NL9000107A - Self catching cattle fodder gate - has top and horizontal girders with interconnected fixed and pivot bars - Google Patents

Self catching cattle fodder gate - has top and horizontal girders with interconnected fixed and pivot bars Download PDF

Info

Publication number
NL9000107A
NL9000107A NL9000107A NL9000107A NL9000107A NL 9000107 A NL9000107 A NL 9000107A NL 9000107 A NL9000107 A NL 9000107A NL 9000107 A NL9000107 A NL 9000107A NL 9000107 A NL9000107 A NL 9000107A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bar
pivot
fence
swivel
feeding
Prior art date
Application number
NL9000107A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Johannes Martinus Willibrordus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Martinus Willibrordus filed Critical Johannes Martinus Willibrordus
Priority to NL9000107A priority Critical patent/NL9000107A/en
Publication of NL9000107A publication Critical patent/NL9000107A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/08Arrangements for simultaneously releasing several animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/06Devices for fastening animals, e.g. halters, toggles, neck-bars or chain fastenings
    • A01K1/0606Devices for fastening animals, e.g. halters, toggles, neck-bars or chain fastenings by means of grids with or without movable locking bars

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Abstract

The cattle fodder gate has horizontal girders and vertical bars. It incorporated hinging pivot bars. The fodder gate has horizontal top (2) and bottom girders (3) and vertical bars encompassing the fodder space (9). Each fodder space is enclosed with fixed bars (4) and a hinge pin (6) for pivot bars (5). When a cows head enters between pivot bar (59 and a fixed bar (4) feeding can proceed.

Description

VOERHEKFEEDING GATE

De uitvinding heeft betrekking op een zelfvangend voerhekvoor vee omvattende een bovenste en onderste horizontale liggerwaartussen een aantal voerplekken is bepaald door telkens eenmet de liggers verbonden spijl en een tussen zijn einden, inhet vlak van het hek scharnierbaar daaraan gemonteerde zwenk-spijl, die zwenkbaar is tussen een open stand waarin de zwenk-spijl met zijn boveneinde van de vaste spijl is weggezwenktteneinde boven een doorlaatopening te vormen voor de kop vaneen dier en een rechtopgezwenkte vangstand waarin de zwenkspijlzich over zijn lengte op een afstand van de vaste spijl bevindtdie groter is dan de breedte van de nek, maar kleiner dan debreedte van de kop van het dier waarbij aan een van de liggerseen grendelinrichting is aangebracht die de zwenkspijl in devangstand kan vergrendelen teneinde het dier met zijn kop doorhet voerhek gestoken op te sluiten.The invention relates to a self-catching feed fence for livestock comprising an upper and lower horizontal girder between which a number of feeding spots is defined by a bar connected to the beams in each case and a swivel bar mounted pivotally therebetween in the plane of the fence and pivotable between an open position in which the swivel bar with its upper end of the fixed bar is swung away to form an end above a passage for the head of an animal and an upright swung catching position in which the swivel bar is at a distance from the fixed bar greater than the width of the neck, but smaller than the width of the animal's head, with a locking device provided on one of the beams which can lock the swivel bar in the catching position in order to lock the animal with its head inserted through the feeding fence.

Dergelijke zelfvangende voerhekken zijn algemeen bekend enworden bijvoorbeeld gebruikt in zogeheten ligboxenstallen. Eenfunctie van het opsluiten van het dier in het hek, is dat nietmet voer geknoeid kan worden. Een andere functie is dat wanneereen dier individuele zorg nodig heeft, de veehouder dit diergemakkelijk kan behandelen, wanneer het met zijn kop in hetvoerhek vast zit. In deze toestand kunnen bijvoorbeeld van eenkoe de klauwen worden bekapt.Such self-catching feed fences are generally known and are used, for example, in so-called cubicle stables. A function of locking the animal in the fence is that it is not possible to mess with food. Another function is that if an animal needs individual care, the farmer can easily treat this animal when it is stuck with its head in the feed fence. In this condition, for example, the claws of a cow can be trimmed.

Gebleken is dat de bekende voerhekken het bezwaar hebbendat niet alle dieren op betrouwbare wijze kunnen worden vastge¬houden. De afstand tussen de zich in de vangstand evenwijdigaan elkaar uitstrekkende zwenkspijl en vaste spijl wordt overhet algemeen zodanig ingesteld, dat alle dieren zonder hinderkunnen vreten wanneer de zwenkspijl zich in de vangstand be¬vindt. Sommige dieren, bijvoorbeeld jongere dieren kunnen hunkop bij deze instelling met enige moeite lostrekken. Een indi¬viduele behandeling van deze dieren wordt daardoor bemoeilijkt.It has been found that the known feeding fences have the drawback that not all animals can be reliably retained. The distance between the swivel bar and fixed bar parallel to each other in the catching position is generally adjusted such that all animals can eat without hindrance when the swivel bar is in the catching position. Some animals, for example younger animals, can pull their heads off with some difficulty. This makes individual treatment of these animals more difficult.

De uitvinding beoogt nu een zelfvangend voerhek van de inde aanhef ontschreven soort te verschaffen, dat bovengenoemdbezwaar vermindert of wegneemt.The object of the invention is now to provide a self-catching feeding fence of the type described in the preamble, which reduces or removes the above-mentioned objection.

Bij een zelfvangend voerhek volgens de uitvinding wordtdit doel bereikt doordat in de vangstand de afstand tussen devaste spijl en de zwenkspijl beneden groter is dan boven. Ter¬wijl beneden in het voerhek voldoende ruimte ingesteld kanworden opdat zelfs de zwaarste dieren zonder hinder kunnenvreten, is tegelijkertijd de afstand boven in het voerhek tus¬sen de spijlen kleiner. Gebleken is dat dieren zoals koeien,wanneer deze zich.los te trekken, dit doen in een houding waar¬bij hun nek zich horizontaal uitstrekt, dat wil zeggen in hetverlengde van de rug. Bij het lostrekken zal het dier dus zijnkop boven in het voerhek houden, waar de afstand tussen despijlen kleiner is. Hierdoor worden de dieren betrouwbaarder inhet voerhek opgesloten.With a self-catching feeding fence according to the invention this object is achieved in that in the catching position the distance between the fixed bar and the swiveling bar is greater at the bottom than at the top. While sufficient space can be set down in the feed fence so that even the heaviest animals can eat without hindrance, the distance between the bars at the top of the feed fence is also smaller. It has been found that animals such as cows, when pulled, do so in a position with their necks extending horizontally, ie in the extension of the back. When pulling away, the animal will therefore keep its head at the top of the feed fence, where the distance between the bars is smaller. As a result, the animals are more reliably confined in the feed fence.

Een geschikte uitvoering wordt gekenmerkt in conclusie 2.A suitable embodiment is characterized in claim 2.

