NL8300732A

NL8300732A - TRACTOR, IN PARTICULAR A TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.

Info

Publication number: NL8300732A
Application number: NL8300732A
Authority: NL
Original assignee: Texas Industries Inc
Priority date: 1983-02-28
Filing date: 1983-02-28
Publication date: 1984-09-17
Also published as: JPS6018462A; FR2541647A1; GB8616628D0; DE3406914A1; GB2177663A; GB2135641A; GB2177663B; FR2541647B1; GB8405017D0; IT1173382B; IT8419803A0; GB2135641B

Description

V VV V

Texas Industries Ine., Willemstad, Curasao.Texas Industries Ine., Willemstad, Curasao.

"Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden""Tractor, in particular a tractor for agricultural purposes"

De uitvinding heeft betrekking op een trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden, met een gestel, ten minste één aftakas en ten minste één hefinrichting.The invention relates to a tractor or the like vehicle, in particular a tractor for agricultural purposes, with a frame, at least one power take-off shaft and at least one lifting device.

5 Bestaande trekkers bezitten het nadeel dat geen aanpassingsmogelijkheden aanwezig zijn .om de trekker zowel bij werk in rijencultures als op het veld voor ploegen en eggen te gebruiken.5 Existing tractors have the disadvantage that no adaptation possibilities are available to use the tractor for work in row cultures as well as in the field for plows and harrows.

Teneinde in dit nadeel te voorzien omvat de 10 trekker volgens de uitvinding op ten minste één wielas ten minste één wiel met een smalle en één wiel met een brede luchtband.In order to provide for this drawback, the tractor according to the invention comprises on at least one wheel axle at least one wheel with a narrow and one wheel with a wide pneumatic tire.

Bederf van bodemstructuur in het wielspoor van de trekker is bij rijencultures van minder betekenis dan 15 bij het werken op het veld, waarbij het van groot belang is om de gronddruk van de trekkerwielen zo laag mogelijk te houden in verband met de latere platengroei. Door het afnemen van de wielen met brede luchtbanden kan de trekker, voorzien van wielen met smalle lucht banden met een smal 20 wielspoor in rijencultures worden gebruikt. Indien de trekker op veld wordt ingezet, kunnen de wielen met de brede luchtbanden aan die met de smalle luchtbanden worden toegevoegd, zodat een breed wielspoor met een groot aanrakingsoppervlak tussen de wielen en de grond ontstaan waarbij bewerkstelligd 25 wordt dat de gronddruk laag wordt gehouden. Tenminste voor de wielen met de brede luchtbanden kunnen lagedrukbanden worden toegepast waardoor aanzienlijke vergroting van het aanrakingsoppervlak van de trekker met de grond ontstaat.Decay of soil structure in the wheel track of the tractor is less important in row cultures than when working in the field, where it is very important to keep the ground pressure of the tractor wheels as low as possible in view of the later plate growth. By removing the wheels with wide pneumatic tires, the tractor equipped with wheels with narrow pneumatic tires with a narrow 20 wheel track can be used in row cultures. When the tractor is used in the field, the wheels with the wide pneumatic tires can be added to those with the narrow pneumatic tires, so that a wide wheel track with a large contact surface between the wheels and the ground is created, whereby the ground pressure is kept low. At least for the wheels with the wide pneumatic tires, low-pressure tires can be used, which results in a considerable increase in the contact surface of the tractor with the ground.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 30 van de volgende figuren:The invention will be elucidated with reference to the following figures:

Figuur 1 is een zijaanzicht van de trekker volgens de uitvinding.Figure 1 is a side view of the tractor according to the invention.

Figuur 2 is een bovenaanzicht van de trekker volgens de figuur 1.Figure 2 is a top view of the tractor of Figure 1.

35 Figuur 3 is een vooraanzicht van de trekker vol gens de figuren 1 en 2.Figure 3 is a front view of the tractor according to Figures 1 and 2.

• · « : 8300732 \ - 2 - * ψ• · «: 8300732 \ - 2 - * ψ

Figuur 4 is een bovenaanzicht van een deel van de trekker volgens de pijl V in figuur 1.Figure 4 is a top view of part of the tractor according to the arrow V in Figure 1.

Figuur 5 is een vooraanzicht van de constructie volgens figuur 5 volgens de pijl V in figuur 4.Figure 5 is a front view of the construction according to Figure 5 according to the arrow V in Figure 4.

5 Figuur 6 is een weergave van een andere stand van de constructie volgens figuur 4.Figure 6 is a representation of another position of the construction according to figure 4.

De trekleer omvat een gestel 1, dat een centrale, holle kokervoimige gestelbalk 2 bezit waarvan de hartlijn in het verticale langssymmetrievlak 3 van de trekker is gelegen. 10 De zijkanten van de voorzijde van de gestelbalk 2 zijn star bevestigd aan twee symmetrisch ten opzichte van het vlak 3 gelegen, schuin opwaarts en voorwaarts gerichte platen 4, die evenwijdig aan het vlak 3 zijn gericht en die aan hun bovenzijden een vanaf deze platen voorwaarts uitstekende 15 gestelbalk 5 zijdelings star omsluiten. De lengte van de gestelbalk 5 bedraagt ongeveer 25 - 30$ van de gestelbalk 2 en is ongeveer horizontaal en evenwijdig aan de gestelbalk 2 opgesteld. De platen 4 en de gestelbalk 5 vormen aan de voorzijde van de trekker een verlenging van de gestelbalk 2 die 20 op grotere afstand boven de grond is gelegen dan deze balk 2 (zwanenhals).The tensile leather comprises a frame 1, which has a central, hollow tubular frame beam 2, the center line of which is located in the vertical longitudinal symmetry plane 3 of the tractor. The sides of the front side of the frame beam 2 are rigidly fixed to two plates 4, inclined upwards and forwardly oriented symmetrically with respect to the plane 3, which are oriented parallel to the plane 3 and which at their top sides are forwardly directed from these plates protruding 15 frame beam 5 laterally rigid. The length of the frame beam 5 is approximately 25-30% of the frame beam 2 and is arranged approximately horizontally and parallel to the frame beam 2. The plates 4 and the frame beam 5 form at the front of the tractor an extension of the frame beam 2 which is located at a greater distance above the ground than this beam 2 (gooseneck).

Op realtief kleine afstand boven de bovenzijde van de gestelbalk 2 en nabij de achterzijden van de platen 4 is een aandrijfmotor 6 van de trekker op de gestelbalk 2 25 bevestigd. De motor 6 is bij voorkeur als dieselmotor uitgevoerd en bezit een vermogen van ongeveer 60 kW. De motor 6 is zodanig opgesteld dat de krukas van de motor ongeveer in het vlak 3 ligt. De krukas van de motor 6 treedt zowel aan de voorzijde van de motor als aan de achterzijde van de 30 motor uit.At a real short distance above the top of the frame beam 2 and near the rear sides of the plates 4, a drive motor 6 of the tractor is mounted on the frame beam 2. The engine 6 is preferably designed as a diesel engine and has a power of about 60 kW. The engine 6 is arranged such that the crankshaft of the engine is approximately in plane 3. The crankshaft of the engine 6 emerges from both the front of the engine and the rear of the engine.

