NL9002677A - SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER. - Google Patents

SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER. Download PDF

Info

Publication number
NL9002677A
NL9002677A NL9002677A NL9002677A NL9002677A NL 9002677 A NL9002677 A NL 9002677A NL 9002677 A NL9002677 A NL 9002677A NL 9002677 A NL9002677 A NL 9002677A NL 9002677 A NL9002677 A NL 9002677A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
portable unit
signal
compartment
control circuit
rack
Prior art date
Application number
NL9002677A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Ericsson Radio Systems Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ericsson Radio Systems Bv filed Critical Ericsson Radio Systems Bv
Priority to NL9002677A priority Critical patent/NL9002677A/en
Priority to DE1991611579 priority patent/DE69111579T2/en
Priority to EP19910203127 priority patent/EP0489467B1/en
Publication of NL9002677A publication Critical patent/NL9002677A/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B26/00Alarm systems in which substations are interrogated in succession by a central station
    • G08B26/001Alarm systems in which substations are interrogated in succession by a central station with individual interrogation of substations connected in parallel
    • G08B26/003Alarm systems in which substations are interrogated in succession by a central station with individual interrogation of substations connected in parallel replying the identity and the state of the sensor
    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B3/00Audible signalling systems; Audible personal calling systems
    • G08B3/10Audible signalling systems; Audible personal calling systems using electric transmission; using electromagnetic transmission
    • G08B3/1008Personal calling arrangements or devices, i.e. paging systems
    • G08B3/1016Personal calling arrangements or devices, i.e. paging systems using wireless transmission
    • G08B3/1075Paging racks

Description

Volgens een variant van het eerder beschreven stelselworden alle vakken van het rek voortdurend en sequentieeldoor de detectie-inrichting afgetast. Volgens een anderevariant heeft elk vak bovendien een detectiemiddel voor hetdetecteren van de aanwezigheid van een draagbare eenheid inhet vak. Bij deze tweede variant zendt de detectie-inrichtingpas na detectie van de aanwezigheid van een draagbareeenheid in het vak een aftastsignaal via het vak naar dedraagbare eenheid. Voor beide gevallen is er slechts éénsoort responsiesignaal. Dit responsiesignaal bevat het aande draagbare eenheid toegewezen identificatienummer ofidentificatiegegeven.According to a variant of the previously described system, all compartments of the rack are scanned continuously and sequentially by the detection device. According to another variant, each compartment also has a detection means for detecting the presence of a portable unit in the compartment. In this second variant, the detection device only sends a scanning signal via the compartment to the portable unit after detection of the presence of a portable unit in the compartment. In both cases, there is only one type of response signal. This response signal contains the identification number or identification data assigned to the portable unit.

Het eerder beschreven aanwezigheidsdetectiestelselheeft als bezwaar dat er tamelijk veel middelen nodig zijnvoor het detecteren van de aanwezigheid/afwezigheid van eendraagbare eenheid in een vak en voor het bepalen van deidentiteit van de in een vak geplaatste draagbare eenheid.The previously described presence detection system has the drawback that quite a lot of means are required to detect the presence / absence of a portable unit in a compartment and to determine the identity of the portable unit placed in a compartment.

De uitvinding beoogt het bezwaar van het eerderbeschreven aanwezigheidsdetectiestelsel op te heffen.The object of the invention is to eliminate the drawback of the previously described presence detection system.

Deze doelstelling wordt voor het in de aanhef vanconclusie 1 beschreven aanwezigheidsdetectiestelsel volgensde uitvinding bereikt door middel van de maatregelen van hetkenmerk van conclusie 1. Hierdoor neemt bij plaatsing vaneen draagbare eenheid in een vak de draagbare eenheid hetinitiatief om de detectie-inrichting met opgave van haaridentificatienummer te melden dat het zich in een vakbevindt. De draagbare eenheden en de rekken kunnen hierdoorrelatief eenvoudig zijn.This object is achieved for the presence detection system according to the invention described in the preamble of claim 1 by means of the features of the feature of claim 1. As a result, when a portable unit is placed in a compartment, the portable unit takes the initiative to provide the detection device with the indication of its identification number. report that it is in a subject. The portable units and racks can therefore be relatively simple.

Het ontvangstmiddel van het rek kan gemeenschappelijkvoor alle vakken van het rek zijn, waarbij de overdracht vanhet meldsignaal radiografisch, inductief of optisch kanplaatsvinden. Als alternatief kan elk vak van het rek eeneigen ontvangstmiddel hebben waarbij de overdracht van hetmeldsignaal tussen een vak en een daarin aanwezige draagbareeenheid plaatsvindt en waarbij de overdracht van het meld¬signaal als alternatief ook kan plaatsvinden via contactenvan het vak en de draagbare eenheid die elkaar na plaatsingThe rack receiving means can be common to all compartments of the rack, the transmission of the report signal being possible by radio, inductive or optical means. Alternatively, each compartment of the rack may have its own receiving means in which the transmission of the reporting signal between a compartment and a portable unit contained therein takes place and wherein the transmission of the reporting signal can alternatively also take place via contacts of the compartment and the portable unit, which placement

Korte aanduiding: stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbareeenheid die geschikt is voor het uitzendenof ontvangen van een signaal met een toe¬gewezen identificatienummer.Short designation: system for detecting the presence in a rack of a portable unit suitable for transmitting or receiving a signal with an assigned identification number.

De uitvinding heeft betrekking op een aanwezigheids-detectiestelsel volgens de aanhef van conclusie 1. Dedraagbare eenheid kan bijvoorbeeld een oproepeenheid van eenpersonenoproepstelsel, een transponder, een alarmzender ofeen electronische sleutel zijn.The invention relates to a presence detection system according to the preamble of claim 1. The portable unit can for instance be a call unit of a person call system, a transponder, an alarm transmitter or an electronic key.

Een aanwezigheidsdetectiestelsel van de hiervoor-genoemde soort is beschreven in de nederlandse octrooi¬aanvrage 90.01318 die op 11 juni 1990 t.n.v. aanvraagster(destijds: Ericsson Paging Systems B.V.) werd ingediend endie op het tijdstip van indiening van de onderhavigeaanvrage nog niet ter inzage was. Bij dit eerder beschrevenstelsel worden tenminste de vakken van een rek waarin eendraagbare eenheid geplaatst is op initiatief en actief doorde stuurketen van de detectie-inrichting voor de aanwezig¬heid van een draagbare eenheid afgetast. Voor allevarianten van het eerder beschreven stelsel is het daarbijnodig dat elk vak een zendmiddel en elke draagbare eenheideen ontvangstmiddel hebben voor het vanuit de stuurketenvan de detectie-inrichting overdragen van een aftastsignaalnaar de stuurketen van de draagbare eenheid. Bovendien moetelke draagbare eenheid een zendmiddel hebben en moet elkvak een ontvangstmiddel hebben voor het overdragen van eenresponsiesignaal, dat de stuurketen van de draagbareeenheid in responsie op de ontvangst van het aftastsignaal,naar de stuurketen van de detectie-inrichting uitzendt.A presence detection system of the aforementioned type is described in Dutch patent application 90.01318, which was issued on June 11, 1990 to. applicant (at the time: Ericsson Paging Systems B.V.) was filed which was not available for inspection at the time of filing of the present application. In this previously described system, at least the pockets of a rack in which a portable unit is placed are initiated and actively scanned through the control circuit of the detection device for the presence of a portable unit. For all variants of the previously described system, it is also necessary that each box has a transmitter and each portable unit a receiver for transmitting a scan signal from the control circuit of the portable unit to the control circuit of the portable unit. In addition, each portable unit must have a transmitting means, and each compartment must have a receiving means for transmitting a response signal, which transmits the control circuit of the portable unit in response to the reception of the scan signal to the control circuit of the detection device.

van de draagbare eenheid in het vak raken. Dergelijkecontacten kunnen op de bodem van het vak aangebrachtecontacten en tegenoverliggende contacten van de draagbareeenheid zijn maar kunnen ook in de insteekrichting van dedraagbare eenheid lopende sleepcontacten zijn waarbij deverbinding tussen de contacten tijdens het verplaatsen vande draagbare eenheid over een bepaalde afstand gehandhaafdwordt. De contacten kunnen contacten van een acculaadstroom-circuit zijn, waarbij de draagbare eenheid het lopen vaneen acculaadstroom, of de verbinding met een externeacculaadspanningsbron, detecteert, voor detectie van deaanwezigheid van de eenheid in een vak en kan de draagbareeenheid de acculaadstroom moduleren voor het verzenden vanhet meldsignaal.of the portable unit into the compartment. Such contacts may be contacts located on the bottom of the compartment and opposed contacts of the portable unit, but may also be sliding contacts running in the insertion direction of the portable unit, the connection between the contacts being maintained by a certain distance during the movement of the portable unit. The contacts can be contacts of a battery charging circuit, where the portable unit detects the running of a battery charging current, or the connection to an external battery charging voltage source, to detect the presence of the unit in a compartment, and the portable unit can modulate the battery charging current to transmit the report signal.