Een verdere verbetering van de uitvinding wordt gekenmerktin conclusie 3. De nek van een melkkoe is in "doorsnede" aan debovenkant smaller dan onder. Door het in bovenwaartse richtinglaten convergeren van de vaste spijl en de zwenkspijl wordt duseen nauwkeuriger omsluiting van de nek en dus een nauwkeurigeropsluiting van het dier bereikt.Op deze wijze kan het voerhekdus qua zwaarte sterk variërende dieren betrouwbaar vasthouden.A further improvement of the invention is characterized in claim 3. The neck of a dairy cow is narrower in "cross section" at the top than at the bottom. By converging the fixed bar and the swiveling bar in the upward direction, a more precise enclosure of the neck and thus a more accurate confinement of the animal is thus achieved. In this way, the feed fence can reliably retain strongly varying animals in terms of gravity.

Aangezien, zoals opgemerkt een dier zich gewoonlijk zaltrachten los te trekken in een houding waarin zijn kop zichboven in het voerhek bevindt, kan zonder bezwaar de afstandtussen de spijlen beneden enigszins worden vergroot. Hierdoorwordt het extra voordeel bereikt dat dieren die zijn gaan lig¬gen met hun kop door het voerhek gestoken in veel gevallen tochhun kop zullen kunnen terugtrekken, wanneer deze weer op willengaan staan. Bij de bekende voerhekken is het een groot probleemom dieren die zijn gaan liggen te bevrijden. Zij moeten hierbijgedwongen worden op te staan, hetgeen moeilijk is, wanneer hetdier zijn kop niet uit het hek kan terugtrekken.Since, as noted, an animal usually tends to pull out in a position in which its head is at the top of the feed fence, the distance between the bars below can be increased slightly without any problem. This achieves the additional advantage that animals that lie down with their head inserted through the feed fence will in many cases still be able to retract their head when they want to return to position. With the known feed fences it is a great problem to free animals that have been lying down. They must be forced to get up, which is difficult if the animal cannot withdraw its head from the fence.

Overeenkomstig een verdere ontwikkeling van de uitvindingwordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 4 toegepast. Inde doorgezwenkte vangstand kunnen zelfs de zwaarste dierenwanneer deze liggen, hun kop uit het hek terugtrekken en weer gaan staan.In accordance with a further development of the invention, the measure as set out in claim 4 is preferably used. In the swing-out catch position, even the heaviest animals when lying down can pull their heads out of the fence and stand up again.

Een gunstige uitvoering van de grendelinrichting daarbijwordt gekenmerkt in conclusie 5. Door de aanslag buiten aan-grijping met de zwenkspijl te bewegen kan de zwenkspijl in dedoorgezwenkte vangstand worden bewogen.A favorable embodiment of the locking device is characterized in claim 5. By moving the stop outside engaging with the swivel bar, the swivel bar can be moved into the swung-in catch position.

Door de maatregel van conclusie 6 is het mogelijk allegrendelinrichtingen van het voerhek op de gebruikelijke wijzemet een enkele zich langs het voerhek uitstrekkende bedienings-stang te bedienen.By the measure of claim 6 it is possible to operate all locking devices of the feeding fence in the usual manner with a single operating rod extending along the feeding fence.

Een gunstige verdere ontwikkeling wordt gekenmerkt in con¬clusie 7. Bij deze uitvoering kunnen zowel staande als liggendedieren zonder enig probleem hun kop uit het voerhek terugtrek¬ken, zodat het toezicht op de dieren kan worden verminderd.A favorable further development is characterized in claim 7. In this embodiment both standing and lying animals can withdraw their head from the feed fence without any problem, so that the supervision of the animals can be reduced.

Teneinde de omvang van de grendelinrichting voor elkezwenkspijl te beperken, ondanks de grote zwenkslag tussen deopen stand en de doorgezwenkte vangstand wordt bij voorkeur demaatregel van conclusie 8 toegepast.In order to limit the size of the locking device for each swing bar, despite the large swing between the open position and the swing-through catch position, the measure as set out in claim 8 is preferably used.

Een gunstige uitvoering wordt daarbij gekenmerkt in con¬clusie 9.A favorable design is characterized in claim 9.

Bij een verder ontwikkeld voerhek volgens de uitvindingwordt de maatregel van conclusie 10 toegepast. Door de omslui¬ting van de grendelinrichting door de doosvormige spijl is dezeniet toegankelijk voor manipulatie door het vee zelf. Bovendienis de grendelinrichting tegen vervuiling beschermd.The measure of claim 10 is applied to a further developed feeding fence according to the invention. Due to the enclosure of the locking device by the box-shaped bar, it is not accessible for manipulation by the cattle themselves. In addition, the locking device is protected against contamination.

Een verdere gunstige uitvoering wordt gekenmerkt in con¬clusie 11. De gehele grendelinrichting met bedieningsmechanismeis daarbij volledig opgesloten.A further favorable embodiment is characterized in claim 11. The entire locking device with operating mechanism is thereby completely enclosed.

De uitvinding wordt in de volgende beschrijving nader toe¬gelicht aan de hand van de in de figuren getoonde uitvoerings-voorbeelden.The invention is further elucidated in the following description with reference to the exemplary embodiments shown in the figures.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een eerste uitvoerings¬vorm van het voerhek volgens de uitvinding.Fig. 1 shows a front view of a first embodiment of the feeding fence according to the invention.

Fig. 2 toont een met fig. 1 overeenkomend aanzicht van eenandere uitvoeringsvorm.Fig. 2 shows a view corresponding with FIG. 1 of another embodiment.

Fig. 3 toont een overeenkomend aanzicht van een derde uit¬voeringsvorm.Fig. 3 shows a corresponding view of a third embodiment.

Fig. 4 toont een perspectivisch aanzicht van de grendelin¬richting volgens pijl IV in fig. 3.Fig. 4 shows a perspective view of the locking device according to arrow IV in fig. 3.

Fig. 5 toont een perspectivisch aanzicht van een andere grendelinrichting zoals bij het voerhek volgens de uitvindingkan worden toegepast.Fig. 5 shows a perspective view of another locking device as can be used with the feeding fence according to the invention.

Fig. 6 toont een perspectivisch aanzicht van weer een an¬dere grendelinrichting.Fig. 6 shows a perspective view of yet another locking device.

Fig. 7 toont een perspectivisch aanzicht van een voerhekvolgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.Fig. 7 shows a perspective view of a feeding fence according to another embodiment of the invention.

Fig. 8 toont een gedeeltelijk weggebroken aanzicht van eenvoerplek van het voerhek van fig. 7.Fig. 8 shows a partly broken away view of a feeding place of the feeding fence of fig. 7.

Fig. 9 en 10 tonen twee alternatieve bedieningsmiddelenvoor de grendelinrichting van het voerhek van fig. 7 en 8.Fig. 9 and 10 show two alternative operating means for the locking device of the feed fence of fig. 7 and 8.

Het in fig. lsgetoonde zelfvangende voerhek 1 omvat eenbovenste horizontale ligger 2 een onderste horizontale ligger 3en een aantal zich tussen deze liggers uitstrekkende spijlen.The self-catching feeding fence 1 shown in Fig. 1 comprises an upper horizontal beam 2, a lower horizontal beam 3 and a number of bars extending between these beams.

In fig. 1 is slechts een gedeelte van het voerhek 1 getoond, enwel een gedeelte rondom een voerplek 9. Zoals bekend omvattenhekken van deze soort telkens een aantal van deze voerplekken 9.In fig. 1 only a part of the feeding fence 1 is shown, i.e. a part around a feeding place 9. As is known, fences of this type each comprise a number of these feeding places 9.