Het aan de voorzijde van de motor uittredende einde van zijn krukas is voorzien van een poelie 7 cLLe door middel van een ketting of riem in aandrijvende verbinding staat met een erboven gelegen poelie 8 ter aandrijving van 35 een gerekend .ten opzichte van de rijrichting A vóór de motor 6 opgestelde ventilator van een radiateur 9. Het genoemde voorste einde van de krukas van de motor 6 is over een vóór de poelie 7 gelegen gedeelte voorzien van axiale spiebanen ..... 83 0 0 7 3 2 t * * - 3 - waarop een van twee universele koppelingen voorziene tussen-as 10 aangebracht is en waarvan het voorste einde gekoppeld is met een ingaande as van een tandwielkast 11· De tussenas 10 drijft een nabij de onderzijde van de tandwielkast 11 5 opgesteld tandwiel 12 aan, dat in aandrijvende verbinding is met een tweetal tandwielen 13 met dezelfde steekcirkel die aan weerszijden van het symmetrievlak 3 ea schuin boven het tandwiel 12 zijn opgesteld. De draaiingsassen van de beide tandwielen 13 steken aan de voorzijde door het voorvlak van 10 de tandwielas 11 uit en vormen aandrijfassen voor een tweetal naast elkaar en op symmetrische wijze ter weerszijden van het vlak 3 opgestelde hydraulische pompen 14 en 15. De pompen 14 en 15 zijn, gezien in het zijaanzicht volgens figuur 1, aan de voorzijde van de trekker en vóór een verticaal vlak 15 door de wielassen van nader te beschrijven voorwielen 16 opgesteld. De tandwielkast 11 steunt op de bovenzijde van de gestelbalk 5 af en de pompen 14 en 15 zijn op korte afstand boven de bovenzijde van deze gestelbalk 5 opgesteld.The end of its crankshaft, which emerges from the front of the engine, is provided with a pulley 7 cLe, which is in driving connection by means of a chain or belt, with an pulley 8 located above it for driving 35 calculated relative to the direction of travel A in front. the fan of a radiator mounted in the engine 6. The said front end of the crankshaft of the engine 6 is provided with axial keyways over a part located in front of the pulley 7 ..... 83 0 0 7 3 2 t * * - 3 - on which an intermediate shaft 10 provided with two universal couplings is arranged and the front end of which is coupled to an input shaft of a gearbox 11 · The intermediate shaft 10 drives a gear 12 arranged near the bottom of the gearbox 11, which driving connection is with two gear wheels 13 with the same pitch circle, which are arranged obliquely above the gear wheel 12 on either side of the plane of symmetry 3 ea. The rotary axes of the two gears 13 protrude at the front through the front surface of the gear shaft 11 and form drive shafts for two hydraulic pumps 14 and 15 arranged side by side and symmetrically arranged on either side of the plane 3. The pumps 14 and 15 viewed from the side view of Figure 1, are positioned at the front of the tractor and in front of a vertical plane 15 through the wheel axles of front wheels 16 to be described. The gearbox 11 rests on the top of the frame beam 5 and the pumps 14 and 15 are positioned a short distance above the top of this frame beam 5.

Het aan de achterzijde van de aandrijf motor 6 tre-20 dende einde van zijn krukas is door middel van een van twee universele koppelingen voorziene tussenas 17 gekoppeld met een ingaande as van een versnellingsbak 18 die door middel van het huis van een legering 19 op de bovenzijde van de gestelbalk 2 afsteunt op een plaats die op een afstand van 25 ongeveer 25 - 35van de totale lengte van de gestelbalk 2 voor de achterzijde van deze gestelbalk is gelegen. De versnellingsbak 18 en de tussenas 17 zijn symmetrisch ten opzichte van het vlak 3 opgesteld. Tegen de achterzijde van de versnellingsbak 18 is een tandwielbak 20 bevestigd die een 30 aantal recht onder elkaar opgestelde met elkaar in aangrijping zijnde tandwielen omvat die, gerekend vanaf de uitgaande as van de versnellingsbak 18, in neerwaartse richting in diameter resp. steekcirkel toenemen. Het onderste tandwiel van de tandwielbak 20 heeft een achterwaarts uitstekende uitgaan-35 de as die door middel van een van twee universele koppelingen voorziene, telescopische tussenas 21 gekoppeld is met een aan de achterzijde van de trekker aangebrachte aftakas 22.The end of its crankshaft at the rear of the driving engine 6 is coupled by means of an intermediate shaft 17 provided with two universal clutches to an input shaft of a gearbox 18 which is mounted on the housing of an alloy 19 on the supports the top side of the frame beam 2 at a location which is located at a distance of approximately 25 - 35 from the total length of the frame beam 2 in front of the rear side of this frame beam. The gearbox 18 and the intermediate shaft 17 are arranged symmetrically with respect to the plane 3. A gear box 20 is mounted against the rear of the gearbox 18 and comprises a plurality of mutually directly aligned gears arranged one below the other, calculated from the output shaft of the gearbox 18 in a downward direction in diameter, respectively. stitch circle increase. The lower gear of the gearbox 20 has a rearwardly projecting output shaft which is coupled by means of a telescopic intermediate shaft 21 provided with two universal couplings to a PTO shaft 22 mounted on the rear of the tractor.

Een, gerekend ten opzichte van de rijrichting AOne, calculated relative to the direction of travel A.

,8300732 * * 9 - 4 - in voorwaartse richting uitstekende uitgaande as van de tandwielbak 20 die eveneens met het onderste tandwiel correspondeert, is ondersteund in de legering 19 en in voorwaartse richting buiten het huis van dit leger verlengd en aangesloten 5 op van twee universele koppelingen voorziene tussenas 23, die evenals de aftakas 21 symmetrisch is opgesteld ten opzichte van het vlak 3· De aftakas 23 verloopt vanaf de legering 19 in voorwaartse richting tot een legering 24 nabij de achterzijde van de motor 6. De aftakas 23 is nabij de legering 24 10 gekoppeld met een door de legering 24 ondersteunde as 25, die nabij de voorzijde van de trekker wordt afgesteund en op een plaats die in zijaanzicht onder de pompen 14 en 15 is gelegen, in voorwaartse richting vrij uitsteekt en een voorste aftakas 26 vormt. De as 25, waarvan de hartlijn in het 15 vlak 3 is gelegen, loopt onder de onderzijde van de motor 6 en de bovenzijde van de gestelbalk 2 door en tevens tussen de beide platen 4· Tegen de voorzijde van de gestelbalk 5 is een ongeveer verticale loodrecht op het vlak 3 opgestelde plaat 27 vastgelast, die zich tot op afstand onder de onder-20 zijde van de gestelbalk 5 uitstrekt. De onderrand van de plaat 27 ligt ongeveer op een hoogte boven de grond die ongeveer overeenstemt met die van de hartlijn van de gestelbalk 2. Tegen de achterzijde van de plaat 27 is een holle kokervormige balk '28 vastgelast, waarvan de hartlijn loodrecht op 25 het symmetrievlak 3 is gericht en die als vooras dienst doet. Het verticale achtervlak van de balk 28 is nabij het vlak 3 in opwaartse richting verlengd in de vorm van een evenwijdig aan de plaat 27 opgestelde plaat 29. De as 25 is op kleine afstand boven het bovenvlak van de vooras 28 gelegen en wordt 30 door de platen 27 en 29 gelegerd., 8300732 * * 9 - 4 - Forward projecting output shaft of gear box 20 which also corresponds to the lower gear wheel is supported in the alloy 19 and extended in forward direction outside the housing of this army and connected 5 to two universal clutches provided intermediate shaft 23, which, like the PTO 21, is arranged symmetrically with respect to the plane 3 · The PTO 23 extends from the alloy 19 in the forward direction to an alloy 24 near the rear of the engine 6. The PTO 23 is near the alloy 24 is coupled to an axle 25 supported by the alloy 24, which is supported near the front of the tractor and protrudes freely forwardly in a position located below the pumps 14 and 15 and forms a front PTO 26. The shaft 25, the center line of which is located in the plane 3, extends under the underside of the motor 6 and the top side of the frame beam 2 and also between the two plates 4 · Against the front of the frame beam 5 there is an approximately vertical plate 27 arranged perpendicularly to plane 3, which extends to a distance below the bottom side of the frame beam 5. The lower edge of the plate 27 is approximately at a height above the ground approximately corresponding to that of the center line of the frame beam 2. A hollow box-shaped beam '28 is welded to the rear side of the plate 27, the center line of which is perpendicular to the plane of symmetry 3 is oriented and serves as the front axle. The vertical rear face of the beam 28 is extended in the upward direction near the face 3 in the form of a plate 29 disposed parallel to the plate 27. The shaft 25 is located a short distance above the top surface of the front axle 28 and is extended by the plates 27 and 29 alloyed.

