NL2002681C2 - ASSISTANT DEVICE TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH STEP AID AND STABILIZERS, AND A WHEELCHAIR INTEGRATED. - Google Patents

ASSISTANT DEVICE TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH STEP AID AND STABILIZERS, AND A WHEELCHAIR INTEGRATED. Download PDF

Info

Publication number
NL2002681C2
NL2002681C2 NL2002681A NL2002681A NL2002681C2 NL 2002681 C2 NL2002681 C2 NL 2002681C2 NL 2002681 A NL2002681 A NL 2002681A NL 2002681 A NL2002681 A NL 2002681A NL 2002681 C2 NL2002681 C2 NL 2002681C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
auxiliary device
wheelchair
stabilizing
auxiliary
arms
Prior art date
Application number
NL2002681A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Rob Sietse Wennink
Original Assignee
Deprofundis B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Deprofundis B V filed Critical Deprofundis B V
Priority to NL2002681A priority Critical patent/NL2002681C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002681C2 publication Critical patent/NL2002681C2/en

Links

Landscapes

  • Handcart (AREA)

Description

Sch/svk/Deprofundis-1Sch / svk / Deprofundis-1

AAN EEN ROLSTOEL TOE TE VOEGEN HULPINRICHTING MET ÓPSTA-HULP EN STABILISATIEMIDDELEN, ALSMEDE MET EEN DERGELIJKETOOLS TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH ÓPSTA AID AND STABILIZERS, AND SUCH

HULPINRICHTING GEÏNTEGREERDE ROLSTOELHELP DEVICE INTEGRATED WHEELCHAIR

De uitvinding ligt op het terrein van rolstoelen.The invention lies in the field of wheelchairs.

Een bekende rolstoel omvat: een hoofdgestel; 5 een rugleuning; en een paar aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde, aan de onderzijde van het hoofdgestel aanwezige voorwielen en een paar aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde, aan de 10 onderzijde van het hoofdgestel aanwezige achterwielen, met welke wielen de rolstoel over de grond kan rijden.A known wheelchair comprises: a main frame; 5 a backrest; and a pair of front wheels on the left side and the right side respectively, on the underside of the main frame and a pair of rear wheels on the left side and the right side, respectively, on the underside of the main frame, with which wheels the wheelchair can travel on the ground .

Het hoofdgestel van een dergelijke rolstoel bestaat gewoonlijk uit stangen of buizen, hetzij van metaal of van een composiet-materiaal.The main frame of such a wheelchair usually consists of rods or tubes, either of metal or of a composite material.

15 Mensen, die niet in staat zijn om enige substantiële kracht uit te oefenen met hun beenspieren, ondervinden vaak moeilijkheden bij het opstaan uit de rolstoel. Ze zijn daarbij geheel aangewezen op de spierkracht van hun armen en de spierkracht in hun romp, 20 waarmee ze een verplaatsing van hun zwaartepunt kunnen bewerkstelligen, waardoor ze zichzelf in een positie kunnen brengen, waarin het uit de rolstoel opstaan wordt vergemakkelijkt. Het zal duidelijk zijn, dat het opstaan uit de rolstoel, eventueel met hulp van een begeleider, 25 voor een rolstoelgebruiker wezenlijk is.15 People who are unable to exert any substantial force with their leg muscles often experience difficulty getting up from the wheelchair. They are entirely dependent on the muscle strength of their arms and the muscle strength in their torso, with which they can bring about a displacement of their center of gravity, whereby they can bring themselves into a position in which getting up from the wheelchair is facilitated. It will be clear that getting out of the wheelchair, possibly with the help of an attendant, is essential for a wheelchair user.

Deze rolstoelgebruikers, bijvoorbeeld dwarslaesie-patiöntcn zouden zeer gebaat zijn bij voorzieningen, die hun het opstaan uit de rolstoel en het weer plaatsnemen in de rolstoel zouden vergemakkelijken.These wheelchair users, for example paraplegic patients, would greatly benefit from provisions that would facilitate their getting out of the wheelchair and taking their place in the wheelchair again.

j i ! 2j i! 2

Met het oog daarop verschaft de uitvinding een hulpinrichting, bestemd en ingericht om te worden gekoppeld met een rolstoel, 5 welke rolstoel omvat: een hoofdgestel; een rugleuning; en een paar aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde, aan de onderzijde van het 10 hoofdgestel· aanwezige voorwielen en een paar aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde, aan de onderzijde van het hoofdgestel aanwezige achterwielen, met welke wielen de rolstoel over de grond kan rijden, welke hulpinrichting omvat; 15 een hulpgestel met koppelraiddelen voor koppeling van het hulpgestel met het hoofdgestel; een zittingdeel, dat door het hulpgestel gedragen wordt door middel van twee zich aan de voorzijde aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde 20 bevindende scharnieren, die samen een nagenoeg horizontale zwenkhartlijn bepalen, rond welke zwenkhartlijn het zittingdeel zwenkbaar is tussen een lage zitstand en een verhoogde opsta-stand; tussen het hulpgestel en het zittingdeel 25 werkzame veermiddelen, die het zittingdeel naar zijn opsta-stand dringen; door middel van eerste handbedieningsmiddelen ontgrendelbare eerste vergrendelmiddelen, die het zittingdeel in de zitstand 30 houden; twee zich aan de voorzijde aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde bevindende beweeglijk opgestelde stabilisatie-armen, die verplaatsbaar zijn tussen een stabiele verhoogde 35 ruststand en een stabiele verlaagde bedrijfsstand, waarin de vrije einden van de stabilisatie-armen de grond raken of zich op een geringe hoogte daarboven bevinden in een gebied, dat in de rijrichting vóór de voorwielen ligt, i i j 3 zodanig, dat in de bedrijfsstand van de stabilisatie-armen het stabiliteitsgebied van de rolstoel in voorwaartse richting is vergroot ten opzichte van de situatie, waarin de stabilisatie-armen in hun ruststand 5 verkeren; verplaatsingsmiddelen voor het tussen de ruststand en de bedrijfsstand verplaatsen van de stabilisatie-armen; en door middel van tweede 10 handbedieningsmiddelen vergrendelbare en ontgrendelbare tweede vergrendelmiddelen, die de stabilisatie-armen in een gekozen stand vergrendelen, respectievelijk de stabilisatie-armen uit die stand ontgrendelen.In view of this, the invention provides an auxiliary device, intended and adapted to be coupled to a wheelchair, which wheelchair comprises: a main frame; a backrest; and a pair of front wheels on the left side and the right side, respectively, on the underside of the main frame and a pair of rear wheels on the left side and the right side, respectively, on the underside of the main frame, with which wheels the wheelchair can travel over the ground driving, which auxiliary device comprises; 15 an auxiliary frame with coupling means for coupling the auxiliary frame with the main frame; a seat part, which is supported by the auxiliary frame by means of two hinges located at the front on the left side and the right side respectively, which together define a substantially horizontal pivot axis, around which pivot axis the seat part is pivotable between a low sitting position and an elevated position stand-up position; spring means operating between the auxiliary frame and the seat part 25, urging the seat part to its upright position; first locking means which can be unlocked by means of first manual operating means and which hold the seat part in the sitting position; two movably arranged stabilizing arms located at the front side on the left and the right side respectively, which are movable between a stable raised rest position and a stable lowered operating position, in which the free ends of the stabilizing arms touch the ground or are located on a have a small height above it in an area which is in front of the front wheels in the direction of travel, such that in the operating position of the stabilizing arms the stability area of the wheelchair is increased in the forward direction relative to the situation in which the stabilizing poor are in their resting position; moving means for moving the stabilizing arms between the rest position and the operating position; and second locking means that can be locked and unlocked by means of second manual operating means, which lock the stabilizing arms in a selected position, or unlock the stabilizing arms from that position, respectively.