Elke voerplek 9 wordt begrensd door een vaste spijl 4 eneen door een scharnierpen 6 tussen zijn einden in het vlak vanhet hek 1 scharnierbaar gemonteerde zwenkspijl 5. Het scharnier6 wordt gedragen door een steunspijl 7. Links van de steunspijlstrekken zich nog twee vaste spijlen 8 uit tussen de bovenlig¬ger 2 en de onderligger 3. Rechts van het in fig. 1 getoondedeel bevindt zich gewoonlijk weer een vaste spijl 8, een steun¬spijl 7 met scharnierend daaraan bevestigde zwenkspijl 5 en eenvaste spijl 4. Deze reeks herhaalt zich een aantal malen ten¬einde het genoemde aantal voerplekken 9 te verkrijgen.Each feeding location 9 is bounded by a fixed bar 4 and a pivotally mounted pivot bar 5 between its ends in the plane of the fence 1, the pivot 6 being supported by a support bar 7. To the left of the support bar stretches two further bars 8 extend between the upper beam 2 and the lower beam 3. To the right of the part shown in fig. 1 there is usually again a fixed bar 8, a supporting bar 7 with pivotal bar 5 hingedly attached thereto, and a fixed bar 4. This series is repeated a number of times in order to obtain the said number of feeding spots 9.

De zwenkspijl 5 is zwenkbaar tussen een met streeplijnenaangegeven open stand 10 en de met getrokken lijnen getekendevangstand. In de open stand kan een dier, zoals een koe zijnkop tussen de zwenkspijl 5 en de vaste spijl 4 steken, boven inhet voerhek, dat wil zeggen op een hoogte boven het scharnier 6. Wanneer nu de koe vervolgens zijn kop naar beneden beweegt,duwt deze met zijn nek tegen het ondereinde van de zwenkspijl5, die daardoor vanuit de met streeplijnen getekende open standin de met getrokken lijn getekende vangstand zwenkt. Het voer¬hek 1 omvat verder een grendelinrichting waarmee de zwenkspijl5 in de vangstand kan worden vergrendeld, teneinde het dier metzijn kop door het voerhek gestoken op te sluiten. De grendelin- richting omvat een grendelpal 12, die door middel van eenscharnier 13 gemonteerd is in een aan het boveneinde van dezwenkspijl 5 aangebrachte gaffel 14, welke om de bovenligger 2en een bedieningsstang 16 grijpt. De grendelstang 16 draagt eennok 15. Bij de beweging uit de open stand in de vangstand,glijdt de grendelpal 12 over de bovenzijde van de bedienings¬stang 16 en over de nok 15 daarop. In de vangstand gezwenktvalt het einde van grendelpal achter de nok 15, zodat de zwenk¬spijl 5 in de vangstand wordt vergrendeld. De vergrendeling kanop op zichzelf bekende wijze worden opgeheven door de bedie¬ningsstang 16 met de bedieningshefboom 17 te verdraaien, waar- \ door de nok 15 buiten de bewegingsbaan van de grendelpal 12terecht komt en dus de grendelpal 12 vrijlaat. De bedienings¬stang 16 is hiertoe verdraaibaar aan de bovenste ligger 2 ge¬monteerd met behulp van een beugel 18. De bedieningsstang 16strekt zich langs het gehele voerhek 1 en dus langs alle voer-plekken 9 uit, teneinde met een beweging van de bedieningshef¬boom 17 de vergrendeling van alle zwenkspijlen op te kunnenheffen.The pivot bar 5 is pivotable between an open position 10 indicated by dashed lines and the catch position drawn by solid lines. In the open position, an animal, such as a cow, can insert its head between the swivel bar 5 and the fixed bar 4, at the top of the feeding fence, that is to say at a height above the hinge 6. When the cow then moves its head downwards, it pushes this one with its neck against the lower end of the pivot bar 5, which thereby pivots from the open position drawn by dashed lines into the catch position drawn by a line. The feeding fence 1 further comprises a locking device with which the swivel bar 5 can be locked in the catching position, in order to lock the animal with its head inserted through the feeding fence. The locking device comprises a locking pawl 12, which is mounted by means of a hinge 13 in a fork 14 arranged at the top end of the pivot bar 5, which grips around the upper beam 2 and an operating rod 16. The locking bar 16 carries a cam 15. When moving from the open position to the catching position, the locking catch 12 slides over the top of the operating bar 16 and over the cam 15 thereon. In the catch position, the end of the locking pawl falls behind the cam 15, so that the swivel bar 5 is locked in the catch position. The lock can be released in a manner known per se by rotating the operating rod 16 with the operating lever 17, whereby the cam 15 comes out of the movement path of the locking pawl 12 and thus releases the locking pawl 12. The operating rod 16 is rotatably mounted for this purpose on the upper beam 2 with the aid of a bracket 18. The operating rod 16 extends along the entire feeding fence 1 and thus along all feeding places 9, in order to move with the movement of the operating lever. tree 17 to be able to release the lock on all swivel bars.

Zoals respectievelijk met de pijlen 21 en 20 aangegeven isin de vangstand de afstand tussen de vaste spijl 4 en de zwenk¬spijl 5 beneden groter dan boven. Het voerhek 1 is zodaniggedimensioneerd dat de afstand 21 voldoende groot is voor elkdier om zonder hinder te kunnen vreten. Wanneer het dier zoutrachten zijn kop tussen de vaste spijl 4 en de zwenkspijl 5terug te trekken, terwijl de zwenkspijl 5 in de vangstand isvergrendeld, doet het dit met zijn nek ongeveer in het verleng¬de van zijn rug, dat wil zeggen met zijn nek boven in de tussende zwenkspijl 5 en de vaste spijl 4 bepaalde ruimte. De afstandtussen de spijlen is daar echter volgens de uitvinding kleiner,zodat het lostrekken van de kop, zelfs voor lichtere dieren,onmogelijk wordt. De nek van een koe is aan de bovenzijde smal¬ler dan aan de onderzijde, zodat door de naar boven toe conver¬gerende stand van de vaste spijl 4 en zwenkspijl 5 in de vang¬stand ondervindt een dier met een brede nek niet de hinderondervindt dat het zijn kop niet tot helemaal boven in kanbewegen.As indicated with arrows 21 and 20, respectively, in the catching position the distance between the fixed bar 4 and the swivel bar 5 is greater at the bottom than at the top. The feeding fence 1 is dimensioned such that the distance 21 is sufficiently large for each animal to be able to feed without hindrance. When the animal pulls back its head between the fixed bar 4 and the swing bar 5, while the swing bar 5 is locked in the catching position, it does so with its neck approximately in line with its back, i.e. with its neck above space defined in the intermediate swivel bar 5 and the fixed bar 4. However, according to the invention the distance between the bars is smaller there, so that the pulling away of the head, even for lighter animals, becomes impossible. A cow's neck is narrower at the top than at the bottom, so that due to the upwardly converging position of the fixed bar 4 and swivel bar 5 in the catching position, an animal with a wide neck is not hindered that it can't move its head all the way up.