In het achtereinde van de gestelbalk 2 is een drager 30 voor achterwielen 31 van de trekker verzwenkbaar gelegerd om een horizontale, in het symmetrievlak 3 gelegen zwenkas, die ongeveer samenvalt met de hartlijn van de ge-35 stelbalk 2. Daartoe is in het achterste gedeelte van de gestelbalk 2 (waarvan het achterste uiteinde in fig. 2 door het verwijzingscijfer 32 is aangegeven) een as 33 gelegerd, die op afstand buiten de achterzijde 32 uitsteekt. Om dit achterwaarts uitstekende einde van de as 33 is een busvormig 8300732 - 5 - . * orgaan 34 aangebracht, waarvan ds hartlijn met die van de as 33 samenvalt en die door middel van eindschotten op deze as 33 af steunt. Tegen de beide zijkanten van het busvozmig orgaan 34 zijn twee holle kokervormige balken 35 vastgelast, 5 die in de getekende stand en gezien in bovenaanzicht symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van het vlak 3 en zich vanaf de voorzijde van het busvormige orgaan 34 schuin buitenwaarts en achterwaarts uitstrekken. De beide balken 35 zijn ongeveer halverwege hun lengte onderling star verbonden door 10 middel van een in de getekende stand loodrecht op het symme-trievlak 3 gelegen holle balk 36» die samen met een deel van de balken 35 in bovenaanzicht een driehoeksconstructie vormt.In the rear end of the frame beam 2 a carrier 30 for the rear wheels 31 of the tractor is pivotally mounted about a horizontal pivot axis located in the plane of symmetry 3, which approximately coincides with the center line of the frame beam 2. For this purpose, in the rear part of the frame beam 2 (the rear end of which is indicated by the reference numeral 32 in Fig. 2) a shaft 33 is mounted, which protrudes from the rear 32 at a distance. Around this rearwardly projecting end of the shaft 33 is a bush-shaped 8300732-5. * means 34, whose axis coincides with that of the shaft 33 and which supports on this shaft 33 by means of end bulkheads. Two hollow tubular beams 35 are welded to both sides of the sleeve-shaped member 34, which, in the drawn position and viewed in plan view, are arranged symmetrically with respect to the plane 3 and are inclined outwards and backwards from the front of the sleeve-shaped member 34. stretch out. The two beams 35 are rigidly interconnected about halfway along their length by means of a hollow beam 36 »situated perpendicular to the symmetry plane 3, which, together with a part of the beams 35, forms a triangular construction in top view.

Op de bovenzijde van de balk 36 en in het midden van de lengte van deze balk is een leger 37 bevestigd ter legering van 15 de tussenas 21 en de aftakas 22.On the top of the beam 36 and in the middle of the length of this beam, an bearing 37 is mounted for alloying the intermediate shaft 21 and the PTO shaft 22.

Aan het buitenste en achterste uiteinde van elk der beide balken 35 is een busvormig orgaan 38 vastgelast v/aarvan de hartlijn in de getekende stand loodrecht op het vlak 3 is gericht. De hartlijnen van de beide organen 38 20 zijn in eikaars verlengde gelegen. Tegen de buitenzijde van elk der beide busvozmige organen 38 is een hydraulische motor 39 bevestigd, waarvan de uitgaande assen in eikaars verlengde zijn gelegen en loodrecht op het symmetrievlak 3 zijn gericht.A sleeve-shaped member 38 is welded to the outer and rear ends of each of the two beams 35, the axis of which is oriented perpendicular to the plane 3 in the drawn position. The axes of the two members 38 are in line with each other. A hydraulic motor 39 is mounted against the outside of each of the two bus-sensitive members 38, the output shafts of which are aligned and aligned perpendicular to the plane of symmetry 3.

Elk der beide hydraulische motoren 39 worden omsloten door 25 een plaatvormig steunelement 40, dat zoals uit fig. 2 blijkt, de voim heeft van een afgeknotte kegel die zodanig is opgesteld dat het kleinste begrenzingsvlak aan de buitenzijde van de trekker is gelegen, terwijl de hartlijn van de kegelvorm samenvalt met die van de motoren 39 en de busvozmige 30 organen 38. Het grootste begrenzingsvlak van elk steunelement 40, dat naar het symmetrievlak 3 is gericht, is bevestigd aan de velg van een binnenste achterwiel 41, terwijl het aan de buitenzijde gelegen kleinste begrenzingsvlak van het steunelement 40 bevestigbaar is aan de velg van een buitenste 35 achterwiel 42. Elk steunelement 40 is star verbonden met de uitgaande as van de bijbehorende hydraulische motor 39. De beide motoren 39 van de achterwielen 31 zijn aandrijf baar door middel van een der pompen 14 of 15. Zowel de hydraulische 8300732 - 6 - » β pompen 14 en 15, als de hydrostatische motoren 39 kunnen zijn voorzien van middelen met behulp waarvan het verplaatste vloeistofvolume regelbaar is ter variatie van de omwentelings-snelheid van de uitgaande as van de motoren 39 en daarmede 5 de wielen 16, 31. Deze regeling van de vloeistofopbrengst van de motoren 39 en de pompen 14, 15 kan vanaf de bestuurdersplaats worden geregeld.Each of the two hydraulic motors 39 is enclosed by a plate-shaped support element 40, which, as shown in Figure 2, has the shape of a truncated cone arranged so that the smallest boundary surface is located on the outside of the tractor, while the center line of the conical shape coincides with that of the motors 39 and the bus-shaped members 38. The largest boundary surface of each support element 40, which faces the symmetry plane 3, is attached to the rim of an inner rear wheel 41, while it is located on the outside smallest boundary surface of the support element 40 is attachable to the rim of an outer rear wheel 42. Each support element 40 is rigidly connected to the output shaft of the associated hydraulic motor 39. The two motors 39 of the rear wheels 31 are drivable by means of a of the pumps 14 or 15. Both the hydraulic 8300732 - 6 - »β pumps 14 and 15, and the hydrostatic motors 39 can be equipped with parts by means of which the displaced liquid volume is adjustable to vary the revolution speed of the output shaft of the motors 39 and with them the wheels 16, 31. This control of the liquid yield of the motors 39 and the pumps 14, 15 can be the driving position must be regulated.

De diameter van alle wielen van de trekker bedraagt ongeveer 125 cm.The diameter of all wheels on the tractor is approximately 125 cm.

10 Zoals uit fig. 2 blijkt zijn de binnenste wielen 41 smaller uitgevoerd dan de buitenste wielen 42. Zowel de wielen 41 als de wielen 42 zijn voorzien van luchtbanden.As can be seen from Fig. 2, the inner wheels 41 are made narrower than the outer wheels 42. Both the wheels 41 and the wheels 42 are provided with pneumatic tires.

De breedte van de .luchtband van een binnenste achterwiel 41 bedraagt ongeveer 35 & 40 cm, de breedte van de luchtband 15 van een buitenste achterwiel 42 bedraagt ongeveer 50 cm. De binnenste achterwielen 41 worden bij voorkeur voorzien van hoge-drukbanden, terwijl de buitenste achterwielen 42 zijn uitgerust met lagedrukbanden die het voordeel bezitten dat hun aanrakingsoppervlak met de grond relatief groot is.The width of the pneumatic tire of an inner rear wheel 41 is approximately 35 & 40 cm, the width of the pneumatic tire 15 of an outer rear wheel 42 is approximately 50 cm. The inner rear wheels 41 are preferably provided with high-pressure tires, while the outer rear wheels 42 are equipped with low-pressure tires which have the advantage that their contact surface with the ground is relatively large.

20 De spoorbreedte van de beide smalle binnenste achterwielen 41 is ongeveer 150 cm. De totale bandbreedte van een stel achterwielen 31 bedraagt derhalve ongeveer 90 cm.The track width of the two narrow inner rear wheels 41 is approximately 150 cm. The total tire width of a set of rear wheels 31 is therefore approximately 90 cm.

Zoals nader zal blijken zijn de voorwielen 16 op analoge wijze uitgevoerd als achterwielen 31 en lopen in het-25 zelfde wielspoor. Dit betekent dat de trekker in totaal met een bandbreedte van vier maal 90 is 360 cm op de grond staat. Voor de bruikbaarheid van de trekker wordt een totale bandbreedte van ten minste ongeveer 320 cm noodzakelijk geacht.As will become clear later, the front wheels 16 are analogously designed as rear wheels 31 and run in the same wheel track. This means that the tractor is on the ground with a tire width of four times 90 is 360 cm. A total tire width of at least about 320 cm is considered necessary for the usability of the tractor.

