks de ten opzichte van de gebruikelijke uitvoering en vorm verminderde breedte van de rondlopende randstrook is de, het substraat tegenhoudende werkzaamheid groot genoeg, om het uitvallen van het substraat via de bodemopening te verhinderen. Wanneer een kweekplaat een aantal kweekhouders bevat, zijn de breedste wortelgeleidingen van alle kweekhouders op telkens dezelfde houderplaats aangebracht.According to the invention, this problem raised in accordance with the invention is solved with a cultivation plate in which the width of the edge strip circling the bottom opening of each cultivation container corresponds to that size, the amount of which the root guides at their lower end are maximally up to container, and wherein the width of a root guide arranged in the culture container is clearly greater than the width of the other root guides arranged in said culture container. In accordance with the invention, it has been recognized that, to reduce the problem, undesirably laterally growing roots may extend the edge strip associated with the container bottom as far into the container as the root guides at their lower ends extend maximally into the container. For the most part, this design of the soil reliably and safely ensures that the roots are bent downwards and roots that continue to grow in that direction are guided directly to and into the bottom opening and where necessary die off, in order to stimulate the growth of new roots. . Despite the reduced width of the circumferential edge strip compared to the usual design and shape, the activity retaining the substrate is great enough to prevent the substrate from falling out via the bottom opening. When a culture plate contains a number of culture containers, the widest root guides of all culture containers are arranged in the same container location.

Doordat één van de, in de kweekhouder aangebrachte wortelgeleidingen breder uitgevoerd is als de overige wortelgeleidingen, kan reeds bij het inzetten of in de pot plaatsen het op te kweken goed, zoals bijvoorbeeld zaailingen, stekjes of loten enz., zodanig in de afzonderlijke kweekhouders van de kweekplaat worden ingebracht, dat zij later hun bloemscherm allen in dezelfde richting vormen. De brede wortelgeleiding doet daarbij voor de pikateur dienst als richt-markering. Wanneer de plantenstekjes te zamen met hun aardkluit later uit de kweekplaat worden genomen en bijvoorbeeld in een veld worden geplant, maakt de in de aardkluit gevormde afdruk van de bredere wortelgeleiding, welke van de afdrukken van de overige wortelgeleidingen goed kan worden onderscheiden, het mogelijk, dat de afzonderlijke plantenstekjes ook in het veld op gelijke wijze worden gericht.Because one of the root guides, placed in the cultivation container, is wider than the other root guides, the material to be cultivated, such as seedlings, cuttings or shoots, etc., can already be placed in the separate cultivation containers when it is placed in the pot or placed in the pot. the culture plate are introduced so that they later form their umbel in the same direction. The wide root guide serves as a directional marker for the pikateur. When the plant cuttings, together with their root ball, are later removed from the cultivation plate and planted, for example, in a field, the impression formed in the root ball of the wider root conduction, which can be clearly distinguished from the impressions of the other root guides, that the individual plant cuttings are also oriented in the same way in the field.

Overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitgevonden kweekplaat neemt de breedte van de wortelgeleidingen van de omtrekswand uit in binnenwaartse richting in de houder continu af. Deze uitvoering maakt het in elkaar plaatsen van de kweekplaten en daardoor het op ruimtebesparende wijze op elkaar stapelen mogelijk.According to a preferred embodiment of the invented culture plate, the width of the root guides of the circumferential wall inwardly decreases continuously in the container. This embodiment makes it possible to place the culture plates together and thereby stack them on top of each other in a space-saving manner.

Op voordeel biedende wijze zijn per kweekhouder in totaal een viertal wat betreft het vlak van de substraatvulopening kruisvormig ten opzichte van elkaar geplaatste wortelgeleidingen aanwezig. Gebleken isf dat deze rangschikking van de wortelgeleidingen het naar opzij groeien van de wortels in voldoende mate vermindert.Advantageously, a total of four are provided per cultivation container with regard to the surface of the substrate filling opening, which are arranged cross-shaped with respect to each other root guides. It has been found that this arrangement of the root guides sufficiently reduces the lateral growth of the roots.

De dwarsdoorsnedevorm van de kweekhouders van de kweekplaat kan overeenkomstig de gestelde eisen worden gekozen. Voorkeursuitvoeringsvormen hebben een ronde of veelvormige, in het bijzonder vierhoekige dwarsdoorsnede.The cross-sectional shape of the culture holders of the culture plate can be selected in accordance with the requirements set. Preferred embodiments have a round or multiform, especially quadrilateral cross section.

Bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen zijn, op het bovenste begrenzingsvlak van de kweekplaat, grenzend aan elke bredere wortelgeleiding voorzien van een er aan toegevoegde, bijbehorende markering. Een dergelijke markering steekt op voordeel biedende wijze boven het bovenste begrenzingsvlak van de kweekplaat uit of is gevormd door een verdieping in het bovenste begrenzingsvlak. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de markering gevormd door een uit het bovenste begrenzingsvlak van de kweekplaat uit stekende halve bol. Deze volgens de uitvinding bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen grenzend aan elke bredere wortelgeleiding aanwezige markering op het boven het begrenzingsvlak van de kweekplaat, maakt het beschreven richten van het opgroeiende goed ook mogelijk, wanneer elke kweekhouder met zoveel substraat gevuld is, dat men de bredere wortelgeleiding niet meer kan herkennen.Particularly preferred embodiments are provided on the upper boundary surface of the culture plate, adjacent to each wider root guide, with an associated marking added thereto. Such a mark advantageously protrudes above the top boundary surface of the culture plate or is formed by a recess in the top boundary surface. In a preferred embodiment, the marking is formed by a hemisphere protruding from the top boundary surface of the culture plate. These particularly preferred embodiments according to the invention, adjacent to each wider root guide, on the marking above the boundary surface of the cultivation plate, also permit the described alignment of the growing good when each cultivation container is filled with so much substrate that the wider root guidance is can no longer recognize.

Een bijzonder de voorkeur verdienende, volgens de uitvinding uitgevoerde kweekplaat heeft een rechthoekig of in het bijzonder vierkant bovenste begrenzingsvlak en bevat een tiental of ook meer kweekhouders, welke zodanig zijn geplaatst, dat hun op de substraatvulopeningen betrokken middelpunten onderling de in hoofdzaak grootst mogelijke afstand hebben. Op deze wijze is reeds bij de in de kweekplaat opgroeiende stekjes een van wederzijdse storingen grotendeels vrij wasdom mogelijk.A particularly preferred culture plate according to the invention has a rectangular or in particular square top boundary surface and contains a dozen or more culture holders, which are arranged such that their centers relative to the substrate filling openings have the substantially greatest possible distance from one another . In this way it is already possible for the cuttings growing in the culture plate to be largely free of mutual interference.

De uitvinding zal in hetgeen thans volgt aan de hand van de schematische afbeelding van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld nog nader worden toegelicht.The invention will now be explained in more detail below with reference to the schematic representation of a preferred exemplary embodiment.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van een kweekhouder van een volgens de uitvinding uitgevoerde kweekplaat; fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1; en fig. 3 toont een schema, dat de plaatsing van een tiental kweekhouders volgens fig. 1 in een vierkante kweekplaat verduidelijkt.Fig. 1 is a top view of a culture container of a culture plate constructed according to the invention; Fig. 2 is a section on the line II-II in Fig. 1; and FIG. 3 is a diagram illustrating the arrangement of a dozen culture containers of FIG. 1 in a square culture plate.

In fig. 1 is een hoekbereik van een kweekplaat 10 afgebeeld, waarin een kweekhouder 12 is afgebeeld. Die kweekplaat 10 bevat in totaal een tiental kweekhouders 12, waarvan de substraatvulopeningen 14 zijn gevormd in een bovenste begrenzingsvlak 16 van de kweekplaat 10.Fig. 1 shows an angular range of a culture plate 10, in which a culture holder 12 is shown. This culture plate 10 contains a total of ten culture containers 12, the substrate filling openings 14 of which are formed in an upper boundary surface 16 of the culture plate 10.

Van de substraatvulopening 14 van elke houder 12 uit strekt zich een omtrekswand 18 omlaag tot een bodem 20 van de houder 12. De omtrekswand 18 loopt van de bovenste houderrand 22 naar de onderste houderrand 24 rechtlijnig toe. De uitdrukking "onderaan" is daarbij betrokken op de gebruiksstand van de kweekplaat 10.From the substrate filling opening 14 of each container 12, a circumferential wall 18 extends downwardly to a bottom 20 of the container 12. The circumferential wall 18 extends rectilinearly from the upper container edge 22 to the lower container edge 24. The expression "bottom" refers to the position of use of the culture plate 10.