Fig. 2 toont een enigszins andere uitvoeringsvorm van hetvoerhek volgens de uitvinding. Slechts de ten opzichte van fig.Fig. 2 shows a slightly different embodiment of the feeding fence according to the invention. Only the relative to FIG.

1 andere onderdelen zijn in de fig. met verwijzingscijfersaangeduid en worden hieronder nader beschreven.1 Other parts are referenced in the FIGURE and are described in more detail below.

De vaste spijl 23 en de zwenkspijl 24 van het voerhek 21zijn geknikt uitgevoerd. Hierdoor wordt eveneens bereikt dat inde vangstand de afstand tussen de vaste spijl 23 en de zwenk¬spijl 24 beneden groter is dan boven. Over de onderste helftheeft de tussen de spijlen 23 en 24 bepaalde ruimte een con¬stante breedte. Bij het vreten kan dus geen enkele hinder wor¬den ondervonden.The fixed bar 23 and the pivot bar 24 of the feeding fence 21 are of kinked design. This also achieves that in the catch position the distance between the fixed bar 23 and the swivel bar 24 is greater at the bottom than at the top. The space determined between the bars 23 and 24 has a constant width over the bottom half. Therefore, no nuisance can be experienced when eating.

De met getrokken lijnen getoonde vangstand wordt bij hetvoerhek 21 bepaald door een aanslagpen 25 welke zich door debovenligger uitstrekt en op zijn plaats is geborgd met behulpvan een haarspeldveer 26. Door het wegnemen van de aanslagpen25 kan de zwenkspijl 24 een in fig. 2 gezien in de richting vande klok doorgezwenkte vangstand innemen waarin de afstand tus¬sen de vaste spijl en het ondereinde van de zwenkspijl 24,zoals aangegeven met 27 beneden groter is dan in de normalevangstand. Hierdoor wordt beneden een doorlaatopening gevormddie zo groot is dat een dier zijn kop daardoorheen kan bewegen.In geval het dier met zijn kop door het hek gestoken is gaanliggen, kan de veehouder door het eenvoudig wegnemen van deaanslagpen 25 de zwenkspijl 24 in de doorgezwenkte vangstandbewegen, zodat het dier zijn kop terug kan trekken en gemakke¬lijk kan opstaan. Zonder deze mogelijkheid is het lastig om eenliggend dier te bevrijden.The catching position shown with solid lines is determined at the feed gate 21 by a stop pin 25 which extends through the top beam and is secured in place by means of a hairpin spring 26. By removing the stop pin 25, the pivot bar 24 can be seen in the figure 2. clockwise swing-out catch position in which the distance between the fixed bar and the lower end of the swing bar 24, as indicated by 27 at the bottom, is greater than in the normal catch position. As a result, a passage opening is formed below which is so large that an animal can move its head through it. In the event that the animal has passed its head through the fence, the farmer can move the pivot bar 24 in the pivoted catch position by simply removing the stop pin 25, so that the animal can withdraw its head and get up easily. Without this possibility it is difficult to free a single animal.

Fig. 3 toont een voerhek 30 volgens een derde variant vande uitvinding. Ook hier zijn weer slechts de onderdelen aange¬duid die ten opzichte van de voorgaande uitvoeringsvormen af¬wijken. De zwenkspijl 31 heeft evenzo als de zwenkspijl 24 bijhet voerhek 21 van fig. 2 de mogelijkheid om een doorgezwenktevangstand in te nemen. In de met getrokken lijnen getekendenormale vangstand is de afstand tussen de vaste spijl 32 en dezwenkspijl 31 beneden groter dan boven. In de doorgezwenktevangstand zoals met stippellijnen aangeduid, is de afstandbeneden nog groter dan in de normale vangstand, zodat ook hierin het onderste gedeelte van het voerhek 30 doorlaatopeningenkunnen worden gevormd.Fig. 3 shows a feeding fence 30 according to a third variant of the invention. Again, only the parts that deviate from the previous embodiments are indicated. The pivot bar 31, just like the pivot bar 24 at the feed fence 21 of Fig. 2, has the option of adopting a pivoted catch position. In the normal catching position drawn with solid lines, the distance between the fixed bar 32 and the swivel bar 31 is greater at the bottom than at the top. In the swing-through catch position as indicated by dotted lines, the distance below is even greater than in the normal catch position, so that the lower part of the feed fence 30 passage openings can also be formed therein.

Het vergrendelen van de zwenkspijl 31 in de met getrokkenlijnen getekende vangstand geschiedt met behulp van een schar¬ nierende grendelpal 33 die samenwerkt met een nok 35 op debedieningsstang 37 op dezelfde wij 2e als toegelicht aan de handvan fig. 1. Bij het voerhek 30 wordt de vangstand eveneens dooreen grendelpal, te weten grendelpal 34 bepaald in samenwerkingmet een nok 36 op de bedieningsstang.The pivot bar 31 is locked in the catching position drawn by means of a drawn line by means of a hinged locking pawl 33 which cooperates with a cam 35 on the operating rod 37 in the same manner as explained with reference to Fig. 1. At the feed fence 30 the catch position also by a locking pawl, i.e. locking pawl 34 determined in conjunction with a cam 36 on the operating rod.

Zoals fig. 4 duidelijker toont, strekt de nok 36 zich overeen ongeveer 90 graden in omtreksrichting van de bedienings¬stang 37 uit, terwijl de nok 35 zich slechts over een kleineomtrekshoek uitstrekt. In de in fig. 4 getoonde stand van debedieningsstang 37, met de bedieningshefboom 38 omhoog gericht,kunnen beide nokken 35 en 36 in werkzame aangrijping met de s bijbehorende grendelpallen 33 en 34 komen. Wanneer de zwenk-spijl 31 vanuit de open stand in de vangstand wordt gezwenkt,doordat een dier zijn kop tussen de zwenkspijl 31 en vastespijl 32 steekt en vervolgens naar beneden beweegt, wordt dezwenkbeweging begrensd doordat de grendelpal 34 in contact komtmet de nok 36 en wordt het terugzwenken verhinderd en dus devangstand vergrendeld, doordat de grendelpal 33 achter de gren-delnok 35 valt. De zwenkstand 31 kan uit de vangstand wordenontgrendeld door de bedieningsstang 37 met behulp van de bedie¬ningshefboom 38 te verdraaien. Uit fig. 4 zal duidelijk zijndat wanneer de bedieningshefboom naar links wordt gedraaid, denok 35 uit de baan van de grendelpal 33 wordt bewogen, maar denok 36 niet uit de baan van de grendelpal 34. In de naar linksgedraaide stand van de grendelhefboom kan de zwenkspijl 31 dusvrij zwenken tussen de open stand en de vangstand. De vergren¬deling in de vangstand kan natuurlijk ook worden opgeheven dooreen van de grendelpallen 33 of 34 met de hand op te lichten.As shown more clearly in Figure 4, the cam 36 extends approximately 90 degrees circumferentially of the operating rod 37, while the cam 35 extends only a small circumferential angle. In the position of the operating rod 37 shown in Fig. 4, with the operating lever 38 pointing upwards, both cams 35 and 36 can come into active engagement with the associated locking pawls 33 and 34. When the pivot bar 31 is pivoted from the open position into the catching position, by an animal inserting its head between the pivot bar 31 and fixed bar 32 and then moving downwards, the pivoting movement is limited by the locking pawl 34 coming into contact with the cam 36 and the swing-back is prevented and the catch position is thus locked, because the locking pawl 33 falls behind the locking cam 35. The swivel position 31 can be unlocked from the catching position by turning the operating rod 37 with the aid of the operating lever 38. It will be apparent from Fig. 4 that when the operating lever is turned to the left, the cam 35 is moved out of the path of the locking pawl 33, but the cam 36 is not moved out of the path of the locking pawl 34. In the counterclockwise rotation of the locking lever, the swing bar 31 so swing freely between the open position and the catch position. The catch in the catch position can of course also be released by manually lifting one of the locking catches 33 or 34.