De totale bandbreedte van de gehele trekker, die in dit uit-30 voeringsvoorbeeld zoals genoemd ongeveer 360 cm bedraagt, is derhalve groter dan de totale transportbreedte van de trekker die ongeveer 300 cm bedraagt.The total tire width of the entire tractor, which in this embodiment as mentioned, is about 360 cm, is therefore greater than the total transport width of the tractor, which is about 300 cm.

Aan weerszijden van het symmetrievlak 3 en op korte afstand van dit vlak zijn op symmetrische wijze verti-35 caal gerichte steunplaten 43 °P de bovenzijden van de balken 35 en 36 vastgelast, die zich vanaf deze balken opwaarts en achterwaarts uitstrekken. De steunplaten 43 vormen een legering voor een bovenste arm 44 van een achterste driepuntshef-inrichting 45. Op symmetrische wijze ten opzichte van het 8300732 ^ φ - 7 - vlak 3 sign aan de achterzijde van de balk 36 oren 46 bevestigd die in eikaars verlengde gelegen zwenkassen dragen waarom onderste hefarmen 47 van de driepuntshefinrichting 45 verzwenkbaar zijn. De steunplaten 43 ondersteunen tevens 5 een evenwijdig aan de balk 36 gelegen bus 48 die symmetrisch is opgesteld ten opzichte van de steunplaten 43 en aan de buitenzijden van dit paar steunplaten uitsteekt. De lengte van de bus 48 komt ongeveer overeen met de afstand tussen de achtereinden van de onderste hefarmen 47. De bus 48 draagt 10 aan weerszijden een as waarom een achterwaarts gerichte arm 49 verswenkbaar is die vanaf de*bus 48 achterwaarts is gericht. Sik der beide armen 49 zijn nabij hun achterzijden voorzien van een zwenkas waarom een hefarm 50 verzwenkbaar is, waarvan het onderste uiteinde verzwenkbaar verbonden is met 15 de aan dezelfde zijde gelegen hefarm 47. Op een plaats tussen de uiteinden van elk der beide armen 49 in is op verzwenkbare wijze de zuigerstang van een hydraulische cylinder 51 bevestigd, waarvan het andere einde zwenkbaar is gelegerd in oren 52 die tegen de achterzijde van de balk 36 zijn bevestigd.The top sides of the beams 35 and 36, which extend upwards and backwards from these beams, are symmetrically welded on both sides of the symmetry plane 3 and a short distance from this plane. The support plates 43 form an alloy for an upper arm 44 of a rear three-point hitch 45. Symmetrically mounted to the rear of the beam 36 ears 46, which are located in elongated relationship, relative to the 8300732 ^ φ - 7 - plane 3 sign. pivot shafts why lower lift arms 47 of three-point lift 45 are pivotable. The support plates 43 also support a sleeve 48 located parallel to the beam 36, which is arranged symmetrically with respect to the support plates 43 and protrudes on the outer sides of this pair of support plates. The length of the sleeve 48 approximately corresponds to the distance between the rear ends of the lower lift arms 47. The sleeve 48 carries a shaft on either side about which a rearwardly directed arm 49 is pivotable which is directed backwards from the sleeve 48. The two arms 49 are provided with a pivot axis near their rear sides, about which a lifting arm 50 is pivotable, the lower end of which is pivotally connected to the lifting arm 47 located on the same side. In a place between the ends of each of the two arms 49 the piston rod of a hydraulic cylinder 51 is pivotally mounted, the other end of which is pivotally mounted in ears 52 mounted against the rear of the beam 36.

20 De driepuntshefinrichting 45 omvat derhalve voor elke onderste hefarm 47 een afzonderlijke hydraulische cylinder die vanaf de bestuurdersplaats bedienbaar is en die door ver-zwenking van de arm 49 om zijn legering in de steunplaten 43 door middel van de bijbehorende aim 50 de bijbehorende onder-25 ste hefarm 47 van de hef inrichting kan ver zwenk en. De beide hydraulische cylinders 51 zijn. bij voorkeur dubbelwerkend uitgevoerd, zodat elke onderste hefarm 47 met kracht zowel opwaarts als neerwaarts kan worden bewogen.The three-point lifting device 45 therefore comprises, for each lower lifting arm 47, a separate hydraulic cylinder which can be operated from the driver's seat and which, by pivoting the arm 49 around its alloy in the support plates 43 by means of the associated aim 50, the associated lower part. the lifting arm 47 of the lifting device can pivot. The two hydraulic cylinders 51 are. preferably double-acting, so that each lower lifting arm 47 can be moved upwards and downwards with force.

Zoals uit het bovenaanzicht volgens fig. 2 blijkt, 30 is aan één zijde van het symmetrievlak 3 en tevens aan één zijde van de gestelbalk 2 op een plaats achter de aandrijf-motor 6 een brandstoftank 53 aangebracht, die met behulp van niet-getekende steunen op de gestelbalk 2 af steunt. Aan de andere zijde van de gestelbalk 2 is een tank 54 voor hydrau-35 lische vloeistof aangebracht. De beide vloeistofhouders 53 en 54 strekken zich tot ongeveer de onderzijde van de gestelbalk 2 uit. De bodemvrijheid tussen de onderzijde van de gestelbalk 2 en de grond bedraagt ongeveer 60 cm.As can be seen from the top view according to Fig. 2, a fuel tank 53 is arranged on one side of the symmetry plane 3 and also on one side of the frame beam 2 at a location behind the driving motor 6, which supports are provided by means of not-drawn supports on the frame beam 2. A tank 54 for hydraulic fluid is arranged on the other side of the frame beam 2. Both fluid containers 53 and 54 extend to approximately the bottom of the frame beam 2. The ground clearance between the underside of the frame beam 2 and the ground is approximately 60 cm.

De constructie van de ophanging en besturing van 83 00 73 2 - 8 - de beide paren voorwielen 16 is in de figuren 4-6 weergegeven. Aan beide uiteinden van de balkvormige vooras 28 is een zwenkas 55 bevestigd, die als wielfusee dienst doet. De fusee-as 55 is opwaarts gericht en kan, gerekend in opwaartse rich-5 ting, enigszins schuin achterwaarts gericht zijn. Door middel van een gaffelvormig bevestigingsstuk 56 dat om de zwenkas 55 heen grijpt is een busvormig orgaan 38 verzwenkbaar om de fuseeas 55 aangebracht. Tegen de buitenzijde van het busvor-mige orgaan 38 is een hydrostatische motor 39 star aan het 10 busvormige orgaan 38 bevestigd. De uitgaande as van de motor 39 is bevestigd aan een steunelement 40 dat weer is gevormd uit een plaatvomige afgeknotte kegel die aan zijn buitenste vlak een voorwiel 57 en aan zijn binnenste begrenzingsvlak een binnenste voorwiel 58 draagt. De afmetingen van de voor-15 wielen 57 en 58, de aard van de luchtbanden alsmede de onderlinge opstelling van de voorwielen 57 en 58 aan weerszijden van het symmetrie vlak 3 zijn geheel analoog aan die van de achterwielen 41 en 42. De buitenste voorwielen 57 zijn derhalve in hetzelfde wielspoor als de buitenste achterwielen 42 20 en de binnenste, smalle voorwielen 58 zijn in hetzelfde wielspoor als de binnenste achterwielen 41 gelegen. In het geval van de voorwielen zijn de busvormige organen 38 aan hun voorzijden voorzien van horizontaal gerichte steunen 59, die in de voor rechtuit rijden geschikte stand van de voorwielen 25 schuin voorwaarts en binnenwaarts zijn gericht.The construction of the suspension and steering of 83 00 73 2 - 8 - the two pairs of front wheels 16 is shown in Figures 4-6. At both ends of the beam-shaped front axle 28 a pivot axle 55 is attached, which serves as a wheel pivot. The pivot shaft 55 is oriented upwards and, when calculated in the upwards direction, can be directed slightly obliquely backwards. A bush-shaped member 38 is pivotally mounted about the axle shaft 55 by means of a fork-shaped mounting piece 56 which engages around the pivot axis 55. A hydrostatic motor 39 is rigidly attached to the sleeve-shaped member 38 against the outside of the sleeve-shaped member 38. The output shaft of the motor 39 is attached to a support member 40 which is again formed from a plate-shaped truncated cone which carries a front wheel 57 on its outer face and an inner front wheel 58 on its inner boundary face. The dimensions of the front wheels 57 and 58, the nature of the pneumatic tires and the mutual arrangement of the front wheels 57 and 58 on either side of the symmetry plane 3 are entirely analogous to that of the rear wheels 41 and 42. The outer front wheels 57 are therefore in the same wheel track as the outer rear wheels 42, and the inner narrow front wheels 58 are located in the same wheel track as the inner rear wheels 41. In the case of the front wheels, the bus-shaped members 38 are provided on their fronts with horizontally oriented supports 59, which are oriented obliquely forward and inward in the straight-ahead position of the front wheels.