Blijkens de fig. 1 en 2 begrenst de omtrekswand 18 te zamen met de substraatvulopening 14 en de houderbodem 20 een konisch omlaag toelopende houder met een in hoofdzaak cirkelronde dwarsdoorsnede. De bodem 20 is voorzien van een, zich van de onderrand van de omtrekswand 18 evenwijdig aan de substraatvulopening 14 ten opzichte van de houder binnenwaarts uitstrekkende randstrook 28, welke een eveneens cirkelvormige bodemopening 26 omgrenst.It appears from Figures 1 and 2 that the circumferential wall 18 together with the substrate filling opening 14 and the container bottom 20 delimit a conically downwardly tapering container with a substantially circular cross-section. The bottom 20 is provided with an edge strip 28 which extends inwardly from the bottom edge of the peripheral wall 18 parallel to the substrate filling opening 14 relative to the container, and which borders a likewise circular bottom opening 26.

Uit de omtrekswand 18 reikt een viertal, zich van de bovenste houderrand 22 naar de randstrook 28 uitstrekkende, kruisvormig ten opzichte van elkaar aangebrachte en als wortelgeleidingen 30, 31 betitelde, ribvormige uitsteeksels tot in de houder 12. De wortelgeleidingen 30, 31 hebben een prismatische dwarsdoorsnede en lopen van de omtrekswand 18 uit ten opzichte van de houder binnenwaarts. Daarbij is de wortelgeleiding 21 als geheel, zoals te zien is, breder uitgevoerd dan de wortelgeleidingen 30. De maat, ten bedrage waarvan elke wortelgeleiding 30, 31 tot in de houder 12 reikt, komt overeen met de breedte van de, in de bodem 20 van de houder 12 omlopende randstrook 28.From the circumferential wall 18, four rib-like projections extending from the upper container edge 22 to the edge strip 28, which are arranged cross-shaped with respect to each other and referred to as root guides 30, 31, extend into the container 12. The root guides 30, 31 have a prismatic cross section and extension of the circumferential wall 18 with respect to the container. Here, the root guide 21 as a whole, as can be seen, is wider than the root guides 30. The size, the amount of which each root guide 30, 31 extends into the holder 12, corresponds to the width of the bottom 20 the peripheral strip 28 of the holder 12.

Op het bovenste begrenzingsvlak 16 van de kweekplaat 10 is, op afstand tot de bovenste houderrand 22 een, aan de bredere wortelgeleiding 31 toegevoegde, bijbehorende markering 32 gevormd, welke half-bolvormig uit het bovenste begrenzingsvlak 16 uit steekt. Ook bij volledig met substraat gevulde houder 12 kan aldus, door de markering 32, onmiddellijk de ligging van de breedste wortelgeleiding 31 worden vastgesteld.On the upper boundary surface 16 of the cultivation plate 10, at a distance from the upper container edge 22, an associated marking 32, which is added to the wider root guide 31, is formed, which protrudes hemispherical from the upper boundary surface 16. Thus, even with container 12 completely filled with substrate, the position of the widest root guide 31 can immediately be determined by the marking 32.

In fig. 3 is in bovenaanzicht, de gehele, vierkant uitgevoerde kweekplaat 10 met zijn tien kweekhouders 12 vereenvoudigd weergegeven. Aangezien in fig. 3 de opstelling van de kweekhouders 12 ten opzichte van het bovenste begrenzingsvlak 16 alsmede de ligging van de telkens aan een houder 12 toegevoegde, bijbehorende markeringen 32 moet worden verduidelijkt, is van elke houder 12 slechts de in het bovenste begrenzingsvlak 16 uitgespaarde en tevens de bovenste houderrand 22 vormende substraatvulopening 14 weergegeven, waarbij de wortelgeleidingen 30, 31 in de tekening zijn weggelaten. Het spreekt echter vanzelf, dat de markeringen 32 telkens aan de breedste wortelgeleidig 31 van de betrokken houder 12 toegevoegd zijn, d.w.z. op geringe afstand daar vandaan op het bovenste begrenzingsvlak 16 aangebracht zijn.Fig. 3 is a plan view of the entire square cultivation plate 10 with its ten cultivation holders 12 shown in simplified form. Since in Fig. 3 the arrangement of the culture holders 12 relative to the upper boundary surface 16 and the location of the associated markings 32 each associated with a holder 12 have to be clarified, only one of the holders 12 is recessed in the upper boundary surface 16 and also substrate filling opening 14 forming the upper container edge 22, wherein the root guides 30, 31 are omitted in the drawing. It goes without saying, however, that the markings 32 are in each case added to the widest root guide 31 of the holder 12 concerned, i.e. are arranged on the upper boundary surface 16 at a small distance therefrom.