Het aanwezigheidsstelsel kan op verschillende wijzendetecteren of een bepaalde draagbare eenheid uit een vakverwijderd wordt.The presence system can detect in various ways whether a particular portable unit is removed from a compartment.

Volgens een eerste realisatie bewaakt de stuurketenvan elke draagbare eenheid verwijdering ervan uit een vak enwanneer dit optreedt verzendt de draagbare eenheid eenafwezigheidsmeldsignaal. Bij ontvangst van dit afwezigheids-meldsignaal verwijdert de stuurketen van de detectie-inrichting een eerder voor de draagbare eenheid in hetgeheugen opgeslagen aanwezigheidsgegeven uit het geheugen.Afhankelijk van de soort transmissieweg tussen een draagbareeenheid en een vak en/of voor het verhogen van de zekerheidkan het afwezigheidsmeldsignaal het identificatienummer vande draagbare eenheid bevatten. Bovendien kunnen het aan-wezigheidsmeldsignaal en het afwezigheidsmeldsignaal gelijkzijn, eventueel met uitzondering van een gedeelte dat elkvan deze signalen karakteriseert.According to a first realization, the control circuit of each portable unit monitors its removal from a compartment and when this occurs, the portable unit sends an absence message signal. Upon receipt of this absence signal, the control circuit of the detection device removes from the memory a presence data previously stored in memory for the portable unit. Depending on the type of transmission path between a portable unit and a compartment and / or to increase the security, it can out-of-call signal will contain the portable unit identification number. In addition, the presence notification signal and the absence notification signal may be the same, optionally with the exception of a portion characterizing each of these signals.

Volgens een andere realisatie van het stelsel verzendteen draagbare eenheid na verzending van een aanwezigheids-meldsignaal continu of periodiek een houdsignaal en bewaaktde stuurketen van de detectie-inrichting de ontvangst vaneen dergelijk houdsignaal en wanneer het gedurende een voor¬afbepaalde tijd geen houdsignaal ontvangen heeft verwijdert het een voor de draagbare eenheid in het geheugen opgeslagenaanwezigheidsgegeven. Wanneer de genoemde contacten alstransmissieweg voor het aanwezigheidsmeldsignaal gebruiktworden kunnen deze contacten ook gebruikt worden voor hetverzenden van het houdsignaal, waardoor geen andere trans¬missie- of detectiemiddelen nodig zijn en het detectie-stelsel relatief eenvoudig is.According to another realization of the system, after a presence signal has been sent, a portable unit continuously or periodically transmits a hold signal and the control circuit of the detection device monitors the reception of such a hold signal and when it has not received a hold signal for a predetermined time, it removes Presence data stored in memory for the portable unit. When the said contacts are used for transmission of the presence signal signal, these contacts can also be used for transmitting the hold signal, so that no other transmission or detection means are required and the detection system is relatively simple.

Volgens weer een andere realisatie heeft elk vak vaneen stelsel een detectiemiddel voor het detecteren van deaanwezigheid van een draagbare eenheid in het vak en bewaaktde detectie-inrichting na ontvangst van een aanwezigheids¬meldsignaal van het vak door middel van het detectiemiddelde aanwezigheid van de draagbare eenheid, waarbij dedetectie-inrichting bij detectie van afwezigheid van dedraagbare eenheid in het vak een eerder voor de eenheidopgeslagen aanwezigheidsgegeven uit het geheugen verwijdert.Hierbij wordt ook een eenvoudig detectiestelsel verkregenwaarbij, ten opzichte van de vorige realisatie, eendraagbare eenheid slechts bij plaatsing ervan in een vak eensignaal hoeft te verzenden, wat leidt tot stroombesparing eneventuele interferentie met andere signalen tegengaat.According to yet another realization, each compartment of a system has a detecting means for detecting the presence of a portable unit in the compartment and monitoring the detection device upon receipt of a presence signal from the compartment by means of the detection means presence of the portable unit, wherein the detection device, upon detection of the absence of the portable unit in the compartment, removes from the memory a presence data previously stored for the unit. In addition, a simple detection system is obtained in which, compared to the previous realization, a portable unit is only placed in a compartment a signal need to transmit, which saves power and prevents interference with other signals.

Volgens weer een andere realisatie van het stelselheeft elk vak een zendmiddel en heeft elke draagbare eenheideen corresponderend ontvangstmiddel voor het naar een in hetvak geplaatste draagbare eenheid overdragen van een aftast-signaal vanuit de stuurketen van de detectie-inrichtingnadat deze van de draagbare eenheid een aanwezigheidsmeld¬signaal ontvangen heeft, en verzendt de draagbare eenheid naontvangst van een aftastsignaal een responsiesignaal enverwijdert de detectie-inrichting een eerder voor dedraagbare eenheid opgeslagen aanwezigheidsgegeven uit hetgeheugen wanneer de inrichting gedurende een voorafbepaaldetijd geen responsiesignaal ontvangen heeft. Omdat watbetreft het detecteren van de verwijdering van een draagbareeenheid uit een vak dezelfde soort middelen gebruikt wordenen het aftastsignaal en het responsiesignaal dezelfdefunctie hebben als bij een uitvoeringsvorm van het stelsel volgens het genoemde NL 90.01318 wordt, hoewel voor eendeskundige niet noodzakelijk geacht, voor een meergedetailleerde toelichting hierop verwezen naar de beschrij¬ving van de genoemde NL 90.01318.According to yet another realization of the system, each compartment has a transmitting means, and each portable unit has a corresponding receiving means for transmitting a scan signal from the control circuit of the detection device to a portable unit placed in the compartment after this of the portable unit has a presence signal. signal, and the portable unit after receiving a scan signal sends a response signal and the detection device removes a presence data previously stored for the portable unit from the memory when the device has not received a response signal for a predetermined time. Since, as regards the detection of the removal of a portable unit from a compartment, the same kind of means are used and the scan signal and the response signal have the same function as in an embodiment of the system according to the aforementioned NL 90.01318, although not considered necessary by an expert, for a more detailed explanation reference is made to the description of the aforementioned NL 90.01318.

Andere eigenschappen en voordelen van de uitvindingzullen duidelijk worden uit de hierna volgende toelichtingvan enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding aan de handvan de bijgevoegde tekeningen. In de tekeningen tonen:Other features and advantages of the invention will become apparent from the following explanation of some embodiments of the invention with reference to the accompanying drawings. In the drawings show:

Fig. 1 schematisch een vak van een rek met een daaringeplaatste draagbare eenheid;Fig. 1 schematically shows a rack compartment with a portable unit placed therein;

Fig. 2 een schema van een oproepeenheid als draagbareeenheid van een oproepstelsel en van het detectiestelselvolgens de uitvinding;Fig. 2 shows a diagram of a paging unit as a portable unit of a paging system and of the detection system according to the invention;

Fig. 3 een schema van een uitvoeringsvorm van eendetectiestelsel volgens de uitvinding;Fig. 3 is a diagram of an embodiment of a detection system according to the invention;

Fig. 4 een stroomdiagram van een werking van destuurketen van de oproepeenheid van fig. 2 met betrekkingtot aanwezigheidsdetectie;Fig. 4 is a flowchart of an operation of the paging unit control circuit of FIG. 2 with respect to presence detection;

Fig. 5 een stroomdiagram van een werking van eenstuurketen van het rek wanneer de draagbare eenheid volgensde werking van fig. 4 werkt;Fig. 5 is a flowchart of operation of a rack control circuit when the portable unit is operating in accordance with the operation of FIG. 4;

Fig. 6 een uitvoeringsvorm van een detectie-inrichtingvan het detectiestelsel volgens een andere werking van destuurketens van de draagbare eenheden en van de detectie-inrichting met betrekking tot de aanwezigheidsdetectie vaneen draagbare eenheid in een vak;Fig. 6 an embodiment of a detection device of the detection system according to a different operation of the control circuits of the portable units and of the detection device with regard to the presence detection of a portable unit in a compartment;

Fig. 7 een stroomschema van de werking van een draag¬bare eenheid voor gebruik in de keten van fig. 6;Fig. 7 is a flow chart of the operation of a portable unit for use in the circuit of FIG. 6;

Fig. 8 een stroomdiagram van de werking van de stuur¬keten van de detectie-inrichting voor de keten van fig. 6;Fig. 8 is a flowchart of the operation of the control circuit of the circuit detecting device of FIG. 6;

Fig. 9 een vervangend gedeelte voor het stroomschemavan fig. 8 voor een andere werking van de draagbare eenheid;Fig. 9 is a flow chart replacement section of FIG. 8 for another operation of the portable unit;

Fig. 10 schematisch een andere uitvoeringsvorm van eenvak van een rek met een daarin geplaatste draagbare eenheid;Fig. 10 schematically shows another embodiment of a rack compartment with a portable unit disposed therein;

Fig. 11 een stroomschema voor de werking van eendraagbare eenheid bij toepassing van vakken als getoond infig. 10; enFig. 11 is a flow chart for the operation of a portable unit when using boxes as shown infig. 10; and

Fig. 12 een vervangend gedeelte voor het stroomschemavan fig. 8 bij toepassing van vakken als getoond in fig. 10en draagbare eenheden werkend volgens fig. 11.Fig. 12 is a replacement section for the flow chart of FIG. 8 when using pockets as shown in FIG. 10 and portable units operating in accordance with FIG. 11.