Door de werkzaamheid van de veermiddelen kan 15 het zittingdeel na ontgrendeling een omhoog en naar voren gerichte kracht uitoefenen, die de rolstoelgebruiker assisteert bij het opstaan. Wanneer de rolstoelgebruiker na te zijn opgestaan weer in de rolstoel wil plaatsnemen, worden de veermiddelen weer ingedrukt, waardoor het 20 zittingdeel onder invloed van de gewichtskracht van de gebruiker, verminderd met de veerkracht, omlaag wordt verplaatst, naar de zitstand, waarin de vergrendelmiddelen het zittingdeel vervolgens houden.Owing to the effectiveness of the spring means, the seat part can, after unlocking, exert an upwardly and forward-looking force which assists the wheelchair user in getting up. When the wheelchair user wants to take his place again in the wheelchair after getting up, the spring means are depressed again, whereby the seat part is moved downwards under the influence of the weight of the user, reduced by the spring force, to the sitting position, in which the locking means then hold the seat part.

Het wordt voor een vinding verder als wezenlijk 25 beschouwd, dat de stabiliteit van de rolstoel tijdens het opstaan en het weer in de rolstoel plaatsnemen van de rolstoelgebruiker vergroot is ten opzichte van de stabiliteit van de rolstoel zelf. Daartoe wordt gebruik gemaakt van de stabilisatiemiddelen, in het bijzonder de 30 twee stabilisatie-armen, die door de gebruiker verplaatst kunnen worden tussen een ingetrokken onwerkzame stand en een uitgeschoven bedrijfsstand. Het zal duidelijk zijn, dat hiermee de kans op het onbedoeld voorover kantelen van de rolstoel bij een van de genoemde verplaatsingen 35 door de gebruiker tot verwaarloosbare proporties is teruggebracht. Immers, pas in de situatie, waarin het massamiddelpunt van de rolstoelgebruiker, in combinaLie met de rolstoel en de hulpinrichting, zich vóór de vrije, 4 i met de grond samenwerkende einden van de stabilisatie-armen terecht komt, kan de rolstoel een onbedoelde kantelbeweging maken. Daarbij komt, dat de stabiliteit van een rolstoel zonder de hulpinrichting volgens de 5 uitvinding, gegeven de genoemde bewegingen, worden bepaald door de aangrijping met de grond van de voorste wielen, meestal zwenkwielen. Wielen hebben inherent een geringe wrijvingscoëfficiënt met de grond gemeen. De stabilisatie-armen zijn aan hun einden niet van wielen 10 voorzien, maar grijpen stevig aan de grond aan en wel met een zodanig hoge wrijvingscoëfficiënt, dat voor enige onbedoelde verschuiving of andere verplaatsing niet gevreesd behoeft te worden.It is further considered to be essential for an invention that the stability of the wheelchair during standing up and the wheelchair user's position again in the wheelchair is increased compared to the stability of the wheelchair itself. Use is made for this purpose of the stabilizing means, in particular the two stabilizing arms, which can be moved by the user between a retracted inoperative position and an extended operating position. It will be clear that this reduces the chance of the wheelchair accidentally tilting forwards at one of the said displacements 35 to negligible proportions. After all, only in the situation in which the center of mass of the wheelchair user, in combination with the wheelchair and the auxiliary device, ends up before the free ends of the stabilizing arms cooperating with the ground, can the wheelchair make an unintended tilting movement. . In addition, the stability of a wheelchair without the auxiliary device according to the invention, given the movements mentioned, are determined by the engagement with the ground of the front wheels, usually castors. Wheels inherently have a low coefficient of friction in common with the ground. The stabilizing arms are not provided with wheels 10 at their ends, but engage firmly on the ground and with such a high coefficient of friction that there is no fear of any unintended displacement or other displacement.

Opgemerkt wordt verder, dat in de uitgeschoven 15 bedrijfsstand de einden van de stabilisatie-armen op een geringe hoogte boven de grond kunnen blijven. Alleen in het geval van een onbedoelde neiging tot kantelen zullen de betreffende einden dan de grond raken en daardoor hun stabiliserende werking uitoefenen, 20 Bijvoorbeeld kan de hulpinrichting van het beschreven type de bijzonderheid vertonen, dat de genoemde geringe hoogte ten minste enkele millimeters, bijvoorbeeld ongeveer 10 mm, bedraagt.It is further noted that in the extended operating position the ends of the stabilizing arms can remain at a small height above the ground. Only in the case of an unintended tendency to tilt will the respective ends then touch the ground and thereby exert their stabilizing effect. For example, the auxiliary device of the described type can have the special feature that the said low height is at least a few millimeters, for example approximately 10 mm.