Van deze mogelijkheid kan worden gebruik gemaakt wanneer eenindividueel dier moet worden vrijgemaakt, terwijl de overigemet hun kop in het hek opgesloten moeten blijven.This possibility can be used when an individual animal has to be cleared, while the others must remain confined with their heads in the fence.

Vanuit de in fig. 4 getekende stand kan de bedieningshef¬boom 38 ook naar rechts worden gezwenkt, in welke stand beidegrendelpallen 35, 36 uit de bewegingspanen van de grendelpallen33 resp. 34 bewegen. In die situatie kan de zwenkspijl 31 vrijzwenken tussen de in fig. 3 met streeplijnen aangegeven openstand en doorgezwenkte vangstand. Alle staande zowel als lig¬gende dieren kunnen zich op deze wijze eenvoudig uit het hekbevrijden.The operating lever 38 can also be pivoted to the right from the position shown in fig. 34 move. In that situation, the pivot bar 31 can pivot freely between the open position indicated by dashed lines in Fig. 3 and the pivoted catch position. All standing and lying animals can easily liberate themselves from the fence in this way.

Bij de grendelinrichting 45 zoals getoond in fig. 5 heeftde onderligger 47 een halve-maan profielvorm. De holte van hetprofiel 47 is opzij gericht en vormt een leger voor een bedie-ningsstang 49 die door niet weergegeven middelen in zijn langs-richting verschuifbaar en om zijn langsas verdraaibaar is. Debedieningsstang 49 draagt nabij elke voerplek een grendelnok 50die in de langsrichting gezien een wigvormige doorsnede heeft.In the locking device 45 as shown in Fig. 5, the bottom beam 47 has a half-moon profile shape. The cavity of the profile 47 is directed to the side and forms a bearing for an operating rod 49 which is slidable in its longitudinal direction and rotatable about its longitudinal axis by means not shown. The operating rod 49 carries a locking cam 50 near each feeding location which has a wedge-shaped cross-section viewed in the longitudinal direction.

De grendelnok 50 werkt samen met een schuifstuk 48 datverschuifbaar opgenomen is in het ondereinde van de zwenkspijl46. Dit schuifstuk 48 kan onder zijn eigen gewicht in contactblijven met een bgvenoppervlak van de onderligger 47, of even¬tueel onder veerbelasting staan.' In de met getrokken lijnengetekende stand kan de zwenkspijl 46 vrij heen en weer zwenken.Wanneer de grendelnok 50 door het verschuiven van de bedie¬ningsstang 49 in fig. 5 gezien naar rechts in de met getrokkenlijnen getekende stand is bewogen, zal het terugzwenken waarbijhet ondereinde van de zwenkspijl 46 naar rechts beweegt, wordenverhinderd, doordat het schuifstuk 48 in contact komt met hetzijvlak van de grendelnok 50. De zwenkspijl 46 wordt daardoorin de vangstand vergrendeld. Deze vergrendeling kan wordenopgeheven door het verdraaien van de bedieningsstang 49 in demet de pijl aangegeven richting, waardoor de grendelnok 50buiten de bewegingsbaan van het schuifstuk 48 wordt terugge¬trokken en dus de zwenkspil 46 vrijlaat.The locking cam 50 interacts with a slider 48 slidably received in the lower end of the swing bar 46. This slider 48 can remain in contact with the surface of the lower beam 47 under its own weight, or possibly under spring load. In the drawn line drawn position, the pivot bar 46 can pivot freely. When the locking cam 50 is moved to the right in the position drawn by the lines drawn by sliding the control rod 49 in Fig. 5, it will pivot backward with the lower end of the swing bar 46 moving to the right are prevented by the sliding piece 48 coming into contact with either face of the locking cam 50. The swing bar 46 is thereby locked in the catch position. This lock can be released by rotating the operating rod 49 in the direction indicated by the arrow, whereby the locking cam 50 is retracted outside the path of movement of the sliding piece 48 and thus leaves the pivot 46 free.

Fig. 6 toont een gedeeltelijk met fig. 5 overeenkomendeuitvoering van de grendelinrichting. Deze grendelinrichting 51werkt eveneens met behulp van een in de zwenkspijl 52 opgenomenschuifstuk 53. De onderligger 54 heeft hier de vorm van eenhoekprofiel, in de holte waarvan een bedieningsstang 55 isopgenomen die een grendelnok 56 draagt. De werking van de gren-delinrichting is identiek aan die van de grendelinrichting 45van fig. 5.Fig. 6 shows an embodiment of the locking device partly corresponding to FIG. 5. This locking device 51 also works with the aid of a sliding piece 53 included in the pivot bar 52. The bottom beam 54 here has the form of a corner profile, in the cavity of which is received an operating rod 55 which carries a locking cam 56. The operation of the locking device is identical to that of the locking device 45 of Fig. 5.