Fig. 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van eenvak 1 van een rek (niet getoond) met een aantal soortge¬lijke vakken, waarbij in elk vak 1 een draagbare eenheid 2geplaatst kan worden.Fig. 1 schematically shows an embodiment of a rack 1 (not shown) with a number of similar compartments, wherein a portable unit 2 can be placed in each compartment 1.

In de uitvoeringsvorm van fig. 1 heeft elk vak 1 tweecontacten 3a, 3b die via een geleiderbundel 15 verbondenzijn met de aansluitingen van een spanningsbron (nietgetoond) van het rek. Elke draagbare eenheid 2 heeft tweecontacten 6a, 6b, die na plaatsing van de draagbare eenheid2 in een vak 1 de contacten 3a respectievelijk 3b raken endie verbonden zijn met de aansluitingen van een accu ofaccuvoedingsketen (27 in figuur 2) van de draagbare eenheid2. Na plaatsing van de draagbare eenheid 2 in een vak 1 zalde spanningsbron van het rek de accu van de draagbareeenheid 2 laden.In the embodiment of Fig. 1, each compartment 1 has two contacts 3a, 3b which are connected via a conductor bundle 15 to the terminals of a voltage source (not shown) of the rack. Each portable unit 2 has two contacts 6a, 6b, which, after placement of the portable unit 2 in a compartment 1, touch the contacts 3a and 3b respectively, which are connected to the terminals of a battery or battery supply chain (27 in figure 2) of the portable unit2. After placing the portable unit 2 in a compartment 1, the power source of the rack will charge the battery of the portable unit 2.

De bodem 7 van elk vak 1 heeft een lichtdoorlatendeopening 8 waaronder een lichtgevoelig orgaan, in hetbijzonder een lichtgevoelige diode 9 is aangebracht. Dediode 9 is met een geschikte oriëntatie van de polariteitervan in serie met een weerstand 10 met de contacten 3a, 3bvan het vak 1 verbonden. Wanneer de lichtgevoelige diode 9licht ontvangt verandert een spanning over de weerstand 10.Deze spanning wordt afgenomen door een geleider 11, die eengeleider van de geleiderbundel 15 is, en die met het knoop¬punt van de diode 9 en de weerstand 10 verbonden is.The bottom 7 of each compartment 1 has a light-transmitting opening 8 under which a light-sensitive member, in particular a light-sensitive diode 9, is arranged. The diode 9 is connected in series with a resistor 10 to the contacts 3a, 3b of the compartment 1 with a suitable orientation of the polarity thereof. When the light-sensitive diode 9 receives light, a voltage changes across the resistor 10. This voltage is taken by a conductor 11, which is a conductor of the conductor bundle 15, and which is connected to the junction of the diode 9 and the resistor 10.

De draagbare eenheid 2 heeft, zoals schematisch en metstreepjes getoond, in de bodem 12 ervan een lichtdoorlatendeopening 13 waarachter een lichtemitterend orgaan, in hetbijzonder een lichtemittende diode, of LED, 14 is aange¬bracht. Wanneer de draagbare eenheid 2 geheel of gedeelte¬lijk in een vak 1 geplaatst is kan de lichtgevoelige diode9 door de lichtemitterende diode 14 uitgezonden lichtontvangen.The portable unit 2, as shown schematically and with dashes, has in its bottom 12 a light-transmitting opening 13 behind which a light-emitting member, in particular a light-emitting diode, or LED, 14 is arranged. When the portable unit 2 is placed in whole or in part in a compartment 1, the light-sensitive diode 9 can receive light emitted by the light-emitting diode 14.

De draagbare eenheid 2 van het aanwezigheidsdetectie- stelsel volgens de uitvinding kan elke draagbare eenheidzijn die geschikt is voor het draadloos ontvangen en/ofuitzenden van een zendsignaal dat een aan de draagbareeenheid toegewezen en in een register van de eenheidopgeslagen identificatienummer bevat.The portable unit 2 of the presence detection system according to the invention can be any portable unit suitable for wirelessly receiving and / or broadcasting a transmission signal containing an identification number assigned to the portable unit and stored in a register of the unit.

De draagbare eenheid is bijvoorbeeld een oproepeenheidvan een personenoproepstelsel.The portable unit is, for example, a paging unit of a personal call system.

Fig. 2 toont een schema van een oproepeenheid 18 alsdraagbare eenheid 2. De oproepeenheid 18 omvat een antenne19, een met de antenne 19 verbonden ontvangstketen 20, dieverbonden is met een decoder 21, die verbonden is met eenvergelijker 22 en een stuurketen 23, die verbonden is meteen register 24, bedieningsmiddelen, zoals schakelaars, 25,een signaalgever 26, de lichtemitterende diode 14 en eenaccu of accuvoedingsketen 27.Fig. 2 shows a diagram of a paging unit 18 as a portable unit 2. The paging unit 18 comprises an antenna 19, a receiving circuit 20 connected to the antenna 19, which is connected to a decoder 21, which is connected to a comparator 22 and a control circuit 23, which is connected to a register 24, operating means, such as switches, 25, a signaling device 26, the light-emitting diode 14 and a battery or battery supply circuit 27.

Het register 24 is tevens verbonden met de vergelijker22 en bevat een aan de oproepeenheid 18 toegewezen identifi¬catienummer of identificatiegegeven.The register 24 is also connected to the comparator 22 and contains an identification number or identification data assigned to the calling unit 18.

De signaalgever kan een optische en/of akoestischeen/of electromechanische signaalgever zijn. Het personen¬oproepstelsel omvat verder een niet-getoond centraal stationmet bedieningsmiddelen en een zender voor het samenstellenvan een oproepbericht dat het identificatienummer van deoproepeenheid 18 bevat en voor het uitzenden van eenzendsignaal dat het oproepbericht bevat. De antenne 19 en deontvangstketen 20 van de oproepeenheid 18 zijn geschikt voorhet ontvangen en demoduleren van het door het centralestation verzonden zendsignaal. Na ontvangst van een oproep¬bericht levert de ontvangstketen 20 dit aan de decoder 21,die het identificatienummer en overige gegevens van hetbericht afscheidt. De vergelijker 22 vergelijkt hetontvangen identificatienummer met een in het register 24opgeslagen identificatienummer en levert bij gelijkheid eenvrijgeefsignaal aan de stuurketen 23 voor het verderverwerken van de ontvangen overige gegevens, die door middelvan de signaalgever 26 gepresenteerd kunnen worden.The signal generator can be an optical and / or acoustic and / or electromechanical signal generator. The personal calling system further comprises a central station (not shown) with operating means and a transmitter for compiling a call message containing the identification number of the calling unit 18 and for transmitting a transmission signal containing the call message. The antenna 19 and the receiving circuit 20 of the paging unit 18 are suitable for receiving and demodulating the transmission signal transmitted by the exchange station. After receiving a call message, the receiving circuit 20 supplies this to the decoder 21, which separates the identification number and other data from the message. The comparator 22 compares the received identification number with an identification number stored in the register 24 and, in the same way, supplies a release signal to the control circuit 23 for further processing of the received other data, which can be presented by means of the signal generator 26.

Fig. 3 toont een schema van een detectie-inrichting voor toepassing van de uitvinding. Een rek heeft een aantalvakken 1 die via geleiderbundel 15 met een stuurketen 28verbonden zijn. Voor de uitvoeringsvorm van een vak 1 alsgetoond in fig. 1 kunnen de met de contacten 3a en met decontacten 3b verbonden geleiders van de verschillende vakken1 echter ook direct met elkaar verbonden worden. Destuurketen 28 hoeft dan van alle vakken 1 slechts tweegeleiders voor verbinding met de acculaadspanningsbron enevenveel geleiders 11 als er vakken 1 zijn te ontvangen. Destuurketen 28 is verbonden met een geheugen 29 waarvan eengedeelte geschikt is voor het daarin opslaan van een aan-wezigheidsgegeven voor elke draagbare eenheid 2, 18, die ineen vak 1 geplaatst is. Daarbij kan het geheugen 29 voorelke draagbare eenheid 2, 18 een eigen locatie hebben ofkan aan elk vak een locatie toegewezen zijn voor hetopslaan van een identificatienummer na plaatsing van debijbehorende draagbare eenheid 2 in een vak 1 en eventueeleen vaknummer en reknummer wanneer de vakken 1 verspreidzijn over een aantal rekken. Voor toepassing van deuitvinding maken deze verschillende wijzen van opslag nietuit. De stuurketen 28 kan een microprocessor zijn. Destuurketen 28 en het geheugen 29 kunnen in elk rekaangebracht zijn. De stuurketen 28 en het geheugen 29kunnen ook aan een groep rekken toegewezen zijn. Verderkunnen een of meer stuurketens 28 verbonden zijn met eengemeenschappelijke stuurketen, niet getoond, bijvoorbeeldvan het centrale station voor het opslaan en verwijderenvan aanwezigheidsgegevens in een met de gemeenschappelijkestuurketen verbonden gemeenschappelijk geheugen. De met destuurketens 28 verbonden geheugens 29 kunnen dan eventueelvervallen. De hiervoor benodigde verbindingen en communica-tieregels worden voor een vakman gemakkelijk realiseerbaargeacht en worden daarom hier niet verder beschreven.Fig. 3 shows a schematic of a detection device for application of the invention. A rack has a number of compartments 1 which are connected to a control circuit 28 via conductor bundle 15. However, for the embodiment of a compartment 1 as shown in Fig. 1, the conductors of the various compartments 1 connected to the contacts 3a and to the contacts 3b can also be directly connected to each other. Control circuit 28 then only needs two conductors of all compartments 1 for connection to the battery charging voltage source and many conductors 11 if compartments 1 are received. Control circuit 28 is connected to a memory 29, a portion of which is adapted to store a presence data therein for each portable unit 2, 18, which is placed in a compartment 1. In addition, the memory 29 for each portable unit 2, 18 can have its own location or can be assigned to each compartment a location for storing an identification number after placing the associated portable unit 2 in a compartment 1 and optionally a compartment number and rack number when the compartments 1 are spread over some racks. These different modes of storage do not matter for the application of the invention. The control circuit 28 can be a microprocessor. Control circuit 28 and memory 29 may be arranged in any rack. Control circuit 28 and memory 29 may also be assigned to a group of racks. Furthermore, one or more control circuits 28 may be connected to a common control circuit, not shown, for example, from the central station for storing and deleting presence data in a common memory connected to the common control circuit. The memories 29 connected to the control circuits 28 can then optionally expire. The connections and communication rules required for this are considered easy to realize by a person skilled in the art and are therefore not described further here.

In plaats van een lichtgevoelig orgaan, zoals de diode9, van het vak 1 en in plaats van een optisch lichtemitte-rend orgaan, zoals de diode 14, van een draagbare eenheid2, 18 kunnen ook radiografische (hoogfrequent) of inductieve (laagfrequent) zend- en ontvangstmiddelengebruikt worden. Bij toepassing van een inductieve trans-missieweg zijn een spoel van het vak 1 en een spoel van dedraagbare eenheid 2, 18 bij voorkeur in de insteekrichtingvan de draagbare eenheid 2 in het vak 1 gericht om deafstand waarover de draagbare eenheid 2 verplaatst wordt enoverdracht van signalen tussen de spoelen mogelijk is, tevergroten.Instead of a photosensitive member, such as the diode9, of the compartment 1 and instead of an optical light-emitting member, such as the diode 14, of a portable unit2, 18, radiographic (high-frequency) or inductive (low-frequency) transmitting and receiving means are used. When using an inductive transmission path, a coil of the box 1 and a coil of the portable unit 2, 18 are preferably oriented in the insertion direction of the portable unit 2 in the box 1 about the distance over which the portable unit 2 is moved and transmission of signals between the coils is possible.

Er wordt opgemerkt dat in de figuren van alle hiernatoegelichte stroomschema's "Y" een antwoord "JA" en "N" eenantwoord "NEE" op een in een nevenstaand blok gestelde vraagvoorstellen.It is noted that in the figures of all flowcharts "Y" explained here, an answer "YES" and "N" an answer "NO" to a question set in an adjacent block.

Figuur 4 toont een stroomschema van een eerste werkingvan een draagbare eenheid 2, 18 volgens de uitvinding. Nainitialisatie, aangegeven met blok 30, detecteert de stuur-keten 23 dat de draagbare eenheid 18 volgens blok 31 in eenvak 1 geplaatst wordt. De stuurketen 23 kan dit bij de infiguur 2 getoonde uitvoeringsvorm van de draagbare eenheid18 detecteren doordat de contacten 6a, 6b, na plaatsing vande eenheid 2 in vak 1 de met een spanningsbron verbondencontacten 3a, 3b van het vak 1 raken en doordat een stuur-ingang van de stuurketen 23 met een contact 6a (of met eenniet getoonde aansluiting van de accuvoedingsketen 27)verbonden is. Wanneer de stuurketen 23 het plaatsen van deeenheid 18 in een vak 1 detecteert zendt het volgens blok32 een aanwezigheidsmeldsignaal PRS ("Presence ReportSignal") uit en anders gaat het door met blok 33 voor hettesten van de verwijdering van de eenheid 18 uit het vak 1.Wanneer de stuurketen 23 detecteert dat de draagbareeenheid 18 uit het vak 1 verwijderd wordt zendt het volgensblok 34 een afwezigheidsmeldsignaal ARS ("Absence ReportSignal") uit en anders keert het terug naar blok 31. Na deblokken 32 en 34 wordt teruggekeerd naar blok 31.Figure 4 shows a flow chart of a first operation of a portable unit 2, 18 according to the invention. After initialization, indicated by block 30, the control circuit 23 detects that the portable unit 18 according to block 31 is placed in a compartment 1. The control circuit 23 can detect this embodiment of the portable unit 18 shown in figure 2 because the contacts 6a, 6b, after the unit 2 has been placed in compartment 1, touch the contacts 3a, 3b of the compartment 1 connected to a voltage source and because a control input of the control circuit 23 is connected to a contact 6a (or to a terminal of the battery supply circuit 27 (not shown). When the control circuit 23 detects the placing of the unit 18 in a box 1, according to block 32 it sends a presence message signal PRS ("Presence Report Signal"), otherwise it continues with block 33 to test the removal of the unit 18 from the box 1. When the control circuit 23 detects that the portable unit 18 is removed from the box 1, the block 34 sends an absence signal ARS ("Absence Report Signal") and otherwise returns to block 31. After blocks 32 and 34, it returns to block 31.

Figuur 5 toont een stroomschema van de werking vande stuurketen 28 van de detectieinrichting van het detectie-stelsel volgens de uitvinding voor een werking van eendraagbare eenheid 18 volgens het stroomschema van figuur 4.Figure 5 shows a flow chart of the operation of the control circuit 28 of the detection device of the detection system according to the invention for an operation of a portable unit 18 according to the flow chart of Figure 4.

Na initialisatie, aangegeven met blok 35 van de stuurketen28 detecteert de stuurketen 28 volgens blok 36 of het eenaanwezigheidsmeldsignaal PRS ontvangen heeft. Wanneer dithet geval is bepaalt het volgens blok 37 het identificatie¬nummer uit het aanwezigheidsmeldsignaal PRS en schrijft heteen aanwezigheidsgegeven voor het bepaalde identificatie¬nummer in het geheugen 29. Anders wordt doorgegaan met blok38. Wanneer de stuurketen 28 volgens blok 38 een afwezig-heidsmeldsignaal ARS ontvangen heeft bepaalt het, volgensblok 39, het identificatienummer uit het afwezigheidsmeld-signaal ARS en verwijdert het een aanwezigheidsgegeven voorhet bepaalde identificatienummer uit het geheugen 29 enanders wordt teruggekeerd naar blok 36. Na de blokken 37 en39 wordt teruggekeerd naar blok 36.After initialization, indicated by block 35 of the control circuit 28, the control circuit 28 detects according to block 36 whether it has received a presence signal PRS. If this is the case, it determines according to block 37 the identification number from the presence signal signal PRS and writes a presence data for the determined identification number in the memory 29. Otherwise, block 38 is continued. When the control circuit 28 according to block 38 has received an absence report signal ARS, it determines, according to block 39, the identification number from the absence report signal ARS and removes a presence data for the determined identification number from the memory 29 and otherwise returns to block 36. After the blocks 37 and 39 are returned to block 36.

Het zal duidelijk zijn dat bij een werking van hetaanwezigheidsdetectiestelsel volgens de figuren 4 en 5 hetrek ook uitgevoerd kan zijn met een enkel gemeenschappelijkontvangstmiddel voor het ontvangen van meldsignalen inplaats van een eigen ontvangstmiddel voor elk vak 1. Dezendsterkte van het zendmiddel voor het meldsignaal van eendraagbare eenheid 2, 18 en de ontvangstgevoeligheid van hetgemeenschappelijke ontvangstmiddel zijn dan bij voorkeur zo¬danig ingesteld dat er alleen in de buurt van het rek eengoede overdracht van de meldsignalen kan plaatsvinden ominterferentie met meldsignalen van andere rekken te voorko¬men.It will be understood that in the operation of the presence detection system of Figures 4 and 5, the rack may also be configured with a single common receiving means for receiving report signals instead of its own receiving means for each compartment 1. Transmit strength of the transmitting means for the report signal of a portable unit 2, 18 and the reception sensitivity of the common receiving means are then preferably set such that good transmission of the report signals can only take place in the vicinity of the rack in order to avoid interference with report signals from other racks.

Figuur 6 toont een schema van een andere uitvoerings¬vorm van het detectiestelsel volgens de uitvinding. In dezeuitvoeringsvorm hebben de draagbare eenheden 2, 18 in plaatsvan de lichtemitterende diode 14 een weerstand 40 dietussen de stuurketen 23 en het contact 6a verbonden. Hetrek heeft een acculaadspanningsbron 41 waarvan een aan¬sluiting met de contacten 3b van de vakken 1 van het rekverbonden zijn. Het contact 3a van een vak 1 is via een bijhet vak 1 met dit contact 3a behorende weerstand 42 met deandere aansluiting van de spanningsbron 41 verbonden. Decontacten 3a van de verschillende vakken 1 zijn met respec¬ tievelijke ingangen van een multiplexer 43 verbonden. Eenuitgang van de multiplexer 43 is via een condensator 44 meteen ingang van de stuurketen 28' verbonden. De multiplexer43 heeft stuuringangen die verbonden zijn met uitgangen vande stuurketen 281 voor het kiezen van een van de ingangenvan de multiplexer 43 die met de uitgang van de multiplexer43 verbonden wordt.Figure 6 shows a diagram of another embodiment of the detection system according to the invention. In this embodiment, the portable units 2, 18, instead of the light-emitting diode 14, have a resistor 40 connected between the control circuit 23 and the contact 6a. The rack has a battery charge voltage source 41 of which a connection is connected to the contacts 3b of the compartments 1 of the rack. The contact 3a of a compartment 1 is connected via a resistor 42 associated with the compartment 1 to this contact 3a to the other terminal of the voltage source 41. The contacts 3a of the different compartments 1 are connected to respective inputs of a multiplexer 43. An output of the multiplexer 43 is connected directly to the control circuit 28 'via a capacitor 44. The multiplexer43 has control inputs connected to outputs of the control circuit 281 for selecting one of the inputs of the multiplexer 43 to be connected to the output of the multiplexer43.

Het zal duidelijk zijn dat wanneer een draagbare een¬heid 2, 18 in een vak 1 in een rek met een detectieinrich-ting volgens figuur 6 geplaatst is een modulatiesignaal datdoor de stuurketen 23 van de draagbare eenheid 2, 18 aan deweerstand 40 geleverd wordt de spanningsbron 41 afhankelijkvan de modulatie belast en daardoor de spanning aan debetreffende ingang van de multiplexer 43 afhankelijk van demodulatie verandert. De condensator 41 laat alleen dewisselspanningscomponent van de ingangssignalen van de mul¬tiplexer 43 door. De stuurketen 28' is, volgens op zichbekende wijze, geschikt voor het demoduleren en decoderenvan het van een vak 1 ontvangen wisselspanningssignaal.It will be clear that when a portable unit 2, 18 is placed in a compartment 1 in a rack with a detection device according to figure 6, a modulation signal supplied by the control circuit 23 of the portable unit 2, 18 to the resistor 40 is voltage source 41 is loaded depending on the modulation and thereby the voltage at the relevant input of the multiplexer 43 changes depending on demodulation. The capacitor 41 only passes the AC voltage component of the input signals of the multiplexer 43. The control circuit 28 'is, in a known manner, suitable for demodulating and decoding the AC voltage signal received from a box 1.

Figuur 7 toont een stroomschema voor een werking van eendraagbare eenheid 2, 18 bij toepassing van een detectiestel-sel volgens de figuren 1 en 2 of volgens figuur 6. Na initi¬alisatie, aangegeven met blok 45, bepaalt de draagbare een¬heid 2, 18 volgens blok 46 of het in een vak 1 van een rekgeplaatst wordt. Wanneer dit het geval is zendt het volgenshet blok 47, net als bij het schema van figuur 4, het aan-wezigheidsmeldsignaal PRS uit en anders bepaalt het volgensblok 48 of het zich nog in het vak 1 bevindt en wanneer dithet geval is zendt het volgens blok 49 continu of periodiekeen houdsignaal HS uit en anders keert het terug naar blok46.Figure 7 shows a flow chart for the operation of a portable unit 2, 18 when using a detection system according to Figures 1 and 2 or according to Figure 6. After initialization, indicated by block 45, the portable unit 2, 18 according to block 46 whether it is placed in a compartment 1 of a rack. When this is the case, according to block 47, as with the scheme of Figure 4, it sends the presence signal signal PRS and otherwise, according to block 48, it determines whether it is still in box 1 and when it does, it sends according to block 49 continuously or periodically outputs a hold signal HS, otherwise it returns to block 46.

Het houdsignaal HS kan een eenvoudig signaal zijndat voor alle draagbare eenheden 2, 18 gelijk is, bijvoor¬beeld een sinusgolfsignaal met een frequentie van 10 kHz.The hold signal HS can be a simple signal that is the same for all portable units 2, 18, for example a sine wave signal with a frequency of 10 kHz.

Het houdsignaal HS kan echter, nog eenvoudiger,bestaan uit een zodanige constante spanning dat daardooreen bijbehorende in hoofdzaak constante spanningsval over elk van de weerstanden 40 respectievelijk 42 optreedt. Deuitgang van de multiplexer kan dan, als getoond met eenstreepjeslijn, ook verbonden zijn met een andere ingang vande stuurketen 28' die deze constante spanningsvaldetecteert. Wanneer de spanningsbron 41 via de weerstand 42een bijv. positieve spanning aan het contact 3a levert kande uitgang van de stuurketen 23 die met de weerstand 40verbonden is met uitzondering van tijdens uitzending(modulatie) van het aanwezigheidssignaal een laag niveauhebben. Wanneer een draagbare eenheid 2, 18 in een vak 1geplaatst wordt zal de met het contact 6a verbondenstuuringang van de stuurketen 23 dan van een laag naar eenhoog niveau gaan, waardoor de stuurketen 23 het plaatsen kandetecteren. Door tussen het contact 6a en de daarmeeverbonden ingang van de accuvoedingsketen 27 een diode op tenemen kan voorkomen worden dat de weerstand 40 tijdensnormaal gebruik van de draagbare eenheid 2, 18 de accu vande eenheid 2, 18 ongewild ontlaadt. Na de blokken 47 en 49wordt teruggekeerd naar blok 46.However, the hold signal HS may, even more simply, consist of such a constant voltage that an associated substantially constant voltage drop across each of the resistors 40 and 42, therefore, occurs. The output of the multiplexer may then, as shown by a dashed line, also be connected to another input of the control circuit 28 'which detects this constant voltage drop. When the voltage source 41 supplies a positive voltage to the contact 3a via the resistor 42, for example, the output of the control circuit 23 connected to the resistor 40 with the exception of during the transmission (modulation) of the presence signal has a low level. When a portable unit 2, 18 is placed in a compartment 1, the control input of the control circuit 23 connected to the contact 6a will then go from a low to a high level, whereby the control circuit 23 can detect the positioning. By inserting a diode between the contact 6a and the associated input of the battery supply circuit 27, it is possible to prevent the resistor 40 from accidentally discharging the battery of the unit 2, 18 during normal use of the portable unit 2, 18. After blocks 47 and 49, return is made to block 46.

Figuur 8 toont een stroomschema van een werking van dedetectieinrichting van het detectiestelsel volgens de uit¬vinding bij een werking van de draagbare eenheiden 2, 18volgens het stroomschema van fig. 7. Na initialisatie,aangegeven met blok 50, bepaalt de detectieinrichtingvolgens blok 51 of het aanwezigheidsmeldsignaal PRS ont¬vangen wordt. Wanneer dit het geval is gaat het door metblok 52 en anders met blok 53. Volgens blok 52 bepaalt dedetectieinrichting na ontvangst van een aanwezigheidsmeld¬signaal PRS uit welk vak i dit signaal ontvangen werd. Inhet schema van figuur 6 kan dit eenvoudig uit het door destuurketen 28' aan de multiplexer 43 geleverde kiesadresafgeleid worden. Wanneer elk vak 1 een eigen ontvangstmiddelzou hebben kan dit uiteraard ook eenvoudig vastgesteld wor¬den. Verder bepaalt de detectieinrichting het identifica¬tienummer uit het ontvangen aanwezigheidsmeldsignaal PRS.Vervolgens schrijft het een aanwezigheidsgegeven en hetvaknummer i voor het vastgestelde identificatienummer in het geheugen 29. Omdat in elke uitvoeringsvorm het aantal vakken1 van het detectiestelsel begrensd is en zich daarin eventu¬eel een draagbare eenheid 2, 18 kan bevinden, kan in eenalternatieve uitvoeringsvorm aan elk vak 1 een eigen locatiein het geheugen 29 toegewezen zijn, waarin dan alleen hetaanwezigheidsgegeven voor het vastgestelde identificatie¬nummer opgeslagen hoeft te worden. Zoals gezegd kan het aan¬wezigheidsgegeven gevormd worden door het identificatie¬nummer zelf. Wanneer de detectieinrichting volgens blok 53gedurende een voorafbepaalde tijd geen houdsignaal HS vanhet vak i ontvangen heeft gaat het door met blok 54 enanders keert het terug naar blok 51. Volgens blok 54 zoektde detectieinrichting in het geheugen de locatie die toe¬gewezen is aan vaknummer i en bepaalt dan het identifica¬tienummer van deze locatie en verwijdert het aanweizgheids-gegeven voor het identificatienummer uit het geheugen 29.Fig. 8 shows a flow chart of an operation of the detection device of the detection system according to the invention in an operation of the portable units 2, 18 according to the flow chart of Fig. 7. After initialization, indicated by block 50, the detection device subsequently determines whether the Presence signal PRS is received. If this is the case, it continues with block 52 and otherwise with block 53. According to block 52, after receiving a presence signal signal PRS, the detection device determines from which box this signal was received. In the diagram of Figure 6 this can easily be derived from the dialing address supplied by the control circuit 28 'to the multiplexer 43. If each section 1 would have its own means of reception, this can of course also be easily determined. Furthermore, the detection device determines the identification number from the received presence signal signal PRS. Subsequently it writes a presence data and the box number i for the determined identification number in the memory 29. Because in each embodiment the number of boxes 1 of the detection system is limited and, if appropriate, a number of portable unit 2, 18, in an alternative embodiment each compartment 1 can be allocated its own location in the memory 29, in which only the presence data for the determined identification number need then be stored. As mentioned, the presence data can be formed by the identification number itself. If the detection device of block 53 has not received a hold signal HS from box i for a predetermined time, it continues with block 54 and otherwise returns to block 51. According to block 54, the detection device searches in memory the location assigned to box number i and then determines the identification number of this location and removes the presence data for the identification number from the memory 29.

Afhankelijk van de uitvoering van de detectieinrich¬ting, met of zonder multiplexer, en afhankelijk van hetsoort houdsignaal HS, continu of intermitterend, omvat dedetectieinrichting voor blok 53 eventueel tevens eenintegratorfunctie voor elk vak 1.Depending on the design of the detection device, with or without multiplexer, and depending on the type of holding signal HS, continuous or intermittent, the detection device for block 53 may also include an integrator function for each compartment 1.

Na de blokken 52 en 54 wordt teruggekeerd naar blok51.After blocks 52 and 54, return is made to block 51.

Figuur 9 toont een vervangend gedeelte voor het schemavan figuur 8, waarbij blok 55 van figuur 9 in de plaatskomt van blok 53 van figuur 8. Volgens blok 55 bepaalt dedetectieinrichting of het een afwezigheidsmeldsignaal ARSvan een vak i ontvangen heeft. Een dergelijke werking van dedetectieinrichting kan gebruikt worden wanneer het afwezig¬heidsmeldsignaal, in tegenstelling tot de werking volgens defiguren 4 en 5, geen identificatienummer van een draagbareeenheid 2, 18 bevat. Wanneer van vak i geen afwezigheids¬meldsignaal ARS (meer) ontvangen wordt wordt doorgegaan metblok 54 en anders wordt teruggekeerd naar blok 51.Figure 9 shows a replacement portion for the diagram of Figure 8, where block 55 of Figure 9 replaces block 53 of Figure 8. According to block 55, the detection device determines whether it has received an absence signal ARS from a box i. Such an operation of the detection device can be used when the absence signal, unlike the operation according to figures 4 and 5, does not contain an identification number of a portable unit 2, 18. If no absence signal ARS (anymore) is received from box i, block 54 is continued, otherwise block 51 is returned.

Figuur 10 toont een uitvoeringsvorm van een vak 1' dieten opzichte van de uitvoeringsvorm van vak 1 van figuur 1verschilt doordat het vak 1' een schakelaar 56 heeft die bij plaatsing of verwijdering van een draagbare eenheid 2, 18 inhet vak 1' omschakelt. De bundel geleiders 15' heeft in over¬eenstemming hiermee tenminste één geleider meer dan debundel 15 van figuur 1.Figure 10 shows an embodiment of a compartment 1 'which differs from the embodiment of compartment 1 of Figure 1 in that the compartment 1' has a switch 56 which switches over in the compartment 1 'when a portable unit 2, 18 is placed or removed. Accordingly, the bundle of conductors 15 'has at least one conductor more than the bundle 15 of Figure 1.

Figuur 11 toont een stroomschema van de werking vaneen draagbare eenheid 2, 18 met toepassing in een detectie-stelsel met vakken 1' volgens figuur 10. Na initialisatie,aangegeven met blok 57, bepaalt de draagbare eenheid volgensblok 58 of het in een vak geplaatst wordt en wanneer dit hetgeval is, zendt het volgens blok 59 een aanwezigheidsmeld-signaal PRS uit. Wanneer volgens blok 58 geen plaatsing vande draagbare eenheid 2, 18 in een vak 1' gedetecteerdwordt en ook na blok 59, wordt teruggekeerd naar blok 58.Figure 11 shows a flow chart of the operation of a portable unit 2, 18 using in a detection system with compartments 1 'according to Figure 10. After initialization, indicated by block 57, the portable unit according to block 58 determines whether it is placed in a compartment and if this is the case, according to block 59 it sends a presence report signal PRS. If, according to block 58, no placement of the portable unit 2, 18 is detected in a compartment 1 'and also after block 59, it is returned to block 58.

Figuur 12 toont een vervangend gedeelte voor hetstroomschema van figuur 8 waarbij blok 60 van figuur 12 inde plaats komt van blok 53 van figuur 8. Wanneer volgensblok 60 de detectieinrichting voor vak i detecteert dat eeneerder in het vak 1' aanwezige draagbare eenheid 2, 18 uithet vak 1' verwijderd wordt, gaat het door met blok 54 enanders wordt teruggekeerd naar blok 51.Figure 12 shows a replacement section for the flow chart of Figure 8 where block 60 of Figure 12 replaces block 53 of Figure 8. When, according to block 60, the detection device for compartment i detects that a portable unit 2, 18 present in the compartment 1 ' box 1 'is removed, it continues with block 54 and otherwise returns to block 51.

Om in geval van eventuele storing een goede overdrachtvan het aanwezigheidsmeldsignaal PRS en eventueel het afwe-zigheidsmeldsignal ARS (met identificatienummer) te verze¬keren, kan de draagbare eenheid 2, 18 binnen het kader vande uitvinding het uitzenden van een dergelijk meldsignaaleen of meer keer herhalen.In order to ensure a good transmission of the presence signal PRS and possibly the absence signal ARS (with identification number) in the event of a malfunction, the portable unit 2, 18 may repeat the transmission of such a signal one or more times within the scope of the invention. .

Er wordt opgemerkt, dat moderne draagbare eenhedenvan de hiervoor genoemde soort gebaseerd zijn op micro-processortechnieken en vaak een ASIC (Application SpecificIntegrated Circuit) omvatten waarmee zowel analoge als digi¬tale functies vervuld kunnen worden. Er wordt daarom aange¬nomen dat een deskundige de in de tekeningen getoonde stroom¬schema's voor de verschillende werkingen van een draagbareeenheid zonder substantiële problemen in. een dergelijkstelsel zal kunnen realiseren. Ook de schema's voor deverschillende werkingen van de detectieinrichtingen lijkenvoor een deskundige gemakkelijk voor een soortgelijk stelsel te realiseren te zijn. Er wordt daarom afgezien vaneen toelichting op een fysieke realisatie van een dergelijkstelsel.It is noted that modern portable units of the aforementioned kind are based on micro-processor techniques and often include an ASIC (Application Specific Integrated Circuit) capable of performing both analog and digital functions. Therefore, it is believed that one skilled in the art will understand the flow charts shown in the drawings for the various operations of a portable unit without substantial problems. will be able to realize such a system. Also the schemes for the different operations of the detection devices seem easy to realize for a skilled person for a similar system. Therefore, no explanation is given for a physical realization of such a system.

De toegelichte detectieinrichtingen kunnen zelfstan¬dige inrichtingen zijn voor het daarmee door middel vanniet-getoonde presentatiemiddelen aangeven van de aanwezig¬heid of afwezigheid van bepaalde draagbare eenheden 2, 18 invakken 1, 1' van een of meer rekken. De detectieinrichting28, 28' kan echter ook door toepassing van op zich bekendeverbindingen en communicatieregels verbonden zijn met eencentraal station waar de aanwezigheid of afwezigheid vandraagbare eenheden 2, 18 in rekken bewaakt wordt. Een derge¬lijk centraal station kan een centraal oproepstation van eenpersonenoproepstelsel zijn. Het centraal station kan daningericht zijn om na ontvangst van een opdracht voor hetuitzenden van een oproepbericht met een bepaald identifica¬tienummer van een draagbare oproepeenheid te controleren ofdeze oproepeenheid 18 zich al of niet in een vak 1, 1'bevindt en om bij aanwezigheid in een vak 1, 1' het uitzen¬den van het oproepbericht te verhinderen.The illustrated detection devices can be self-contained devices for indicating the presence or absence of certain portable units 2, 18 in compartments 1, 1 'of one or more racks by means of means of presentation (not shown). However, the detection device 28, 28 'may also be connected to a central station where the presence or absence of portable units 2, 18 in racks is monitored by applying connections and communication rules known per se. Such a central station may be a central call station of a one-person calling system. The central station can then be arranged to check, after receiving a command for the transmission of a call message with a specific identification number of a portable calling unit, whether this calling unit 18 is in a compartment 1, 1 'or not and, if present in a box 1, 1 'to prevent the transmission of the call message.