Zoals blijkt uit fig. 3, zijn de tien kweekhouders 12 ten opzichte van het vierkante bovenste begrenzingsvlak 16 zodanig aangebracht, dat tussen aangeduide houdermiddelpunten M, onderling naburige houders 12 bij gegeven afmetingen van het bovenste begrenzingsvlak 16 een zo groot mogelijke, bij voorkeur ongeveer gelijke afstand ontstaat. De in het bovenste begrenzingsvlak 16 ingevormde en daaruit halfbolvormig uit stekende markeringen 32 zijn ten opzichte van de kweekplaat 10 respectievelijk het bovenste begrenzingsvlak 16 daarvan op telkens dezelfde plaats van een houder 12 aangebracht, welke plaats in fig. 3 op een, dóór het middelpunt van de betrokken houder evenwijdig aan de onderrand van het bovenste begrenzingsvlak 16 verlopende rechte lijn rechts van de houder 12 ligt.As can be seen from Fig. 3, the ten culture containers 12 are arranged relative to the square upper boundary surface 16 such that between indicated container centers M, mutually adjacent containers 12 with the dimensions of the upper boundary surface 16 as large as possible, preferably approximately equal distance arises. The markings 32 formed in the upper boundary surface 16 and protruding therefrom in the shape of a hemispherical shape are arranged with respect to the culture plate 10 and the upper boundary surface 16 thereof, in each case at the same location of a container 12, which location in FIG. the relevant container is parallel to the lower edge of the upper boundary surface 16, a straight line to the right of the container 12.

De in fig. 3 weergegeven kweekplaat 10 is volgens de vacuüm trekwerkwijze uit dikwandige kunststoffolie, bijvoorbeeld polystyrol of polypropeenfolie, als ééndelig vormdeel vervaardigd. Daartoe wordt de dikwandige kunststoffolie eerst in een verwarmingsstation, bijvoorbeeld met kwartsstralers tot in een plastische toestand verwarmd. In het daaropvolgende vormstation wordt de geplastificeerde kunststoffolie op die plaats, waar later de kweekhouders moeten worden aangebracht, door een stempel voorgerekt en bijvoorbeeld door middel van vacuüm in een, met de gewenste kweekplaat overeenkomende negatieve vorm getrokken. Na het stijf worden van de nu gevormde kunststoffolie wordt de kweekplaat in een stansstation langs de, de kweekplaat omgevende, niet weergegeven rand afgestansd. Daarna wordt eventueel met een handzaag in een, aan de substraatvulopening evenwijdig vlak het onderste gedeelte van elke kweekhouder 12 afgezaagd, respectievelijk gesneden. Het is ook mogelijk, een overeenkomstig gat uit te stansen. De voltooide kweekplaten 10 worden dan in een stapelstation opeengestapeld en kunnen vervolgens worden opgeslagen.The culture plate 10 shown in Fig. 3 is manufactured according to the vacuum drawing method from thick-walled plastic film, for example polystyrene or polypropylene film, as a one-piece molded part. For this purpose, the thick-walled plastic film is first heated to a plastic state in a heating station, for example with quartz radiators. In the subsequent molding station, the plasticized plastic film is pre-stretched by a punch at that location, where the culture containers are to be applied later, and is drawn, for example by vacuum, into a negative shape corresponding to the desired culture plate. After the plastic foil now formed has become rigid, the culture plate is punched in a punching station along the edge (not shown) surrounding the culture plate. Then, optionally, the bottom part of each cultivation container 12 is sawn or cut with a hand saw in a plane parallel to the substrate filling opening. It is also possible to punch a corresponding hole. The finished culture plates 10 are then stacked in a stacking station and can then be stored.

Om er voor te zorgen dat op elkaar gestapelde kweekplaten 10 niet zo ver in elkaar worden gedrukt dat zij op grond van het in elkaar vastgeklemd raken nog slechts moeizaam van elkaar kunnen worden gescheiden, zijn onder het bovenste begrenzingsvlak van de kweekplaat 10 in de omtrekswand 18 van enkele houders 12 niet weergegeven, buitenwaarts reikende stapelnokken gevormd. Bij de telkens op een hoek van de kweekplaat 10 aangebrachte houders 12 zijn de stapelnokken bij voorkeur diametraal tegenover elkaar liggend aangebracht. Die stapelnokken hebben ongeveer de vorm van een kegel, waarvan de punt althans bij benadering in het bovenste begrenzingsvlak 16 van de kweekplaat 10 ligt, en waar doorheen van boven naar onderen de omtrekswand 18 van de betrokken houder doorheen reikt. Door de evenwijdig aan het bovenste begrenzings-vlak 16 verlopende kegelbases zijn oplegvlakken gevormd door middel waarvan een kweekplaat 10 op het onderste begrenzingsvlak van de in de stapel dan opvolgende kweekplaat 10 steun neemt.To ensure that culture plates 10 stacked on top of each other are not pressed together so far that they can only be separated with difficulty due to the clamping together, they are located in the peripheral wall 18 under the upper boundary surface of the culture plate 10. outwardly reaching stacking cams of some holders 12 (not shown) are formed. The stacking cams are preferably arranged diametrically opposite each other in the holders 12 which are each arranged at an angle of the culture plate 10. These stacking cams are approximately in the shape of a cone, the point of which lies at least approximately in the upper boundary surface 16 of the culture plate 10, and through which the peripheral wall 18 of the container concerned extends from top to bottom. The conical bases extending parallel to the upper boundary surface 16 form support surfaces by means of which a cultivation plate 10 supports on the lower boundary surface of the cultivation plate 10 then succeeding in the stack.

De hoogte van de, de stapelnokken vormende kegels is daarbij zodanig gekozen, dat men makkelijk onder de, de kweekplaat 10 omgevende rand van op elkaar gestapelde kweekplaten 10 kan grijpen voor het aflichten van een kweekplaat.The height of the cones forming the stacking cams is chosen in such a way that it is easy to reach under the edge of the culture plates 10 stacked on top of the culture plate 10 for lifting off a culture plate.

Claims

1. Cultivation plate, in particular for strawberry plants, with at least one cultivation container (12), which is provided with a substrate filling opening (14) formed in the upper boundary surface (16) of said cultivation plate (10) and from a an opposite bottom (20) extending and thereby rectilinearly tapering peripheral wall (18), from which a number of root guides (30, 31) extend into the holder (12), which start at the top edge (22) of the peripheral wall (18) and terminate on an edge strip (28) extending from the bottom edge (24) of the circumferential wall parallel to the substrate filling opening (14) and the interior of the container, and characterized in that the width of the , about the bottom opening (26) of the holder (12), circumferential edge strip (28) corresponding to the size, at the height of which the root guides (30, 31) at their lower end reach maximally into the holder (12) and that the width of one root guide (31) recognizable is greater than the width of the other root guides (30), in the case of a number of culture containers (12), the widest root guide (31) is always arranged in the same place of the container.

Culture plate according to claim 1, characterized in that the width of the root guides (30, 31) of the peripheral wall (18) decreases continuously towards the interior of a container.

Cultivation plate according to claim 1 or 2, characterized in that a total of four crop guides (30, 31) arranged crosswise relative to each other relative to the plane of the substrate filling opening (14) are provided per cultivation container (12).

Culture plate according to any one of the preceding claims, characterized in that each culture container (12) has a round or polygonal cross section.

Culture plate according to one of the preceding claims, characterized in that an associated, adjacent marking (32) is added to each widest root guide (31) on the top boundary surface (16) of the culture plate (10).

Culture plate according to claim 5, characterized in that each marking (32) protrudes from the top boundary surface (16) of the culture plate (10) or is formed by a recess in the top boundary surface (16).

Culture plate according to claim 5 or 6, characterized in that each marking (32) is formed by a hemisphere protruding from the upper boundary surface (16).

Culture plate according to one of the preceding claims, characterized in that said culture plate has a square, upper boundary surface (16) and is provided with ten or more culture containers (12), which are arranged such that they are arranged on the substrate filling openings (14). ) involved centers (M) have the greatest possible distance from one another.