Aan het van het busvormige orgaan 38 afgekeerde einde van elke steun 59 is een opwaarts gerichte, evenwijdig aan de fuseeas 55 gelegen zwenkas 60 aangebracht waarom een tweearmige hefboom 61 verzwenkbaar is. In de in fig. 4 gete-30 kende stand van de voorwielen 16 is een arm van een hefboom 61 vanaf de zwenkas 60 binnenwaarts en schuin achterwaarts gericht, terwijl de andere arm, gerekend ten opzichte van de rijrichting A, voorwaarts en in geringe mate binnenwaarts is gericht. De achterwaarts en binnenwaarts gerichte arm van de 35 hefboom 61 is star verbonden met een stang 62 die aan zijn andere einde om een evenwijdig aan de zwenkas 60 gelegen zwenkas 62A schamierbaar is verbonden met een ongeveer horizontaal opgestelde stuurplaat 63. De stuurplaat 63 is ia in fig. 4 getekende stand van de voorwielen 16 symmetrisch 8300732 4 * * - 9 - opgesteld ten opzichte van het vlak 3 en heeft in bovenaanzicht de vorm van een gelijkbenige driehoek waarvan de top, gerekend ten opzichte van de rijrichting A en gezien in zijaanzicht, vóór de zwenkas 60 is gelegen. Nabij deze top van de 5 driehoekige stuurplaat 63 is deze plaat om een evenwijdig aan de zwenkas 60 gelegen zwenkas 64 verzwenkbaar bevestigd aan het voorste vrije uiteinde van een ongeveer horizontale steuaplaat 65, waarvan de achterrand star aan de plaat 27 is bevestigd. Tussen de op afstand onder plaat 65 gelegen stuur-10 plaat 63 an de steunplaat 65 is aan de ten opzichte van de steunplaat 65 verzwehkbare zwenkas 64 een tweede stuurplaat 66 bevestigd, die eveneens de vorm heeft van een gelijkbenige driehoek en die zich vanaf de zwenkas 64, evenals de stuurplaat 63, in achterwaartse richting uitstrekt. Zoals uit 15 fig. 6 blijkt is de stuurplaat 66 gelijkvormig met de stuurplaat 63, echter de lengte van de gelijkbenige zijden bedraagt ongeveer de helft van die van de stuurplaat 63. De stuurplaten 63 en 66 vormen een koppel orgaan voor de aan weerszijden van het vlak 3 gelegen delen van het besturings-20 mechanisme van de voorwielen. Nabij elk van de op afstand van de nabij de zwenkas 64 gelegen top van de stuurplaat 66 &f gelegen hoekpunten zijn zwenkassen 67 aangebracht die evenwijdig aan de zwenkas 60 zijn gericht. Om elk der zwenkassen 67 is het uiteinde van een hydraulische cylinder 68 ver-25 zwenk baar bevestigd. Het uiteinde van de zuigerstang van de cylinder 68 is door middel van een zwenkas 691 die eveneens evenwijdig aan de zwenkas 60 is gelegen, verzwenkbaar verbonden met de in voorwaartse richting uitstekende arm van de hefboom 61. Zoals uit fig. 4 blijkt, is de aan de hand van 30 deze figuur beschreven constructie in de voor het rechtuit rijden geschikte stand van de voorwielen 16 geheel symme- . trisch uitgevoerd ten opzichte van het verticale langssymme-trievlak 3 van de trekker.Attached to the end of each support 59 remote from the sleeve-shaped member 38 is an upwardly oriented pivot axis 60 disposed parallel to the axle shaft 55, why a two-arm lever 61 is pivotable. In the position of the front wheels 16 shown in Fig. 4, one arm of a lever 61 is directed inwardly and obliquely rearwardly from the pivot shaft 60, while the other arm, forwardly relative to the direction of travel A, is directed forward and slightly faces inward. The rearwardly and inwardly directed arm of the lever 61 is rigidly connected to a rod 62 pivotally connected at its other end about a pivot axis 62A located parallel to the pivot axis 60 to an approximately horizontally disposed control plate 63. The control plate 63 is fig. 4 drawn position of the front wheels 16 symmetrical 8300732 4 * * - 9 - arranged with respect to the plane 3 and in plan view has the shape of an isosceles triangle, the top of which, calculated in the direction of travel A and seen in side view, is located in front of the pivot axis 60. Near this top of the triangular control plate 63, this plate is pivotally mounted about a pivot axis 64 located parallel to the pivot axis 60, to the front free end of an approximately horizontal support plate 65, the rear edge of which is rigidly attached to the plate 27. A second control plate 66, which also has the shape of an isosceles triangle and which extends from the pivot axis, is mounted between the control plate 65 and the support plate 65, which is spaced below the plate 65, and which is pivotable relative to the support plate 65. 64, like the control plate 63, extends backward. As can be seen from Fig. 6, the control plate 66 is of the same shape as the control plate 63, however, the length of the isosceles sides is approximately half that of the control plate 63. The control plates 63 and 66 form a coupling member for the two sides of the parts of the steering wheel mechanism of the front wheels situated 3. Pivot axes 67 disposed parallel to the pivot axis 60 are disposed adjacent to each of the vertices located at a distance from the vertex of the control plate 66 & f near the pivot axis 64. The end of a hydraulic cylinder 68 is pivotally mounted on each of the pivot axes 67. The end of the piston rod of the cylinder 68 is pivotally connected to the forwardly projecting arm of the lever 61 by means of a pivot shaft 691 which is also located parallel to the pivot shaft 60. As can be seen from FIG. In the position of the front wheels 16 which is suitable for driving in a straight line, the construction described with reference to this figure is entirely symmetrical. designed in relation to the vertical longitudinal triangle plane 3 of the tractor.

De besturing van de voorwielen 16 vindt plaats 35 doordat aan één der dubbelwerkende hydraulische cylinders 68 hydraulische vloeistof wordt toegevoerd zodat de zuigerstang uittreedt terwijl de zuigerstang van de andere hydraulische cylinder niet wordt bekrachtigd en hydraulisch geblokkeerd 8300732 \ - 10 - wordt. In een eenmaal ingestelde vaste stand van de voorwielen is ten minste één der cylindezs 68 hydraulisch geblokkeerd. Een dergelijke stand waarbij de aan beide zijden van de trekker gelegen voorwielen 16 om de bijbehorende fusee-5 assen 55 zijn verzwenkt is in fig. 6 weergegeven. Tengevolge van de verlengiig van een der hydraulische cylinders 68 worden de ten opzichte van elkaar gefixeerde stuurplaten 63 en 66 dwingend verzwenkt naar.de zijde waar zich ook de verlengde hydraulische cylinder 68 bevindt. Ten gevolge van de vaste 10 lengte van de stang 62 verzwenkt de steun 59 in buitenwaartse richting (linkerzijde in fig. 6). De eenheid bestaande uit het buisvormige orgaan 38, de hydraulische motor 39» het steunelement 40 en de bijbehorende voorwielen 16 is vanuit de in fig. 4 getekende voor rechtuit rijden geschikte stand over 15 een maximale hoek van ten minste ongeveer 75° in de ene richting en ten minste ongeveer 60° in de andere richting verzwenkbaar, zodat de totale zwenkhoek van een voorwiel groter is dan 90°, bij de dimensionering in dit uitvoerings-' voorbeeld ten minste ongeveer 135°· De vierhoek-constructie 20 tussen de zwenkassen 55» 60, 62A. en 64 wordt in elke stand van de voorwielen ten opzichte van de vooras 28 in zijn stand vastgelegd door de lengte van de cylinder 68 die in een gekozen uitslagstand hydraulisch kan worden geblokkeerd.The steering of the front wheels 16 takes place in that hydraulic fluid is supplied to one of the double-acting hydraulic cylinders 68 so that the piston rod exits while the piston rod of the other hydraulic cylinder is not energized and is hydraulically blocked. 8300732-10. In one fixed position of the front wheels, at least one of the cylinder wheels 68 is hydraulically blocked. Fig. 6 shows such a position in which the front wheels 16 located on both sides of the tractor are pivoted about the associated pivot axles 55. As a result of the extension of one of the hydraulic cylinders 68, the control plates 63 and 66 fixed relative to each other are pivoted to the side where the elongated hydraulic cylinder 68 is also located. Due to the fixed length of the rod 62, the support 59 pivots outwardly (left side in Fig. 6). The unit consisting of the tubular member 38, the hydraulic motor 39, the support element 40 and the associated front wheels 16 is from the position shown in Fig. 4 suitable for driving straight ahead through a maximum angle of at least about 75 ° in one direction and pivotable in the other direction at least about 60 °, so that the total pivot angle of a front wheel is greater than 90 °, in the dimensioning in this embodiment at least about 135 °. The quadrilateral construction 20 between the pivot axes 55 60, 62A. and 64 is fixed in its position in each position of the front wheels relative to the front axle 28 by the length of the cylinder 68 which can be hydraulically locked in a selected travel position.

Het vastleggen van de vorm van de genoemde vierhoek-construc-25 tie met behulp van de lengte van de cylinder 68 geschiedt dus onder invloed van de driehoek-constructie 69» 62A.,. 67» daarbij in aanmerking nemende dat de plaats van de zwenkas 64 ten opzichte van de vooras 28 is gefixeerd.The determination of the shape of the said quadrilateral construction with the aid of the length of the cylinder 68 is thus effected under the influence of the triangular construction 69, 62A. 67 »taking into account that the position of the pivot shaft 64 is fixed relative to the front axle 28.

Met behulp van dit besturingsmechanisme voor de 30 voorwielen 16 kunnen derhalve zeer grote stuuruitslagen worden bewerkstelligd, waarbij toch kan worden bereikt dat de verlengden van de aan beide zijden van de trekker gelegen wielassen elkaar steeds ongeveer snijden op het verlengde van de wielassen van de achterwielen 31. Tengevolge van 35 deze constructie is de trekker zeer wendbaar hetgeen vooral van belang is aan de einden van een te bewerken veld of rijencultuur zodat aan de veldeinden een zeer kleine ruimte nodig is voor het uitvoeren van bochten waardoor een groter 8300732 % * * - 11 - deel van het beschikbare oppervlak voor landbouwkundige doeleinden kan worden benut.With the aid of this control mechanism for the front wheels 16, it is therefore possible to achieve very large steering deflections, while it can nevertheless be achieved that the extensions of the wheel axles located on both sides of the tractor always intersect approximately at the extension of the wheel axles of the rear wheels 31 As a result of this construction, the tractor is very manoeuvrable, which is particularly important at the ends of a field or row culture to be worked, so that at the field ends a very small space is required for making turns, resulting in a larger 8300732% * * - 11 - part of the available area can be used for agricultural purposes.

Tegen de voorzijde van de platen 27 en op de bovenzijde van de plaat 65 zijn symmetrisch ten opzichte van het 5 vlak 3 gelegen, in voorwaartse richting uitstekende verticale platen 70 gelast die dienen ter bevestiging van een voorste driepuntshef inrichting 71· De beide onderste hef amen 72 van de herinrichting 71 zijn gezamenlijk om een loodrecht op het vlak 3 gerichte zwehkas 73 verzwenkbaar die, gezien in het 10 zijaanzicht volgens fig. 1, vó6r de vooras 28 ongeveer ter hoogte van de wielas van de voorwielen en ongeveer halverwege de straal van de voorwielen is gelegen. Vanaf de zwehkas 73 strekken de onderling star verbonden onderste hef amen 73 zich, gerekend ten opzichte van de rijrichting A, op symme-15 trische wijze aan weerszijden van het vlak 3 schuin voorwaarts en buitenwaarts uit. De beide onderste hefarmen 72 zijn nabij de zwehkas 73 star aan elkaar bevestigd. Gezien in het bovenaanzicht volgens fig. 2 bezitten de onderste hefarmen 72 een V-vom. Aan de naar de trekker toegekeerde zij-20 den vormen de amen 72 een nagenoeg puntig uiteinde waarin de zwehkas 73 is gelegen. Ongeveer halverwege de lengten van de amen 72 zijn deze amen onderling star verbonden door middel van een loodrecht op het vlak 3 gerichte buis 74. De amen 72 zijn eveneens in de vorm van buizen uitge-25 voerd. Ongeveer halverwege tussen het symmetrievlak 3 en elk der bevestigingsplaatsen van de buis 73 aan een am 72 zijn op de bovenzijde van de buis 73 bevestigingspunten aangebracht in de vom van de loodrecht op het vlak 3 gelegen en in eikaars verlengde liggende zwenkassen 75 waarom de uiteinden 30 van de zuigerstangen van hydraulische hefcylinders 76 ver-zwenkbaar zijn. De beide hydraulische hefcylinders 76 liggen op symmetrische wijze aan weerszijden van het vlak 3· De andere einden van de hydraulische hefcylinders zijn door middel van zwenkassen 77, die eveneens loodrecht op het sym-35 metrievlak 3 zijn gericht en in eikaars verlengde liggen, bevestigd aan de bovenzijden van de steunplaten 70. Aan de voor- en bovenzijden van de platen 70 is door middel van een evenwijdig aan de zwenkassen 77 gelegen zwenkas 78 een top-stang 79 van de driepuntshef inrichting 71 verzwenkbaar be- 8300732 - 12 - vestigd. De onderste hefarmen 72 en de topstang 79 zijn aan Iran vrije uiteindenvoorzien van naar boven geopende resp. naar onderen geopende haakvoimige koppelpunten voor het aankoppelen van machines die op analoge wijze bij de achter-5 ste hef inrichting 45 zijn toegepast. Deze haakvormige koppelpunten zijn gevormd uit verticaal opgerichte staalplaten die evenwijdig aan de rijrichting A zijn opgesteld en tegen de uiteinden van de buisvormige armen 72 zijn gelast.Against the front side of the plates 27 and on the top side of the plate 65 are welded symmetrically with respect to the plane 3, forwardly projecting vertical plates 70, which serve to fix a front three-point lifting device 71 · The two lower levers 72 of the remodeling 71 are pivotable together about a pivot axis 73 oriented perpendicular to the plane 3, which, seen in the side view according to fig. 1, in front of the front axle 28 approximately at the level of the wheel axle of the front wheels and approximately half way the radius of the front wheels is located. From the swiveling shaft 73, the rigidly connected lower levers 73, calculated relative to the direction of travel A, symmetrically extend obliquely forward and outward on both sides of the plane 3. The two lower lifting arms 72 are rigidly fastened together near the swiveling shaft 73. Viewed in the plan view of Figure 2, the lower lift arms 72 have a V-shape. On the sides facing the tractor, the amen 72 form a substantially pointed end in which the swiveling shaft 73 is located. About halfway along the lengths of the amen 72, these amen are rigidly interconnected by means of a tube 74 directed perpendicular to the plane 3. The amen 72 are also in the form of tubes. About halfway between the plane of symmetry 3 and each of the attachment locations of the tube 73 to an am 72, attachment points are arranged on the top of the tube 73 in the shape of the pivot axes 75 which are perpendicular to the plane 3 and in which each other the ends 30 of the piston rods of hydraulic lift cylinders 76 are pivotable. The two hydraulic lift cylinders 76 lie symmetrically on either side of the plane 3. The other ends of the hydraulic lift cylinders are attached to each other by means of pivot shafts 77, which are likewise oriented perpendicular to the sym-35 plane 3 and in line with each other. the top sides of the support plates 70. A top rod 79 of the three-point lifting device 71 is pivotally mounted on the front and top sides of the plates 70 by means of a pivot shaft 78 located parallel to the pivot axes 77. The lower lifting arms 72 and the top link 79 are provided on Iran with free ends with resp. hook-open coupling points open downwards for coupling machines used analogously with the rear lifting device 45. These hook-shaped coupling points are formed from vertically erected steel plates arranged parallel to the direction of travel A and welded to the ends of the tubular arms 72.

Het totale gewicht van de trekker bedraagt 10 ongeveer 2500 kg, terwijl in de koppelpunten een hefvermogen aanwezig is van ongeveer 4000 kg per hef inrichting, bij een totale lengte van de trekker van ongeveer 540 cm.The total weight of the tractor is about 2500 kg, while in the coupling points there is a lifting capacity of about 4000 kg per lifting device, with a total length of the tractor of about 540 cm.

De bestuurderszitplaats is ondergebracht in een cabine 80, die zich - gezien in het zijaanzicht volgens 15 fig. 1 - uitstrekt vanaf het gebied boven het voorste gedeelte van de achterwielen tot aan ongeveer de achterzijden van de voorwielen. De motor 6, die tussen de wielassen van de voor- en achterwielen is gelegen, steekt gedeeltelijk in de cabine 80 uit evenals de van een aan een zijkant aangebrachte 20 bedieningshandle voorziene versnellingsbak 18. Vanuit de cabine zijn alle bedieningsorganen in te stellen die betrekking hebben op de voortstuwing, de besturing, aftakassen en hef inri cht ingen.The driver's seat is housed in a cab 80, which - seen in the side view of Figure 1 - extends from the area above the front portion of the rear wheels to approximately the rear sides of the front wheels. The motor 6, which is located between the wheel axles of the front and rear wheels, partly protrudes into the cabin 80, as does the gearbox 18 provided with a side-mounted control handle. All controls relating to the cabin can be adjusted. propulsion, steering, power take-offs and lifting gear.

Tijdens bedrijf drijft de aandrijfmotor 6 via de 25 tussenas 17 en de tandwielen 12 en 13 de hydraulische pompen 14 en 15 aan, die door middel van niet-getekende hydraulische verbindingen gekoppeld zijn met de vier hydralische motoren 39 van de voor- en achterwielen. De opbrengst van de hoeveelheid hydraulische vloeistof van de pompen en de motoren zijn 30 vanuit de cabine regelbaar. Via de tussenas 17 wordt door de motor 6 de versnellingsbak 18 aangedreven die via de in de tandwielbak 20 aangebrachte tandwieistelsels in achterwaartse richting de tussenas 21 aandrijft en in voorwaartse richting de tussenas 23. De tussenas 21, die telescopisch is uitge-35 voerd, drijft de achterste aftakas 22 aan. De tussenas 23 drijft de as 25 en daarmede de voorste aftakas 26 aan. Door · middel van de van een bedieningshefboom voorziene versnellingsbak 18 kan de bestuurder vanaf zijn zitplaats de overbrengings- 8300732 - 13 - verhouding tussen de tussenas 17 en de aftakassen 21, 23 regelen. Deze versnellingsbak 18 die kan zijn uitgevoerd analoog aan een eenvoudige handbediende versnellingsbak van een automobiel, bewerkstelligt het instellen van 5 toerentallen wl de aftakassen 22 en 26 van 1000, 770, 540 en 450 omw/min., zodat een groot aantal variatiemogelijkheden aanwezig is tussen de omwentelingssnelheid van een der aftakassen en de voortbewegingssnelheid van de trekker, welke laatste continu variabel is.During operation, the drive motor 6 drives the hydraulic pumps 14 and 15 via the intermediate shaft 17 and the gears 12 and 13, which are coupled by means of hydraulic connections (not shown) to the four hydralic motors 39 of the front and rear wheels. The flow rate of the hydraulic fluid from the pumps and motors is adjustable from the cab. The gearbox 18 is driven via the intermediate shaft 17 by the motor 6, which drives the intermediate shaft 21 in the rearward direction of the gear wheels arranged in the gearbox 20 and drives the intermediate shaft 23 in the forward direction. The intermediate shaft 21, which is telescopic rear PTO 22. The intermediate shaft 23 drives the shaft 25 and thereby the front PTO 26. The operator can control the transmission 8300732-13 ratio between the PTO shaft 17 and the PTO shafts 21,23 from his seat by means of the gearbox 18 provided with an operating lever. This gearbox 18, which can be constructed analogous to a simple manual gearbox of an automobile, sets the 5-speed setting pto shafts 22 and 26 of 1000, 770, 540 and 450 rpm, so that a large number of variation possibilities are available between the revolution speed of one of the PTO shafts and the speed of movement of the tractor, the latter being continuously variable.

10 Be trekker is zodanig uitgevoerd dat alle trekker- wielen op oneffen grond hun onder die omstandigheden maximale bodemkracht bezitten. Hiertoe zijn de aan weerszijden van de trekker gelegen achterwielen 31 die aangebracht zijn aan de tot het achterste deel van het gestel behorende 15 balken 35, gezamenlijk verzwenkbaar om de horizontale, zich in de rijrichting A uitstrekkende zwenkas 33* die aan zijn voorzijde is bevestigd aan het voorste deel van het gestel en met name aan de gestelbalk 2.10 The tractor is designed in such a way that all tractor wheels on uneven ground have their maximum ground force under those conditions. For this purpose, the rear wheels 31 located on either side of the tractor, which are mounted on the beams 35 belonging to the rear part of the frame, are jointly pivotable about the horizontal pivot shaft 33 * extending in the direction of travel A, which is mounted on its front the front part of the frame and in particular on the frame beam 2.

ïengevolge van de afzonderlijke bediening van 20 de onderste hefarmen 47 van de achterste hefinrichting 45 door middel van een bijbehorende hydraulische cylinder 51 kan niet alleen een grote hefkracht worden bereikt maar is het tevens mogelijk om vanuit de bestuurdercabine 80 de hoogte van een der hefarmen 47 ten opzichte van de andere hef-25 arm 47 nauwkeurig in te stellen bijvoorbeeld de horizontale instelling van een kunstmeststrooier indien de trekker op licht hellend terrein rijdt. Haar aanleiding van de relatief grote hefkracht van de onderste hefarmen 72 van de voorste hefinrichting 71 zijn eveneens twee hydraulische cylinders 30 76 aangebracht, zodat de hefkracht aan weerszijden van het symmetrievlak 3 op de overige constructie wordt overgebracht.As a result of the separate operation of the lower lifting arms 47 of the rear lifting device 45 by means of an associated hydraulic cylinder 51, not only can a large lifting force be achieved, but it is also possible from the driver's cabin 80 to adjust the height of one of the lifting arms 47 can be accurately adjusted relative to the other lifting arm 47, for example the horizontal adjustment of a fertilizer spreader when the tractor is traveling on slightly sloping terrain. Due to the relatively great lifting force of the lower lifting arms 72 of the front lifting device 71, two hydraulic cylinders 30 76 are also arranged, so that the lifting force is transferred to the other construction on either side of the plane of symmetry.

Be ligging van de aandrijfmotor 6 nabij de voorwielen 16 alsmede de opstelling van de hydraulische pompen 14 en 15 boven de vooras 28 en daarvoor, bewerkstelligen een 35 voorlijke ligging van het zwaartepunt van de trekker zodat, indien alleen de achterste inrichting 45 door een werktuig belast is (hetgeen het meest zal voorkomen) de voorwielen een voldoende steunkracht op de grond uitoefenen om het aandrijf-koppel op de grond te kunnen overdragen, 8300732 - 14 -The location of the drive motor 6 near the front wheels 16 as well as the arrangement of the hydraulic pumps 14 and 15 above the front axle 28 and before effect an initial position of the center of gravity of the tractor so that, if only the rear device 45 is loaded by a tool is (which will be the most common) the front wheels exert sufficient ground support force to transfer the drive torque to the ground, 8300732 - 14 -

De buitenste wielen 42 en 57 van de achter- resp. voorwielen zijn afneembaar aan de steunelementen 40 bevestigd. Indien deze buitenste wielen zijn afgenomen rust de trekker uitsluitend op de vier binnenste wielen 41 resp. 58, die van 5 hogedrukbanden zijn voorzien. In dit geval is de trekker aanmerkelijk smaller en de relatief smalle wielen 41, 58 veroorloven het werken met de trekker in rijenculturen. Indien met de trekker werkzaamheden op het veld moeten worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld eggen, worden de buitenste wielen 10 42 en 57 aangebracht, zodat de trekker op elk hoekpunt steunt op een totale bandbreedte van ongeveer 90 cm, zodat de totale bandbreedte van de trekker ongeveer 380 cm bedraagt hetgeen groter is dan de transportbreedte van de trekker.The outer wheels 42 and 57 of the rear and. front wheels are detachably attached to the support members 40. If these outer wheels have been removed, the tractor rests exclusively on the four inner wheels 41 and 10 respectively. 58, which are provided with 5 high-pressure belts. In this case, the tractor is noticeably narrower and the relatively narrow wheels 41, 58 allow the tractor to operate in row cultures. If work is to be carried out on the field with the tractor, such as harrows, for example, the outer wheels 10 42 and 57 are fitted, so that the tractor rests at each corner on a total tire width of approximately 90 cm, so that the total tire width of the tractor is approximately 380. cm which is greater than the transport width of the tractor.

Daar de buitenste wielen 42, 57 van lagedrukbanden zijn voor-15 zien is het aanrakingsoppervlak tussen deze banden en de grond relatief groot, zodat een geringe gronddruk ontstaat die bederf van de bodemstructuur verhindert. In dit geval kan de luchtdruk in de banden van de wielen 41 en 58 enigszins worden verlaagd zodat ook deze banden een groot aan-20 rakingsoppervlak op de grond bezitten.Since the outer wheels 42, 57 are provided with low-pressure tires, the contact surface between these tires and the ground is relatively large, so that a small ground pressure is created which prevents decay of the soil structure. In this case, the air pressure in the tires of the wheels 41 and 58 can be slightly reduced so that these tires also have a large contact surface on the ground.

De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen hiervoor is beschreven, maar heeft ook betrekking op de inhoud van de conclusies en de.details van de tekeningen.The invention is not limited to what has been described above, but also relates to the content of the claims and the details of the drawings.

- Conclusies - 8 3 0 0 7 3 2- Conclusions - 8 3 0 0 7 3 2

Claims

A tractor or similar vehicle, in particular an agricultural tractor, with a frame, at least one power take-off shaft and at least one lifting device, characterized in that the tractor on at least one wheel axle has at least 5 May with narrow air tire and one wheel with a wide pneumatic tire.

Tractor according to claim 1, characterized in that the combination of a narrow and a wide pneumatic tire is arranged on both sides of the tractor. Ί0

Tractor according to claim 1 or 2, characterized in that the combination of a narrow and a wide pneumatic tire is arranged on both a front axle and a rear axle.

4. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the wheel with the narrow pneumatic tire is arranged on the side of the wheel with the wide pneumatic tire facing the symmetry plane of the tractor.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the wide pneumatic tire is a low-pressure tire.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the narrow pneumatic tire is a high-pressure tire.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the track width of two narrow wheels arranged on either side of the tractor is approximately 150 cm.

8. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the total tire width of the two wheel axles of the tractor is greater than the transport width of the tractor.

Tractor according to claim 8, characterized in that the total bandwidth is about 90 cm four times.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the total tire width is more than about 320 cm.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the diameter of the wheels is approximately 125 cm.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has eight tires of approximately equal diameter. 8300732 V * - 16

Tractor as claimed in any of the claims 2-12, characterized in that the combination is designed as a whole, controllable,

14. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor comprises a front axle with two wheels rotatable about two 90 ° about two pivot axles which can be driven by hydraulic motors,

Tractor or similar vehicle, in particular an agricultural tractor, with a frame, at least one PTO and at least one lifting device, characterized in that the track width of two narrow wheels arranged on either side of the tractor is approximately 150 cm is,

Tractor according to claim 14 or 15, characterized in that a steerable wheel is rotatable with the aid of a quadrilateral hinge construction and an associated triangular hinge construction,

Tractor according to claim 16, characterized in that the length of one of the sides of the triangular construction is adjustable.

Tractor according to claim 17, characterized in that one of the sides of the triangle construction is formed by a hydraulic cylinder which can be operated from the driver's seat.

Tractor according to any one of claims 16-18, characterized in that the quadrilateral and triangular constructions of two steerable wheels are mutually coupled by a coupling member pivoted relative to the front axle.

20. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that at least one wheel is drivable by a hydraulic motor, which is attached to a tubular member.

Tractor according to claim 20, characterized in that the tubular member of a steerable wheel is pivotally mounted about a axle shaft.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that at least one hydraulic pump for driving the wheels is arranged at the front end of the pull leather.

23 · Tractor or similar vehicle, in particular 8300732 '; v - 17 - A tractor for agricultural purposes, with a frame, at least one power take-off shaft and at least one jaw device, characterized in that at least one hydraulic pump for driving the wheel is mounted at the front of the tractor. brought.

Tractor according to claim 22 or 23, characterized in that two hydraulic pumps are arranged approximately above the front axle.

25. Tractor according to claim 24, characterized in that the pumps are arranged side by side and are drivable via a toothed transmission.

Tractor according to either of claims 24 or 25, characterized in that the pumps drive four hydraulic wheel motors.

27. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that a power take-off shaft is arranged at the front of the tractor and can be driven at more than one speed.

28. A tractor or similar vehicle, in particular an agricultural tractor, with a frame, at least one power take-off shaft and at least one lifting device, characterized in that a power take-off shaft is mounted on the front of the tractor. one speed can be driven. 2p

Tractor according to claim 27 or 28, characterized in that the PTO shaft can be driven via a gearbox which can be operated from the driver's seat.

30. A tractor according to any one of claims 27 to 29, characterized in that the power take-off shaft can be driven at 1000, 770, 540 or 450 revolutions per minute.

Tractor according to claim 29 or 30, characterized in that a PTO shaft located at the rear of the tractor can also be driven from the gearbox.

32. Tractor according to any one of claims 29 - 31 », characterized in that the drive of a PTO shaft comprises a gear transmission connected between the gearbox and the PTO shaft.

33. Tractor as claimed in any of the claims 29 - 32, characterized by 8300732 ................ 18 -...... characterized in that the drive of a PTO shaft is an intermediate the gearbox and the PTO-switched universal shaft fitted with universal clutches.

34. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor frame has a central frame beam, which is continued upwards and then forwards towards the front of the tractor.

35. A tractor as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that, near the rear, the frame comprises a pivotable part which is pivotable relative to a front frame part about a horizontal axis situated in the direction of travel.

Tractor according to claim 35, characterized in that the pivotable part carries rear wheels.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the ground clearance of the frame is approximately 60 cm,

38. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the weight of the tractor is approximately 2500 kg.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has a lifting device both at the front and at the rear,

40. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the power of the drive motor is approximately 60 kW.

Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the length of the tractor is approximately 540 cm.

42. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the lifting capacity in coupling points for coupling implements is about 4000 kg.

43. A tractor as claimed in claim 42, characterized in that a separate hydraulic lifting cylinder is added to each lower lifting arm of a lifting device.

44. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that a lifting device comprises two rigidly connected lifting thumbs.

45. Tractor according to claim 44 *, characterized by 83Ö 0 7 3 2 * -. * V - 19 - that the lifting arms are arranged in V-shape.

46. A tractor as claimed in claim 45 *, characterized in that the lifting arms are arranged in a divergent manner, calculated in the direction of the free ends of the lifting arms. —O — O — O — 0—0— 8300732