Het in fig. 7 getoonde voerhek 60 is een verdere ontwikke¬ling. Op de gebruikelijke wijze is tussen een bovenligger 62 eneen onderligger 63 een aantal voerplekken 61 bepaald. Zoalsmeer in detail in fig. 8 wordt getoond, wordt elk voerplek 61aan een zijde begrensd door een zwenkspijl 65 die nabij zijnmidden door een scharnierpen 66 scharnierend gemonteerd is aaneen tussen de bovenligger 62 en onderligger 63 vastgelaste doosvormige vaste spijl 64. De zwenkspijl 65 draagt nabij zijnmidden een zijdelings uitstekende grendelarm 67. Het einde vandeze grendelarm 67 werkt samen met een grendelhaak 68 die op degetoonde wijze door middel van een scharnierpen 69 scharnierendin de doosvormige ligger 64 is gemonteerd. De grendelhaak 68draagt aan een van het scharnier 69, in fig. 8 gezien naarrechts uitstekend been een kom 70 die een boveneinde van eenbedieningspen 71 vrij beweegbaar opneemt. De bedieningspen 71rust met zijn ondereinde in een uitsparing 73 van een bedie-ningsstang 72 die in langsrichting verschuifbaar gemonteerd isin de holle onderligger 63. De holle onderligger 63 omvat terplaatse van elke doosvormige ligger 64 een opening 74 die debinnenruimte van de ligger 64 verbindt met de binnenruimte vande onderligger 63. Verder is de ligger 63 geheel gesloten. Debedieningsstang 72 kan in zijn langsrichting heen en weer wor¬den verschoven door middel van een in fig. 7 getoonde bedie-ningshefboom 73 die scharnierend bij 74 aan het hek is gemon¬teerd. Wanneer de bedieningsstang in fig. 8 gezien naar rechtsgeschoven wordt, drukt de bedieningspen 72 de grendelhaak 68 ineen linksom gezwenkte stand, waardoor het einde van de grendel¬arm 67 van de zwenkspil 65 wordt vrijgelaten. De zwenkspijl 65kan dan vrij zwenken tussen de eerder genoemde, met stippellij¬nen getekende open stand en een doorgezwenkte vangstand. Tengevolge van het gewicht van de grendelarm 67 zal de zwenkspijl65 nornaal de met stippellijnen getekende stand innemen. Doorin deze toestand de bedieningsstang 72 naar links te verschui¬ven tot in de getekende stand, kan de grendelhaak 68, door heteigen gewicht van het naar rechts uitstekende been rechtsomzwenken. In deze toestand staat de grendel inrichting op"scherp". Wanneer nu een koe zijn kop door de voerplek 61steekt en daarbij de zwenkspijl 65 in de met getrokken lijnengetekende rechtopstaande stand zwenkt, zal het uiteinde van degrendelarm 67 langs het verticale been van de grendelhaak 68omhoog schuiven, waarbij ten gevolge van het schuine vlak 75daaraan, de grendelhaak 68 enigszins opzij gezwenkt wordt, entenslotte door de grendelhaak in de getoonde stand worden ge¬vangen. Deze toestand kan weer worden opgeheven door het op deeerder beschreven wijze naar rechts verschuiven van de bedie¬ningsstang 72. De gevangen dieren kunnen dan hun kop zowel bovenin als onderin het voerhek door de opening terugtrekken.The feeding fence 60 shown in Fig. 7 is a further development. A number of feeding spots 61 have been determined in the usual manner between an upper beam 62 and a lower beam 63. As shown in more detail in Fig. 8, each feeding location 61 is bounded on one side by a pivot bar 65 which is hingedly mounted near its center by a pivot pin 66 interlocked between the upper beam 62 and lower beam 63 welded box-shaped fixed bar 64. in its center is a laterally projecting locking arm 67. The end of this locking arm 67 cooperates with a locking hook 68 which is hinged in the box-like beam 64 by means of a hinge pin 69. The locking hook 68 carries on one of the hinge 69, seen in the right-hand projection in fig. 8, a bowl 70 which receives an upper end of an operating pin 71 freely movable. The actuating pin 71 rests with its lower end in a recess 73 of an actuating rod 72 which is longitudinally mounted slidably in the hollow beam 63. The hollow beam 63 comprises an opening 74 on the location of each box-shaped beam 64 connecting the inner space of the beam 64 to the interior of the bottom beam 63. Furthermore, the beam 63 is completely closed. The operating rod 72 can be slid back and forth in its longitudinal direction by means of an operating lever 73 shown in Fig. 7 hinged to the gate at 74. When the actuating rod in FIG. 8 is slid to the right, the actuating pin 72 presses the locking hook 68 into a counterclockwise pivoted position, releasing the end of the locking arm 67 of the pivot spindle 65. The pivot bar 65 can then pivot freely between the aforementioned open position drawn with dotted lines and a pivoted catch position. Due to the weight of the locking arm 67, the swing bar 65 will normally assume the position drawn by dotted lines. By sliding the operating rod 72 to the drawn position in this position, the locking hook 68 can pivot clockwise due to the weight of the leg projecting to the right. In this state, the locking device is "sharp". Now when a cow puts its head through the feeding place 61 and thereby pivots the swivel bar 65 in the upright position drawn with drawn lines, the end of the locking arm 67 will slide upwards along the vertical leg of the locking hook 68, whereby, as a result of the inclined surface 75, the locking hook 68 is pivoted slightly to the side, and is finally caught by the locking hook in the position shown. This condition can be overcome by sliding the operating rod 72 to the right in the manner described above. The caught animals can then withdraw their heads through the opening both at the top and at the bottom of the feed fence.

Doordat de grendelinrichting niet, zoals gebruikelijk, ophet einde van de zwenkspijl 65 werkt maar op een grendelarm 67die een constructief gezien geschikte, kleinere, lengte kanhebben, kan de grendelinrichting in zijn geheel compact wordenuitgevoerd, terwijl de zwenkspijl 65 toch een grote zwenkslagheeft. Het grendelmechanisme kan uiteraard anders uitgevoerdworden dan in fig. 8 wordt getoond. Fig. 9 en 10 tonen alsvoorbeeld enige alternatieve uitvoeringsvormen voor het bedie-ningsmechanisme.Since the locking device does not act on the end of the swivel bar 65 as usual, but on a locking arm 67 which can have a structurally suitable, shorter length, the locking device can be designed as a whole in a compact manner, while the swivel bar 65 nevertheless has a large pivoting stroke. The locking mechanism can, of course, be designed differently than shown in Fig. 8. Fig. 9 and 10 show, for example, some alternative embodiments for the operating mechanism.

Fig. 9 toont van een voerhek slechts de onderligger 7 metde in langsrichting verschuifbaar daarin opgenomen bedie-ningsstang 78. De bedieningsstang 78 draagt aan zijn bovenop¬pervlak een nok 79 die een schuin oploopvlak heeft. In de on¬derligger 77 is een boring 81 aangebracht die een met de bedie-ningspen 71 van fig. 8 corresponderende bedieningspen 80 ver¬schuifbaar opneemt. Door het in fig. 9 gezien naar rechts ver¬schuiven van de bedieningsstang 78 zal de bedieningspen 80omhooggedrukt worden en daarbij een grendelorgaan, zoals degrendelhaak van fig. 8 in zijn actieve of juist zijn niet-ac-tieve toestand bewegen.Fig. 9 of a feeding fence only shows the lower beam 7 with the operating rod 78 slidably received therein in the longitudinal direction. The operating rod 78 carries on its top surface a cam 79 which has an oblique run-up surface. A bore 81 is provided in the base 77, which slidably accommodates an operating pin 80 corresponding to the actuating pin 71 of FIG. By sliding the operating rod 78 to the right as seen in Fig. 9, the operating pin 80 will be pushed upwards and thereby move a locking member, such as the locking hook of Fig. 8, into its active or just its inactive state.

Fig. 10 toont op dezelfde wijze als fig. 9 slechts eenonderligger 85 van een voerhek volgens een andere uitvoerings¬vorm . Ook in deze onderligger 85 is een bedieningsstang 86opgenomen. Deze bedieningsstang 86 is echter om zijn langsasverdraaibaar. De bedieningsstang 86 draagt een excenter 87 datsamenwerkt met een bedieningspen 88 die geleid wordt in eenboring 89 in de onderligger 85. Door het heen en weer verdraai¬en van de bedieningsstang 86 wordt de bedieningspen 88 omhoogen omlaag bewogen, teneinde een daarmee samenwerkend grendelor¬gaan in een werkzame resp. niet-werkzame positie te bewegen.Fig. 10 shows, in the same manner as FIG. 9, only a lower bar 85 of a feeding fence according to another embodiment. An operating rod 86 is also included in this lower beam 85. However, this operating rod 86 is rotatable about its longitudinal axis. The actuating rod 86 carries an eccentric 87 which cooperates with an actuating pin 88 which is guided in a bore 89 in the lower beam 85. Rotating the actuating rod 86 back and forth moves the actuating pin 88 up and down to form an associated locking member in an active resp. inactive position to move.

De uitvinding kan vrijwel altijd zonder vergaande modifi¬caties worden toegepast bij op dit moment reeds bekende vang-voerhekken. In de meest eenvoudige vorm kan in plaats van eenrechte zwenkspijl een geknikte worden toegepast om te bereikendat de afstand van de vaste spijl en de zwenkspijl boven klei¬ner wordt. Voor het bereiken van een relatief grotere afstandbeneden, zodat dieren hun kop kunnen lostrekken, is het slechtsnodig de steunspijl enigszins te veranderen of de vaste spijl op een iets grotere afstand en schuin te plaatsen. Ook hetmodificeren van de grendelinrichting zodanig dat een doorge¬zwenkte vangstand mogelijk wordt, kan bij veel bestaande voer-hekontwerpen zonder veel problemen worden uitgevoerd. De uit¬vinding omvat dan ook mede alle overeenkomstig de uitvindinggewijzigde bestaande voerhekontwerpen.The invention can almost always be applied without far-reaching modifications to catch fences already known at this time. In its simplest form, instead of a straight swivel bar, a kinked bar can be used to achieve that the distance from the fixed bar and the swing bar becomes smaller. To achieve a relatively greater distance at the bottom, so that animals can pull their heads away, it is only necessary to slightly change the support bar or to place the fixed bar at a slightly greater distance and at an angle. Also, modifying the locking device to allow a swing-through trapping position can be accomplished without many problems in many existing feed gate designs. The invention therefore also includes all existing feed fence designs modified in accordance with the invention.

Claims (11)

1. Zelfvangend voerhek voor vee, omvattende een bovensteen onderste horizontale ligger waartussen een aantal voerplek-ken is bepaald door telkens een met de liggers verbonden spijlen een tussen zijn einden, in het vlak van het hek scharnier-baar daaraan gemonteerde zwenkspijl, die zwenkbaar is tusseneen open stand waarin de zwenkspijl met zijn boveneinde van devaste spijl is weggezwenkt teneinde boven een doorlaatopeningte vormen voor de kop van een dier en een rechtopgezwenktevangstand waarin de zwenkspijl zich over zijn lengte op eenafstand van de vaste spijl bevindt die groter is dan de breedtevan de nek, maar kleiner dan de breedte van de kop van het dierwaarbij een grendelinrichting is aangebracht die de zwenkspijlin de vangstand kan vergrendelen teneinde het dier met zijn kopdoor het voerhek gestoken op te sluiten, met het kenmerk, datin de vangstand de afstand tussen de vaste spijl en de zwenk¬spijl beneden groter is dan boven.Self-catching feed fence for livestock, comprising a top stone lower horizontal beam between which a number of feeding places is determined by each of a bars connected to the beams and a pivotally mounted pivot bar mounted between its ends in the plane of the fence between an open position in which the pivot bar is pivoted away with its upper end from the fixed bar so as to form an aperture opening for the head of an animal and an upright pivot catch position in which the pivot bar is at a distance from the fixed bar greater than the width of the neck over its length but smaller than the width of the head of the animal, wherein a locking device is provided which can lock the swivel bar in the catching position in order to lock the animal with its head inserted through the feeding fence, characterized in that in the catching position the distance between the fixed bar and the pivot arrow below is greater than above. 2. Voerhek volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat vande vaste spijl en de zwenkspijl er tenminste één nabij hetmidden is geknikt.Feeding fence as claimed in claim 1, characterized in that at least one of the fixed bar and the swiveling bar is bent near the middle. 3. Voerhek volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, datde vaste spijl en de zwenkspijl tenminste over een bovenstegedeelte in bovenwaartse richting convergeren.Feeding fence as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the fixed bar and the pivoting bar converge in an upward direction at least over an upper part. 4. Voerhek volgens een van de voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat de zwenkspijl een doorgezwenkte vangstand kaninnemen, waarin de afstand tussen de vaste spijl en de zwenk¬spijl beneden groter is dan in de normale vangstand, teneindebeneden een doorlaatopening te vormen voor de kop van het dier.Feeding fence according to any one of the preceding claims, characterized in that the swivel bar can assume a swung-in catching position, in which the distance between the fixed bar and the swiveling bar is greater at the bottom than in the normal catching position, in order to form a passage opening for the head below of the animal. 5. Voerhek volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat degrendelinrichting een aanslag omvat voor het bepalen van devangstand van de zwenkspijl, waarbij de aanslag beweegbaar isbuiten aangrijping met de zwenkspijl.Feeding fence as claimed in claim 4, characterized in that the locking device comprises a stop for determining the catch position of the swivel bar, wherein the stop is movable outside engagement with the swivel bar. 6. Voerhek volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat degrendelinrichting een eerste stand heeft, waarin de zwenkspijlvrij kan zwenken tussen de open stand en de door de aanslag bepaalde vangstand, een tweede stand waarin de zwenkspijl bijde beweging uit de open stand naar de vangstand in de vangstandwordt vergrendeld en een derde stand waarin de zwenkspijl vrijkan zwenken tussen tenminste de vangstand en de doorgezwenktevangstand.Feeding fence as claimed in claim 5, characterized in that the locking device has a first position, in which the swivel bar can pivot freely between the open position and the catch position determined by the stop, a second position in which the swivel bar moves from the open position to the catch position. is locked in the catch position and a third position in which the swivel bar can swing freely between at least the catch position and the swing-out catch position. 7. Voerhek volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat dezwenkspijl in de derde stand van de grendelinrichting vrij kanzwenken tussen de open stand en de doorgezwenkte vangstand.Feeding fence as claimed in claim 6, characterized in that the pivot bar can pivot freely in the third position of the locking device between the open position and the pivoted catch position. 8. Voerhek volgens een van de conclusies 4-7, met het ken¬merk, dat de zwenkspijl in hoofdzaak nabij zijn midden schar¬nierend is gemonteerd en dat de grendelinrichting nabij ditmidden vergrendeld op de zwenkspijl kan aangrijpen.Feeding fence as claimed in any of the claims 4-7, characterized in that the swivel bar is hinged substantially near its center and that the locking device can engage the swivel bar in locked manner near this center. 9. Voerhek volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat dezwenkspijl nabij zijn midden een in dwarsrichting uitstekendegrendelarm draagt.Feeding fence as claimed in claim 8, characterized in that the swivel bar carries a transversely protruding locking arm near its center. 10. Voerhek volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, datde zwenkspijl scharnierend gemonteerd is aan een doosvormigespijl, die met de zwenkspijl samenwerkende delen van de gren¬delinrichting omsluit.Feeding fence as claimed in claim 8 or 9, characterized in that the swivel bar is hingedly mounted on a box-shaped bar, which encloses parts of the locking device co-acting with the swivel bar. 11. Voerhek volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat eenbedieningsstang van de grendelinrichting opgenomen is in eengesloten horizontale holle ligger van het hek, welke telkenster plaatse waar een doosvormige spijl is aangebracht in debinnenruimte van de doosvormige spijl in uitkomende wandopeningheeft voor het doorlaten van een verbindingselement tussen debedieningsstang en de met de zwenkspijl samenwerkende delen vande grendelinrichting.Feeding gate as claimed in claim 10, characterized in that an operating rod of the locking device is accommodated in a closed horizontal hollow beam of the gate, which window has location where a box-shaped bar is arranged in the inner space of the box-shaped bar in the outgoing wall opening for passage of a connecting element between the operating rod and the parts of the locking device co-operating with the swivel bar.
NL9000107A 1990-01-16 1990-01-16 Self catching cattle fodder gate - has top and horizontal girders with interconnected fixed and pivot bars NL9000107A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000107A NL9000107A (en) 1990-01-16 1990-01-16 Self catching cattle fodder gate - has top and horizontal girders with interconnected fixed and pivot bars

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000107 1990-01-16
NL9000107A NL9000107A (en) 1990-01-16 1990-01-16 Self catching cattle fodder gate - has top and horizontal girders with interconnected fixed and pivot bars

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9000107A true NL9000107A (en) 1991-08-16

Family

ID=19856426

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000107A NL9000107A (en) 1990-01-16 1990-01-16 Self catching cattle fodder gate - has top and horizontal girders with interconnected fixed and pivot bars

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9000107A (en)

Cited By (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0588428A1 (en) * 1992-09-14 1994-03-23 De Boer Stalinrichtingen B.V. Feeding fence
EP0620968A2 (en) * 1993-03-29 1994-10-26 BRAUN GmbH Feed rack with only one control rod
EP0664950A1 (en) * 1994-01-28 1995-08-02 De Boer Stalinrichtingen B.V. Feeding fence
NL1001138C2 (en) * 1995-09-05 1997-03-06 Ametrac Bv Feeding fence.
FR2750292A1 (en) * 1996-06-26 1998-01-02 Agritubel CORNADIS OF THE TYPE CONTAINING AT LEAST ONE TUBULAR STRUCTURAL ELEMENT EXTENDING IN A MAIN PLANE
FR2752668A1 (en) * 1996-09-04 1998-03-06 Legiret Livestock manger access barrier
FR2752669A1 (en) * 1996-09-04 1998-03-06 Legiret Livestock manger access barrier
EP0890303A1 (en) * 1997-07-09 1999-01-13 Noel Vandevelde Improved feeding stanchion
FR2790190A1 (en) 1999-02-25 2000-09-01 Guerletub Enclosure for bovines has cross pieces defining enclosure with posts and bar to control locking
FR2790189A1 (en) 1999-02-25 2000-09-01 Guerletub Enclosure for bovines has frame with cross bars and uprights forming stalls with pivot bars to retain animals locked by upper bar
FR2882222A1 (en) * 2005-02-24 2006-08-25 Jose Fornes Control bar for livestock barrier, has one projection with downstream end section whose tangent meets another projection`s blocking edge so that slide is plated against edge and falls in space between projections, when slide slides on bar

Cited By (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0588428A1 (en) * 1992-09-14 1994-03-23 De Boer Stalinrichtingen B.V. Feeding fence
EP0620968A2 (en) * 1993-03-29 1994-10-26 BRAUN GmbH Feed rack with only one control rod
EP0620968A3 (en) * 1993-03-29 1995-03-15 Braun Gmbh Feed rack with only one control rod.
EP0664950A1 (en) * 1994-01-28 1995-08-02 De Boer Stalinrichtingen B.V. Feeding fence
NL9400142A (en) * 1994-01-28 1995-09-01 Boer Stalinrichtingen Feeding fence.
NL1001138C2 (en) * 1995-09-05 1997-03-06 Ametrac Bv Feeding fence.
FR2750292A1 (en) * 1996-06-26 1998-01-02 Agritubel CORNADIS OF THE TYPE CONTAINING AT LEAST ONE TUBULAR STRUCTURAL ELEMENT EXTENDING IN A MAIN PLANE
EP0815724A1 (en) * 1996-06-26 1998-01-07 Agritubel S.A. Anti-hanging stanchion
FR2752668A1 (en) * 1996-09-04 1998-03-06 Legiret Livestock manger access barrier
FR2752669A1 (en) * 1996-09-04 1998-03-06 Legiret Livestock manger access barrier
EP0890303A1 (en) * 1997-07-09 1999-01-13 Noel Vandevelde Improved feeding stanchion
FR2790190A1 (en) 1999-02-25 2000-09-01 Guerletub Enclosure for bovines has cross pieces defining enclosure with posts and bar to control locking
FR2790189A1 (en) 1999-02-25 2000-09-01 Guerletub Enclosure for bovines has frame with cross bars and uprights forming stalls with pivot bars to retain animals locked by upper bar
FR2882222A1 (en) * 2005-02-24 2006-08-25 Jose Fornes Control bar for livestock barrier, has one projection with downstream end section whose tangent meets another projection`s blocking edge so that slide is plated against edge and falls in space between projections, when slide slides on bar

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9000107A (en) Self catching cattle fodder gate - has top and horizontal girders with interconnected fixed and pivot bars
NL9000836A (en) DEVICE FOR POSITIONING ANIMALS.
US6199514B1 (en) Method of restraining an animal within an animal squeeze, and an animal squeeze
US11317597B2 (en) Livestock force tub with supplemental wall section, auxiliary space and reduced opacity exit-adjacent wall sections
US5226387A (en) Self-latching stanchion and operator system
BE1005105A4 (en) ZELFVANGEND feed bunk.
EP1346632B1 (en) Rear gate for domestic animal pen
US4962953A (en) Animal gate latch mechanism
NL1001138C2 (en) Feeding fence.
US1668367A (en) Trap
US4226212A (en) Animal holding gate with automatic closing operation
NL194385C (en) Self-catching mainly vertically arranged feed fence for cattle.
EP0664950B1 (en) Feeding fence
GB2173386A (en) Catch system for headgate
NL8700891A (en) FEED RACK.
NL8503066A (en) Self-closing feed gate for cattle stall - has top and bottom tubes interconnected by vertical fixed stiles and movable catcher stiles
NL7809623A (en) Milk parlour with railings defining stalls - has pivoted closure bars whose closure bars whose closure on occupation opens bars of adjoining stall
NL1010912C1 (en) Feeding fence.
NL9201595A (en) Feeding fence.
NL1002120C2 (en) Feeding fence.
NL1015228C2 (en) Stall for fattening cattle has pivotted gate to control access to feed trough with features to prevent calves from escaping
NL8800878A (en) Fodder rack - has top and bottom tubes each in sliding and lockable sections with uprights in between
US595504A (en) Animal-stall
US5887549A (en) Cattle stanchion
CA1047249A (en) Repeating animal trap with barrier to redirect rodents to entrance

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed