NL2007480C2 - Samenstel voor toepassing in een inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren product, alsmede een houder en een pouch voor toepassing in een inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren product. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Samenstel voor toepassing in een inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren product, alsmede een houder en een pouch voor toepassing in een inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren product.

5

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor toepassing in een inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren product bestaande uit een houder tenminste omvattende een bodem met tenminste één 10 doorlaatopening en een opstaande zijwand, welke een binnenruimte begrenzen en een, in de binnenruimte van de houder opgenomen, van filtreerpapier vervaardigde en met het te extraheren product gevulde pouch.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een houder voor toepassing in een inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren 15 product, alsmede op een, van filtreerpapier vervaardigde en met het te extraheren product gevulde pouch voor gebruik in een samenstel dan wel een houder volgens de uitvinding.

Een dergelijk samenstel is bijvoorbeeld bekend uit NL-1007171, en wordt commercieel toegepast in de zogenoemde Senseo® koffiezetapparatuur. In 20 dergelijke apparatuur is de houder opneembaar tezamen met een pouch welke gevuld is met een bepaalde hoeveelheid koffie. Heet water onder druk wordt door de pouch en de houder geleid, waarna de aldus gezette koffie uit de houder loopt en kan worden opgevangen.

Een soortgelijk samenstel vindt zijn toepassing voor de Nespresso® 25 koffiezetapparatuur, waarbij de houder de pouch volledig omgeeft en omsluit.

Na gebruik dient de houder met de gebruikte pouch uit het koffiezetapparaat te worden weggenomen, en de pouch te worden verwijderd. Een bekend probleem dat dergelijke samenstellen kenmerken, in het bijzonder de in de Nespresso® toegepaste samenstellen, is het verwijderen van de gebruikte pouch uit 30 de houder. Doordat bij Nespresso® koffiezetapparaten de koffie onder relatief hoge waterdruk wordt bereid, is de pouch vaak dusdanig in het apparaat (in feite de houder) vastgeklemd, dat het met de hand verwijderen van de vaak nog hete pouch een lastige en vervelende klus is.

2

De uitvinding beoogt een samenstel c.q. een houder volgens de bovengenoemde aanhef te verschaffen, welke dit nadeel ondervangt. Overeenkomstig de uitvinding wordt het samenstel dan wel de houder hierdoor gekenmerkt, doordat de houder is ingericht voor het uitwerpen van de pouch.

5 Een eventueel vastklemmen van de gebruikte pouch in de houder kan zo eenvoudig worden opgelost, doordat de pouch uit de houder kan worden geworpen, zonder hiervoor aanvullende gereedschappen te gebruiken.

Volgens een nader kenmerk van de uitvinding is tenminste een deel van de houder vervormbaar en meer in het bijzonder is tenminste het vervormbare 10 deel van de houder reversibel vervormbaar. Dit biedt de mogelijkheid om de gebruikte pouch door vervorming van de houder uit te werpen zonder gebruik van aanvullende hulpmiddelen of gereedschappen. Bovendien zijn handmatige maatregelen hiermee overbodig, hetgeen in het geval van hete gebruikte pouches de gebruiksvriendelijkheid ten goed komt. Door de reversibele vervormbaarheid van 15 althans een deel van de houder, is deze telkens opnieuw te gebruiken.

Tevens zorgt het vervormbare deel van de houder ervoor dat het extract (koffie) in de pouch wordt samengedrukt tijdens gebruik, zodat geen bypass langs de pouch kan ontstaan en zodoende een langs de pouch stromen van heet water (onder druk) wordt vermeden. Dit verbetert de kwaliteit (sterkte) van de 20 extractie-vloeistof.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm is het vervormbare deel van de houder vervaardigd van een flexibeler materiaal dan de rest van de houder, meer in het bijzonder is het vervormbare deel van de houder vervaardigd van een dunner materiaal dan de rest van de houder.

25 Teneinde een pouch efficiënt en effectief na gebruik uit de houder te kunnen verwijderen is bij een specifieke, functionele uitvoeringsvorm tenminste de bodem vervormbaar. Daarbij omvat de bodem een bodemdeel, dat ten opzichte van de houder verplaatsbaar is, waarmee effectief de gebruikte pouch uit de houder kan worden gedrukt. Het uit de houder verwijderen van de gebruikte pouch kan nog 30 efficiënter, doordat het bodemdeel volledig rondom tegen de opstaande zijwand aanligt. Zodoende ligt de pouch met een groot contactvlak tegen het bodemdeel, hetgeen de verwijdering eenvoudig mogelijk maakt. Het bodemdeel is verplaatsbaar onder invloed van de druk, die in de houder wordt opgebouwd tijdens het extraheren 3 van de pouch.

Teneinde het verwijderen van de pouch met behulp van het bodemdeel verder te vereenvoudigen is volgens een nader kenmerk van de uitvinding het bodemdeel voorzien van een uitstekende nok, welk door een in de 5 bodem aangebrachte opening reikt. Door de uitstekende nok met de hand naar binnen te drukken, wordt het bodemdeel ten opzichte van de bodem van de houder verplaatst, zodat de gebruikte pouch uit de houder wordt geworpen.

Teneinde het bereiden van het extract uit het in de pouch opgenomen te extraheren product niet nadelig te beïnvloeden is bij een verder 10 kenmerk van de uitvinding het bodemdeel voorzien van één of meer doorlaatopeningen.

Bij een andere vervormbare uitvoeringsvorm van het samenstel c.q. de houder volgens de uitvinding is de vervormbare bodem voorzien van tenminste één rondgaande vouwril.

15 Teneinde te voorkomen dat tijdens het bereiden van het extract uit het in de pouch opgenomen te extraheren product de pouch de bodem en de daarin aangebrachte tenminste ene doorlaatopening afsluit, is overeenkomstig een uitvoeringsvorm de bodem voorzien van meerdere rondom de tenminste ene doorlaatopening aangebrachte en naar de binnenruimte gerichte opstaande 20 uitsteeksels. Deze uitsteeksels houden de samengedrukte pouch enigszins op afstand van de bodem en de tenminste ene doorlaatopening zodat een blokkering wordt voorkomen.

Bij een andere vervormbare uitvoeringsvorm van het samenstel c.q. de houder volgens de uitvinding is tenminste een rondgaand omtreksdeel van de 25 opstaande wand vervormbaar. Daarbij kan het vervormbare rondgaande omtreksdeel van de opstaande wand zijn uitgevoerd als een vouwbalg, hetgeen een reversibele vervorming van de houder en een effectieve uitwerping van de pouch na gebruik mogelijk maakt.

Bij een verdere uitvoeringsvorm van de houder overeenkomstig de 30 uitvinding is de binnenruimte van de houder afsluitbaar door middel van een op de opstaande wand plaatsbaar afsluitlichaam, dat is voorzien van tenminste één doorlaatopening. Daarbij kunnen de houder en het afsluitlichaam door middel van tenminste één scharnier met elkaar zijn verbonden.

4

De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont in:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van een samenstel bestaande uit een houder en een pouch volgens de uitvinding; 5 Figuur 2a-2c een eerste uitvoeringsvorm van een houder overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 3a-3l verdere uitvoeringsvormen van een houder overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 4a-4c een ander aspect van de uitvinding in de vorm van een 10 pouch.

Voor een beter begrip van de uitvinding zullen in de navolgende gedetailleerde beschrijving overeenkomende onderdelen met hetzelfde referentie-cijfer worden aangeduid.

Met het referentiecijfer 1 wordt in figuur 1 een samenstel getoond 15 opgebouwd uit een houder 10 en een met een te extraheren product gevulde pouch 20. Een dergelijk samenstel wordt met name gebruikt in koffiezetapparaten die onder de merknaam Nespresso® op de markt worden gebracht.

Het samenstel 1 is opgebouwd uit een houder 10 en een in de houder 10 opneembare pouch 20. De houder 10 is opgebouwd uit een bodemdeel 11 20 en een daaruit rondgaande zijwand 12 en een omtreksrand 13 die inklemming in een daarvoor bestemde ruimte in het koffiezetapparaat mogelijk maakt. Althans de bodem 11 van de houder 10 is voorzien van een of meer doorlaatopeningen 14, voor het doorlaten van water c.q. extract vloeistof onder druk. Zie ook figuur 2a-2b.

De met het te extraheren product gevulde pouch 20 is vervaardigd 25 van filtreerpapier en bezit een vorm c.q. buitenafmeting die nagenoeg conform is aan de inwendige maatvoering van de houder 10. Zo heeft de pouch 20 een bodemdeel 21 alsook een opstaande rondgaande zijwand 22 welke bij plaatsing in de houder nauw aanligt tegen het bodemdeel 11 c.q. de opstaande zijwand 12 van de houder 10. Eveneens is de pouch 20 optioneel voorzien van een rondgaande zijrand 23 die 30 rust op de opstaande zijrand 13 van de houder 10 en daardoor een goede inklemming in het koffiezetapparaat bewerkstelligt.

Tijdens gebruik wordt de pouch 20 stevig in de houder 10 gedrukt waarbij water onder hoge druk via de openingen 14 door het samenstel geperst voor 5 het bereiden van het extract, hier koffie. Na gebruik dient de pouch uit de houder te worden verwijderd en dit resulteert vaak tot problemen doordat de pouch niet alleen stevig is vastgeklemd maar ook nog heet is na het gebruik hetgeen het met de hand verwijderen problematisch maakt.

5 Overeenkomstig de uitvinding is het samenstel ingericht voor het uitwerpen van de pouch en meer in het bijzonder is de houder voorzien van middelen voor het uitwerpen van de pouch.

Een uitvoeringsvorm wordt getoond in de figuur 2a-2c waarbij de houder in figuur 2b en meer in het bijzonder de bodem 11 is voorzien van een 10 bodemdeel 15 dat ten opzichte van de houder 10 verplaatsbaar is. Het bodemdeel 15 is daarbij uitgevoerd als een schijf dat volledig rondom de binnenzijde van de opstaande zijwand 12 aanligt. Zoals duidelijk getoond in de figuur 2b is de bodem 11 voorzien van een doorgaande boring 11a waardoor een uitstekende nok 15a reikt welke verbonden is met het bodemdeel 15. Hierdoor is het mogelijk om na gebruik en 15 door de handmatige bekrachtiging van de uitstekende nok 15a wordt het bodemdeel 15 omhoog bewogen zodat de vastgeklemde pouch uit de houder 10 wordt geworpen.

Een andere uitvoeringsvoorbeeld wordt getoond in figuur 2c waarbij tussen de pouch 20 en het bodemdeel 15 een veer 16 is aangebracht. Deze veer 20 wordt tijdens het in het koffiezetapparaat plaatsen van het samenstel verder aangedrukt zodat na het uitnemen van het samenstel de veer 16 zich kan ontlasten en met behulp van het bodemdeel 15 de gebruikte pouch 20 uit de houder 10 kan drukken c.q. werpen.

In de figuren 3a tot en met 3I worden verschillende uitvoerings-25 voorbeelden getoond van houders 10 welke is voorzien van middelen welke het uitwerpen van een (thans niet weergegeven) pouch na gebruik bevorderen. Hoewel enkel weergegeven in de figuren 1, 2a en 2b dient opgemerkt te worden dat bij elke uitvoeringsvorm althans de bodem 11 van de houder 10 is voorzien van een of meer doorlaatopeningen 14 voor het doorlaten van water c.q. extract vloeistof onder druk. 30 In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden 3a tot en met 3f is althans een deel van de houder 10 vervormbaar maar meer in het bijzonder reversibel vervormbaar.

Om dit te bewerkstelligen kan althans het vervormbare deel van de 6 houder van een materiaal zijn vervaardigd dat bijvoorbeeld flexibeler is dan de rest van de houder. Dit kan een functioneel ander flexibel materiaal zijn, waarvan voorbeelden hiervan bijvoorbeeld getoond wordt in de deelfiguren 3a, 3b, 3d en 3e. Hier is het flexibele deel van de houder de bodem 11 dat nabij het referentiecijfer 19 5 aan het stijvere houder 10 is bevestigd, bijvoorbeeld door middel van spuitgieten of een andere verbindingstechniek, zoals bijvoorbeeld lijmen of ultrasoon lassen o.i.d.

Anderzijds kan de houder 10 uit een en hetzelfde materiaal zijn vervaardigd, zoals de uitvoeringsvormen uit de figuren 3a-3l, waarbij (zie b.v. figuur 3c) het vervormbare deel van de houder (hier de bodem 11) ter plekke dunner 10 uitgevoerd hetgeen is aangegeven met het referentiecijfer 111. Ook is bij deze uitvoeringsvorm de bodem 11 voorzien van opstaande uitstekende nokken 11b die een volkomen volledig afsluiten van de doorlaatopeningen in de bodem 11 als gevolg van het samendrukken van de pouch in de houder voorkomt. Ook zo kan water onder druk nog door de doorlaatopeningen in de bodem 11 en door de pouch heen geperst 15 worden.

Bij voorkeur is bij de uitvoeringsvorm in Figuur 3c enkel het bodemdeel 11' zijn voorzien van één of meer doorlaatopeningen 14, zodat deze dicht gehouden kunnen worden door een vinger, welke - voor het uitwerpen van de gebruikte pouch - het bodemdeel 11' vervormd. Hierdoor wordt voorkomen dat heet 20 restvloeistof (water of extractie vloeistof) door de doorlaatopening(en) weg spuit in de richting van (het gezicht van) de gebruiker.

Bij de uitvoeringsvormen in de deelfiguren 3a en 3b is de vervormbare bodem 11 voorzien van althans een rondgaande vouwril 111 hetgeen de reversibele vervormbaarheid van de bodem ten behoeve van het uit de houder 25 werpen van de gebruikte pouch mogelijk maakt. In de figuren 3d en 3e is de bodem 11 vervaardigd van een flexibeler materiaal 111 zodat vervorming ten opzichte van het stijvere materiaal van de houder 10 het uitwerpen van een gebruikte pouch mogelijk maakt. In de figuur 3d is de bodem 11 bol uitgevoerd terwijl in de figuur 3e de bodem 11 een vlakke doch flexibele en derhalve reversibel vervormbare 30 uitvoering bezit.

In de figuur 3a is de houder 10 nabij zijn bovenste omtreksrand 13 voorzien van een naar binnen gerichte - al dan niet verend of flexibel - uitgevoerde rand (of flens) 130, dat dient voor het klemmend opnemen van een pouch (niet 7 weergegeven) in de houder. Dit zorgt voor een geringe klemkracht hetgeen een compacte opname van de pouch mogelijk maakt en ook een lekken langs de pouch van water tijdens gebruik (onder hoge druk) minimaliseert. Een dergelijke rondgaande flens 130 kan vanzelfsprekend ook toegepast worden op één van de 5 overige - in de figuren 2a-2c, 3a-3l - getoonde uitvoeringsvoorbeelden van een houder overeenkomstig de uitvinding.

In de figuur 3f is althans een deel van de rondgaande opstaande wand 12 vervormbaar. Meer in het bijzonder is in de figuur 3f een rondgaand omtreksdeel 111 van de opstaande wand 12 uitgevoerd als een vouwbalg waardoor 10 de reversibele vervormbaarheid van de houder het uitwerpen van een gebruikte pouch mogelijk maakt.

In de figuren 3g en 3h worden andere uitvoeringsvoorbeelden getoond waarbij de houder 10 (net als in de figuren 2b-2c) uit twee losse onderdelen is gevormd, zijnde een in wezen star, stijf, niet-vervormbaar deel en een vervormbaar 15 deel zijn (figuur 3g) om de houder 10 een flexibele en vervormbare huls 11 is aangebracht met een binnenomtrek die nauw overeenkomt met de uitwendige maatvoering van de houder 10. In het samenstel (houder 10-huls 11) dient een pouch aangebracht te worden die na gebruik eenvoudig uit de houder kan worden geworpen door de flexibele huls 11 te vervormen.

20 De flexibele huls 11 is voorzien van een rondgaande kraag 33, bestaande uit een verdikte rand, welke klemmend opneembaar is in een rondgaande uitsparing 13' van de omtreksrand 13 van de houder 10. Dit garandeert een goede opsluiting

In de figuur 3h is de bodem 11 verschuifbaar opneembaar in de 25 houder 10 en voorzien van een opstaande rand 11 d welke nauw schuivend past tussen de door de opstaande wand 12 van de houder 10 gevormde ruimte. Ook hiermee kan door het verschuiven van de bodem 11 het uitwerpen van de gebruikte pouch worden bevorderd.

In de figuur 3i is de omtreksrand 13 voorzien van een rondgaande 30 uitsparing 13'. Hierin is een rondgaande afdichtingsring 40 opneembaar welke voor een goede afsluiting zorgt indien de houder 10 met de pouch 20 in een koffiezetapparaat wordt geplaatst. Dit geldt voor alle afgebeelden typen in de figuren 2a-2c, 3a-3l.

8

Optioneel ten opzichte van de uitvoeringsvorm uit figuren 2a-2c kan in figuur 3j het bodemdeel 15 zijn voorzien van uitstekende, verende afstandsarmen 15a, welke door de pouch 20 worden ingedrukt en bij het uit de inrichting wegnemen van het samenstel zich ontlasten en zo het uitwerpen van de pouch ondersteunen en 5 bevorderen.

Figuur 3k toont een alternatief waarbij tussen de bodem 11 en de pouch 20 een veerelement 15, dat door de bodem 11 naar buiten is gevoerd. Ook hier wordt tijdens gebruik het veerelement 15 door de pouch 20 ingedrukt en ontlast zich bij het uit de inrichting wegnemen van het samenstel. Hierdoor wordt het 10 uitwerpen van de pouch ondersteunt en bevordert, eventueel kan dit versterkt worden door het veerelement 15 met zijn naar buiten stekende einde 15a met de hand naar binnen te duwen.

Figuur 3I toont een uitvoeringsvorm analoog aan figuur 3c, waarbij het vervormbare deel 111 van de houder 10 dunner is uitgevoerd en waarbij de 15 houder 10 uit één geheel en van hetzelfde materiaal is vervaardigd, dit in tegenstelling tot figuur 3c, waar het vervormbare, dunne deel 111 van een andere, flexibele materiaalsoort kan worden vervaardigd en ter plaatse het referentie cijfer 19 met de van een stijver materiaal vervaardigde houder 10 is bevestigd..

De uitvinding heeft ook betrekking op een pouch geschikt voor 20 toepassing in een houder overeenkomstig de uitvinding welke wordt getoond in de figuren 4a en 4b.

De in figuur 4a getoonde pouch 20 heeft een ellipsvormig of bolvormige vorm gemaakt van filtreerpaper 21 en gevuld met een te extraheren product 25, in het bijzonder koffie. Als uitgangsmateriaal voor het vervaardigen van 25 de pouch 20 wordt gebruik gemaakt van een hoesvormig gevormd filtreermateriaal dat aan tenminste één zijde (aangeduid met het referentiecijfer 22a) door middel van een draaiende beweging en het toevoegen van warmte wordt gesloten of in een alternatieve uitvoeringsvorm door enkel centraal samenklemmen en verwarmen van het filtreermateriaal wordt gesloten.

30 Hiertoe kan het filtreerpapier, althans gedeeltelijk zijn voorzien van een materiaal die onder toevoeging van warmte versmelt of verkleefd om zo een ineengedraaide of geklemde afsluiting 22a te realiseren. De aldus aan één zijde 22a gesloten hoesvormige omhulling 21 kan vervolgens worden gevuld met een bepaalde 9 hoeveelheid te extraheren product (koffie, thee of cacao) waarna vervolgens de deels gevulde hoesvormige omhulling 21 aan de zijde 22b eveneens wordt afgesloten hetzij door klemmen of. verdraaiing. Ook hier kan het ter plaatse van 22b sluiten van de pouch gerealiseerd worden met behulp van warmte waarbij het 5 filtreerpapier samen gekleefd wordt.

Anderzijds kan de pouch ook met behulp van een touwtje of metalen klemdraad worden afgesloten.

Voor het machinaal in grote aantallen maken van dergelijke worstvormige pouches, zoals getoond in deelfiguur 4b waarbij de verschillende pouches 10 20-20'-20" achter elkaar in een procesgang c.q. werkwijzestap worden vervaardigd.

Vervolgens zullen uit de aldus gevormde streng pouches afzonderlijke pouches worden gesepareerd door deze over de scheidingslijn 26 tussen de gedraaide of gekleefde c.q. geklemde einde 22b-22a’ (22b’-22a’‘) af te scheiden.

In figuur 4c wordt een andere uitvoeringsvorm getoond van een 15 pouch volgens figuur 4a. In figuur 4c is de pouch aan tenminste een zijde samengedrukt zodat de pouch een nagenoeg vlakke zijde bezit met het gedraaide of geklemde of gekleefde einde 22b naar binnen verplaatst. Tegen de aldus vlak gedrukte zijde is een aanvullend vel filtreerpapier 23 geplaatst (geplakt), waardoor de betreffende zijde van de pouch stevig is en zo de druk beter te kan weerstaan die 20 tijdens het extraheren van de pouch op het filtreerpapier wordt uitgeoefend. Het aanvullend vel filtreerpapier kan dezelfde dikte bezitten als het filtreerpapier 21 waarvan de pouch is vervaardigd of een grotere dikte bezitten. Een dergelijk aanvullend vel filtreerpapier 23 kan ook aan de andere zijde (ter plaatste van het einde 22a) worden aangebracht, zodat de pouch een cilindervorm aanneemt.

25 Een andere uitvoeringsvorm van een pouch overeenkomstig de uitvinding wordt getoond in de figuur 1 waarbij de bovenrand 23 vervaardigd is van een dikkere papiersoort om zo de druk beter te kunnen weerstaan die tijdens het extraheren van de pouch op het filtreerpapier wordt uitgeoefend.

30

Claims (22)

1. 2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de houder vervormbaar is.
2. 3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tenminste het vervormbare deel van de houder reversibel vervormbaar is.
3. 4. Samenstel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat het vervormbare deel van de houder is vervaardigd van een flexibeler materiaal dan de rest van de houder.
4. 5. Samenstel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vervormbare deel van de houder is vervaardigd van een dunner materiaal dan de rest van de houder.
5. 6. Samenstel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste de bodem vervormbaar is.
6. 7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bodem is voorzien van een bodemdeel, dat ten opzichte van de houder verplaatsbaar is.
7. 8. Samenstel volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het 25 bodemdeel volledig rondom tegen de opstaande zijwand aanligt.
8. 9. Samenstel volgens één of meer van de conclusie 6-8, met het kenmerk, dat het bodemdeel is voorzien van een uitstekende nok, welk door een in de bodem aangebrachte opening reikt.
9. 10. Samenstel volgens één of meer van de conclusie 6-9, met het 30 kenmerk, dat het bodemdeel is voorzien van één of meer doorlaatopeningen. II. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vervormbare bodem is voorzien van tenminste één rondgaande vouwril.
10. 12. Samenstel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bodem is voorzien van meerdere rondom de tenminste ene doorlaatopening aangebrachte en naar de binnenruimte gerichte opstaande uitsteeksels.
11. 13. Samenstel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat tenminste een rondgaand omtreksdeel van de opstaande wand vervormbaar is.
12. 14. Samenstel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het vervormbare rondgaande omtreksdeel van de opstaande wand is uitgevoerd als een vouwbalg.
13. 15. Samenstel volgens één of meer van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat het vervormbare deel van de houder als een in de houder opneembaar veerelement is uitgevoerd, welke door een in de bodem aangebrachte opening reikt.
14. 16. Samenstel volgens één of meer van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat het vervormbare en niet-vervormbare deel van de houder als losse 15 onderdelen zijn vervaardigd.
15. 17. Samenstel volgens één of meer van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat het vervormbare en niet-vervormbare deel van de houder als één geheel zijn vervaardigd.
16. 18. Samenstel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat de binnenruimte van de houder afsluitbaar is door middel van een op de opstaande wand plaatsbaar afsluitlichaam, dat is voorzien van tenminste één doorlaatopening.
17. 19. Samenstel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de houder en het afsluitlichaam door middel van tenminste één scharnier met elkaar zijn 25 verbonden.
18. 20. Samenstel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een vrije omtreksrand, waartegen een rondgaande afdichtingsring opneembaar is.
19. 21. Houder voor toepassing in een inrichting voor het bereiden van een 30 extract uit een te extraheren product tenminste omvattende een bodem met tenminste één doorlaatopening en een opstaande zijwand, welke een binnenruimte begrenzen en waarbij - tijdens gebruik - in de binnenruimte een, van filtreerpapier vervaardigde en met het te extraheren product gevulde pouch opneembaar is volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 20.
20. 22. Een, van filtreerpapier vervaardigde en met het te extraheren product gevulde pouch voor gebruik in een samenstel volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 20 of een houder volgens conclusie 21.
21. 23. Pouch volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de pouch is gevormd uit buisvormig gevormd filtreerpapier, waarbij aan tenminste één einde de omtreksrand is samengebonden door middel van een seal-, klem- of bindtechniek.
22. 24. Pouch volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat de pouch aan tenminste één zijde is voorzien van een aanvullend vel filtreermateriaal. 10