De stabilisatie-armen kunnen op elke gewenste 25 wijze beweegbaar zijn, bijvoorbeeld transleerbaar en/of roteerbaar. Een praktische, goedkope en mechanisch uiterst stabiele structuur vertoont de bijzonderheid, dat elke stabilisatie-arm telescopisch schuifbaar is ten opzichte van een met het hulpgestel gekoppelde eerste 30 bus.The stabilizing arms can be movable in any desired manner, for example translatable and / or rotatable. A practical, inexpensive and mechanically extremely stable structure has the special feature that each stabilizing arm is telescopically slidable with respect to a first bush coupled to the auxiliary frame.

Deze laatste uitvoering kan de bijzonderheid vertonen, dat de bus in neerwaartse richting naar voren is gericht onder een hoek van circa (15 ± 10)° met de verticaal.This latter embodiment can have the special feature that the bushing is directed downwards forwards at an angle of approximately (15 ± 10) ° with the vertical.

35 Een voorkeursuitvoering omvat twee zich aan de aan dc voorzijde rcspectiovclijk de linkerzijde en de rechterzijde bevindende beweeglijk opgestelde, respectieve handvatten dragende steunarmen, die 5 verplaatsbaar zijn tussen een verlaagde ruststand en een stabiele verhoogde bedrijfsstand; en een transmissie, die de verplaatsing van de steunarmen orazet naar een verplaatsing van de 5 stabilisatie-armen, zodanig, dat de steunarmen en de stabilisatie-armen bij verplaatsing in onderling tegengestelde richtingen bewegen en tegelijkertijd in ofwel hun ruststand ofwel hun stabilisatiestand verkeren.A preferred embodiment comprises two supporting arms, which are movably arranged on the front side, on the left side and on the right side, and carrying handles, which are movable between a lowered rest position and a stable, elevated operating position; and a transmission which directs the displacement of the support arms to a displacement of the stabilization arms, such that the support arms and the stabilization arms move in mutually opposite directions when displaced and at the same time are in either their rest position or their stabilization position.

Deze laatste uitvoering kan met voordeel de 10 bijzonderheid vertonen, dat elke steunarm telescopisch schuifbaar is ten opzichte van een met dat hulpgestel verbonden tweede bus.This latter embodiment can advantageously have the special feature that each support arm is telescopically slidable with respect to a second bush connected to that auxiliary frame.

In een combinatie van de vier hiervoor beschreven aspecten kan de hulpinrichting de 15 bijzonderheid vertonen, dat de eerste bus tevens de tweede bus is.In a combination of the four aspects described above, the auxiliary device can have the special feature that the first bus is also the second bus.

Volgens een zeer praktisch aspect van de uitvinding vertoont de hulpinrichting de bijzonderheid, dat de eerste handbedieningsmiddelen zijn uitgevoerd als 20 ten minste één aan een handvat toegevoegde knijphandgreep, die via een overbrengingselement, bijvoorbeeld een bowden-kabel, met de eerste vergrendelmiddelen verbonden is, zodanig, dat bij het inknijpen van de knijphandgrepen de eerste 25 vergrendelmiddelen ontgrendeld worden.According to a very practical aspect of the invention, the auxiliary device has the special feature that the first hand-operating means are designed as at least one pinch handle added to a handle, which is connected to the first locking means via a transmission element, for example a bowden cable. that the first locking means are unlocked when the pinch handles are squeezed.

Volqens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de hulpinrichting het kenmerk, dat de eerste handbedieningsmiddelen zijn uitgevoerd als ten minste één aan de steunarm toegevoegd veerbelast element, 30 bijvoorbeeld een drukknop.According to yet another aspect of the invention, the auxiliary device is characterized in that the first manual operating means are designed as at least one spring-loaded element added to the support arm, for example a push button.

Bij voorkeur vertoont de hulpinrichting de bijzonderheid, dat de veermiddelen ten minste één gasveer omvatten. Een gasveer heeft diverse voordelen. Een gasveer is een volledig gesloten systeem, en is, anders 35 dan bijvoorbeeld schroefveren, inherent veilig, in die zin, dat gebruikers zich daaraan nooit kunnen verwonden door beknelling. Verder heeft een gasveer het voordeel, dat zijn veerkracht, de zogenaamde uitschuifkracht, over 6 het hele bereik van de gasveer constant is.The auxiliary device preferably has the special feature that the spring means comprise at least one gas spring. A gas spring has various advantages. A gas spring is a completely closed system, and, unlike, for example, coil springs, is inherently safe, in the sense that users can never be injured by pinching. Furthermore, a gas spring has the advantage that its spring force, the so-called extension force, is constant over the entire range of the gas spring.

Sterk de voorkeur heeft een uitvoering, waarin de gasveer van het type met een intern ventiel is, dat voor bediening gekoppeld is met de eerste 5 bedieningsmiddelen, zodanig, dat de gasveer in de toestand waarin het ventiel gesloten is in zijn betreffende stand gefixeerd is en in de toestand waarin het ventiel open is effectief als gasveer werkt. Hiermee wordt op een eenvoudige wijze en met in de handel 10 verkrijgbare middelen een zeer eenvoudige en betrouwbare bediening gerealiseerd, die zich al vele jaren in de praktijk op de meest uiteenlopende technische gebieden bewezen heeft, bijvoorbeeld in hoogte verstelbare bureaustoelen.Highly preferred is an embodiment in which the gas spring is of the type with an internal valve, which is coupled to the first operating means for operation, such that the gas spring is fixed in its respective position in the state in which the valve is closed and in the condition that the valve is open, effectively acts as a gas spring. Hereby a very simple and reliable operation is realized in a simple manner and with commercially available means, which has proven itself for many years in practice in the most diverse technical fields, for example height-adjustable office chairs.