Hoewel in de beschrijving en conclusies de uitdrukking"identificatienummer" gebruikt is voor het aangeven van deidentiteit (eigen identiteit of groepsidentiteit) wordt op¬gemerkt dat hiermee elk soort gegeven bedoeld wordt waarmeeeen dergelijke identiteit voorgesteld kan worden.Although in the description and claims the term "identification number" has been used to indicate the identity (own identity or group identity) it is noted that this means any kind of data with which such an identity can be represented.

Claims (15)

1. Aanwezigheidsdetectiestelsel voor het detecteren vande aanwezigheid van een draagbare transmissie-eenheid vaneen in een vak van een rek van een of meer rekken, die elkeen aantal vakken hebben, waarbij elke draagbare eenheid» een stuurketen en een met de stuurketen verbonden trans-missieketen en een register heeft voor het draadloosontvangen of uitzenden van een transmissiesignaal dat eenaan de draagbare eenheid toegewezen en in het registeropgeslagen identificatienummer bevat, alsmede een met de • stuurketen verbonden signaleringsmiddel waarvan een uit¬gangssignaal afhankelijk is van de aanwezigheid van dedraagbare eenheid in een vak en een met de stuurketenverbonden zendmiddel dat bestemd is voor het afhankelijkvan het uitgangssignaal van het signaleringsmiddel ' uitzenden van een meldsignaal dat het identificatienummervan de draagbare eenheid kan bevatten, en verder omvattendeeen detectie-inrichting met een stuurketen waarmeeverbonden zijn een ontvangstmiddel, dat geschikt is voorhet ontvangen van een meldsignaal dat afkomstig is van een • draagbare eenheid die zich in de buurt van een rek bevindt,en een geheugen waarin de stuurketen afhankelijk van vandraagbare eenheden ontvangen meldsignalen een gegeven overde aanwezigheid van een draagbare eenheid in een vak op¬slaat of verwijdert, met het kenmerk, dat het signalerings- » middel van een draagbare eenheid een detectiemiddel is dathet plaatsen en verwijderen van de draagbare eenheid inrespectievelijk uit een vak detecteert, dat de stuurketenvan elke draagbare eenheid bij plaatsing van de draagbareeenheid in een vak het zendmiddel van de draagbare eenheid) stuurt voor het uitzenden van een aanwezigheidsmeldsignaal,dat een meldsignaal met het identificatienummer van dedraagbare eenheid is, en dat de stuurketen van dedetectie-inrichting bij ontvangst van een aanwezigheids- meldsignaal in een aan de draagbare eenheid met hetidentificatienummer van het meldsignaal toegewezen locatievan het geheugen een aanwezigheidsgegeven opslaat.1. Presence detection system for detecting the presence of a portable transmission unit in a rack compartment of one or more racks, each having a number of compartments, each portable unit comprising a control circuit and a transmission chain connected to the control circuit and has a register for wirelessly receiving or transmitting a transmission signal containing an identification number allocated to the portable unit and stored in the register, as well as a signaling means connected to the control chain, an output signal of which depends on the presence of the portable unit in a compartment and a transmitter means connected to the control circuit which is intended for transmitting, depending on the output signal of the signaling means, a report signal which may contain the identification number of the portable unit, and further comprising a detection device with a control circuit to which a receiver means, which is suitable s for receiving a report signal from a portable unit located near a rack, and a memory in which the control circuit stores data related to the presence of a portable unit in a box depending on the portable units received or characterized in that the signaling means of a portable unit is a detection means which detects the insertion and removal of the portable unit in a compartment respectively, that the control circuit of each portable unit when the portable unit is placed in a compartment removes the transmitting means of the portable unit) for transmitting a presence report signal, which is a report signal with the identification number of the portable unit, and that the control circuit of the detection device upon receipt of a presence report signal in a to the portable unit with the identification number of the report signal allocated location of the memory a saves presence data. 2. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, methet kenmerk, dat de stuurketen van elke draagbare eenheidbij verwijdering van de draagbare eenheid uit een vak hetzendmiddel van de draagbare eenheid stuurt voor het uit¬zenden van een afwezigheidsmeldsignaal, en dat de stuur¬keten van de detectie-inrichting bij ontvangst van eenafwezigheidsmeldsignaal van een draagbare eenheid waarvanhet eerder een aanwezigheidsmeldsignaal ontvangen heeft eenvoor de draagbare eenheid in het geheugen opgeslagenaanwezigheidsgegeven uit het geheugen verwijdert.2. Presence detection system according to claim 1, characterized in that the control circuit of each portable unit, upon removal of the portable unit from a compartment, controls the portable unit's transmitter to transmit an absence signal, and that the control circuit of the detection device upon receipt of an absence report signal from a portable unit from which it has previously received a presence report signal, removes an attendance data stored in memory for the portable unit. 3. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 2, methet kenmerk, dat het door een draagbare eenheid uitge¬zonden afwezigheidsmeldsignaal het identificatienummer vande draagbare eenheid bevat.3. Presence detection system according to claim 2, characterized in that the absence signal transmitted by a portable unit contains the identification number of the portable unit. 4. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 3, methet kenmerk, dat de door een draagbare eenheid uitgezondenaanwezigheids- en afwezigheidsmeldsignalen van elkaar ver¬schillen door een gedeelte dat de soort meldsignaalkarakteriseert en dat de aanwezigheid of afwezigheid van dedraagbare eenheid in een vak aangeeft.Presence detection system according to claim 3, characterized in that the presence and absence signal signals emitted by a portable unit differ from each other by a part which characterizes the type of report signal and which indicates the presence or absence of the portable unit in a compartment. 5. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, methet kenmerk, dat een draagbare eenheid tijdens aanwezig¬heid ervan in een vak na uitzending van een aanwezigheids¬meldsignaal een houdsignaal uitzendt en dat wanneer dedetectie-inrichting na ontvangst van een aanwezigheids¬meldsignaal van een draagbare eenheid gedurende een vooraf¬bepaalde tijd geen houdsignaal ontvangen heeft deinrichting een voor de draagbare eenheid in het geheugenopgeslagen aanwezigheidsgegeven uit het geheugen verwijdert.Presence detection system according to claim 1, characterized in that a portable unit transmits a hold signal when it is present in a compartment after a presence signal has been transmitted, and that when the detection device receives a presence signal from a portable unit during receipt of a presence signal. has not received a hold signal for a predetermined time, the device has removed a presence data stored in the memory for the portable unit from the memory. 6. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 5, methet kenmerk, dat de draagbare eenheid tijdens aanwezigheidervan in een vak na uitzending van het aanwezigheidsmeld-signaal het houdsignaal intermitterend uitzendt.Presence detection system according to claim 5, characterized in that the portable unit transmits the hold signal intermittently during the presence of a compartment after the presence signal signal has been transmitted. 7. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk, dat het houdsignaal het identificatie¬nummer van de draagbare eenheid bevat.Presence detection system according to claim 5 or 6, characterized in that the hold signal contains the identification number of the portable unit. 8. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, methet kenmerk, dat elk vak een detectiemiddel heeft voor hetdetecteren van de aanwezigheid van een draagbare eenheid inhet vak, en dat wanneer de detectie-inrichting na ontvangstvan een aanwezigheidsmeldsignaal van een in een vak ge¬plaatste draagbare eenheid van het detectiemiddel van hetvak een signaal ontvangt dat de afwezigheid van de draag¬bare eenheid in het vak aangeeft de detectie-inrichting eeneerder voor de draagbare eenheid opgeslagen aanwezigheids-gegeven uit het geheugen verwijdert.8. Presence detection system according to claim 1, characterized in that each compartment has a detection means for detecting the presence of a portable unit in the compartment, and that when the detection device upon receipt of a presence signal from a portable unit placed in a compartment of the detection means of the compartment receives a signal indicating the absence of the portable unit in the compartment, the detection device removes from the memory a presence data previously stored for the portable unit. 9. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, methet kenmerk, dat de detectie-inrichting een aantal zend-middelen heeft, een voor elk vak, de stuurketen van dedetectie- inrichting via het zendmiddel van een vak waarvande inrichting eerder van een in het vak geplaatste draag¬bare eenheid een aanwezigheidsmeldsignaal ontvangen heefteen aftastsignaal uitzendt, dat elke draagbare eenheid eenontvangstmiddel heeft dat geschikt is voor het ontvangenvan een aftastsignaal, dat de stuurketen van de draagbareeenheid bij ontvangst van een aftastsignaal het zendmiddelvan de draagbare eenheid stuurt voor het uitzenden van eenresponsiesignaal, en dat wanneer de detectie-inrichting nauitzending van een aftastsignaal via een zendmiddel van eenvak waarvan het eerder een aanwezigheidsmeldsignaal van eendraagbare eenheid ontvangen heeft gedurende een vooraf-bepaalde tijd geen responsiesignaal ontvangen heeft deinrichting een voor de draagbare eenheid in het geheugen opgeslagen aanwezigheidsgegeven uit het geheugen verwijdert.9. Presence detection system according to claim 1, characterized in that the detection device has a number of transmitting means, one for each compartment, the control circuit of the detection device via the transmitting means of a compartment of which device previously of a carrier placed in the compartment receiving unit has received a presence signal and transmits a scanning signal, each portable unit has a receiving means suitable for receiving a scanning signal which, when receiving a scanning signal, the control unit of the portable unit controls the transmitting means of the portable unit to transmit a response signal, the detection device has not received a response signal after transmission of a scanning signal via a transmitting means of a compartment of which it previously received a presence signal signal from a portable unit for a predetermined time, the device having a presence data stored in the memory for the portable unit removed from memory. 10. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, methet kenmerk, dat het detectiemiddel van een draagbareeenheid twee aan de buitenkant van de eenheid aangebrachtedetectiecontacten omvat en dat elk vak een geleider heeftdie bij plaatsing van een draagbare eenheid in het vak dedetectiecontacten van de draagbare eenheid kortsluit.Presence detection system according to claim 1, characterized in that the detection means of a portable unit comprises two detection contacts arranged on the outside of the unit and in that each compartment has a conductor which short-circuits the detection contacts of the portable unit when a portable unit is placed in the compartment. 11. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1 of 8,met het kenmerk, dat een detectiemiddel een schakelaaromvat die bij plaatsing en verwijdering van een draagbareeenheid in respectievelijk uit een vak omschakelt.Presence detection system according to claim 1 or 8, characterized in that a detection means comprises a switch which switches into or out of a compartment when a portable unit is placed and removed. 12. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1 of 8,met het kenmerk, dat een detectiemiddel een keten omvatdie een verbinding tussen een accu of accuvoedingsketen vaneen draagbare eenheid en een acculaadbron van het rekdetecteert.Presence detection system according to claim 1 or 8, characterized in that a detection means comprises a circuit which detects a connection between a battery or battery supply chain of a portable unit and a battery charging source of the rack. 13. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, methet kenmerk, dat het zendmiddel van een draagbare eenheideen lichtemitterend orgaan is en dat het ontvangstmiddelvan het rek een lichtgevoelig orgaan is dat geschikt isvoor het ontvangen van door het lichtemittend orgaan vaneen draagbare eenheid in de buurt van het rek uitgezondenlicht.Presence detection system according to claim 1, characterized in that the transmitting means of a portable unit is a light-emitting member and the receiving means of the rack is a light-sensitive member suitable for receiving light emitted by the light-emitting member of a portable unit near the rack . 14. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, methet kenmerk, dat het zendmiddel van een draagbare eenheideen inductief orgaan is en dat het ontvangstmiddel van hetrek een inductief orgaan is dat geschikt is voor hetontvangen van een door het inductief orgaan van eendraagbare eenheid in de buurt van het rek uitgezondensignaal.Presence detection system according to claim 1, characterized in that the portable unit transmitting means is an inductive member and the rack receiving means is an inductive member suitable for receiving an inductive member of a portable unit in the vicinity of the rack broadcast signal. 15. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zendmiddel van een draagbare eenheidgeschikt is voor het moduleren van een acculaadstroom dieeen acculaadbron van het rek levert aan een draagbare een¬heid die in een vak van het rek geplaatst is en dat hetontvangstmiddel van het rek geschikt is voor het detecterenvan een modulatie van een acculaadstroom.Presence detection system according to claim 1, characterized in that the portable unit transmitting means is suitable for modulating a battery charging current which supplies a battery charging source of the rack to a portable unit placed in a compartment of the rack and the receiving means of the rack is suitable for detecting a modulation of a battery charging current.
NL9002677A 1990-12-05 1990-12-05 SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER. NL9002677A (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002677A NL9002677A (en) 1990-12-05 1990-12-05 SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER.
DE1991611579 DE69111579T2 (en) 1990-12-05 1991-11-28 Presence detection system on a shelf of a portable unit capable of sending or receiving a signal containing an identification number.
EP19910203127 EP0489467B1 (en) 1990-12-05 1991-11-28 System for detecting the presence in a rack of a portable unit suitable for transmitting or receiving a signal having an assigned identification number

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002677A NL9002677A (en) 1990-12-05 1990-12-05 SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER.
NL9002677 1990-12-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002677A true NL9002677A (en) 1992-07-01

Family

ID=19858097

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002677A NL9002677A (en) 1990-12-05 1990-12-05 SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0489467B1 (en)
DE (1) DE69111579T2 (en)
NL (1) NL9002677A (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5367242A (en) * 1991-09-20 1994-11-22 Ericsson Radio Systems B.V. System for charging a rechargeable battery of a portable unit in a rack

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0638878B1 (en) * 1991-10-11 1997-05-07 Advanced Mining Software Limited Location system
US5635907A (en) * 1993-08-10 1997-06-03 Bernard; Hermanus A. Location system
FR2775103B1 (en) * 1998-02-13 2000-09-01 Bernard Daragon DEVICE FOR DETERMINING THE AVAILABILITY OF IDENTIFIED INDIVIDUALS OF A GROUP
DE20011952U1 (en) * 2000-07-10 2001-10-11 Psw Elektronik Gmbh Device for securing issued tools or devices
DE10044658A1 (en) * 2000-09-06 2002-03-14 Herrmann Datensysteme Gmbh System and environmental conditions monitoring and registering device has communications units for coupling stationary control centre to mobile or stationary devices allowing remote monitoring
JP4508636B2 (en) * 2003-12-26 2010-07-21 キヤノン株式会社 Data processing apparatus, control method thereof, and program
CN116434447B (en) * 2023-06-12 2023-08-04 吉林大学 Calling device based on coronary stent implantation operation

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE372640B (en) * 1971-12-06 1974-12-23 Sonab Dev Ab
DE2738887C2 (en) * 1977-08-29 1985-09-05 ANT Nachrichtentechnik GmbH, 7150 Backnang Device for indicating absence for a paging system
US4595922A (en) * 1984-12-10 1986-06-17 Cobb Richard G Method and apparatus for monitoring keys and other articles
EP0232123B2 (en) * 1986-01-31 1999-04-14 Nec Corporation Radio pager having a light-emitting diode for providing visual alarm and signal transmission
AU607022B2 (en) * 1987-12-01 1991-02-21 Ascom Tateco Ab Paging system with paging receivers controlled depending on location

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5367242A (en) * 1991-09-20 1994-11-22 Ericsson Radio Systems B.V. System for charging a rechargeable battery of a portable unit in a rack

Also Published As

Publication number Publication date
EP0489467B1 (en) 1995-07-26
DE69111579D1 (en) 1995-08-31
DE69111579T2 (en) 1996-01-25
EP0489467A1 (en) 1992-06-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9001318A (en) SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER.
FI94184C (en) Transceiver System
US5602538A (en) Apparatus and method for identifying multiple transponders
EP0324564B1 (en) System for communicating identification information and the like
EP0285419B1 (en) Access control equipment
RU2156540C2 (en) Identification system with querying unit and multiple responding units, responder of identification system
EP0440153A2 (en) Transponder
NL9101590A (en) SYSTEM FOR CHARGING A RECHARGEABLE BATTERY FROM A PORTABLE UNIT IN A RACK.
US20170270471A1 (en) Smart bookrack, a system, and a method for managing books using the smart bookrack
CA2153121A1 (en) Apparatus and method for identifying multiple transponders
NL9002677A (en) SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER.
RU98109896A (en) METHOD, DEVICE AND COMMUNICATION NETWORK FOR REMOVING SIGNAL SUPPLIES WHEN RADIO COMMUNICATION
KR940701604A (en) Method and apparatus for establishing a communication link
DK165893B (en) Checking system for verifying checking points in a monitoring system
KR100521670B1 (en) Transponder communication device
JP2001504608A (en) Shopping basket scanner
EP0082690A1 (en) Transmitter/responder systems
UA45477C2 (en) METHOD OF SIMULTANEOUS CONTROL AND PROGRAMMING OF A LARGE NUMBER OF RESPONDENTS AND DEVICES FOR ITS IMPLEMENTATION
KR20000064723A (en) Transponder communication device
NL9402126A (en) Information system for a ship.
NL9100505A (en) SYSTEM FOR DETECTING THE PRESENCE IN A RACK OF A PORTABLE UNIT SUITABLE FOR TRANSMITTING OR RECEIVING A SIGNAL WITH AN ASSIGNED IDENTIFICATION NUMBER.
JPH028770A (en) Moving body discrimination apparatus
NL1007662C2 (en) Measuring device.
NL1006493C2 (en) Data exchange system between Smart Card and read/write unit
RU2003101293A (en) METHOD FOR MONITORING MOVEMENT OF OBJECTS AND SYSTEM FOR ITS IMPLEMENTATION

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed