NL8204080A

NL8204080A - BUILDING ELEMENT.

Info

Publication number: NL8204080A
Application number: NL8204080A
Authority: NL
Original assignee: Couwenbergs Paul
Priority date: 1981-10-28
Filing date: 1982-10-21
Publication date: 1983-05-16
Also published as: FR2515232A1; DE3142745A1; BE894816A

Description

, p & c , v, p & c, v

W 4891-2 Ned.dB/LvDW 4891-2 Ned.dB / LvD

Korte aanduiding: Bouwelement.Short designation: Building element.

De uitvinding heeft betrekking op een bouwelement, bijvoorbeeld steen, plaat of dergelijk element, in het bijzonder ook 5 vloerplaat, verbindingssteen voor bestratingen, met tenminste een (basis) rand met twee in deze rand samenkomende eerste wanddelen.The invention relates to a building element, for instance stone, slab or similar element, in particular also a floor slab, connecting stone for paving, with at least one (base) edge with two first wall parts converging in this edge.

Het woord bouwelement wordt hieronder in de ruimste betekenis gebruikt voor een constructie-element dat bestaan kan uit beton, kunst-stof, glas of ook hout en met gebruikmaking van gelijksoortige bouwele-10 menten tot een groter geheel kan worden samengesteld.The word building element is used in the broadest sense below for a construction element that can consist of concrete, plastic, glass or also wood and can be assembled into a larger whole using similar building elements.

In het bijzonder worden daarmee ook verbindingselementen bedoeld, zoals vloerbedekkingselementen, bij voorkeur verbindingsstenen of -platen voor bestratingen.In particular, this also includes connecting elements, such as floor covering elements, preferably connecting stones or slabs for paving.

Er zijn weliswaar bouwelementen in veel constructieve vormen 15 bekend, maar deze dienen steeds alleen voor speciale doeleinden en moeten, wanneer zij voor andere toepassingsdoelen moeten worden gebruikt, telkens een andere constructieve vorm hebben. Dergelijke bouwelementen hebben verschillende vormen, hetzij vain platen, massieve blokken of structuur s tenen.Although building elements are known in many constructive forms, these always serve only for special purposes and must always have a different constructive form when they are to be used for other application purposes. Such building elements have different shapes, either from plates, solid blocks or structural toes.

20 Uit het Duitse gebrauchsmuster 1834049 is bijvoorbeeld een blokvormige verbindingssteen bekend met een U-vormig aanzichtprofiel, waarbij aan tegenover liggende zijden enerzijds een uitsteeksel en ander-zijds een uitsparing is aangebracht. De beide andere zijwanden, die kor-ter zijn dan de eerstgenoemde,zich namelijk slechts over 3/5 van de lengte 25 uitstrekken, zijn glad en recht uitgevoerd. Er is maar Sen plaatsings-mogelijkheid voor deze steen, namelijk volgens fig. 3 van het Gebrauchsmuster. Een bijzonder nadeel bestaat hierbij in het gebruik.namelijk bij het plaatsen van deze stenen, dat zij voor het op deze wijze plaatsen o telkens over 180 moeten worden gedraaid. Een verder nadeel is dat de 30 stenen hetzij niet hanteerbaar genoeg en niet grijpbaar zijn, nl.wanneer de afstand van de bodem van de uitsparing of de verdieping tot aan de top van het uitsteeksel te groot is, of dat de stenen in hun geheel, om ze hanteerbaar en grijpbaar te laten zijn, te klein moeten worden uitgevoerd, waardoor voor het beleggen vein een bepaald oppervlak, onevenredig veel 35 arbeid en tijd moet worden gebruikt.From the German Gebrauchsmuster 1834049, for instance, a block-shaped connecting stone is known with a U-shaped view profile, in which on one side a projection and on the other side a recess is provided. The other two side walls, which are shorter than the former, namely only extend over 3/5 of the length 25, are smooth and straight. There is only Sen placement possibility for this stone, namely according to fig. 3 of the Gebrauchsmuster. A particular disadvantage here consists in the use, especially when placing these stones, that they have to be rotated by 180 each time for placing in this way. A further drawback is that the stones are either not manageable enough and cannot be gripped, i.e. when the distance from the bottom of the recess or recess to the top of the projection is too great, or that the stones as a whole, In order for them to be manageable and grippable, they must be made too small, so that for investing in a given area, a disproportionate amount of labor and time must be used.

Bovendien is bij de weergegeven enige plaatsingsvorm, waarbij telkens twee stenen aan een zijwand met een daarachter aangebrachte steen samenwerken, door de rechte, loodrecht op de zijwanden met de uitsteek-sels en de uitsparingen verlopende zijwanden het gevaar aanwezig, dat 40 afzonderlijke randstenen van een randrij verschuiven, waardoor dan ook 8204080 - 2 - . andere stenen van de rand af tot op een zekere plaatsingsdiepte kunnen bewegen, zodat het gehele verband los gaat zitten.In addition, in the shown single installation form, in which two bricks on one side wall cooperate with a brick arranged behind it, the straight side walls running perpendicularly to the side walls with the protrusions and the recesses present the danger that 40 individual bricks of a edge row, thus also 8204080 - 2 -. other stones can move from the edge to a certain installation depth, so that the entire bandage is loose.

Een andere dan de weergegeven en genoemde plaatsingswijze, die nog een hieronder nader te bespreken nadeel zou hebben, is met de 5 bekende steen niet mogelijk. In het bijzonder is geen plaatsing mogelijk zodanig dat elke steen aan een zijvlak slechts met een andere steen in aanraking komt en telkens vier stenen in de hoeken in aanraking met elkaar zijn. Bij een dergelijke plaatsingswijze is dan langs de rechte korte zijden in het geheel geen verbinding meer aanwezig en zouden 10 evenwijdige rijen stenen ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven, het-geen niet alleen voor het gebruik maar ook in estethisch opzicht nadelig is. De nadelen vloeien dus alle daaruit voort , dat telkens een van een hoekrand uitgaandeerste zijwandstuk rechtdoor loopt tot de volgende hoek-rand en geen bepaalde afwijkende vorm daaraan is gegeven.A method of installation other than the one shown and mentioned, which would have a further drawback to be discussed below, is not possible with the known stone. In particular, no placement is possible such that each stone on one side surface only comes into contact with another stone and four stones in each corner are in contact with each other. In such an arrangement, there is then no connection at all along the straight short sides and 10 parallel rows of bricks could shift with respect to each other, which is disadvantageous not only for use but also aesthetically. The drawbacks therefore all result from the fact that one side wall piece extending from one corner edge runs straight on to the next corner edge and no particular deviating shape is given to it.

15 . De stenen volgens Duits Gebrauchsmuster 1858336 komen princi- piel met bovengenoemde overeen. Alleen aan de extra zijvlakken daarvan heeft deze steen ten opzichte van elkaar verschoven wanddelen, waarbij // echter eveneens tenminste een richting aanwezig is waarin het verband kan losgaan.15. The stones according to German Gebrauchsmuster 1858336 correspond principally to the above. Only on the additional side surfaces thereof does this stone have displaced wall parts relative to each other, however, // there is also at least one direction in which the connection can loosen.

20 Deze steen heeft belangrijke nadelen, bijvoorbeeld de noodzaak van het verdraaien over 180° van de stenen bij het leggen, het grote aantal stenen voor een bepaald oppervlak bij gegeven grijpbreedte of een onhanteerbare uitvoering, wanneer met een kleiner aantal stenen een bepaald oppervlak moet worden belegd. De verbandwerking is principieel 25 slecht. Dezelfde nadelen als bovengenoemd voor het Gebrauchsmuster 1834049 gelden ook hier.This stone has important drawbacks, for example the necessity of turning the bricks through 180 ° when laying, the large number of bricks for a given surface for a given gripping width or an unmanageable version, if a certain surface has to be made with a smaller number of bricks invested. The dressing effect is basically poor. The same disadvantages as mentioned above for the Gebrauchsmuster 1834049 also apply here.

Daaxtegenover beoogt de uitvinding het verschaffen van een bouwelement met een basisstructuur waarmee het mogelijk is, onder ver-mijding van de genoemde nadelen, de bouwelementen volgens de uitvinding 30 op verlerlei wijze en voor de meest verschillende doeleinden aangepast te gebruiken, die bijvoorbeeld ten opzichte van bekende betonstenen voor bestrating een groot aantal plaatsingsmogelijkheden heeft, waarbij echter tegelijk een goede verbandwerking gewaarborgd is, in het bijzonder ook aan de randen van een belegd oppervlak.In contrast, the invention aims at providing a building element with a basic structure with which it is possible, while avoiding the drawbacks mentioned, to use the building elements according to the invention in various ways and for a wide variety of purposes, such as, for example, with respect to Known pavers for paving have a large number of placement options, but at the same time a good bonding effect is ensured, in particular also at the edges of an invested surface.

35 Volgens de uitvinding wordt de genoemde opgave opgelost door- dat op elk aanwezig eerste wanddeel via een met een hoofdrichting onder een hoek daarmee verlopend verbindingsstuk verschoven een in hoofdzaak in de zelfde richting als het eerste wanddeel verlopend tweede wanddeel aansluit.According to the invention, the above-mentioned problem is solved by the fact that a second wall part running substantially in the same direction as the first wall part connects to each present first wall part via a connecting piece running at an angle displaced therewith at an angle.

40 Het bouwelement volgens de uitvinding kan zijn uitgevoerd als 8204080 V > - 3 - dunne plaat, waarbij dan de basisrand kort is vergeleken met de wand-delen en in het bijzonder met de som van de wanddelen en het verbindings-wandstuk. Op deze wijze kan het bouwelement volgens de uitvinding als vloerplaat of vloertegel, of als plaat voor voetpaden zijn uitgevoerd 5 en gebruikt worden. Het bouwelement kan echter ook blokvormig zijn, waarbij dam de basisrand een lengte heeft van de zelfde grootte-orde als de lengte van de wanddelen resp. van de som daarvan. In dat geval kan het bouwelement gebruikt worden als massieve of holle betonsteen voor muren of als siersteen in het landschap resp. verbindingsstraatsteen. 10 Wanneer het bouwelement volgens de uitvinding, hetgeen principieel ook mogelijk is, framevormig is, waarbij dus de lengte van de basisrand i_m het gebied van de lengte van de wanddelen ligt, de dikte echter achter de wanddelen klein is ten opzichte van de lengte van deze wanddelen en in het bijzonder het bouwelement door evenwijdig aan de wanddelen verlo-15 pende wanden is uitgevoerd, kan het bouwelement ook als taludelement of voor geluidswallen en dergelijke worden gebruikt.The building element according to the invention can be designed as a 8204080 V-3 - thin plate, the base edge then being short compared to the wall parts and in particular to the sum of the wall parts and the connecting wall piece. In this way the building element according to the invention can be designed and used as a floor slab or floor tile, or as a slab for footpaths. However, the building element can also be block-shaped, the base edge having a length of the same order of magnitude as the length of the wall parts, respectively. of the sum thereof. In that case, the building element can be used as a solid or hollow concrete stone for walls or as an ornamental stone in the landscape resp. connecting paving stone. When the building element according to the invention, which is also possible in principle, is frame-shaped, so that the length of the base edge is in the region of the length of the wall parts, however, the thickness behind the wall parts is small relative to the length of these wall parts and in particular the building element is constructed by walls running parallel to the wall parts, the building element can also be used as a slope element or for noise barriers and the like.

A1 naar de verdere uitvoering kan een onderbroken of van openingen voorziene plaat worden gebruikt als roostersteen voor grasvel-den, boomomrandings-, grenssteen of voor de afscheming van beplantingen 20 worden gebruikt.A1 according to the further embodiment, an interrupted or apertured plate can be used as a grating stone for grass pitches, tree edging, boundary stone or for planting fence 20.

Hoewel in een bepaalde vom de verbindingswanden verlopen onder een stcmpe hoek met tenminste een van de wanddelen, zijn bij een voorkeursuitvoeringsvorm de verbindingsdelen onder een scherpe hoek met tenminste een van de wanddelen aangebracht. Door dergelijke ondersnij-25 dingen kunnen in het bijzonder verbindingen worden bereikt van naast elkaar aangebraehte en met uitsteeksels, resp. uitsparingen in elkaar grijpende bouwelementen. Een verdere ontwikkeling van deze vom heeft verbindingswanddelen, die tenminste gedeeltelijk boogvormig zijn uitgevoerd en boogvormig in een boogvormig tweede wanddeel overgaan.Although in a particular form the connecting walls run at an acute angle with at least one of the wall parts, in a preferred embodiment the connecting parts are arranged at an acute angle with at least one of the wall parts. By means of such undercuts, connections can in particular be achieved of juxtaposed and with protrusions, respectively. recesses interlocking building elements. A further development of this form has connecting wall parts, which are at least partly arc-shaped and transition into an arc-shaped second wall part in an arc-shaped manner.

30 In het bijzonder bij plaat- of blokvormige grondstenen, zoals bijvoofbeeld een straatsteen, kunnen verder bij twee randen met op elkaar aansluitende eerste wanddelen, die in een vlak liggen, de telkens aansluitende tweede wanddelen in elkaar overgaan volgens een rechte lijn en zo een uitsparing, resp. een uitsteeksel vomen en in het bij-35 zonder door de naar achteren, resp. naar voren verschoven tweede wanddelen onderling overeenkomstige uitsparingen en/of uitsteeksels worden gevormd. Bij voorkeur is hierbij, bij een vom met vier een grond-vlak van een blok bepalende hoekranden, aan elke zijde tenminste een bepaald vormdeel aangebracht, welke vomdelen aan twee tegenover elkaar 40 liggende zijden uitsparingen zijn, waarbij in het bijzonder het door de 8204080 i' * 4 - 4 - hoekranden vein het bouwelement bepaalde grondvlak vierkant is en aan de uitsparingen grenzende, ten opzichte daarvan uitstekende, door eerste wanddelen en tussenwanden begrensde elementen, een helft van de uitspa-ring opvullen.Particularly in the case of slab or block-shaped ground bricks, such as, for example, a paving stone, the adjacent second wall parts can mutually merge in a straight line at two edges with adjoining first wall parts which lie in a plane, and thus a recess , resp. a projection and in particular without passing through the back, resp. second wall parts which have been moved forward and mutually corresponding recesses and / or protrusions are formed. Preferably, in the case of a mold with four corner edges defining a base surface of a block, at least one specific molded part is arranged on each side, which moldings are recesses on two opposite sides, in particular the 8204080. * 4 - 4 - corner edges in which the construction element has a certain base surface which is square and which adjoin the recesses, elements projecting therefrom, bounded by first wall parts and intermediate walls, fill in one half of the recess.

5 Stenen volgens de grondstructuur voor het beleggen van vloer- oppervlakken, zoals platen of verbindingsstraatstenen, kunnen ook de vorm hebben van randstenen, waaxbij tussen twee aan elkaar grenzende hoekranden met in hoofdzaak op elkaar gerichte bijbehorende eerste wanddelen, een tweede wanddeel ten opzichte van het eerste wandjdeel van een 10 hoekrand terug is verplaatst en een ander tweede wanddeel ten opzichte van het eerste wanddeel naar voren is verplaatst en de beide tweede wanddelen elkaar aanraken, waarbij in het bijzonder ervoor is gezorgd, dat de beide tweede wanddelen in een vlak recht in elkaar overgaan en daardoor een trap vormen.Stones according to the basic structure for covering floor surfaces, such as slabs or connecting paving stones, may also have the shape of edging stones, in which case between two adjacent corner edges with substantially mutually oriented associated first wall parts, a second wall part relative to the first wall part has been moved back from a corner edge and another second wall part has been moved forward relative to the first wall part and the two second wall parts touch each other, in particular ensuring that the two second wall parts are flat in a plane pass each other and thereby form a staircase.

15 Door deze constructievorm verkrijgt men dat de eerste wand delen van deze randsteen samenwerken met tweede wanddelen van de grondplaat, terwijl tweede wanddelen van de randsteen met eerste wanddelen van de grondplaat samenwerken. In een andere uitvoering raken de tweede wanddelen elkaar volgens een hoek in een hoekrand, waardoor een hoeksteen 20 wordt gevormd, die een hoek van de grondplaat omsluit en daardoor een uit grondplaten en randstenen vervaardigde plaatvormige bekleding op een hoek kan afsluiten, waarbij de andere zijvlakken van deze hoeksteen telkens eenvoudig rechte hoeken insluiten.By this constructional form it is obtained that the first wall parts of this edge stone cooperate with second wall parts of the base plate, while second wall parts of the edge stone cooperate with first wall parts of the base plate. In another embodiment, the second wall parts touch each other at an angle in a corner edge, thereby forming a corner stone 20 enclosing an angle of the base plate and thereby closing a plate-shaped covering made of base plates and edging stones at an angle, the other side surfaces of this cornerstone always easily enclose right angles.

Het bouwelement volgens de uitvinding heeft, in het bijzonder 25 als bodem-bedekkingselement, zoals bijvoorbeeld een verbindingsstraatsteen van beton, een reeks belangrijke voordelen. Zo is in de eerste plaats een wijze vein leggen mogelijk, zoals dit gewoonlijk het geval is bij voetpadplaten, terrasplaten of dergelijke platen, waarbij dus de ene zijwand vein een plaat telkens slechts grenst aan de zijwand van een 30 andere plaat en vier platen met de hoekranden met elkaar in aanraking zijn, waarbij echter tegelijk in alle richtingen een uitstekende ver-bindingswerking wordt verkregen, hetgeen bij de bekende voetpadplaten juist niet het geval is. Bij het plaatsen behoeven de bodenubedekkings-elementen volgens de uitvinding niet over 180°, maar telkens, al naar 35 de wijze van leggen, hoogstens over 90° worden gedraaid, hetgeen, voor zover het element als verbindings_straatsteen is uitgevoerd, met een hand zonder meer mogelijk is, terwijl een draaiing over 180°, zoals bij J / de bekende straatstenen nodig zou zijn, met een hand zeker niet mogelijk is, daar dan een verrekking van de hand kan optreden of de steen voor 40 het verdraaien tussen de beide handen verwisseld moet worden, waarbij 820 4 0 80 • » \ - 5 - een gereedschap als een hamer uit de hand moet worden gelegd en weer moet worden opgenomen. Een verder voordeel bij het plaatsen is dat eveneens bij de uitvoering als straatsteen, die Immers met een hand moet worden opgenomen, met minder stenen een bepaald oppervlak kan 5 worden belegd, dan dit bij de stand van de techniek het geval is. Wanneer men gelijke uitsparingsdiepte resp. uitsteekselhoogte bij beide stenen aanneemt en een gegeven gelijke grijpbreedte, blijkt het overschot aan belegbaar oppervlak, hetgeen, afhankelijk van de keuze van de hoogte van de uitsteeksels en de diepte van de uitsparingen, die in het 10 bijzonder bij straatstenen een belangrijk deel van het eigenlijke grondvlak van de steen kunnen uitmaken, een aanzienlijke verbetering brengt. Dit betekent een grote besparing aan arbeid en daardoor aan kosten bij het leggen. Het bouwelement volgens de uitvinding geeft als bodembedekkings-element door de combinatie van zijn eigenschappen een groot aantal be-15 langrijke voordelen in het gebruik, resp. bij het plaatsen. Bovendien kan zoals gezegd, zonder de anders gebruikelijke inklemwerking, een verbinding worden verkregen, namelijk een homogene verbinding in alle richtingen, die ook bij sterke verkeersbelastingen voldoende is. Zijn aan twee tegenover ekaar liggende vlakken overeenkomstige uitsparingen, resp.The building element according to the invention has a series of important advantages, in particular as a bottom covering element, such as for instance a connecting paving stone of concrete. In the first place it is thus possible to lay in a wise way, as is usually the case with footpath plates, terrace plates or similar plates, whereby one side wall of a plate in each case only adjoins the side wall of another plate and four plates with the corner edges are in contact with one another, but at the same time an excellent bonding effect is obtained in all directions, which is not the case with the known footpath plates. When placing, the bottom cover elements according to the invention need not be rotated through 180 °, but each time, depending on the manner of laying, at most through 90 °, which, insofar as the element is designed as a connecting paving stone, with one hand possible, while a rotation through 180 °, as would be necessary with J / the known paving stones, is certainly not possible with one hand, since then a straining of the hand can occur or the stone is exchanged between the two hands before turning. 820 4 0 80 • »\ - 5 - a tool such as a hammer should be put out of the hand and picked up again. A further advantage in placing is that in the embodiment as a paving stone, which must after all be picked up with one hand, a certain surface can be laid with fewer stones, than is the case in the prior art. If an equal cut-out depth resp. assumption of protrusion height for both bricks and a given equal gripping width, the surplus of tillable surface appears, which, depending on the choice of the height of the protrusions and the depth of the recesses, which, in particular with paving stones, is an important part of the actual ground surface of the stone, brings a significant improvement. This means a great saving in labor and therefore in costs during installation. As a ground cover element, the building element according to the invention provides a large number of important advantages in use, respectively, due to the combination of its properties. when placing. Moreover, as mentioned, without the otherwise usual clamping action, a connection can be obtained, namely a homogeneous connection in all directions, which is sufficient even under strong traffic loads. Are corresponding recesses, respectively, on two opposite surfaces.

20 uitsteeksels aangebracht, en aan de beide andere, tegenover elkaar liggende vlakken vein het blokvormige grondlichaam een uitsteeksel en een uitsparing, dan kan deze vorm als muursteen worden gebruikt, zowel als hoi blok of als massief blok, waarbij,,door de beide verschillende vormen van tegenover elkaar liggende vlakken,deze stenen tegenover elkaar 25 kunnen liggen, terwijl door de gelijke vormen, dus hetzij uitsparingen of uitsteeksels aan de andere, tegenover elkaar liggende zijden bijvoor-beeld daartoe kunnen dienen, dat hier afscherm- of bekistingsplaten van zodanige vorm worden geplaatst, dat zij eveneens met de uitsparingen, resp. uitsteeksels, al naar de vorm van de stenen, kunnen samenwerken, 30 waarbij in het bijzonder de uitsparingen en uitsteeksels dan met onder-snijdingen op een der bovengenoemde wijzen moeten zijn uitgevoerd.20 protrusions are arranged, and on the two other, opposite surfaces the block-shaped base body has a protrusion and a recess, this shape can be used as a wall brick, either as a hay block or as a solid block, whereby ,, by the two different shapes from opposite surfaces, these bricks can lie opposite each other, while due to the similar shapes, i.e. either recesses or protrusions on the other, opposite sides, can serve for this purpose, for example, that shielding or formwork plates of such shape placed so that they are also aligned with the recesses, resp. projections, depending on the shape of the stones, can cooperate, wherein in particular the recesses and projections must then be formed with undercuts in one of the above-mentioned ways.

Hoeken bij een dergelijk wand- of muurverband kunnen daardoor worden verkregen, dat een bouwelement met zijn uitsteeksel aan een wand in een uitsparing aan de andere wand van een ander bouwelement grijpt, 35 waarbij de bouwelementen in het bijzonder niet alleen een vierkant grondvlak behoeven te hebben, maar ook een gestrekte rechthoek als grondvlak kunnen hebben, waarbij dan de vlakken met uitsteeksels en uitsparingen smaller zijn dan de wanden met de gelijk gevormde vormdelen, namelijk hetzij uitsteeksels, hetzij uitsparingen, waarbij dan aan een 40 wand naast elkaar ook meer vain dergelijke uitsteeksels en uitsparingen 8204080 V * * - 6 - kunnen zijn gevormd door middel van tweede wanddelen.Corners with such a wall or wall connection can be obtained by the fact that a building element with its projection on a wall engages in a recess on the other wall of another building element, wherein the building elements in particular need not only have a square base , but can also have a stretched rectangle as base, in which case the surfaces with protrusions and recesses are narrower than the walls with the molded parts of the same shape, namely either protrusions or recesses, whereby on a wall next to each other also more of such protrusions and recesses 8204080 V * * - 6 - may be formed by second wall members.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van het bouwelement volgens de uitvinding zijn weergegeven.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which some exemplary embodiments of the building element according to the invention are shown.

5 Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van het bouwelement als plaat in bovenaanzicht.FIG. 1 shows a first embodiment of the building element as a plate in top view.

Fig. 2 is een verdere uitvoeringsvorm als blj de plaat vam fig. 1 behorende randplaat.Fig. 2 is a further embodiment as the edge plate belonging to the plate of FIG. 1.

Fig. 3 is een uitvoeringsvorm van het bouwelement als bij de pla-10 ten volgens fig. 1 en 2 behorende hoekplaat.Fig. 3 is an embodiment of the building element as the corner plate associated with the plates according to FIGS. 1 and 2.

Fig. 4 toont een uit de elementen volgens fig. 1 tot 3 samenge-stelde plaatbekleding in bovenaanzicht.Fig. 4 is a plan view of a sheet covering assembled from the elements of FIGS. 1 to 3.

Fig. 5 a en b tonen twee verschillende plaatsingsvomen van elementen met elk drie uitsparingen en drie uitsteeksels.Fig. 5 a and b show two different arrangement forms of elements, each with three recesses and three protrusions.

15 Fig. 6 is een bovenaanzicht van een boomramd met platen volgens fig. 1 en tussenplaten volgens fig. 6a.FIG. 6 is a plan view of a tree ram with plates of FIG. 1 and intermediate plates of FIG. 6a.

Fig. 6a toont de bij fig. 6 gebruikte tussenplaat afzonderlijk. Fig. 7a en b tonen twee andere bouwelementen als verbindings-platen of verbindingsstraatstenen in bovenaamzicht.Fig. 6a shows the intermediate plate used in FIG. 6 separately. Fig. 7a and b show two other building elements as connecting plates or connecting paving stones in top view.

20 Fig. 8 is een emdere uitvoeringsvorm van een plaat.FIG. 8 is a further embodiment of a plate.

Fig. 8a toont een bekleding van platen volgens fig. 8 met daaraan aangepaste rand- en hoekplaten overeenkomstig die vam fig. 2 en 3.Fig. 8a shows a coating of plates according to FIG. 8 with matching edge and corner plates corresponding to those of FIGS. 2 and 3.

Fig. 9 toont een andere uitvoeringsvorm in bovenaamzicht als plaat, bolder, vierkamte steen of ook hoi blok.Fig. 9 shows another embodiment in top view as a plate, bollard, square-bricks or also a hay block.

25 Fig.10 toont het gebruik van een bouwelement volgens fig. 9 als hoi blok voor de vervaardiging van een wand met aangepaste wandafdekkingen in perspectief.Fig. 10 shows the use of a building element according to Fig. 9 as a hi block for the manufacture of a wall with adapted wall covers in perspective.

Fig.11 is een andere uitvoeringsvorm als frame-element.Fig. 11 is another embodiment as a frame element.

Fig.12 toont de toepassing van een ander soortgelijk frame-ele- 30 ment.Fig. 12 shows the use of another similar frame element.

Fig. 13 toont de combinatie vam twee frame-elementen volgens fig. 11 als voet voor een tafeltennisblad.Fig. 13 shows the combination of two frame elements according to FIG. 11 as a base for a table tennis table.

Fig.14 is een andere uitvoeringsvorm als anders gevormd frame- element.Fig. 14 is another embodiment as a differently shaped frame member.

35 Fig.15 toont de combinatie van twee andere identieke frame-elemen ten.Fig. 15 shows the combination of two other identical frame elements.

Fig.16 is een verdere combinatie van de frame-elementen volgens fig. 12.Fig. 16 is a further combination of the frame elements according to Fig. 12.

Fig.17 toont de toepassing van de frame-elementen volgens fig.12 40 als wand door het op elkaar plaatsen van deze frame-elementen.Fig. 17 shows the use of the frame elements according to Fig. 12 40 as a wall by placing these frame elements on top of one another.

8204080 % * % - 7 -8204080% *% - 7 -

Een eerste eenvoudige uitvoeringsvorm van het bouwelement volgens de uitvinding is in fig. 1 in bovenaanzicht weergegeven als een plaat of een verbindingssteen 21. De plaat 21 is ontstaan uit de grondvorm van een vierkant blok, waarbij deze grondvonn ook een rechthoek 5 kan zijn, maar een vierkant uitgangsgrondvlak heeft de voorkeur.A first simple embodiment of the building element according to the invention is shown in top view in fig. 1 as a plate or a connecting stone 21. The plate 21 is formed from the basic shape of a square block, this base also being a rectangle 5, but a square starting base is preferred.

De weergegeven voorkeurs- verbindingssteen heeft in bovenaanzicht als hoekpunten zichtbare rechthoekige hoekranden 22, die eventueel ook op geschikte wijze afgerond kunnen zijn, zodat de stenen elkaar bij deze hoekranden zelf niet meer aanraken,maar voegen vormen. Door de kenmerken 10 volgens de uitvinding blijft desondanks de verbindingswerking behouden.The preferred connecting brick shown has rectangular corner edges 22 visible as vertices in top view, which may optionally also be rounded, so that the stones no longer touch each other at these corner edges themselves, but form joints. The connecting effect is nevertheless retained by the features 10 according to the invention.

Aan weerszijden van de randen 22 sluiten daarop eerste wanddelen 23 en 24 aan. Op het wanddeel 23 sluit vervolgens onder een stompe hoek een ver-bindingswandstuk 26 aan, met een terug—geplaatst en in de-zelfde richting als het wanddeel 23 verlopend tweede wanddeel 27. Op het wanddeel 24 15 sluit eveneens onder een stompe hoek een verbindingswandstuk 26 aan met een tweede, ditmaal echter naar voren verplaatst, evenwijdig aan het wanddeel 24 verlopend wanddeel 29. De verwijzingscijfers zijn slechts bij έέη rand 22 en de van daar uitgaande wanddelen en verbindingswand-stukken getekend, van de andere randen uit is de plaat 21 echter op 20 de zelfde wijze uitgevoerd, waarbij twee naar elkaar toe lopende wanddelen 24, 24' in een vlak liggen en van beiden uitgaand een gemeen-schappelijk tweede wanddeel 29 is gevormd, resp. de van de beide eerste wanddelen 24, 24' via de betreffende verbindingswanddelen uitgaande, naar voren geplaatste tweede wanddelen in elkaar overgaan zodat zij een 25 uitsteeksel 31 vormen. Het^zelfde geldt ook voor de naar achteren ver-plaatste wanddelen 27, die daardoor een uitsparing 32 vormen. De uit-steeksels 31 en uitsparingen 32 zijn als vormdelen zodanig uitgevoerd, dat zij in elkaar passen, d.w.z. dat wanneer een plaat 21 op geschikte wijze tegen een andere plaat 21 wordt gelegd, het uitsteeksel 31 in 30 de uitsparing 32 past, zoals blijkt uit fig. 5. Zij hebben dus in hoofd-zaak het zelfde oppervlak 2 x F hoewel het oppervlak van de uitsparing, rekening houdend met voegen en toleranties, minimaal groter kan zijn.First wall parts 23 and 24 connect thereto on either side of the edges 22. Then a connecting wall piece 26 is connected to the wall part 23 at an obtuse angle, with a second wall part 27 placed back and extending in the same direction as the wall part 23. A connecting wall piece also closes at an obtuse angle to the wall part 24. 26 with a second, this time moved forwards, wall part 29 running parallel to the wall part 24. The reference numbers are drawn only at edge 22 and the wall parts and connecting wall parts extending therefrom, the plate 21 from the other edges. however, designed in the same manner, in which two wall parts 24, 24 'running towards each other lie in one plane and a common second wall part 29 is formed starting from both, respectively. the forwardly placed second wall parts, which go out from the two first wall parts 24, 24 'via the respective connecting wall parts, merge into each other so that they form a projection 31. The same also applies to the rearwardly displaced wall parts 27, which thereby form a recess 32. The protrusions 31 and recesses 32 are formed as moldings such that they fit together, ie when a plate 21 is suitably placed against another plate 21, the protrusion 31 fits into the recess 32, as can be seen from Fig. 5. They thus have essentially the same surface area 2 x F, although the surface area of the recess, taking into account joints and tolerances, can be at least larger.

Volgens de weergegeven en zeer sterk de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm hebben bovendien de wanddelen 23, 24 de halve lengte van de totale 35 wanddelen 27, 28 van de vormdelen 31, 32, zodat het met F' aangeduide oppervlak, ook in vorm, overeenkomt met de oppervlakken F van de vormdelen 31, 32 en twee maal daarin past. Hierop wordt hieronder nader teruggekomen.According to the illustrated and very strongly preferred embodiment, the wall parts 23, 24 additionally have half the length of the total wall parts 27, 28 of the mold parts 31, 32, so that the surface indicated with F ', also in shape, corresponds to the surfaces F of the moldings 31, 32 and fits twice therein. This will be discussed in more detail below.

Een andere uitvoeringsvorm van het bouwelement als bij de 40 plaat 21 passende randplaat 36 is weergegeven in fig. 2.Another embodiment of the construction element as edge plate 36 matching the plate 21 is shown in Fig. 2.

8204080 \* * - 8 -8204080 \ * * - 8 -

Uitgaande van een rand 42, resp. 42' (die in het bovenaanzicht van fig.2 weer als rechte hoek zichtbaar zijn) sluit daarop een eerste wanddeel 43, resp. 44 aan, waarop, onder een stompe hoek telkens een verbindingswand-stuk 46, 48 volgt, waarop telkens een in de zelfde richting als de 5 wanddelen 43, 44 verlopend tweede wanddeel 47, 49 aansluit, waarbij de wanddelen 47, 49 tezamen een trap 51 tussen de eerste wanddelen 43, 44 vormen.Starting from an edge 42, respectively. 42 '(which are again shown as a right angle in the plan view of Fig. 2), a first wall part 43, resp. 44, to which, at an obtuse angle, a connecting wall piece 46, 48 follows, to which a second wall part 47, 49 running in the same direction as the wall parts 43, 44 always connects, wherein the wall parts 47, 49 together form a staircase 51 between the first wall parts 43, 44.

De randplaat 36 kan volgens fig. 4 tegen twee naast elkaar lig-gende platen 21 worden geplaatst. Het eerste wanddeel 44 grijpt daarbij 10 in een uitsparing 32, terwijl het verder terug liggende wanddeel 43 een uitsteeksel 31 vrijwel opneemt en de door de tweede wanddelen 47, 49 ge-vormde trap 51 van de randplaat 36 tegen de aangrenzende eerste wanddelen 23, 24 van de beide naast elkaar liggende platen 21 aanligt.The edge plate 36 can be placed against two adjacent plates 21 according to Fig. 4. The first wall part 44 herein engages in a recess 32, while the wall part 43 further back accommodates a projection 31 and the step 51 of the edge plate 36 formed by the second wall parts 47, 49 against the adjacent first wall parts 23, 24 of the two adjacent plates 21.

Fig. 3 is een bij de platen 21 en 36 volgens fig. 1 en 2 passen-15 de hoekplaat 37, eveneens in bovenaanzicht weergegeven. Ook bj deze plaat sluit op de randen 42, 42' telkens een eerste wanddeel 43, 44 aan en dan via een verbindingswanddeel 46, 48 telkens een in de zelfde richting als het bijbehorende wanddeel 43, 44 verlopende tweede wanddeel 47, 49 , waarbij de beide tweede wanddelen 47, 49 niet in een vlak liggen maar 20 onder een rechte hoek staan bij een convexe rand 52. De toepassing van een hoekplaat 37 volgens fig. 3 in combinatie met platen 21, 36 volgens fig.Fig. 3 is a corner plate 37 matching the plates 21 and 36 of FIGS. 1 and 2, also shown in top view. Also in this plate a first wall part 43, 44 always connects to the edges 42, 42 'and then via a connecting wall part 46, 48 each time a second wall part 47, 49 running in the same direction as the associated wall part 43, 44, wherein the both second wall parts 47, 49 are not in a plane but are at right angles to a convex edge 52. The use of an angle plate 37 according to fig. 3 in combination with plates 21, 36 according to fig.

1 en 2 is eveneens in fig. 4 weergegeven. De hoekplaat 37 wordt daarbij zodanig tegen de rand 22 van een plaat 21 aangelegd dat de concave rand 52 van de hoekplaat 37 tegenover de rand 22 van de plaat 21 ligt en telkens 25 de overeenkomstige eerste wanddelen, verbindingswanddelen en tweede wanddelen van de plaat 22 en de hoekplaat 37 tegenover elkaar liggen en in elkaar passen. Met de lijnen 38 is een als versiering dienende in-kerving op het oppervlak van de plaat 21 aangegeven.1 and 2 are also shown in Fig. 4. The corner plate 37 is thereby placed against the edge 22 of a plate 21 such that the concave edge 52 of the corner plate 37 is opposite the edge 22 of the plate 21 and the corresponding first wall parts, connecting wall parts and second wall parts of the plate 22 each the corner plate 37 are opposite and fit together. Lines 38 indicate an embossing notch on the surface of the plate 21.

In fig. 5a en 5b zijn verdere plaatsingen van platen 21' 30 weergegeven die in principe de_zelfde vorm hebben als de plaat 21, waarbij dus de uitsteeksels 31 en de uitsparingen 32 door wanddelen 24 resp. 23 en 29 resp. 27 en verbindingswanddelen 28, resp. 26 op de_jzelfde wijze zijn gevormd als bij de steenplaat 21 volgens fig. 1.Figures 5a and 5b show further placements of plates 21 ', which in principle have the same shape as plate 21, so that the protrusions 31 and the recesses 32 through wall parts 24 and 20 respectively. 23 and 29 resp. 27 and connecting wall parts 28, respectively. 26 are formed in the same manner as with the stone slab 21 of FIG. 1.

In plaats van bij telkens tegenover elkaar liggende uitsteeksels 31 en 35 uitsparingen 32 zijn aan elke plaat 21' drie uitsparingen en £en uitsteeksel gevormd, waarbij deze zodanig zijn uitgevoerd, dat volgens fig. 5a, evenals bij de platen volgens fig. 1, een uitsteeksel in een uitsparing van een andere plaat past, echter bovendien de randen met aangrenzende wanddelen 23, 24 en een overeenkomstig verbindingswanddeel 26 van twee 40 in de zojuist genoemde wijze op elkaar aansluitende platen in de 8204080 > - 9 - uitsparing 32 van een andere plaat passen, zoals reeds is verklaard.Instead of recesses 31 and 35 in each case opposite recesses 32, three recesses and a projection are formed on each plate 21 ', these being designed such that according to Fig. 5a, as with the plates according to Fig. 1, a protrusion fits into a recess of another plate, but additionally the edges with adjoining wall parts 23, 24 and a corresponding connecting wall part 26 of two 40 in the above-mentioned mutually connecting plates in the recess 32 of another plate 8204080> - 9 -. fit, as already stated.

Terwijl volgens fig. 5a de richting van de op zichzelf gelijke platen verschillend zijn, maar de daar weergegeven twee middelste platen 21' in δ&ι richting liggen en de twee daarboven en beneden aangebrachte 5 platen anders zijn gericht, zijn volgens fig. 5b alle platen met de _ zelfde richting gelegd, d.w.z. volgens fig. 5a grijpen de randen met hun aangrenzende wanddelen van twee platen in een uitsparing van een andere plaat, gelegen tegenover een uitsteeksel, terwijl volgens fig. 5b de randen 21 met de aangrenzende wanddelen van twee platen grijpen in een 10 uitsparing van een andere plaat 21', waar—tegenover eveneens een uitsparing ligt, die dus grenst aan een uitsteeksel van de betreffende plaat.While according to Fig. 5a the direction of the plates which are the same in themselves are different, but the two middle plates 21 'shown there are in the δ & ι direction and the two plates arranged above and below are oriented differently, according to Fig. 5b all plates with laid in the same direction, ie according to fig. 5a the edges with their adjoining wall parts of two plates engage in a recess of another plate, opposite a projection, while according to fig. 5b the edges 21 with the adjacent wall parts of two plates engage in a recess of another plate 21 ', opposite which there is also a recess, which thus adjoins a protrusion of the relevant plate.

De tot nu toe besproken platen 21, 36 en 37 volgens fig. 1 tot 3 kunnen in principe ook van openingen zijn voorzien, zoals dit voor 15 een andere vonn van een plaat, nl. een tussenplaat 39 volgens fig. 6a, en voor met de platen volgens fig. 1 overeenkomende platen 21 in fig. 6 is weergegeven. In fig. 6a zijn gelijke elementen van de daar van openingen 53, 54 voorziene plaat met de zelfde verwijzingscijfers aange-duid als in fig. 1, zodat voor het verklaren van de plaat 21 volgens 20 fig. 6 naar die vein fig. 1 kan worden verwezen. Bovendien is volgens fig.6 nog de tussenplaat 39 aangebracht, die op zichzelf in fig. 6a is weergegeven. Ook deze tussenplaat 39 heeft openingen 58. Uitgaande van een rand 62, die bij de tussenplaat 39 niet rechthoekig is, maar een scherpe hoek insluit, sluiten daarop twee wanddelen 63 aan, die via 25 verbindingswanddelen 66 overgaan in tweede, ten opzichte van de wanddelen 63 naar achteren verplaatste wanddelen 67, die evenwijdig aan de wanddelen 63 verlopen. Op elk wanddeel 67 sluit onder een stompe hoek weer een met het verbindingswanddeel 66 overeenkomend verbindingswanddeel 68 aan, zodat hierdoor een uitsparing 72 wordt gevormd . In plaats van 30 een uitsparing kan ook op overeenkanstige wijze een uitsteeksel worden gevormd.The plates 21, 36 and 37 according to Figs. 1 to 3 discussed so far can in principle also be provided with openings, such as for another form of plate, namely an intermediate plate 39 according to Fig. 6a, and for the plates according to FIG. 1 corresponding to plates 21 in FIG. 6 is shown. In Fig. 6a, identical elements of the plate provided there with openings 53, 54 are indicated with the same reference numerals as in Fig. 1, so that for explaining the plate 21 according to Fig. 6, it is possible to refer to that vein. be referenced. In addition, according to Fig. 6, the intermediate plate 39 is also provided, which is shown per se in Fig. 6a. This intermediate plate 39 also has openings 58. Starting from an edge 62, which is not rectangular at the intermediate plate 39, but encloses an acute angle, two wall parts 63 connect to it, which transition into second parts via connecting wall parts 66 with respect to the wall parts. 63 rearwardly displaced wall members 67 extending parallel to the wall members 63. An obtuse angle connects to each wall part 67 a connecting wall part 68 corresponding to the connecting wall part 66 again, so that a recess 72 is formed thereby. Instead of a recess, a projection can also be formed in a corresponding manner.

Zoals blijkt uit fig. 6 worden nu platen 21 en 39 zodanig af-wisselend tegen elkaar gelegd dat een boog ontstaat, die tot een voile ring kan worden gesloten, waarbij uitsteeksels 31 op de weergegeven wijze 35 in de uitsparingen 72 grijpen. Daardoor wordt de boora-omranding volgens fig. 6 gevormd. De openingen kunnen ook anders zijn gevormd, bijvoorbeeld vierkant of alle cirkelvormig.As can be seen from Fig. 6, plates 21 and 39 are now placed alternately against each other to form an arc which can be closed into a full ring, with protrusions 31 engaging in the recesses 72 in the manner shown. As a result, the bora frame according to Fig. 6 is formed. The openings can also be shaped differently, for example square or all circular.

Twee andere uitvoeringsvormen vem het bouwelement, die in het bijzonder geschikt zijn als verbindingsplaten of straatstenen, bij voor-40 keur van beton, zijn weergegeven in fig.7a en 7b. Ter vereenvoudiging 8204080 - 10 - worden de afzonderlijke vormdelen, zoals uitsparingen, uitsteeksels en wanddelen, hoewel zij niet identiek met die van de vorige figuren over-eenkomen, toch met de zelfde verwijzingscijfers aangeduid. Ook hier worden weer uitsteeksels 31 en uitsparingen 32 gevormd door op van een hoek 22 5 uitgaande eerste wanddelen 23, 24 aansluitende verbindingsdelen 26, 28 en door daarin overgaande tweede wanddelen 27, 28. Ook bij deze uitvoe-ringen, in het bijzonder fig.7a, wordt door de hoekranden 22 een vierkant omschreven, waarbij de hoekranden 22 in het bijzonder ook volgens fig. 7b rechthoekig zijn uitgevoerd. Overigens kunnen op gunstige wijze eveneens 10 uitsparingen en uitsteeksels de vorm hebben volgens fig. 5a en 5b, zodat een gelijke plaatsing mogelijk is.Two other embodiments of the building element, which are particularly suitable as connecting plates or pavers, preferably of concrete, are shown in Figures 7a and 7b. For the sake of simplicity, 8204080-10 - the individual molded parts, such as recesses, protrusions and wall parts, although they do not correspond identically to those of the previous figures, are nevertheless denoted by the same reference numerals. Here again, protrusions 31 and recesses 32 are formed by connecting parts 26, 28 connecting to first wall parts 23, 24 extending from an angle 22 and by second wall parts 27, 28 extending therein. Also with these embodiments, in particular fig. 7a, the corner edges 22 describe a square, the corner edges 22 in particular also being rectangular according to Fig. 7b. Incidentally, recesses and protrusions can advantageously also have the shape according to Figs. 5a and 5b, so that an equal placement is possible.

De oppervlakken G, G' bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 7b, welke overeenkomen met de oppervlakken F, F’ volgens fig. 1, of al naar de beschouwingswijze de oppervlakken H, H'jZijn ook weer telkens identiek, 15 niet slechts wat betreft het oppervlak, maar ook wat betreft de vorm, zodat hier weer de zelfde inpasmogelijkheden bestaan.The surfaces G, G 'in the embodiment according to Fig. 7b, which correspond to the surfaces F, F' according to Fig. 1, or depending on the surfaces H, H'j are also always identical, not only in terms of the surface, but also in terms of shape, so that the same fitting possibilities again exist.

Een verdere uitvoeringsvorm van het bouwelement in de vorm vem een plaat 71 is weergegeven in fig.8. De afzonderlijke elementen en delen Vein de plaat 71 zijn aangegeven met de zelfde verwijzingscijfers als 20 in fig. 1, maar voorzien van een accent. Met betrekking tot de verklaring van de vorm van de plaat 71 volgens fig. 8 kan in principe naar fig. 1 worden verwezen. Het verschil van de plaat 71 met die van fig. 1 is alleen dat de verbindingswanddelen 26', 28' met de bijbehorende weinddelen 23', 24' resp. 21' , 29* een scherpe hoek insluiten, zodat convexe randen met een 25 hoek kleiner dan 90°, resp. concave randen met een hoek groter dan 270° telkens zijn gevormd tussen een verbindingswanddeel en een wanddeel. Hier-door ontstaan ondersnijdingen van de uitsparingen 32’ en de uitsteeksels 31', zodat bij het samenvoegen van overeenkomstige platexi de uitsteeksels 31' zodanig in een uitsparing 32' grijpen dat een stabiele verbinding ontstaat, 30 zoals is weergegeven met de plaatbekleding 72 volgens fig. 8a. De randen hoekplaten zijn niet afzonderlijke weergegeven. Deze zijn behalve wat betreft de plaatsing van de verbindingswandstukken ten opzichte van de wanddelen principled, gelijk gevormd als de rand- en hoekplaten 36, 37 volgens fig. 2 en 3.A further embodiment of the building element in the form of a plate 71 is shown in Fig. 8. The individual elements and parts of the plate 71 are denoted by the same reference numerals as 20 in FIG. 1, but with an accent. With regard to the explanation of the shape of the plate 71 according to Fig. 8, reference can in principle be made to Fig. 1. The difference of the plate 71 with that of Fig. 1 is only that the connecting wall parts 26 ', 28' with the associated winding parts 23 ', 24' and 21 ', 29 * enclose an acute angle, so that convex edges with an angle less than 90 °, resp. concave edges with an angle greater than 270 ° are each formed between a connecting wall part and a wall part. This creates undercuts of the recesses 32 'and the protrusions 31', so that when the corresponding plate axes are joined together, the protrusions 31 'engage in a recess 32' such that a stable connection is created, as shown with the plate cover 72 according to fig. 8a. The edges of corner plates are not shown separately. Apart from the position of the connecting wall pieces relative to the wall parts, these are principled, similarly shaped as the edge and corner plates 36, 37 according to Figs. 2 and 3.

35 Terwijl bij de grondplaten 21, 71 volgens fig. 1 en 8 telkens uitsteeksels 31, 31' en uitsparingen 32, 32' tegenover elkaar liggen en langs de omtrek uitsteeksels 31, resp. 31' en uitsparingen 32, 32' elkaar afwisselen, kunnen, zoals reeds is gezegd, ook willekeurige plaatsingen en aantallen van uitsteeksels en uitsparingen aan de omtrek van met de platen 40 21, 71 overeenkomende grondplaten zijn aangebracht, zoals dit is weergegeven 8204080 Λ - 11 - bij de plaat 81 volgens fig.9, waarbij een uitsteeksel 31" en drie uit-_sparingen 32" zijn aangebracht. Ook bij deze uitvoeringsvorm sluit op een rand 22" weer -telkens een eerste wanddeel 23" resp. 24" aan, waarop een verbdndingswanddeel 26" resp. 28" volgt, dat deze keer, in tegen-5 stelling tot de uitvoeringen van de platen 21, 71 volgens fig. 1 en 7, continu in het tweede wanddeel 27", 29" overgaat, dat een gestrekt boogvormig verloop heeft. De aldus gevormde uitsteeksels 31" en uitsparingen 32" zijn weer aan elkaar aangepast, zodat het uitsteeksel 31” van een plaat 81 in de uitsparing 32" van een andere plaat 81 kan 10 worden gehaakt en de beide platen daardoor vast met elkaar kunnen worden verbonden. Met de gelijke vorm van de wanddelen en uitsteeksels en uitspeiringen als bij de platen 21, 71 en 81 kunnen ook blokvormige bouwelementen met een grotere hoogte worden gevormd, zoals dit voor stenen 91 met uitsteeksels en uitsparingen als bij de plaat 81 volgens 15 fig. 9 in fig. 10 is weergegeven.While with the base plates 21, 71 according to Figs. 1 and 8 protrusions 31, 31 'and recesses 32, 32' lie opposite each other and protrusions 31, 31, respectively, are located along the circumference. 31 'and recesses 32, 32' alternate, as has already been said, arbitrary placements and numbers of protrusions and recesses may also be provided on the periphery of base plates corresponding to the plates 40 21, 71, as shown 8204080 Λ - 11 - at the plate 81 of FIG. 9, wherein a projection 31 "and three recesses 32" are provided. In this embodiment too, a first wall part 23 "resp. 24 ", on which a connecting wall part 26" resp. 28 ", it follows that this time, in contrast to the embodiments of the plates 21, 71 according to FIGS. 1 and 7, continuously changes into the second wall part 27", 29 ", which has a stretched arcuate course. shaped protrusions 31 "and recesses 32" are matched again, so that the protrusion 31 "of a plate 81 can be hooked into the recess 32" of another plate 81 and the two plates can thereby be fixedly joined together. With the same shape of the wall parts and protrusions and recesses as with the plates 21, 71 and 81, block-shaped building elements with a greater height can also be formed, such as for bricks 91 with protrusions and recesses as with the plate 81 according to fig. 9 is shown in Fig. 10.

Bij de bouwelementen volgens fig. 10 gaat het om in principe vierkante holle blokken met een in hoofdzaak rechthoekig grondvlak, waarvan de ene zijde langer is dam de andere. Aan de langere wand zijn twee uitsparingen 32" overeenkomstig fig. 9 gevormd, terwijl aan de korte 20 zijwand telkens een uitsparing 32" resp. een uitsteeksel 31" is gevormd. Door de aan de smalle zijwanden 92 aangebrachte uitsparingen 32" en uitsteeksels 31" kunnen een aantal stenen naast elkaar worden geplaatst en met elkaar worden verbonden. Voor de vozming van een hoek kan een steen 91 met zijn uitsteeksel 31" in een der uitsparingen 32" van het lange 25 zijvlak 92 worden geplaatst.The building elements according to Fig. 10 are in principle square hollow blocks with a substantially rectangular base, one side of which is longer than the other. Two recesses 32 "according to FIG. 9 are formed on the longer wall, while on the short side wall there are in each case a recess 32" resp. a projection 31 "is formed. The recesses 32" and projections 31 "arranged on the narrow side walls 92 allow a number of bricks to be placed next to each other and to be joined together. For the formation of an angle, a brick 91 with its projection 31 "into one of the recesses 32" of the long side face 92.

Door boven elkaar aanbrengen van de holle blokken 91 ontstaat een wand. De gevormde wand kan nu worden bekleed door bekledingsplaten 96, voorzien van uitsteeksels 97 overeenkomstig de uitsteeksels 31" , en met deze uitsteeksels 97 in de uitsparingen 32' van de blokken 91 wor-30 den geplaatst en deze daardoor afdekken, zoals blijkt uit fig.10.A wall is created by arranging the hollow blocks 91 one above the other. The formed wall can now be coated by cladding plates 96, provided with protrusions 97 corresponding to the protrusions 31 ", and with these protrusions 97 placed in the recesses 32 'of the blocks 91 and covering them, as can be seen from FIG. 10.

Terwijl de tot nu toe beschreven stenen volgens fig.l tot 10 in hoofdzaak massief als platen of als blokvormige stenen waren uitge-voerd, hoewel zij ook in enkele gevallen openingen of holle ruimten konden hebben, bijvoorbeeld als roosterstenen of holle blokken, valt het eveneens 35 binnen het kader van de uitvinding een framevormig bouwelement toe te passen, waarbij bij het hiervoor beschreven uitwendige profiel van een bouwelement met eerste wanddelen, overgangswanddelen en tweede wanddelen en daardoor gevormde uitsparingen en uitsteeksels, telkens evenwijdig slechts door een gegeven wanddikte geschaden, een binnenwand met overeen-40 komstige wanddelen en overgangswanddelen is aangebracht. Een dergelijk 8204080 -12- 4 ' i bouwelement is in fig. 11 tot 17 in verschillende vormen en toepassings-’ mogelijkheden weergegeven. Een eerste frame-element 111 blijkt uit fig.ll. Ook hier gaan weer van een rand 112 onder een rechte hoek twee wanddelen 113, 114 uit. Bij de buitenrand 112 behoort daarbij een overeenkomstige 5 binnenrand 112' die concaaf is uitgevoerd en waarvan onder een rechte hoek twee evenwijdig aan de wanddelen 113, 114 verlopende wanddelen 113', 114’ uitgaan.While the stones described so far according to FIGS. 1 to 10 have been substantially solid as slabs or block-shaped bricks, although in some cases they could also have openings or hollow spaces, for example as lattice bricks or hollow blocks, it also falls Within the framework of the invention to use a frame-shaped building element, wherein in the above-described external profile of a building element with first wall parts, transition wall parts and second wall parts and recesses and protrusions formed thereby, each time parallel only by a given wall thickness, an inner wall is fitted with corresponding wall parts and transition wall parts. Such an 8204080 -12-4 'building element is shown in Figs. 11 to 17 in various shapes and applications. A first frame element 111 can be seen from fig. Here again, at a right angle, an edge 112 extends two wall parts 113, 114. The outer edge 112 is associated with a corresponding inner edge 112 'which is concave and from which two wall parts 113', 114 'extending parallel to the wall parts 113, 114 extend at a right angle.

Op de wanddelen 113, 114, resp. 113', 114' sluiten dan overgangswanddelen 116, 118, resp. 116’, 118' aan, waarbij de verbindings-10 wanddelen 116, 116* evenwijdig aan elkaar zijn, evenals de verbindings-wanddelen 118, 118'. De overgangswanddelen 116, 118, resp. 116', 118' voeren naar twee verdere wanddelen 117 en 119, resp. 117' en 119'.On the wall parts 113, 114, respectively. 113 ', 114' then close transition wall parts 116, 118, respectively. 116 ', 118', the connecting wall parts 116, 116 * being parallel to each other, as well as the connecting wall parts 118, 118 '. The transition wall parts 116, 118, respectively. 116 ', 118' lead to two further wall parts 117 and 119, respectively. 117 'and 119'.

Het tot nu toe beschreven frame-element volgens fig. 11 kan op vele wijzen worden gebruikt. Bijvoorbeeld kunnen twee frame-elementen 111 15 volgens fig. 11 op de wijze van fig. 13 op hun wanddelen 119 zodanig naast elkaar worden geplaatst, dat de wanddelen 113 naast elkaar liggen en de beide frame-elementen 11 daar bijvoorbeeld door bouten 121 met elkaar zijn verbonden. Vrije benen 122 vain de frame-elementen met wanddelen 117, 117' steken dan vertikaal naar boven en daarop kan een van 20 bijbehorende uitsteeksels 123 voorziene plaat worden geplaatst, bijvoorbeeld een tafelblad of tafeltennisblad 124, zodat de beschreven en in fig. 13 weergegeven combinatie van twee frame-elementen 111 als voet 126 voor een tafeltennisblad 124 kan dienen.The frame element of Figure 11 heretofore described can be used in many ways. For example, two frame elements 111 according to Fig. 11 can be placed next to each other on their wall parts 119 in the manner of Fig. 13, such that the wall parts 113 lie next to each other and the two frame elements 11 there, for example, by bolts 121 together. are connected. Free legs 122 of the frame elements with wall parts 117, 117 'then protrude vertically and a plate provided with 20 associated projections 123 can be placed thereon, for instance a table top or table tennis table 124, so that the combination described and shown in fig. 13 of two frame elements 111 can serve as foot 126 for a table tennis table 124.

Een andere uitvoeringsvorm van het bouwelement als frame-element 25 131 blijkt uit fig. 12. Dit element is in eerste instantie uitgevoerd overeenkomstig het element 111 en met fig. 11 overeenkomende wanddelen zijn met gelijke verwijzingscijfers aangegeven. Aan een buitenrand 112 resp. een binnenrand 112' sluit aan weerszijden loodrecht telkens een wanddeel 113, resp. 113’ aan. Daarop volgt een verbindingswanddeel 116, 30 resp. 116' dat voert naar een ten opzichte van het wanddeel 113, resp. 113' verschoven maar evenwijdig daaraan lopend wanddeel 117, resp. 117'.Another embodiment of the building element as frame element 131 is shown in Fig. 12. This element is initially designed in accordance with the element 111 and wall parts corresponding to Fig. 11 are indicated with the same reference numerals. On an outer edge 112 resp. an inner edge 112 'closes perpendicularly on both sides a wall part 113, respectively. 113 ". This is followed by a connecting wall part 116, 30 resp. 116 'which leads to a relative to the wall part 113, respectively. 113 'displaced but parallel to wall portion 117, resp. 117 '.

In fig. 12 zijn slechts twee van deze frame-elementen 131 weergegeven, boven op elkaar geplaatst. Er kunnen meer elementen op deze wijze op elkaar worden geplaatst en daardoor een hellende bevestiging worden ver-35 kregen. De elementen kunnen daarbij openingen 132 hebben,waardoor zij met bouten of pluggen stabiel met elkaar kunnen worden verbonden, hoewel door de helling van het onderste wanddeel 116 van het bovenste frame-element 131 een uitsteken achter de bovenwand 117 van het onderste frame-element 131 plaatsvindt en daardoor een zekere stabiliteit tegen drukkrachten 40 ontstaat, in het bijzonder daar de kracht ook werkt op het bovenvlak 116 8204080 » - 13 - van het bovenste frameelement 131 en daardoor het bovenste frame-element 131 vast tegen het onderste wordt gedrukt.In Fig. 12, only two of these frame elements 131 are shown superimposed. More elements can be placed on top of one another in this way and thereby obtain an inclined mounting. The elements can herein have openings 132, through which they can be stably connected to each other with bolts or plugs, although due to the slope of the lower wall part 116 of the upper frame element 131, a protrusion protrudes behind the top wall 117 of the lower frame element 131. occurs and thereby creates a certain stability against compressive forces 40, in particular since the force also acts on the top surface 116 of the upper frame element 131 and thereby the upper frame element 131 is pressed firmly against the lower one.

De in fig. 12 weergegeven frame-elementen 131 kunnen ook nog op andere wijze worden gecombineerd, zoals blijkt uit fig. 16 en 17.The frame elements 131 shown in Fig. 12 can also be combined in other ways, as can be seen from Figs. 16 and 17.

5 Volgens fig. 16 zijn vier frame-elementen 131 zodanig ten opzichte van elkaar geplaatst, dat zij een gesloten frame-constructie 133 vormen, die aan zijn omtrek telkens door de naar achteren verplaatste wandvlak-ken 117 gevormde uitsparingen 134 heeft. Op deze wijze kunnen de frame-elementen 131 als sierstenen of dergelijke worden gebruikt. De frame-10 constructies volgens fig. 15 en 16 kunnen in principe ook als bouwelemen-ten uit een stuk worden gevormd en bij passende bouwhoogte ook als frame-vormige verbindingselementen worden gebruikt, bijvoorbeeld als gras-veldstenen. Door deze vormen wordt enerzijds een stevige berijdbare ondergrond verkregen, die bijvoorbeeld kan dienen als parkeerplaats voor 15 een auto, anderzijds kan in de tussenruimten gras groeien, zodat een doorgaand grondvlak wordt vermeden en een zekere losse constructie; wordt bereikt.According to Fig. 16, four frame elements 131 are placed relative to each other such that they form a closed frame construction 133, which has recesses 134 formed on its circumference by the rearwardly displaced wall surfaces 117. In this way, the frame elements 131 can be used as ornamental stones or the like. In principle, the frame-10 constructions according to Figs. 15 and 16 can also be formed as one-piece construction elements and, if the construction height is suitable, they can also be used as frame-shaped connecting elements, for example as grass-field stones. On the one hand, these shapes provide a firm, movable surface, which can for instance serve as a parking space for a car, on the other hand grass can grow in the interstices, so that a continuous ground surface is avoided and a certain loose construction; is reached.

Een ander frame-element 141 is nog in fig. 14 weergegeven. Dit frame-element 141 uit een stuk is een combinatie van twee frame-elementen 20 111 volgens fig. 11 waarbij in plaats van de daar aanwezige ene rand 112 twee randen 112 en overeenkomstig aansluitende wanddelen zijn aangebracht^Another frame element 141 is still shown in Fig. 14. This one-piece frame element 141 is a combination of two frame elements 20 111 according to Fig. 11, wherein instead of the one edge 112 present thereon, two edges 112 and corresponding adjoining wall parts are provided.

De wanddelen 117 resp. de verder naar binnen evenwijdig daaraan verlopende wanddelen 117' eindigen weer vrij, terwijl de wanddelen 119 resp. 119' in elkaar overgaan en een naar buiten stekend uitsteeksel 136 vormen.The wall parts 117 resp. the wall parts 117 ', further inwardly parallel thereto, end free again, while the wall parts 119, respectively. 119 'merge to form an outwardly projecting projection 136.

25 Met hun aan de wanddelen 117, 117' grenzende eindvlakken 137 kunnen de frame-elementen 141 tegen elkaar worden geplaatst en vormen dan een frame-constructie waarvan het grondvlak overeenkomt met het grondvlak van de plaat 21 volgens fig. 1. Overeenkomstig het framevormi-ge element 141 volgens fig. 14 zijn ook de frame-vormige elementen 151 30 volgens fig.15 uitgevoerd, alleen, met deze uitvoering vormen de naar achteren verplaatste wanddelen 117 een uitsparing 152, terwijl de wanddelen 119 resp. 119' van een element 151 vrij eindigen, waarbij de vrije einden of eindzijden 157, grenzend aan de wanddelen 119, 122', in de constructie 158 volgens fig.15 aan elkaar grenzen en daardoor tezamen 35 een uitsteeksel 159 vormen.With their end surfaces 137 adjoining the wall parts 117, 117 ', the frame elements 141 can be placed against each other and then form a frame construction whose base surface corresponds to the base surface of the plate 21 according to Fig. 1. In accordance with the frame shape. The element 141 according to Fig. 14 also has the frame-shaped elements 151 30 according to Fig. 15, only, with this embodiment the rearwardly displaced wall parts 117 form a recess 152, while the wall parts 119 and 11 respectively. 119 'of an element 151 terminate freely, wherein the free ends or end sides 157, adjacent to the wall parts 119, 122', adjoin each other in the construction 158 according to Figure 15 and together form a projection 159.

De kenmerken van de uitvinding kunnen zowel afzonderlijk als in willekeurige corabinaties voor de verwezenlijking van de uitvinding in twee verschillende uitvoeringsvormen van belang zijn. Daarbij kunnen de afzonderlijke bouw-elementen of stenen als platen, massieve blokvormige 40 stenen, holle stenen, framevormige stenen, met of zonder openingen zijn 8204080 - 14 - uitgevoerd en op velerlei wijzen voor verschillende doeleinden met elkaar worden gecombineerd. De toepassingsmogelijkheden van de steen in zijn verschillende uitvoeringsvormen zijn het gebruik als vloertegels of vloer-platen, als voetpadplaten, verbindingsstraatstenen, als muur- en wandstenen, 5 als holle wandelementen, als hellingelementen voor het vervaardigen van geluidswallen, als draagroostersteen, randsteen, boomomheining en be-plantingsbescherming en afgrenzingssteen, voor afgrenzing van bloem-bedden, voor het losser maken en aanleggen van terassen e.d.The features of the invention may be of interest, both individually and in arbitrary corabinations, for the practice of the invention in two different embodiments. The individual building elements or bricks as slabs, solid block-shaped bricks, hollow bricks, frame-shaped bricks, with or without openings can be designed 8204080-14 - and can be combined in many ways for different purposes. The application possibilities of the stone in its various embodiments are the use as floor tiles or floor slabs, as footpath slabs, connecting paving stones, as wall and wall bricks, as hollow wall elements, as ramp elements for the production of noise barriers, as grating stone, edging stone, tree fence and plant protection and boundary stone, for delimiting flower beds, for loosening and creating terraces, etc.

De stenen kunnen zijn vervaardigd van beton, glas, hout of kunststof.The stones can be made of concrete, glass, wood or plastic.

10 820408010 8204080

Claims

Bouquet element, for example stone, slab or similar element, in particular also paving slab, connecting paving stone with at least one (base) edge with two first wall parts converging therein, characterized in that on each present first wall part (23, 24; 23 ', 24'; 23 ", 24"; 5 43, 44; 63; 93, 94; 113, 113 ', 114, 114') via a connecting piece (26, 28; 26 'perpendicular to its main direction), 28 '; 26 ", 28"; 46, 48; 66; 116, 116', 118, 118 ') shifted a second wall portion (27, 29; 27', 29 ') extending substantially in the same direction as the first wall part ; 27 ", 29"; 47, 49; 67; 117, 117 », 118, 118 ').

Building element according to claim 1, characterized in that at least a second wall part (29, 29 ', 29 ", 49, 117', 119) relative to the first wall part (24, 24 ', 24", 44, 113 114) is moved forward.

Building element according to claim 1, characterized in that at least a second wall part (27, 27 ', 27 ", 47, 67, 117, 119') relative to the first wall part (23, 23 ', 23 ", 43, 63, 113, 114 ') is moved to the rear.

Building element according to any one of the preceding claims, characterized in that the connecting wall parts (26, 28, 46, 48, 66, 68, 116, 116 ', 20 118, 118') at an obtuse angle with respect to at least the wall parts (23, 24, 27, 29; 43, 44, 47, 49; 63, 67; 113, 113 ', 114, 114', 117, 117 ', 119, 119') expired.

Building element according to any one of claims 1 to 3, characterized in that the connecting parts (26 ', 28'; 26 ", 28") are at an acute angle to at least one of the wall parts (23 ', 24', 27 ', 29'; 23 ", 24") expired.

Building element according to any one of the preceding claims, characterized in that the connecting wall parts (26 ", 28") are at least partially arcuate.

Building element according to claim 6, characterized in that the connecting wall parts (26 ", 28") transition arcuately into an arcuate second wall part (27 ", 29").

Construction element according to any one of the preceding claims, characterized in that at two edges (22) with first wall parts (23, 24, respectively) which face one another and which lie in one plane, the second wall parts (which adjoin each other) 27, 29) merge to form a recess 8204080 - 16 (32) resp. form a projection (31) as a molded part.

Building element according to claim 8, characterized in that the rear, resp. forwardly displaced second wall members (27, 29; 27 ', 29'; 27 ", 29") corresponding moldings (32, 32 ', 32 ") are formed.

Building element according to any one of the preceding claims, characterized in that in an embodiment with four corner edges of a square-forming corner edges, at least one molded part (31, 31 ', 32, 32') is arranged on each side, the molded parts are recesses (32, 32 ') on two opposite sides.

Building element according to claim 10, characterized in that the base surface defined by the corner edges of the building element is square.

Building element according to claim 10 or 11, characterized in that adjacent the recesses (32, 32 *), which protrude therefrom, through first wall parts (23, 24, 23 ', 24') and intermediate wall parts (26, 26 ') bounded element parts fill half of the recess (32, 32').

Building element for the lateral closure of a surface covered with elements according to any one of the preceding claims, with first wall parts 20 displaced relative to corner edges of the element, second parts connecting via intermediate pieces, characterized in that between two adjacent corner edges (42, 42 ') with substantially first wall parts (43, 44) facing one another, a second wall part (47) displaced from the one corner edge (42) relative to the first wall part (43) and another second wall part (49) is moved forward relative to the first wall part (44) of the other corner edge (421) and the two second wall parts (47, 49) merge.

Building element according to claim 13, characterized in that both: second wall parts (47, 49) merge straight into one another in a plane and thereby form a staircase (51).

Building element according to claim 13, characterized in that the second wall parts (47, 49) merge at an angle according to a corner edge (52).

Building element according to any one of claims 10 to 15, characterized in that the same projections (31, 31 ', 31 ") and recesses 35 (32, 32', 32") are opposite each other.

Building element according to one of Claims 10 to 15, characterized in that recesses correspond to at least 44n protrusion and a recess 40 on the two other opposing surfaces of the block-shaped basic body on two opposite surfaces. are formed. 8204080 4 - 17 -

Building element according to one of the preceding claims, characterized in that the element is of frame-shaped construction with a constant wall thickness. 8204080