15 Teneinde de stabiliteit bij het opstaan voor de gebruiker zoveel mogelijk te garanderen en een onderling uiteenwijken van het linkerdeel en het rechterdeel van het hoofdgestel verregaand te voorkomen kan de hulpinrichting met voordeel de bijzonderheid vertonen, 20 dat het hoofdgestel of het hulpgestel een voetsteun omvat, die wordt gedragen door een stang, die zich tussen het linkerdeel en het rechterdeel van het gestel uitstrekt.In order to guarantee the standing-up stability for the user as much as possible and to prevent a far-reaching divergence of the left part and the right part of the main frame, the auxiliary device may advantageously have the special feature that the main frame or the auxiliary frame comprises a footrest, which is supported by a rod extending between the left-hand part and the right-hand part of the frame.

De koppeling tussen het linkerdeel en het 25 rechterdeel van het gestel kan zowel aan het hoofdgestel als aan het hulpgestel gerealiseerd zijn.The coupling between the left-hand part and the right-hand part of the frame can be realized on both the main frame and the auxiliary frame.

Tenslotte heeft de uitvinding tevens betrekking op een rolstoel die met een hulpinrichting van een van de hiervoor beschreven types en met de gespecificeerde 30 aspecten geïntegreerd is.Finally, the invention also relates to a wheelchair which is integrated with an auxiliary device of one of the types described above and with the specified aspects.

De bedrijfsstand kan overeenkomen met een vaste positie, maar ook instelbaar zijn en aldus door de gebruiker naar wens gekozen worden.The operating position can correspond to a fixed position, but can also be adjustable and thus be selected by the user as desired.

Tevens wordt opgemerkt, dat het zittingdeel 35 behalve in de ruststand en in de bedrijfsstand onder omstandigheden met voordeel ook in een te kiezen tussenstand geplaatst kan worden. Dit kan bijvoorbeeld met een gasveer met bedienbaar intern ventiel worden 7 gerealiseerd. In dit verband wordt verwezen naar het gebruik van een dergelijke bekende gasveer in de draagkolom van een bekende bureaustoel met een zitting waarvan de hoogte kan worden ingesteld. Daartoe wordt de 5 zitting door een op de grond steunend gestel gedragen via een gasveer, waarvan de zuiger een doorgaand gat vertoont. In dit doorgaande gat is een van buiten af bedienbare klep opgenomen, In geopende toestand van de klep kan bij het verkorten of verlengen van de gasveer 10 met een bijbehorende verplaatsing van de gasveerzuiger in de cilinder het in de gasveer aanwezige gas onder druk zich verplaatsen tussen de twee drukkamers ter weerszijden van de zuiger. In dat geval werkt de gasveer als een "gewone" gasveer, die een over de gehele 15 slaglengte van de gasveer nagenoeg constante uitschuifkracht biedt, die in hoofdzaak alleen wordt bepaald door het verschil in effectieve oppervlakken van de zuiger aan zijn beide einden en door de druk van het gas in de gasveer. In het geval waarin in enige 20 willekeurige stand van de gasveer de klep gesloten wordt door externe handbedieningsmiddelen kan de zuiger in de cilinder van de gasveer nagenoeg niet meer bewegen en vertoont de gasveer derhalve een conslanle lengte.It is also noted that, in addition to being in the rest position and in the operating position, the seat part 35 can advantageously also be placed in a selectable intermediate position. This can be achieved, for example, with a gas spring with operable internal valve. In this connection, reference is made to the use of such a known gas spring in the support column of a known office chair with a seat whose height can be adjusted. To that end, the seat is supported by a frame supported on the ground via a gas spring, the piston of which has a through hole. A valve which can be operated from the outside is accommodated in this through-hole. In the opened state of the valve, when the gas spring 10 is shortened or extended with an associated displacement of the gas spring piston in the cylinder, the gas present in the gas spring can move under pressure between the two pressure chambers on either side of the piston. In that case the gas spring acts as a "normal" gas spring, which offers a virtually constant shearing force over the entire stroke length of the gas spring, which is essentially only determined by the difference in effective surfaces of the piston at its both ends and by the pressure of the gas in the gas spring. In the case where in any arbitrary position of the gas spring the valve is closed by external manual operating means, the piston in the cylinder of the gas spring can virtually no longer move and the gas spring therefore has a consistent length.

Daarmee is voor een bureaustoel dan elke gewenste 25 tussenstand realiseerbaar en fixeerbaar. Van dit bekende principe kan bij de uitvinding ook gebruik worden gemaakt.This means that any desired intermediate position can then be realized and fixed for an office chair. This known principle can also be used with the invention.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. In de tekeningen tonen: 30 figuur 1 een sterk geschematiseerd zijaanzicht van een rolstoel met een hulpinrichting volgens de uitvinding in de situatie, waarin de stabilisatie-armen zich in hun uitgeschoven werkzame toestand bevinden en het zittingdeel zich in zijn verhoogde opsta-stand 35 bevindt; figuur 2A een met figuur 1 corresponderend zijaanzicht, waarin de bedieningshandvatten zich in hun laagste stand bevinden en de steunarmen zich in hun 8 daarmee corresponderende hoogste stand bevinden; figuur 2B een met figuur 1 corresponderend zijaanzicht, waarin de handgrepen zich in hun hoogste stand bevinden en de steunarmen zich in hun daarmee 5 corresponderende laagste stand bevinden; figuur 3A een met figuur 1 corresponderend zijaanzicht in de situatie, waarin het zittingdeel zich in zijn lage zitstand bevindt; figuur 3B een met figuur 1 corresponderend 10 zijaanzicht van de situatie, waarin door het inkn.ijpen van de knijphandgrepen de gasveren gedeblokkeerd zijn en onder invloed van de door de gasveer uitgeoefende veerkracht het zittingdeel omhoog en naar voren gezwenkt is naar zijn opsta-stand; 15 figuur 4A een langsdoorsnede van de telescoopbus, waarin een steunarm en een stabilisatie-arm schuifbaar zijn in tegengestelde richtingen, onder invloed van een 1:1 transmissie, in de ingeschoven stand; figuur 4B een met figuur 4A corresponderende 20 langsdoorsnede in de situatie, waarin de steunarm en de stabilisatie-arm geheel uitgeschoven zijn ten opzichte van de bus; en figuur 5 een sterk geschematiseerd perspectivisch aanzicht van de rolstoel, waaruit blijkt, 25 dat het hoofdgestel een voetsteun omvat, die wordt gedragen door een stang, die zich tussen het linkerdeel en het rechterdeel van het hoofdgestel uitstrekt.The invention will now be explained with reference to the accompanying drawings. In the drawings: figure 1 shows a highly schematic side view of a wheelchair with an auxiliary device according to the invention in the situation in which the stabilizing arms are in their extended operating position and the seat part is in its raised position 35; figure 2A shows a side view corresponding with figure 1, in which the operating handles are in their lowest position and the support arms are in their highest position corresponding thereto; figure 2B shows a side view corresponding with figure 1, in which the handles are in their highest position and the support arms are in their lowest position corresponding therewith; figure 3A shows a side view corresponding with figure 1 in the situation in which the seat part is in its low sitting position; figure 3B shows a side view corresponding with figure 1 of the situation in which, by squeezing the pinch handles, the gas springs are unblocked and under the influence of the spring force exerted by the gas spring the seat part is pivoted upwards and forwards to its upright position; Figure 4A shows a longitudinal section of the telescopic sleeve, in which a support arm and a stabilization arm can be slid in opposite directions, under the influence of a 1: 1 transmission, in the retracted position; figure 4B shows a longitudinal section corresponding with figure 4A in the situation in which the support arm and the stabilizing arm are fully extended with respect to the bush; and Figure 5 shows a highly schematic perspective view of the wheelchair, showing that the main frame comprises a footrest supported by a rod extending between the left part and the right part of the main frame.

Figuur 1 toont een rolstoel 1. Deze rolstoel omvat een als buizenframe uitgevoerd hoofdgestel 2, een 30 rugleuning 3 en een paar aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde aan de onderzijde van het hoofdgestel 2 aanwezige voorwielen 4 en een paar aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde, aan de onderzijde van het hoofdgestel 2 aanwezige achterwielen 35 5.Figure 1 shows a wheelchair 1. This wheelchair comprises a main frame 2 designed as a tubular frame, a backrest 3 and a pair of front wheels 4 present on the left-hand side and the right-hand side respectively on the bottom side of the main frame 2 and a pair on the left-hand side and the right-hand side, rear wheels 5 present on the underside of the main frame 2.

Aan de rolstoel 1 is een hulpinrichting 6 toegevoegd door middel van klemmen 7, die aangrijpen aan het hoofdgestel 2.An auxiliary device 6 is added to the wheelchair 1 by means of clamps 7 which engage on the main frame 2.

9 :9:

De hulpinrichting 6 omvat een zittingdeel 8, dat door het hulpgestel 9 gedragen wordt door middel van twee samen een horizontale zwenkhartlijn bepalende scharnieren 10, zodanig, dat het zittingdeel 8 zwenkbaar 5 is tussen de in de figuren 2A, 2B en 3Δ getoonde lage zitstand en de in de figuren 1 en 2B getoonde verhoogde opsta-stand. Tussen het hulpgestel 9 en het zittingdeel 8 zijn twee, zich aan de rechter- respectievelijk de linkerzijde bevindende, gasveren 11 aanwezig, die het 10 zittingdeel 8 naar zijn verhoogde opsta-stand dringen. De gasveren 11 zijn van het hiervoor besproken, door middel van handbedieningsmiddelen bedienbare type.The auxiliary device 6 comprises a seat part 8 which is supported by the auxiliary frame 9 by means of two hinges 10 which together determine a horizontal pivot axis, such that the seat part 8 is pivotable between the low sitting position shown in figures 2A, 2B and 3Δ and the raised stand-up position shown in Figures 1 and 2B. Between the auxiliary frame 9 and the seat part 8 there are two gas springs 11, which are located on the right-hand side and on the left-hand side, respectively, which urge the seat part 8 to its raised position. The gas springs 11 are of the type discussed above, which can be operated by means of manual control means.

Knijphandgrepen 26 bedienen op de in figuur 2B getoonde wijze volgens een pijl 28 via een bowden-kabel 14 de 15 gasveren 11, zodanig, dat door het inknijpen van de knijphandgrepen 20 de gasveren 11 worden vrijgegeven en het zittingdeel 8 uit zijn verlaagde stand omhoog wordt gedrukt.Pinch handles 26 operate in the manner shown in figure 2B according to an arrow 28 via a bowden cable 14 the gas springs 11, such that by squeezing the pinch handles 20 the gas springs 11 are released and the seat part 8 is raised from its lowered position printed.

Aan de voorzijde aan respectievelijk de 20 linkerzijde en de rechterzijde bevinden zich telescoopbussen 15, die deel uitmaken van het hulpgestel 9 en op de in de figuren 4A en 4B getoonde wijze elk een stabilisatie-arm 16 en een steunarm 17 telescopisch schuifbaar accommoderen.At the front side on the left side and the right side respectively, there are telescopic bushes 15, which form part of the auxiliary frame 9 and each telescopically slidably accommodate a stabilizing arm 16 and a supporting arm 17 in the manner shown in Figs. 4A and 4B.

25 De stabilisatie-armen 16 zijn schuivend verplaatsbaar tussen een stabiele, steunende uitgeschoven positie, zoals onder meer getoond in figuur 2B, en een naar binnen geschoven of ingetrokken verhoogde positie, zoals getoond in figuur 2A.The stabilizing arms 16 are slidably displaceable between a stable, supporting extended position, as shown, inter alia, in Figure 2B, and a raised or retracted raised position, as shown in Figure 2A.

30 Om de verplaatsing van de stabilisatie-armen uit de in figuur 2A getoonde positie naar de in figuur 2B getoonde positie te bewerkstelligen worden de steunarmen 17 na deblokkering dor het indrukken van drukknoppen 12 omhoog verplaatst volgens een pijl 18 (figuur 2B).In order to effect the movement of the stabilizing arms from the position shown in Figure 2A to the position shown in Figure 2B, after release, the support arms 17 are moved upwards by pressing push buttons 12 according to an arrow 18 (Figure 2B).

35 Daardoor vindt de verplaatsing uit de situatie volgens figuur 4A naar de situatie volgens figuur 4B plaats. De corresponderende omlaag gerichte verplaatsing van de stabilisatie-arm 16 is met een pijl 19 aangeduid.As a result, the movement from the situation according to Figure 4A to the situation according to Figure 4B takes place. The corresponding downward movement of the stabilizing arm 16 is indicated by an arrow 19.

1010

De figuren 4A en 4B tonen, dat de armen 16 en 17 door middel van een transmissie met een snaar 20 en twee omleidrollen 21, 22 voor onderlinge verplaatsing zodanig met elkaar gekoppeld zijn, dat ze altijd een 5 identieke en tegengesteld gerichte verplaatsing ondergaan.Figures 4A and 4B show that the arms 16 and 17 are mutually coupled by means of a transmission with a belt 20 and two deflection rollers 21, 22 such that they always undergo identical and oppositely directed displacements.

De stabilisatie-armen 16 zijn aan hun onderzijde afgeschuind en vertonen elk aan hun desbetreffende vrije einden een bijvoorbeeld hard-10 rubberen afdekplaat 23, die in de bedrijfsstand volgens de figuren 1, 2B, 3A en 3B met zijn gehele oppervlak op de grond 24 steunt.The stabilizing arms 16 are chamfered on their underside and each have at their respective free ends a hard rubber cover plate 23, for example, which in the operating position according to figures 1, 2B, 3A and 3B rests with its entire surface on the ground 24 .

De figuren 3A en 3B tonen, op welke wijze de verplaatsing van het zittingdeel 8 van de hulpinrichting 15 6 uit de verlaagde zitstand volgens figuur 3A naar de verhoogde opsta-stand volgens figuur 3B wordt ; gerealiseerd.Figures 3A and 3B show how the movement of the seat part 8 of the auxiliary device 6 from the lowered sitting position according to Figure 3A to the raised standing position according to Figure 3B becomes; realised.

Beide steunarmen 17 vertonen in hoofdzaak horizontale handvatten 25, waaraan op de wijze van 20 knijpremmen knijp-handgrepen 26 zijn toegevoegd. Door het inknijpen van knijphandgrepen 26 volgens een pijl 28 worden via bowden-kabels 14 de bestuurbare gasveren 11 gedeblokkeerd, en verplaatst in de getoonde onbelaste toestand volgens figuur 3 het zittingdeel 8 zich vanuit 25 de in figuur 3A getoonde lage zitstand naar de in figuur 3B getoonde verhoogde opsta-stand. De betreffende verplaatsing is met een pijl 29 aangeduid.Both support arms 17 have substantially horizontal handles 25, to which pinch handles 26 have been added in the manner of pinch brakes. By squeezing pinch handles 26 according to an arrow 28 the controllable gas springs 11 are unblocked via bowden cables 14, and in the unloaded state shown in Figure 3 the seat part 8 moves from the low sitting position shown in Figure 3A to the low sitting position shown in Figure 3A elevated stand-up position shown. The relevant displacement is indicated by an arrow 29.

De handvatten 25 kunnen de gebruiker van dienst zijn als steunen bij het bedienen van de knijphandgrepen 30 26 en bij het opstaan en gaan zitten.The handles 25 can be of assistance to the user when operating the pinch handles 26 and when getting up and sitting down.

Uit de figuren 1, 2A, 2B, 3A, 3B blijkt, dat in de daarin getoonde uitvoering, aan een bestaande rolstoel 1 een hulpinrichting 6 volgens de uitvinding is toegevoegd. De bestaande rolstoel is al uitgerust met een 35 zitting 27. Deze kan gehandhaafd blijven, maar dient na het installeren van de hulpinrichting 6 geen doel meer.Figures 1, 2A, 2B, 3A, 3B show that in the embodiment shown therein, an auxiliary device 6 according to the invention is added to an existing wheelchair 1. The existing wheelchair is already equipped with a seat 27. This can be maintained, but serves no purpose after installing the auxiliary device 6.

Figuur 5 toont zeer schematisch, dat het hoofdgestel 2 een voetsteun 30 omvat, die wordt gedragen 11 door een stang 31, die zich tussen het linkerdeel 32 en het rechterdeel 33 van het hoofdgestel 2 uitstrekt. Het zal duidelijk zijn, dat deze constructie mechanisch zodanig stijf is, dat in het geval waarin een gebruiker 5 met zijn volle gewicht op de voetsteun 30 zou steunen, nauwelijks of geen onderling zijdelingse verplaatsing tussen de delen 32 en 33 zal plaatsvinden. Ook dit aspect draagt bij tot de inherente stabiliteit en het gebruikscomfort van de rolstoel 1.Figure 5 shows very diagrammatically that the main frame 2 comprises a footrest 30, which is supported 11 by a rod 31, which extends between the left part 32 and the right part 33 of the main frame 2. It will be clear that this construction is mechanically rigid such that in the case where a user 5 would rest with his full weight on the footrest 30, hardly any or no mutual lateral displacement would take place between the parts 32 and 33. This aspect also contributes to the inherent stability and user comfort of the wheelchair 1.

10 Een rolstoel kan ook zodanig zijn uitgevoerd, dat een hulpinrichting van het getoonde en beschreven type daarmee één geheel vormt. Het hulpgestel maakt dan deel uit van het hoofdgestel.A wheelchair can also be designed such that an auxiliary device of the shown and described type forms one whole with it. The auxiliary frame then forms part of the main frame.

15 'k Ά ie15 times

Claims (13)

1. Hulpinrichting, bestemd en ingericht om te worden gekoppeld met een rolstoel, welke rolstoel omvat: een hoofdgestel; 5 een rugleuning; en een paar aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde, aan de onderzijde van het hoofdgestel aanwezige voorwielen en een paar aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde, aan de 10 onderzijde van het hoofdgestel aanwezige achterwielen, met welke wielen de rolstoel over de grond kan rijden, welke hulpinrichting omvat: een hulpgestel met koppelmiddelen voor koppeling van het hulpgestel met het hoofdgestel; 15 een zittingdeel, dat door het hulpgestel gedragen wordt door middel van twee zich aan de voorzijde aan respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde bevindende scharnieren, die samen een nagenoeg horizontale zwenkhartlijn bepalen, rond welke 20 zwenkhartlijn het zittingdeel zwenkbaar is tussen een lage zitstand en een verhoogde opsta-stand; tussen het hulpgestel en het zittingdeel werkzame veermiddelen, die het zittingdeel naar zijn opsta-stand dringen; 25 door middel van eerste handbedieningsmiddelen ontgrendelbare eerste vergrcndelmiddclen, die het zittingdeel in de zitstand houden; twee zich aan de voorzijde aan 30 respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde bevindende beweeglijk opgestelde stabilisatie-armen, die verplaatsbaar zijn tussen een stabiele verhoogde ruststand en een stabiele verlaagde bedrijfsstand, waarin de vrije einden van de stabilisatie-arraen de grond raken of zich op een geringe hoogte daarboven bevinden in een 5 gebied, dat in de rijrichting vóór de voorwielen ligt, zodanig, dat in de bedrijfsstand van de stabilisatie-armen het stabiliteitsgebied van de rolstoel in voorwaartse richting is vergroot ten opzichte van de situatie, waarin de stabilisatie-arraen in hun ruststand 10 verkeren; verplaatsingsmiddelen voor het tussen de ruststand en de bedrijfsstand verplaatsen van de stabilisatie-armen; en door middel van tweede 15 handbedieningsraiddelen vergrendelbare en ontgrendelbare tweede vergrendelmiddelen, die de stabilisatie-armen in een gekozen stand vergrendelen, respectievelijk de stabilisatie-armen uit die stand ontgrendelen.An auxiliary device, intended and adapted to be coupled to a wheelchair, which wheelchair comprises: a main frame; 5 a backrest; and a pair of front wheels on the left side and the right side respectively, on the underside of the main frame and a pair of rear wheels on the left side and the right side, respectively, on the underside of the main frame, with which wheels the wheelchair can travel on the ground which auxiliary device comprises: an auxiliary frame with coupling means for coupling the auxiliary frame to the main frame; 15 a seat part, which is supported by the auxiliary frame by means of two hinges located at the front on the left side and the right side respectively, which together define a substantially horizontal pivot axis, around which pivot axis the seat part is pivotable between a low sitting position and a elevated stand-up position; spring means operating between the auxiliary frame and the seat part, urging the seat part to its upright position; First locking means which can be unlocked by means of first manual operating means, which keep the seat part in the sitting position; two movably arranged stabilizing arms located at the front side on the left side and on the right side respectively, which are movable between a stable raised rest position and a stable lowered operating position, in which the free ends of the stabilization arraes touch the ground or are located on a ground. have a small height above it in an area which is in the direction of travel ahead of the front wheels, such that in the operating position of the stabilizing arms the stability area of the wheelchair in the forward direction is enlarged relative to the situation in which the stabilizing arrays are in their resting position 10; moving means for moving the stabilizing arms between the rest position and the operating position; and second locking means that can be locked and unlocked by means of second manual operating means, which lock the stabilizing arms in a selected position, or unlock the stabilizing arms from that position, respectively. 2. Hulpinrichting volgens conclusie 1, waarin de genoemde geringe hoogte ten minste enkele millimeters, bijvoorbeeld ongeveer 10 ram, bedraagt,Auxiliary device according to claim 1, wherein said low height is at least a few millimeters, for example approximately 10 ram, 3. Hulpinrichting volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarin elke stabilisatie-arm telescopisch schuifbaar is ten opzichte van een met het hulpgestel gekoppelde eerste bus.3. Auxiliary device as claimed in any of the foregoing claims, wherein each stabilizing arm is telescopically slidable with respect to a first bush coupled to the auxiliary frame. 4. Hulpinrichting volgens conclusie 3, waarin 30 de bus in neerwaartse richting naar voren is gericht onder een hoek van circa (15 ± 10)° met de verticaal.4. Auxiliary device according to claim 3, wherein the bushing is directed downwards forwards at an angle of approximately (15 ± 10) ° with the vertical. 5. Hulpinrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende 35 twee zich aan de aan de voorzijde respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde bevindende beweeglijk opgestelde, respectieve handvatten dragende steunarmen, die verplaatsbaar zijn tussen een j verlaagde ruststand en een stabiele verhoogde bedrijfsstand; en een transmissie, die de verplaatsing van de steunarmen omzet naar een verplaatsing van de 5 stabilisatie-armen, zodanig, dat de steunarmen en de stabilisatie-armen bij verplaatsing in onderling tegengestelde richtingen bewegen en tegelijkertijd in ofwel hun ruststand ofwel hun stabilisatiestand verkeren.5. Auxiliary device as claimed in any of the foregoing claims, comprising two supporting arms, which are movably arranged on the front side and the left side and the right side respectively, and which are displaceable between a lowered rest position and a stable elevated operating position; and a transmission which converts the displacement of the support arms to a displacement of the stabilizing arms, such that the supporting arms and the stabilizing arms move in mutually opposite directions when moving and at the same time are in either their rest position or their stabilizing position. 6. Hulpinrichting volgens conclusie 5, waarin elke steunarm telescopisch schuifbaar is ten opzichte van een met dat hulpgestel verbonden tweede bus.Auxiliary device according to claim 5, wherein each support arm is telescopically slidable with respect to a second bush connected to said auxiliary frame. 7. Hulpinrichting volgens de conclusies 3, 4, 5 15 en 6, waarin de eerste bus tevens de tweede bus is.Auxiliary device according to claims 3, 4, 5 and 6, wherein the first bus is also the second bus. 8. Hulpinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de eerste handbedieningsmiddelen zijn uitgevoerd als ten minste één aan een handvat toegevoegde 20 knijphandgreep, die via een overbrengingselement, bijvoorbeeld een bowden-kabel, met de eerste vergrendelmiddelen verbonden is, zodanig, dat bij het inknijpen van de knijphandgrepen de eerste vergrendelmiddelen ontgrendeld worden. 258. Auxiliary device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first hand-operating means are designed as at least one pinch handle added to a handle, which is connected to the first locking means via a transmission element, for example a bowden cable, such that when squeezing the first locking means of the pinch handles are unlocked. 25 9. Hulpinrichting volgens conclusie 7, waarin de eerste handbedieningsmiddelen zijn uitgevoerd als ten minste één aan de steunarm toegevoegd veerbelast element, bijvoorbeeld een drukknop. 30Auxiliary device as claimed in claim 7, wherein the first manual operating means are designed as at least one spring-loaded element added to the support arm, for example a push button. 30 10. Hulpinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de veermiddelen ten minste één gasveer omvatten.Auxiliary device according to one of the preceding claims, wherein the spring means comprise at least one gas spring. 11. Hulpinrichting volgens conclusie 8 en 10, waarin de gasveer van het type met een intern ventiel is, dat voor bediening gekoppeld is met de eerste bedieningsmiddelen, zodanig, dat de gasveer in de toestand waarin het ventiel gesloten is in zijn betreffende stand gefixeerd is en in de toestand waarin het ventiel open is effectief als gasveer werkt.Auxiliary device as claimed in claims 8 and 10, wherein the gas spring is of the type with an internal valve, which is coupled to the first operating means for operation, such that the gas spring is fixed in its respective position in the state in which the valve is closed and in the state in which the valve is open, effectively acts as a gas spring. 12. Hulpinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin het hoofdgestel of het hulpgestel een voetsteun omvat, die wordt gedragen door een stang, die zich tussen het linkerdeel en het rechterdeel van het gestel uitstrekt. 10Auxiliary device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the main frame or the auxiliary frame comprises a footrest that is supported by a rod extending between the left-hand part and the right-hand part of the frame. 10 13. Rolstoel, waarmee een hulpinrichting volgens een der voorgaande conclusies geïntegreerd is. k k k k kWheelchair with which an auxiliary device according to one of the preceding claims is integrated. k k k k k
NL2002681A 2009-03-27 2009-03-27 ASSISTANT DEVICE TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH STEP AID AND STABILIZERS, AND A WHEELCHAIR INTEGRATED. NL2002681C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002681A NL2002681C2 (en) 2009-03-27 2009-03-27 ASSISTANT DEVICE TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH STEP AID AND STABILIZERS, AND A WHEELCHAIR INTEGRATED.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002681A NL2002681C2 (en) 2009-03-27 2009-03-27 ASSISTANT DEVICE TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH STEP AID AND STABILIZERS, AND A WHEELCHAIR INTEGRATED.
NL2002681 2009-03-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002681C2 true NL2002681C2 (en) 2010-09-28

Family

ID=43302578

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002681A NL2002681C2 (en) 2009-03-27 2009-03-27 ASSISTANT DEVICE TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH STEP AID AND STABILIZERS, AND A WHEELCHAIR INTEGRATED.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2002681C2 (en)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4519649A (en) * 1982-03-26 1985-05-28 Kanagawa Rehabilitation Center Wheelchair
EP0159562A2 (en) * 1984-04-06 1985-10-30 Levo AG Dottikon Lifting chair
EP0299476A1 (en) * 1987-07-15 1989-01-18 Kenneth Brian Smith Wheelchair
US5984338A (en) * 1996-06-27 1999-11-16 Levo Ag Dottikon Lightweight stabilized raising chair
WO2003026549A1 (en) * 2001-09-21 2003-04-03 Levo Ag Raising wheel chair
US20050039302A1 (en) * 2003-06-19 2005-02-24 Laffin Francois Xavier Universal handle and body-supporting chair utilizing same
US20050104332A1 (en) * 2003-11-18 2005-05-19 Chin-Lu Hsu Wheelchair with self-raising seat
WO2005122991A1 (en) * 2004-06-15 2005-12-29 Tristan Frencken Apparatus and method for moving persons between a sitting and a standing position

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4519649A (en) * 1982-03-26 1985-05-28 Kanagawa Rehabilitation Center Wheelchair
EP0159562A2 (en) * 1984-04-06 1985-10-30 Levo AG Dottikon Lifting chair
EP0299476A1 (en) * 1987-07-15 1989-01-18 Kenneth Brian Smith Wheelchair
US5984338A (en) * 1996-06-27 1999-11-16 Levo Ag Dottikon Lightweight stabilized raising chair
WO2003026549A1 (en) * 2001-09-21 2003-04-03 Levo Ag Raising wheel chair
US20050039302A1 (en) * 2003-06-19 2005-02-24 Laffin Francois Xavier Universal handle and body-supporting chair utilizing same
US20050104332A1 (en) * 2003-11-18 2005-05-19 Chin-Lu Hsu Wheelchair with self-raising seat
WO2005122991A1 (en) * 2004-06-15 2005-12-29 Tristan Frencken Apparatus and method for moving persons between a sitting and a standing position

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2601470C (en) A height adjustable wheelchair
US9301895B2 (en) Medical support apparatus
EP1381341B1 (en) Patient support apparatus having auto contour
US11633321B2 (en) Collapsible walking device
US4261561A (en) Walking support
US20140083476A1 (en) Physical assistance device configurable into a walker/rollator, seat or transport chair
KR101437374B1 (en) Variable type wheel chair
US20070085301A1 (en) Center-of-gravity tilt-in-space wheelchair
JPS58165847A (en) Wheelchair
US20150320631A1 (en) Assistive walking device with adjustable dimensions
AU2016411666B2 (en) Personal mobility device
CA2948661A1 (en) Sit-to-stand and walking assistive mobility aid
NL1024201C2 (en) Wheelchair with leg support with calf support.
EP1286638A1 (en) A chair for handicapped or disabled persons
CN110536669B (en) Chair for nursing
EP1584314A2 (en) Wheelchair with elevating seat
NL2002681C2 (en) ASSISTANT DEVICE TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH STEP AID AND STABILIZERS, AND A WHEELCHAIR INTEGRATED.
DE102011000021A1 (en) Walker, particularly wheeled walker, has chassis, handle which is connected to chassis and is designed to move walker by user, and three roller units fixed to chassis and on which walker is moved on surface
EP2708218B1 (en) Wheelchair, particulary for people with spastic paralysis
US7008016B1 (en) Range of motion exercise chair
GB2452798A (en) Chair moving aid
US20230355459A1 (en) Walker
NL2005387C2 (en) TOOLS TO BE ADDED TO A WHEELCHAIR WITH OPTABLE AID, A WHEELCHAIR INTEGRATED WITH SUCH AUXILIARY DEVICE AND A METHOD OF MANUFACTURING IT.
EP3142623A1 (en) Sit-to-stand and walking assistive mobility aid
CA3189530A1 (en) Personal mobility system

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170401